"kt-, Qo*vuh elf*
Finland het lievelingskind van Washington.
De IJzertoren
te Diksmuide.
HQNIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor l©cL
ZELf NIET NEER IN BESLAG GENOMEN
DE WA5CNTUD 15 NU VRU GEKOMEN
Avontuur.
m«.«« de "T*:d,e "f,"1*
Rijsttafelen bij den Sultan
van Deli.
MEER STILTE
JA ZEKER.... U OOK!
55555
Het oordeel van den krantenkoning: Hearst.
Dte loopun gewoon maar ovar
*n rlfwag ronder uil «a kijken I
Manschan rifn natuurlijk gaan
ganzen, maar toch lijkt hel
er soms wal opl -
nieuwe beroepjes ontstaan, die voor onge
schoolde krachten een beetje verlichting
geven.
Niettegenstaande het vraagstuk van de
werkloosheid steeds nijpender wordt, vindt
men geen anderen uitweg dan dien van di
recte finaneieele ondersteuning, waarvan de
kwade gevolgen zich steeds meer doen ge
voelen. Hoewel men zeker weet, dat geen
verbetering is te wachten, blyft men op dien
weg voortgaan.
Slechts zelden bespeurt men van de zijde
der werkloozen eenige poging om iets te
ondernemen. Het ontvangen van steungeld
willen zij. niet in gevaar brengen door ar
beid te aanvaarden. Het zijn dan ook de
genen ,die geen steun krijgen die veel meer
er op uitgaan om iets te vinden.
Ontzaggelijk is het aantal straatventers
en straatzangers toegenomen. Tot schrik
der huismoeders en diensftielsjes die ette
lijke malen voor niets naar de voordeur
worden geroepen.
Zoo is het gansche bedrijfsleven naar alle
kanten misvormd en het zal lang duren eet
het ooit weer in normal banen is gebracht.
Het ergste is dat niemand ook maar in één
richting verbetering ziet of weet hoe het
mogelijk zou zijn weer in het rechte spoor
te komen. Het leelfjke is dat geschoolde
krachten terecht komen in baantjes die
eigenlijk door ongeschoolde kunnen wor
den vervuld, zoodat het voor deze laatsten
steeds moeilijker wordt om een plaatsje te
vinden.
Voor de studeerende jongelui wordt het
ook steeds slechter. We hooren verluiden,
dat rich in de eerste helft van dit jaar niet
minder dan 12 doktoren en 5 tandartsen
zich in den Haag hebben gevestigd, niet
tegenstaande voor deze personen ook al het
vet van den ketel is. We hebben hier haast
geen straat meer of er woont wel een dok
ter of een tandarts in. Met de meesters in
de rechten is het misschien nog slimmer ge
steld, want die vinden nog allerlei baantjes
buiten hun eigen beroep. Daarvan zouden
de malste staaltjes meegedeeld kunnen wor
den. We willen er één noemen: een meester
in de rechten bezoekt onder aen aangeno
men naam voor een bekende firma allerlei
menschen om opdrachten te krijgen voor
het opnieuw overtrekken van stoelen. Het
geval is heusch waar, niet naam en toenaam
meegedeeld.
Dit alles wordt een onmogelijke situatie,4
want ze wordt natuurlijk steeds erger. Jon
gelui weten ook niet wat ze zullen worden
omdat alles even „verstopt" is. Er zyn er
al weer eenige bij ons geweest die hun
hoop op de journalistiek hadden gevestigd,
omdat daarvoor althans geen verdere studie
noodig scheen. Het aantal functies waarbij
dit het geval is, is gering en het wordt
steeds kleiner, maar juist daardoor komen
er hoe langer hoe meer wèl bestudeerde
krachten op af.
Er is een te-veel overal en het zelfde pro
ces van de winkels speelt zich elders af, al
ziet men het dan niet zoo duidelijk als bij
de winkels, die men ten slotte gemakkelijk
tellen kan. Wat men van de algemeene ver
wording niet ziet, is misschien- nog erger
dan wat aan den dag komt en voor ieder
een te constateeren is. Eensdeels is dit jam
mer, want het geeft geen juist beeld van
den toestand. En als dat wel gekregen werd
zou men misschien eerder er toe temmen om
ieder voor zich meer te zoeken haar den
uitweg, die nu niemand weet. HAGENAAR.
j (door een bijzonderen medewerker).
I William Kanuolpli utsarat, ue Ainen-
Kuan&ciie KiunieiiKoning, uezoeki met
t-enige ïummeieoen op net oogenbiiK
j riuropa en kou uutuois natuurlijk de be-
i KoornjKe i!agunensiaaJ ae parei van de
AcuiuueiCüe z-ee, mei orersiaan.
j iMiii Kranteninagnaat met verlof be-
I geen noentaps m convict te blijven met
J ue menigte, een enigDiaosctinjver met
veiioi aan net werken niet laten; zoo
tronen wu eikaar op ae Lido, het acne-
vemngen van Venetie, uit welke ontmoe
ting ae volgende briei is geboren.
Deze Amerikaan met zyn mnlioenen
lezers, overal in de wereld verspreid, ge-
loolt niet, dat er nog weer eens oorlog in
europa zaï komen, ornaat een volgende
I üuropeescne ooriog van net oude, ver-
nioeiue werelddeel niets zou overlaten
1 uan een rookende ruïne.
ïviaar daarmede zijn onderlinge ge-
senmen natuurlijk nog met opgelost,
1 erkent deze couranten-magnaat, wu, dat
is zoo erg met, want volksstemmingen
zyn het i^ngewezen middel de oplossing
I oaarvoor te orengen!
