Hoe het ijs op een kunstijsbaan verkregen wordt.
DE RIJWIELPLAATJES.
Denkt eraan.
Droitwich.
De eeuwige kostschool,
FILMNIEUWS.
„La Maternelle - De Bewaarschool.
VOOR DE JEUGD.
Koning Buffelstier bouwt
zijn winterpaleis.
Holland's eerste kunst-ijsbaan.
Holland's eerste kunstijsbaan, die achter
het Amsterdamsche Sportfondsenbad in
aanbouw is, wordt ongeveer 10 November
a.s. voor oud en jong opengesteld. De be
langstelling, welke schaatsenUevend Hol
land voor deze baan reeds nu aan den dag
legt, blijkt zeer groot te zijn, doch tevens
blijkt dat men er eigenlijk geen idee van
heeft, hoe zoo'n baan nu per saldo werkt,
m.a.w. hoe het ijs verkregen wordt.
Telkens weer staat men ongeloovig tegen
over de mededeeling, dat we op de Kunst
ijsbaan m de open lucht, ook al „dooit het
hard op prachtig ijs kunnen rijden.
Waar we anderzijds telkens weer omtrent
het raadsel, hoe dit nu mogelijk is, gevraagd
worden, willen we door een populaire be-
schrgving de oplossing in breede kringen
bekend maken.
De eigenlijke Kunstijsbaan bestaat uit een
groote betonnen vloer. Daarin liggen, vlak
onder de oppervlakte, dicht naast elkaar
platte, buizen, in totaal een 25 a 30 K.M.
Door deze buizen wordt nu, als we de ijs
baan in gebruik willen nemen, voortdurend
een pekeloplossing, welke een te mperatuur I
van 10 gr. Celcius onder nul heeft, gestuwd.
Deze koude pekel koelt de op het buizennet
liggende betonnen vloer sterk af, zoo zelfs,
dat deze een temperatuur van eenige graden
onder nul krigt. Gaat men nu en dit
gebeurt natuurlijk op de betonnen vioer
water spuiten, dan krijgt dit ook een tem
peratuur die onder nul ligt, met als gevolg,
dat het bevriest en de Ijsbaan ontstaat.
Indien we er nu maar voor zorgen, dat
de „omgeving" steeds een temperatuur van
-0 gr. heeft, dan blijft de ijsplaat hard en
dat dit steeds het geval is, daarvoor zoigt
de voortdurend door de buizen stroomende
koude pekel.
De vraag is nu, hoe we bereiken, dat door
de buizen voortdurend pekel stroomt, die
zulk een koude heeft.
Daarvoor is een flinke technische instal
latie noodig, welke in de machinekamer, b|j
de Sportfondsen Kunstijsbaan, het overge
bleven gedeelte van het oude retortenhuis,
naast de machinekamer der zweminrichting
is opgesteld.
Om het koude-proces der technische in
stallatie van de kunstijsbaan goed te be
grijpen, dient men zich twee natuurwetten
te herinneren.
De eerste, dat ieder lichaam, dat in een
andere toestand gebracht wordt, warmte
verbruikt. Deze warmte onttrekt het lichaam
aan z|jn naaste omgeving, welke ,.koud
wordt". Een eenvoudig voorbeeld hiervan is
het volgende: men druppelt een beetje eau-
de-cologne op -de vlakke hand. Eeti ieder I
weet, dat die eau-de-cologne verdampt of
anders gezegd: het lichaam (eau-de-colog
ne) neemt een anderen vorm aan en heeft
daarvoor warmte noodig, die het aan de
hand onttrekt. Op ons maakt dit dan den
indruk, dat onze hand, tengevolge van de
verdamping der eau-de-cologne, koud wordt.
De tweede natuurwet, welke aan dit be
vriezingsproces ten grondslag ligt, is, dat
ieder gas, dat onder een bepaalde tempe
ratuur en druk gebracht wordt, in vloei
baren toestand overgaat, m.a.w. vloeistof
wordt. Omgekeerd gaat die vloeistof, wan
neer we die bepaalde druk of die bepaalde
temperatuur weer wijzigen, w eer io gas I
over.
