■ilSib De St. Nicolaas sW .yc< et een complex. Sinterklaas bij zqn dagelüksche „training" Sinterklaasversjes. Nieuwe Uitgaven. WIE HELPT ONS DEZE REBUS T)P TE LOSSEN Ze houdt een belofte in van St. Nicolaas. De H. Nicolaas in de Folklore. Verschillende Recepten. door WILL CORSARI. Alex verweaaehte z'n tante Ella nit den grond van zyii hart, toen ze hem, uls een soort alles-meesleurende wer velwind, uit zün eenzaamheid weg- dwong naar deze hel-verliohte, fees telijke zaal, vol vroolyke menschen. Maar hij' kon het haar niet weigeren. Ze had zich levenslustig als ze was, zoo veVheugd op haar Sint Nicolaas- feest en op de clou, als Sinterklaas in persoon zou verschijnen, om geschen ken uit te deelen en nu had haar Sin terklaas, de oude dr. Lindgraaf, z|jn voet verstuikt. Alex, je moet me helpen, je wilt toch niet, dat ik zoo'n gehuurden St. Nicolaas neem, die dronken wordt of rare dingen zegt en als hij het goed doet, is hij toch niet zoo op de hoogte van allerlei dingen en juist als er géén buitenstaanders zijn, is zoo'n feestje pas aardig, je kon vroeger leuk too- neelspelen, wees nu één keer geen kluizenaar en als je absoluut weg wilt vóór het souper, in 's hemelsnaam, maar kom nu in elk geval mee, de kapper wacht om je te grimeeren. Tante, stamelde Alex. Laat me even aan het woord ko men, jongen, neem je smoking in elk geval mee, er z|jn ongeveer twintig menschen en er .komt, geloof ik, een nieuw kennisje van Puck, ze neet Fanny er moet erg verlegen zyn, wees niet te norsch tegen het arme kind. Zoo kwam het, dat Alex, de ver- legene, z|jn stille, jonggezellenwoning verliet en naar het feest ging. Als kind was hij op school gesard kig af met z|jn cadeau. Er klonk een zachte lach. Alex keek in een paar aardige meisjesoogen. Ze zei: Het klonk zoo grappig... maar u hebt gel|jk, verlegen menschen wor den nooit gelukkig. Alex keek haar getroffen aan. H|j vermoedde even, dat voor het éérst iemand geraden had wat verborgen was onder z|jn stugheid en onvrien delijkheid, maar toen begreep h|j, dat ze doelde op zichzelf Ik ben Fanny, ^ei ze, u hebt me laatst al ontmoet, maar zeker weer vergeten. Mag ik wat bij U komen zitten? Ze wierp een wat angstigen blik rond. Wat een aardig feest, niet? Toen begreep h|j, dat ze het meisje was van wie z'n tante gesproken had. Hij sloeg haar gade. Ze zag èr lief uit, maar ze bewoog zich onzeker en daardoor onbevallig, ze wist haar aar dig costuumpje niet te dragen, haar hoofd was gebogen^men voelde, dat ze zichzelf niet aantrekkelijk vond. Danst u niet? vroeg ze, na een tijdje. O, eh... H|j was op het punt om te weigeren, maar ej; sprak zooveel verlangen uit haar blik... Mag ik Sinterklaas vragen? Er kwamen kuiltjes in haar wangen als ze glimlachte. Even later dansten ze, door tante Ella's werkelijk van verbazing uit puilende oogen nagestaard. U danst heerlijk, zei het meisje, en verzweeg het thuis uit trotsch. Nu en U bent een schat van een Sint. Ik een knappe jongeman geworden, welgesteld, begaafd was hfl maat schappelijk onmogelijk. Maar toen hij dezen avond binnen trad gebeurde er iets wonderlijks met hem. Zijn gelaat droeg weliswaar de stugge uitdrukking van anders, maar die ging ditmaal volkomen verloren in den prachtigen, witten golf-baard! Een spiegel wierp hem z|jn beeltenis toe en het werd hem vreemd te moe de, toen h|j zich zoo zag, als juichend begroete Sint Nicolaas. Er ontdooide iets in hem, want nu voelde hij zich algemeen welkom en bemind Er was een verlegen joggie, dat zich door de anderen opzij liet duwen. Alex hield wat voor hem apart en toen de uitdeelerij ten einde was en de radio dansmuziek inzette, gaf hij den kleinen jongen het geschenk en ver maande Niet zoo verlegen zijn, jongen, anders wordt je later nooit een flin- ken kerel. Beloof je me, dat je pro- beeren zult om niet meer zoo verlegen te zijn? J... ja... meneer Sinterklaas, stotterde de kleine en trok zielsgeluk- heb een tijdje staan kijken en luis teren, toen u met de kinderen bezig was. U gaat natuurlijk veel om met kinderen in uw beroep. Alex begreep haar niet, maar het werd hem duidelijk, toen ze vroeg: Twee avondmantels. No. 9 is een mooie cape van velours chiffon met rijke bontgarneeringNo. 