"kt-, Qo*vuh elf* Finland het lievelingskind van Washington. De IJzertoren te Diksmuide. HQNIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor l©cL ZELf NIET NEER IN BESLAG GENOMEN DE WA5CNTUD 15 NU VRU GEKOMEN Avontuur. m«.«« de "T*:d,e "f,"1* Rijsttafelen bij den Sultan van Deli. MEER STILTE JA ZEKER.... U OOK! 55555 Het oordeel van den krantenkoning: Hearst. Dte loopun gewoon maar ovar *n rlfwag ronder uil «a kijken I Manschan rifn natuurlijk gaan ganzen, maar toch lijkt hel er soms wal opl - nieuwe beroepjes ontstaan, die voor onge schoolde krachten een beetje verlichting geven. Niettegenstaande het vraagstuk van de werkloosheid steeds nijpender wordt, vindt men geen anderen uitweg dan dien van di recte finaneieele ondersteuning, waarvan de kwade gevolgen zich steeds meer doen ge voelen. Hoewel men zeker weet, dat geen verbetering is te wachten, blyft men op dien weg voortgaan. Slechts zelden bespeurt men van de zijde der werkloozen eenige poging om iets te ondernemen. Het ontvangen van steungeld willen zij. niet in gevaar brengen door ar beid te aanvaarden. Het zijn dan ook de genen ,die geen steun krijgen die veel meer er op uitgaan om iets te vinden. Ontzaggelijk is het aantal straatventers en straatzangers toegenomen. Tot schrik der huismoeders en diensftielsjes die ette lijke malen voor niets naar de voordeur worden geroepen. Zoo is het gansche bedrijfsleven naar alle kanten misvormd en het zal lang duren eet het ooit weer in normal banen is gebracht. Het ergste is dat niemand ook maar in één richting verbetering ziet of weet hoe het mogelijk zou zijn weer in het rechte spoor te komen. Het leelfjke is dat geschoolde krachten terecht komen in baantjes die eigenlijk door ongeschoolde kunnen wor den vervuld, zoodat het voor deze laatsten steeds moeilijker wordt om een plaatsje te vinden. Voor de studeerende jongelui wordt het ook steeds slechter. We hooren verluiden, dat rich in de eerste helft van dit jaar niet minder dan 12 doktoren en 5 tandartsen zich in den Haag hebben gevestigd, niet tegenstaande voor deze personen ook al het vet van den ketel is. We hebben hier haast geen straat meer of er woont wel een dok ter of een tandarts in. Met de meesters in de rechten is het misschien nog slimmer ge steld, want die vinden nog allerlei baantjes buiten hun eigen beroep. Daarvan zouden de malste staaltjes meegedeeld kunnen wor den. We willen er één noemen: een meester in de rechten bezoekt onder aen aangeno men naam voor een bekende firma allerlei menschen om opdrachten te krijgen voor het opnieuw overtrekken van stoelen. Het geval is heusch waar, niet naam en toenaam meegedeeld. Dit alles wordt een onmogelijke situatie,4 want ze wordt natuurlijk steeds erger. Jon gelui weten ook niet wat ze zullen worden omdat alles even „verstopt" is. Er zyn er al weer eenige bij ons geweest die hun hoop op de journalistiek hadden gevestigd, omdat daarvoor althans geen verdere studie noodig scheen. Het aantal functies waarbij dit het geval is, is gering en het wordt steeds kleiner, maar juist daardoor komen er hoe langer hoe meer wèl bestudeerde krachten op af. Er is een te-veel overal en het zelfde pro ces van de winkels speelt zich elders af, al ziet men het dan niet zoo duidelijk als bij de winkels, die men ten slotte gemakkelijk tellen kan. Wat men van de algemeene ver wording niet ziet, is misschien- nog erger dan wat aan den dag komt en voor ieder een te constateeren is. Eensdeels is dit jam mer, want het geeft geen juist beeld van den toestand. En als dat wel gekregen werd zou men misschien eerder er toe temmen om ieder voor zich meer te zoeken haar den uitweg, die nu niemand weet. HAGENAAR. j (door een bijzonderen medewerker). I William Kanuolpli utsarat, ue Ainen- Kuan&ciie KiunieiiKoning, uezoeki met t-enige ïummeieoen op net oogenbiiK j riuropa en kou uutuois natuurlijk de be- i KoornjKe i!agunensiaaJ ae parei van de AcuiuueiCüe z-ee, mei orersiaan. j iMiii Kranteninagnaat met verlof be- I geen noentaps m convict te blijven met J ue menigte, een enigDiaosctinjver met veiioi aan net werken niet laten; zoo tronen wu eikaar op ae Lido, het acne- vemngen van Venetie, uit welke ontmoe ting ae volgende briei is geboren. Deze Amerikaan met zyn mnlioenen lezers, overal in de wereld verspreid, ge- loolt niet, dat er nog weer eens oorlog in europa zaï komen, ornaat een volgende I üuropeescne ooriog van net oude, ver- nioeiue werelddeel niets zou overlaten 1 uan een rookende ruïne. ïviaar daarmede zijn onderlinge ge- senmen natuurlijk nog met opgelost, 1 erkent deze couranten-magnaat, wu, dat is zoo erg met, want volksstemmingen zyn het i^ngewezen middel de oplossing I oaarvoor te orengen! Er is nog een andere hinderpaal om 1 ooriog te kunnen voeren: gebrek aan geld! Want ae ooriog verslindt geld In 1 ontzagiyke Hoeveelheden, zonder er eenig 1 tastbaar product voor in de plaats te geven dan naat, nijd, onderling wantrou- wen en soortgelijke onwelkome geschen- ken van ontwrichte volkeren. En er is i geen enkel Europeesch land, dat genoeg I geld bezit zich een oorlog te kunnen ver- J oorloven. Zelis een land met een enorme goudvoorraad zooals Frankrijk, ol een ander rijk