Morgenstemming in Troldhaugen.
J 'c-
De schatten/èener
Keizerstad.
Liefdespel en auto,
-/
Voor de Jeugd.
Kwaak, Knippie en Lang
neus.
De „Graf vertrekt naar Zuid-Amerika.
RaadselB voor de Jeugd.
T
7 Wat ffrengt de mode ons dezen winter?
Tusschen sneeuwtoppen en diepblauwe fjorden..
Wandeltocht door Edvard Grieg's geboorteland.
Door F. VAN GENT.
Uit de drukke, altijd levendige en de elfen. Waarom „Troldhaugen"?
arbeidzame stad Bergen aan de J Het nederige, witte huisje met zijn
prachtige westkust van Noorwegen, I helgroene luiken, met de gezellige
brengt ons een kleine, electrische J glas-veranda, ziet er zoo heelemaal
mystiek-rustige waterspiegel uitjjtean
het einde begrensd door beboschte
hoogten. Een vrooljjk wit huisje
spiegelt zich in het water, een
stuk speelgoed in een grootsche, on
eindig mooie natuur. In een natuur,
die de mooiste weerklank gevonden
he>ift m de composities van den mees
ter, in de Peer Guint-Suite, in „Brui
tram. Aan den rechterkant woeste j niet naar uit, dat het de verzamel- j loftsdag", in de „Morgenstemming",
rotsen, nog wat van de laatste' wegen,
door een korte tunnel, een brug or-
der door, dan weer door het voor- j
jaarsstemmige woud, Kronstad, Fa-
radis, Fjösanger, Hop. „Over de brug I
plaats is van allerlei booze geesten in
pikdonkere nachten. Men zou eerder
denken, dat het een lusthuisje of een
jachthuis was, waarvan vroeger de
vorsten zoo hielden. Troldhaugenal-
rechts; waar nu naar toe." Ah, daér J leen maar te begrepen met een
staat al een bord: „Naar Troldhau
gen, deze weg rechtuit".
En dan gaan we over een weg door
Gods heerlijke natuurlinks een dicht
groen dennenbosch, rechts een haag,
waarin de vogels hun nesten bouwen;,' Noorsche volkskarakter.
zwaarwichtigen, altyd met levenspro
blemen worstelenden en toch nooit tot
een einde komende ziel van den
Noor. Alleen maar te begrijpen uit
het piekeren, uit het eeuwigzoekende
boven hun vroolijk gesnater uit klinkt
Man ver weg een waterval, het bosch
ruischt in het windje een zachte me
lodie aan het wonderlijke landschap,
waarin twee kleurige huisjes op den
heuvel een speelgoedachtig uiterlyk
geven, dat niet plastischer door een
schilder weergegeven zou kunnen
worden. Een lichtblauwe hemel steekt
tegen verre bergtoppen af, waarop de
eerste zon een nog ongelijke strijd
tegen de blindend witte sneeuw voert,
afsteekt tegen een verdwaalde wolk,
die zich graag achter een of andere
berg verscholen zou hebben, zóó al
leen hangt hij aan het firmament.
Geen menschenziei is in de verre om
trek te zien, de Natuur is alleen met
haar speelsche grillen en men zou zich
in het zonnige Zuiden kunnen wanen,
als niet de sneeuwtoppen en de water
val by het fjord aéhter het bosch van
de grootsche Natuur van het Noodden-
vertelden van ijskoude stormen en
wekenlang» regen, van de diepste
duisternis 'in den winter en heldere
zomernachten.
TroldhaugenTrold-heuvel, de berg
van de kleine, vlugge geesten, die de
Noorsche fantasie op donkere avon
den en -in lange, zwarte nachten laat
spoken, die een strijd voeren tegen de
vriendelijke geesten van den zomer,
Tegenwoordig nog, tientallen jaren
na den dood van Edvard Grieg, schij
nen zijn uit de oer-Noor ontstane me-
lodiën over Troldhaugen te zweven.
In de kleine componisten-hut, die ter
zijde van het kleine kasteel van Trold
haugen ligt, tusschen met kleurrijke
bloemen begroeide rotsen en blanke
breken, was zijn werkplaats. Heel
eenvoudig ingericht is de ruimte,
slechts het allernoodzakelijkste wat
een componist noodig heeft, vinden
wij daar; slechts weinige schilderyea
hangen aan den overigens kalen
wand. Waarom ook weelde in deze
ruimte, die, afgezonderd van men-
schelijke droefheid, in de heerlijke na
tuur van het pal-k van Troldhaugen
ligt?
Een groot, breed venster voor de
schrijftafel zegt meer dan gemakke
lijke stoelen; het laat ons een heer
lijke blik zien op de Nordaasvandet,
het groote fjord, dat om den stijlen
Oever van het schiereiland Troulhau-
geh schittert. Omzoomd door een 1
paar kleine berken, een bloeiende I
heester en een door duizend plankjes j
bedekte, steenachtige bodem, biedt
deze aanblik iets zoo wonderlijks, oat
er geen woorden genoeg zijn het te
beschrijven.
