Wfl sieren ons huis.
Raadsels voor de Jeugd.
Filmnieuws.
RECEPTEN.
ONZE KLEUTERS.
Hoe we >net héél eenvoudige middelen heel het huis een feestelijk Kerst-
aanzien kunnen geven!
We hebben nu al eenige jaren samen
besproken hoe men den Kerstboom
kan versieren. En daarom gaan we
dit keer voor verandering eens pra
ten over de wijze waaop we het huis
mooi kunnen maken. Want de ge
woonte om met Kerstmis het huis te
versieren, wordt ook langzamerhand
in ons land algemeen. Denk echter niet
dat onder hu is versiering alleen maar
kamer- en tafelversiering wordt ver
staan, want ook hall, trappen, gan
gen, alles deelt er in mee, zoodat dus
letterlijk het heele huis als 't ware in
een feestkleedij wordt gestoken.
Waarom zouden we dat ook niet
doen? We sluiten ons met de feest
dagen toch niet op in één kamer En
hoe heerlijk is het als we uit zijn ge
weest, dadelijk bij het thuiskomen in
een feestelijke sfeer te worden opge
nomen.
We gaan dus ons huis voor Kerst
mis gezellig maken en 't spreekt van
zelf, dat we daartoe in hoofdzaak
hulst, dennentakken en rood papier
noodig hebben, benevens verschillen
de kleinighedên, die echter wel bij een
ieder thuis voor de hand zijn. De
vrouw des huizes laat dat werkje
graag over, want ze heeft het al druk
genoeg met Kgfstcake bakken en
plumpudding maken <pn met het be
reiden van nog veel meer lekkere din
gen, zoodat ze graag de huisgenooten
deze taak overlaat.
Laten we met de hall, de gangen en
de trap beginnen.
De parapluiestandaard krijgt voor
de feestelijke gelegenheid om zijn
spijltjes een windsel van in smalle
reepjes geknipt rood papier. Daartus-
schen steken we hulst en dennentak
jes.
Op een ander plaatsje in de hal of
de gang zetten we een hooge doos
(een hoedendoos is prachtig geschikt)
of een kist, die we ook al met rood
papier omwikkeld hebben en plaatsen
daarin een groote bos dennen of an
dere groene takken. Den bovenrand
van de doos of de kist omlijsten we
met een watten sneeuwrand.
Nu krijgen de trappen een beurt.
De leuningen geven we weer een
windseltje van rood papieren lint,
waar we hulst tusschen steken en tus-
schen de spijlen van de leuning han
gen we aan rood katoenen draadjes
klokjes, die we eerst van karton knip
pen en dan aan beide zijden beplak
ken met rood, zilver, goud en som
mige ook met wit papier. Ge zult eens
zien hoe feestelijk zoo'n trap aandoet
en Broer of Zus, die anders altijd in
stilte mopperen als ze vader's pantof
fels van boven moeten halen, zullen
het dan zeker met genoegen doen en
misschien wel één pantoffel tegelijk
brengen, alleen maar om twee keer
zoo'n mooi versierde trap op en af te
kunnen loopen.
Tot slot geven we ook de ganglan
taarn nog een rood jurkje van dun
vloeipapier en aan de muren hangen
we hier en daar spreuken,
„Vroolijk Kerstfeest!", „Welkom!",
„Gelukkig Kerstfeest!" enz., die we
met roode verf op wit carton schilde
ren en een kransje of lijstje geven
van groen-.
Nu gaan We ook de kamer een
feestjurk aantrekken. Bij die versie
ring speelt het kaarslicht een groote
rol. Wilfen we de groote lamp boven
de tafel tijdelijk vacantie geven, dan
stellen we een kaarsenkroontje zoo
lang in haar plaats.
Kaarsen kroontjes kunt ge kant en
klaar -koopen in den bloemenwinkel,
maar het is natuurlijk aardiger als
men er zelf een maakt en dat is
heusch niet zoo moeilijk.
