Hoe het ijs op een kunstijsbaan verkregen wordt. DE RIJWIELPLAATJES. Denkt eraan. Droitwich. De eeuwige kostschool, FILMNIEUWS. „La Maternelle - De Bewaarschool. VOOR DE JEUGD. Koning Buffelstier bouwt zijn winterpaleis. Holland's eerste kunst-ijsbaan. Holland's eerste kunstijsbaan, die achter het Amsterdamsche Sportfondsenbad in aanbouw is, wordt ongeveer 10 November a.s. voor oud en jong opengesteld. De be langstelling, welke schaatsenUevend Hol land voor deze baan reeds nu aan den dag legt, blijkt zeer groot te zijn, doch tevens blijkt dat men er eigenlijk geen idee van heeft, hoe zoo'n baan nu per saldo werkt, m.a.w. hoe het ijs verkregen wordt. Telkens weer staat men ongeloovig tegen over de mededeeling, dat we op de Kunst ijsbaan m de open lucht, ook al „dooit het hard op prachtig ijs kunnen rijden. Waar we anderzijds telkens weer omtrent het raadsel, hoe dit nu mogelijk is, gevraagd worden, willen we door een populaire be- schrgving de oplossing in breede kringen bekend maken. De eigenlijke Kunstijsbaan bestaat uit een groote betonnen vloer. Daarin liggen, vlak onder de oppervlakte, dicht naast elkaar platte, buizen, in totaal een 25 a 30 K.M. Door deze buizen wordt nu, als we de ijs baan in gebruik willen nemen, voortdurend een pekeloplossing, welke een te mperatuur I van 10 gr. Celcius onder nul heeft, gestuwd. Deze koude pekel koelt de op het buizennet liggende betonnen vloer sterk af, zoo zelfs, dat deze een temperatuur van eenige graden onder nul krigt. Gaat men nu en dit gebeurt natuurlijk op de betonnen vioer water spuiten, dan krijgt dit ook een tem peratuur die onder nul ligt, met als gevolg, dat het bevriest en de Ijsbaan ontstaat. Indien we er nu maar voor zorgen, dat de „omgeving" steeds een temperatuur van -0 gr. heeft, dan blijft de ijsplaat hard en dat dit steeds het geval is, daarvoor zoigt de voortdurend door de buizen stroomende koude pekel. De vraag is nu, hoe we bereiken, dat door de buizen voortdurend pekel stroomt, die zulk een koude heeft. Daarvoor is een flinke technische instal latie noodig, welke in de machinekamer, b|j de Sportfondsen Kunstijsbaan, het overge bleven gedeelte van het oude retortenhuis, naast de machinekamer der zweminrichting is opgesteld. Om het koude-proces der technische in stallatie van de kunstijsbaan goed te be grijpen, dient men zich twee natuurwetten te herinneren. De eerste, dat ieder lichaam, dat in een andere toestand gebracht wordt, warmte verbruikt. Deze warmte onttrekt het lichaam aan z|jn naaste omgeving, welke ,.koud wordt". Een eenvoudig voorbeeld hiervan is het volgende: men druppelt een beetje eau- de-cologne op -de vlakke hand. Eeti ieder I weet, dat die eau-de-cologne verdampt of anders gezegd: het lichaam (eau-de-colog ne) neemt een anderen vorm aan en heeft daarvoor warmte noodig, die het aan de hand onttrekt. Op ons maakt dit dan den indruk, dat onze hand, tengevolge van de verdamping der eau-de-cologne, koud wordt. De tweede natuurwet, welke aan dit be vriezingsproces ten grondslag ligt, is, dat ieder gas, dat onder een bepaalde tempe ratuur en druk gebracht wordt, in vloei baren toestand overgaat, m.a.w. vloeistof wordt. Omgekeerd gaat die vloeistof, wan neer we die bepaalde druk of die bepaalde temperatuur weer wijzigen, w eer io gas I over. In de machinekamer der Ijsbaan staftn nu twee groote compressoren. Daarin wordt het ammoniakgas, dat we hierin brengen, onder een druk van 12 atmospheeren ge bracht. Van den compressor wordt het (on der 12 atmospheeren staande) ammoniak gas naar een aantal dicht b|j elkaar staande buizen (dit stel buizen noemen we tesamen een condensator) gevoerd. Deze buizen wor den nu afgekoeld en volgens de hierboven genoemde tweede natuurwet wordt het am moniakgas (dus