Wfl sieren ons huis. Raadsels voor de Jeugd. Filmnieuws. RECEPTEN. ONZE KLEUTERS. Hoe we >net héél eenvoudige middelen heel het huis een feestelijk Kerst- aanzien kunnen geven! We hebben nu al eenige jaren samen besproken hoe men den Kerstboom kan versieren. En daarom gaan we dit keer voor verandering eens pra ten over de wijze waaop we het huis mooi kunnen maken. Want de ge woonte om met Kerstmis het huis te versieren, wordt ook langzamerhand in ons land algemeen. Denk echter niet dat onder hu is versiering alleen maar kamer- en tafelversiering wordt ver staan, want ook hall, trappen, gan gen, alles deelt er in mee, zoodat dus letterlijk het heele huis als 't ware in een feestkleedij wordt gestoken. Waarom zouden we dat ook niet doen? We sluiten ons met de feest dagen toch niet op in één kamer En hoe heerlijk is het als we uit zijn ge weest, dadelijk bij het thuiskomen in een feestelijke sfeer te worden opge nomen. We gaan dus ons huis voor Kerst mis gezellig maken en 't spreekt van zelf, dat we daartoe in hoofdzaak hulst, dennentakken en rood papier noodig hebben, benevens verschillen de kleinighedên, die echter wel bij een ieder thuis voor de hand zijn. De vrouw des huizes laat dat werkje graag over, want ze heeft het al druk genoeg met Kgfstcake bakken en plumpudding maken <pn met het be reiden van nog veel meer lekkere din gen, zoodat ze graag de huisgenooten deze taak overlaat. Laten we met de hall, de gangen en de trap beginnen. De parapluiestandaard krijgt voor de feestelijke gelegenheid om zijn spijltjes een windsel van in smalle reepjes geknipt rood papier. Daartus- schen steken we hulst en dennentak jes. Op een ander plaatsje in de hal of de gang zetten we een hooge doos (een hoedendoos is prachtig geschikt) of een kist, die we ook al met rood papier omwikkeld hebben en plaatsen daarin een groote bos dennen of an dere groene takken. Den bovenrand van de doos of de kist omlijsten we met een watten sneeuwrand. Nu krijgen de trappen een beurt. De leuningen geven we weer een windseltje van rood papieren lint, waar we hulst tusschen steken en tus- schen de spijlen van de leuning han gen we aan rood katoenen draadjes klokjes, die we eerst van karton knip pen en dan aan beide zijden beplak ken met rood, zilver, goud en som mige ook met wit papier. Ge zult eens zien hoe feestelijk zoo'n trap aandoet en Broer of Zus, die anders altijd in stilte mopperen als ze vader's pantof fels van boven moeten halen, zullen het dan zeker met genoegen doen en misschien wel één pantoffel tegelijk brengen, alleen maar om twee keer zoo'n mooi versierde trap op en af te kunnen loopen. Tot slot geven we ook de ganglan taarn nog een rood jurkje van dun vloeipapier en aan de muren hangen we hier en daar spreuken, „Vroolijk Kerstfeest!", „Welkom!", „Gelukkig Kerstfeest!" enz., die we met roode verf op wit carton schilde ren en een kransje of lijstje geven van groen-. Nu gaan We ook de kamer een feestjurk aantrekken. Bij die versie ring speelt het kaarslicht een groote rol. Wilfen we de groote lamp boven de tafel tijdelijk vacantie geven, dan stellen we een kaarsenkroontje zoo lang in haar plaats. Kaarsen kroontjes kunt ge kant en klaar -koopen in den bloemenwinkel, maar het is natuurlijk aardiger als men er zelf een maakt en dat is heusch niet zoo moeilijk. In huis is er vast wel een ijzerdraad hoepel. Dien hoepel „bekleeden"'- we met dennetakjes, die we door het stevig omwoelen met dun ijzerdraad of rood katoen op hun plaats houden. Met knijpertjes zetten we op gelijke afstanden kaarsjes en met sterke roode koorden, stevig vast gemaakt op drie plaatsen, hangen we het kroontje op. Nu komt het aardigste werkje, het