Er is nog een andere hinderpaal om
1 ooriog te kunnen voeren: gebrek aan
geld! Want ae ooriog verslindt geld In
1 ontzagiyke Hoeveelheden, zonder er eenig
1 tastbaar product voor in de plaats te
geven dan naat, nijd, onderling wantrou-
wen en soortgelijke onwelkome geschen-
ken van ontwrichte volkeren. En er is
i geen enkel Europeesch land, dat genoeg
I geld bezit zich een oorlog te kunnen ver-
J oorloven. Zelis een land met een enorme
goudvoorraad zooals Frankrijk, ol een
ander rijk Europeesch land, gelyk Enge
land, kan er niet aan denken zich in de
ellende van een modernen oorlog te stor
ten. Bij gebrek aan geld zou men nog
kunnen denken aan een oorlog „op cre-
diet", maar er is geen land ter wereld,
dat een nieuwen Europeeschen oorlog
zou willen financieren. Zeker niet de Ver-
eenigde Staten van Amerika, die nog
honderdtallen millioenen dollars uit de
pier 19141918 van Europa te vorderen
hebben doch geen kans zien die schulden
van de Europeesche schuldenaars binnen
te krijgen. Tegenover Amerika is geheel
Europa als schuldenaar volkomen in ge
breke gebleven, met uitzondering dan
van éen land Finland dat trouw
ieder jaar zijn schuld voor de volle 100
aanzuivert, waardoor Finland dan ook
het lievelingskind van Washington is ge
worden!
„Geld leenen aan Europa?" Amerika
heelt er meer dan genoeg droeve erva
ringen mee opgedaan. Dat de Europee
sche landen onderling bij elkaar blijven
leenen, is hun zaak, maar geen mensch
ter wereld kan zich voorstellen hoe ooit
die ohderlinge leeningen van het groepje
Europeesche wanbetalers zullen worden
afgelost.
Binnenlandsche leeningen bij eigen
volk te sluiten, zal ook niet meer geluk
ken. Want Hearst heeft op zijn rondreis
door Europa wel zooveel bemerkt, dat de
volken eigen regeeringen niet meer ver
trouwen, omdat al die opeenvolgende re
geeringen niets anders nebben gedaan
dan hun eigen volken te bedriegen door
middel van Inflatie, of op welke andere
wijze ook!
Gebrek aan geld eenerzljds, de onver
mijdelijk komende ïuïne van Europa an
derzijds, zullen een Europeesche ooriog
ln de toekomst onmogelijk maken. De
vernieling aan menschenlevens en goe
deren zal zóó, algemeen en zoo grondig
geschieden, dat er een ontvolking van
Europa uit zou voortvloeien. Daarmede
zou dit oude werelddeel vrijwel teniet
gaan als een factor van belang in de
hedendaagsche beschaving, die alleen
nog toevlucht zou vinden ln Amerika en
Azië.
Maar komt die volgende oorlog on
danks alles toch, dan zal de opstand der
lamgeslagen volken algemeen zijn. Com
munisme zal niet zegevieren, omdat com
munisme (en al de uitwassen daarvan)
il zal gelijken bij de bel, die aan
over Europa zal losbarsten. De tegen
woordige regeerende en leidende klassen
der menschheid zullen in Europa met
eén streek worden weggevaagd. Volledige
en algemeene armoede zal overal in
Europa gaan heerschen. Het gepeupel zal
baas zijn. En hoe! Wat de Fransche re
volutie vóór 150 jaar en het Russische
bolsjewisme vóór 17 jaar hebben te zien
gegeven, zal een peulenschllletje zijn bij
wat er dan zal gebeuren. Wat Europa na
dat alles zal resten is: vernietiging en
anarchie!
Wie ooreri heelt om te hooren, hij hoo-
le; wie oogen heelt om te zien, hij zie.
Geen regeering in Europa is zóó kortzich
tig, ol zoó dooi, die onontkoombare toe
komst niet te beseffen.
Daarom zal er geen oorlog meer ln
Europa losbarsten. En de onmiskenbare
onrechtvaardigheden, die kleven aan het
Verdrag van Versailles, zuilen verdwij
nen, omdat men daartoe door vreedzame
onderhandelingen zal weten te geraken.
Alle finaneieele onrechtvaardigheden van
Versailles zyn reeds vrijwel uit den weg
geruimd, het werk van Georges Clemen-
ceau ligt in puin en Wilson's zwakheid is
reeds lang gewroken. Zoo zullen ook de
territoriale onrechtvaardigheden langza
merhand worden uitgewlscht ol er nooit
een Clemenceau, Wilson en Lloyd George
in de spiegelzaal te Versailles aan één
taiei hebben gezeten, met slechts één ge
meenschappelijke gedachte: Duitschland
als zondebod de woestijn in te sturen, be
laden met de schulden, niet van Israël,
maar van de geheele overige wereld!
Frankrijk en Engeland kunnen door
een oorlog er alleen slechter op worden,
omdat Frankrijk en Engeland het meest
te verliezen hebben en nooit iets kunnen
winnen. Italië is onder Mussolini reus
achtig vooruit gegaan. Waarom dat alles
in de waagschaal te stellen?
Daarom valt er aan een toekomstige
Europeesche oorlog niet te denken, doch
zal vrede de eenige mogelijkheid zijn!
Op het balcon van het E»elsior Pa
lace aan de Venetiaansche Lido stap
pend, wees Hearst met één breed gebaar
op de weelderige omgeving vóói' ons:
„Zoudt u daarvan een woestenij willen
maken? En toch zou dat het onvermij
delijke resultaat van een modernen Euro
peeschen oorlog zijn!"
WijDarpiiaV
&OUDA
RARniMCPIEri BIJCUTEPIËfi
een hei
Herinnering aan het tragisch lijden in de
IJzervlakte tijdens den Wereldoorlog.
Het symbool voor Recht voor Vlaanderen
en Internationale Broederschap.
Statig en fier rijst in Vlaanderen aan den
oever van den kabbelenden, glanzenden
IJzer, te Diksmuide de 50 Meter hooge
„Toren van Heldenhulde" omhoog, als een
onvergetelijke herinnering aan het tragisch
lijden van duizenden soldaten van allerlei
nationaliteit in de stille IJzervlakte, als een
aanklacht tegen de beschaafde menschheid
die zooveel jonge levens elkander deed ver
moorden en als een symbool voor recht door
het Vlaamsche Volk, geknecht door het Bel
gische regime en tevens als uiting van in
ternationale verbroedering.
Elk jaar komen daar de eerste Zondag
na „half Oogst" duizenden menschen teza
men. Heel Vlaanderen beleeft deze dag, het
zij door persoonlijke aanwezigheid dan wel
in gedachten, om te gedenken de vele jonge
menschen die daar sneuvelden, en te ver
nieuwen den eed van trouw aan Vlaande
ren en de belofte tot Vrede en Broeder
schap.