In de machinekamer der Ijsbaan staftn nu
twee groote compressoren. Daarin wordt
het ammoniakgas, dat we hierin brengen,
onder een druk van 12 atmospheeren ge
bracht. Van den compressor wordt het (on
der 12 atmospheeren staande) ammoniak
gas naar een aantal dicht b|j elkaar staande
buizen (dit stel buizen noemen we tesamen
een condensator) gevoerd. Deze buizen wor
den nu afgekoeld en volgens de hierboven
genoemde tweede natuurwet wordt het am
moniakgas (dus dank z|j de 12 atmosphee
ren druk en dank z|j de wijziging in tempe
ratuur) veranderd in vloeistof (vloeibaar
ammoniak). Nu bevindt zich in de machine
kamer een tank, die gevuld Is met 150.00Q
Liter pekel. Bovendien bevindt zich in deze
tank een serie buizen. De pekel kan daarin
niet doordringen, maar wel vloeit de pekel
rondom deze buizen. Deze in de pekel han
gende buizen noemen we de verdamper.
In den verdamper brengen we via een
ventiel de vloeibare ammoniak, welke, nu
we den druk van 12 atmospheeren weg
nemen, volgens natuurwet 1, onmiddellijk
aan hét verdampen gaat, d. w. z. dus weer
ammoniakgas wordt.
Maar, zooals we boven zagen, een vloei
stof (in dit geval de vloeibare ammoniak)
welke een andere gedaante aanneemt, ge
bruikt daarvoor warmte en onttrekt deze
aan zjjn omgeving.
Deze omgeving bestaat uit de 150.000 L.
pekel, die nu „Ijskoud" wordt. Dat de pekel,
die aldus een temperatuur van -10 gr. Cel'-
cius heeft, door pompen uit de pekeltank
naar de buizen onder de ijsplaat gedreven
wordt en na daar haar verkoelenden d:enst
te hebben verricht, weer wordt terugge-
stuwd is de laatste schakel in het geheele
proces, dat zich thans gemakkelijk begrijpen
laat.
Van de temperatuur der buitenlucht is nu
afhankelijk, of we in het buizennet onder
de ijsplaat veel of weinig koude pekel moe
ten doorstuwen, m.a.w. of de comprossoren
en de pompen al dan niet harder moeten
werken.
De capaciteit is van dien aard, dat, zelfs
indien de zon volop schijnt en de thermo-i
meter naast de baan een temperatuur van
^-20 gr. Celcius aanwijst, het |js nog prach
tig hard en uitstekend berijdbaar is.
Het |js van de kunstijsbaan -is slechts 3
c.M. dik. Wordt b|j .druk bezoek het ijs
eenigszins afgereden, dan wordt de baan
voor 10 minuten ontruimt. In dien korten
t|jd Wordt de baan met lauw water bespo-J
ten, dat onmiddellijk, dank z|j de koude op
de Ijsplaat, bevriest.
Regen heeft op een kunstijsbaan, wat het
|js betreft, geen nadeeligen invloed, in
tegendeel, het |js is dan voortdurend spiegel
glad.
De baan is hellend gelegen n.l. 30 c.M.
op de totale lengte van 60 Meter, welke men
b|j het ryden absoluut niet bemerkt, doch
welke helling voldoende is, om het over
tollige regenwater automatisch te doen af
vloeien.
Het verblijf op een kunstijsbaan is onder
deze omstandigheden steeds zeer aange
naam. In zacht herfst- of winterweer, zon
der snerpende winden, kan de ijssport be
oefend worden. Dit is dan ook de reden, dat
de kunstijsbaan in het buitenland zoo druk
bezocht worden.
Hoe het in Holland zal gaan dienen we
af te wachten, doch gezien de animo der
Nederlanders voor deze oer-vaderlandsche
sport, meenen de bestuurderen daaraan niet
behoeven te twijfelen.
Elegant avondtoilet van witte glanzende zijde. Bij dit toilet draagt men
een zwarte bontcape met witte bontgarneering.
EEN GELUKKIGE.
<r,
Waar is het bureau voor het aan
vragen van een patent? Ik heb een petro
leumkachel uitgevonden.
Een nieuw dieet
Van morgen af verander ik mijn
dieet. Alleen nog vruchten, geen
brood, geen koek, geen pasteitje.
Dokters voorschrift?
Neen, maar de bakker geeft mij
geen crediet maar, de fruithandelaar
wel
Rust in huis.
Houdt U van kinderen?
Ja, zij geven aan het huis zoo'n
rustige stemming, wanneer z|j naar
bed gebracht zijn!
Golf spelen.
De dokter heeft m|j aangeraden
voor m|jn gezondheid golf te gaan
spelen.
En wanneer je nu al eens golf
gespeeld had?
Dan had h|j m|j vermoedelijk
.aangeraden, er mee uit te scheiden!
De minister van financiën heeft
bepaald, dat na 1 November a.s.... de
ïywielplaatjes goed op de fietsen be-
vestigd moeten z|jn, en duidelijk
zichtbaar. Maar men mag ze ook op
in het oog vallende wijze op de borst
bevestigen. Na dien datum... geen
pardon.