Europeesch land, gelyk Enge land, kan er niet aan denken zich in de ellende van een modernen oorlog te stor ten. Bij gebrek aan geld zou men nog kunnen denken aan een oorlog „op cre- diet", maar er is geen land ter wereld, dat een nieuwen Europeeschen oorlog zou willen financieren. Zeker niet de Ver- eenigde Staten van Amerika, die nog honderdtallen millioenen dollars uit de pier 19141918 van Europa te vorderen hebben doch geen kans zien die schulden van de Europeesche schuldenaars binnen te krijgen. Tegenover Amerika is geheel Europa als schuldenaar volkomen in ge breke gebleven, met uitzondering dan van éen land Finland dat trouw ieder jaar zijn schuld voor de volle 100 aanzuivert, waardoor Finland dan ook het lievelingskind van Washington is ge worden! „Geld leenen aan Europa?" Amerika heelt er meer dan genoeg droeve erva ringen mee opgedaan. Dat de Europee sche landen onderling bij elkaar blijven leenen, is hun zaak, maar geen mensch ter wereld kan zich voorstellen hoe ooit die ohderlinge leeningen van het groepje Europeesche wanbetalers zullen worden afgelost. Binnenlandsche leeningen bij eigen volk te sluiten, zal ook niet meer geluk ken. Want Hearst heeft op zijn rondreis door Europa wel zooveel bemerkt, dat de volken eigen regeeringen niet meer ver trouwen, omdat al die opeenvolgende re geeringen niets anders nebben gedaan dan hun eigen volken te bedriegen door middel van Inflatie, of op welke andere wijze ook! Gebrek aan geld eenerzljds, de onver mijdelijk komende ïuïne van Europa an derzijds, zullen een Europeesche ooriog ln de toekomst onmogelijk maken. De vernieling aan menschenlevens en goe deren zal zóó, algemeen en zoo grondig geschieden, dat er een ontvolking van Europa uit zou voortvloeien. Daarmede zou dit oude werelddeel vrijwel teniet gaan als een factor van belang in de hedendaagsche beschaving, die alleen nog toevlucht zou vinden ln Amerika en Azië. Maar komt die volgende oorlog on danks alles toch, dan zal de opstand der lamgeslagen volken algemeen zijn. Com munisme zal niet zegevieren, omdat com munisme (en al de uitwassen daarvan) il zal gelijken bij de bel, die aan over Europa zal losbarsten. De tegen woordige regeerende en leidende klassen der menschheid zullen in Europa met eén streek worden weggevaagd. Volledige en algemeene armoede zal overal in Europa gaan heerschen. Het gepeupel zal baas zijn. En hoe! Wat de Fransche re volutie vóór 150 jaar en het Russische bolsjewisme vóór 17 jaar hebben te zien gegeven, zal een peulenschllletje zijn bij wat er dan zal gebeuren. Wat Europa na dat alles zal resten is: vernietiging en anarchie! Wie ooreri heelt om te hooren, hij hoo- le; wie oogen heelt om te zien, hij zie. Geen regeering in Europa is zóó kortzich tig, ol zoó dooi, die onontkoombare toe komst niet te beseffen. Daarom zal er geen oorlog meer ln Europa losbarsten. En de onmiskenbare onrechtvaardigheden, die kleven aan het Verdrag van Versailles, zuilen verdwij nen, omdat men daartoe door vreedzame onderhandelingen zal weten te geraken. Alle finaneieele onrechtvaardigheden van Versailles zyn reeds vrijwel uit den weg geruimd, het werk van Georges Clemen- ceau ligt in puin en Wilson's zwakheid is reeds lang gewroken. Zoo zullen ook de territoriale onrechtvaardigheden langza merhand worden uitgewlscht ol er nooit een Clemenceau, Wilson en Lloyd George in de spiegelzaal te Versailles aan één taiei hebben gezeten, met slechts één ge meenschappelijke gedachte: Duitschland als zondebod de woestijn in te sturen, be laden met de schulden, niet van Israël, maar van de geheele overige wereld! Frankrijk en Engeland kunnen door een oorlog er alleen slechter op worden, omdat Frankrijk en Engeland het meest te verliezen hebben en nooit iets kunnen winnen. Italië is onder Mussolini reus achtig vooruit gegaan. Waarom dat alles in de waagschaal te stellen? Daarom valt er aan een toekomstige Europeesche oorlog niet te denken, doch zal vrede de eenige mogelijkheid zijn! Op het balcon van het E»elsior Pa lace aan de Venetiaansche Lido stap pend, wees Hearst met één breed gebaar op de weelderige omgeving vóói' ons: „Zoudt u daarvan een woestenij willen maken? En toch zou dat het onvermij delijke resultaat van een modernen Euro peeschen oorlog zijn!" WijDarpiiaV &OUDA RARniMCPIEri BIJCUTEPIËfi een hei Herinnering aan het tragisch lijden in de IJzervlakte tijdens den Wereldoorlog. Het symbool voor Recht voor Vlaanderen en Internationale Broederschap. Statig en fier rijst in Vlaanderen aan den oever van den kabbelenden, glanzenden IJzer, te Diksmuide de 50 Meter hooge „Toren van Heldenhulde" omhoog, als een onvergetelijke herinnering aan het tragisch lijden van duizenden soldaten van allerlei nationaliteit in de stille IJzervlakte, als een aanklacht tegen de beschaafde menschheid die zooveel jonge levens elkander deed ver moorden en als een symbool voor recht door het Vlaamsche Volk, geknecht door het Bel gische regime en tevens als uiting van in ternationale verbroedering. Elk jaar komen daar de eerste Zondag na „half Oogst" duizenden menschen teza men. Heel Vlaanderen beleeft deze dag, het zij door persoonlijke aanwezigheid dan wel in gedachten, om te