10 een elegante avondmantel van velours satin. Mag ik aan het souper naast u dokter was? een voorrecht om een oude Sint te zijn op die manier! Hij had een meisje een compliment gemaakt en het huis stortte niet in. Zij was nu niet verlegen. Ze bab belde ongedwongen en met stralende oogen, de vroolijkheid maakte haar mooi en het was met een spijtig ge voel dat Alex zich ging verkleeden. Hij kon toch niet Sint Nicolaas blij ven! Maar hoe zou ze het opnemen, dat hij niet de oude, gemoedelijke zitten, dokter? Ze hield hem voor den ouden dok ter. Dat amuseerde hem. Wilt u dan met*zob'n ouden Sint soupeeren? vroeg hij. O ja, graag! Ze kleurde en voeg de er bijMisschien vindt u het vreemd, maar ik voel me met iemand als u op m'n gemak en met jonge mannen niet. Die maken me schuw. Ik ben altijd bij m'n moeder geweest, die ziekelijk was en na haar dood bij een oude tante, dat heeft me zoo ver legen gemaakt. Het is ellendig, ik zou zoo graag óók meedoen, gekheid ma- j ken en bijdehand en vroolijk zijn, j maar ik kan niet opschieten met jon ge menschen, ik ben teveel aan oude j gewend. Ze keek hem lachend aan. U j neemt het toch niet kwalijk dat ik dat zeg? Heelemaal niet! Het is... eh... Toen hij terugkwam in smoking, zonder baard, had hij een sensatie, alsof hij vrijwel naakt binnentrad. Daar stond de en keek hem met groote oogen aan, dragend, zoekend, weife lend. Het was er weer, dat ellendige gevoel. Waarom was hij zoo dwaas geweest, voor het souper te blijven? Nu zag h|j, in den spiegel, weer den gewonen Alex, met zijn strak gelaat en norschen mond. En zij had hem alleen aardig gevonden, omdat ze hem voor den ouden dokter hield. Daar stevende tante Ella op haar Met wie soupeer je, kindlief? Met... met den dokter, zei Fan ny weifelend. Men wien? Tante Ella volgde haar blik en barstte in lachen uit. Nu begrijp ik waarom zoo'n schuwe muis als jij zoo opgewekt was. Je hield Alex yoor een ouden heerNu, ik kan je verzekeren, dat hij jong is en dat ik hem nog nooit zoo beminnelijk en op gewekt heb gezien als daarstraks met jou! Fanny leek verstard van sóhrik. U... u was het? vroeg ze angstig. Ik dacht, u kwam me al öekend voor, maar zonder baard en... o, u zult me wel een gek, opdringerig schepsel hebben gevonden... Integendeel, ik zou bijna wen- schen altijd een Sinterklaas te kun nen blijven, om altijd zoo welkom te zijn... Ik ben minstens zoo verlegen als u, bekende h|j. Uriep ze, waarom in 's hemels naam? En u dan Hebt u reden Zoo'n lief aardig meisje... Toen lachten ze allebei. Aan het dessert zei ze plagend- U bent wel een echt moderne Sint Nicolaas, eentje met een complex! En u? Wat voor een minder waardigheidscomplex moet een meis je als u wel hebben, om zich voort durend met een ouden Sint bezig te houden, als iedere jongeman bl|j zou z|jn met haar gezelschap? Hij kon zich niet herinneren, ooit zoo'n jolig Sint Nicolaas te hebben gevierd. Ik zou wel altijd Sint Nicolaas willen zijn, verzekerde hij. Ze kleurde en lachte. Dat liever niet, zei ze. Ik... houd niet van man nen met baarden! WAAROM NIET7 Myn p|jp is uitgegaan, hebt U niet een lucifer voor mij? Een onschuldig bedoeld Sinterklaas- grapje door M. P. v. VALCKENBORGH. Er is al