In huis is er vast wel een ijzerdraad
hoepel. Dien hoepel „bekleeden"'-
we met dennetakjes, die we door
het stevig omwoelen met dun
ijzerdraad of rood katoen op hun
plaats houden. Met knijpertjes zetten
we op gelijke afstanden kaarsjes en
met sterke roode koorden, stevig vast
gemaakt op drie plaatsen, hangen we
het kroontje op.
Nu komt het aardigste werkje, het
versieren van het kroontje. We han
gen er klokjes aan, hier en daar een
mandarijntje, een chocolade kransje,
Qen met lijm bestreken en daarna
door meel gewenteld dennenappeltjo,
sterretjes uit blik geknipt, zakjes
bonbons en misschien hier en daar
kleine Kerst-engeltjes.
Als de kaarsjes allemaal branden,
valt het op hoeveel licht zoo'n
kroontje geeft. Maar heel ver ver
spreidt dat licht zich natuurlijk niet.
Daarom moeten we op den schoor
steen, op hoektafeltjes, op het buffet,
op de piano en overal waar we nog
meer geschikte plaatsjes hebben, can-
delabers zetten, die we ook al weer
zelf kunnen maken op verschillende
manieren.
De aardigste candelabers krij gt men
met een gewoon leeg mosterd- of an
der potje en een kleerenhanger. Beide
met ripolin mooi rood lakken. Dan
vult men het potje met zand, zet daar
den haak van den kleerenhanger in
en op het houten stokje plaatst men
met knijpertjes drie'of meer kaarsjes.
ZE WAS HET VERGETEN.
Twee soirée-toiletten. No. 1 is van satin broché met een lang afhangende
cape van zeer origineelen vorm. No. 2 is een elegante robe van ivit lamé.
Nieuwe Raadsels.
1. Op de zigzag-kruisjeslyn komt, van
boven naar beneden gelezen, de naam
van een meisje.
X Ie ry een deel van je gezicht
X 2e een kleverige stof, wel-
X ke sommige boomen af-
X scheiden.
X 3e een boom.
X 4e een timmermanswerk-
X tuig.
X 5e een metalen haak.
X 6e een geneesheer.
X 7e een viervoetig dier.
8e een jongensnaam.
9e een ander woord voor
nadeel.
10 een meisjesnaam.
2. Kruisraadsel.
Op de beide kruisjejljjnen komt de naam
van een groot viervoetig dier.
X
X
11 x
X X X X X X X
X
X
X
le r\j een klinker.
3e een keizerrijk in het Oosten.
4e 't gevraagde woord.
5e een rond voorwerp.
6e een boomloot.
7e een medeklinker.
3. Moeder had iets overgehouden, roerde
het door elkaar en kreeg iets, wat we
's avonds dikwijls kunnen zien, als wij
buiten zijn of voor 't raam staan.
4. Noem mij eens een mes, dat...
iHeel niet snijden kan.
Weet je wat 'k bedoel, ja!.
Zeg het m' even dan!
Oplossingen inzenden aan de Redactie van
de Goudsche Courant, Markt 31, met ver
melding: Raadsels.
Waarom maak je aan die ruzie met
Jan niet direct een eind?
Als ik maar wist waarom we ruzie
hebben gekregen!
bükkelijk uitgeladen moest worden en aan
dat adres bezorgd. De verwonderde machi
nisten zetten angstwekkende fooi-hoofden,
doch op z'n vroegst konden de bedden enz.
eerst vanavond worden thuisgebracht.
Doodelijk verschrikt rende Jan naar de
telefoon, belde 'n besteldienst op, welke zich
bereid verklaarde, direct te komen. En zoo
had de doorzettende Kerstgast binnen een
uur z'n eigendommen op een sleeperswagen
en kon-ie voor den nacht dus gerust zijn.
Thuisgekomen vonden zü een telegram.