Ziezoo, dat weten we alweer,
En, hebt U 't niet gelezen,
Laat dan mijn ■waarschuwen hier
thans
Een vingerwijzing wezen.
Tot nu toe reden U en ik
Maar zorg'loos langs de wegen,
En nimmer heb ik waar is waar
Een boetebrief gekregen!
Want stééds als de politie-arm
Naar d' achterzak juist daalde,
Dèn was het, dat ik uit m'n zak
M'n... rijwielplaatje haalde,
Wijl ik natuurlijk had verzuimd,
Het op m'n fiets te zetten,
En... 'k kwam er af met het verzoek
Om beter op te letten!
Doch aangezien wij allemaal
Maar gróóte... kind'ren blijven,
Stond één dag later er alweer
Eén klaar om m' op te schrijven.
Wéér het bekende manuaal,
En wéér hetzelfde liedje...
Toén dacht ik: daarvoor holpt alleen
Eén ding nog maarhet rietje!
De straffe hand, die ons regeert,
En die geen mensch kan missen,
Omdat w' ons anders èltijd weer
Maar blijven... dóór-vergissen!
En zie, als had men het gehoord...
Zoo gaat 't er dus van komen,
En met geen enk!Ie... smoes wordt
straks
Genoegen meer genomen.
Uw rijwielplaatje op Uw fiets,
En niet in één der zakken,
Maar op Uw jas of Uw colbert,
Of een der andere pakken.
Uw plaatje op'Uw borst of fiets.
En mocht U het vergeten,
Na 1 November... geen pardort,
Nou moet U net zelf maar weten.
Ui I
De nieuwe Engelsche reus.
De nieuwe lange golfzender van
^roitwich heeft een energie van 150
k.W., dit is tjriemaal zooveel als de j
energie van de zenders, die de B.B.C.
tot dusverre heeft gebouwd. Van de
vier districtszenders te Brookmans
Park, Moorside Edge, Westerglen en
Washford Cross onderscheidt Droit
wich zich o.m„ doordat de electrische
installatie geen gel|jk-, doch wissel
stroom voortbrengt, terwijl de hoog
spanning door kwikdamp-gel jjkrich-
ters in st^le» omhulsels en niet door
motorgeneratoren wordt geleverd. De
masten z|jn 700 voet hoog, terwijl de I
B.B.C. tot dusverre gebruik maakte I
van 500 voet hooge masten. De groot- I
te der zendinstallaties maakte het ge- I
wenscht om in de zenderzaal een ga- I
ler|j in te bouwen. De fundamenten I
voor de verschillende eenheden gaan I
door de vloer van de galerij heen. De I
energie wordt geleverd door vier Die- I
sel-generatoren, met elk 6 cylinders. I
Elk dezer machines levert 750 I\K. I
en is direct gekoppeld aan een drie- I
phase-wisselstroomgenerator van 470 I
k.W. De Diesel-generatoren maken I
375 omwentelingen per minuut. De I
geheele installatie heeft een maxi-1
mum-capaciteit van 1880 k.W., ter- I
w|jl de normale belasting ongeveer I
1000 k.W. bedraagt, wanneer de beide I
zenders volledig in bedrijf zijn. Hief- I
voor behoeven slechts 3 Dieselmoto- I
ren in bedrijf te worden gehouden op I
van hun maximum belasting.
De zender van Droitwich is zooda- I
nig gebouwd, dat er 2 programma's I
mee kunnen worden uitgezondenbo- I
vendien is de nieuwe Midland Regio- I
nal-zender in hetzelfde gebouw onder- I
gebracht. Het leverde wel eenige I
moeilijkheid op, dat de langogolfzen- I
der ©en hooge spanningsstroom van I
ongeveer 30 Ampère en 20.000 Volt I
noodig heeft, terwijl de hoogspanning I
van de Midland Regional slechts 15
Ampère en 11.000 Volt bedraagt. Er
I werden twee kwikdamp-geljjkrich-
ters ingebouwd, waarvan er één hls
I reserve dient. De hoogspannings
transformator, de pompen en andere
apparaten voor eiken gel|jkrichter
bevinden zich op een speciaal hier
voor bestemde plaats.
De hoop is gerechtvaardigd, dat
Droitwich onder normale atmosfe
rische toestanden overal op de Brit-
sche eilanden goed kan worden ge
hoord.