Zoo gingen ook dit jaar op Zondag
Augustus meer dan honderdduizend men
schen, uit alle deelen vap de wereld ter
bedevaart naar de toren van den IJzer, die
met zyn kruisvormigen kop, waarin de let
ters „A.V.V.V.V.K." (Alles, voor Vlaan
deren Vlaanderen voor Kristus), de stille
wijde IJzervlakte beheerscht.
Dit internationale monument staat nog
niet zoo heel lang te Diksmuide. Aan het
ontstaan van dezen toren ligt een historie
ten grondslag die maar al te weinig bekend
is. En toch geldt het hier een monument
van internationale beteekenis. Niet alleen
is het een burcht van Vlaamsche Vrijheids
drang, maar bovenal een hoeksteen van in
ternationale verzoening.
Het heeft zijn ontstaan te danken aan de
vreeselijke jaren 1914-1918, toen de Vlaam
sche jongens streden voor België tot dat
Vlaamsche frontsoldaten in 1917 op een
puinblok van de kerk te Merkem met roode
letters schreven „Hier ons bloed! Wanneer
ons Recht?" Deze kreet was het signaal van
Vlaamsche bewustwording, spoedig werd
door de Belgische legerleiding elke uiting
van ontwakend Vlaamsch gevoel onder
drukt. Tal van Vlaamsche frontsoldaten,
waaronder vele intellectueelen, werden ver
bannen naar Arne, Fregnes, Auvours, ێ-
zembre en andere plaatsen, doch mèt deze
onderdrukking groeide by de Vlamingen het
verzet.
„Hier ons bloed! Wanneer ons Recht?"
was een kreet die weldra door alle Vlamin
gen werd overgenomen.
Op de graven van gevallen Vlamingen
richte men zerkjes qp naar Iersch model,
ontworpen door den Vlaamscnen beeldhou
wer Joe English, een zoon van een Ierschen
vader en een Vlaamsche moeder. English
woonde tot voor den oorlog te Brugge.
In den kop der zerkjes werden in kruis
vorm de letters „A.V.V.—V.V.K." aange
bracht en den z.g.n. „Vliegenden Blauw
voet", zinnebeeld van den Vlaamschen strijd.
In den nacht van 9 op 10 Februari 1918
werden door onbekend gebleken personen
op het kerkhof te Oeren deyletters van 36
zerkjes met cement dichtgemaakt.
In 1925, dus slechts 9 jaar geleden, wer
den te Adinkerke en West-V leteren meer
dan 500 van deze zerkjes verbrijzeld en ge
bruikt om de Maeadamweg te Adinkerke
mee aan te leggen! Reeds sinds het einde
van den wereldoorlog kwam men elk jaar
byeen om de gevallen dooden te herdenken.
De grafschennis van 1925 deed een inmid
dels gesticht comité onder voorzitterschap
van den bekenden Vlaamscher dichter,
priester Cyriel Verschaeve, besluiten tot op
richting van een groot en grootsch gedenk-
teeken aan den IJzer en op 22 Aug. 1926
werd de eerste paal door moeders, vrouwen
en kinderen van gesneuvelden, ingeheid. Op
7 Juli 1928 werd door priester Verschaeve
de eerste steen gelegd en op 12 October
1929 metselde mevrouw prof. dr. Duels de
laatste steen in.
Het ontwerp van dit schoone bouwwerk
is van de gebroeders Van Averbeke en uit
gevoerd door de gebroeders De'Tandt.
Aan, den voet van den toren staan in de
vier zijden, gekeerd naar de vier wind
streken, de woorden „Nooit Meer Oorlog"
in vier talen.
Op de hoeken prijken de 9 Meter hooge
beeldhouwwerken van den kunstenaar Ka-
rel Aubroeck, voorstellende Renaat de Rud
der, Joe English, de gebroeders van Raem-
donck en Lode de Boninghe en Frans van
der Linden. De eerste drie werken werden
onthuld resp. in 1931, 1932 en 1933, telkens
tijdens den Ijzerbedevaart, het laatste is
Zondag 18 Aug. j.l. onthuld. Uit a^e deelen
van de wereld waren vertegenwoordigers
gekomen, die kransen hechtten aan dit mo
nument, ten teeken van internationale ver
zoening en internationale broederschap. Wu
zagen onder de talryke bloemstukken kran
sen ^uit Engeiand, Duitschland, Frankrijk
Oostenrijk, zelfs Amerika en andere lan
den.
Binnen, in den voet van den toren, vindt
men het groote mausoleum, waarin een 200
geredde grafzerken zyn ondergebracht. De
meesten zyn min of meer zwaar gehavend
door de beide vernielingen. Daarin zyn ook
ondergebracht de lyfcen van de zes beken
de, hierboven genoemde, gesneuvelden, van
wie buiten de beeldhouwwerken zyn aange
bracht. Door de ouders dezer gevallenen
waren groote kransen op de zerken neerge
legd. Voorts is in dit mausoleum onderge
bracht het puinblok waarop de woorden:
„Hier ons bloed! Wanneer ons recht?"
Twee en zestig smalle vensters werpen
een eigenaardig licht op de zerkjes in deze
gewijde ruimte.
Onder den kruiskop van den toren, hangt
in de klokkenkamer „Nele", die elk jaar
voor den aanvang der plechtigheden tijdens
de bedevaart, haar lieflijke tonen over de
IJzervlakte doet galmen. Rustig klinkt haar
geluid over het vredige Vlaanderland en
over den kronkelenden IJzer, die de heele
tragedie van 1914'18 aan zyn oevers heeft
beleefd.
„Nele" luidt plechtstatig met haar me
talen stem als de herinnering aan het droe
ve verleden en een roef) om eerlijke, zuivere
gewetens en als een vertegenwoordigende
kreet aller volken: „Nooit meer oorlog!"
En zoo is het machtige monument pan den
IJzer als een wekkenden wijzer Voor de
menschheid, voor het heden en voor de toe
komst, naar den weg tot waarachtige vrede,
recht en internationale broederschap.
C. H.
FILMNIEUWS.
„Bleeke Bet" als film.
Vertooning voor de pers.