'n Telegram? Jan riep 't uit, alsof
hem 't vreeselijkste onheil boven het hoofd
hing. Haastig scheurde hij 't verontrusten
de papiertje open en las Z'n oogen sper
den zich. Hij greep naar z'n haren, rende
dan naar de trap en schreeuwde tot de
ntannen, die alweer 'n bed op hun schou
ders laadden: Alles weer op den wagen!
En gauw, gauw! 't Moet dadelijk naar Zeist!
Wat is er nou? vroegen Mies en Lex
gelijktijdig.
Lex, huilde Jan.haast en hij stopte
hem het telegram onder den neus. Hier
staat 't: „De kleine niet lekker. Komen niet.
Stuur onmiddellijk de bedden terug."
—•Vooruit, kerel,'pak aan! Die matras
sen! Nee, die zakken hoeven niet terug, en
die doos. Alleen die koffers en de bed-
den, de bedden!
Jan, in een soort razernij, sjorde zelf
mee, wat-ie kon. De mannen, hoe verbaasd
ook, deden wat hun gelast werd.
Maar je blijft in elk geval toch eten,
drong Mies aan! Zoo kun je niet gaan.
Eten, protesteerde Jan heftig. Ik kan
geen brok naar binnen krijgen. Nee, ik ga
dadelijk, met den wagen. D'r is voor mij
nog wel een plaatsje op den bok. Wel be
dankt voor alles hoor! Hier, Mies, in die
doos zit knabbelarij. Gelukkig Kerstmis!
Hij schudde Mies en Lex hartelijk de
hand, draafde dan de gang in.
Lex stond beteuterd te kijken, niet alleen
om dat haastige, maar ook, wijl hem al
weer een illusie ontnomen werd. Jan had
er immers over gesproken, dat hij zin had
in z'n komische teekening van de kaketoe
In die plotselinge herrie dacht z'n vriend
daar natuurlijk niet meer aan. Enfin, 't was
nu eenmaal niet anders.
Jan stond al aan de trap, wisselde nog
een laatsten handdruk met Mies. Daar
kryschte de groen-gevederde vogel opeens
vanuit z'n hoek:.— Koppie krauw. Lorre
zoet. Baas lief!
Jan luisterde verrast, 't Klonk hem in de
ooren als 'n verwijt, 'n aanmaning tot iets,
dat-ie vergeten had. Klaar stond 't hem
weer voor den geest, op welk een geheim
zinnige wijze hij een paar uur geleden ont
vangen was. Ach ja, die half neergelaten
gordijnen. Nee, zoo mocht hij zijn vrienden
niet achterlaten.
Gauw, Lex, riep-ie dringend, terwijl hij
een stap terug kwam en naar z'n porte
feuille zocht. Drie krankzinnige Lorre van
je, met z'n monocle. De kleine hassebas zal
zich een kriek lachen. Twee honderd popjes.
Meer kan ik voor de kunst niet besteden.
Trouwens, 't is voor een papegaai al duur
genoeg! Voor minder dan de helft kan ik
er een krijgen die praat. Adieu!
Jan, z'n nieuwste bezit onder den arm,
rolde haast de trap af en binnen een minuut
zat hij op den bok van den wagen, welke 'm
met bedden en al naar 't station reed.
Toen ze eindelijk wat bekomen was van
haar verbazing, sprak Mies hoofdschud
dend: ,'t Kerstbezoek wel! Maar als ze
dan aan den feestelijk voorzienen disch za
ten Jan's voorschotje voor „de eerste
uitgaven" had flink dienst gedaan moest
Lex toch wel met een opgewekt gezicht
verklaren:
Een aardige verrassing b 1 ij f t het.
Spreek jij dat maar eens tegen! Al die
brandstof! En kijk die taart met confituren.
Daar hou je zooveel tan. Als je nu maar
niet nog dikker wordt. Enfin! En Lorre,
de brave Lorre, heeft z'n best gedaan hoor!