gedenken de vele jonge menschen die daar sneuvelden, en te ver nieuwen den eed van trouw aan Vlaande ren en de belofte tot Vrede en Broeder schap. Zoo gingen ook dit jaar op Zondag Augustus meer dan honderdduizend men schen, uit alle deelen vap de wereld ter bedevaart naar de toren van den IJzer, die met zyn kruisvormigen kop, waarin de let ters „A.V.V.V.V.K." (Alles, voor Vlaan deren Vlaanderen voor Kristus), de stille wijde IJzervlakte beheerscht. Dit internationale monument staat nog niet zoo heel lang te Diksmuide. Aan het ontstaan van dezen toren ligt een historie ten grondslag die maar al te weinig bekend is. En toch geldt het hier een monument van internationale beteekenis. Niet alleen is het een burcht van Vlaamsche Vrijheids drang, maar bovenal een hoeksteen van in ternationale verzoening. Het heeft zijn ontstaan te danken aan de vreeselijke jaren 1914-1918, toen de Vlaam sche jongens streden voor België tot dat Vlaamsche frontsoldaten in 1917 op een puinblok van de kerk te Merkem met roode letters schreven „Hier ons bloed! Wanneer ons Recht?" Deze kreet was het signaal van Vlaamsche bewustwording, spoedig werd door de Belgische legerleiding elke uiting van ontwakend Vlaamsch gevoel onder drukt. Tal van Vlaamsche frontsoldaten, waaronder vele intellectueelen, werden ver bannen naar Arne, Fregnes, Auvours, €é- zembre en andere plaatsen, doch mèt deze onderdrukking groeide by de Vlamingen het verzet. „Hier ons bloed! Wanneer ons Recht?" was een kreet die weldra door alle Vlamin gen werd overgenomen. Op de graven van gevallen Vlamingen richte men zerkjes qp naar Iersch model, ontworpen door den Vlaamscnen beeldhou wer Joe English, een zoon van een Ierschen vader en een Vlaamsche moeder. English woonde tot voor den oorlog te Brugge. In den kop der zerkjes werden in kruis vorm de letters „A.V.V.—V.V.K." aange bracht en den z.g.n. „Vliegenden Blauw voet", zinnebeeld van den Vlaamschen strijd. In den nacht van 9 op 10 Februari 1918 werden door onbekend gebleken personen op het kerkhof te Oeren deyletters van 36 zerkjes met cement dichtgemaakt. In 1925, dus slechts 9 jaar geleden, wer den te Adinkerke en West-V leteren meer dan 500 van deze zerkjes verbrijzeld en ge bruikt om de Maeadamweg te Adinkerke mee aan te leggen! Reeds sinds het einde van den wereldoorlog kwam men elk jaar byeen om de gevallen dooden te herdenken. De grafschennis van 1925 deed een inmid dels gesticht comité onder voorzitterschap van den bekenden Vlaamscher dichter, priester Cyriel Verschaeve, besluiten tot op richting van een groot en grootsch gedenk- teeken aan den IJzer en op 22 Aug. 1926 werd de eerste paal door moeders, vrouwen en kinderen van gesneuvelden, ingeheid. Op 7 Juli 1928 werd door priester Verschaeve de eerste steen gelegd en op 12 October 1929 metselde mevrouw prof. dr. Duels de laatste steen in. Het ontwerp van dit schoone bouwwerk is van de gebroeders Van Averbeke en uit gevoerd door de gebroeders De'Tandt. Aan, den voet van den toren staan in de vier zijden, gekeerd naar de vier wind streken, de woorden „Nooit Meer Oorlog" in vier talen. Op de hoeken prijken de 9 Meter hooge beeldhouwwerken van den kunstenaar Ka- rel Aubroeck, voorstellende Renaat de Rud der, Joe English, de gebroeders van Raem- donck en Lode de Boninghe en Frans van der Linden. De eerste drie werken werden onthuld resp. in 1931, 1932 en 1933, telkens tijdens den Ijzerbedevaart, het laatste is Zondag 18 Aug. j.l. onthuld. Uit a^e deelen van de wereld waren vertegenwoordigers gekomen, die kransen hechtten aan dit mo nument, ten teeken van internationale ver zoening en internationale broederschap. Wu zagen onder de talryke bloemstukken kran sen ^uit Engeiand, Duitschland, Frankrijk Oostenrijk, zelfs Amerika en andere lan den. Binnen, in den voet van den toren, vindt men het groote mausoleum, waarin een 200 geredde grafzerken zyn ondergebracht. De meesten zyn min of meer zwaar gehavend door de beide vernielingen. Daarin zyn ook ondergebracht de lyfcen van de zes beken de, hierboven genoemde, gesneuvelden, van wie buiten de beeldhouwwerken zyn aange bracht. Door de ouders dezer gevallenen waren groote kransen op de zerken neerge legd. Voorts is in dit mausoleum onderge bracht het puinblok waarop de woorden: „Hier ons bloed! Wanneer ons recht?" Twee en zestig smalle vensters werpen een eigenaardig licht op de zerkjes in deze gewijde ruimte. Onder den kruiskop van den toren, hangt in de klokkenkamer „Nele", die elk jaar voor den aanvang der plechtigheden tijdens de bedevaart, haar lieflijke tonen over de IJzervlakte doet galmen. Rustig klinkt haar geluid over het vredige Vlaanderland en over den kronkelenden IJzer, die de heele tragedie van 1914'18 aan zyn oevers heeft beleefd. „Nele" luidt plechtstatig met haar me talen stem als de herinnering aan het droe ve verleden en een roef) om eerlijke, zuivere gewetens en als een vertegenwoordigende kreet aller volken: „Nooit meer oorlog!" En zoo is het machtige monument pan den IJzer als een wekkenden wijzer Voor de menschheid, voor het heden en voor de toe komst, naar den weg tot waarachtige vrede, recht en internationale broederschap. C. H. FILMNIEUWS. „Bleeke