Hier strekt zich de zilver-he)dere,
In een andere hoek van het roman
tische, kleine park ligt het graf, waar
in de stoffelijke rest van den grooten
componist rust. In een stijle rotswand
is een grauwe granietplaat gehouwen,
nauwelijks opvallend staat in gewoon
schrift „Edvard Grieg", geen druk
letters, geen datum, geen kruis, al
leen maar Edvard Grieg. Gewoon en
eenvoudig, waarvan de Noren zoo
houden. Geen gedenkteekens en
standbeeldentenminste niet in
Troldhaugen, niet in de geboorte
plaats van den Meester. In de bergen,
de groote stad, daar heeft men ge
denkteekens, zeker. Voor de inwoners
van Bergen zelf en voor de vreemde
lingen, die in een reiswagen die be
zienswaardigheden bezichtigen. Doch
wie een stille 'nagedachtenis aan den
Grooten Meester wil bewijzen, die
gaat naar Troldhaugen en groet de
blanke waterspiegel van de Nordaas-
vendet door de oude dennen, die in
den wind zachtkens de „Morgenstem
ming" ruischen...
GROOTE VOETEN.
Twee gala-toiletten van zeer bijzondere elegance.
Het grootste museum ter wereld...
sin hel oude paleis te Peking...
De kelzèïstad, die eenmaal de „ver
boden stad" Vkn Peking was, de resi
dentie van denzonen des hemels", 1»
een ontzaglijk groot complex van tui
nen, binnenplaatsen, muren, gebou
wen van één verdieping en talloos vele
paviljoens. Z|j is in haar afmetingen
met geen ander paleiscomplex te ver
gelijken en wordt daarin slechts be-
naderd door de Vaticaanstad en het
Lustslot Aranjuez bij Madrid. Deze
keizerstad, die door de autoriteiten in
drie complexen was verdeeld, is jaren
geleden in een museum verandeid,
hoewel „verandjerd" in <jlit verband
eigenlijk geen juist woord is. Het
smaak opgesteld is, vertegenwoordigt
een waarde, die bijna niet in cijfers is
uit te drukken. Men vindt er por se
lein uit den tijd der Soengdynastie,
uit de 9de tot de 12de eeuw. dat ft.-
der de verzamelaars bekend is als Sep
ladon-porsélein. Elk stuk is gemerkt
met sierlijke schriftteekens, die Ko
Loeng Tjoen beteekenen. Ko en Loeng
Tjoen waren de beide broeders, groo
te kunstenaars, die dit porselein heb
ben gemaakt.
Naast deze zalen met kunstwerken
uit de oudste periode vindt men uit
gebreide collecties uit latere tijdper
ken, daarna komt men langs een aan
tal porseleinen poorten en tempeltjes
bij die gebouwen, welke het antieke
brons bevatten. Het kostbaarste stuk
van deze verzameling is de beroem,de
bronzen schaal San Sji Plan, die be-
meeste werd slechts behQuden in den hoerde aan het geslacht Sji. De kla^
haar lijnen heeft
toestand, waarin het was.
Deze keizerstad is dus in haar ge
heel geworden tot een zeer kostbaar
^museum-. Het kostbaarste en grootste
ter wereld... Eerst betreedt men een
uitgestrekte tuin vol rozen en lotos-
bloemen, waarvan de ingang wordt
bewaakt door de beroemde Sjen Woe-
mannen. Al dadelijk heeft men een
prachtig uitzicht op het onoverzien
bare mengelmoes van gebogen, bont
gekleurde daken, kunstig gesnoeide
boomen en heggen, fantastisch0 beel
den, tqrens en muren. E?i bij alle
schijnbare verwarring en overlading
ontdekt men na eenigen tijd toch sy
steem, toch epn diepere beteeken is,
wat van deze ,Vude, jioogptaande be
schaving ook niet primers te verwach
ten wasS.
Aai^v-deip anderen kant van den
„tuin der keizerstad"'liggen onder
donkere naaldboomen de gebouwen,
welke de porseleinen verzamelingen
bevatten. Wat hier aan kunstwerken
bijeengebracht en met de fijnste
sieke schoonheid van
'men in latere eeuwen telkens weer
tevergeefs trachten na te bootsen.
Een matglanzend licht, in teere pas
teltinten gekleurd, verspreid de col
lectie jade, in het midden waarvan
een machtig, 3 M. hoog blokje jade
staat, waarvan de zijden zijn versierd
met doorloopende afbeeldingen van
de werkzaamheden, die in China aan
de rivieren worden verricht. Naast
reusachtig groote werken men ziet,
er een bassin ter grootte van e^iT
klein meer vindt men hier wonder
tjes van minatuurkunst, kleine die-
ren-, goden- en drakenbeeldjes, $oo
sierljjk en^ryk aan fantasie, als men
zich slechts denken kan. De schilde
rijenverzameling omvat 1500 oude
schilderijen, handteekeningen en et
sen. Een paar van de mooiste schilde
rijen zijn, omgeven door jijden be
hangsels, op prachtige w^jze opge
hangen in afzonderlijke kamers. De
bibliotheek omvat andèrhalf millioen
deelen; hieronder bevinden aich ori-
ZyAls ik 'trouwen ga, krijg ik van
mijn moecter een iieele kous met geld.