Hier heeft-ie 'n lekker suikertje van den
baas. Zoo'n groene schreeuwleelijk is toch
eigenlijk een voordeelig beestje. Daar ga
je, Mies! Gelukkig Kerstmis! En de specia
liteit in kaketoe's en welgedane dames klonk
lustig met z'n wederhelft op de komende,
prettige dagen. Zoo'n Kerst-gast dan ook!
De Big van het Regiment.
Men schrijft uit Amsterdam aan het Va
derland:
Het is weer een en al leven in de Cine
Studio aan de Duivendrechtsche kade, waar
de Monopolefilm-maatschappy bezig is met
haar opnamen voor haar nieuwste film „De
Big van het Regiment".
In de allereerste plaats.dient er echter >p
gewezen, dat deze film niets, behalve de
aanvangswoorden, heeft uit te staan met
„de Big van het 168sy, het stuk, dat
jarenlang de' goedlachsdne menigte heeft
vermaakt. Wat we vandaag hebben aan
schouwd, maakt het duidelijk, dat deze
nieuwe film en de „volksche", waarvan
Bleeke (Bet en de Jantjes specimina waren,
slechts de figuren van Heintje Davids, Syl-
vain Poons en Jopie Koopmans met elkaar
gemeep. hebben, maar overigens van een ge
heel arider beginpunt uitgaan.
Het thema voor deze film is ontleend aan
„Spionnage in het Veldleger", een mobili-
satieverhaal, waarvan mr. A. Roothaer de
schrijver is, een boek, dat zooals we van
daag konden constateeren, aanleiding is tot
een reeks Brabantsche gevalletjes, welke
fleurig in scène worden gezet.
Niets ontbreekt aan het Brabantsche
marktpleintje, waar zoo aanstonds Heintje
Davids zal „sjansen" met een twee meter
hoogen korporaal, waar Brabantsche jon
gens en boerendeerns uit de Duivendrecht
sche contreien gerecruteerd, uit den treure
hun polka dansen.
De melksalon en zijn glazen veranda, het
deftige huis van den notaris, de gepilaarde
sociëteit, het gemeentehuis en de boter- en
kaaswinkel, waar onverstoorbaar een échte
huisschilder het uithangbord voltooit, ze
liggen te blakeren in een meer dan tropische
hitte, in weerwil van de kale boomen en de
besneeuwde lantaarns, waarbij keukenzout
een belangrijke rol speelt. Overal verblin
dende zoeklichten, die, welke gemeenlijk in
de Cine Studio worden gebruikt, waren niet
voldoende om de openluchtstemming te
suggereeren. Defensie heeft een handje ge
holpen, een geweldig gevaarte, de zon zelve
gelijk, waarmee in oorlogstijd de hemel
naar vliegmachines wordt afgezocht, zet
alles in een klaar licht.
De troepen staan gereed, de soldaten en
hun deerns, de breede, bloemrijke poffert
op het hoofd, wachten op het sein van Nos-
seck, die met Teunissen de regie voert.
Boven op twee wankele lijstjes, acroba
tisch balanceerend, zonder 't zelf te merken,
heerscht de camera-man Schlasy. Henk Al
sem is de andere, op dit oogenblik is h(j op
non-actief. Het fluitje snerpt.
„Kalm houden, meneer Sally, kalm hou
den! Hé daar, je hebt hier niets te zoeken!
Denk om de lantaarn!" Inderdaad, de lan
taarn wankelt, verliest zyn „besneeuwing".
't Fluitje snerpt.
„Dames en heeren, niet zoo hard. Anders
hooren we geen piano! Eén-twee-drie, één
twee-drie..."
Net als alles goed op gang komt, gilt het
stopsein. Een paar seconden, één scène.
Weer een paar seconden, een ander mi-
'n Auto, anno 1910, rammelend over de
keien, alsof zijn laatste oogenblikken zijn
aangebroken, host over de kleien als kin
derhoofdjes.