versieren van het kroontje. We han gen er klokjes aan, hier en daar een mandarijntje, een chocolade kransje, Qen met lijm bestreken en daarna door meel gewenteld dennenappeltjo, sterretjes uit blik geknipt, zakjes bonbons en misschien hier en daar kleine Kerst-engeltjes. Als de kaarsjes allemaal branden, valt het op hoeveel licht zoo'n kroontje geeft. Maar heel ver ver spreidt dat licht zich natuurlijk niet. Daarom moeten we op den schoor steen, op hoektafeltjes, op het buffet, op de piano en overal waar we nog meer geschikte plaatsjes hebben, can- delabers zetten, die we ook al weer zelf kunnen maken op verschillende manieren. De aardigste candelabers krij gt men met een gewoon leeg mosterd- of an der potje en een kleerenhanger. Beide met ripolin mooi rood lakken. Dan vult men het potje met zand, zet daar den haak van den kleerenhanger in en op het houten stokje plaatst men met knijpertjes drie'of meer kaarsjes. ZE WAS HET VERGETEN. Twee soirée-toiletten. No. 1 is van satin broché met een lang afhangende cape van zeer origineelen vorm. No. 2 is een elegante robe van ivit lamé. Nieuwe Raadsels. 1. Op de zigzag-kruisjeslyn komt, van boven naar beneden gelezen, de naam van een meisje. X Ie ry een deel van je gezicht X 2e een kleverige stof, wel- X ke sommige boomen af- X scheiden. X 3e een boom. X 4e een timmermanswerk- X tuig. X 5e een metalen haak. X 6e een geneesheer. X 7e een viervoetig dier. 8e een jongensnaam. 9e een ander woord voor nadeel. 10 een meisjesnaam. 2. Kruisraadsel. Op de beide kruisjejljjnen komt de naam van een groot viervoetig dier. X X 11 x X X X X X X X X X X le r\j een klinker. 3e een keizerrijk in het Oosten. 4e 't gevraagde woord. 5e een rond voorwerp. 6e een boomloot. 7e een medeklinker. 3. Moeder had iets overgehouden, roerde het door elkaar en kreeg iets, wat we 's avonds dikwijls kunnen zien, als wij buiten zijn of voor 't raam staan. 4. Noem mij eens een mes, dat... iHeel niet snijden kan. Weet je wat 'k bedoel, ja!. Zeg het m' even dan! Oplossingen inzenden aan de Redactie van de Goudsche Courant, Markt 31, met ver melding: Raadsels. Waarom maak je aan die ruzie met Jan niet direct een eind? Als ik maar wist waarom we ruzie hebben gekregen! bükkelijk uitgeladen moest worden en aan dat adres bezorgd. De verwonderde machi nisten zetten angstwekkende fooi-hoofden, doch op z'n vroegst konden de bedden enz. eerst vanavond worden thuisgebracht. Doodelijk verschrikt rende Jan naar de telefoon, belde 'n besteldienst op, welke zich bereid verklaarde, direct te komen. En zoo had de doorzettende Kerstgast binnen een uur z'n eigendommen op een sleeperswagen en kon-ie voor den nacht dus gerust zijn. Thuisgekomen vonden zü een telegram. 'n Telegram? Jan riep 't uit, alsof hem 't vreeselijkste onheil boven het hoofd hing. Haastig scheurde hij 't verontrusten de papiertje open en las Z'n oogen sper den zich. Hij greep naar z'n haren, rende dan naar de trap en schreeuwde tot de ntannen, die alweer 'n bed op hun schou ders laadden: Alles weer op den wagen! En gauw, gauw! 't Moet dadelijk naar Zeist! Wat is er nou? vroegen Mies en Lex gelijktijdig. Lex, huilde Jan.haast en hij stopte hem het telegram onder den neus. Hier staat 't: „De kleine niet lekker. Komen niet. Stuur onmiddellijk de bedden terug." —•Vooruit, kerel,'pak aan! Die matras sen! Nee, die zakken hoeven niet terug, en die doos. Alleen die koffers en de bed- den, de bedden! Jan, in een soort razernij, sjorde zelf mee, wat-ie kon. De mannen, hoe verbaasd ook, deden wat hun gelast werd. Maar je blijft in elk geval toch eten, drong Mies aan! Zoo kun je niet gaan. Eten, protesteerde Jan heftig. Ik kan geen brok naar