dank z|j de 12 atmosphee ren druk en dank z|j de wijziging in tempe ratuur) veranderd in vloeistof (vloeibaar ammoniak). Nu bevindt zich in de machine kamer een tank, die gevuld Is met 150.00Q Liter pekel. Bovendien bevindt zich in deze tank een serie buizen. De pekel kan daarin niet doordringen, maar wel vloeit de pekel rondom deze buizen. Deze in de pekel han gende buizen noemen we de verdamper. In den verdamper brengen we via een ventiel de vloeibare ammoniak, welke, nu we den druk van 12 atmospheeren weg nemen, volgens natuurwet 1, onmiddellijk aan hét verdampen gaat, d. w. z. dus weer ammoniakgas wordt. Maar, zooals we boven zagen, een vloei stof (in dit geval de vloeibare ammoniak) welke een andere gedaante aanneemt, ge bruikt daarvoor warmte en onttrekt deze aan zjjn omgeving. Deze omgeving bestaat uit de 150.000 L. pekel, die nu „Ijskoud" wordt. Dat de pekel, die aldus een temperatuur van -10 gr. Cel'- cius heeft, door pompen uit de pekeltank naar de buizen onder de ijsplaat gedreven wordt en na daar haar verkoelenden d:enst te hebben verricht, weer wordt terugge- stuwd is de laatste schakel in het geheele proces, dat zich thans gemakkelijk begrijpen laat. Van de temperatuur der buitenlucht is nu afhankelijk, of we in het buizennet onder de ijsplaat veel of weinig koude pekel moe ten doorstuwen, m.a.w. of de comprossoren en de pompen al dan niet harder moeten werken. De capaciteit is van dien aard, dat, zelfs indien de zon volop schijnt en de thermo-i meter naast de baan een temperatuur van ^-20 gr. Celcius aanwijst, het |js nog prach tig hard en uitstekend berijdbaar is. Het |js van de kunstijsbaan -is slechts 3 c.M. dik. Wordt b|j .druk bezoek het ijs eenigszins afgereden, dan wordt de baan voor 10 minuten ontruimt. In dien korten t|jd Wordt de baan met lauw water bespo-J ten, dat onmiddellijk, dank z|j de koude op de Ijsplaat, bevriest. Regen heeft op een kunstijsbaan, wat het |js betreft, geen nadeeligen invloed, in tegendeel, het |js is dan voortdurend spiegel glad. De baan is hellend gelegen n.l. 30 c.M. op de totale lengte van 60 Meter, welke men b|j het ryden absoluut niet bemerkt, doch welke helling voldoende is, om het over tollige regenwater automatisch te doen af vloeien. Het verblijf op een kunstijsbaan is onder deze omstandigheden steeds zeer aange naam. In zacht herfst- of winterweer, zon der snerpende winden, kan de ijssport be oefend worden. Dit is dan ook de reden, dat de kunstijsbaan in het buitenland zoo druk bezocht worden. Hoe het in Holland zal gaan dienen we af te wachten, doch gezien de animo der Nederlanders voor deze oer-vaderlandsche sport, meenen de bestuurderen daaraan niet behoeven te twijfelen. Elegant avondtoilet van witte glanzende zijde. Bij dit toilet draagt men een zwarte bontcape met witte bontgarneering. EEN GELUKKIGE. <r, Waar is het bureau voor het aan vragen van een patent? Ik heb een petro leumkachel uitgevonden. Een nieuw dieet Van morgen af verander ik mijn dieet. Alleen nog vruchten, geen brood, geen koek, geen pasteitje. Dokters voorschrift? Neen, maar de bakker geeft mij geen crediet maar, de fruithandelaar wel Rust in huis. Houdt U van kinderen? Ja, zij geven aan het huis zoo'n rustige stemming, wanneer z|j naar bed gebracht zijn! Golf spelen. De dokter heeft m|j aangeraden voor m|jn gezondheid golf te gaan spelen. En wanneer je nu al eens golf gespeeld had? Dan had h|j m|j vermoedelijk .aangeraden, er mee uit te scheiden! De minister van financiën heeft bepaald, dat na 1 November a.s.... de ïywielplaatjes goed op de fietsen be- vestigd moeten z|jn, en duidelijk zichtbaar. Maar men mag ze ook op in het oog vallende wijze op de borst bevestigen. Na dien datum... geen pardon. Ziezoo, dat weten we alweer, En, hebt U 't niet gelezen, Laat dan mijn ■waarschuwen hier thans Een vingerwijzing wezen. Tot nu toe reden U en ik Maar zorg'loos langs de wegen, En nimmer heb ik waar is waar Een boetebrief gekregen! Want stééds als de politie-arm Naar d' achterzak juist daalde, Dèn was het, dat ik uit m'n zak M'n... rijwielplaatje haalde, Wijl ik natuurlijk had verzuimd, Het op m'n fiets te zetten, En... 