Hij: Dart hoop ik maar dat je moeder
jfroote voeten heeft.
gineele handschriften, die mee/ dan
duizend jaar oud zijn, terwijl er zich
onder deze handschriften menig uni
cum bevindt. Men heeft maanden
noodig, om de kunstschatten in net
paleism^um te Peking werkelijk te
\teeren ^Keni/eH) Hun aantal is zoo
gröSlIC dat mèfc/een tijdlang van plan
is geweest Jam de verzamelingen te
verdeelen en soortgelijke musea in te
ichten te Moekden en Ranking. Dit
plaCn heeft r^en echter laten varen,
g/lukkig, want nu blijft alle3 behou-
din in denzelfden staat, als waariiu
hétVe^keerde, toen China nog een
keizerrjjlrwas.
GOEDE RAAD.
door JGSé SCIPIEN.
We waren het met elkaar eenshet
was een aardig meisje. Onder „wjj"
dienen te worden verstaan de passa
giers, die eiken morgen, den Zondag
gelukkig uitgezonderd, met de* elec
trische tram van Saint Cloud, onze
woonplaats, naar Parijs trokken, de
plaats van onze werkzaamheden.
Het was overigens een heterogeen
clubje. Waarvan de verschillende le
den, door de gewoonte, wat eigen met
elkaar waren geworden. Iedereen had
zoo zijn vaste plaats, waarop hij, ove
rigens niet de minste rechten had,
doch dje oude klanten van de tram
respecteerden dat gewponterecht gn
alleen een niefl*habitdé maakte zich
aan het misdrijf schuldig te gaan zit
ten op een plaats, waarop de reiziger
van eiken dag gewoon was zich neer
te vlijen om zjj£ krantje te lezen en
met anderen Inrt oordeel te wisselen^die zich tevreden, blij pv^lde. Har
over het weer eb om zijn meening ten
beste te geven en die van anderen te
hooren over een (ff ander meisje, dat
voor het eerst de Fit meemaakte. Daar
was meneer Bourhomrae, rayonchef
van. en groot magazijn. Een goed
gevormde kous over een goed ge
vormd droegjjjjiton hem bekoren
en hjj kende, naar zijn meening, haar
den hoogsten lof toe als hy verklaar
de: „dat hjj wel een bioscoopje met
der ndtitie van ons nam.' Zeker, ze
was nog even vriendelijk als altijd,
maar haar aandacht concentreerde
zich meer op wat buiten dan wel bin
nen de tram geschiedde. En dat was
des te verwonderlijker, omdat de weg
waarlangs men minstens twee keer
per dag gaat, alle aantrekkelijkheid
heeft verloren, vooral een weg langs
de sombere buitenboulevards van Pa
rijs. Het duurde natuurlijk eerst vrij
lang voor we tot de conclusie kwa
men, dat het aardige meisje niet *oo
„aardig" voor ons was dan vroeger.
We gisten naar de oorzaak. En we
dwaalden dóór *een doolhof van gis
singen. Wat zocht ze op straat en
waarom speelde soms een^glimlach
over het galaat als ze nafr bui$pn
keek. Men kan op verschillende wij
zen glimlachen, zij glimlachte als een,
Hier, vadertje,
ir in en bijt hem!
zet zoolang je tanden
zijn spnui-
EVÉNTJES LACHEN.
Gevaarlijk 'terrein.
Meneer Kukelhaan vraagt aan zyn
ten: En... welk dier vindt je het mönstt
in den Dierentuin?
De leeuw, antwoordde Otto.
En jij, Elly?
lj)e geit, zegt Elly. I
Zoo zoo, de leeuw en de geit. en jij
vrouw, wat vond jij het mooiste? 1
Oooo, de zilvervos, zucht mama met
ten hemel geslagen oogen. j
Hij wist raad.
Fabriekseigenaar: U bent niet ge
schikt voor de nachtwakerspost! 'ik ^noet
iemand hebben, die er niet voor terug
schrikt den ganschen nacht op den loer te
liggen!
Sollicitant: O..., maar dén weet ilc
iemand: mijn vrouw!
haar wilde maken.'* In zijn nabijheid
zat meneer Pomère, een niet meer
jonge man, die»aitijd scheen te slapen,
maar door de oogspleten naar de jonr
ge dames keek. Bij hem, en hij zorgde
dat ze altijd een plaats naast hem aan
den kant van het raam kreeg, zat het
meisje, dat door ons, passagiers, „het
aardige meisje" werd genoemd.
Men zou moeilijk kunnen beweren,
dat iedereen Verliefd op haar was,
doch men vond het toch wel aange
naam, als ze een glimlach voor haar
medepassagiers over had. Ze was
groot, gezet, met kort geknipte haren,
welke ze «kt nonchalant d^oeg. Ze
zette altijd haar hoed af, schudde
eenige malen met haar hoofd en'dan
meende ze dat heur hjfar netjes ge
noeg zat. Ze was altijd adrem en was
nimmer om een antwoord verlegen.