Bet" als film. Vertooning voor de pers. Voor eenige persvertegenwoordigers en genoodigden is gisWavond het thans ge heel voor openbare tertoonmg gereed zyn- de nieuwste produ« der Nederlandsche amusements-geiuidsfilm-industrie, „bleeke Btt'vertoond. De nadruk, die men er steeds op legt, dat dit, evenals „De Jantjes", een product der „amusements-geluidsfilm-industrie" is, wyst erop, dat men verlangt, dat men deze „amusements"-film, een specialen maat staf zal aanleggen. Inderdaad bevindt de Nederlandsche filmindustrie, voor zoover zy zich op het vervaardigen van speel films toelegt, zich nog pas in een begin stadium en mag derhalve aanspraak ma ken op een welwillende beoordeeling. Uit een oogpunt van zuivere filmkunst mag men deze films niet bekijken, en als speel films mag men ze niet vergelijken met de producten van de over jaren-lange erva ring en de uitgebreidste technische hulp middelen beschikkende buitenla-ndsche in dustrie. „De Jantjes" hebben het commercieel bo ven verwachting gedaan en het wekt der halve geen verbazing dat de heer Benno het nogmaals waagt met een soortgelijk product, een i-n de Jordaan spelende ge schiedenis, die indertijd als tooneelstuk door FLORENCE EEKHOUT. Wie de oiide Marie zag zitten in haar fleurig tuintje, genietend van 'het zomerzonnetje, of by haar snor rend kacheltje, behaaglijk beschut tegen winternarigheden, in beide ge vallen in het gezelschap van een hond je, dat nooit kans had op een ten- toonstellingsprys, doch dat er niet minder trouw en bijdehand om was en van een statige poes, zou nooit op de gedachte zijn gekomen, dat er een drang naar avonturen in haar verbor gen waS. Het zat zoo diep verborgen Van heel klein kind af aan had ze gehunkerd naar avonturen, ^ar emo- ties ,naar gevaren desnoo(]^H)fefeit leven had anders gewildEmÉH| nig avontuur te beleven in het pwm- cie-nest waar ze opgroeide. IJe kin derfantasie moest alles vergoeden, wat niet werkelijk gebeurde en zoo ^peelde Marietje wekenlang dat ze hoofd van een bandietenbende was, of wel een gevangen prinses, of een aanstaande groote tooneelspeelster. Zoo groeide ze op en ontwaakte op een dag uit die droomertfen als de verloofde van een braven schoolmees ter. Dat belette haar niet, verder te droomen van een dag, waarop zy en haar man zouden weggaan uit dit leventje en geweldige dingen meema ken. Gelukkig vertelde zy hem nooit in welke gedaante ze zich Hem en zich zelf soms voorstelde! Dan weer als gentelman-dief ey medeplichtige, dan weer als ontdekkingsreizigers tus- schen menseheneters, of wel als plot seling schatrijk geworden society- menschen! Doch er kwamen kinderen en later kon ze stil glimlachen, als die bedelden om avontuurlijke verhalen. Zooals moeder, kon niemand vertel len! Nu waren de kinderen getrouwd^ haar man rustte sinds lang op het kerkhof en zy bracht haar levens avond door met poes en hond en goe de vrienden, ze speelde domino of las haar boeken en kranten, ze bracht bezoeken in het dorp want ze woonde er even buiten of ontving bezoeken, ze ging eens uit logeeren en droomde niet meer van avonturen. Tot er een avond kwam... Ze had met groote belangstelling in de krant het relaas gelezen van de ontvluch ting eener jonge vrouw, die was ge arresteerd, beschuldigd van moord op haar man. Het scheen dat de man haar heel slecht had behandeld en baai een eerste-huwelijk mishandelde. Fn drift stak ze hem neer. Het kind werd door familie opgenomen, zijzelf ge arresteerd, docji ze slaagde erin Marie las het met stokkenden adem te ontvluchten en sinds dagen zocht mèn haar nu vergeefs. Wat een avontuur, zooiets! In ge dachten zag de oude vrouw de vluch telinge, zich verbergend, plannen ma kend, opgejaagd... En toen ze haar radio-toestel aanzette^ werd het sig nalement rondgeroepen bij de politie berichten Slank, klein, blond, groote blauwe oogen, omstreeks vy'f-en-twin- tig jaar, gekleed in een bontmantel en donkere japon!... Och, de ziel, zuchtte de oude vrouw, natuurlijk... moord is heel erg... maar als hij haar kind mishandelde... Ze werd in haar overpeinzingen ge stoord, doordat de hond wild begon te blaffen. De oude vrouw was niet bang, doch ze luisterde toch wat onrustig. Ja, er was iemand in haar tuintje. Zoo laat bezoek? Ze aarzelde ging naar het venster. Ze woonde hier alleen, er kwam 's morgens een dienstbode enkele uren. Als het eens kwaad volk was?... Opeens hoorde ze iets, wat haar hart sneller deed kloppen, kreunen. De oude vrouw dacht niet meer aan gevaar, doch haastte zich naar buiten en de hond leidde haar dadelijk naar de struiken waarin iemand lag, blijk baar half bewusteloos. Wat is er, wat scheeljt er aan, meisje? vroeg de oude vrouw, want ze zag dat het een vrouw was, die daar lag. O, ik... ik maakte een wandel tocht... en heb mijn voet verstuikt... en wou aanbellen oA te vragen of ik even rusten mag..., kwam het kla gend uit de struiken. Probeer maar binnen te komen,' steun op my. Met groote inspanning bracht de oude vrouw de onverwachte gast naar binnen, liet haar in een gemak- kelyken stoel plaats nemen en ging bedrijvig in de weer om wat koffie te zetten. Doch toen ze binnenkwam met de koffie, liet ze die bijna vallen. Voor het