'k kwam er af met het verzoek Om beter op te letten! Doch aangezien wij allemaal Maar gróóte... kind'ren blijven, Stond één dag later er alweer Eén klaar om m' op te schrijven. Wéér het bekende manuaal, En wéér hetzelfde liedje... Toén dacht ik: daarvoor holpt alleen Eén ding nog maarhet rietje! De straffe hand, die ons regeert, En die geen mensch kan missen, Omdat w' ons anders èltijd weer Maar blijven... dóór-vergissen! En zie, als had men het gehoord... Zoo gaat 't er dus van komen, En met geen enk!Ie... smoes wordt straks Genoegen meer genomen. Uw rijwielplaatje op Uw fiets, En niet in één der zakken, Maar op Uw jas of Uw colbert, Of een der andere pakken. Uw plaatje op'Uw borst of fiets. En mocht U het vergeten, Na 1 November... geen pardort, Nou moet U net zelf maar weten. Ui I De nieuwe Engelsche reus. De nieuwe lange golfzender van ^roitwich heeft een energie van 150 k.W., dit is tjriemaal zooveel als de j energie van de zenders, die de B.B.C. tot dusverre heeft gebouwd. Van de vier districtszenders te Brookmans Park, Moorside Edge, Westerglen en Washford Cross onderscheidt Droit wich zich o.m„ doordat de electrische installatie geen gel|jk-, doch wissel stroom voortbrengt, terwijl de hoog spanning door kwikdamp-gel jjkrich- ters in st^le» omhulsels en niet door motorgeneratoren wordt geleverd. De masten z|jn 700 voet hoog, terwijl de I B.B.C. tot dusverre gebruik maakte I van 500 voet hooge masten. De groot- I te der zendinstallaties maakte het ge- I wenscht om in de zenderzaal een ga- I ler|j in te bouwen. De fundamenten I voor de verschillende eenheden gaan I door de vloer van de galerij heen. De I energie wordt geleverd door vier Die- I sel-generatoren, met elk 6 cylinders. I Elk dezer machines levert 750 I\K. I en is direct gekoppeld aan een drie- I phase-wisselstroomgenerator van 470 I k.W. De Diesel-generatoren maken I 375 omwentelingen per minuut. De I geheele installatie heeft een maxi-1 mum-capaciteit van 1880 k.W., ter- I w|jl de normale belasting ongeveer I 1000 k.W. bedraagt, wanneer de beide I zenders volledig in bedrijf zijn. Hief- I voor behoeven slechts 3 Dieselmoto- I ren in bedrijf te worden gehouden op I van hun maximum belasting. De zender van Droitwich is zooda- I nig gebouwd, dat er 2 programma's I mee kunnen worden uitgezondenbo- I vendien is de nieuwe Midland Regio- I nal-zender in hetzelfde gebouw onder- I gebracht. Het leverde wel eenige I moeilijkheid op, dat de langogolfzen- I der ©en hooge spanningsstroom van I ongeveer 30 Ampère en 20.000 Volt I noodig heeft, terwijl de hoogspanning I van de Midland Regional slechts 15 Ampère en 11.000 Volt bedraagt. Er I werden twee kwikdamp-geljjkrich- ters ingebouwd, waarvan er één hls I reserve dient. De hoogspannings transformator, de pompen en andere apparaten voor eiken gel|jkrichter bevinden zich op een speciaal hier voor bestemde plaats. De hoop is gerechtvaardigd, dat Droitwich onder normale atmosfe rische toestanden overal op de Brit- sche eilanden goed kan worden ge hoord. In de afgelegen streken zal men dezen zender veel duidelijker hooren, dan vroeger met Droitwich het-geval \vas. Doordat de energie van Droit- I wich zooveel grooter is, zal het ver moedelijk, ook mogelijk z|jn om de zenders Van Washjord Crass, Moor side Edge en Brookmans Park stil te leggen. De eerstvolgende maanden zal dit echter nog niet