Van Dongen, een volmaakte, opgewekte
overste, zit op het achterbankje van 't open
vehikel, salueert rechts, salueert links
En is blij als hij heelhuids zijn tien meter
heeft afgelegd. Raadselachtige klanken klin
ken van de camerastellage, flarden wappe
ren aan: „die 250 pannetjes, kolen aan!~
Telkens een glimpje orde in den chaos,
waaruit langzamerhand de historie van „de
big" zal groeien, van het regimentskind,
dat verwend en vertroeteld in het Brabant
sche dorp werd, tot het aan zijn ouders,
Belgische vluchtelingen, teruggegeven kan
worden.
Maar zoo ver is 't nog niet. Een beesten
markt, een ijsbaan met echte schaatsen
rijders komen er aan te pas, mitsgaders
Herman Bouber voor den dialoog, Fientje
de la Mar, Heintje Davids. Die zal het in
leidend liedje zingen, waarvoor markt en
auto de illustratie beteekenen. Adolf Engers
slenterde nog werkeloos rond, al heeft ook
hij straks zijn deel. Kaart, Matthieu van
Eysden, evenals Hans May en Max Tak,
verzorgden de muziek en ten slotte bouwde
architect A. H. Wegerif Gzn. het Brabant
sche dorp zoo natuurgetrouw, dat we ons
eenigszins verbijsterd terug vonden in de
miezerige atmosfeer van een regenachtigen
winterdag midden in de Noord-Hollandsche
vlakte.
Jack Hilton weet wat hij doet.
Een heelen tijd heeft Jack Hylton op zijn
lauweren gerust, er waren zelfs al stemmen
opgegaan, dat hy voorgoed het actievei jazz
leven vaarwel zoü hebben gezegd en dat hy
voortaan alleen als impressario nog van
zich zou laten hooren.
Jack heeft er eenvoudig niet aan gedacht
em kwam Vrijdag en Zaterdag met een ver
rassende band voor de microfoon. Een
gjoednieuw orkest, waarvan wij de volledige
samenstelling nog niet weten en waarmee
Hylton in zijn tweeweeksch verblijf in de
Ville Lumière furore denkt te maken.
Hylton heeft getoond nog met zijn tyd
mee te kunnen. En hoe Hij kent den smaak
van zy'n publiek door en door, wat we uit
de formidabele show, die hij heeft gebracht,
wel hebben kunnen hooren.
In zijn nieuwe band is een grootfe plaats
ingeruimd voor het vocaal gedeelte. Hoe
veel vocalisten er wel zijn, ieder weer in een
volkomen verschillend genre. Dan zingt een
drietal la Boswell, dan hooren we imita
ties van filmsterren, dan weer een „rauwe"
crooner, die zich een tikje de intonatie van
Armstrong eigen heeft gemaakt, ook het
Betty Boopgenre ontbreekt niet, kortom,
Hylton biedt met zyn vocalisten voor elck
wat wils. Hy heeft begrepen, dat hy daar
mee op 't oogenblik het meeste succes kan
boeken. I
Maar ook verder is de band alleszins de
moeite waard eens te beluisteren in uw
huiskamer. In de eerste plaats is er een
geweldige trompettist op te merken, wiens
naam ons helaas niet bekend is. Dan, kan
Hylton bogen op een voortreffelijke sax
sectie.
Deze bestaat uit Freddie Schweitzer, Bill
Ternent en Ben Daniels. Freddie is bekend
genoeg en ook Bill Ternent heeft een goe
den naam. Hy is de voornaamste arrangeur
van Hylton's nieuwe band. De derde plaats
heeft een jeugdig, nog weinig bekend mu
sicus ingenomen. Ben Daniels komt uit
Schotland, waar hij bezig was een aardige
carrière te bouwen. Hy heeft o.m. met suc-
sec gespeeld by Alax Freer's band te Glas
gow.
