X Reizen in Oost Reizen West. Als het roode lampje gloeit. H0NIGS BOUILLONBLOKJES thans 6 voor l©cL BADION NECRLANDSCn fABRIlUAT 15 VOOR EUMÏ WASCh PARAAT Origineele vacantie „Vol verwachtingDe tooverbal! Veilige en Economische Veredel Uw rozen zelf.j in Het Friesche Volk in ernstig gevaar? Hoe zij De saamhoorigheid der Stamgemeenschap, door Prof. Dr. KARS E. BORCKLING, „ver-Hollai ndsynen Volgens velen verkeert de toekomst van het Friesche volk in ernstig gevaar. Want de Friesche tdal heeft veel te lijden van een geleidelijk opgaan ln de belde talen der twee landen, waar de Friezen sedert eeuwen wonen. Er zijn n.l. twee stammen der Friezen auidelijk te onderscheiden, die der Oost- Friezen in Noord-West-Duitschland en cue der West-Friezen, die de Nederland- sche provincie Friesland bewonen. (.Hier bij dient opgemerkt, dat de West-Friezen die in den Noord-Westhoek van Noord- Holland wonen, tusschen Hoorn, Enkhui zen en Medemblik, al sedert "onheuglijke jaren het daar misschien vroeger be staand hebbende Friesche volkskarakter en de Friesche taal reeds lang hebben verloren). De Oost-Friezen (in Duitschland) zijn veel zwakker dan de West-Friezen (in Friesland), die nog krachtig aan het Friesch als taal en aan vele typisch Frie sche gewoonten vasthouden. Bovendien doet zich in Nederland het verschijnsel voor, dat de bewoners van lJIoord-Hol- land, Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht (als eén geheel genomen) langzamerhand de eigenschappen van de bewoners van Gelderland, Overijssel, Drente en Gro ningen in z.g. „Hollandsche" richting hebben weten te beïnvloeden. Daardoor zijn de Friezen in een isolement geraakt, waardoor de oude volks-cultuur van den vroeger nog zuiver gehouden Frieschen stam langzaam maar zeker teloor moet gaan. De moderne tijd kent geen mede lijden, schrijdt rustig voorwaarts, maar verplettert zonder mededoogen, wat hem in den weg mocht staan. Ook het oude Friesche cultuur-leven wordt met moder ne dingen verzadigd en verliest daardoor onherroepelijk den vasten bodem van weleer onder de voeten. Stamverwantschap is in Duitschland en in Nederland onder de daar wonende Friezen blijven bestaan. Maar dit is niet alleen een zuiver Friesch, doch ook een algemeen Germaansch verschijnsel. In tegenstelling b.v. met Romaansche staats vormen, waar een straffe centraliseering heerscht, vindt men in Germaansche landen in veel hooger mate een saam- hoorigheidsgevoel tusschen hen, die tot dezelfde stamgemeenschap behooren. De centraliseering der Romaansche volken is waarschijnlijk meer practisch doch stuit den Germaan tegen de borst. De beste krachten van laatstgenoemde vol ken kunnen dan slechts tot uiting komen wanneer iedere stam vrijwillig, mits in onderling stamverband, aan het door alle Germanen beoogde gemeenschappelijke doel mogen meewerken. Dan komt de ge zamenlijke kracht tot hoogste uiting! De Friezen in Nederland en in Duitsch land hebben ongetwijfeld het hunne bij gedragen voor de bevordering van de Ne- derlandsche en de Duitsche beschavings geschiedenis, waarbij de Friezen zich in het bijzonder hebben weten te onder scheiden op het terrein der exacte we tenschappen. De Friezen hebben dan ook bekende historici en juristen voortge bracht, al is het merkwaardig te consta- teeren, dat dere geschiedvorschers en rechtsgeleerden, uit Friesland geboortig, zich bij voorkeur bezig hebben gehouden met de geschiedenis van eigen land en volk, of met het daar inheemsche recht, dat van het gewone recht op tal van punten pleegt af te wijken. Een der allergrootste geleerden van Friesche afkomst is ongetwijfeld Theodor Mommsen geweest, die zijn wetenschap pelijk leven uitsluitend gewijd heeft aan het geschiedkundig uitbeelden van het vroegere Rome. De tegenwoordige Nederlandsche pro vincies Friesland en Groningen hadden reeds in de 17de eeuw hun eigen weten schappelijke centra in de hoogescholen te Fruneker en te Groningen, die ge- oticnt zijn in ae jaren ii>84 en ibi4. Voor ue Friezen is net steeds een pijnlijk en zwaar verlies geweest, dat Napoleon in -öil ae universiteit te rraneker ophief, waarna Friesland geen eigen hoogeschooi meer heeft gehad, zooaat de Friesche stuaeerenae jongelingschap vrijwel uit buitend op het naburige Groningen was aangewezen. m trroningen bestaat sedert 1775 het genootschap: „Pro ezoiendo lure patrio" cn in uriesland is ln ib27 opgericht: „Het Friesch Genootschap voor Geschied-, oudheid- en Taalkunde". In Duitschland oestaat te Emdeti een gelijksoortig ge nootschap: „Gezellschalt tur bildende ^unst und vateriandische Altertümer". Van de zijde dezer genootschappen is door het oprichten