Voor eenige persvertegenwoordigers en
genoodigden is gisWavond het thans ge
heel voor openbare tertoonmg gereed zyn-
de nieuwste produ« der Nederlandsche
amusements-geiuidsfilm-industrie, „bleeke
Btt'vertoond.
De nadruk, die men er steeds op legt,
dat dit, evenals „De Jantjes", een product
der „amusements-geluidsfilm-industrie" is,
wyst erop, dat men verlangt, dat men deze
„amusements"-film, een specialen maat
staf zal aanleggen. Inderdaad bevindt de
Nederlandsche filmindustrie, voor zoover
zy zich op het vervaardigen van speel
films toelegt, zich nog pas in een begin
stadium en mag derhalve aanspraak ma
ken op een welwillende beoordeeling. Uit
een oogpunt van zuivere filmkunst mag
men deze films niet bekijken, en als speel
films mag men ze niet vergelijken met de
producten van de over jaren-lange erva
ring en de uitgebreidste technische hulp
middelen beschikkende buitenla-ndsche in
dustrie.
„De Jantjes" hebben het commercieel bo
ven verwachting gedaan en het wekt der
halve geen verbazing dat de heer Benno
het nogmaals waagt met een soortgelijk
product, een i-n de Jordaan spelende ge
schiedenis, die indertijd als tooneelstuk
door FLORENCE EEKHOUT.
Wie de oiide Marie zag zitten in
haar fleurig tuintje, genietend van
'het zomerzonnetje, of by haar snor
rend kacheltje, behaaglijk beschut
tegen winternarigheden, in beide ge
vallen in het gezelschap van een hond
je, dat nooit kans had op een ten-
toonstellingsprys, doch dat er niet
minder trouw en bijdehand om was
en van een statige poes, zou nooit op
de gedachte zijn gekomen, dat er een
drang naar avonturen in haar verbor
gen waS. Het zat zoo diep verborgen
Van heel klein kind af aan had ze
gehunkerd naar avonturen, ^ar emo-
ties ,naar gevaren desnoo(]^H)fefeit
leven had anders gewildEmÉH|
nig avontuur te beleven in het pwm-
cie-nest waar ze opgroeide. IJe kin
derfantasie moest alles vergoeden,
wat niet werkelijk gebeurde en zoo
^peelde Marietje wekenlang dat ze
hoofd van een bandietenbende was,
of wel een gevangen prinses, of een
aanstaande groote tooneelspeelster.
Zoo groeide ze op en ontwaakte op
een dag uit die droomertfen als de
verloofde van een braven schoolmees
ter. Dat belette haar niet, verder te
droomen van een dag, waarop zy en
haar man zouden weggaan uit dit
leventje en geweldige dingen meema
ken. Gelukkig vertelde zy hem nooit
in welke gedaante ze zich Hem en zich
zelf soms voorstelde! Dan weer als
gentelman-dief ey medeplichtige, dan
weer als ontdekkingsreizigers tus-
schen menseheneters, of wel als plot
seling schatrijk geworden society-
menschen! Doch er kwamen kinderen
en later kon ze stil glimlachen, als die
bedelden om avontuurlijke verhalen.
Zooals moeder, kon niemand vertel
len!
Nu waren de kinderen getrouwd^
haar man rustte sinds lang op het
kerkhof en zy bracht haar levens
avond door met poes en hond en goe
de vrienden, ze speelde domino of
las haar boeken en kranten, ze bracht
bezoeken in het dorp want ze
woonde er even buiten of ontving
bezoeken, ze ging eens uit logeeren
en droomde niet meer van avonturen.
Tot er een avond kwam... Ze had
met groote belangstelling in de krant
het relaas gelezen van de ontvluch
ting eener jonge vrouw, die was ge
arresteerd, beschuldigd van moord op
haar man.
Het scheen dat de man haar heel
slecht had behandeld en baai
een eerste-huwelijk mishandelde. Fn
drift stak ze hem neer. Het kind werd
door familie opgenomen, zijzelf ge
arresteerd, docji ze slaagde erin
Marie las het met stokkenden adem
te ontvluchten en sinds dagen
zocht mèn haar nu vergeefs.
Wat een avontuur, zooiets! In ge
dachten zag de oude vrouw de vluch
telinge, zich verbergend, plannen ma
kend, opgejaagd... En toen ze haar
radio-toestel aanzette^ werd het sig
nalement rondgeroepen bij de politie
berichten Slank, klein, blond, groote
blauwe oogen, omstreeks vy'f-en-twin-
tig jaar, gekleed in een bontmantel
en donkere japon!... Och, de ziel,
zuchtte de oude vrouw, natuurlijk...
moord is heel erg... maar als hij haar
kind mishandelde...
Ze werd in haar overpeinzingen ge
stoord, doordat de hond wild begon
te blaffen. De oude vrouw was niet
bang, doch ze luisterde toch wat
onrustig. Ja, er was iemand in haar
tuintje. Zoo laat bezoek? Ze aarzelde
ging naar het venster. Ze woonde
hier alleen, er kwam 's morgens een
dienstbode enkele uren. Als het eens
kwaad volk was?...
Opeens hoorde ze iets, wat haar
hart sneller deed kloppen, kreunen.
De oude vrouw dacht niet meer aan
gevaar, doch haastte zich naar buiten
en de hond leidde haar dadelijk naar
de struiken waarin iemand lag, blijk
baar half bewusteloos.
Wat is er, wat scheeljt er aan,
meisje? vroeg de oude vrouw, want
ze zag dat het een vrouw was, die
daar lag.
O, ik... ik maakte een wandel
tocht... en heb mijn voet verstuikt...
en wou aanbellen oA te vragen of ik
even rusten mag..., kwam het kla
gend uit de struiken.
Probeer maar binnen te komen,'
steun op my.
Met groote inspanning bracht de
oude vrouw de onverwachte gast
naar binnen, liet haar in een gemak-
kelyken stoel plaats nemen en ging
bedrijvig in de weer om wat koffie
te zetten. Doch toen ze binnenkwam
met de koffie, liet ze die bijna vallen.