zooveel gegrapt met Sin terklaas en zijn Zwarte Piet, hetgeen hoofdzakelijk tew|jten is aan het feit, dat het Bisschopsfeest niet meer serieus gevierd wordt, doch meer en meer een vrool|jken feestavond wordt die langzaam door de Kerstviering verdrongen wordt dat dit eene verhaaltje er nog wel b|j kan. Vele jeugdige lezertjes zullen zich namelijk verschillende malen reeds afgevraagd hebben, hoe Sinterklaas eigenlijk de rest van z|jn jaar door brengt. Vandaar, dat wij de Sint eens geïnterviewd hebben en naar z|jn „dag-indeeling" hebben gevraagd Die laten w|j hierop volgen. Irt zijn mooie paleis te Madrid, de hoofdstad van Spanje, leeft de Sint genoegel|jk met zijn Moorschen be diende, Zwarte Piet, „Pedro", zooals de Spanjaarden zeggen. 's Morgens om 8 uur komt de kap per om de mooie, witte baard te ver zorgen, en om te zien of de wenkbrau wen Sinterklaas niet te veel voor de oogen hangen, of de snor niet vettig is van de soep, die h|j den vorigen dag met smaak heeft verorberd. Daarna, om 9 uur, is het paardrijden aan de beurt, want Sinterklaas moet een verwonderlijk goed ruiter zijn, om zoo maar over de daken te kunnen galoppeeren, vooral met die deksel- sche radig-antennedraden tegenwoor dig! Het rijden zelf wordt gevolgd door een uurtje dressuur van enkele reservepaarden, die de Sint altijd meeneemt voor het gemak. Nu is de Sint aan het sparen voor een Pander- tje, zoo'n vliegtuigje, U weet wel, dat is practischer, vindt hij. Om half elf gaat de Sint toekijken b|j de dagelyk- sche gymnastiekles, die Zwarte Piet en enkele andere Moorsche knaapjes ontvangen, speciaal voorJ^ndimmen over danken en door, fflMjl^tenen. Daar heeft Zwarte Pie^HHflp-me handigheid in gekregen. Zwarte Piet krijgt daarna een uurtje les van een der modernste en bekwaamste archi tecten, die hem inwijdt in de gehei men van de moderne schoorsteen- bouw en de ventilatiesystemen. Sinterklaas gaat zich inmiddels vergewissen of de inlichtingendienst en de karthotheek goed in orde zijn, want in den loop Van het jaar wordt van ieder ondeugend kind een kaart aangelegd, waarop dat vermeld is, zoodat U begrijpt, welk een enorm werk dat is. Onmiddellijk daarna is er vergadering van den Bond van Chocoladefabrikanten en Suikergoed- industrieelen, waarvan Sint de groot ste aandeelhouder is. Dikwijls gaat hieraan vooraf een economische con ferentie met de voornaamste geld mannen van de wereld, daar bij zoo'n massa-aaiikoop van chocolade en sui kerwerken de wereldmarkt in dit materiaal altijd eenigszins gevaar loopt. Tenslotte gaat de oude Sint een half uurtje hout zagen, om dat ex-Keizer Wilhelm gezegd heeft dat dat zoo gezond is en verder een kwartiertje sporten met de roede, waarvoor de bezembinder iederen dag een nieuwen bezem te leveren heeft. Zooals U ziet, heeft de Sint het bijs ter druk met het afwerken van zijn dagprogramma. En dén kan hjj op zijn verjaardag, inplaats van wat te krijgen, nog cadeautjes gaan geven! De omgekeerde wereld is het!... Ik krijg er geen hoogte van!... Sinte Klaas, die goede man, Die ook alles bakken kan, Suikergoed en taaie man, Ja, daar krijgt ik ook wat van. Sinterklaas die goede Heer, Hij komt aüe jaren weer, Met zijn paardje voor den wagen Daar komt Sinte Klaas aanjagen! Sint Nicolaas, dou goede bloed! Geef me een zakje vol suikergoede Niet te veel en niet te min, Smijt 't maar tot den schoorsteen in! PH u antwoordt niet door Hein van Makkum. N.V Int ivera-MW U,E* v..wu auuui Omslag en titel doen een vliegboek vermoeden, maar het verhaal draait om een kluizenaar en of de belevenis sen in diens domein geloof zullen vin den bi) groote jongs, is de vraag Overigens is het goed geïllustreerd en zal het ongetwijfeld zijn weg wel