eerst zag ze de g&st in het volle licht, een tengere, kleine blonde vrouw. Haar bontmantel vuil en ver regend, hing open en liet een donkere japon zien. Uit een vertwijfeld, wit gezichtje keken groote blauwe oogen, die alles wat er moederlijk was in de oude vrouw, opwekten. Toen ze wat gedronken en gegeten had, haalde de oude vrouw verband middelen en keek de voet na. Ze had zooveel gekwetste voeten en andere kwetsuren in haar leven behandeld! Het was niets bijzonders, alleen zou de andere zeker eenige dagen niet kunnen loopen. .regular met populaire en beken- t „nes' uan hun succea hebben geholpen. „nat he geschiedenis wel eens hor- Sen stootenu e„ ook de montage had "X kunnen .gn, doch Uit au., tenslotte »ers die gebracht moeten worden aan de verschillende, songs, die het publiek nu eenmaal „teJ voeten uit" wil hooren De tig*ï& zy» geteekend naar de iradi- boneele voorstelling die men zich gaarne de Jordanefs maakt, die weliswaar met meer geheel met de werkelijkheid kiopt doch niettemin zelfs door vele met I jordaan bekend zynde Amsterdammers, wordt geslikt. We kunnen met alle mede- siMslehden noemen, doch willen een uitzon dering rpaken voor degenen, die door hun ei ue film dragen, n.i. Silvain Poons, als Goocheme Sally", het gevoelig-vermake- luke ijsmannetje, wiens Felix Brassart- imitatie als zangkoordirigent vermoedelijk i hoofdzaak op rekening van het scena rio komt, Aaf bouber a|s Bleeke Bet, Johan UlsenBohn als haar man en vooral Fientje de la Mar die in sommige fragmenten toont, dat zy behalve tragedienne, behalve cabaretière en chansonniere ook een groot filmactrice zou zyn wanneer zy de kans kreeg in een scenario, dat haar drama tische en filmische kwaliteiten waardig is. De overige twee hoofdrollen worden ver vuld door Jopie Koopman en de operette zanger Johan Heesters. De film. die in de ateliers van Cinetone is ópgenomen, is technisch, ook wat het geluid betreft, in orde, al is de geluids weergave in enkele fragmenten niet geheel vlekkeloos. Van buitengewone kwaliteit is echter het camerawerk van Henk Alsem, die van de r?eds veel gefotografeerde Am- sterdamsche Jordaangrachten een reeks prachtige opnamen heeft gemaakt onder een belichting en met een relief, die een geheel nieuwe visie op deze bekende stads gezichten geven. By het publiek/ zal /deze film het, met haar vroolijke en eriiptige, dwaze en sen- timenteele tooneeleni en met haar popu laire wysjes, evenals „De Jantjes" onge twijfeld doen. INGEZONDEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Avondschool voor Ambachtslieden. Gouda, September 1934. Geachte Redactie, Beleefd verzoeken wij U het volgende in Uw veelgelezen blad te willen opne men, waarvoor wij U bij voorbaat vrien delijk dankzeggen. Door middel van dit „ingezonden" wenschen wij de aandacht te vestigen op de advertentie in dit blad betreffende de Inschrijving van nieuwe leerlingen voor de Avondschool voor Ambachtslieden te dezer stede. Ouders, indien wij U een goeden raad mogen geven laat dan uw zoon, die daar voor in aanmerking koifnt wat betreft zijn leeftijd, zoo'n avondcursus volgen ook al is een bepaalde beroepskeuze nog niet gemaakt; immers komt die keuze toch pas in het tweede leerjaar tot haar recht; want U weet natuurlijk zeer wel dat lediggang nooit opvoedend kan wer ft U met het oog op de hui dige werkeloosheid „ach wat zal het ba ten", maar bedenkt dat door alle tijden heen de meest ontwikkelde vakman zich het langst heeft kunnen handhaven. Behalve dat op de school voor de ver schillende vakken het teekenen wordt onderwezen, wordt ook het voortgèzet lager onderwijs gegeven. Ouders, beseft uw plicht tegenover uw kind. U mijnheer de redacteur nogmaals vrien delijk dankend. Hoogachtend, De afd. Gouda van de Ned. Bond van Leeraren bij het N ij verheidsonderwijs. Een eerste tropische sensatie. ln de „Berliner Böraeu-Zeitung" beschrylt aldus lezen we in „Het Vaderland" mevr. Alexandra Schmidt haar indrukken van een di ner Dy den Sultan van Deli, wat voor al voor Nederlanders interessant is. „Op Sumatra aldus de schrijf ster is het gew(Ante, dat men een „singkeh" (d.i. een nleuweliTig) spoe dig na zijn aankomst uitnoodigt voor een „rijsttafel", het nationale gereent der Maleiers en Javanen. Wie een rysttafel niéb kan waardeeren is on mogelijk in dit land van eeuwige zon! In verband met dp goede relaties van mijn man met den Sultan van Deli, viel my het geluk ten deel, deze eer ste uitnoodiging van niemand minder dan van den Sultan zeil te mogen ontvangenJDat is een heele ^er. Want al kunnen de sultans in de Neder- landsch-lndische koloniën zich in rijkdom en praal niet met de Voor- Indische Maharadja's meten, het zyn toch nog altyd monarchen. Ik had een kleine hartklopping, toen onze auto wegreed. Ik was pas veertien dagen in het land en kende nog maar heel weinig Maleisch. De Sultan zelf spreekt helaas noch Hoj,- iandsch noch Engelsch of Duitsch. Kort voor één hield onze auto stil voor het hoofdportaal van het paleis van den Sultan. De zon gloeide op de witte gebouwen, uit de bloembakken steeg een bedwelmende geur. Twee* Maleische bedienden, sneeuwwit ge kleed, geleidden ons over het bordes naar de hai. Met een