gebeuren. Immers, ook een lange golflengte en een groo te energie helpen niet afdoende tegen fading en nachtelijke geluidsvorming op groote afstanden. De fading doet zich echter eeteit op grooteren af stand bemerken, dan b|j een halflan ge golflengte. Er kan intusschen nog geen definitief oordeel over den zen der worden uitgesproken, zoolang h|j geen vol jaar heeft gewerkt, d. w. z. in alle jaargetijden met hun sterk uit- eenloopende atmosferische toestan den. Droitwich heeft, als elke groote zender, z|jn individueele eigenschap pen, die hem*bok voor den niet-tech- nisch ontwikkelde tot iets aparts ma ken. Bezoekers, die den grooten weg van Birmingham naar Worcester ver laten, om eens te kijken, hoe Droit wich er uitziet, interejseeren zich vooral voor de mast. Om die te be klimmen heeft mert drie kwartier noodig, doch men kan ook met de lift gaan. Vanaf een hoogte van 700 voet heeft men hier een prachtig uitzicht, maar het is wel wat winderig en de top van de mast is dan ook vaak in wolken gehuld. Voor piloten wordt de mast kenbaar gemaakt door 3 lichten: één aan de trap, één op een platform, dat op de halve hoogte in de mast is aangebracht en één op een korte paal aan den voet ervan. De aarding geschiedt door een groot, radicaal netwerk van draden. Deze draden liggen dicht onder de aardoppervlakte in voren, die met een echte boerenploeg getrokken en later dichtgeworpen z|jn. De zendinstalla- tie ziet er ook voor een ondeskundige aantrekkelijk uit door de afwerking met chroomstaai. Boven de machines ziet men cla xons; als er iets doorslaat, maken deze een helsch lawaai, totdat het ge val weer in orde is gebracht. Ah een lamp doorbrandt, wordt de nieu we met een speciaal toestel naar be neden gehaald en gelegd in een wa gentje met rubberbanden, dat men het best met een kinderwagen kunnen vergelijken. Het is speciaal gemaakt om de lam pen zonder schokken en trillingen naar de gewenschte plaats te kunnen rijden. Van een lamp breken wordt niet eens gesproken, de gedachte aan zooiets zou al een opschudding ver oorzaken. En terecht, want voor de pr|js van zoo'n lamp zou men heel wat kunnen koopen. EEN MOEILIJK GEVAL. Kan ik den kassier even spreken? Nu niet, hy is uitgegaan. Wanneer zal h|j weer terug zg'n? Dpt kan ifc u onmogelijk zeggen, h|j moet morgen terechtstaan. EEN BEDELAAR, DIE ZIJN LES KENT! Bedelaar: Och mevrouw, geef m|j een glaasje water, want ik heb zoo'n honger, dat ik niet weet waar ik vannacht zal slapen! (iMoustique Charleroi.) door FLORENCE EEKHOUT. In December vertrok meneer Dur ham eensklaps voor een zakenreis. Zooiets gebeurde nooit, doch het komt dan ook zelden vdor, dat men een erfenis krjjgt en om allerlei za ken te regelen in verband daarmede, moest hy z'n beminde vrouwtje Lilian alleen laten. Dat was 2 jaren na hun huwelijk. Hoe zjj het zonder hem zou stellen, was hem niet duidelijk ze kon een voudig niet zonder hem leven en telde de uren, dat hü op kantoor was tot zijn thuiskomst doch het moest. En het zou niet lang duren. Boven dien hield meneer Durham niet van noodeloos geld verspillen. En dan leek het hem wel opvoedkundig, zijn vrouwtje eens alleen te laten. Lilian nam teeder afscheid van hem, keerde terug in huis, zette zich aan het venster van de woonkamer en keek in den tuin, met een zonderling .gevoel over zich. Ja, ze was wel ver laten, maar Felix had gelijk, het duurde kort en het was zonde jfeld uit te geven om, mee te gaan, er was niets te zien in het vergeten nest, waar zijn tante of achternicht was gestorven, Lilian staarde in den tuin en vroeg zich af, wat ze zou gaan doen. Vele van de dingen, die anders gedaan moesten worden, zooals het ernstig opstellen van het menu, dat Felix zou kunnen bevallen en tevens niet te duur worden, of het verzenden