vinden. Het Smokkelschip Berendim By denzelfden uitgever verscheen van de hand van Ir. J. P. Valkema Blouw een boek voor jongens van twaalf tot zestien jaar. Het is getiteld „Het Smokkelschip Berendina". Hugo Pol- derman verzorgde de bandteekening en voorzag het van aardige illustra ties. In dit vlot geschreven boek irordt de levensgeschiedenis verhaald van een jongen wiens vadfr gestorven is toen hij nog heel jong was. Zijn moe der hertrouwt met een veel ouderen man, die een moeder voor zijn zoon verlangt, maar voor de stiefzoon zich niet erg interesseert. Wederkeerig doet de jongen ook geen moeite zp tweede vader nader te komen. Als de moeder sterft, dreigt het tot een breuk te komen tusschen den jongen en den tweeden vader. Zoover komt 't niet. Wel verlaat hij het huis en tracht zijn fortuin te maken. Hoe hij daar volkomen in slaagt en zich een weg weet te banen, het wordt op werkelijk onderhoudende wijze verteld. Dit jon gensboek zal ongetwijfeld zeer in den smaak vallen. Bij de Hollandia Drukkerij te Baarn zijn twee aardige meisjesboe ken verschenen. Magda en haar Vader, door Fenna de Meyier, een boek voor meisjes van 1216 jaar van de bekende Haag- sche schrijfster, die hier den toon van diegenen, waarvoor het bestemd is, meisjes van 12 tot 16, uitnemend heeft getroffen. De jeugd van Magda wordt in al z|jn ups en downs weergegeven, en wij moeten wel sympathiseeren met de hoofdpersoon uit dit boek, die zich zoo goed aan den geest van dezen t|jd weet aan te passen. Nora van der Stok schetste voor dit boek vlotte penteekeningen tusschen den tekst en ontwierp het stofomslag. Wiek Wint, een roman voor het oudere meisje (serie Kameleon) door Willy Corsari. Tweede goedkoope druk. Willy Corsari's vlotte pen, haar snelle opmerkingsgave en kostelijk typeeren maken, dat „Wiek Wint" een Sinterclae8 bisschop, Sett de hooghe mutse op! Trek je beste tabberd an, Rijd er moê naar Amsterdam, Van Amsterdam naar Spanje, Appelen van Oranje, I Peeren van de boomen, Rijk, rijke oomen, Rijke, rijke juffertjes, die draghen wijde mowwen, Hansje die wil trouwen, Hans, die sprong over de sloot, Brak een poot, Tien pond suiker! Leg don lepel, Op den ketel! Bandewijn met suiker. succes is geworden. Wiek, de jeugdige journaliste, die als geschapen is te overwinnen, waar ze obk haar krach tige schouders onder zet, is de „hel din' van dit boek, dat een bljj einde heeft en wars is van eenige senti mentaliteit. De schrijfster werkte eenige ge deelten uit het boek geheel om, ten einde de lezerskring nog te vergroo- ten en de uitgevers hebben hiertoe willen medewerken door de pr|js van dezen tweeden drpk te verlagen, en band en stofomslag in een andere frissche kleur uit te voeren. Hilda van der Stok teekende voor dit boek de illustraties tusschen den tekst en ontwierp band en omslag. Perzische tapijten. B|j de Uitgevers-M|j. Kosmos te Amsterdam verscheen een beknopte inleiding tot de kennis der Perzische tapijten door J. Godefroy. In het rjjk met afbeeldingen ver luchte werkje zegt de schrijver in een voorwoord dat xh|j zelfs b|j benade ring niet naar volledigheid heeft ge tracht, maar dat h|j het schreef om den lezer met meer kennis z|jn bezit te doen beschouwen en bij het koopen van èen nieuw tapijt de duurzaamheid ervan zkl gaan beoordeelen naar de fijnheid van het knoopwerk, de kleur echtheid en de zorgvuldige teekening van hgt patroon. De schrijver vertelt in zijn zeer in teressant werkje vele bijzonderheden over Perzische tapijten, die van alle Islamitische kunstnij Verheidsproduc ten het meest door het groote publiek naar waarde worden geschat en ver der zeer bijzondere wetenswaardig heden van Turksche, Kaukasische, Anatoolsche en