plechtige bui ging werden we hier door den cere moniemeester van den Sultan ont vangen. We gaven onze kaartjes af, schreven onzen naam in het bezoek- register, en mochten een nevenver- trek betreden. Hier werden we mer een handdruk begroet door den Sul tan en zijn beide oudste zoons. Nu had mijn man me vooral ingeprent, dat ik de'hand van een Sultan nooit mocht drukken of schudden, maar dat ik hoogstens voorzichtig met mijn vingers de 2ijne mocht aanraken. By het gesprek met den Syitan moest alles vertaald worden. Met den Kroonprins „Hoengkoe Besar Otto man" en den tweeden zoon „Toengkoe Amirloedin" vlotte het gesprek zeer goed, omdat beiden goed Hollandsch en Engelsch spraken en ook wat Duitsch. Nadat ook de andere gasten gearriveerd waren, ging men aan tafel, waarbij mevrouw Schmidt een plaats had rechts van den Sultan met aan haar andere zijde den kroonprins. De eetzaal was heerlijk koel. De tafel was r;jk gedekt met oud-Chineesch porcelein en overdadig versierd met lila en bruine orchideeanften\ De stoelen wareii wel eenigszins onge makkelijk, maar van mooi donker hout en prachtig gebeeldhouwd. Op fraaie schalen van gedreven zilver was het fruit uitgestald; goudgele •bananen, reusachtige sterkriekende ananas, grasgroene papyas (een soort meloen) en zacht gryze ramboetan, door hunstekels aan onze klapbes herinnerend, doch in vorm en smaak meer aan een pruimv „Plotseling", vertelt mevr. Schmidt dan verder, „gingen er geruischloos twee in den muur verborgen steuren open en een plechtige processie van wel twintig Maleische bedienden trad binnen, elk een anderen schotel tor send. Alle dienaren in een wit pak met hooggesloten jakje, met over den broek de traditioneels sarong, op het j hoofd de kunstig gedrapeerde tul- j band; als alle Maleische en^Javaan- sche bedienden, in huis barrevoets." „En nu begint, voor een nieuwe- t ling althans, de catastrofe. Eerst wordt, de warme, korrelige, heerlyk geurende ryst geserveerd. Ik leg, de vermaningen volgend, een berg daar van in het midden van het groote bord, dat voor my staatvan den vol- genden schotel neem ik een gekook- ten kippebout en begiet alles met een groene met roode vertoogen bezaaide kerrysaus, waarin de kok al die ge heimzinnige kruiden verwerkt heeft, die de ongewende Europeesche tong zoo'n brandende pyn kunnen doen. Iets terughoudender was ik al by den volgenden gang. Hier werden op een reusachtigen zilveren schotel in nap jes naast elkaar staand, de meest ver schillende groenten aangeboden, al les rykelyk met roode „thabeh" (Spaanfeche peper) bestrooid! Ik groepeer de groente netjes rondom myn rijstberg. Den volgenden "bediende zie ik nl met meer wantrouwen tegemoet. Hij serveert een volumineusen schotel met verschillende soorten visch. Daar het als onbeleefd geldt, een gei'echt voorbjj te laten gaan, neem ik dapper ietsrvan de beroemde gedroogde vjsch( waarvan Europea nen de lucht zoo slecht kunnen ver dragen. De volgende delicatessen zyn Chineesche eieren, die vóór 'het ge bruik een paar maahden in den grond moeten liggen. Nu volgen een paar onschuldiger schQtelssambal, ge brande curacausjes, witte en rose ouwels van vischmeel, kippen- en een den-filets, aan het spit gebraden, visch, met allerlei Chineesche kruiden gemarineerd, diverse appétit-hapjes van kippen- of varkensvleesch op een stokje gestoken, en teil slotte Ben- gaalsche Chutney, dat zyn vruchten, ingelegd in honing, palmsuiker en thebeh. Behalve de ryst en het ge- Dat hindert niet, ik heb een ka mer voor u, zei Marie. Ze hielp de gast er heen, doch toen de andefe al in bed leg, zat zy nog beneden, geslingerd tusschen angstige en verschrikte gevoelens, en een blyde opgewondenheid. Eindelek was het avontuur gekomen! Geen twyfel, dit was de moordenares! Vreeselijke ge- eimtetyk eens iets opWiTwends, eindelijk werd ze voor een avontuur geplaatst... Arm schepseltje, wat was ze ellen dig en bang! Ze vroeg wel driemaal of er niemand anders hier woonde, ze zei telkens dat ze verder moest en werd pas rustiger toen ze hoorde, dat de oude vrouw alleen was en toen deze beloofde, geen dokter te zullen laten komen. Toen de oude Marie naar bed ging, had ze een besluit genomen, ze zou de arme vrouw by zich verbergen, tot te verder kon vluchten. Het zou niet eenvoudig zyn, maar ze had alles pre cies overdachtZe zou zorgen, dat de werkster niets merkte, die kwam van zelf niet op de logeerkamer. Gewoon lijk was die kamer, als er niemand logeerde, afgesloten. Kwam er be zoek, dan moest de gast natuurlijk haar haar kamer, en ze mocht zich hiet vertoonen aan de vensters. De oude Marie was erg zenuwachtig en bedacht allerlei gevaren en mogelijk heden. Heel vroeg stond ze op en den heelen morgen verbaasde ze de werk ster, door steeds in haar nabijheid te blijven. Ze ademde verlicht, toen die tegen elf uur wegging om boodschappen te doen en bracht toen haastig h^ar gast het ontbijt. Wat zag ze er nog jong en lief uit, zoo in bed. De oude Marie werd aangedaan, als ze dat gezichtje zag. Je kon wel zien, dat ze verdriet had, de ziel, ze at maar moeizaam en verkropte haar tranen. Marie werkte daarna zoo snel mogelijk de werkster weg en was bly toen de invalide, door haar