van invitaties voor een dinertje of opbel len naar bekenden en dergelijke din gen meer, vervielen nu of leken op eens iets van hun gewichtigheid te verliezen. I Lilan besloot rustig thee te drinken en niets te doen. En al theedrinkend droomde ze zoo'n beetje. Ze was een heel gelukkig vrouwtje. Dat zei Fe lix, dat zeiden haar ouders en al haar familieleden. Wat een verrassing was het geweest, toen Felix haar vroeg. Nemand had het verwacht, zij óók niet. Met een zuster naast zich, zoo knap, zoo intelligent, zoo aantrekke lijk als Myrian. Maar het was hadr, kleine, onbe duidende Lilan, die hij koos. En wat een engel van een man was hij voor haar, zei tante Anna. Ze was zoo in haar voordeel veranderd! Bepaald knap geworden. Ze kleedde zich ook zooveel beter nu hij er op lette. Vroe ger had ze een neiging voor vroolijke kleuren en voor „zigeunerachtige" kettingen. Felix had haar dat heele- maal afgeleerd. Een echte dame droeg zulke kettingen biet. Lilan schrikte, ze merkte dat ze de boenen had opgetrokken en zoo in haar stoel had gezeten, iets wat Felix haar toch zoo grondig meende afge leerd te hebben. Wel, hij zag het nu niet. Hij zou het ook niet zien, als ze ging winkelen. Dat deed ze zelden meer, tenminste niet écht. Boodschap pen doen, nu ja, maar doelloos geslen- ter langs winkels, dat moest een in- K&the von Nagy, de gevierd filmster, die dé hoofdrol speelt in de succes operette „Einmal eine grosse Dame sein", die vanaf hedenavond wordt vertoond in de Schouwburg-Bioscoop. telligente vrouw niet doen, zei Felix. Vreemd, dat hij haar voor intelligent scheen te houden, terwijl hij haar toch letterlijk alles moest uitleggen. Haar Fransch was nu eindelijk verbeterd, hoe geduldig had hij haar avond aan avond overhoord en lesjes laten ma ken. Ze stond op en ging zich kleeden. Even later wandelde ze naar de stad. Het was een zachte koele dag, zwe mend naar regen, doch telkens brak de zon door. Ze bleef staan voor een winkel, die Felix een „oord van sma keloosheid" placht te noemen. Er wa ren zulke gezellige dingen. Nu ja, ze wist nu wel, dat die prent daar geen enkele waarde had -*» Felix had haar naar allerlei tentoonstellingen ge bracht, had werken met reproductief over beroemde meesters met haar door gekeken en haar grondig uitge legd wat mooi en wat niet mooi was, maar zij zou toch die prent wel willen hebben. Hoewel, wat zou Felix zeg gen- als hij die zag hangen! Ze liep haastig door. Een uur later dronk ze thee met een oude kennis. Vroeger waren ze erg op elkaar gesteld, maar Felix vond het geen gezelschap voor haar. En je bent nu zoo gelukkig, heb ik gehoord, zei de oude vriendin, je man moet een engel zijnEn' erg knap. O ja, dat kon Lilian bevestigen. En zoo degelijk en goed. Ik begrijp soms niet wat hij aan me vindt, bekende ze. Ik ben zoo dom, wat ik weet, heeft hij me geleerd in- deze jaren. Hij moet wel dol op me zijn! 8 Misschien, zei de vriendin, in telligente mannen zijn vaak dol op vrouwen, die zet nog leeren kunnen. Heerlijk voor hun gevoel van meer derheid, weet je! Heb je nooit zulke mannen gekend, die kopschuw wor den als ze een intelligente vrouw ont moeten en woedend, als een vrouw op „hun" terrein iets presteert? Lilan knikte. Ja, Felix kon ge- emancipeerde vrouwen, niet uitstaan Maar hij kan hef toch niet erg prettig vinden, Fransche lesjes met me te doen, zei ze lachend. De andere haalde even de schou ders óp. Wie weet... weet je, er zijn vrou wen die bij voorkeur een of anderen half-verloopen man nemen, zoodat iedereen omvalt van verbazing. Dien man beginnen ze dan te bewerken, ze halen hem van den alcohol af en van teveel rooken, ze brengen hem ertoe te gaan werken, ze drijven hem naar succes, kortom, ze maken hem. Hij moet natuurlijk erg dankbaar zijn, maar soms is hij het niet. Soms be driegt hij haar zelfs en dat is natuur lijk schandelijk. Toch heb ik het altijd Een ontroerend filmwerk. Zuiver waargenomen.