Morgenstemming in Troldhaugen. J 'c- De schatten/èener Keizerstad. Liefdespel en auto, -/ Voor de Jeugd. Kwaak, Knippie en Lang neus. De „Graf vertrekt naar Zuid-Amerika. RaadselB voor de Jeugd. T 7 Wat ffrengt de mode ons dezen winter? Tusschen sneeuwtoppen en diepblauwe fjorden.. Wandeltocht door Edvard Grieg's geboorteland. Door F. VAN GENT. Uit de drukke, altijd levendige en de elfen. Waarom „Troldhaugen"? arbeidzame stad Bergen aan de J Het nederige, witte huisje met zijn prachtige westkust van Noorwegen, I helgroene luiken, met de gezellige brengt ons een kleine, electrische J glas-veranda, ziet er zoo heelemaal mystiek-rustige waterspiegel uitjjtean het einde begrensd door beboschte hoogten. Een vrooljjk wit huisje spiegelt zich in het water, een stuk speelgoed in een grootsche, on eindig mooie natuur. In een natuur, die de mooiste weerklank gevonden he>ift m de composities van den mees ter, in de Peer Guint-Suite, in „Brui tram. Aan den rechterkant woeste j niet naar uit, dat het de verzamel- j loftsdag", in de „Morgenstemming", rotsen, nog wat van de laatste' wegen, door een korte tunnel, een brug or- der door, dan weer door het voor- j jaarsstemmige woud, Kronstad, Fa- radis, Fjösanger, Hop. „Over de brug I plaats is van allerlei booze geesten in pikdonkere nachten. Men zou eerder denken, dat het een lusthuisje of een jachthuis was, waarvan vroeger de vorsten zoo hielden. Troldhaugenal- rechts; waar nu naar toe." Ah, daér J leen maar te begrepen met een staat al een bord: „Naar Troldhau gen, deze weg rechtuit". En dan gaan we over een weg door Gods heerlijke natuurlinks een dicht groen dennenbosch, rechts een haag, waarin de vogels hun nesten bouwen;,' Noorsche volkskarakter. zwaarwichtigen, altyd met levenspro blemen worstelenden en toch nooit tot een einde komende ziel van den Noor. Alleen maar te begrijpen uit het piekeren, uit het eeuwigzoekende boven hun vroolijk gesnater uit klinkt Man ver weg een waterval, het bosch ruischt in het windje een zachte me lodie aan het wonderlijke landschap, waarin twee kleurige huisjes op den heuvel een speelgoedachtig uiterlyk geven, dat niet plastischer door een schilder weergegeven zou kunnen worden. Een lichtblauwe hemel steekt tegen verre bergtoppen af, waarop de eerste zon een nog ongelijke strijd tegen de blindend witte sneeuw voert, afsteekt tegen een verdwaalde wolk, die zich graag achter een of andere berg verscholen zou hebben, zóó al leen hangt hij aan het firmament. Geen menschenziei is in de verre om trek te zien, de Natuur is alleen met haar speelsche grillen en men zou zich in het zonnige Zuiden kunnen wanen, als niet de sneeuwtoppen en de water val by het fjord aéhter het bosch van de grootsche Natuur van het Noodden- vertelden van ijskoude stormen en wekenlang» regen, van de diepste duisternis 'in den winter en heldere zomernachten. TroldhaugenTrold-heuvel, de berg van de kleine, vlugge geesten, die de Noorsche fantasie op donkere avon den en -in lange, zwarte nachten laat spoken, die een strijd voeren tegen de vriendelijke geesten van den zomer, Tegenwoordig nog, tientallen jaren na den dood van Edvard Grieg, schij nen zijn uit de oer-Noor ontstane me- lodiën over Troldhaugen te zweven. In de kleine componisten-hut, die ter zijde van het kleine kasteel van Trold haugen ligt, tusschen met kleurrijke bloemen begroeide rotsen en blanke breken, was zijn werkplaats. Heel eenvoudig ingericht is de ruimte, slechts het allernoodzakelijkste wat een componist noodig heeft, vinden wij daar; slechts weinige schilderyea hangen aan den overigens kalen wand. Waarom ook weelde in deze ruimte, die, afgezonderd van men- schelijke droefheid, in de heerlijke na tuur van het pal-k van Troldhaugen ligt? Een groot, breed venster voor de schrijftafel zegt meer dan gemakke lijke stoelen; het laat ons een heer lijke blik zien op de Nordaasvandet, het groote fjord, dat om den stijlen Oever van het schiereiland Troulhau- geh schittert. Omzoomd door een 1 paar kleine berken, een bloeiende I heester en een door duizend plankjes j bedekte, steenachtige bodem, biedt deze aanblik iets zoo wonderlijks, oat er geen woorden genoeg zijn het te beschrijven. Hier