van musea en het uit geven van tijdschriften veel vruchtdra gende arbeid verricht, die tot vèr over de grenzen van het eigenlijke Friesche ge- oied zijn invloed heeft gemist. Sedert eeuwen zijn de Friezen goede wiskundigen geweest, welke begaafdheid tot diep in alle kringen der Friezen wor telde. Zoo bouwde in Franeker een een voudig arbeider, Eise Eisinga genaamd, tusschen 1774 en 1781 het overal in de wereld bekend geworden planetarium. Een andere Fries, Jaap P. Hansen, wo nende op het Duitsche eiland Syit, ver vaardigde voor zijn leerlingen, die hij in de zeevaartkunde onderwees, de noodza kelijke instrumenten op nautisch gebied, die zijn leerlingen voor hun studie noo- dig hadden. Ook de ontdekker der zonne vlekken, David Fabricius, was een Fries van geboorte, waarna hij te Osteel jaren lang predikant was. Karakteristiek voor de Friesche volks kunst is de bedrevenheid, die de Friezen hebben verworven in de kunst van goud en zilversmeden, en in de van veel jonger datum zijnde filigraankunst. Dit is nog heden ten dage te Leeuwarden het geval, waar de goud- en zilversmeedkunst op een zeer hoog peil staat en een hoogst belangrijke tak van nijverheid in de Friesche hoofdstad vormt. Natuurlijk heeft het dragen van kostbare gouden sieraden door de Friesche vrouwen er veel toe bijgedragen, dat deze kunst zich zoo kon ontwikkelen. Een school voor omroepers Geen gemakkelijk vak! Het „plaatsen" van de stem en de ademtechhiek als voornaamste leervakken. De technische hulpmiddelen. GEORGE BLESWINTER te Londen. „Daar zijn er al veel te veel van!" is het gewone antwoord, wanneer voor een jongen of meisje na afioop van de school jaren een beroep moet worden gezocht en een richting aangegeven. Op zijn best hoort men van een bepaald vak zeggen: „Er is te veel concurrentie voor de goede betrekkingen". Zoo is het ook ln Engeland, doch daar leggen de ouders en onderwijzers en vooral de jeugd zelf zich niet bij dien toestand neer. Zij zoeken werk, ook in de nieuwe richtingen, die erbij zijn geko men door de uitvindingen van de laatste tientallen Jaren: door de auto, de film, het vliegtuig en de radio, die nu mil- lioenen een werkkring verschaffen en bij het begin van deze eeuw nog niemand. Doch zij stellen zich niet voor, dat men een nieuwe richting kan inslaan zonder een opleiding, even grondig als vereischt wordt voor een sinds eeuwen bestaand vak. Wel brengt die opleiding zijn moeilijk heden met zich mee voor de opleiders. Zoo ook bij de radio. Dit geldt niet alleen voor de technici doch ook en nog meer voor degenen, die optreden voor 'den mi crofoon.. En dat.ïijn er velen. Hun aan tal zal voortdurepd toenêmen; in de toe komst zal men overal systematisch mi crofoonsprekers moeten opleiden, om er niet plotseling gebrek aan te krijgen. Engeland is op dit gebied in de gunstig ste positie; men kan hier sedert Jaxen worden opgeleid in deze kunst. Voor velen is dit absoluut noodig, omdat zij niet de aangeboren 'gave hebben, die men j aanduidt als een „radiostem". Bovendien is voor deze beroepen nog wel iets meer I noodig dan die veelgeroemde radiostem. I De opvoering van een hoorspel brengt b.v. eigenaardige moeilijkheden met zich j mee, niet alleen voor den schrijver en regisseur, maar ook voor de spelers. Van hun fantasie wordt het uiterste gevergd. Zij zitten in een gewoon vertrek, in hun gewone kleeren en zij stellen misschien boeren of matrozen voor. Het is niet ge makkelijk, om een mondain gekleede dame aan te spreken alsof zij de vrouw j van een boerenknecht is. Nog moeilijker is het misschien voor de spelers, dat zij niets kunnen doen van datgene, wat zïj I volgens hun rol moeten doen. Zelfs al is het iets eenvoudigs, b.v. door de kamer loopen, dan moet de acteur nog stil blij- ven zitten, terwijl ln een andere studio i wordt gezorgd voor het geluidseffect, j Juist voor menschen met een aangèboren I talent om te acteeren is dit zeer moeilijk, want op het tooneel wordt iemand juist aangemoedigd om zich volkomen te ge dragen als 0e persoon, die hij moet voor stellen. Nu zit hij voor den microfoon, wetend, dat hij zijn publiek slechts door zijn stem kan bereiken. Dat is een reden, om zich nog meer daïi anders op zijn rol te concentreeren en tegelijkertijd moet hij zich bedwingen om zijn woorden niet door gebaren te onderstrepen. Ook de pauzen zijn voor de vertolkers van een hoorspel een moeilijk punt. Er zijn ver schillende redenen voor, b.v. dat er ge durende een seconde geluidseffecten ge geven worden. Het einde van de pauze wordt aangekondigd door het aangaan van een licht; alle oogen zijn erop ge vestigd om op het juiste oogenblik de