geholpen, naar beneden kon ko men. Wat een schat bent U! zei het vrouwtje, eu sloeg de oude gade, die zoo hulpvaardig en hartelijk om haar heen dribbelde. En voor een vreemde' U weet niets van me. Als U wist... Tut, tut, ik wil niets weten, zei de andere haastig. Vier dagen verliepen. De oude Ma rie zag met voldoening, dat 't vrouw tje rustiger werd, haar oogen stonden helderder, ook haar voet was vrijwel genezen. Den vijfden dag zei ze: Ik ga vandaag weg, lieve me vrouw. Ga je verder, kind? vroeg ze en bedacht, hoe ze haar wat geld kon aanbieden. Neen, ik ga terug, zei de jonge vrouw. IJ moet weten... ik ben .van mijn man weggeloopen. En dat is niet alles. Er is iets vreeselykers... Ik wilde met een ander wegloopen en had met hem in het dorp afge sproken, maar toen ik hem ontmoette en... fieen... toen wist ik opeens hoe veel ik van mijn man houd en dat het alles kinderachtig gedoe was... Ik liep weg... na een scène. Toen verstuikte ik mijn voet. Ik) heb "al deze dagen nagedacht. Ik ben trotsch en koppig en wou eerst niet terug,' maar nu heb ik besloten het toch te doen. Dat komt door U... als U me zat te vertellen van Uw gestor- Ven man en van Uw kinderen, dan voelde ik, hoe mooi dat was geweest een leven lang samen geleefd, alle moeilijkheden, alle zorgen, dat heel groot avontuur met denzelfden kame raad... Lieve mevrouw, kunt U nog wat van me houden, nu U dit van me weet? Ze begreep er niets van, toen de oude Marie begon te schateren. Maar toen ze alles gehoord had, lachte ook Zy van harte. Eenige dagen later kwam ze met haar man de oude vrouw bedanken en een mooi ge schenk brengen. kookte kippenvteesoh warden alle spij zen koud opgediend. Radeloos kyk ik naar het kleine luilekkerland voor me. En werp dan een angstigen blik naar myn buren. Doch men lacht me gemoedelijk toe en eindelijk grijp ik myn lepel, in de overtuiging dat ik myn lot toch niet kan ontloopen. Als tegemoetkoming aan de Euro peanen wordt bier geserveerd. En la chend en pratend worden de heerlijk heden geconsumeerd. Reeds na een paar minuten verneemt de angstig^ nieuweling, dat de Indische zeden per- mitteeren, zooveel als men wil op het bord te laten liggen. Dan constateer ik, dat het zeldzame gerecht toch eigenlijk zeer goed smaakt. De al te gekruide zaakjes rangeer ik op de kleine bordjes, die voor me staan en dan begin ik werkelijk te zwelgen. Zoo'n rysttafel duurt twee a vief uur. Het laatst wordt een driepai- menpudding opgediend, dat is een pudding van grove sago, in water zonder siflkey gekookt) doch met een saus met dikke bruine palmsuiker en ijskoude cocosmelk, een echt tropisch nagerecht, dat zeer goed smaakt. Na het eten wofdt whiskey en kof fie aangeboden en dan vertrekken we. Met dankbetuigingen en denzelfden slappen handdruk nemen wij afscheid van den Sultan en zyn vorstelijke fa milie. De ceremoniemeester doet ons uitgeleide en myn eerste tropische sensatie, een rysttafel. by den Sultan van Deli, is ten einde." MIJN IDEALE „KIST". Vliegtuigen met Dieselmotoren, waarborgen een verhoogde veiligheid. Meerdere indtoren verhoogen het gevaar, door L. BLERIOT. „Ik ben de eerste geweest, die een één dekker bouwde en daarmede durfde té vlie gen. Dat was in 1997. En tot nu toe heb ik een voorliefde voor ééndekkers behouden. Al wil ik natuurlyk wel erkennen, dat men b\j vliegtuigen voor oorlogsdoeleinden, evenals big vliegtuigen waarmede men van plan is vlieg-acrobatiek ten beste te geven, een tweedekker noodig heeft. Van de tegenwoordige rage voor meer- motorige vliegtuigen ben ik allerminst een voorstander. Want des te meer motoren n?en heeft, des te grooter is de kans een „panne" te krggen. Naar mgn meening is het nog steeds het verstandigst om vliegtuigen te hebben met één motor, die werkt, benevens één andere motor, die doorloopend in reser ve blg'ft en slechts gebruikt mag worden als de eerste motor op de een,of andere wijze weigert verder te draaien. Dat is en blijft mijn ideaal 1 Toen met mijn vliegtuig „Joseph ie Brix" tweemaal dver den Atlantischen Oceaan werd gevlogen, bezat dat toestel ook maar één motor. Ik heb er nooit spijt van gehad. En ik zou zeker weer een „kist" met één motor bouwen, als nog eens een Oceaan- vlucht zou worden ondernomen. De bestaande snelheidsrecords zullen na tuurlijk te eenigertijd weer worden verbe terd. Dat ligt nu eenmaal in den aard der dingen, waarbij men niet mag vergeten, dat de moderne techniek mogelijkheden biedt, die 25 of 30 jaar geleden volkomen onbekend waren. Ook ben ik van oordeel, dat in afzien- baren tijd het zeer gemakkelijk zal wezen op zéér groote hoogte te vliegen, niet om een hoogterecord te behalen, doch om door loopend op" die hoogte te big'ven vliegen. Beweegt men zich in een vliegtuig op een hoogte van tusschen 6000 en 7000 M,, dan kan het niet anders, of de gemiddelde snel heid, waarmede het vliegtuig zich voortbe weegt, stijgt met ongeveer 30 Immers, de weerstand is op een dergelijke hoogte lang zoo groot niet. Wat dit voor het internationale vlieg verkeer zou beteekenen? De mogelijkheid om in 14 uur van Parijs naar New-York te vliegen!'Misschien later in nog weer iets korteren tijd. - Wat de afstandsrecords aangaat, wil