Ze maakte altijd een praatje, \k>-
spotte de oude heertjes, die erg ver
liefd en galant deden en lachte mede
als een leuke mop ge'tapt of een „bon
mot" ten beste werd gegeven.
Doch, sinds .eenigen tijd werd op-i
gemerkt dat het aardige meisje min-l
vragen, wie of wat haar aandacht
trgk, wilden we niet. Dat was het zich
begeven opJhet „particuliere" terrein
van het meisje, we waren immers niet
eigen genoeg, om brutaalweg naar
haar gevoelen| te vragen, te meer,
waar een volle tram niet de plaats i
om innerlijke dingen te vertellen.
Toen we plotseling de ontdekking de
den dat eiken morgen eenzelfde auto
gelijk met onze tram bleef. Het, was
zeker, dat de auto met groote snelheid
\pn tijden, gemakkelijk cms voertuig
voorbij kon snellen, dochW® namen
aan, dat de bestuurder zijn „kar" met
opzet inhield om de tram in het
te kunnèn houden en bij te blijvf
We hadden nu een aanknoopings-
punt voor onze gissing#n en veronder
stellingen gevonden. Was het de auto
die de aandacht van het aardige meis
je bezig hield en was het 't meisje
met den genoeglijken glimlach, dat de
bestuurder van den auto noopte met
een sukkelgangetje naast de tram te
rijden?
De autobestuurder was geen jonge
man meer, doch wij' realiseerden, dat j
meisjes, zobals ons trammeisje, met
een resoluut karakter, soms de voor
keur geven aan een man op leeftijd,
wiens verzet tegen de nukken en ku^
ren van een vrouw ietwat is gebroken
en die eerder onder den scepter van
.de vrouw eich. buigt dan de jonge man
die niet onder de pantoffel v^n zijn
echtgenoote wenscht te geraken.
Dus dat was het. Hoe het meisje
aan de wetenschap was gekomen, dat
Vriend Veldmuis'vertelt een onde
geschiedenis.
Door <NN1E ROES.
piomp, dad'r springt Kwaak, dé kikvorsch
i/het water. Hp heeft heerlyk van de
lentezon zitten gemeten op de klip, maar
toen hoorde hy een geraas, en hij was ge-
noodzaakt zijn schuilplaats in het water op
i te zoeken. Hij wordt den laatsten tijd dik-
f wijls in zijn slaap gestoord. Nu hebben de j
menschenkinderen zijn prachtige kloof ont-
dekt- en gaan er vaak pick-nicken. Hij is
tegenwoordig nergens meer veilig, behalve
dan in het water. Kwaak is er verontwaar-
digd over. Zijn rust is weg. j
Als dit èen vacantie-dag is, kan lip net
zoo goed in het drukste deel van de stad
zhn woonplaats hebben. De eiemn die zpn I
vrouw pas gelegd heeft„zpn óók alweer ver- j
nietigd. De mensch is veel te nieuwsgierig.
Uit keer is het geen mensch, die Kwaak
stoort Het is Langneus, de dwerg, die uit
zün huis komt. Hp kent Langneus allang,
want hp wacht al geruimen tijd in dat gat
aan de kant van de rivier. Nu zit hij op zpn
Als een mensch wakker wordt, is hij nooit
in een erg goed humeur. Zoo ging het
Langneus ook. Boos ging hjj toen naar bui
ten om daar tenminste ongestoord van zjjn
pjjpje te kunnen genieten. Knippie schaam
de zich wel wat, toen Langneus niet terug
kwam. Hjj ging stilletjes naar buiten en
zette zich neer op een graspol. Toen hjj zoo
in gedachten zat, hoorde hjj een geritsel
en daar zag hjj een veldmuis, die hem niet
zag. Knippie kreeg opeens een idee. Hjj
'f pakte de staart van de muis, die net bezig
was te drinken en hield die stevig bedt.
I Laat mjj toch los, man,, kreet de muis
j verschrikt. Ik heb nog zooveel werk te
Ik heb nooit geweten, dat jullie te
werken hadden, spotte Knippie en zwaaide
de staart heen en weer.
Wist je dat niet? vroeg de muis ver-,
ontwaardigd. Ik zou wel eens willen weten,
wat er van de tuinen van de menschen te
recht zou moeten komen, als wjj er niet
Knippie is vreeseljjk nieuwsgierig, zooals
we weten, en zei dus gretig: Ik zal je
dadelijk loslaten als je belooft om mjj te
wjj zen hoé jullie werkt.
Lieve hémel, man, weet jjj dat óók al
niet? Allemaal kennen ze toch dat oude
verhaal van de rit die olie stal door zjjn
staart in de flesch te steken en hem daarna
V", i af te lekken. Hjj heeft dat zoolang volge-
dak, dat een mooi grasveld op kleinen schaal houden tot staart heeiemaal kaal was.
is, met hier en daar wat Daarom heeft, zpn heele nageslacht kale
die voor palmboomen dienen. Zpn huii staarten Ik ben maar bljj| dat mpn voor-
eigentpk een grot, waaruit een k*hteien zulke dfevcn «aren> want daar
stroompje in de rivier uitloopt. Het is zoo.
struuuipjc -
mooi daar, dat het jammer ;s naar bed te
gaan. Hp luistert naar wat het stroompje
te vertellen heeft. Vobr hem ie het als een
Den laatsten tijd heeft hij nog een kame
raad, want Knippie is een klein elfje, dat
tijdelijk bp hem woont. Knippie is een veel
kleiner schepseltje, maar dit feit verhindert
het niet, om daarbij, erg ondeugend te zpn.