strekt zich de zilver-he)dere, In een andere hoek van het roman tische, kleine park ligt het graf, waar in de stoffelijke rest van den grooten componist rust. In een stijle rotswand is een grauwe granietplaat gehouwen, nauwelijks opvallend staat in gewoon schrift „Edvard Grieg", geen druk letters, geen datum, geen kruis, al leen maar Edvard Grieg. Gewoon en eenvoudig, waarvan de Noren zoo houden. Geen gedenkteekens en standbeeldentenminste niet in Troldhaugen, niet in de geboorte plaats van den Meester. In de bergen, de groote stad, daar heeft men ge denkteekens, zeker. Voor de inwoners van Bergen zelf en voor de vreemde lingen, die in een reiswagen die be zienswaardigheden bezichtigen. Doch wie een stille 'nagedachtenis aan den Grooten Meester wil bewijzen, die gaat naar Troldhaugen en groet de blanke waterspiegel van de Nordaas- vendet door de oude dennen, die in den wind zachtkens de „Morgenstem ming" ruischen... GROOTE VOETEN. Twee gala-toiletten van zeer bijzondere elegance. Het grootste museum ter wereld... sin hel oude paleis te Peking... De kelzèïstad, die eenmaal de „ver boden stad" Vkn Peking was, de resi dentie van denzonen des hemels", 1» een ontzaglijk groot complex van tui nen, binnenplaatsen, muren, gebou wen van één verdieping en talloos vele paviljoens. Z|j is in haar afmetingen met geen ander paleiscomplex te ver gelijken en wordt daarin slechts be- naderd door de Vaticaanstad en het Lustslot Aranjuez bij Madrid. Deze keizerstad, die door de autoriteiten in drie complexen was verdeeld, is jaren geleden in een museum verandeid, hoewel „verandjerd" in <jlit verband eigenlijk geen juist woord is. Het smaak opgesteld is, vertegenwoordigt een waarde, die bijna niet in cijfers is uit te drukken. Men vindt er por se lein uit den tijd der Soengdynastie, uit de 9de tot de 12de eeuw. dat ft.- der de verzamelaars bekend is als Sep ladon-porsélein. Elk stuk is gemerkt met sierlijke schriftteekens, die Ko Loeng Tjoen beteekenen. Ko en Loeng Tjoen waren de beide broeders, groo te kunstenaars, die dit porselein heb ben gemaakt. Naast deze zalen met kunstwerken uit de oudste periode vindt men uit gebreide collecties uit latere tijdper ken, daarna komt men langs een aan tal porseleinen poorten en tempeltjes bij die gebouwen, welke het antieke brons bevatten. Het kostbaarste stuk van deze verzameling is de beroem,de bronzen schaal San Sji Plan, die be- meeste werd slechts behQuden in den hoerde aan het geslacht Sji. De kla^ haar lijnen heeft toestand, waarin het was. Deze keizerstad is dus in haar ge heel geworden tot een zeer kostbaar ^museum-. Het kostbaarste en grootste ter wereld... Eerst betreedt men een uitgestrekte tuin vol rozen en lotos- bloemen, waarvan de ingang wordt bewaakt door de beroemde Sjen Woe- mannen. Al dadelijk heeft men een prachtig uitzicht op het onoverzien bare mengelmoes van gebogen, bont gekleurde daken, kunstig gesnoeide boomen en heggen, fantastisch0 beel den, tqrens en muren. E?i bij alle schijnbare verwarring en overlading ontdekt men na eenigen tijd toch sy steem, toch epn diepere beteeken is, wat van deze ,Vude, jioogptaande be schaving ook niet primers te verwach ten wasS. Aai^v-deip anderen kant van den „tuin der keizerstad"'liggen onder donkere naaldboomen de gebouwen, welke de porseleinen verzamelingen bevatten. Wat hier aan kunstwerken bijeengebracht en met de fijnste sieke schoonheid van 'men in latere eeuwen telkens weer tevergeefs trachten na te bootsen. Een matglanzend licht, in teere pas teltinten gekleurd, verspreid de col lectie jade, in het midden waarvan een machtig, 3 M. hoog blokje jade staat, waarvan de zijden zijn versierd met doorloopende afbeeldingen van de werkzaamheden, die in China aan de rivieren worden verricht. Naast reusachtig groote werken men ziet, er een bassin ter grootte van e^iT klein meer vindt men hier wonder tjes van minatuurkunst, kleine die- ren-, goden- en drakenbeeldjes, $oo sierljjk en^ryk aan fantasie, als men zich slechts denken kan. De schilde rijenverzameling omvat 1500 oude schilderijen, handteekeningen en et sen. Een paar van de mooiste schilde rijen zijn, omgeven door jijden be hangsels, op prachtige