Ook de rhytmsectie heeft verdienstelijk
werk verricht in -de twee laatste uitzendin
gen vio Droitwich (Zaterdag) en Londen
Reg. (Vrijdag). De dnummer Gilbert Web
ster was prima en we hoorden een goeden
pianist. Deze is als we het wel hebben, Ar
thur Bell, de oude pianist van Maurice Scott,
uit het Edinburgsche Ritz. Bell assisteert
Bill Ternent tevens by de arrangementen.
■Zij tenslote nog vermeld, dat zich Hyl-
tons „Kerstverrassing" vóór zijn vertrek
naar Parijs nog Woensdagavond door de
radio zal laten hooren (van 11.20 tot 12.20
via Droitwich en Londen Reg. De uitzen
ding door het laatste station begint, als
gewoonlijk, om 10.55).
Zwart satijnen robe met kort avond
jasje van ivit satijn met zwart
satijnen revers
Doch wil men een aparte richting
uit om werkelijk eens te smullen, dan
is er één provincie, die boven alle an
deren de voorkeur verdient, en dat is
de Elzas. Daar toch, in dat vette land,
in werkelijken zin overvloeiend van
melk en honing, vindt men een tradi-
tioneele keuken, een groote keur van
prima kwaliteit grondstoften, die
zelfs den op wat zwaarderen kost in-
gestelden Hollander die niet van lif-
lafjes gediend is, zullen bekoren.
Daar vindt men de beroemde lever
pastei, doch ook een heele reeks (27
liefst!) andere pasteien, in een knap
pende feuilletékorst gebakken. Daar
vindt men ook de forellen en zalmpas
teien, de échte Straatsburger zuur
kool en de „guiches lorraines", cro-
quante baksels met ham en kaas toe
bereid. Daar vindt men de rijpe kwet
sen met kirsch besproeid en de onvol
prezen vruchtentaarten met andere
likeuren van de streek geparfu
meerd. Daar is de met koSiijntjes be
strooide munsterkaas en het licht
bruine inlandsche brood, ook al met
komijn bestrooid. Daar vindt ge, zelfs
in de goedkoopste en nederigste ho
telletjes, in een kraakzindelijke om
geving (iets wat men in Frankrijk
dikwijls apart moet vermelden) al
lerlei tafelgeneugten die u met de we
reld en deszelfs verdrietelijkheden
zullen verzoenen. Is het wonder, dat
een landstreek, waar zóóveel culinaire
geneugten zijn te smaken, alle eeuwen
door een twistappel is geweest voor
de vorsten der omliggende rijken?
Zoo ziet men hoe zelfs de eerbied
waardigste geschiedschrijver nog rut
kan trekken uit „Keukenvondsten",
worden met een f(jn pennemesje. He vrucht
zélf mag weer niet geraakt worden. Ter
wijl men bezig is, die onderhuid er af te
halen, liggen de ongepelde vruchten m een
pan met schoon kokend water. Degenen die
gepeld zijn, liggen op hoüt of koper, totdat
zy allen in de stroop gaan.
In de stroop kan men eerst 10 7c blanko
stroop doen.
De afgeschilde kastanjes worden in een
stroop van 25 graden op den suikerweger
gelegd, en nu laat men ze naast het Vuur
of op een klein gasvlammetje zoolang in
dampen volstrekt niet koken, hoewel de
stroop natuurlijk op 100 graden Celsisus
komt, en hooger.
Zoo heel zachtjes indampend komt de
stroop op 33 graden op den suikerweger,
en dan zyn de kastanjes goed. liefst gla
ceert men nu de kastanjes direct. Anders
legt men hen voorzichtig uit de stroop in
potten, en giet er dan de stroop op. Alle»
met de grootste behoedzaamheid, want de
vruchten zyn uiterst teer.
De kastanjes worden koud geglaceerd.
Daartoe maakt men een suikeroplossing
dus niet gekookt die koud 35 graden op
Kalkoen braden.