Aagje zou een betere naam voor hem zpn
ik zoo tyits op ben als
op mpn staart.
I Knippie had, terwijl de muis vertelde,
f aan zpn lippen gehangen. Nu had de muis
i erge haast, en daarom trok hij Knippie
1 gauw mee. Ze liepen tot de hoekpaal van
het land van den Boer, en daar was een gat,
waar ze allebei in gingen. Ze moésten een
I heel eind loopen door onderaardsche ïan-
I gen, tot ze eindelijk op een plek kwamen
1 waar een heeleboel muizen aan het werk
nooit vergeten. En nu kunnen we niet ver-
der praten,, want het is al erg laat.
Nou veldmuis, zei Knippie. Wel be
dankt hoor!
Ik heb het met pleizier gedaan, Knip
pie! Maar vergeet nou maar nooit meer,
dat wjj heel hard te werken hebben! Dat
heb je nu toch zelf gezien.
Ja hoor, zei Knippie. Ik zal het onthou
den. En toen liep hjj gauw naar Langneus
pm alles te vertellen. Hjj had zóó vreeseljjk
veel te vertellen. Ep Langneus vergat heele
maal, dat hjj too boos was geweest op Knip-
Voor de lmtite mini vu dit jnnr. i De luiste uren vu voorbereiding.
Een kijkje achter de „coulissen" der hangar.
(Door een bijzonderen correspondent.)
Toen ik den wensch te kennen gaf, om
eens mee te maken, hoe de „Graf Zeppelin"
voor zjjn reis naar Zuid-Amerika start
en dat zou dit jaar voor de laatste maal
gebeuren, eer de wintersche rusttjjd aan
brak zei de ingenieur, die hierbjj de lei-
- - - - Y c~"---- «f l ding heeft, zoo langs zjjn neus weg: „Komt
pie, zóó zat hp te luisteren. Toen ze gingen TT Anm a/*ht. uur."
slapen, waren zjj de beste vrienden.
ut een nieuwsgierig mensch een aagje,
en Knippie was erg nieuwsgierig. Hjj had
erg veel stoutigheden uitgehaald en toen
had de Feeënkoningin gezegd, dat hjj voor
straf bjj Langneus moest wonen, totdat hij
wat zoeter geworden zou zjjn. Langneus had
dit goedgevonden, want vooral in het begin
had Knippie de tjjd voor hem verkort met
zjjn rare fratasen.
Dit keer was Knippie echter te ver ge
gaan, en daarom had Kwaak de dwerg ui
zjjn huisje höoren komen.
Toen Langneus wakker w^rd, had hjj naar
géwoonte zijn lucifera gezocht en zijn pijp
aangestoken, maar elke keer woeien de liici-
fers uit. Toen hü omkeek om te zien waar
de tocht vandaan kwam, z%g hy Knippie op
zijn hoofdkussen zitten. Natuurltik was hij
het weer geweest die Langneus geplaagd
had.
schilderen en de rapen te witten. Dat had
Knippie nooit geweten en zijn mond/ging
open van verbazing.
Een eindje verder waren weer andfren
tetig de jonge koolbjaderen styf in elkaar
te vouwen, zoodat de rupsen en slakken er
niet in konden komen.
Knippie werd als maar verder geleid en
toen kwamen ze bij een plek waar muizen
bezig waren om met wortels de kluiten vast
de belangstelling van den man van de
auto haar betrof, wisten we niet, doch
haar glimlach zeide ons genoeg, dat
zij inderdaad de uitverkorene was.
Zoo begon dan langzamerhand-een
liefdesspel'tusschen auto en trafn en
zoo geleidelijk keken we, events het
meisje uit naar de auto.
Het was mijnheer Bourhomme, die4
de eei»te opmerkingen in verband met
de auto begon te maken.
Het is in een auto toch, beter
rijden dan in een tram, zeide hij.
Men lachte, want men begreep-hem.
Maar in de tram is het veiliger
'voor meisjes tusschen al de heeren
dan in eed auto met één heer, merkte
meneer Pomère op, dié niet goed kon
verdragen dat het fieisje, door de ver
schijning van de auto, hem niet meer
aandacht schonk, dan waarop hij aan
spraak meende te moeten maken.
En meneer Fhrrage, die ook bij ons
zat, vond dat het veel goedkooper was
voor niemendal in een auto te rijden
dan ,een tramabonnement t« moeten I
Htrnen. j
Het aardige meisje bleef haar glim
lach, ondanks onze opmerkingen, be
houden. Doch ook de aar<$van den
glimlach was veranderd. Uit den nieu
wen glimlach sprak meer bewustheid,
zekerheid. Uit haar glimlach meenden
wij te mogen opnjaken, dat zij zeker
was van haar overwinning.