binnen krijgen. Nee, ik ga dadelijk, met den wagen. D'r is voor mij nog wel een plaatsje op den bok. Wel be dankt voor alles hoor! Hier, Mies, in die doos zit knabbelarij. Gelukkig Kerstmis! Hij schudde Mies en Lex hartelijk de hand, draafde dan de gang in. Lex stond beteuterd te kijken, niet alleen om dat haastige, maar ook, wijl hem al weer een illusie ontnomen werd. Jan had er immers over gesproken, dat hij zin had in z'n komische teekening van de kaketoe In die plotselinge herrie dacht z'n vriend daar natuurlijk niet meer aan. Enfin, 't was nu eenmaal niet anders. Jan stond al aan de trap, wisselde nog een laatsten handdruk met Mies. Daar kryschte de groen-gevederde vogel opeens vanuit z'n hoek:.— Koppie krauw. Lorre zoet. Baas lief! Jan luisterde verrast, 't Klonk hem in de ooren als 'n verwijt, 'n aanmaning tot iets, dat-ie vergeten had. Klaar stond 't hem weer voor den geest, op welk een geheim zinnige wijze hij een paar uur geleden ont vangen was. Ach ja, die half neergelaten gordijnen. Nee, zoo mocht hij zijn vrienden niet achterlaten. Gauw, Lex, riep-ie dringend, terwijl hij een stap terug kwam en naar z'n porte feuille zocht. Drie krankzinnige Lorre van je, met z'n monocle. De kleine hassebas zal zich een kriek lachen. Twee honderd popjes. Meer kan ik voor de kunst niet besteden. Trouwens, 't is voor een papegaai al duur genoeg! Voor minder dan de helft kan ik er een krijgen die praat. Adieu! Jan, z'n nieuwste bezit onder den arm, rolde haast de trap af en binnen een minuut zat hij op den bok van den wagen, welke 'm met bedden en al naar 't station reed. Toen ze eindelijk wat bekomen was van haar verbazing, sprak Mies hoofdschud dend: ,'t Kerstbezoek wel! Maar als ze dan aan den feestelijk voorzienen disch za ten Jan's voorschotje voor „de eerste uitgaven" had flink dienst gedaan moest Lex toch wel met een opgewekt gezicht verklaren: Een aardige verrassing b 1 ij f t het. Spreek jij dat maar eens tegen! Al die brandstof! En kijk die taart met confituren. Daar hou je zooveel tan. Als je nu maar niet nog dikker wordt. Enfin! En Lorre, de brave Lorre, heeft z'n best gedaan hoor! Hier heeft-ie 'n lekker suikertje van den baas. Zoo'n groene schreeuwleelijk is toch eigenlijk een voordeelig beestje. Daar ga je, Mies! Gelukkig Kerstmis! En de specia liteit in kaketoe's en welgedane dames klonk lustig met z'n wederhelft op de komende, prettige dagen. Zoo'n Kerst-gast dan ook! De Big van het Regiment. Men schrijft uit Amsterdam aan het Va derland: Het is weer een en al leven in de Cine Studio aan de Duivendrechtsche kade, waar de Monopolefilm-maatschappy bezig is met haar opnamen voor haar nieuwste film „De Big van het Regiment". In de allereerste plaats.dient er echter >p gewezen, dat deze film niets, behalve de aanvangswoorden, heeft uit te staan met „de Big van het 168sy, het stuk, dat jarenlang de' goedlachsdne menigte heeft vermaakt. Wat we vandaag hebben aan schouwd, maakt het duidelijk, dat deze nieuwe film en de „volksche", waarvan Bleeke (Bet en de Jantjes specimina waren, slechts de figuren van Heintje Davids, Syl- vain Poons en Jopie Koopmans met elkaar gemeep. hebben, maar overigens van een ge heel arider beginpunt uitgaan. Het thema voor deze film is ontleend aan „Spionnage in het Veldleger", een mobili- satieverhaal, waarvan mr. A. Roothaer de schrijver is, een boek, dat zooals we van daag konden constateeren, aanleiding is tot een reeks Brabantsche gevalletjes, welke fleurig in scène worden gezet. Niets ontbreekt aan het Brabantsche marktpleintje, waar zoo aanstonds Heintje Davids zal „sjansen" met een twee meter hoogen korporaal, waar Brabantsche jon gens en boerendeerns