dialoog te hervatten. Het is natuurlijk moeilijk om de juiste stemming vast te houden en na de korte pauze door te gaan op dezelfde wijze als tevoren. Spreken voor den microfoon is veraer iets, waar bijna iedereen aan gewené moet geraken, zullen zijn zenuwen hem geen parten spelen. Wanneer men zich voorstellingen maakt van „de wereld die zou zitten te luisteren, wordt men als vanzelf onnatuurlijk. Zelfs bij gewoon telefoneeren nemen vele menschen ma niertjes en toontjes aan, die hen anders geheel vreemd zijn. En al wat onnatuur lijk is, valt in een radiospreker op. Aar zelingen of oiriuistp stembuigingen ma ken hem voor den luisteraar „niet om aan te hooren", liet het gevolg, dat er een anderen ^endftf1 wordt opgezocht. De spreker zelf is 'zich misschien in het geheel niet bewust van zijn spreekwijze. Als hij zichzelf eens hoori op een gra- mofoonplaat en, de leerlingen van een cursus voor microfoonsprekem krijgen daartoe meer dan eens de gelegenheid dan wordt hij zich vaak met pijnlijke verbazing bewust van zijn gebreken. Af gebeten woorden,onjuiste stembuigin gen, nadruk op de verkeerde plaatsen... het is, alsof hij alle fouten heeft gemaakt die er slechts te maken zijn. Ook voor den bezoeker is zulk een school leerzaam. HU heeft wellicht ge dacht, dat sommige radiosprekers hun geld toch maar gemakkelijk verdienen. Zij denken dat de Spreker zijn toespraak op papier zet en er niet meer aan denkt, totdat hij haar op den vastgestelden tijd voor de microfoon opleest. Dat is onjuist. Hij houdt een doorslag ervan aan, geeft elke stembuiging aan, onderstreept de woorden, waarop de nadruk vilt, enkel of dubbel en leert tenslotte de toe spraak min of meer uit zijn hoofd door haar verscheiden^jnalen hardop te repe- wapenen tegen plotseling^ zenuwachtig heid. Deze werkt op het middenrif, zoo dat men de ademhaling niet meer zoo volledig beheerscht en b.v. neiging krijgt om op een verkeerde plaats adem te ha len. Voor zangers is dat iets heel nor maals doch wanneer men gewoon spreekt mag freè. niet voorkomen, dat men naar adem hatat. Voor beginners wordt met het oog fierop de raad gegeven, dè zin- •t manuscript kort te houden, gen van een microfooncursus heel wat te leeren. Zij krijgen in zulk een klasse ook „beurten"; dan moeten zij in een apart kamertje voor den microfoon aankondigingen, nieuws berichten of een gedicht voorlezen. In het eigenlijke klasselokaal geeft een luidspreker hun prestaties weerde leer- aar maakt zijn op- en aanmerkingen, waar de andere leerlingen meteen hun voordeel mee kunnen doen, doch hij spreekt ze in een telefoon, zoodat de leerling in het aparte hokje ze ook hoort. Wij woonden onlangs een les bij van Peter Creswell, den bekenden regisseur der B.B.C. Wanneer hien zijn leerzame en vaak geestige opmerkingen hoort, be grijpt men, waarom de door hem geleide hoorspelen zooveel succes hebben. Ver scheidene zijner leerlingen zijn dadelijk na het voleinden van den cursus bij de B.B.C. in dienst gekomen. Deze cursus wordt gegeven aan de Royal Academy of Dramatic Art, welke niet alleen tooneel- en filmspelers opleidt, doch ook vertol kers van hoorspelen. Het spreken voor den microfoon neemt er dus een belang rijke plaats in. Het is echter iets, dat velen moeter kunnen, ook zonder dat zij er hun beroep van maken. De beroemde school van Har row, waar zooveel vooraanstaande En- gelschen hun opleiding hebben genoten, houdt er rekening mee, dat haar leerlin gen later wellicht voor den microfoon moeten spreken. Een oud-leerling, kolo nel Crompton. die thans aari het hoofd van een bekende electriciteitsfirma staat en een oude radiopionier is, heeft de in stelling van dien cursus in de hand ge werkt; hij looft bovendien elk jaar prij zen uit voor de beste leerlingen. De school bezit nog slechts één microfoon, doch haar leerlingen krijgen nu tenminste een kans om zich te oefenen in iets, wat velen hunner in het latere leven noodig zullen hebben. De vacantie-trip van de Goudsche Padvinders door de Belgische Ardennen. Een padvinder van de afd. Gouda der N.P.V. schrijft ons: Reeds lang waren wij aan de voorbe reidselen bezig geweest om een trek per fiets door de Ardennen te gaan ma ken. Toen wij dan ook op 27 Juni bepakt en beladen voor het troepenhuis stonden en onze oü-baas Bijloo de troep voor trekkers inspecteerde, kon'den wij met een zucht van voldoening constateeren dat alles O-K was. Dies werd met ver trouwen de lange tocht aanvaard. Lang zaam onttrok het stadsbeeld met de St. Janstoren er boven uitstekend, zich aan ons oog. Wij waren vrij van school of an dere werkzaamheden en gingen een heer lijke vacantie tegemoet. Wij