En op een morgen misten we haar.
En onder 'de rit zag een van de passa
giers, dat het aardige meisje 'in de
auto zat, die nu met groote, vaart
•voorbH de tram schoot en spoedig uit
het glzïcht was verdwenen. Hij
maakte ons te laat opmerkzaam op
het belangwekkende fer., want toen
we allen tegelijk opgespron
gen, zagen we nog alleen den achter*
kant van den wagen, waarin het aar-^
dige meisje met den bedaagden heer
was gezeten. Den volgenden Inorgen
betrad ze weef de tram en nauwelijks
was ze gezeten of meneer Bouihomme
zeide droog, tenwijl hij niet van zijn
krant opzag
Dat is noodig, zei de veldmuis, omdat
anders de planten niet stevig zouden vast-
zitten en dan omwaaien, want zomera waait
het immers altijd zoo?
Het werd al laat en de muizspi gingen
naar huis. Veldmuis bracht Knippie terug
naar de hoekpaal. -i
Jij hebt me vandiag flink laten schrik
ken, Knippie! zei dei veldmuis. Dat zal ik
Het is in een auto toch beter
rijden dan in een tram.
Doch meneer Pomère was woest,
omdat hij den voriger. dag tevergeefs
naa* haar had uitgekeken en hear
plaatsje had bewaard tot het door een
vreemden man en niet door een
ander aardig meisje was injgmè-
men.
Weten uw oudera met wjen u
rijdt? vroeg hij knorpig.
Pardon, meneer, "wie geeft u het
récht zoo tegen mij if spiekef!?
Bourhomme grinnikte. Zulk een
antwoord mocht hij we' op zulk een
vraag.
We vielen van de fceneverbazing,
in de andere. Wij, die toet klipimenjje
belangstelling het liefdesspel hadden
1 gevolgd,,zagen op een morgen het
'v wierp. Ze had zich afgewend &n het
1 raam en nam, tegen haar gewoonte,
i meisje geen enkelen blik naar buiten
levendig deel aan het gesprekDEen
licht rood kleurde haar,wHngenC toen
I (de auto opdeen geweldige manier be-
j gon te toeteren, alsftf hjj weer de aan
dacht vroeg van het meisje. Docll ze
reageerde niet. Ze'had ook weer een
glimlach, maar nu was de aard
tan -dién lach veranderd. Iets van,
minachting en „we kullen je". En
haar houding gaf onè freer aanleiding
ons weer te verdiepen in allerlei gis-
singfi en veronderstellingen en Bour-
honjme zeide, een woord, van ïVans
de" Berste aanhalende; „Souvent fem-
me vftr-ie".
Het is toch beter hij ons da:
een auto, triomfeerde meneej-
mère.
Zijn triomf duurde niet lang.. Want
de hare kwam.
Twee, drie dagen bleèf zij het ge
toeter van den auto negeeren, dfie
dagen waarijh zü niet scheen te luis
teren naar de Iiefdesstem van den
wagen.
Dén vierden dag groette ap weer
met een glimlach en den vijfden dag
bleef ze We*. Het was het begin van
de 'maand en ze had zich geen abon-
Oplossing van de raadsels
van vorige week. 1
1. Middelburg. j
2. Anijs. I
3. Marie, Piet, Arie, Herman, Theo, Suze.
4. Oogappel.
De prijs viel bij loting ten deel aan
FIETJE VAN DER HORST, IJssellaan 46,
Gouda.
Nieuwe Raadsels.
1. Als krijt zoo wit ben ik,
Als dons zoo. fyn en zacjt.
Wanneer ik er,, weer ben.
Dan zegt men: „Wat een pracht!"
Terwijl van 't jonge volk
Er menig is, die lacht.
De jeugd heeft, immers al
Heel lang op mij gewacht!
2. Met b ben ik een lichaamsdeel, met ,D
een .vreemdeling, met t een deel van je
voet en met st altijd hari*
3. Wat is de hoofdzaak van ieder mén-
schelyk lichaam?
4. Mijn eerste is zwaar te dragen,, mijn
tweede verzendt van allerlei en ik ho'ap
niet dat je bent, wat mijn geheel noemt.
5. Kruisraadsel. v
Op de beide kruisjeslijnen komt dt i\am
wan een plaats in Gelderland.
'X
X/
X
X X X X X X X
X
..X
X
le rij een medeklinker.
2e een eilandje.
3e een klepr.
4e 't gevraagde woerd.
5e een jaafgetyde.
v«e een gropte steen
7e een medeklinker.
A f
Opfóssingen inzenden aan de Redactie van
de Goudsche Courant, Markt 31, Gouda.
EEN GELUKKIGE.
amin
Waar iB het bureau voor het aanvragen
van een patpnt? heb een nieuw soort
kachel uitgevonden. v k
nement meer genomen. Ze reed met
den auto bij de train, opdat we goed
konden zien, dat ze er in zat en zjj
gjfoette ons met een zekere familiar|>
teit. V
Een maand later zagen we dat z^"
leerde ïhauffeered en weer eenige
maanden later zét zij voor het stuur.