Klein-Aziatische ta pijten. De techniek, het materiaal, formaat, kleur en teekening worden behandeld. Ten slotte vertelt de schrijver van Chineesche, Indische en Spaansche tapijten. De Uilenreeks. De Uitgeversfirma Bigst en van Rossum te Amsterdam heeft een serie werkjes het licht doen zien die zij ge noemd heeft „De Uilenreeks". Dezf Uilenreeks bedoelt te z|jn een goed koope serie goede werkjes en zal uit sluitend die boekjes bevatten, wier waarde niet aan zeker tijdperk ge bonden is. De keuze der deeltjes zal bovendien dusdanig z|jn, dat de boek jes vrijwel steeds ook geschikt z|jn voor de r|jpere jeugd, met uitzonde ring van een enkele. Aan de uitvoering ia alle zorg be steed. Ieder deeltje is gedrukt op fraai papier, het bijzonder geslaagde bandje is uitgevoerd in steendruk, kortonj de uitvoering doet voor die van een grooter en duurder boek in het geheel niet onder. De eerste zeven deeltjes z|jn zoo juist verschenen. Het z|jn: Nieuwe Dichtkunst, bij eengebracht door C. J. Kelk en Halbo C, Kool. Met deze bundel zjjn Kelk en Kool er op onnavolgbare w|jze in geslaagd een bloemlezing uit de nieuwe poëzie samen te stellen, die zoowel wat keuze» en rangschikking betreft een harmo nisch geheel vormt. Mien Labberton, Wat niet vergaat. Vier Kerstvertellingen. Een juweel van een boekje dat Kerstvertellingen brengt die zonder kinderverhalen te zijn, zich nochtans leenen om in de familiekring voorge lezen te worden. Wat niet vergaat, bedoelende het licht dat uiteindelijk immer weer over alle duisternis triomfeert, is. daarom ook het Kerstgeschenk voor de rijpere jeugd. Het bevat een viertal verhalen, n.l. De Teekening, Het Vrachtkarretje, Kamer 84 en De Thuiskomst. Middel-Nederlandsche Lyriek, ver zameld en ingeleid door C. J. Kelk en Halbo >C. Kool. Een bekoorlijk bundeltje met min ne- en andere liederen uit de 14e en 15e eeuw. Lyrische verzen, die, hoe vaak men se wreeds gelezen heeft, steeds opnféu\y boeien door hun zui vere, kinderlijke taal en het natuur lijke rythme, 'fwaardoor men wordt meegesleept. J. SjollemaNagelsgeel en Hemels blauw. Onwillekeurig doet dit boekje ona denken aan het werk van Johan Fa- bricius, evenals Sjollema schilder, zoowel als schrijver. Een combinatie van deze twee begaafdheden heeft ons in de litteratuur reeds veel schoons gebracht. Vlaamsche Verzen, verzameld en ingeleid door R. Herreman en Mar- nix Gijsen. Jeanna Oterdahl, Ruth. Het is het eenvoudig verhaal van een twaalfjarig meisje, opgegroeid te midden van armoede en ellende in een klein stadje aan de Zweedsche kust. Het Sinterklaasfeest in den loop der tijden,- door M. P. v. VALCKENBORGH. Ten tijde van Constanten de Groote was te Myra in Klein-Azië een zekere Nicolaas bisschop, aan wiens nagedachtenis den zesden De cember gew|jd is en die algemeen be kend staat als de „Kinder-Heilige". Dat vooral ook in ons land de er aan voorafgaande avond zoo feestelijk ge vierd wordt, vindt z|jn oorzaak in het feit, dat het Nederlandsche volk van ouds een volk van zeevaarders is en dat St. Nicolaas als beschermt van de zeelieden bekend staat! Dit naar aanleiding van de overlevering, dat hij eens door gebed een storm tot be daren bracht. In tal van zeesteden stichtte men dan ook (kerken die naar hem genoemd werden en aan hem gew|jd werden. Een vqn deze kerken is de „Oude Kerk" te Amsterdam, waarin een zil ver beeld van den Heilige stond, dat ruim 25 pond woog. Tijdens de hon gersnood in 1578 besloot men het beeld te versmelten en er geld van te laten slaan. Enkele van die oude mun ten kan men nog bewonderen in het museum „Amstelkring" aan de Oude Z|jds Voorburgwal. Een ander beeld van den goeden Sint stond op de hoek van de Dam en het Damrak, tegen het