Voor het eerst zag ze de g&st in het
volle licht, een tengere, kleine blonde
vrouw. Haar bontmantel vuil en ver
regend, hing open en liet een donkere
japon zien. Uit een vertwijfeld, wit
gezichtje keken groote blauwe oogen,
die alles wat er moederlijk was in de
oude vrouw, opwekten.
Toen ze wat gedronken en gegeten
had, haalde de oude vrouw verband
middelen en keek de voet na. Ze had
zooveel gekwetste voeten en andere
kwetsuren in haar leven behandeld!
Het was niets bijzonders, alleen zou
de andere zeker eenige dagen niet
kunnen loopen.
.regular met populaire en beken-
t „nes' uan hun succea hebben geholpen.
„nat he geschiedenis wel eens hor-
Sen stootenu e„ ook de montage had
"X kunnen .gn, doch Uit au., tenslotte
»ers die gebracht moeten worden aan de
verschillende, songs, die het publiek nu
eenmaal „teJ voeten uit" wil hooren
De tig*ï& zy» geteekend naar de iradi-
boneele voorstelling die men zich gaarne
de Jordanefs maakt, die weliswaar
met meer geheel met de werkelijkheid
kiopt doch niettemin zelfs door vele met
I jordaan bekend zynde Amsterdammers,
wordt geslikt. We kunnen met alle mede-
siMslehden noemen, doch willen een uitzon
dering rpaken voor degenen, die door hun
ei ue film dragen, n.i. Silvain Poons, als
Goocheme Sally", het gevoelig-vermake-
luke ijsmannetje, wiens Felix Brassart-
imitatie als zangkoordirigent vermoedelijk
i hoofdzaak op rekening van het scena
rio komt, Aaf bouber a|s Bleeke Bet, Johan
UlsenBohn als haar man en vooral Fientje
de la Mar die in sommige fragmenten
toont, dat zy behalve tragedienne, behalve
cabaretière en chansonniere ook een groot
filmactrice zou zyn wanneer zy de kans
kreeg in een scenario, dat haar drama
tische en filmische kwaliteiten waardig is.
De overige twee hoofdrollen worden ver
vuld door Jopie Koopman en de operette
zanger Johan Heesters.
De film. die in de ateliers van Cinetone
is ópgenomen, is technisch, ook wat het
geluid betreft, in orde, al is de geluids
weergave in enkele fragmenten niet geheel
vlekkeloos. Van buitengewone kwaliteit is
echter het camerawerk van Henk Alsem,
die van de r?eds veel gefotografeerde Am-
sterdamsche Jordaangrachten een reeks
prachtige opnamen heeft gemaakt onder
een belichting en met een relief, die een
geheel nieuwe visie op deze bekende stads
gezichten geven.
By het publiek/ zal /deze film het, met
haar vroolijke en eriiptige, dwaze en sen-
timenteele tooneeleni en met haar popu
laire wysjes, evenals „De Jantjes" onge
twijfeld doen.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Avondschool voor Ambachtslieden.
Gouda, September 1934.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoeken wij U het volgende
in Uw veelgelezen blad te willen opne
men, waarvoor wij U bij voorbaat vrien
delijk dankzeggen.
Door middel van dit „ingezonden"
wenschen wij de aandacht te vestigen op
de advertentie in dit blad betreffende de
Inschrijving van nieuwe leerlingen voor
de Avondschool voor Ambachtslieden te
dezer stede.
Ouders, indien wij U een goeden raad
mogen geven laat dan uw zoon, die daar
voor in aanmerking koifnt wat betreft
zijn leeftijd, zoo'n avondcursus volgen
ook al is een bepaalde beroepskeuze nog
niet gemaakt; immers komt die keuze
toch pas in het tweede leerjaar tot haar
recht; want U weet natuurlijk zeer wel
dat lediggang nooit opvoedend kan wer
ft U met het oog op de hui
dige werkeloosheid „ach wat zal het ba
ten", maar bedenkt dat door alle tijden
heen de meest ontwikkelde vakman zich
het langst heeft kunnen handhaven.
Behalve dat op de school voor de ver
schillende vakken het teekenen wordt
onderwezen, wordt ook het voortgèzet
lager onderwijs gegeven.
Ouders, beseft uw plicht tegenover uw
kind.
U mijnheer de redacteur nogmaals vrien
delijk dankend.
Hoogachtend,
De afd. Gouda van de
Ned. Bond van Leeraren bij het
N ij verheidsonderwijs.
Een eerste tropische sensatie.
ln de „Berliner Böraeu-Zeitung"
beschrylt aldus lezen we in „Het
Vaderland" mevr. Alexandra
Schmidt haar indrukken van een di
ner Dy den Sultan van Deli, wat voor
al voor Nederlanders interessant is.
„Op Sumatra aldus de schrijf
ster is het gew(Ante, dat men een
„singkeh" (d.i. een nleuweliTig) spoe
dig na zijn aankomst uitnoodigt voor
een „rijsttafel", het nationale gereent
der Maleiers en Javanen. Wie een
rysttafel niéb kan waardeeren is on
mogelijk in dit land van eeuwige zon!
In verband met dp goede relaties van
mijn man met den Sultan van Deli,
viel my het geluk ten deel, deze eer
ste uitnoodiging van niemand minder
dan van den Sultan zeil te mogen
ontvangenJDat is een heele ^er. Want
al kunnen de sultans in de Neder-
landsch-lndische koloniën zich in
rijkdom en praal niet met de Voor-
Indische Maharadja's meten, het zyn
toch nog altyd monarchen.
Ik had een kleine hartklopping,
toen onze auto wegreed. Ik was pas
veertien dagen in het land en kende
nog maar heel weinig Maleisch. De
Sultan zelf spreekt helaas noch Hoj,-
iandsch noch Engelsch of Duitsch.
Kort voor één hield onze auto stil
voor het hoofdportaal van het paleis
van den Sultan. De zon gloeide op de
witte gebouwen, uit de bloembakken
steeg een bedwelmende geur. Twee*
Maleische bedienden, sneeuwwit ge
kleed, geleidden ons over het bordes
naar de hai. Met een plechtige bui
ging werden we hier door den cere
moniemeester van den Sultan ont
vangen. We gaven onze kaartjes af,
schreven onzen naam in het bezoek-
register, en mochten een nevenver-
trek betreden. Hier werden we mer
een handdruk begroet door den Sul
tan en zijn beide oudste zoons. Nu
had mijn man me vooral ingeprent,
dat ik de'hand van een Sultan nooit
mocht drukken of schudden, maar dat
ik hoogstens voorzichtig met mijn
vingers de 2ijne mocht aanraken.