w^jze opge hangen in afzonderlijke kamers. De bibliotheek omvat andèrhalf millioen deelen; hieronder bevinden aich ori- ZyAls ik 'trouwen ga, krijg ik van mijn moecter een iieele kous met geld. Hij: Dart hoop ik maar dat je moeder jfroote voeten heeft. gineele handschriften, die mee/ dan duizend jaar oud zijn, terwijl er zich onder deze handschriften menig uni cum bevindt. Men heeft maanden noodig, om de kunstschatten in net paleism^um te Peking werkelijk te \teeren ^Keni/eH) Hun aantal is zoo gröSlIC dat mèfc/een tijdlang van plan is geweest Jam de verzamelingen te verdeelen en soortgelijke musea in te ichten te Moekden en Ranking. Dit plaCn heeft r^en echter laten varen, g/lukkig, want nu blijft alle3 behou- din in denzelfden staat, als waariiu hétVe^keerde, toen China nog een keizerrjjlrwas. GOEDE RAAD. door JGSé SCIPIEN. We waren het met elkaar eenshet was een aardig meisje. Onder „wjj" dienen te worden verstaan de passa giers, die eiken morgen, den Zondag gelukkig uitgezonderd, met de* elec trische tram van Saint Cloud, onze woonplaats, naar Parijs trokken, de plaats van onze werkzaamheden. Het was overigens een heterogeen clubje. Waarvan de verschillende le den, door de gewoonte, wat eigen met elkaar waren geworden. Iedereen had zoo zijn vaste plaats, waarop hij, ove rigens niet de minste rechten had, doch dje oude klanten van de tram respecteerden dat gewponterecht gn alleen een niefl*habitdé maakte zich aan het misdrijf schuldig te gaan zit ten op een plaats, waarop de reiziger van eiken dag gewoon was zich neer te vlijen om zjj£ krantje te lezen en met anderen Inrt oordeel te wisselen^die zich tevreden, blij pv^lde. Har over het weer eb om zijn meening ten beste te geven en die van anderen te hooren over een (ff ander meisje, dat voor het eerst de Fit meemaakte. Daar was meneer Bourhomrae, rayonchef van. en groot magazijn. Een goed gevormde kous over een goed ge vormd droegjjjjiton hem bekoren en hjj kende, naar zijn meening, haar den hoogsten lof toe als hy verklaar de: „dat hjj wel een bioscoopje met der ndtitie van ons nam.' Zeker, ze was nog even vriendelijk als altijd, maar haar aandacht concentreerde zich meer op wat buiten dan wel bin nen de tram geschiedde. En dat was des te verwonderlijker, omdat de weg waarlangs men minstens twee keer per dag gaat, alle aantrekkelijkheid heeft verloren, vooral een weg langs de sombere buitenboulevards van Pa rijs. Het duurde natuurlijk eerst vrij lang voor we tot de conclusie kwa men, dat het aardige meisje niet *oo „aardig" voor ons was dan vroeger. We gisten naar de oorzaak. En we dwaalden dóór *een doolhof van gis singen. Wat zocht ze op straat en waarom speelde soms een^glimlach over het galaat als ze nafr bui$pn keek. Men kan op verschillende wij zen glimlachen, zij glimlachte als een, Hier, vadertje, ir in en bijt hem! zet zoolang je tanden zijn spnui- EVÉNTJES LACHEN. Gevaarlijk 'terrein. Meneer Kukelhaan vraagt aan zyn ten: En... welk dier vindt je het mönstt in den Dierentuin? De leeuw, antwoordde Otto. En jij, Elly? lj)e geit, zegt Elly. I Zoo zoo, de leeuw en de geit. en jij vrouw, wat vond jij het mooiste? 1 Oooo, de zilvervos, zucht mama met ten hemel geslagen oogen. j Hij wist raad. Fabriekseigenaar: U bent niet ge schikt voor de nachtwakerspost! 'ik ^noet iemand hebben, die er niet voor terug schrikt den ganschen nacht op den loer te liggen! Sollicitant: O..., maar dén weet ilc iemand: mijn vrouw! haar wilde maken.'* In zijn nabijheid zat meneer Pomère, een niet meer jonge man, die»aitijd scheen te slapen, maar door de oogspleten naar de jonr ge dames keek. Bij hem, en hij zorgde dat ze altijd een plaats naast hem aan den kant van het raam kreeg, zat het meisje, dat door ons, passagiers, „het aardige meisje" werd genoemd. Men zou moeilijk kunnen beweren, dat iedereen Verliefd op haar was, doch men vond het toch wel aange naam, als ze een glimlach voor haar medepassagiers over had. Ze was groot, gezet, met kort geknipte haren, welke ze «kt nonchalant d^oeg. Ze zette altijd haar hoed af, schudde eenige malen met haar hoofd en'dan meende ze dat heur hjfar netjes ge noeg zat. Ze was altijd adrem en was nimmer om een antwoord