uit de Duivendrecht sche contreien gerecruteerd, uit den treure hun polka dansen. De melksalon en zijn glazen veranda, het deftige huis van den notaris, de gepilaarde sociëteit, het gemeentehuis en de boter- en kaaswinkel, waar onverstoorbaar een échte huisschilder het uithangbord voltooit, ze liggen te blakeren in een meer dan tropische hitte, in weerwil van de kale boomen en de besneeuwde lantaarns, waarbij keukenzout een belangrijke rol speelt. Overal verblin dende zoeklichten, die, welke gemeenlijk in de Cine Studio worden gebruikt, waren niet voldoende om de openluchtstemming te suggereeren. Defensie heeft een handje ge holpen, een geweldig gevaarte, de zon zelve gelijk, waarmee in oorlogstijd de hemel naar vliegmachines wordt afgezocht, zet alles in een klaar licht. De troepen staan gereed, de soldaten en hun deerns, de breede, bloemrijke poffert op het hoofd, wachten op het sein van Nos- seck, die met Teunissen de regie voert. Boven op twee wankele lijstjes, acroba tisch balanceerend, zonder 't zelf te merken, heerscht de camera-man Schlasy. Henk Al sem is de andere, op dit oogenblik is h(j op non-actief. Het fluitje snerpt. „Kalm houden, meneer Sally, kalm hou den! Hé daar, je hebt hier niets te zoeken! Denk om de lantaarn!" Inderdaad, de lan taarn wankelt, verliest zyn „besneeuwing". 't Fluitje snerpt. „Dames en heeren, niet zoo hard. Anders hooren we geen piano! Eén-twee-drie, één twee-drie..." Net als alles goed op gang komt, gilt het stopsein. Een paar seconden, één scène. Weer een paar seconden, een ander mi- 'n Auto, anno 1910, rammelend over de keien, alsof zijn laatste oogenblikken zijn aangebroken, host over de kleien als kin derhoofdjes. Van Dongen, een volmaakte, opgewekte overste, zit op het achterbankje van 't open vehikel, salueert rechts, salueert links En is blij als hij heelhuids zijn tien meter heeft afgelegd. Raadselachtige klanken klin ken van de camerastellage, flarden wappe ren aan: „die 250 pannetjes, kolen aan!~ Telkens een glimpje orde in den chaos, waaruit langzamerhand de historie van „de big" zal groeien, van het regimentskind, dat verwend en vertroeteld in het Brabant sche dorp werd, tot het aan zijn ouders, Belgische vluchtelingen, teruggegeven kan worden. Maar zoo ver is 't nog niet. Een beesten markt, een ijsbaan met echte schaatsen rijders komen er aan te pas, mitsgaders Herman Bouber voor den dialoog, Fientje de la Mar, Heintje Davids. Die zal het in leidend liedje zingen, waarvoor markt en auto de illustratie beteekenen. Adolf Engers slenterde nog werkeloos rond, al heeft ook hij straks zijn deel. Kaart, Matthieu van Eysden, evenals Hans May en Max Tak, verzorgden de muziek en ten slotte bouwde architect A. H. Wegerif Gzn. het Brabant sche dorp zoo natuurgetrouw, dat we ons eenigszins verbijsterd terug vonden in de miezerige atmosfeer van een regenachtigen winterdag midden in de Noord-Hollandsche vlakte. Jack Hilton weet wat hij doet. Een heelen tijd heeft Jack Hylton op zijn lauweren gerust, er waren zelfs al stemmen opgegaan, dat hy voorgoed het actievei jazz leven vaarwel zoü hebben gezegd en dat hy voortaan alleen als impressario nog van zich zou laten hooren. Jack heeft er eenvoudig niet aan gedacht em kwam Vrijdag en Zaterdag met een ver rassende band voor de microfoon. Een gjoednieuw orkest, waarvan wij de volledige samenstelling nog niet weten en waarmee Hylton in zijn tweeweeksch verblijf in de Ville Lumière furore denkt te maken. Hylton heeft getoond nog met zijn tyd mee te kunnen. En hoe Hij kent den smaak van zy'n publiek door en door, wat we uit de formidabele show, die hij heeft gebracht, wel hebben kunnen hooren. In zijn nieuwe band