In de afgelegen streken zal men
dezen zender veel duidelijker hooren,
dan vroeger met Droitwich het-geval
\vas. Doordat de energie van Droit-
I wich zooveel grooter is, zal het ver
moedelijk, ook mogelijk z|jn om de
zenders Van Washjord Crass, Moor
side Edge en Brookmans Park stil te
leggen. De eerstvolgende maanden zal
dit echter nog niet gebeuren. Immers,
ook een lange golflengte en een groo
te energie helpen niet afdoende tegen
fading en nachtelijke geluidsvorming
op groote afstanden. De fading doet
zich echter eeteit op grooteren af
stand bemerken, dan b|j een halflan
ge golflengte. Er kan intusschen nog
geen definitief oordeel over den zen
der worden uitgesproken, zoolang h|j
geen vol jaar heeft gewerkt, d. w. z.
in alle jaargetijden met hun sterk uit-
eenloopende atmosferische toestan
den.
Droitwich heeft, als elke groote
zender, z|jn individueele eigenschap
pen, die hem*bok voor den niet-tech-
nisch ontwikkelde tot iets aparts ma
ken. Bezoekers, die den grooten weg
van Birmingham naar Worcester ver
laten, om eens te kijken, hoe Droit
wich er uitziet, interejseeren zich
vooral voor de mast. Om die te be
klimmen heeft mert drie kwartier
noodig, doch men kan ook met de lift
gaan.
Vanaf een hoogte van 700 voet
heeft men hier een prachtig uitzicht,
maar het is wel wat winderig en de
top van de mast is dan ook vaak in
wolken gehuld. Voor piloten wordt de
mast kenbaar gemaakt door 3 lichten:
één aan de trap, één op een platform,
dat op de halve hoogte in de mast is
aangebracht en één op een korte paal
aan den voet ervan.
De aarding geschiedt door een
groot, radicaal netwerk van draden.
Deze draden liggen dicht onder de
aardoppervlakte in voren, die met een
echte boerenploeg getrokken en later
dichtgeworpen z|jn. De zendinstalla-
tie ziet er ook voor een ondeskundige
aantrekkelijk uit door de afwerking
met chroomstaai.
Boven de machines ziet men cla
xons; als er iets doorslaat, maken
deze een helsch lawaai, totdat het ge
val weer in orde is gebracht. Ah
een lamp doorbrandt, wordt de nieu
we met een speciaal toestel naar be
neden gehaald en gelegd in een wa
gentje met rubberbanden, dat men
het best met een kinderwagen
kunnen vergelijken.
Het is speciaal gemaakt om de lam
pen zonder schokken en trillingen
naar de gewenschte plaats te kunnen
rijden. Van een lamp breken wordt
niet eens gesproken, de gedachte aan
zooiets zou al een opschudding ver
oorzaken. En terecht, want voor de
pr|js van zoo'n lamp zou men heel
wat kunnen koopen.
EEN MOEILIJK GEVAL.
Kan ik den kassier even spreken?
Nu niet, hy is uitgegaan.
Wanneer zal h|j weer terug zg'n?
Dpt kan ifc u onmogelijk zeggen, h|j moet morgen terechtstaan.
EEN BEDELAAR, DIE ZIJN LES KENT!
Bedelaar: Och mevrouw, geef m|j een glaasje water, want ik
heb zoo'n honger, dat ik niet weet waar ik vannacht zal slapen!
(iMoustique Charleroi.)
door FLORENCE EEKHOUT.
In December vertrok meneer Dur
ham eensklaps voor een zakenreis.
Zooiets gebeurde nooit, doch het
komt dan ook zelden vdor, dat men
een erfenis krjjgt en om allerlei za
ken te regelen in verband daarmede,
moest hy z'n beminde vrouwtje Lilian
alleen laten.
Dat was 2 jaren na hun huwelijk.
Hoe zjj het zonder hem zou stellen,
was hem niet duidelijk ze kon een
voudig niet zonder hem leven en telde
de uren, dat hü op kantoor was tot
zijn thuiskomst doch het moest.
En het zou niet lang duren. Boven
dien hield meneer Durham niet van
noodeloos geld verspillen. En dan
leek het hem wel opvoedkundig, zijn
vrouwtje eens alleen te laten.