verlegen. Ze maakte altijd een praatje, \k>- spotte de oude heertjes, die erg ver liefd en galant deden en lachte mede als een leuke mop ge'tapt of een „bon mot" ten beste werd gegeven. Doch, sinds .eenigen tijd werd op-i gemerkt dat het aardige meisje min-l vragen, wie of wat haar aandacht trgk, wilden we niet. Dat was het zich begeven opJhet „particuliere" terrein van het meisje, we waren immers niet eigen genoeg, om brutaalweg naar haar gevoelen| te vragen, te meer, waar een volle tram niet de plaats i om innerlijke dingen te vertellen. Toen we plotseling de ontdekking de den dat eiken morgen eenzelfde auto gelijk met onze tram bleef. Het, was zeker, dat de auto met groote snelheid \pn tijden, gemakkelijk cms voertuig voorbij kon snellen, dochW® namen aan, dat de bestuurder zijn „kar" met opzet inhield om de tram in het te kunnèn houden en bij te blijvf We hadden nu een aanknoopings- punt voor onze gissing#n en veronder stellingen gevonden. Was het de auto die de aandacht van het aardige meis je bezig hield en was het 't meisje met den genoeglijken glimlach, dat de bestuurder van den auto noopte met een sukkelgangetje naast de tram te rijden? De autobestuurder was geen jonge man meer, doch wij' realiseerden, dat j meisjes, zobals ons trammeisje, met een resoluut karakter, soms de voor keur geven aan een man op leeftijd, wiens verzet tegen de nukken en ku^ ren van een vrouw ietwat is gebroken en die eerder onder den scepter van .de vrouw eich. buigt dan de jonge man die niet onder de pantoffel v^n zijn echtgenoote wenscht te geraken. Dus dat was het. Hoe het meisje aan de wetenschap was gekomen, dat Vriend Veldmuis'vertelt een onde geschiedenis. Door <NN1E ROES. piomp, dad'r springt Kwaak, dé kikvorsch i/het water. Hp heeft heerlyk van de lentezon zitten gemeten op de klip, maar toen hoorde hy een geraas, en hij was ge- noodzaakt zijn schuilplaats in het water op i te zoeken. Hij wordt den laatsten tijd dik- f wijls in zijn slaap gestoord. Nu hebben de j menschenkinderen zijn prachtige kloof ont- dekt- en gaan er vaak pick-nicken. Hij is tegenwoordig nergens meer veilig, behalve dan in het water. Kwaak is er verontwaar- digd over. Zijn rust is weg. j Als dit èen vacantie-dag is, kan lip net zoo goed in het drukste deel van de stad zhn woonplaats hebben. De eiemn die zpn I vrouw pas gelegd heeft„zpn óók alweer ver- j nietigd. De mensch is veel te nieuwsgierig. Uit keer is het geen mensch, die Kwaak stoort Het is Langneus, de dwerg, die uit zün huis komt. Hp kent Langneus allang, want hp wacht al geruimen tijd in dat gat aan de kant van de rivier. Nu zit hij op zpn Als een mensch wakker wordt, is hij nooit in een erg goed humeur. Zoo ging het Langneus ook. Boos ging hjj toen naar bui ten om daar tenminste ongestoord van zjjn pjjpje te kunnen genieten. Knippie schaam de zich wel wat, toen Langneus niet terug kwam. Hjj ging stilletjes naar buiten en zette zich neer op een graspol. Toen hjj zoo in gedachten zat, hoorde hjj een geritsel en daar zag hjj een veldmuis, die hem niet zag. Knippie kreeg opeens een idee. Hjj 'f pakte de staart van de muis, die net bezig was te drinken en hield die stevig bedt. I Laat mjj toch los, man,, kreet de muis j verschrikt. Ik heb nog zooveel werk te Ik heb nooit geweten, dat jullie te werken hadden, spotte Knippie en zwaaide de staart heen en weer. Wist je dat niet? vroeg de muis ver-, ontwaardigd. Ik zou wel eens willen weten, wat er van de tuinen van de menschen te recht zou moeten komen, als wjj er niet Knippie is vreeseljjk nieuwsgierig, zooals we weten, en zei dus gretig: Ik zal je dadelijk loslaten als je belooft om mjj te wjj zen hoé jullie werkt. Lieve hémel, man, weet jjj dat óók al niet? Allemaal kennen ze toch dat oude verhaal van de rit die olie stal door zjjn staart in de flesch te steken en hem daarna V", i af te lekken. Hjj heeft dat zoolang volge- dak, dat een mooi grasveld op kleinen schaal houden tot staart heeiemaal kaal was. is, met hier en daar wat Daarom heeft, zpn heele nageslacht kale die voor palmboomen dienen. Zpn huii staarten Ik ben maar bljj| dat mpn voor- eigentpk een grot, waaruit een k*hteien zulke dfevcn «aren> want daar