huis, dat in de wandeling „De Bis schop" wordt gehoemd. Dit beeld houdt 3 kleine ballen in de hand, het welk in verband staat met het ver haal, dat de H. Nicolaas op zekeren dag iets vernam van een zeker edel man in de stad, die zoo arm was ge worden, dat hij en z|jn drie dochters in den grootsten nood verkeerden. Drie avonden achtereen, toen het ge zin sliep, wierp de goede Sint een in doeken gewikkelde gouden bal naar binnen, zoodat de armoede van vader en kinderen voorb|j was. Sommigen, meenen, dat het „strooien" op Sin terklaasavond met het werpen van die ballen in verband staat, maar dat is een verkeerde zienswijze. Want reeds op 11 November, het feest van Sint Maarten, spreekt men van „Schudde- korfdag" en wordt er op verschillen de manieren „gestrooid". In vele streken is St. Maarten en St. Nicolaas gekomen inplaats van het oude, Hei- densche feest ter eere van den Ger- maanschen God Wodan, vaü wien men geloofde dat h|j op een sehihimel reed en omstreeks den kortsten dag van het jaar rondging om de braven te beloonen en de slechten te straf fen. Bemerkt ge de overeenkomst met de Sinterklaas-figuur? Van Heidenschen oorsprong z|jn Wodan, de God der Winden, de voor rijder der Wilde Jacht, de God der Vruchtbaarheid en naast hem treft men in zuiver-Germaansche landen Huodperath aan, een huisgeest of kobold, die in Duitschland nog steeds den naam Ruprecht draagt en als knecht van Sinterklaas wordt voor gesteld. Hjj neemt deel aan de Wilde Jacht gedurende den Joeltijd drij ven de geesten immers hun spel en is, evenals zijn kabouter-collega's nu eens vrijgevig en goedig, dhn weer boosaardig en streng! In Oost-Fries land zien wij de St. Nicolaasfiguur niet als bisschop gekleed, maar als een grijsaard met een witten baard en een pelsmantel. Te Quedlinburg waar- schuwt men de kinderen voor den Ni- j kelmann; ieder jaar haalt deze zich Goede oplossingen worden ingewacht aan het adres der Redactie Markt 31, onder vermelding op de enveloppe: St. NICOLAAS-REBUS. AAN DRIE OF MEER DER GOEDE OPLOSSERS, door het lot aan te wyzen, zal een AARDIGE ST. NICOLAASflfERRASSING woeden uitgereikt. Volgende Vrijdag zullen de namen der prijswinnaars in dit blad worden bekend gemaakt. f als ejen min of meer gedrochtelijk ké rel t je, gewapend met zak en roede ën z|jn gezicht is dan zwart van het roet! De zak is dan ook een roetzak. „Schmutzbartel" noemt men hem ook wel om z|jn vuile gezicht. In vele stre ken treedt Ruprecht meer als Kerst mannetje op, dan als bijfiguur van Sinterklaas. Ook rammelende ketens en erwtenstroo zijn geliefkoosde at tributen van Huodperaht. Over» het algemeen worden de heidensche en de Christelijke figuren in onze volks feesten héél sterk dooreen gemengd, hetgeen wel hoofdzakelijk z|jn oor zaak vindt in het feit, dat de vroegere heidensche bewoners van ons land slechts noode hun heidensche gebrui ken lieten varen, ondanks het feit, dat zij gedoopt waren en dus Christen ge worden. Het lijden van Jezus drong niet in zijn volle beteekenis tot hen door, was hen vreemd. Z|j hadden nog het oer-instinct, dat alleen het recht van den sterkste wist te waar- deerén en niet een berustend, aanv vaardend lijden van den Christus figuur. Zoo haalden zij tenslotte hun Heidensche opvattingen door de Christelijke heen, en dit is sindsdien zoo gebleven. D« Sinterklaasfiguur, zooals wij dien kennen, rijdende op een schimmel over de daken, met Pie terman, zijn negerknecht, bij zich en geschenken door de schoorsteenen la tende zakken tot in de schoenen der kinderen, is een samengestelde fi guur. Een figuur, die slechts zijn bis schopswaardigheid en kinderliefde gemeen heeft met den Heilige van Myra. Maar wat doet dit er toe? De eer der