waren om 4.30 uur n.m. vertrokken en ons eerste doel was Giessen, een ge hucht ln de omgeving van Woudrichen. Een betere plaats hadden wij niet kun nen vinden want ons doel stond in... een boomgaard, dus commentaar overbodig Den volgenden dag, 28 Juli, ging het naar Maastricht. Een fietstochtje van een kleine 200 K.M., dat geen peuleschil letje is. Het mooie landschap door Bra bant vergoedde echter véfel, terwijl het oponthoud in Eindhoven met een kijkje bij de massale fabrieken van Philips een der beste momenten van dezen tocht werd. Was het eerste gedeelte in Nederland soms niet meegevallen, het zwaarste moest nog komen, in Belgie aangekomen moesten wij constateeren dat de wegen in Holland stukken en stukken beter waren dan daar. Het be hoeft dan ook geen betoog dat wij ons dubbel moesten inspannen en onze spie ren op een geduchte proef werden ge steld. Maar wij waren padvinders en dus overwonnen wij de moeilijkheden die zich voordeden met een grap en een lied. Bij een bezoek aan de grot van Geelen deed zich nog een aardig voorval voor. Toen onze-ou-baas naar binnen wilde gaan werd hij aan zijn iflbuw getrokken door een oud vrouwtje, die hem even aankeek en daarna zeide: „Ik ken u nog wel. U hebt enkele jaren geleden gekam peerd." Dit was inderdaad zoo. Een sterk staaltje dus van herinneringsvermogen. ona oponthoud in Luik was o.m. zeer de moeite waard, in een clubhuis van jöeigiscne padvinders hebben wij over- nacnt, nadat wij 's avonds van het vele bijzonder scnoone, dat het stadsbeeld \an Luik biedt, hebben genoten Trou wens eenmaal in Belgie aangekomen waren wij dag aan dag verrukt over dit land. Tochten in de omgeving van La Roche, waar wij zeer veel Hollanders hebben ontmoet, een bergbekiimming bij Le Ceelle, zuilen wij nooit vergeten. Dat deze laatste tocht ook op onze magen in vloed had bewees de voorraad van 12 pond brood, 2 p. appelstroop en 4 p kof- lie, die wij met zijn zevenen in eén keer naar binnen werkten, voor de somma van schrijve en zegge 16 francs 1.2ü). Het eenige regenbuitje tijdens onze reis kregen wij bij de tocht naar Han. Dit was echter snel over en daar wij bergafwaarts gingen wat het een gemak kelijke en fijne tocht. Je weet echter op het laatst niet meer wat nu eigenlijk het mooiste is. Overal waar de ou-baas ons naar toe leidde was het even mooi, zoo dat het een langdradig geheel zou wor den wanneer telkens weer over de schoon heid werd geschreven. Veel hebben wij ook nog genoten bij bezoeken aan Namen, Brussel en an dere plaatsen, en het speet ons allen toen wij na 12 dagen zwerven de Hollandsche grenspaal weer passeerden. Een spijt die evenwel van korten duur was, want als je een tijdje, al is het nog zoo kort, ln een ander land bent geweest, verlang je als Gouwenaar toch weer naar het mal- sche gras, de koeien en de weide en de lucht van de Kaarsenfabriek. Op Zaterdagmiddag 11 Augustus kwa men we Gouda weer binnen. De reis was ten einde. Onvergetelijk liggen deze 14 dagen ach ter ons en wij zijn dan ook veel dank verschuldigd aan onzen leider ou-baas Bijloo voor al datgene wat hij gedurende deze vacantie-trip voor ons deed. Moge het bovenstaande voor zeer vele flinke Goudsche boys aanleiding zijn zich bij ons aan te sluiten. Zij zullen er even als wij geen spijt van hebben. De redactie van de Goudsche Courant breng ik namens de geheele Goudsche padvindersbeweging dank voor de ver leende plaatsruimte. Ploegleider der afd. Gouda N.P.V. J. VERHOEK. De leerlingen van een cursus leeren ook, zich door voortdurende oefening te door CHARLES DELAMBRES. En nu kdmen de vacanties weer, zuchtte Léon Curtis. Voor .hem, die een invloedrijke po sitie bekleede en fortuin bezat, waren alle genoegens, die opdoemen voor het geestesoog van jonge, eenvoudige menschen, als ze huij vacantie tege moet zien, al uitgeput. Hij zag va cantie houden als een herhaling van dingen, die vroeger wel aardig waren Waarheen? zuchtte Léon verder. Bergen? Bah... hoe dikwijls ben ik nu daar al niet geweest! Naar zee? Moderne boulevards, hótelbe- staan, coquette baadstertjes, thê- dansant, flirt, ...oh, goeie hemel als ik er weer aan denk aan een of ander chique hotel en wéér eetzalen en halls en buigende portiers, piccolo's, ka mermeisjes en mam's die op me azen als schoonzoon... Neen! Léon tobde eenige dagen over h<fc probleem. Toen kreeg hij een ljelder moment. i Ik ga een origineele vacantie houden, zei hij tegen een vriend, ik ga naar een badplaats Alsof ik een man ben met een klein inkomentje, j die het geheele jaar heeft gespaard I voor enkele weken. Ik neem een ka- mer in een eenvoudig pension. De ander lachte... Jij in een