stroompje in de rivier uitloopt. Het is zoo. struuuipjc - mooi daar, dat het jammer ;s naar bed te gaan. Hp luistert naar wat het stroompje te vertellen heeft. Vobr hem ie het als een Den laatsten tijd heeft hij nog een kame raad, want Knippie is een klein elfje, dat tijdelijk bp hem woont. Knippie is een veel kleiner schepseltje, maar dit feit verhindert het niet, om daarbij, erg ondeugend te zpn. Aagje zou een betere naam voor hem zpn ik zoo tyits op ben als op mpn staart. I Knippie had, terwijl de muis vertelde, f aan zpn lippen gehangen. Nu had de muis i erge haast, en daarom trok hij Knippie 1 gauw mee. Ze liepen tot de hoekpaal van het land van den Boer, en daar was een gat, waar ze allebei in gingen. Ze moésten een I heel eind loopen door onderaardsche ïan- I gen, tot ze eindelijk op een plek kwamen 1 waar een heeleboel muizen aan het werk nooit vergeten. En nu kunnen we niet ver- der praten,, want het is al erg laat. Nou veldmuis, zei Knippie. Wel be dankt hoor! Ik heb het met pleizier gedaan, Knip pie! Maar vergeet nou maar nooit meer, dat wjj heel hard te werken hebben! Dat heb je nu toch zelf gezien. Ja hoor, zei Knippie. Ik zal het onthou den. En toen liep hjj gauw naar Langneus pm alles te vertellen. Hjj had zóó vreeseljjk veel te vertellen. Ep Langneus vergat heele maal, dat hjj too boos was geweest op Knip- Voor de lmtite mini vu dit jnnr. i De luiste uren vu voorbereiding. Een kijkje achter de „coulissen" der hangar. (Door een bijzonderen correspondent.) Toen ik den wensch te kennen gaf, om eens mee te maken, hoe de „Graf Zeppelin" voor zjjn reis naar Zuid-Amerika start en dat zou dit jaar voor de laatste maal gebeuren, eer de wintersche rusttjjd aan brak zei de ingenieur, die hierbjj de lei- - - - - Y c~"---- «f l ding heeft, zoo langs zjjn neus weg: „Komt pie, zóó zat hp te luisteren. Toen ze gingen TT Anm a/*ht. uur." slapen, waren zjj de beste vrienden. ut een nieuwsgierig mensch een aagje, en Knippie was erg nieuwsgierig. Hjj had erg veel stoutigheden uitgehaald en toen had de Feeënkoningin gezegd, dat hjj voor straf bjj Langneus moest wonen, totdat hij wat zoeter geworden zou zjjn. Langneus had dit goedgevonden, want vooral in het begin had Knippie de tjjd voor hem verkort met zjjn rare fratasen. Dit keer was Knippie echter te ver ge gaan, en daarom had Kwaak de dwerg ui zjjn huisje höoren komen. Toen Langneus wakker w^rd, had hjj naar géwoonte zijn lucifera gezocht en zijn pijp aangestoken, maar elke keer woeien de liici- fers uit. Toen hü omkeek om te zien waar de tocht vandaan kwam, z%g hy Knippie op zijn hoofdkussen zitten. Natuurltik was hij het weer geweest die Langneus geplaagd had. schilderen en de rapen te witten. Dat had Knippie nooit geweten en zijn mond/ging open van verbazing. Een eindje verder waren weer andfren tetig de jonge koolbjaderen styf in elkaar te vouwen, zoodat de rupsen en slakken er niet in konden komen. Knippie werd als maar verder geleid en toen kwamen ze bij een plek waar muizen bezig waren om met wortels de kluiten vast de belangstelling van den man van de auto haar betrof, wisten we niet, doch haar glimlach zeide ons genoeg, dat zij inderdaad de uitverkorene was. Zoo begon dan langzamerhand-een liefdesspel'tusschen auto en trafn en zoo geleidelijk keken we, events het meisje uit naar de auto. Het was mijnheer Bourhomme, die4 de eei»te opmerkingen in verband met de auto begon te maken. Het is in een auto toch, beter rijden dan in een tram, zeide hij. Men lachte, want men begreep-hem. Maar in de tram is het veiliger 'voor meisjes tusschen al de heeren dan in eed auto met één heer, merkte meneer Pomère op, dié niet goed kon verdragen dat het fieisje, door de ver schijning van de auto, hem niet meer aandacht schonk, dan waarop hij aan spraak meende te moeten maken. En meneer Fhrrage, die ook bij ons zat, vond dat het veel goedkooper was voor niemendal in een auto te rijden dan ,een tramabonnement t« moeten I Htrnen. j Het aardige meisje bleef haar glim lach, ondanks onze opmerkingen, be houden. Doch ook de aar<$van den glimlach was veranderd. Uit den nieu wen glimlach sprak meer bewustheid, zekerheid. Uit haar glimlach meenden wij te