is een grootfe plaats ingeruimd voor het vocaal gedeelte. Hoe veel vocalisten er wel zijn, ieder weer in een volkomen verschillend genre. Dan zingt een drietal la Boswell, dan hooren we imita ties van filmsterren, dan weer een „rauwe" crooner, die zich een tikje de intonatie van Armstrong eigen heeft gemaakt, ook het Betty Boopgenre ontbreekt niet, kortom, Hylton biedt met zyn vocalisten voor elck wat wils. Hy heeft begrepen, dat hy daar mee op 't oogenblik het meeste succes kan boeken. I Maar ook verder is de band alleszins de moeite waard eens te beluisteren in uw huiskamer. In de eerste plaats is er een geweldige trompettist op te merken, wiens naam ons helaas niet bekend is. Dan, kan Hylton bogen op een voortreffelijke sax sectie. Deze bestaat uit Freddie Schweitzer, Bill Ternent en Ben Daniels. Freddie is bekend genoeg en ook Bill Ternent heeft een goe den naam. Hy is de voornaamste arrangeur van Hylton's nieuwe band. De derde plaats heeft een jeugdig, nog weinig bekend mu sicus ingenomen. Ben Daniels komt uit Schotland, waar hij bezig was een aardige carrière te bouwen. Hy heeft o.m. met suc- sec gespeeld by Alax Freer's band te Glas gow. Ook de rhytmsectie heeft verdienstelijk werk verricht in -de twee laatste uitzendin gen vio Droitwich (Zaterdag) en Londen Reg. (Vrijdag). De dnummer Gilbert Web ster was prima en we hoorden een goeden pianist. Deze is als we het wel hebben, Ar thur Bell, de oude pianist van Maurice Scott, uit het Edinburgsche Ritz. Bell assisteert Bill Ternent tevens by de arrangementen. ■Zij tenslote nog vermeld, dat zich Hyl- tons „Kerstverrassing" vóór zijn vertrek naar Parijs nog Woensdagavond door de radio zal laten hooren (van 11.20 tot 12.20 via Droitwich en Londen Reg. De uitzen ding door het laatste station begint, als gewoonlijk, om 10.55). Zwart satijnen robe met kort avond jasje van ivit satijn met zwart satijnen revers Doch wil men een aparte richting uit om werkelijk eens te smullen, dan is er één provincie, die boven alle an deren de voorkeur verdient, en dat is de Elzas. Daar toch, in dat vette land, in werkelijken zin overvloeiend van melk en honing, vindt men een tradi- tioneele keuken, een groote keur van prima kwaliteit grondstoften, die zelfs den op wat zwaarderen kost in- gestelden Hollander die niet van lif- lafjes gediend is, zullen bekoren. Daar vindt men de beroemde lever pastei, doch ook een heele reeks (27 liefst!) andere pasteien, in een knap pende feuilletékorst gebakken. Daar vindt men ook de forellen en zalmpas teien, de échte Straatsburger zuur kool en de „guiches lorraines", cro- quante baksels met ham en kaas toe bereid. Daar vindt men de rijpe kwet sen met kirsch besproeid en de onvol prezen vruchtentaarten met andere likeuren van de streek geparfu meerd. Daar is de met koSiijntjes be strooide munsterkaas en het licht bruine inlandsche brood, ook al met komijn bestrooid. Daar vindt ge, zelfs in de goedkoopste en nederigste ho telletjes, in een kraakzindelijke om geving (iets wat men in Frankrijk dikwijls apart moet vermelden) al lerlei tafelgeneugten die u met de we reld en deszelfs verdrietelijkheden zullen verzoenen. Is het wonder, dat een landstreek, waar zóóveel culinaire geneugten zijn te smaken, alle eeuwen door een twistappel is geweest voor de vorsten der omliggende rijken? Zoo ziet men hoe zelfs de eerbied waardigste geschiedschrijver nog rut kan trekken uit „Keukenvondsten", worden met een f(jn pennemesje. He vrucht zélf mag weer niet geraakt worden. Ter wijl men bezig is, die onderhuid er af te halen, liggen de ongepelde vruchten m een pan met schoon kokend water. Degenen die gepeld zijn, liggen op hoüt of koper, totdat