Lilian nam teeder afscheid van hem,
keerde terug in huis, zette zich aan
het venster van de woonkamer en
keek in den tuin, met een zonderling
.gevoel over zich. Ja, ze was wel ver
laten, maar Felix had gelijk, het
duurde kort en het was zonde jfeld uit
te geven om, mee te gaan, er was niets
te zien in het vergeten nest, waar zijn
tante of achternicht was gestorven,
Lilian staarde in den tuin en vroeg
zich af, wat ze zou gaan doen. Vele
van de dingen, die anders gedaan
moesten worden, zooals het ernstig
opstellen van het menu, dat Felix zou
kunnen bevallen en tevens niet te
duur worden, of het verzenden van
invitaties voor een dinertje of opbel
len naar bekenden en dergelijke din
gen meer, vervielen nu of leken op
eens iets van hun gewichtigheid te
verliezen. I
Lilan besloot rustig thee te drinken
en niets te doen. En al theedrinkend
droomde ze zoo'n beetje. Ze was een
heel gelukkig vrouwtje. Dat zei Fe
lix, dat zeiden haar ouders en al haar
familieleden. Wat een verrassing was
het geweest, toen Felix haar vroeg.
Nemand had het verwacht, zij óók
niet. Met een zuster naast zich, zoo
knap, zoo intelligent, zoo aantrekke
lijk als Myrian.
Maar het was hadr, kleine, onbe
duidende Lilan, die hij koos. En wat
een engel van een man was hij voor
haar, zei tante Anna. Ze was zoo in
haar voordeel veranderd! Bepaald
knap geworden. Ze kleedde zich ook
zooveel beter nu hij er op lette. Vroe
ger had ze een neiging voor vroolijke
kleuren en voor „zigeunerachtige"
kettingen. Felix had haar dat heele-
maal afgeleerd. Een echte dame droeg
zulke kettingen biet.
Lilan schrikte, ze merkte dat ze de
boenen had opgetrokken en zoo in
haar stoel had gezeten, iets wat Felix
haar toch zoo grondig meende afge
leerd te hebben. Wel, hij zag het nu
niet. Hij zou het ook niet zien, als ze
ging winkelen. Dat deed ze zelden
meer, tenminste niet écht. Boodschap
pen doen, nu ja, maar doelloos geslen-
ter langs winkels, dat moest een in-
K&the von Nagy, de gevierd filmster, die dé hoofdrol speelt in de succes
operette „Einmal eine grosse Dame sein", die vanaf hedenavond wordt
vertoond in de Schouwburg-Bioscoop.
telligente vrouw niet doen, zei Felix.
Vreemd, dat hij haar voor intelligent
scheen te houden, terwijl hij haar toch
letterlijk alles moest uitleggen. Haar
Fransch was nu eindelijk verbeterd,
hoe geduldig had hij haar avond aan
avond overhoord en lesjes laten ma
ken. Ze stond op en ging zich kleeden.
Even later wandelde ze naar de stad.
Het was een zachte koele dag, zwe
mend naar regen, doch telkens brak
de zon door. Ze bleef staan voor een
winkel, die Felix een „oord van sma
keloosheid" placht te noemen. Er wa
ren zulke gezellige dingen. Nu ja, ze
wist nu wel, dat die prent daar geen
enkele waarde had -*» Felix had haar
naar allerlei tentoonstellingen ge
bracht, had werken met reproductief
over beroemde meesters met haar
door gekeken en haar grondig uitge
legd wat mooi en wat niet mooi was,
maar zij zou toch die prent wel willen
hebben. Hoewel, wat zou Felix zeg
gen- als hij die zag hangen! Ze liep
haastig door.
Een uur later dronk ze thee met
een oude kennis. Vroeger waren ze
erg op elkaar gesteld, maar Felix vond
het geen gezelschap voor haar.
En je bent nu zoo gelukkig, heb
ik gehoord, zei de oude vriendin, je
man moet een engel zijnEn' erg
knap.
O ja, dat kon Lilian bevestigen. En
zoo degelijk en goed.
Ik begrijp soms niet wat hij aan
me vindt, bekende ze. Ik ben zoo dom,
wat ik weet, heeft hij me geleerd in-
deze jaren. Hij moet wel dol op me
zijn! 8
Misschien, zei de vriendin, in
telligente mannen zijn vaak dol op
vrouwen, die zet nog leeren kunnen.
Heerlijk voor hun gevoel van meer
derheid, weet je! Heb je nooit zulke
mannen gekend, die kopschuw wor
den als ze een intelligente vrouw ont
moeten en woedend, als een vrouw op
„hun" terrein iets presteert?
Lilan knikte. Ja, Felix kon ge-
emancipeerde vrouwen, niet uitstaan
Maar hij kan hef toch niet erg
prettig vinden, Fransche lesjes met
me te doen, zei ze lachend.
De andere haalde even de schou
ders óp.