mogen opnjaken, dat zij zeker was van haar overwinning. En op een morgen misten we haar. En onder 'de rit zag een van de passa giers, dat het aardige meisje 'in de auto zat, die nu met groote, vaart •voorbH de tram schoot en spoedig uit het glzïcht was verdwenen. Hij maakte ons te laat opmerkzaam op het belangwekkende fer., want toen we allen tegelijk opgespron gen, zagen we nog alleen den achter* kant van den wagen, waarin het aar-^ dige meisje met den bedaagden heer was gezeten. Den volgenden Inorgen betrad ze weef de tram en nauwelijks was ze gezeten of meneer Bouihomme zeide droog, tenwijl hij niet van zijn krant opzag Dat is noodig, zei de veldmuis, omdat anders de planten niet stevig zouden vast- zitten en dan omwaaien, want zomera waait het immers altijd zoo? Het werd al laat en de muizspi gingen naar huis. Veldmuis bracht Knippie terug naar de hoekpaal. -i Jij hebt me vandiag flink laten schrik ken, Knippie! zei dei veldmuis. Dat zal ik Het is in een auto toch beter rijden dan in een tram. Doch meneer Pomère was woest, omdat hij den voriger. dag tevergeefs naa* haar had uitgekeken en hear plaatsje had bewaard tot het door een vreemden man en niet door een ander aardig meisje was injgmè- men. Weten uw oudera met wjen u rijdt? vroeg hij knorpig. Pardon, meneer, "wie geeft u het récht zoo tegen mij if spiekef!? Bourhomme grinnikte. Zulk een antwoord mocht hij we' op zulk een vraag. We vielen van de fceneverbazing, in de andere. Wij, die toet klipimenjje belangstelling het liefdesspel hadden 1 gevolgd,,zagen op een morgen het 'v wierp. Ze had zich afgewend &n het 1 raam en nam, tegen haar gewoonte, i meisje geen enkelen blik naar buiten levendig deel aan het gesprekDEen licht rood kleurde haar,wHngenC toen I (de auto opdeen geweldige manier be- j gon te toeteren, alsftf hjj weer de aan dacht vroeg van het meisje. Docll ze reageerde niet. Ze'had ook weer een glimlach, maar nu was de aard tan -dién lach veranderd. Iets van, minachting en „we kullen je". En haar houding gaf onè freer aanleiding ons weer te verdiepen in allerlei gis- singfi en veronderstellingen en Bour- honjme zeide, een woord, van ïVans de" Berste aanhalende; „Souvent fem- me vftr-ie". Het is toch beter hij ons da: een auto, triomfeerde meneej- mère. Zijn triomf duurde niet lang.. Want de hare kwam. Twee, drie dagen bleèf zij het ge toeter van den auto negeeren, dfie dagen waarijh zü niet scheen te luis teren naar de Iiefdesstem van den wagen. Dén vierden dag groette ap weer met een glimlach en den vijfden dag bleef ze We*. Het was het begin van de 'maand en ze had zich geen abon- Oplossing van de raadsels van vorige week. 1 1. Middelburg. j 2. Anijs. I 3. Marie, Piet, Arie, Herman, Theo, Suze. 4. Oogappel. De prijs viel bij loting ten deel aan FIETJE VAN DER HORST, IJssellaan 46, Gouda. Nieuwe Raadsels. 1. Als krijt zoo wit ben ik, Als dons zoo. fyn en zacjt. Wanneer ik er,, weer ben. Dan zegt men: „Wat een pracht!" Terwijl van 't jonge volk Er menig is, die lacht. De jeugd heeft, immers al Heel lang op mij gewacht! 2. Met b ben ik een lichaamsdeel, met ,D een .vreemdeling, met t een deel van je voet en met st altijd hari* 3. Wat is de hoofdzaak van ieder mén- schelyk lichaam? 4. Mijn eerste is zwaar te dragen,, mijn tweede verzendt van allerlei en ik ho'ap niet dat je bent, wat mijn geheel noemt. 5. Kruisraadsel. v Op de beide kruisjeslijnen komt dt i\am wan een plaats in Gelderland. 'X X/ X X X X X X X X X ..X X le rij een medeklinker. 2e een eilandje. 3e een klepr. 4e 't gevraagde woerd. 5e een jaafgetyde. v«e een gropte steen 7e een medeklinker. A f Opfóssingen inzenden aan de Redactie van de Goudsche Courant, Markt 31, Gouda. EEN GELUKKIGE. amin Waar iB het bureau voor het aanvragen van een patpnt? heb een nieuw soort kachel uitgevonden. v k nement meer genomen. Ze reed met den auto bij de train, opdat we goed konden zien, dat ze er in zat en zjj gjfoette ons met een zekere familiar|> teit. V Een maand later zagen we dat z^" leerde ïhauffeered en weer eenige maanden later zét zij voor het stuur. Ze bracht met de auto haar mad naar zijn bureau. Eli ging dan toeren in' het Boïs," voor ze naar huis terug keerde. -- ,Vaak .had 'ze een glimlach en een groet over voor'haar vroegere mede passagiers, die, arme sukkels, zich ipet de tram moesten blijven tevreden stellen. 