Ze bracht met de auto haar mad naar
zijn bureau. Eli ging dan toeren in'
het Boïs," voor ze naar huis terug
keerde. --
,Vaak .had 'ze een glimlach en een
groet over voor'haar vroegere mede
passagiers, die, arme sukkels, zich
ipet de tram moesten blijven tevreden
stellen. 1
Wij zoeken^iaar een ander „aardig
meisje". v -
U dan maar morgenochtend om acht uur."
Uheeft dan de gelegenheid om de laatste
twee uren voor de start in alle hoeken rond
te neuzen en de voorbereidingen te volgen.
Maar zooiets bijzonders is het heusch niet.
Nu, voor hem \yas het dit' misschien niet,
maar voor my was dit kykje achter, de, cou
lissen niet te vergelijken met wat dan ook.
Oogen en ooren konden ternauwernood de
menigte van interessante, spannende en in
drukwekkende momenten in zich opnemen.
Zoo stond ik dus «pp een raistigen October-
morgen op de werf te Friedrichshafen. De
I bezoekers moeien twee confcrolehuisjes pas-
seeren, met dpartusschen een lange opry-
laan. Soms ondervinden zy hieyby opont
houd, namelijk wanneer er koeien langs de
oprylaan gedreven moeten worden. Tot de
inventaris van de werf behooren n.l. nier
alleen een gasinstallatie, een smidse en^een
constructiebureau, maar ook een aantal
koeien, die sfechfls in de tweede plaats ge
houden worden en in de eerste plaats... om
het grasveld, waarvan het luchtschip moet
starten, netjes kort af te grazen, zoodat de
stastmanschappen stabielen grond onder de
voeten hebben. Maaimachines voldoen nun-
der goed, want zy laten een hard stoppel
veld achter en woelen den grond ony
Op dien morgen waren er echter geen
koeien op de oprylaan, zoodat wy/ongehin
derd doorliepen naar de beidg r/usachtige
luchtschiphangars. In de eerste bévindt zich
het nieuwe luchtschip, dat nog grooter is
dan de „Graf Zeppelin". Voor de groote
poort staan zeker een dozyn bezoekers vaii,
de werf om er hun initialen en den datum
»p te schryven. Ni'emand zal verzuimen om
tjy zijn eerste bezoek aan de werf ziph in
het gastenboek te vereeuwigèn.
Op het oogenblik trekt de tweede hangar'
echter meer mijn belangstelling. „Post naar
Zuid-Amerika" staat er op de brievenbus,
die speciaal ten behoeve vap den „Graf
Zeppelin" daar staat. Hy zal nu spoedig ge
ledigd worden, maar nog steeds komen er
briefschry vers aan om er hun zendingen in
te werpen, die reeds over enkele dagen \n
Rio de Janeiro, Buenos Aires of Bogota zul-
Binnerf inde hangar van den „Graf" is
hSt alsof de lucht zich beklemmend op de
longen l'egt. De hoeveelheid is niet zoo groot
dat het gevaarlijk wordt, en men went er
spoedig aan, doch de reusachtige borden met
„Rauchen verboten" .herihneren ons eraan
dat één lucifer in 'staat zou zy/ om den
Zeppelin en alle menschen, die lï/de hangar
aan hk werk rijn, in de lucht teW vhe-
gen.
Op de smalle tribune, dit rondom de gon
dels voor de piloten en passagiers is op-
gesteW, verdringen d^ bezoekers der werf
elkaar. Met bewondering kijken ze op naar
de reusachtige „sigaar", die in de beperkte
ruimte van de hangar een veel fantastischer
indruk maakt, dan in de lucht omler de
wolken. Oplettend volgen zij elke bijzonder
heid van de'velerlei werkzaamheden, die
binnen en buiten het luchtschip worden ver
richt om het startklaar te maken. Anderen
verdringen zich ota eeA Jriosk, ^e onder de
luchtreus is opgesteld;, men kan Pt™»™*:'
kaarten koopelf! en foto's van
reizen met dit luchtschip. Een prentbrief
kaart, onder d<* Zeppelin geschreven - l»
dat niet Aijna hetzelfde' als een levensteeken
Alt Zuid-Amerika?
1 Begettft men zich eenige schreden buiten
Je officieele route van de bezl^ke" df.r
lerf, dan staat-men midden in de bed »-
yigheid vamde voorbereidingen tot de start.
Voor elke reis wordt het lnehtsctap door
honderden onvermoeide handen
Joor tientallen scherpe oogen op de genng-
L *ut. geïnspecteerd,
,taatj|en man op een onwaarsctajnlyklange
.adder, waar dat noodig ia, geeft hy het
'omhulsel een nieuw likje -aln—
fe wordt verbruikt wOa uitgelaten
(nieuw ingenomen, een rijdende pomp
ziet de motorgondels van nieuwe olie, ter
wijl de motonen zelf door geroutineerde me-
canjjriens voor het laatst aan een gronèig
onderzoek worden onderworpen. Dan plot
seling een oorverdoovend geknetter, dat
door de wanden meermalen wordt weer
kaatst; het proefdraaien van de propellers.