Alvorens' de kalkoen in de braadslee
wordt gebracht, kan men haar al of niet
lardeeren. Daarna bestrooit men haar goed
met zout en legt eenige spekschyven op de
borst. In de braadslee komt nu rykelyk
boter en een beetje water. Men laat de kal
koen hierin 2è2% niet te sterk, maar on
onderbroken braden, totdat het vleesch
malsch is. Natuurlijk moet men ook hier,
zooals by elk gebraad, af en toe een lepel I
kokend water toevoegen. Dikwijls begieten
is noodzakelijk! Bij het klaar maken van
de saus roere men nog een theelepel aard
appelmeel by de saus en voegen wy een
beetje maggi toe.
By het opdienen der kalkoen wordt een
klein dun schijfje citroen in de snavel ge
legd, terwyl tevens de schotel met citroen-
schjjfjes gegarneerd wordt. Een jonge kal
koen heeft 2% uur noodig en een oude wel
3 uur voor het braden.
Ook kan men, hetgeen heel smakelijk is,
de kalkoen van binnen opvullen met ge
kookte kastanjes, die van de schil ontdaan
zyn.
Ganzenlever.
De lever wordt van de gal zorgvuldig
verwijderd en gereinigd. Voorts in schyven
gesneden. Met een beetje peper en zout af
maken. Nu wordt zy in bloem gewenteld en
met twee gesneden appels en één gesneden
ei in water heel zacht gebakken. Wie de
appel en het ei er niet by lust, kan deze na
tuurlyk weglaten.
Marrons Glacés.
Daar de geïmporteerde vrucht nogal duur
is, is het loonend om zelf te tonfijten. Me..
begint de kastanjes van de luitenste schil
te ontdoet, maar men moet gVed oppassen,
dat de vrucht niet door het ra<L aangeraakt,
wordt, want de kleinste snede\maakt een
donkere barst of streep. Zy woflteii nu in
een pannetje (echter nooit ijzer of" vertind
metaal!) in kokend water gezet. Als het
water rood is geworden door de looistof in
de schil, neemt men het pannetje "er uit,
en zet men het in kokend water. Men laat
de vruchten dan verder gaar worden. De
vruchten moeten zacht zijn, en of zy dit
voldoende zyn kan men te weten komen door
er met een fyne naald in te prikken.
Eerst moet het onderhuidje er afgehaald
ledig opgelost zyn. Men heeft een hoeveel
heid poedersuiker gezeefd, en de te gla-
ceeren vruchten laten aflekken. De grilles
staan klaar. De suikeroplossing gaan wy
nu al roerende, er telkens een schep
suiker by gietend, tot een waterglacuur ma
ken. Hoe dik de glacuur moet zyn, blijkt
wel wanneer een der vruchten erin gedom
peld worden. Het glacuur moet op de vrucht
blyven, maar niet als een dikke laag. Is het
glacuur op dikte, dan trempeert men hen
snel een voor een op een grille. Niet te veel
op één grille en dadelyk in een matig heete
oven, met een ijzeren bak of plaat er onder.
Blyf er by staan tot het glacuur droog is,
want dan moeten zy er direct uit. Is de
eerste hoeveelheid droog, dan neemt men
de volgende grille, enz.
Nu nog een wenk: glaceer niet te veel
vraag, nu op dit gebied reeds zoo veel
aan het gebruik is overgelaten, in hoe
ver bij het onderwijs en de examens de
vereenvoudiging op deze namen, ln het
bijzonder als zij met een bijvoegelijk
naamwoord zijn samengesteld, en op de
bijvoegelijke naamwoorden die van aard
rijkskundige namen zijn afgeleid.
Voorop sta, de de aardrijkskundige
namen in het algemeen onveranderd
blijven. Men schrijft dus als vroeger:
Heerenveen, Heeger Meer, Grootegast,
Hoogezand, Hooge-Zwaluwe, Schoone-
beekerdlep. Mookerhel, Heesch, Ouden
bosch Den Helder, Alphen aan den Rijn,
Men kan echter blijven schrijven: IJsel,
Overijsel, enz., omdat op deze officieele
namen in bet gewone gebruik reeds lang
de spellingregel van De Vries en Te Win
kel ls toegepast.