1 Wij zoeken^iaar een ander „aardig meisje". v - U dan maar morgenochtend om acht uur." Uheeft dan de gelegenheid om de laatste twee uren voor de start in alle hoeken rond te neuzen en de voorbereidingen te volgen. Maar zooiets bijzonders is het heusch niet. Nu, voor hem \yas het dit' misschien niet, maar voor my was dit kykje achter, de, cou lissen niet te vergelijken met wat dan ook. Oogen en ooren konden ternauwernood de menigte van interessante, spannende en in drukwekkende momenten in zich opnemen. Zoo stond ik dus «pp een raistigen October- morgen op de werf te Friedrichshafen. De I bezoekers moeien twee confcrolehuisjes pas- seeren, met dpartusschen een lange opry- laan. Soms ondervinden zy hieyby opont houd, namelijk wanneer er koeien langs de oprylaan gedreven moeten worden. Tot de inventaris van de werf behooren n.l. nier alleen een gasinstallatie, een smidse en^een constructiebureau, maar ook een aantal koeien, die sfechfls in de tweede plaats ge houden worden en in de eerste plaats... om het grasveld, waarvan het luchtschip moet starten, netjes kort af te grazen, zoodat de stastmanschappen stabielen grond onder de voeten hebben. Maaimachines voldoen nun- der goed, want zy laten een hard stoppel veld achter en woelen den grond ony Op dien morgen waren er echter geen koeien op de oprylaan, zoodat wy/ongehin derd doorliepen naar de beidg r/usachtige luchtschiphangars. In de eerste bévindt zich het nieuwe luchtschip, dat nog grooter is dan de „Graf Zeppelin". Voor de groote poort staan zeker een dozyn bezoekers vaii, de werf om er hun initialen en den datum »p te schryven. Ni'emand zal verzuimen om tjy zijn eerste bezoek aan de werf ziph in het gastenboek te vereeuwigèn. Op het oogenblik trekt de tweede hangar' echter meer mijn belangstelling. „Post naar Zuid-Amerika" staat er op de brievenbus, die speciaal ten behoeve vap den „Graf Zeppelin" daar staat. Hy zal nu spoedig ge ledigd worden, maar nog steeds komen er briefschry vers aan om er hun zendingen in te werpen, die reeds over enkele dagen \n Rio de Janeiro, Buenos Aires of Bogota zul- Binnerf inde hangar van den „Graf" is hSt alsof de lucht zich beklemmend op de longen l'egt. De hoeveelheid is niet zoo groot dat het gevaarlijk wordt, en men went er spoedig aan, doch de reusachtige borden met „Rauchen verboten" .herihneren ons eraan dat één lucifer in 'staat zou zy/ om den Zeppelin en alle menschen, die lï/de hangar aan hk werk rijn, in de lucht teW vhe- gen. Op de smalle tribune, dit rondom de gon dels voor de piloten en passagiers is op- gesteW, verdringen d^ bezoekers der werf elkaar. Met bewondering kijken ze op naar de reusachtige „sigaar", die in de beperkte ruimte van de hangar een veel fantastischer indruk maakt, dan in de lucht omler de wolken. Oplettend volgen zij elke bijzonder heid van de'velerlei werkzaamheden, die binnen en buiten het luchtschip worden ver richt om het startklaar te maken. Anderen verdringen zich ota eeA Jriosk, ^e onder de luchtreus is opgesteld;, men kan Pt™»™*:' kaarten koopelf! en foto's van reizen met dit luchtschip. Een prentbrief kaart, onder d<* Zeppelin geschreven - l» dat niet Aijna hetzelfde' als een levensteeken Alt Zuid-Amerika? 1 Begettft men zich eenige schreden buiten Je officieele route van de bezl^ke" df.r lerf, dan staat-men midden in de bed »- yigheid vamde voorbereidingen tot de start. Voor elke reis wordt het lnehtsctap door honderden onvermoeide handen Joor tientallen scherpe oogen op de genng- L *ut. geïnspecteerd, ,taatj|en man op een onwaarsctajnlyklange .adder, waar dat noodig ia, geeft hy het 'omhulsel een nieuw likje -aln— fe wordt verbruikt wOa uitgelaten (nieuw ingenomen, een rijdende pomp ziet de motorgondels van nieuwe olie, ter wijl de motonen zelf door geroutineerde me- canjjriens voor het laatst aan een gronèig onderzoek worden onderworpen. Dan plot seling een oorverdoovend geknetter, dat door de wanden meermalen wordt weer kaatst; het proefdraaien van de propellers. De navigatie-instrumenten in de piloten gon