- Kindervreugde en -tragiek. 3 dj^van Rose (Madeleine isje^fct gegoedë kringen, Een enkele maal verrast de Fransefid filmnijverheid ons met een film, die plot seling opvalt door een meesterlijke samen stelling en een groote zuiverheid. Zoo is het met de verfilming van den roman van den Franschen schrijver Léon Trapié: „Contes de la Maternelle". Het draaiboek werd aan de hand van dit boek met de noodige vrijheden samenge steld door J. Bénoit Levy en Marie Epstein, die tevens de regie voerden. Het is een rolprent géworden, die soms herinnert aan „Madchen in Uniform',-hier z|jn het evenwel kleuters, overgelaten aan de zorg van volwassenen, dié ons voor oogen getooverd worden. Het „verhaal" is Renaud), een meis. dat, doordat haar vader plotseling z|jn ver mogen verliest, haar verloving moet ver breken en werk zoeken. Daartoe meldt z|j zich aan als werkster b|j een bewaarschool, waar de talrijke kinderen van een arme volksbuurt dagelijks een tehuis vinden. En al spoedig weet het tengere vrouwtje, met haar stille, melancholieke gelaat en donker, diepe oogen, de vriendschap en het vertrouwen van de kinderen te winnen, iets wat de onderwijzeressen zelf lang niet alt|jd hebben weten klaar te spelen. En zoo komen ook al ras deverschillende karakters van de kinderen en hun kleine en groote zorgen en verdrietelijkheidjes tot uiting. Er is de kleine Marie het eenzame meisje, met haar felle, ouwelijke gezichtje wier oogen om liefde smeeken, liefde, die haar moeder haar niet geven kan, druk als ze het heeft met haar beroep: mannen... kroegen. Er is het kleine joohie, dat niet lachen kan, maar dat onder Rose's moederlijke vriendelijkheid een glimlach op z|jn vuile, magere snpitje Weet te brengen. iZoo is er een zwerm van zulke kleine verstootelingen, onder wie echter de kleine Marie in haar groote eenzaamheid de groo te liefde van Rose verwerft. Het is in de schildering van deze bewaar schoolkinderen, dat de film een hoogte be reikt, zooals zelden bereikt werd. Vaak heb ben we kinderen op het witte doek gezien, die nu juist niets kinderlijks meer hadden, maar wier spel een cartonachtige naboot- sing was van hetgeen er van hen verwacht werd. Wat we hier zien is het leven van de kinderen, zooals ze dat ook werkelijk ge leefd hebben, onbewust van het feit, dat overal de camera was, om de gevoeligste en kunnen begrijpen, weet je. Misschien' had hy nog een béétje eigen persoon lijkheid over en die misbruikte hij tegen haar. Toen Felix t Durham terugkeerde, leek de hemel boven zyn hoofd in ta storten. Het eerste wat hem trof als een donderslag in het gezicht, was de zonder twijfel aardige, doch opzich tige complet van z|jn vrouw. Het tweede was een afgrijselijke litho, die ze in de eetkamer had opgehangen. Het derde was de prompte bekente nis, dat ze was gaan dansen met een jongen man, dien ze bij een vriendin had ontmoet, een vriendin, die hij haar had verboden. Er kwam een scène en toen stortte de rest van zijn wereld rond heip in. Zjjn zacht, ge- grappigste momenten vast te ieggen. Het is wonderlijk te zien hoe de natuurlijke, primitieve reacties op die armoedige ge zichtjes zich ongedwongen afspiegelen. Hoe de tranen ook werkelijk van verdriet z|jn en de lach inderdaad van vreugde is. De kleine Marie (Paulette Elambert) heeft wel het merkwaardigste en aangrij pendste aandeel in het spel. Z|j is het eenige kind, waarvan men met zekerheid kan zeg gen, dat het „speelt", al is dit spel dan ook zoo argeloos en levensecht, als het meiske, met haar tforte vlechtjes en expressieve ge zichtje, zelf. Steeds meer hecht z|j zich aan Rose, en