De navigatie-instrumenten in de piloten gon
del worden nagezien, de radiotoestellen ge
controleerd, de lichtleidingen onderzocht.
Niets ontgaat de inspectie. Het is mensche-
lykerwyze gesproken onmogelyk dat het
een of andere gebrek, waaruit tydens de
reis een ramp kan ontstaan, aan de Argus-
oogen der technici ontsnapt
Buiten hangen op de spandraden van ue
groote ankermast voor de hangar de kemels- fl
haren dekens van de bedden der passagiers.
Nu worden zy in het luchtschip gebracht en
ik ga achter den steward de houten trap
naar de gondel op. De hoofdsteward is juist
bezig om op de deuren der hutten kaartjes
me We namen der passagier^ aan te bren
gen. Hier zal mynheer X.„twee dagen en
nachten zyn verblijf hebben en daar, in ae
groote salon met de schuin'naar beneden
uitziende vensters, zal hy de eindelofjaie wa-
terwoesteny aan zich voorbijtrekken.
Een routekaart hangt naast de deur; met
een afwaschbare stift wordt hierop telkens
de positie van jiet luchtschip aangegeven.
Een kleine auto rijdt door de hangar
heen, $>tdat de gondel is bereikt. Vlugge
handen laten de proviand voor de reis uit
en verstouwen alles in de keuken, waar de
koks met witte mutsen reeds uan het werk
zjjn, in de eetkamer en als ik het zoo
eens noemen mag in den „kelder" van
het luchtschip. Alcoholische dranken zijn
daar echter niet te vinden.
Een kort commando herinnert ons eraan,
dat nog maar enkele minuten ons scheiden
v^n het oogenblik van vertrek. „Klar
Jjfhiffroept de eerste officie^sdie te
zamen met den commandant, kapi tem-vlie
ger Lehmann, de laatste voorbereidingen
controleert.
Mét een zacht gegons openen zich de
groote deuren van de hangar. Nu krijgen de
amateurfptograven hun kans, binnen de
hangar' mogen geen foto's worden gemaakt,
maar daarbuitey mogen zij de luchtreus, die
nu in al zyn indrukwekkende grootte 1e zien
is, opnemen.
Het persorfeel der machinegondels kjimt
,uft het lijf van het luchtschip langs smalle,
samenklajlbare ladders naa» zSn plaats. De
tribune voor de bezoeker! wordt wegge-
Pnomen en eeh compagnie Frïedrichshafener
leerling-matrozen, die er ij)et hun witte
uniformen, met tan 'Biauwe.Üragen en mat
sen fleurig uitzien, niarckierenVie hangar
binnen. Zij grijpen elkaar bij de handen en
zetten de startbaan af. Nu dringt er een
groei menschen met tasscheh en papieren
in de hand naar een" tafel toe, die bil de
trap naar den gondel staat. Een officier van
het luchtschip en een douane-ambtenaar |n
een groene uniform kijken de passagebil-
jptten en de passen na, terwijl een Paar
arbeiders van de .werf .onder het luchtschip
kruipen en daar de kleine zakken met bal
last losmaken. Dadelijk staan er leerlingen
•van de werf gereed om zich aan de stangen
"vast té klemmen, watt met veel lachen en.
grappenmakerijen gebeurt, want het »yn
allemaal sterke, jonge kerels, die reeds den
wind bespeuren van de Verre landen en
zeeën, waar zij eenmaal overheen hopen te
vliegen.
Eindelijk weerklinkt het commando „Luft-
schiff marsch!" De deur, van de gowjel,
wordt gesloten, de achterbly Venden wulven
de vertrekkendqn toe.
Dan weerklinkt het laatste commando:
LuftsAiH hochl" Met een schok vliegen
ïetouwen uit de luiken «m het luchtschip
terug. Het moment van de start if gekomen.
He# luchtschip zweeft reeds eenige mpters
boven dta grtad. De leerlingen zyn op net
laatste oogenblik afgesprongen Nu be
draagt de afstand reeds 10 M Nu zweeft
het hichtschip reeds nooger dan het aait
van de hangar. De motoren, beginnen te
brommen, 4e propellers knetteren.
kykt naar boven. Handen en zakdoekenT
Eindelyk weerKiinKt net t-uuu..».- --
schiff marsch!" De deur, van de gomlel
wordt gesloten, de achterbly Veilden wulven
zwallen" Een~ lichte mist neeiyt het luéht-
schjp re-eds in zich op. Nog enkele minuten
en dan is het reeds na een fraaie.bocht
verdwenen In Zuiil-Westelijke richting,
'naar een «eekend aan de overzijde van den
Oceaan. Alleen dt. koelen grazen rustlgVen.
tevreden. Zjj laten zien geen oogenblik
storen door de dingen? die er om hen heen
gebeuren. Zij hebben den „Qraf Zeppelin
reeds te vaak zien starten p
Je hebt je toch vel gewasschen, Tom
Ja moeder... gisteren nog!...
NOG ALTIJD PULLOVERS EN TRUIEN.