By het gesprek met den Syitan
moest alles vertaald worden. Met den
Kroonprins „Hoengkoe Besar Otto
man" en den tweeden zoon „Toengkoe
Amirloedin" vlotte het gesprek zeer
goed, omdat beiden goed Hollandsch
en Engelsch spraken en ook wat
Duitsch. Nadat ook de andere gasten
gearriveerd waren, ging men aan
tafel, waarbij mevrouw Schmidt een
plaats had rechts van den Sultan met
aan haar andere zijde den kroonprins.
De eetzaal was heerlijk koel. De tafel
was r;jk gedekt met oud-Chineesch
porcelein en overdadig versierd met
lila en bruine orchideeanften\ De
stoelen wareii wel eenigszins onge
makkelijk, maar van mooi donker
hout en prachtig gebeeldhouwd. Op
fraaie schalen van gedreven zilver
was het fruit uitgestald; goudgele
•bananen, reusachtige sterkriekende
ananas, grasgroene papyas (een soort
meloen) en zacht gryze ramboetan,
door hunstekels aan onze klapbes
herinnerend, doch in vorm en smaak
meer aan een pruimv
„Plotseling", vertelt mevr. Schmidt
dan verder, „gingen er geruischloos
twee in den muur verborgen steuren
open en een plechtige processie van
wel twintig Maleische bedienden trad
binnen, elk een anderen schotel tor
send. Alle dienaren in een wit pak
met hooggesloten jakje, met over den
broek de traditioneels sarong, op het
j hoofd de kunstig gedrapeerde tul-
j band; als alle Maleische en^Javaan-
sche bedienden, in huis barrevoets."
„En nu begint, voor een nieuwe-
t ling althans, de catastrofe. Eerst
wordt, de warme, korrelige, heerlyk
geurende ryst geserveerd. Ik leg, de
vermaningen volgend, een berg daar
van in het midden van het groote
bord, dat voor my staatvan den vol-
genden schotel neem ik een gekook-
ten kippebout en begiet alles met een
groene met roode vertoogen bezaaide
kerrysaus, waarin de kok al die ge
heimzinnige kruiden verwerkt heeft,
die de ongewende Europeesche tong
zoo'n brandende pyn kunnen doen.
Iets terughoudender was ik al by den
volgenden gang. Hier werden op een
reusachtigen zilveren schotel in nap
jes naast elkaar staand, de meest ver
schillende groenten aangeboden, al
les rykelyk met roode „thabeh"
(Spaanfeche peper) bestrooid! Ik
groepeer de groente netjes rondom
myn rijstberg.
Den volgenden "bediende zie ik
nl met meer wantrouwen tegemoet.
Hij serveert een volumineusen
schotel met verschillende soorten
visch. Daar het als onbeleefd geldt,
een gei'echt voorbjj te laten gaan,
neem ik dapper ietsrvan de beroemde
gedroogde vjsch( waarvan Europea
nen de lucht zoo slecht kunnen ver
dragen. De volgende delicatessen zyn
Chineesche eieren, die vóór 'het ge
bruik een paar maahden in den grond
moeten liggen. Nu volgen een paar
onschuldiger schQtelssambal, ge
brande curacausjes, witte en rose
ouwels van vischmeel, kippen- en een
den-filets, aan het spit gebraden,
visch, met allerlei Chineesche kruiden
gemarineerd, diverse appétit-hapjes
van kippen- of varkensvleesch op een
stokje gestoken, en teil slotte Ben-
gaalsche Chutney, dat zyn vruchten,
ingelegd in honing, palmsuiker en
thebeh. Behalve de ryst en het ge-
Dat hindert niet, ik heb een ka
mer voor u, zei Marie.
Ze hielp de gast er heen, doch toen
de andefe al in bed leg, zat zy nog
beneden, geslingerd tusschen angstige
en verschrikte gevoelens, en een blyde
opgewondenheid. Eindelek was het
avontuur gekomen! Geen twyfel, dit
was de moordenares! Vreeselijke ge-
eimtetyk eens iets
opWiTwends, eindelijk werd ze voor
een avontuur geplaatst...
Arm schepseltje, wat was ze ellen
dig en bang! Ze vroeg wel driemaal
of er niemand anders hier woonde, ze
zei telkens dat ze verder moest en
werd pas rustiger toen ze hoorde, dat
de oude vrouw alleen was en toen
deze beloofde, geen dokter te zullen
laten komen.
Toen de oude Marie naar bed ging,
had ze een besluit genomen, ze zou de
arme vrouw by zich verbergen, tot te
verder kon vluchten. Het zou niet
eenvoudig zyn, maar ze had alles pre
cies overdachtZe zou zorgen, dat de
werkster niets merkte, die kwam van
zelf niet op de logeerkamer. Gewoon
lijk was die kamer, als er niemand
logeerde, afgesloten. Kwam er be
zoek, dan moest de gast natuurlijk
haar haar kamer, en ze mocht zich
hiet vertoonen aan de vensters. De
oude Marie was erg zenuwachtig en
bedacht allerlei gevaren en mogelijk
heden. Heel vroeg stond ze op en den
heelen morgen verbaasde ze de werk
ster, door steeds in haar nabijheid te
blijven.
Ze ademde verlicht, toen die tegen
elf uur wegging om boodschappen te
doen en bracht toen haastig h^ar gast
het ontbijt. Wat zag ze er nog jong
en lief uit, zoo in bed. De oude Marie
werd aangedaan, als ze dat gezichtje
zag. Je kon wel zien, dat ze verdriet
had, de ziel, ze at maar moeizaam en
verkropte haar tranen. Marie werkte
daarna zoo snel mogelijk de werkster
weg en was bly toen de invalide, door
haar geholpen, naar beneden kon ko
men.
Wat een schat bent U! zei het
vrouwtje, eu sloeg de oude gade, die
zoo hulpvaardig en hartelijk om haar
heen dribbelde. En voor een vreemde'
U weet niets van me. Als U wist...