ik het volgende opmerken. Het vestigen van weer een langer afstandsrecord is afhanke lijk van het draagvermogen van het vlieg tuig en van de hoeveelheid brandstof, die het vliegtuig kan medenemen, zonder een gedwongen landing te moeten uitvoeren. Dat vermogen zal veel grooter worden, wanneer men een nieuw probleem zal heb ben opgelost: hoe kan men een vliegtuig op electrische kracht laten vliegen? Dat kan nog wel eenigen tgd een wenmsh van de wereld der uitvinders blijven, maar daarom zal de oplossing toch wel op het meest on verwachte oogenblik der menschheid in den schoot vallen. Zoolang die uitvinding nochtans niet is gedaan .verwacht ik in de nabije toekomst reeds zeer veel van het gebruik van zware olie- en Dieselmotoren, ook voor de vlieg tuigen. Reeds op die manier zullen de af standsrecords van tegenwoordig er aan moe ten gelooven en aanzienlijk worden verbe terd. Maar aan het gebruik van zware olie- en Dieselmotoren is voor het vliegwezen nog een ander groot voordeel verbonden: het vliegen zal veel veiliger wordenl Niet slechts gewone landvliegtuigen, ook ivaAvliegtuigen is korten tijd geleaen ^ón de Seine vertrokken en bevindt zich thans ergens in de Middeliandschfe Zee. Verder heb jk nog een vliegtuig gecon strueerd, dat tusschen de vleugels een soort scheepsromp^df&agt. Valt het toestel in het water, dan kan men die scheepsromp door gen paar eenvoudige handgrepen van het overige deel van het toestel scheiden, waardoor de redding der inzitteJidun vrijwel is verzekerd. Maar voor het maken van 'Oceaanvluch- ten. blijft bet eenige afdoende middel, ter beveiliging van bemanning en passagié/s an het 'toestel, slechts het aanleggen %h inrichten van geweldige groote drijvende eilanden, die- voqx .tusschenla^dingeii moe ten dienen." LUCHTVAART. Jean l'éraud vertelt van zijn recordvlucht. Een triomfantelijke ontvangst viel den jeugdigen piloot Jean Péraud, die onlangs een recordvlucht Parijs—Saigon volbracht, ten deel bg zijn aankomst op Le Bourget. Jean Péraud is sléchts drie-en-twintig jaar en reeds wordt zijn naam genoemd bg de beste piloten der wereld. Na de vele toe spraken, die hg had aan te hooren, was Péraud nog in de gelegenheid een en. ander van zijn reis te vertellen. „Ik verliet Frankrijk den 26sten Juli om via Rome Athene te bereiken. Bg 'het vlie gen over de Apengnen ontmoette ik buiten gewoon slecht weer. Ook, het traject naar Aleppo leverde vele moeilijkheden op. Het eigst werd het echter voor Djask toen ik gedurende vgf lange uren een zandstorm te doorstaan had. Maar ik vertrouwd© op mezelf en bovenal op mijn materiaal. Van Djask naar Rangoon ondervond *ik veel hinder van de moeson. Ik wist wel dat 't tgd er voor was, maar ik had juist thans mg-n poging ondernomen, daar de dagen langer waren. Van Bangkok naar Saigon leverde de wind ook veel moeilijkheden op." „Gaat U nog eens naar Saigon terug?" „Ongetwijfeld, Ik werd daar op zoo'n har telijke wjjze ontvangen, dat ik zeker nog eens terug wil." En met een vriendelijk glimlachje vroeg hij: „Komt U morgen ook nog naar Dugny? Daar zal men mij de militaire medaille verleenen." Reeds te Saigon werd Jean Péraud een buitenland- sche orde verleend. Over de onderscheidin gen, die hem ten deel vallen verheugen zich zeer zeker ook de bouwers van de machine. „Uw verdere plannen?" „Allereerst op Rouaan af om mijn verloofde,te begroeten en dan ga ik morgen naar mg* escadrille. Ja zekér morgen, want in mgn zak heb ik een papier, waarop die datum ;>taat inge vuld". Dit is een verlof van de autoriteiten voor sergeant Péraud „zich door de lucht naar Saigon te begeven". GEMENGDE berichten. Poiret i i een gevierd kunstenaar, Poiret, de wereldberoemde modekoning, de man die aan elegant Parijs, Londen, Weenen en Amerika de mode voorschreef Poiret, wiens creaties sensatie maakten,! Poiret de zoo gevierde mode-kunste naar ls thans een arme «Werklooze, die vandaag niet weet hoe hij morgen zal eten. De corr. van een der Hollandsche bla den kwam Poiret op zijn weg tegen, en hij was zoo verbaasd dat hij onwillekeu rig even voor hem stilstond. En Poiret, de aarzeling begrijpend, zei- de: Ja, ja, ik ben werkelijk Poiret... Maar „cher maitre" (want zoo wéid hij algemeen genoemd), wat is er ge beurd? Hoe komt u er zoo aan toe! Toen deed hij het verhaal, de lijdens geschiedenis van zooveel anderen, hoe ae crisis was gekomen, hoe de rijke klanteh één voor een wegbleven, hoe hij zijn. col lecties voor een prikje^ had moeten «op ruimen ten einde zoo lang mogelijk staande te blijven, hoe het laatste was verzonken ln dien put en hoe hij einde lijk het eens zoo beroemde huis Poiret, met zijn prachtige salons, waarin heel den dag de mannequins defileerden, had rftoeten liquideeren Toen heb ik'van alles geprobeerd... het laatst als filmfigurant... maar ook daar was geen werk mêfer... en nu... nu moet Ik drie maal per week naar het bu reau om daar mijn kaart te laten afstem pelen als wefklooze ten einde tien francs uit de werkloozenkas te kunnen Innen... Nu komt or ru«tl Nu zijn bodige geluidssignalen verboden K (f75.- boete I). 't Werd tijd ze V toeterden er maar op los I Wie 9

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4