een- voudig pension, jij die het leven zoo j best mogelijk neemt, jij die alles zoo gewend is met luxe. Daar hou je het j geen twee dagen uit. Léon was echter verrukt ovef zijn idee. En zoo arriveerde een week later in het pension van weduwe j Courtelle een eenvoudige jongeman met een enkelen koffer bij zich, die zich schriftelijk een kamer had laten bestellen. Alleen op die kamer gekomen, keek hij eens rond. Géén stroomend water, zonder aangrenzende badkamer, zon der... Léon amuseerde zich'een hhlf uur lang met het inspecteeren van zijn kamer en knapte zich toen wat op. In de dagen die kwamen voelde Léon geen berouw over zijn besluit. Het was iets heel anders tusschen die eenvoudige menschen te zitten, die nog volop genoten van alles, zoodat het strandleven, zwemmen en de ge noegens die het badplaatsje 's avonds bood ook voor hem weer aantrekke lijk werd. Toen ontmoette hij Gaby Orlay. Hij wist natuurlijk niet dadelijk dat zij zoo heette. Voorloopig wist hjj slechts, dat ze het mooiste en aan trekkelijkste meisje was, dat hij ken de. tater vischte hij haar hotel uit, en daar haar naam. Ze was hier met haar moeder en zag er heel elegant Léon had'o^Rj^^^isen bij de vrouwen nooit t?ÜBn gehad. Het was dus niet zonder zelfvertrouwen, dat hij een poging tot flirt inzette. Doch hoe bedrogen kwam hij uit. Hij leerde uit de eerstvolgende dagen dat zijn charme voor de dames toch wel voor een groot deel moest hebben be staan in zijn kleeding, auto, positie, kortom in allerlei dingen, die met zjjn werkelijke persoon niets te maken hadden. En naarmate madame Orlay hem koeler behandelde ?n méér op een af stand hield, wenschte hij vuriger, het hart van deze dochter te winnen, die steeds omringd was door keurige aanbidders. Of ook zij niet verder keek dan de, voor deze gelegenheid extya gekochte kleeding? Of ook zij het slaan van haar hartje kon regelen naar het cij fer, dat iemands inkomen jaarlijks bedroeg? Gaiby had blauwe, groote oogen, die kinderlijk en soms ondeugend konden kijken, een glimlachje dat heel aantrekkelijk was, doch niets verried van wat zij werkelijk dacht. Na een week slaagde Léon erin, kennis met haar te gaan maken, zoo als men dat op het strand kan doen. zwom niet erg goed en hij gaf haar les. Ze dronk thee met hem, terwijl mama haar sjësta hield. Ze was on gekunsteld en vriendelijk, vertelde hem, dat papa dood was en ook dat ze niet erg rijk waren. Mama wilde, dat ze een rijken man ^"^trouwde. Maar ik trouw niet met iemand die ik niet liefheb, zei ze. U ligt niet voor den Mammon geknield, zooals al die andere meis jes? zei hij verrukt. O... ik zou dolgraag rijk willen zijn, ik wil me heelemaal niet beter maken dan ik ben! Ik snak naar een luxueus bestaan en écht zonder zor gen... maar niet ten koste van het beste dat een vrouw kan krijgen. Léon aanbad haar. Hij vertelde haar, dat hij een arme kantoorklerk was, dat hij zijn vrouw niets anders kon aanbieden dan een heel eenvou dig bestaan en misschien zelfs zor gen, doch een liefde, zoo groot als waarvan ze ooit gedroomd kon heb ben. Ze zonk in zijn armen en fluister de: Maar mama... en ik ben min derjarig. Hij wist, dat het slechts enkele woorden zou kosten, om haar mama in verrukking te brengen met de keuze van dochterlief, maar het spel had teveel heerlijks voor hem! Nu wist hij hethij werd bemind en dit maal om hemzelf. Daaraan kon geen Een nieuw element in het Nederlandsch Todbeelleven. Eduwrd Veterman, de ongekroonde koning. Een amusements-instelling met een fijn-literair cachet! ^Sigen tijd geleden hadden wii het genoegen een bericht te publicee- rei, waarin gemeld werd de oprich ting van de Vereeniging „Het Ne derlandsch Tooneelgilde". De nood, vooral de artistieke nood onzer Ne derlandsche kunstenaars en van onze Uederlandsche Tooneelkunst zelf was hoofd-aanleiding tot deze oprichting geweest. Het Nederlandsch Tooneel gilde wilde onze vaderlandsche too neelkunst verlossen van de al te com- tnercieele impasse, waarin zij is ver kild. Dit beteekent niet, dat men de beenen in de lucht moet gooien en als een Don Quichotte op schijnbeelden inrennen, maar dat men grooter aan dacht dan voorheen moet schenken aan de kunstzinnige taak van het tooneel, ook waar het alleen het doel heeft te amuseeren. Immers het is volstrekt niet noodig dat goede kunst altijd vervelend is: ook omgekeerd is vervelende kunst volstrekt niet al tijd goed. Bü de oprichting van de vereeni ging „Het Nederlandsche Tooneelgil- •de" heeft Eduard Veterman een groote rol gespeeld. Zooals inen weet is deze kunstenaar vele jaren een dei belangrjjlste steunpilaren van net RotterJamsch Hofstadtooneel ge