Tut, tut, ik wil niets weten, zei
de andere haastig.
Vier dagen verliepen. De oude Ma
rie zag met voldoening, dat 't vrouw
tje rustiger werd, haar oogen stonden
helderder, ook haar voet was vrijwel
genezen. Den vijfden dag zei ze:
Ik ga vandaag weg, lieve me
vrouw.
Ga je verder, kind? vroeg ze en
bedacht, hoe ze haar wat geld kon
aanbieden.
Neen, ik ga terug, zei de jonge
vrouw. IJ moet weten... ik ben .van
mijn man weggeloopen. En dat is niet
alles. Er is iets vreeselykers...
Ik wilde met een ander wegloopen
en had met hem in het dorp afge
sproken, maar toen ik hem ontmoette
en... fieen... toen wist ik opeens hoe
veel ik van mijn man houd en dat het
alles kinderachtig gedoe was...
Ik liep weg... na een scène.
Toen verstuikte ik mijn voet. Ik) heb
"al deze dagen nagedacht. Ik ben
trotsch en koppig en wou eerst niet
terug,' maar nu heb ik besloten het
toch te doen. Dat komt door U... als
U me zat te vertellen van Uw gestor-
Ven man en van Uw kinderen, dan
voelde ik, hoe mooi dat was geweest
een leven lang samen geleefd, alle
moeilijkheden, alle zorgen, dat heel
groot avontuur met denzelfden kame
raad... Lieve mevrouw, kunt U nog
wat van me houden, nu U dit van me
weet?
Ze begreep er niets van, toen de
oude Marie begon te schateren. Maar
toen ze alles gehoord had, lachte ook
Zy van harte. Eenige dagen later
kwam ze met haar man de oude
vrouw bedanken en een mooi ge
schenk brengen.
kookte kippenvteesoh warden alle spij
zen koud opgediend.
Radeloos kyk ik naar het kleine
luilekkerland voor me. En werp dan
een angstigen blik naar myn buren.
Doch men lacht me gemoedelijk toe
en eindelijk grijp ik myn lepel, in de
overtuiging dat ik myn lot toch niet
kan ontloopen.
Als tegemoetkoming aan de Euro
peanen wordt bier geserveerd. En la
chend en pratend worden de heerlijk
heden geconsumeerd. Reeds na een
paar minuten verneemt de angstig^
nieuweling, dat de Indische zeden per-
mitteeren, zooveel als men wil op het
bord te laten liggen. Dan constateer
ik, dat het zeldzame gerecht toch
eigenlijk zeer goed smaakt. De al te
gekruide zaakjes rangeer ik op de
kleine bordjes, die voor me staan en
dan begin ik werkelijk te zwelgen.
Zoo'n rysttafel duurt twee a vief
uur. Het laatst wordt een driepai-
menpudding opgediend, dat is een
pudding van grove sago, in water
zonder siflkey gekookt) doch met een
saus met dikke bruine palmsuiker en
ijskoude cocosmelk, een echt tropisch
nagerecht, dat zeer goed smaakt.
Na het eten wofdt whiskey en kof
fie aangeboden en dan vertrekken we.
Met dankbetuigingen en denzelfden
slappen handdruk nemen wij afscheid
van den Sultan en zyn vorstelijke fa
milie. De ceremoniemeester doet ons
uitgeleide en myn eerste tropische
sensatie, een rysttafel. by den Sultan
van Deli, is ten einde."
MIJN IDEALE „KIST".
Vliegtuigen met Dieselmotoren, waarborgen
een verhoogde veiligheid.
Meerdere indtoren verhoogen het gevaar,
door L. BLERIOT.
„Ik ben de eerste geweest, die een één
dekker bouwde en daarmede durfde té vlie
gen. Dat was in 1997. En tot nu toe heb ik
een voorliefde voor ééndekkers behouden.
Al wil ik natuurlyk wel erkennen, dat men
b\j vliegtuigen voor oorlogsdoeleinden,
evenals big vliegtuigen waarmede men van
plan is vlieg-acrobatiek ten beste te geven,
een tweedekker noodig heeft.
Van de tegenwoordige rage voor meer-
motorige vliegtuigen ben ik allerminst een
voorstander. Want des te meer motoren n?en
heeft, des te grooter is de kans een „panne"
te krggen. Naar mgn meening is het nog
steeds het verstandigst om vliegtuigen te
hebben met één motor, die werkt, benevens
één andere motor, die doorloopend in reser
ve blg'ft en slechts gebruikt mag worden
als de eerste motor op de een,of andere
wijze weigert verder te draaien. Dat is en
blijft mijn ideaal 1
Toen met mijn vliegtuig „Joseph ie Brix"
tweemaal dver den Atlantischen Oceaan
werd gevlogen, bezat dat toestel ook maar
één motor. Ik heb er nooit spijt van gehad.
En ik zou zeker weer een „kist" met één
motor bouwen, als nog eens een Oceaan-
vlucht zou worden ondernomen.
De bestaande snelheidsrecords zullen na
tuurlijk te eenigertijd weer worden verbe
terd. Dat ligt nu eenmaal in den aard der
dingen, waarbij men niet mag vergeten,
dat de moderne techniek mogelijkheden
biedt, die 25 of 30 jaar geleden volkomen
onbekend waren.
Ook ben ik van oordeel, dat in afzien-
baren tijd het zeer gemakkelijk zal wezen
op zéér groote hoogte te vliegen, niet om
een hoogterecord te behalen, doch om door
loopend op" die hoogte te big'ven vliegen.
Beweegt men zich in een vliegtuig op een
hoogte van tusschen 6000 en 7000 M,, dan
kan het niet anders, of de gemiddelde snel
heid, waarmede het vliegtuig zich voortbe
weegt, stijgt met ongeveer 30 Immers,
de weerstand is op een dergelijke hoogte
lang zoo groot niet.
Wat dit voor het internationale vlieg
verkeer zou beteekenen? De mogelijkheid
om in 14 uur van Parijs naar New-York te
vliegen!'Misschien later in nog weer iets
korteren tijd. -
Wat de afstandsrecords aangaat, wil ik
het volgende opmerken. Het vestigen van
weer een langer afstandsrecord is afhanke
lijk van het draagvermogen van het vlieg
tuig en van de hoeveelheid brandstof, die
het vliegtuig kan medenemen, zonder een
gedwongen landing te moeten uitvoeren.