Wie weet... weet je, er zijn vrou
wen die bij voorkeur een of anderen
half-verloopen man nemen, zoodat
iedereen omvalt van verbazing. Dien
man beginnen ze dan te bewerken, ze
halen hem van den alcohol af en van
teveel rooken, ze brengen hem ertoe
te gaan werken, ze drijven hem naar
succes, kortom, ze maken hem. Hij
moet natuurlijk erg dankbaar zijn,
maar soms is hij het niet. Soms be
driegt hij haar zelfs en dat is natuur
lijk schandelijk. Toch heb ik het altijd
Een ontroerend filmwerk.
Zuiver waargenomen.- Kindervreugde en -tragiek.
3 dj^van Rose (Madeleine
isje^fct gegoedë kringen,
Een enkele maal verrast de Fransefid
filmnijverheid ons met een film, die plot
seling opvalt door een meesterlijke samen
stelling en een groote zuiverheid.
Zoo is het met de verfilming van den
roman van den Franschen schrijver Léon
Trapié: „Contes de la Maternelle". Het
draaiboek werd aan de hand van dit boek
met de noodige vrijheden samenge
steld door J. Bénoit Levy en Marie Epstein,
die tevens de regie voerden.
Het is een rolprent géworden, die soms
herinnert aan „Madchen in Uniform',-hier
z|jn het evenwel kleuters, overgelaten aan
de zorg van volwassenen, dié ons voor oogen
getooverd worden.
Het „verhaal" is
Renaud), een meis.
dat, doordat haar vader plotseling z|jn ver
mogen verliest, haar verloving moet ver
breken en werk zoeken. Daartoe meldt z|j
zich aan als werkster b|j een bewaarschool,
waar de talrijke kinderen van een arme
volksbuurt dagelijks een tehuis vinden.
En al spoedig weet het tengere vrouwtje,
met haar stille, melancholieke gelaat en
donker, diepe oogen, de vriendschap en het
vertrouwen van de kinderen te winnen, iets
wat de onderwijzeressen zelf lang niet alt|jd
hebben weten klaar te spelen. En zoo komen
ook al ras deverschillende karakters van
de kinderen en hun kleine en groote zorgen
en verdrietelijkheidjes tot uiting.
Er is de kleine Marie het eenzame
meisje, met haar felle, ouwelijke gezichtje
wier oogen om liefde smeeken, liefde, die
haar moeder haar niet geven kan, druk als
ze het heeft met haar beroep: mannen...
kroegen.
Er is het kleine joohie, dat niet lachen
kan, maar dat onder Rose's moederlijke
vriendelijkheid een glimlach op z|jn vuile,
magere snpitje Weet te brengen.
iZoo is er een zwerm van zulke kleine
verstootelingen, onder wie echter de kleine
Marie in haar groote eenzaamheid de groo
te liefde van Rose verwerft.
Het is in de schildering van deze bewaar
schoolkinderen, dat de film een hoogte be
reikt, zooals zelden bereikt werd. Vaak heb
ben we kinderen op het witte doek gezien,
die nu juist niets kinderlijks meer hadden,
maar wier spel een cartonachtige naboot-
sing was van hetgeen er van hen verwacht
werd. Wat we hier zien is het leven van de
kinderen, zooals ze dat ook werkelijk ge
leefd hebben, onbewust van het feit, dat
overal de camera was, om de gevoeligste en
kunnen begrijpen, weet je. Misschien'
had hy nog een béétje eigen persoon
lijkheid over en die misbruikte hij
tegen haar.
Toen Felix t Durham terugkeerde,
leek de hemel boven zyn hoofd in ta
storten. Het eerste wat hem trof als
een donderslag in het gezicht, was de
zonder twijfel aardige, doch opzich
tige complet van z|jn vrouw. Het
tweede was een afgrijselijke litho, die
ze in de eetkamer had opgehangen.
Het derde was de prompte bekente
nis, dat ze was gaan dansen met een
jongen man, dien ze bij een vriendin
had ontmoet, een vriendin, die hij
haar had verboden. Er kwam een
scène en toen stortte de rest van zijn
wereld rond heip in. Zjjn zacht, ge-
grappigste momenten vast te ieggen. Het
is wonderlijk te zien hoe de natuurlijke,
primitieve reacties op die armoedige ge
zichtjes zich ongedwongen afspiegelen. Hoe
de tranen ook werkelijk van verdriet z|jn
en de lach inderdaad van vreugde is.
De kleine Marie (Paulette Elambert)
heeft wel het merkwaardigste en aangrij
pendste aandeel in het spel. Z|j is het eenige
kind, waarvan men met zekerheid kan zeg
gen, dat het „speelt", al is dit spel dan ook
zoo argeloos en levensecht, als het meiske,
met haar tforte vlechtjes en expressieve ge
zichtje, zelf. Steeds meer hecht z|j zich aan
Rose, en deze gehechtheid wordt zóó sterk,
dut z|j jaloersch is wanneer Rose zich met
anderen bemoeit.