weest, waar hij niet alleen de taak van dramaturg en tooneel-architect vervulde, maar ook regisseerde, kort om in alle onderdeelen was geïnte- thans een kunstzinnig leider gevon- J up" r ui belegging van Uw Kas- en Spaargelden. Spaarbank8 GEMEENTE Giro-, stortings.) «o Ophaaldienst) GOUWE 2 - GOUDA. In het begin van dit jaar is echter een conflict uitgebroken tusschen Ve terman en van der Lugt Melsert, dat het heengaan van den eerste tenge volge had. De Vereeniging „Het Nederland sche Tooneelgilde" heeft in hem den, die door en door de probleme van het tooneel beheerscht en juist omdat hij zelf geen acteur is, boven allerlei kleine, persoonlijke belange tjes uitrijst. De plannen van „Het Nederland sche Tooneelgilde" zijn intusschen bekend geworden; een viertal zeel- belangrijke stukken staan op het re pertoire van dezen winter en men stelt zich voor dan zeer verzorgde op voeringen te geven. Een kunstcabaret. Doch het is nu eenmaal gebruike lijk, dat men de hooge en ernstige kunst bewaart voor de kern van het seizoen en dat men in den laten zo mer en het voorjaar de schouwburg bezoekers op lichtere kost tracteert. Gewoonlijk worden daartoe dikwijls lichtzinnige blijspelen uitgekozen, waartegen van vele kanten meermalen bezwaren zijn gemaakt en die er ernstig toe hebben bijgedragen om vele Nederlanders van het tooneel te vervreemden, Want ook naar het lichte repertoire van vóór- en na seizoen moeten de ouders hun rijpere kinderen kunnen medenemen en dit is lang niet Altijd helaas het geval. Het was een zeer juiste stelling van de oude Grieken, dat men het immo- reele niet op het tooneel moest bren gen, maar wanneer men gadeslaat de reeksen van ordinaire kluchten of sensationeele drama's die onze gezel schappen de laatste jaren hebben ge bracht (en dan nog meestal van bui ten) dan moet men wel tot de over tuiging komen, dat ons tooneel op den verkeerden weg is. „Het Nederlandsche Tooneelgilde" zal thans het seizoen openen met iets LILIAN HARVEY temidden van Podrecca's beroemde Italiaansche marionet ten, kaar speelgenooten in de Fox-film „I'm Suzanne waarvan de Nederlandsche première te Amsterdam heeft plaats gevonden. twijfel bestaan! Welk een geluk had deze origineele vacantie hem ge bracht. Gaby toonde zich dapper, toen het erop aankwam, mama's toorn het hoofd te bieden. Ze vertelde van Léon, dien ze heimelijk ontmoette, dat ze den volgenden dag zouden ver trekken, mama was woedend. Doch ze liet hem haar adres. Natuurlijk vertrok ook Léon en nam zich voor bij madame Orlay te verschijnen als de ware Léon Cour ts, schatrijk man, met een invloed rijke positie, ideale schoonzoon! Doch een was het gunstig of ongunstig toeval, deed hem, vlak voordat hij dit besluit ten uitvoer Lraeht, zijn vriend ontmoeten, wien hij natuurlijk in triomf de uitslag in deze vacantie vertelde. Gaby Oi;lay, herhaalde deze, maar "^ste jongen, ik sprak haar voordat zo de stad uitging. Ik vertelde haar van jouw plan. Ze vroeg, waar die Minwaardige vriend van mij was van segaaft si«s. daar, trek zelf de conclu- Op ditzelfde moment zei Gaby te gen haar moederHet heeft prach tig gewerktIk zei het U welVoor al niet toehappen, tegenstribbelen, mij de gelegenheid laten geven om het edele, onberekenende meisje te zijn, haar tyrannieke, hebzuchtige moeder weerstaande terwille van de gróóte liefde! Dat moest zoo'n verwende jongen die aan iederen vinger tien meisjes kan krijgen, trekken en boeien. Nu zal hij binnenkort komen en alles vartellen. Mama geeft be schaamd toe, ik val blozend en lachend in zijn armen en verwijt met allerliefste stem„Hoe kon je me zóó voor den gek houden! Wat een noo- delooze tranen heb je me laten stor ten enz. enz. En geen tien paarden zullen hem ervan weerhouden, met mij te willen trouwen. Evenwel iets anders weerhield er hem van en de handige Gaby zag den pseudo-armen Léon nooit terug. Zijn grootste zorg is nu, hoe hij volgend jaar zijn vacantie zal door brengen. nieuws, namelijk met een cabaret. Geen Kleinkunst, zooals dat wei eens gegeven werd, maar een echt Kunst- Cabaret, naar den Russisohen trant. Er zijn namelijk twee soorten ca barets, het Fransche en het Russi sche. Het Fransche cabaret is ont staan op Mont Martre in Parijs in kunstenaarskringen, waai men lied jes zong en voordrachten hield zon der eenige accesoires of décor, ge woon temidden van de toehoorders. Een uitnemend en onvergetelijk ver tolker van het Fransche cabaret is bij ons Joan Louis Pisuisse geweest. Het Fransche Cabaret hangt echter geheel af van den persoon, die op het tooneel staat en reeds, wanneer deze zich bijnummers aanschaft om het overige deel vair den