deze gehechtheid wordt zóó sterk, dut z|j jaloersch is wanneer Rose zich met anderen bemoeit. En er komt een oogenblik waarop Rose zich sterk met iemand anders bemoeit, na melijk met den dokter, die haar ten slotte ten huwelijk vraagt. Merkwaardig juist is de kijk, die de re gisseur hier op een kinderziel toont: de angst van Marie dat Rose haar zal verlaten openbaart zich het eerst wanneer z|j den dokter ontmoeten, waèneer ze samen voor een étalage staan, waar Marie en haar moe der ook eenmaal stonden, toen een man zich met haar moeder bemoeide. De étalage, waar een schip in staat, het verhaal van een buurvrouw, die zegt dat haar moeder op een groot schip is heengegaan, brengen haar er toe naar de haven te gaan. Dam* ziet ze een minnekoozend paartje, dat haar herinnert aan alle keeren, dat z|j zich een zaam voelde, haar moederRose. Z|j tracht het beeld van de twee menschen te doen verdwijnen, gooit alles wat binnen haar bereik komt in het water en doet ein delijk een poging om zich te verdrinken. Ze wordt evenwel gered en naar de school teruggebracht. Daar volgt een van de prach tigste scènes uit de heele film: de verzoe ning met den dokter, die Rose van haar dreigt weg te nemen. Langzaam ontspant zich het koppige, strakke gelaat van het kind, steeds meer neemt haar vertrouwen in den dokter toe en tenslotte breekt een verrukkelijke glimlach de'werkelijk adem beklemmende spanning;. Dit is een scène, die onvergetelijk is. „La Maternelle" heeft zoowel in het bui tenland als in ons land reeds groote suc cessen behaald en we verwachten niet an ders dan dat er voor de vertooning in het Thalia-Theater een groote belangstelling zal bestaan. De film is het waard. dwee vrouwtje stond rood van woede voor hem, met fonkelende oogen en wierp hem een stroom van woedende woorden in het gezicht. Hy begreep er niets van. Wat praatte ze van een kostschool en van z|jn y delheid en dat ze er voor bedankte zijn eeuwige zoete leerlinge te z|jn? Het is er mee als met kinderen, dacht hij, je kunt ze niet alleen laten. Hetgeen hem weer een troostend ge voel van meerderheid gaf. Men vindt, dat de arme Durham het slecht getroffen heeft. Dat kleine vrouwtje van hem leek zoo zacht en gedwee, maar ze is heelemaal ver anderd. Neen, ze is het groote geluk niet waard, zijn vrouw te mogen zijn. 5 -.'Srlsafip Twee ongenoode gasten... die van een koude kermis thuiskwamen. door VICTOR VAN OLM. Het was al diep in het najaar en het schrale windje voorspelde reed: dat de winter in aantocht was. De oude Buffelstier, de koning de vlakte, bekeek de wereld zoo eens, gooide zijn kop in de lucht, snoof ««s, graasde nog wat en zotte koers Baar de bergen, waar hjj van plan was stfn winterkwartier op te slaan. Onderweg ontmoette hij vriend Springbok, die zoo'n beetje liep rond tö scharrelen. Goeie middag, zei de Buffelstier. Goeie middag, antwoordde de Springbok. Waar ga je naar toe? Ik ga myn winterhuis*bouwen, antwoordde h|j. Wil je niet met me ®eegaan, om te helpen en de winter samen met mij door te bréngen? Nee, dank je wel. Ik heb geen huis voor den winter noodig. Ik heb het wann genoeg en als ik het koud krijg, kruip ik onder het droge gras. Dan is het net zoo warm als in jouw huis, zei Springbok en ging er van door. Buffelstier zei hem goedendag en ging weer verder. Een tijdje later ontmoette hjj Wildzwijn. Goeie middag, Wildzwijn, zei Buffelstier hem goedendag. Goeie middag, antwoordde Wild zwijn.'En waar gaat de reis naar toe, als ik vragen mag? Och ,ik ga mijn winterkwartier opslaan. Kom mij helpen, dan bren gen wij samen den winter door. Neen, dank je, maat. Zóó koud zal ik het niet krijgen; en als het bar koud wordt, graaf ik eten gat in den grond, waar het lekker warm zal zijn. Doe zooals je wilt, zei Buffel