De regels van de vereenvoudiging passé
men echter wel toe op veel gebruikte
aardrijkskundige namen van landen,
zeeën, steden, rivieren, bergen enz. In
het buitenland: bijv. Wenen. Verenigde
Staten, Chinese Zee, Grote Belt, Rode
Zee, Duitsland, Duitse Rijk, Brlts-Indlë,
Middellandse Zee.
Eveneens ls er reden ln het algemeen
op bijvoegelijke naamwoorden, die 'an
aardrijkskundige namen zijn afgeleid, de
vereenvoudiging toe te passen, bijw.
Goudse kaas, Maassluise vissers, De
Gooise Post Ook in vaste verbindingen
als- Hollands Diep, Nederlands-Indië,
Leidsestraatt-vaart), Dordse Kil.
Daarentegen is het wenschelijk in de
bijvoegelijke naamwoorden, waarin een
on sch eindigende plaatsnaam onveran
derd vomkomt, die üch te behouden, dus:
de Oudenbossche Jeugd, het Bossche car
naval.
Nieuwe regels voor de examen
spelling.
Aan oe nieuwe regels voor de examen
spelling wordt ontleend:
Aardrijkskundige namen.
De schrijfwijze van aardrijkskundige
namen en van de daarvan afgeleide
woorden zal gelijk tot dusver a oei-
Ujkheden blijven geven, zoolang een
bindend voorschrift dienaangaande ont
breekt.
Er zijn namen, waarvan de schrijft
wille officieel is vastgesteld, en namen,
waarvan de schrijfwijze op een zeker
algemeen gevolgd gebruik berust.
De grondwet geeft den naam: Ne-
deriandsch-Indië; waar dus de
naam van het gebied over zee wordt
aangehaald, moet deze spelling worden
gevolgd; ln andere gevallen kan ge
schreven worden Nederlandslndié
Verder zijn officieel vastgesteld o.m. de
namen van Nederlandsche provinciën,
gemeenten, waterschappen, enz.; ook die
van vele dorpen, gehuchten, enz. In of
ficieel gebruik behoort mëp dus te schrij
ven: Overijssel, Krfmpen aan
den IJssel; Borculo enz. naast
Dwlngeloo enz.; Roosendaal
naast Roze nd a al; Hoogezand;
Heerenveen, Vijfheerenlan-
den; Heesch, Wisch, 's-Herto-
genbosch.
Maar zoowel de pers als de samenstel
lers van aardrijkskundeboeken en atlas
sen hebben zich steeds allerlei afwijkin
gen van de officieele schrijfwijze veroor-
Ifofd.
Jp°k de ingevoerde spellingwijziging
yNRvat geen voorschriften ten aanzien van
•trdrijkskundige namen. Toch rijst de
AARDIGE TASCHJES
VOOR ONZE KLEUTERS.
Wilt U een grappig taschje
maken voor Uw kleine meisje,
werk dan met een gewone sten
gelsteek deze aardige poppetjes
op een kleurig lapje stof of
zyde.
't Zelfde ideetje leent zich
ook opperbest voor servetjes,
of voor een nachtzak.
Teeken het poppetje met
dunne lijntjes op Uw lapje en
maak het in een aardige vroo-
lyke kleur. B.v. rood en blauw
op een licht blauw fond. U kunt
ook heel goed stevig linnen
nemen, en er zelfs een school-
voor donkerbruin linnen, werk
de poppetjes in groen en geel
of andere vroolyke kleurtjes
die U bedenken kunt. Met een
paar drukkertjes kan de tasch
gesloten worden.
Nevenstaand zyn nog ver
schillende andere taschjes af
gebeeld, die alle van eenvou
dig linnen vervaardigd, met een
gewone stengelsteek bewerkt
kunnen worden en een prettig
werkje lijken in deze donkere
winterdagen.