avond te vullen, is hij op den verkeerden weg. Her echte Fransche cabaret dient uit en kele personen te bestaan, die uitslui tend liedjes en voordrachten "ten beste geven. Het Russische Cabaret is uit een geheel ander milieu afkomstig. Oor- sproftkèlijk stamt het van de kunst- avJndém- die de Moskouwer-tooneel- spelers uit de school van iStanislaws- ky onder elkander gaven. Vrienden, familie en beschermers van het thea ter werden dan daarbij uitgenoodigd en men voerde er miniatuur-operet tes, kleine scènes, dialogen of duetten op, in een losse, amusante trant en toch in hooge mate artistiek, ornaat de menschen uit de omgeving van Stanislawsky nu eenmaal door en door kunstenaars waren. Naderhand heeft men deze avonden ook voor hqt publiek toegankelijk gemaakt en ten slotte ontstonden er ^elfs kleine ge zelschappen, die niets anders dan zulke voorstellingen gaven. De „Chauve-souris" (Vleermuis), „Wjanka Stjanka", „De Blauwe Vo gel" zijn uit deze schdol"ontstaan. Deze cabarets zijn echte tooneel- spelers-cabarets. Zij kunnen alleen door tooneelspelers worden gebracht. Men eischt er geen schitterende zang, maar typische tooneelkunst in kleine, verrassende vorm, met kleine, mar kante, decoratieve hulpmiddelen. Cabaret „De Tooverbal". Zoo'n cabaret is nq „De Toover bal", waarmede Veterman het speel seizoen van het „Nederlandsche Too neelgilde" zal openen. jEr werd een repertoire vastgesteld van ongeveer twintig nummers, waaruit telkens een afwisselende keus zal worden ge daan, zoodat de voorstellingen onder ling veel variatie kunnen bieden. Er werden aardige, markante décors vervaardigd om als achtergrond voor de beelden te dienen. Ook de muzika le illustratie kreeg een apart karak ter; de trekpiano en de saxophoon spelen er een hoofdrol in. Het reper toire zelf is uitsluitend Holkndsch. Veterman zelf heeft eenige nummers vervaardigd, maar ook de bekende litterator Luc Willink, de dichtef Ben van Eysselsteyn, Adolphe En- gers en anderen hebben bijdragen ge leverd en het „Nederlandsche Too neelgilde" hoopt van harte, dat de jongeren onder de dichters zich ge roepen zullen voelen, nieuw mate riaal voor het repertoire te scheppen. Veterman wil het Cabaret absoluut het karakter van een amusements instelling geven, maar daaraan even uitdrukkelijk literair cachet verbin den, want juist daardoor zal het de oplossing bieden in h^t vraagstuk van vóór- en na-seizoenartistiek en toch amusant tooneel. Een belangrijke kracht in het ge zelschap is natuurlijk Adolphe En- gers, de knappe tooneelkunstenaar, die in Duitschland vele jaren een ge vierd acteur was en in Berlijn tot een van de beste Cabaret-kunste naars gerekend werd. Adolphe En- gers heeft nauw met Veterman sa mengewerkt om wDe Tooverbal" te laten rollen. Hij zal optreden als con ferencier en men kan zeggen, dat hij daarin tot de allerbesten behoort. r Want de taak van conferencier is j lang niet gemakkelijk. Hij moet niet i alleen geestig kunnen causeeren, hy moet ook gevat zijn, hij moet ook de juiste aanleiding tot een nummer kunnen geven en bovendien markeert hij het Mil, waarop de voorstellingen staan. lsVen conferencier droog, dan zal hij ook het publiek niet in de juiste stemming brengen voor het komende nummer. Is hij daartegen garstig en beschaafd, aan zal hjj reeds voor de helft stemming hebben gemaakt. Engers heeft meermalen getoond de gave van confefencier voor honderd procent te bezitten en inderdaad is dit voor „De Tooverbal" een zeer belangrijk feit. Aan het troepje zelf zijn voorts een aantal jonge kunstenaars ver bonden. Thans komt de tijd voor occuleeren. Bij den liefhebber van tuinieren is wel geen veredelingswijze zoó in trek als juist het occuleeren. Als dit eeni- germate dragelijk gebeurt wil het gewoonlijk wel lukken en op zeli'ver- edelde rozen is men met recht zeer trotsch. Maar in het tuiniers vak is niets zóó eenvoudig of er kunnen toch nog wel fouten gemaakt wor den. In dit geval gebeurt dit makke lijk bij het uitzoeken vap het hout, dat we ter veredeling gebruiken. Alleen krachtige, volgroeide oogen kunnen hier dienen. Men doet het beste ze te nemen van een t%k, die niet zwaarder, maar ietwat dunner is als de wildeling. Het bruikbaarfet zijn de oogen, die ongeveer in het midden van den tak staan. Hoe dich ter bij den top hoe zwakkeer ontwik keld ze zjjn. Om te beginnen verwijderen „we van den tak, waarvan we de knoppen ter veredeling gaan gebruiken de bla deren zóó, dat van de bladsteel steeds één centimeter staan blijft. Dan ver wijdert men met èen scherp mes de doorneq en van de bladstelen de ver breeding aan den voet, zoodat alleen dé middennerf staan