Kerk zal evenzeer gehand haafd blijven, al mochten knecht, paard en gard den Heiligen Nicolaas definitief ontzegd worden! En wat de grootheid van Myra's bisschop betreft op zuiver histo rische gronden niet genoegzaam ge waarborgd, straalt zij ons schitterend tegen van de hooge eereplaats af, die de verheven kindervriend in de fol klore inneemt! Z|jn attributen mogen van Christelijken of Heidenschen oor sprong zijn, dit ééne staat vastde H. Nicolaas zou het aureool van popula riteit niet om z|jn slapen gevlochten hebben, ware h|j niet wérkelijk groot geweest in de oogen van het Christe lijke volk. Blijven aldus de Eer van Gods Kerk, de grootheid van zijn Hei ligen ongerept. In Amsterdam werd het feest van den Heilige al wel heel luidruchtig gevierd. Bij honderdtallen kon men de zoogenaamde „zwarte klazen", jongens met zwartgemaakte gezich ten, die met zware kettingen over de keien rammelden langs de straat zien trekken, terwijl z|j op deuren em offer. Dergelijke sombere eigen- vensters bonsden en zoo luid moge schappen dankt de Heilige o^ aan Ruprecht in diens hoedanigheid van boozen huisgeest, óf aan het feit, dat naderhand Wodan met den duivel op één lijn wordt gesteld. Huodperaht treedt meestal op, in een dienstbare lijk schreeuwden„Zijn hier ook stou- te kinderen?" In de omgeving van den Dam stond het vol kraampjes en wagens met speelgoed en lekkernij, zoodat men met recht kon spreken van een „Sin- positie ten opzichte van den hoofd- terklaasmarkt", terwijl bovendien figuur, in ons land dus als Pieterman, 1 menige winkelier voor deze gelegen- in de Rijnprovincie als Hans Muff, heid z|jn uitstalkast of stgep aan de in den Elzas als Hans Trapp, anders 1 kooplui verhuurde. De heele stad liep elders. Ruprecht wordt voorgesteld dan uit om de „zwarte Klazen'de kraampjes en de poppekastvertoonin- gen te zien. Draaiorgels ontbraken natuurlijk evenmin op 't appèl. Intus- scljen waren er ook, die allesbehalve ingenomen waren met die feestvie ring en z|j drongen er by het stads bestuur op aan, de Sinterklaasmarkt te verbieden. Maar de Amsterdam- sche Sinterklaasmannen lieten zich hun pretje zoo maar niet ontnemen en de Markt bleef tot in het begin van de 19de eeuw. Brengen wij met 6 December een bezoek aan onze Wadden-eilanden, dan beleven w|j nog heel wat anders. Het feest wordt daar ingezet door een oorverdoovend getoeter op koehoorns, dat eigenlijk al het begin is van het „Midwinter Blazen", dat elders tegen de Kerstdagen een aanvang neemt, 's Middags loopt de straat vol „Sun- derklazen", d.w^z. kinderen, fdie zich als pude menschen verkleed hébben in vadêr's jas en moeder's rok, precies zooals dat in het Zuiden van ons land plaats vindt op „Onnoozele Kinderen dag" (28 December). Anderen heb ben zich aangekleed als schoorsteen veger of harlekijn en wat fraais men weet- te bedenken. Komen zij langs het huis van familieleden, dan wor den zij op lekkernij getracteerd. Tot dat de „straatvegers van de straat" voor den dag komen. Dat z|jn in ruige zakken gehulde mannen, de een al grappiger dan de ander gekleed. In de eene hand hebben 'z|j een zware ketting, die over den grond sleept, in de andere hand een bezem, die zij Ijverig zwaaien. In een ommezien zijn dan alle „Sunderklaasjes" van de straat verdwenen. En dan komen de groote „Sunderklazen" voor den dag. Er z|jn er? die geheel in kippeveeren zijn gehuld, anderen in heideplanten of "zy hebben de kleeren van onder tot boven met schelpen bestikt. Hoe raar der hoe mooier. Ook zij laten zich bij familie en kennissen onthalen, nadat zy hun komst aangekondigd hebben door het rinkelen met bellen en het toeteren op een hoorn. Niet zelden loopt zoo'n feest uit op katjesspel, d. w. z. op vechtpartijtjes! Tenslotte moet ge niet verzuimen, wanneer gé ooit eens in het Overijs- selsche dorp Denekamp komt, waar Paschen en Palmzondag nog zoo leuk- conservatief gevierd worden met „eier-gadderen" en den teerton, in de Roomsche Kerk het beeld te gaan zien van den Heiligen Nicolaas,) die te paard zittend den zegen geeftj z uit de houding van hand en yingers blijkt! Marsepein. 