En er komt een oogenblik waarop Rose
zich sterk met iemand anders bemoeit, na
melijk met den dokter, die haar ten slotte
ten huwelijk vraagt.
Merkwaardig juist is de kijk, die de re
gisseur hier op een kinderziel toont: de
angst van Marie dat Rose haar zal verlaten
openbaart zich het eerst wanneer z|j den
dokter ontmoeten, waèneer ze samen voor
een étalage staan, waar Marie en haar moe
der ook eenmaal stonden, toen een man zich
met haar moeder bemoeide. De étalage,
waar een schip in staat, het verhaal van
een buurvrouw, die zegt dat haar moeder
op een groot schip is heengegaan, brengen
haar er toe naar de haven te gaan. Dam*
ziet ze een minnekoozend paartje, dat haar
herinnert aan alle keeren, dat z|j zich een
zaam voelde, haar moederRose. Z|j
tracht het beeld van de twee menschen te
doen verdwijnen, gooit alles wat binnen
haar bereik komt in het water en doet ein
delijk een poging om zich te verdrinken.
Ze wordt evenwel gered en naar de school
teruggebracht. Daar volgt een van de prach
tigste scènes uit de heele film: de verzoe
ning met den dokter, die Rose van haar
dreigt weg te nemen. Langzaam ontspant
zich het koppige, strakke gelaat van het
kind, steeds meer neemt haar vertrouwen
in den dokter toe en tenslotte breekt een
verrukkelijke glimlach de'werkelijk adem
beklemmende spanning;. Dit is een scène,
die onvergetelijk is.
„La Maternelle" heeft zoowel in het bui
tenland als in ons land reeds groote suc
cessen behaald en we verwachten niet an
ders dan dat er voor de vertooning in het
Thalia-Theater een groote belangstelling
zal bestaan.
De film is het waard.
dwee vrouwtje stond rood van woede
voor hem, met fonkelende oogen en
wierp hem een stroom van woedende
woorden in het gezicht. Hy begreep
er niets van. Wat praatte ze van een
kostschool en van z|jn y delheid en
dat ze er voor bedankte zijn eeuwige
zoete leerlinge te z|jn?
Het is er mee als met kinderen,
dacht hij, je kunt ze niet alleen laten.
Hetgeen hem weer een troostend ge
voel van meerderheid gaf.
Men vindt, dat de arme Durham
het slecht getroffen heeft. Dat kleine
vrouwtje van hem leek zoo zacht en
gedwee, maar ze is heelemaal ver
anderd. Neen, ze is het groote geluk
niet waard, zijn vrouw te mogen zijn.
5 -.'Srlsafip
Twee ongenoode gasten... die van een
koude kermis thuiskwamen.
door VICTOR VAN OLM.
Het was al diep in het najaar en
het schrale windje voorspelde reed:
dat de winter in aantocht was.
De oude Buffelstier, de koning
de vlakte, bekeek de wereld zoo eens,
gooide zijn kop in de lucht, snoof
««s, graasde nog wat en zotte koers
Baar de bergen, waar hjj van plan was
stfn winterkwartier op te slaan.
Onderweg ontmoette hij vriend
Springbok, die zoo'n beetje liep rond
tö scharrelen.
Goeie middag, zei de Buffelstier.
Goeie middag, antwoordde de
Springbok. Waar ga je naar toe?
Ik ga myn winterhuis*bouwen,
antwoordde h|j. Wil je niet met me
®eegaan, om te helpen en de winter
samen met mij door te bréngen?
Nee, dank je wel. Ik heb geen
huis voor den winter noodig. Ik heb
het wann genoeg en als ik het koud
krijg, kruip ik onder het droge gras.
Dan is het net zoo warm als in jouw
huis, zei Springbok en ging er van
door.
Buffelstier zei hem goedendag en
ging weer verder. Een tijdje later
ontmoette hjj Wildzwijn.
Goeie middag, Wildzwijn, zei
Buffelstier hem goedendag.
Goeie middag, antwoordde Wild
zwijn.'En waar gaat de reis naar toe,
als ik vragen mag?
Och ,ik ga mijn winterkwartier
opslaan. Kom mij helpen, dan bren
gen wij samen den winter door.
Neen, dank je, maat. Zóó koud
zal ik het niet krijgen; en als het bar
koud wordt, graaf ik eten gat in den
grond, waar het lekker warm zal zijn.
Doe zooals je wilt, zei Buffel
stier en ging weer verder.