stier en ging weer verder. Een poosje later ontmoette hij z'n vriend Struisvogel, die bezig was zijn kostje op te scharrelen. —.Goeie middag, groette Baffel- sti^? Goeie middag, groette Struisvo gel. En waar gaat de reis naaï toe? vroeg Struisvogel vriendelijk. Oh, ik ga boven in de'bergen mijn winterhuis bouwen. Ga mee en blijf van de winter bij me. Nee, dank je, kerel, lachte Struisvogel, zoo koud zal -ik het niet krijgen. Zie je, als ik het koud krijg, kruip ik in het gras en steek mijn kop tusschen de veeren en dan veel ik niets van de kou. Ook goed, zei Buffelstier en stapte weer verder. Laat in den mid dag ontmoette hij vriend Fazant. Goeie middag. Goeie middag, klonk het ant woord. Waar ga jij 'naar toe, Buffel stier? vroeg Fazant nieuwsgierig. Ik trek naar de bergen om een lekker warm huis te bouten. Wil je m|j niet komen helpen? En blijf van de winter dan bij me? Ach, wat! antwoordde Fazant, de kou-heeft mij nog nooit geplaagd, en als het erg koud wordt, dan kan ik er altijd nog wel wat op verzinnen. Je weet toch wel, dat wij vogels altijd plannen maken, antwoordde Fazant en ging weer in het warme zand lig gen. Doe maar wat je wil, zei Buffel stier. Hij zei hem goedendag en stapte alleen verder, naar de bergen,, waar hij een warm huis ging bouwen. Toen de winter kwam, was zij n huis klaar; hij had,,volop eten en koud had hjj het nog niet gehad. Maar de wjn- ter werd al kouder en kouder en de dieren, die geen winterkwartier had den, leden er erg onder. Dp een goeie middag in het hartje van den winter, klopte iemand aan de deur van Buf- felstier's woning. Hij schoof het luik je opz|j en zag Springbok voor de deur staan, heelemaal verkleumd. 1 Wat kom jij hier doen, Spring bok? vjpeg h|j nieuwsgierig. Ach, Buffelstier, doe toch open, want ik ga dood van de kou. Ach, toe nou4 smeekte hij. Nee, kruip maar onder het gras Jij wou me immers niet helpen ook, antwoordde Buffelstier heiyi. Buffelstier, als je mij niet; open doet, breek ik je heele huis af en dan krijg je het ook koud, dreigde Spring bok hem. Buffelstier dacht er eens over na en vond het beter hem binnen te laten dan zij ft huis te laten afbreken. Den volgenden dag kwam Wild zwijn aan de deur kloppen en vragen of hij niet binnen mocht Itpmen. Nee, ga jij maar een gat in den. /grond graven en kruip daar dan in. Dat is lekker warm! Als je mij niet binnenlaat, dan maak in een gat in je deur, en'dan kcijg jij het ook koud, dreigde Wild zwijn. En om zijn huis niet te laten ver nielen, liet hij Wildzwijn ook binnen. Een paar dagen later kwamen Struisvogel en Fazant aangestapt om te vragen of zij nïisschien ook moèh» ten binnenkomen, want de kou maak te hen dood. Wat! riep Buffelstier uit, en ik heb altijd gedacht dat jullie vogels zoo goed plannen kunt maken. Waar om komen jullie dan naar m|j toe? Blijf maar gerust buiten hoor. Toen antwoordden zijAls je ons niet binnenlaat, halen wij het dak van je huis af en dan sterf jij ook van de kou. Toen heeft hij hen ook binnenge laten. Tijger en Jakhals, die ook in de bergen woonden en in lang niets te eten hadden, kwameh op het idee Buf felstier in zijn hifis gevangen te ne men pn daarna op te eten. Dat er nog andere dieren bij Buffelstier woon- Ien, wisten ze niet, en toen zij dair >k bjj het huis kwamen, begonnep ze maar dadelijk een gat te graven. Jij bent niet wijs! Jij gaat er- natuurlijk het eerst in, want jij bent de kleinste. Jij bent fiiet wijs! Jij gaat er natuurlijk het eerst in, want jij bent de sterkste, zei Jakhals. Ik zal door het gat kijken en als je hem eenmaal vast hebt, kom ik je helpen, hoor. Daarmede was Tijger tevreden en hij kroop in het gat. Maar het groepje binnen stond klaar om hem te ont-»

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4