Dat vermogen zal veel grooter worden,
wanneer men een nieuw probleem zal heb
ben opgelost: hoe kan men een vliegtuig op
electrische kracht laten vliegen? Dat kan
nog wel eenigen tgd een wenmsh van de
wereld der uitvinders blijven, maar daarom
zal de oplossing toch wel op het meest on
verwachte oogenblik der menschheid in den
schoot vallen.
Zoolang die uitvinding nochtans niet is
gedaan .verwacht ik in de nabije toekomst
reeds zeer veel van het gebruik van zware
olie- en Dieselmotoren, ook voor de vlieg
tuigen. Reeds op die manier zullen de af
standsrecords van tegenwoordig er aan moe
ten gelooven en aanzienlijk worden verbe
terd. Maar aan het gebruik van zware olie-
en Dieselmotoren is voor het vliegwezen
nog een ander groot voordeel verbonden:
het vliegen zal veel veiliger wordenl
Niet slechts gewone landvliegtuigen, ook
ivaAvliegtuigen is korten tijd geleaen ^ón
de Seine vertrokken en bevindt zich thans
ergens in de Middeliandschfe Zee.
Verder heb jk nog een vliegtuig gecon
strueerd, dat tusschen de vleugels een soort
scheepsromp^df&agt. Valt het toestel in het
water, dan kan men die scheepsromp door
gen paar eenvoudige handgrepen van het
overige deel van het toestel scheiden,
waardoor de redding der inzitteJidun vrijwel
is verzekerd.
Maar voor het maken van 'Oceaanvluch-
ten. blijft bet eenige afdoende middel, ter
beveiliging van bemanning en passagié/s
an het 'toestel, slechts het aanleggen %h
inrichten van geweldige groote drijvende
eilanden, die- voqx .tusschenla^dingeii moe
ten dienen."
LUCHTVAART.
Jean l'éraud vertelt van zijn
recordvlucht.
Een triomfantelijke ontvangst viel den
jeugdigen piloot Jean Péraud, die onlangs
een recordvlucht Parijs—Saigon volbracht,
ten deel bg zijn aankomst op Le Bourget.
Jean Péraud is sléchts drie-en-twintig jaar
en reeds wordt zijn naam genoemd bg de
beste piloten der wereld. Na de vele toe
spraken, die hg had aan te hooren, was
Péraud nog in de gelegenheid een en.
ander van zijn reis te vertellen.
„Ik verliet Frankrijk den 26sten Juli om
via Rome Athene te bereiken. Bg 'het vlie
gen over de Apengnen ontmoette ik buiten
gewoon slecht weer. Ook, het traject naar
Aleppo leverde vele moeilijkheden op. Het
eigst werd het echter voor Djask toen ik
gedurende vgf lange uren een zandstorm
te doorstaan had. Maar ik vertrouwd© op
mezelf en bovenal op mijn materiaal. Van
Djask naar Rangoon ondervond *ik veel
hinder van de moeson. Ik wist wel dat 't
tgd er voor was, maar ik had juist thans
mg-n poging ondernomen, daar de dagen
langer waren. Van Bangkok naar Saigon
leverde de wind ook veel moeilijkheden
op."
„Gaat U nog eens naar Saigon terug?"
„Ongetwijfeld, Ik werd daar op zoo'n har
telijke wjjze ontvangen, dat ik zeker nog
eens terug wil." En met een vriendelijk
glimlachje vroeg hij: „Komt U morgen
ook nog naar Dugny? Daar zal men mij
de militaire medaille verleenen." Reeds te
Saigon werd Jean Péraud een buitenland-
sche orde verleend. Over de onderscheidin
gen, die hem ten deel vallen verheugen
zich zeer zeker ook de bouwers van de
machine.
„Uw verdere plannen?" „Allereerst op
Rouaan af om mijn verloofde,te begroeten
en dan ga ik morgen naar mg* escadrille.
Ja zekér morgen, want in mgn zak heb ik
een papier, waarop die datum ;>taat inge
vuld".
Dit is een verlof van de autoriteiten voor
sergeant Péraud „zich door de lucht naar
Saigon te begeven".
GEMENGDE berichten.
Poiret i
i een gevierd kunstenaar,
Poiret, de wereldberoemde modekoning,
de man die aan elegant Parijs, Londen,
Weenen en Amerika de mode voorschreef
Poiret, wiens creaties sensatie maakten,!
Poiret de zoo gevierde mode-kunste
naar ls thans een arme «Werklooze, die
vandaag niet weet hoe hij morgen zal
eten.
De corr. van een der Hollandsche bla
den kwam Poiret op zijn weg tegen, en
hij was zoo verbaasd dat hij onwillekeu
rig even voor hem stilstond.
En Poiret, de aarzeling begrijpend, zei-
de:
Ja, ja, ik ben werkelijk Poiret...
Maar „cher maitre" (want zoo wéid
hij algemeen genoemd), wat is er ge
beurd? Hoe komt u er zoo aan toe!
Toen deed hij het verhaal, de lijdens
geschiedenis van zooveel anderen, hoe ae
crisis was gekomen, hoe de rijke klanteh
één voor een wegbleven, hoe hij zijn. col
lecties voor een prikje^ had moeten «op
ruimen ten einde zoo lang mogelijk
staande te blijven, hoe het laatste was
verzonken ln dien put en hoe hij einde
lijk het eens zoo beroemde huis Poiret,
met zijn prachtige salons, waarin heel
den dag de mannequins defileerden, had
rftoeten liquideeren
Toen heb ik'van alles geprobeerd...
het laatst als filmfigurant... maar ook
daar was geen werk mêfer... en nu... nu
moet Ik drie maal per week naar het bu
reau om daar mijn kaart te laten afstem
pelen als wefklooze ten einde tien francs
uit de werkloozenkas te kunnen Innen...
Nu komt or ru«tl Nu zijn
bodige geluidssignalen verboden
K (f75.- boete I). 't Werd tijd ze
V toeterden er maar op los I Wie
9