zy allen in de stroop gaan. In de stroop kan men eerst 10 7c blanko stroop doen. De afgeschilde kastanjes worden in een stroop van 25 graden op den suikerweger gelegd, en nu laat men ze naast het Vuur of op een klein gasvlammetje zoolang in dampen volstrekt niet koken, hoewel de stroop natuurlijk op 100 graden Celsisus komt, en hooger. Zoo heel zachtjes indampend komt de stroop op 33 graden op den suikerweger, en dan zyn de kastanjes goed. liefst gla ceert men nu de kastanjes direct. Anders legt men hen voorzichtig uit de stroop in potten, en giet er dan de stroop op. Alle» met de grootste behoedzaamheid, want de vruchten zyn uiterst teer. De kastanjes worden koud geglaceerd. Daartoe maakt men een suikeroplossing dus niet gekookt die koud 35 graden op Kalkoen braden. Alvorens' de kalkoen in de braadslee wordt gebracht, kan men haar al of niet lardeeren. Daarna bestrooit men haar goed met zout en legt eenige spekschyven op de borst. In de braadslee komt nu rykelyk boter en een beetje water. Men laat de kal koen hierin 2è2% niet te sterk, maar on onderbroken braden, totdat het vleesch malsch is. Natuurlijk moet men ook hier, zooals by elk gebraad, af en toe een lepel I kokend water toevoegen. Dikwijls begieten is noodzakelijk! Bij het klaar maken van de saus roere men nog een theelepel aard appelmeel by de saus en voegen wy een beetje maggi toe. By het opdienen der kalkoen wordt een klein dun schijfje citroen in de snavel ge legd, terwyl tevens de schotel met citroen- schjjfjes gegarneerd wordt. Een jonge kal koen heeft 2% uur noodig en een oude wel 3 uur voor het braden. Ook kan men, hetgeen heel smakelijk is, de kalkoen van binnen opvullen met ge kookte kastanjes, die van de schil ontdaan zyn. Ganzenlever. De lever wordt van de gal zorgvuldig verwijderd en gereinigd. Voorts in schyven gesneden. Met een beetje peper en zout af maken. Nu wordt zy in bloem gewenteld en met twee gesneden appels en één gesneden ei in water heel zacht gebakken. Wie de appel en het ei er niet by lust, kan deze na tuurlyk weglaten. Marrons Glacés. Daar de geïmporteerde vrucht nogal duur is, is het loonend om zelf te tonfijten. Me.. begint de kastanjes van de luitenste schil te ontdoet, maar men moet gVed oppassen, dat de vrucht niet door het ra<L aangeraakt, wordt, want de kleinste snede\maakt een donkere barst of streep. Zy woflteii nu in een pannetje (echter nooit ijzer of" vertind metaal!) in kokend water gezet. Als het water rood is geworden door de looistof in de schil, neemt men het pannetje "er uit, en zet men het in kokend water. Men laat de vruchten dan verder gaar worden. De vruchten moeten zacht zijn, en of zy dit voldoende zyn kan men te weten komen door er met een fyne naald in te prikken. Eerst moet het onderhuidje er afgehaald ledig opgelost zyn. Men heeft een hoeveel heid poedersuiker gezeefd, en de te gla- ceeren vruchten laten aflekken. De grilles staan klaar. De suikeroplossing gaan wy nu al roerende, er telkens een schep suiker by gietend, tot een waterglacuur ma ken. Hoe dik de glacuur moet zyn, blijkt wel wanneer een der vruchten erin gedom peld worden. Het glacuur moet op de vrucht blyven, maar niet als een dikke laag. Is het glacuur op dikte, dan trempeert men hen snel een voor een op een grille. Niet te veel op één grille en dadelyk in een matig heete oven, met een ijzeren bak of plaat er onder. Blyf er by staan tot het glacuur droog is, want dan moeten zy er direct uit. Is de eerste hoeveelheid droog, dan neemt men de volgende grille, enz. Nu nog een wenk: glaceer niet te veel vraag, nu op dit gebied reeds zoo veel aan het gebruik is overgelaten, in hoe ver bij het onderwijs en de