1 pond amandelen, pond suiker. De verhoudingen kan men natuurlijk naar behoefte verkleinen. De amandelen moeten goed versch gepeld en alleen die volkomen wit z|jn gebruiken. Enkele bittere amande len er door heen. Met water zoo f|jn draaien alB mogelijk is, minstens viermaal er door. Dan in een schoone pan op het vuur zetten. De witte kleur mag niet verloren gaan, maar zoolang tot de massa niet dan met de grootste moeite van den bodem is af te hou den. Dan in een wit geëmailleerden bak met een doek er overheen koud laten wor den. Daarna met zooveel poedersuiker er door als noodig is, om een massa te ver krijgen, de marsepein modelleeren. Een andere gemakkelijke methode is: 1 pond amandelen en 2% pond poedersuiker te nemen. De amandelen met 1 pond suiker twee keer doordraaien. Bij den derden keer 3% (ufs poedersuiker toevoegen. B|j den vierden keer weer 3% ons suiker. Draai nu tot de massa taai is en iets vettig aanvoelt. Een dag laten liggen en by het gebruik zoo noodig nog wat poedersuiker toevoegen, om het gemakkelijker: te kunnen modelleeren. Wil men de marsepein doen glanzen, be smeer ze dan met opgeloste cacaoboter, die niet te warm mag zjjn en dus voorzichtig gesmolten dient te worden op zacht vuur. Het glanzen moet geschieden in een warm vertrek en de marsepein zelf mag niet te koud zyn. Het effect, wanneer de tacao- boter daarna in üe koelte gedroogd is, moet bijzonder fraai zyn. Hylikmaker. Het échte, oude Sinterklaasgebak. 2 pond bruine suiker, 8 ons honing, 1 d.L. water,«4 pond en 2 ons meel, 20 gram pot- asch, 80 gram speculaaskruiden of: kaneel, nagelen en notemuskaat in gelyke deelen dooreen gemengd. Suiker, honing en water koken en door het meel mengen. Koud laten worden, dan de potasch er door werken en de kruiden. Uitrollen in vierkante stukken, die op elkaar gelegd worden. Bestrijken met ei, bestrooien met greinsuiker. Droge, gehakte oranje snippers en gehakte sucade. Ook kan men de plakken uitsnijden ter grootte van Jan Hagel. Pepernoten. 200 gram bloem, 200 gram suiker, 4 Klop van de eieren alleen de dooiers met de suiker. Voeg daaraan toe de bloem, enkele lepels stroop (blanke), een lepel boter, wat peper, zout, kaneel en notemus kaat (niet al te veel) en kneedt hiervan dobbelsteentjes, die men in een heeten oven bruin laat branden. Laat ze vooraf goed afkoelen, voordat ze gegeten worden, want anders is het een te zware spijs voor nor male Nougat 300 gram suiker, 200 gram zoete aman delen, 10 gram boter. Plaats de amandelen even in kokend wa ter; ontdoe ze van de schil en hak ze fyn. Kook de suiker met de boter in een ijzeren pan tot een bruine stroop; voeg daarby de gehakte amandelen en Iaat alles tezamen al roerende nog even doorkoken tot de nou gat de^gewenschte kleur heeft. Spreid ze uit op een met boter ingewreven blik, druk ze zoo dun mogelijk uit met een citroen en snyd ze in figuren. 300 gram suiker, 100 gr. amandelen, 1 dessertlepel azijn. De suiker koken met de azijn; de aman delen, nadat ze van de schil ontdaan zyn, in de dwarsrichting doorsnijden, by de suiker stroop voegen en de nougat verder geheel als Jjpven behandelen. ONGEWENSCHTE GA§T. Kan ik binnen komen om wat te eten Ik zal even myn man roepen. Laat maar mevrouw, ik ben geen menscheneter!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4