del worden nagezien, de radiotoestellen ge controleerd, de lichtleidingen onderzocht. Niets ontgaat de inspectie. Het is mensche- lykerwyze gesproken onmogelyk dat het een of andere gebrek, waaruit tydens de reis een ramp kan ontstaan, aan de Argus- oogen der technici ontsnapt Buiten hangen op de spandraden van ue groote ankermast voor de hangar de kemels- fl haren dekens van de bedden der passagiers. Nu worden zy in het luchtschip gebracht en ik ga achter den steward de houten trap naar de gondel op. De hoofdsteward is juist bezig om op de deuren der hutten kaartjes me We namen der passagier^ aan te bren gen. Hier zal mynheer X.„twee dagen en nachten zyn verblijf hebben en daar, in ae groote salon met de schuin'naar beneden uitziende vensters, zal hy de eindelofjaie wa- terwoesteny aan zich voorbijtrekken. Een routekaart hangt naast de deur; met een afwaschbare stift wordt hierop telkens de positie van jiet luchtschip aangegeven. Een kleine auto rijdt door de hangar heen, $>tdat de gondel is bereikt. Vlugge handen laten de proviand voor de reis uit en verstouwen alles in de keuken, waar de koks met witte mutsen reeds uan het werk zjjn, in de eetkamer en als ik het zoo eens noemen mag in den „kelder" van het luchtschip. Alcoholische dranken zijn daar echter niet te vinden. Een kort commando herinnert ons eraan, dat nog maar enkele minuten ons scheiden v^n het oogenblik van vertrek. „Klar Jjfhiffroept de eerste officie^sdie te zamen met den commandant, kapi tem-vlie ger Lehmann, de laatste voorbereidingen controleert. Mét een zacht gegons openen zich de groote deuren van de hangar. Nu krijgen de amateurfptograven hun kans, binnen de hangar' mogen geen foto's worden gemaakt, maar daarbuitey mogen zij de luchtreus, die nu in al zyn indrukwekkende grootte 1e zien is, opnemen. Het persorfeel der machinegondels kjimt ,uft het lijf van het luchtschip langs smalle, samenklajlbare ladders naa» zSn plaats. De tribune voor de bezoeker! wordt wegge- Pnomen en eeh compagnie Frïedrichshafener leerling-matrozen, die er ij)et hun witte uniformen, met tan 'Biauwe.Üragen en mat sen fleurig uitzien, niarckierenVie hangar binnen. Zij grijpen elkaar bij de handen en zetten de startbaan af. Nu dringt er een groei menschen met tasscheh en papieren in de hand naar een" tafel toe, die bil de trap naar den gondel staat. Een officier van het luchtschip en een douane-ambtenaar |n een groene uniform kijken de passagebil- jptten en de passen na, terwijl een Paar arbeiders van de .werf .onder het luchtschip kruipen en daar de kleine zakken met bal last losmaken. Dadelijk staan er leerlingen •van de werf gereed om zich aan de stangen "vast té klemmen, watt met veel lachen en. grappenmakerijen gebeurt, want het »yn allemaal sterke, jonge kerels, die reeds den wind bespeuren van de Verre landen en zeeën, waar zij eenmaal overheen hopen te vliegen. Eindelijk weerklinkt het commando „Luft- schiff marsch!" De deur, van de gowjel, wordt gesloten, de achterbly Venden wulven de vertrekkendqn toe. Dan weerklinkt het laatste commando: LuftsAiH hochl" Met een schok vliegen ïetouwen uit de luiken «m het luchtschip terug. Het moment van de start if gekomen. He# luchtschip zweeft reeds eenige mpters boven dta grtad. De leerlingen zyn op net laatste oogenblik afgesprongen Nu be draagt de afstand reeds 10 M Nu zweeft het hichtschip reeds nooger dan het aait van de hangar. De motoren, beginnen te brommen, 4e propellers knetteren. kykt naar boven. Handen en zakdoekenT Eindelyk weerKiinKt net t-uuu..».- -- schiff marsch!" De deur, van de gomlel wordt gesloten, de achterbly Veilden wulven zwallen" Een~ lichte mist neeiyt het luéht- schjp re-eds in zich op. Nog enkele minuten en dan is het reeds na een fraaie.bocht verdwenen In Zuiil-Westelijke richting, 'naar een «eekend aan de overzijde van den Oceaan. Alleen dt. koelen grazen rustlgVen. tevreden. Zjj laten zien geen oogenblik storen door de dingen? die er om hen heen gebeuren. Zij hebben den „Qraf Zeppelin reeds te vaak zien starten p Je hebt je toch vel gewasschen, Tom Ja moeder... gisteren nog!... NOG ALTIJD PULLOVERS EN TRUIEN.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4