examens de vereenvoudiging op deze namen, ln het bijzonder als zij met een bijvoegelijk naamwoord zijn samengesteld, en op de bijvoegelijke naamwoorden die van aard rijkskundige namen zijn afgeleid. Voorop sta, de de aardrijkskundige namen in het algemeen onveranderd blijven. Men schrijft dus als vroeger: Heerenveen, Heeger Meer, Grootegast, Hoogezand, Hooge-Zwaluwe, Schoone- beekerdlep. Mookerhel, Heesch, Ouden bosch Den Helder, Alphen aan den Rijn, Men kan echter blijven schrijven: IJsel, Overijsel, enz., omdat op deze officieele namen in bet gewone gebruik reeds lang de spellingregel van De Vries en Te Win kel ls toegepast. De regels van de vereenvoudiging passé men echter wel toe op veel gebruikte aardrijkskundige namen van landen, zeeën, steden, rivieren, bergen enz. In het buitenland: bijv. Wenen. Verenigde Staten, Chinese Zee, Grote Belt, Rode Zee, Duitsland, Duitse Rijk, Brlts-Indlë, Middellandse Zee. Eveneens ls er reden ln het algemeen op bijvoegelijke naamwoorden, die 'an aardrijkskundige namen zijn afgeleid, de vereenvoudiging toe te passen, bijw. Goudse kaas, Maassluise vissers, De Gooise Post Ook in vaste verbindingen als- Hollands Diep, Nederlands-Indië, Leidsestraatt-vaart), Dordse Kil. Daarentegen is het wenschelijk in de bijvoegelijke naamwoorden, waarin een on sch eindigende plaatsnaam onveran derd vomkomt, die üch te behouden, dus: de Oudenbossche Jeugd, het Bossche car naval. Nieuwe regels voor de examen spelling. Aan oe nieuwe regels voor de examen spelling wordt ontleend: Aardrijkskundige namen. De schrijfwijze van aardrijkskundige namen en van de daarvan afgeleide woorden zal gelijk tot dusver a oei- Ujkheden blijven geven, zoolang een bindend voorschrift dienaangaande ont breekt. Er zijn namen, waarvan de schrijft wille officieel is vastgesteld, en namen, waarvan de schrijfwijze op een zeker algemeen gevolgd gebruik berust. De grondwet geeft den naam: Ne- deriandsch-Indië; waar dus de naam van het gebied over zee wordt aangehaald, moet deze spelling worden gevolgd; ln andere gevallen kan ge schreven worden Nederlandslndié Verder zijn officieel vastgesteld o.m. de namen van Nederlandsche provinciën, gemeenten, waterschappen, enz.; ook die van vele dorpen, gehuchten, enz. In of ficieel gebruik behoort mëp dus te schrij ven: Overijssel, Krfmpen aan den IJssel; Borculo enz. naast Dwlngeloo enz.; Roosendaal naast Roze nd a al; Hoogezand; Heerenveen, Vijfheerenlan- den; Heesch, Wisch, 's-Herto- genbosch. Maar zoowel de pers als de samenstel lers van aardrijkskundeboeken en atlas sen hebben zich steeds allerlei afwijkin gen van de officieele schrijfwijze veroor- Ifofd. Jp°k de ingevoerde spellingwijziging yNRvat geen voorschriften ten aanzien van •trdrijkskundige namen. Toch rijst de AARDIGE TASCHJES VOOR ONZE KLEUTERS. Wilt U een grappig taschje maken voor Uw kleine meisje, werk dan met een gewone sten gelsteek deze aardige poppetjes op een kleurig lapje stof of zyde. 't Zelfde ideetje leent zich ook opperbest voor servetjes, of voor een nachtzak. Teeken het poppetje met dunne lijntjes op Uw lapje en maak het in een aardige vroo- lyke kleur. B.v. rood en blauw op een licht blauw fond. U kunt ook heel goed stevig linnen nemen, en er zelfs een school- voor donkerbruin linnen, werk de poppetjes in groen en geel of andere vroolyke kleurtjes die U bedenken kunt. Met een paar drukkertjes kan de tasch gesloten worden. Nevenstaand zyn nog ver schillende andere taschjes af gebeeld, die alle van eenvou dig linnen vervaardigd, met een gewone stengelsteek bewerkt kunnen worden en een prettig werkje lijken in deze donkere winterdagen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4