blijft. Dit laat ste is noodzakelijk omdat die bij- blaadjes vaak zoö breed zjjn, dat ze het inschuiven van het oog onmoge lijk maken. Ook verdampen ze teveel vocht, zoodat de oogen zouden kun nen uitdrogen. Bij het snjjden der oogen neemt men de tak zóó in de hand, dat de oogen naar beneden gericht zijn. Bo ven het oog snijdt men met een scherp mes het oog los van het hout en trekt het daarna zóó af, dat er qen reep groene bast aan vast blijft zit ten. Hierdoor wordt het oog uit het hout getrokken. Evenals de tak waarvan we de oogen gebruiken, moet ook de wilde ling, die geocculeerd wordt volop in het sap staan. Bij droog weer moet men hem voor en na de oculatie voch tig houden. Om het oog op hem te enten geeft men in de bast twee Rie den met een scherp mes, in den vorm van een hoofdletter T, waardoor de schil tot op het hout doorgesneden wordt. Dan maakt men met de mes punt de schil in de snede los van het hout en buigt ze iets terug zoodat men het oog er tusschen in kan schuiven, terwijl men het bij het eindje bladsteel valtWmdt. De beide omgebogen schilpunljes léggen we nu om het schillije, zóó, dat ze het vasthouden maar toch het oog vrij laten. GCST-INDIë. Salarissen in de suiker. Verlaging bij de Factorij van 10 proc. Met ingang van 1 September zullen de salarissen van de nog actief dienende sui ker-geëmployeerden by de Factorij mer 10% worden verlaagd, lezen wy in hei „Soer. Hbl." Hierbij dient uitdrukkelijk te worden vermeld, dat deze maatregel in geen enkel opzicht een uitvloeisel is van het besluit van den J. S. W. B. het salarisschema per 1 Augustus a.s. te verlagen. In den loop van de crisisjaren n.l. heeft de J.S.W.B. tweemaal een salariskorting van 10% ge decreteerd. De eerste korting werd op alle salarissen in de suiker toegepast, naar aan leiding van dit besluit, doch by de tweede korting van 10%, stonden de concerns vry, deze al of niet door te voeren. Verscheidene concerns legden toèh ook de tweede 10% op; de Factory heeft dat toen evenwel niet gedaan, doch gaat er nu, gezien de bly- vende ongunstige situatie van de suiker industrie, per 1 September a.s. toe over. De geëmployeerden op non-actief, die een salaris genieten van 50% van hun acti viteitssalaris en dat dus 45% van het nomi- natieve salaris bedraagt, worden niet ver der gekort. SFÜKT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL. De competitie begint 16 September. De „SporiKroniek" geelt het volgende programma voor de aid. I en II: Aideeling I. 16 September: H.F.C.—Feyenoord; D.H. C.R.CJi.; Ajax—Xerxes; Overmaas— V.S.V. Lij September; FeyenoordV.U.C; A.D, O.—R.C.H.; H.F.C.—Xerxes; D.H.C.—V.S. y.; Ajax—Overmaas. I October: R.C.H.—Feyenoord; Xerxes A.D.O.; V.S.V.H.F.C.; Overmaas—D. H.C.; V.U.C.—Ajax. f 14 OQtbber: R.C.H.-fV.U.C.; Feyenoord —Xerxes; A.D.O.—V.S.V.H..FC.—Over maas; D.H.G.—Ajax. 21 October: Xerxeè—R.C.H.V.S.V.— Feyenoord; Overmaas—A.D.O.; Ajax—H. F.C.; V.U.C.—D.H.C. Afdeeling II 16 September: Stormvogels—H.D.V.S.; D.F.C.—Z.F.C.; Sparta—D.W.S.; H.B.S.— Excelsior; K.F.C.—Haarlem. 23 September: Z.F.C.—Stormvogels; D. W.S.—D.F.C.; Excelsior—Sparta; H.D.VB. K.F.C. M September: Z.F.C.—HD.V.S.Storm vogels— D.W.S.D.F.G.—Excelsior; Sparta —Haarlem; H..BS.K.F.C. 7 October: D.W.S.—Z.F.C.Excelsior- Storm vogels; HaarlemD.F.C.; K.F.C. Sparta; H.D.V.S.—H.B.S. 14 October: D.W.S.—H.D.V.S.; Z.F.C.— Stormvogels—Haarlem; D.F.C. G.; Sparta—H.B.S. 21 October: Excelsior—D.W.S.Haarlem Z.F.C.; K.F.C.—Stormvogels; H.B.S.— D.F-.C.H.D.V.S.—Sparta. Scheidsrechterselftal. Een elftal van scheidsrechters van den Goudschen Voetbalbond speelt a.s. Zon dagavond 6 uur op het O.N.A.-terrein tegen de Haagsche scheidsrechters. Het G V .Bscheidsrechterselftal ls als volgt samengesteld: De Riet; Vlot, Neuman, Van Schalk, Kapteijn, Van Gemerden, Vonk, Noorlander, Lankhorst, Valk, Hor- Juniorentournooi te Bodegraven. Tot de 25 deelnemende ploegen aan het op 25 en 26 dezer door de voetbalvereeni- ging Bodegraven georganiseerd junioren-- tournooi behooren vijf Gouda- en twee O.N.A.-elftallen Zij hebben voor de eer ste ronde als volgt geloot: Afdeeling A: Neptunus—Gouda, Bode graven—O.N.A. Afdeeling B: Gouda a—Moordrecht; Elinckwijk—Gouda b; O.N.A.Alphia. Afdeeling C: O.N.A.Gouda c; Gouda d—Bodegraven. ATHLETIEK. De Singelloop. Voor de op Zaterdafe 25 Augustus a.s. te houden slngelloopTestafette hebben twaalf ploegen ingesclweven, n.l. Vlres et Celerltas 1, 2, 3 en 4; schiller 1 ,2 en 3; Olympia, Hou-Vast, Velocitas, Alphia en Bosk. Boys. De macht der gewoonte. - Een rjjk geworden poelier maakt een schilderij en-galerjj.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 2