Een poosje later ontmoette hij z'n
vriend Struisvogel, die bezig was zijn
kostje op te scharrelen.
—.Goeie middag, groette Baffel-
sti^?
Goeie middag, groette Struisvo
gel. En waar gaat de reis naaï toe?
vroeg Struisvogel vriendelijk.
Oh, ik ga boven in de'bergen
mijn winterhuis bouwen. Ga mee en
blijf van de winter bij me.
Nee, dank je, kerel, lachte
Struisvogel, zoo koud zal -ik het niet
krijgen. Zie je, als ik het koud krijg,
kruip ik in het gras en steek mijn kop
tusschen de veeren en dan veel ik
niets van de kou.
Ook goed, zei Buffelstier en
stapte weer verder. Laat in den mid
dag ontmoette hij vriend Fazant.
Goeie middag.
Goeie middag, klonk het ant
woord.
Waar ga jij 'naar toe, Buffel
stier? vroeg Fazant nieuwsgierig.
Ik trek naar de bergen om een
lekker warm huis te bouten. Wil je
m|j niet komen helpen? En blijf van
de winter dan bij me?
Ach, wat! antwoordde Fazant,
de kou-heeft mij nog nooit geplaagd,
en als het erg koud wordt, dan kan
ik er altijd nog wel wat op verzinnen.
Je weet toch wel, dat wij vogels altijd
plannen maken, antwoordde Fazant
en ging weer in het warme zand lig
gen.
Doe maar wat je wil, zei Buffel
stier.
Hij zei hem goedendag en stapte
alleen verder, naar de bergen,, waar
hij een warm huis ging bouwen.
Toen de winter kwam, was zij n huis
klaar; hij had,,volop eten en koud had
hjj het nog niet gehad. Maar de wjn-
ter werd al kouder en kouder en de
dieren, die geen winterkwartier had
den, leden er erg onder. Dp een goeie
middag in het hartje van den winter,
klopte iemand aan de deur van Buf-
felstier's woning. Hij schoof het luik
je opz|j en zag Springbok voor de
deur staan, heelemaal verkleumd.
1 Wat kom jij hier doen, Spring
bok? vjpeg h|j nieuwsgierig.
Ach, Buffelstier, doe toch open,
want ik ga dood van de kou. Ach, toe
nou4 smeekte hij.
Nee, kruip maar onder het gras
Jij wou me immers niet helpen ook,
antwoordde Buffelstier heiyi.
Buffelstier, als je mij niet; open
doet, breek ik je heele huis af en dan
krijg je het ook koud, dreigde Spring
bok hem.
Buffelstier dacht er eens over na
en vond het beter hem binnen te laten
dan zij ft huis te laten afbreken.
Den volgenden dag kwam Wild
zwijn aan de deur kloppen en vragen
of hij niet binnen mocht Itpmen.
Nee, ga jij maar een gat in den.
/grond graven en kruip daar dan in.
Dat is lekker warm!
Als je mij niet binnenlaat, dan
maak in een gat in je deur, en'dan
kcijg jij het ook koud, dreigde Wild
zwijn.
En om zijn huis niet te laten ver
nielen, liet hij Wildzwijn ook binnen.
Een paar dagen later kwamen
Struisvogel en Fazant aangestapt om
te vragen of zij nïisschien ook moèh»
ten binnenkomen, want de kou maak
te hen dood.
Wat! riep Buffelstier uit, en ik
heb altijd gedacht dat jullie vogels
zoo goed plannen kunt maken. Waar
om komen jullie dan naar m|j toe?
Blijf maar gerust buiten hoor.
Toen antwoordden zijAls je
ons niet binnenlaat, halen wij het dak
van je huis af en dan sterf jij ook
van de kou.
Toen heeft hij hen ook binnenge
laten.
Tijger en Jakhals, die ook in de
bergen woonden en in lang niets te
eten hadden, kwameh op het idee Buf
felstier in zijn hifis gevangen te ne
men pn daarna op te eten. Dat er nog
andere dieren bij Buffelstier woon-
Ien, wisten ze niet, en toen zij dair
>k bjj het huis kwamen, begonnep
ze maar dadelijk een gat te graven.
Jij bent niet wijs! Jij gaat er-
natuurlijk het eerst in, want jij bent
de kleinste.
Jij bent fiiet wijs! Jij gaat er
natuurlijk het eerst in, want jij bent
de sterkste, zei Jakhals. Ik zal door
het gat kijken en als je hem eenmaal
vast hebt, kom ik je helpen, hoor.
Daarmede was Tijger tevreden en
hij kroop in het gat. Maar het groepje
binnen stond klaar om hem te ont-»