V 2 i Jaargetijde en lichaamsverzorging. 1 Oude Kerstgebruiken. FILMNIEUWS. Verschillende Recepten. Menu's van den dag. ém V'J B l Een actueel medisch praatje. Goede voeding is de beste b eschutting tegen de koude. De winter nadert met sneltrein vaart... het culminatiepunt vai) het jaar eveneens... Weldra zyn we uit de drukte, w orden we weer rustiger, be- schouwender, afwachtender, een nieu we levensperiode begint dan... Iedere maand heeft zijn eigen stempel, die vooral uitdrukking vindt in het weer in die maanden. Weliswaar ver schillen deze Jn de Noordelijke of^de aequatoriale landen weinig van el kaar, daar de overgang der jaarge tijden daar haast niet te bespeuren is, maar verschil blijft ar! Het geheele welzjjn van ons lichaam hangt af van de verdeeling der Warm te. Wy nemen de voedingsstoffen in ons op, gedeeltelijk ter opbouw van ons lichaam, gedeeltelijk echter ook om de bewegingsenergieën te produ- ceeren, die hun oorsprong vinden in de overtollige warmte. Niet overal in het dierenrijk zijn de verhoudingen in dit opzicht hetzelfde, Ër zijn koud- bloedigen, d.w.z. schepselen, wier aan hun omgeving. Hun lichaamstem peratuur wisselt dus-steeds! En dan zijn er de anderen waartoe ook de vogels behooren, alle zoogdieren en daaronder natuurlijk de mensch, die warmbloedigen zijn, d. w. z. wezens, wier bloed Steeds dezelfde warmte graad bezit. De levensvoorwaarden voor beide groepen zijn zeer verschil lend en de gedachte, dat een kikvorsch verkoeling zou zoeken, is niet alleen absurd, maar physiologisch ook een utopie. De mensch heeft het niet zoo ge makkelijk; hij is een eigenwijs indi vidu en zijn lichaam heeft gewoon ten, die steeds de grootste voorzich tigheid vereischen! Hy is blootgesteld aan stemmingen en luimen,/die weer afhangen van het weer; bij het begin van het voorjaar kan hij juichen en even daarna doo- delijk bedroefd zijn; de maand Mei is niet alleen de maand van de liefde, maar ook van de meeste zelfmoorden. Maart is de critieke maand voor oude re menschen, want deze heeft de grootste sterftecijfers!1 Midden in den strengen winter is onze lichaamstemperatuur gemiddeld 0.3 graden lager dan in den warmen zomer, onze ademhaling is dientertv gevolge oppervlakkiger, de hartslag en onze pols langzamer,- onze stem ming rustiger! Zooals men ziet, pro duceert ons lichaam minder efiergie en moet het in dien tyd van buiten af gesteund worden. Het bekendste en banaalste middel' is warme kleeding, zooals iedereen uit eigen ervaring weet. Zelfs by een normale kamer temperatuur bespaart deze het lichaam 20 aan warmte, ofr met andere woorden, 20 van zyn ener gie. Zitten wy in de warmte, dan kunnen we vlot werken, maar in de koude is dat welhaast onmogelijk'/ Een ongekleed mensch van 82 Kilo gewicht geeft in 24 uur door warmte straling en -leiding 1729 calorieën af, een gekleede slechts 1181 groote calo rieën. Koude afwasschingen en baden prikkelen re'lectorisch de warmtevor ming in het lichaam. Zoo' vormen zy in overgangstijden een zeer goed mid del om verkoelingen te voorkomen. De zekqrste regulator voor onze warmte productie is echter de voeding. Deze kan ons" geheel onafhankelijk maken van de kleeding en van de weersge steldheid, als zy in voldoende niate opgenomen wordt. Men kan zyn lichaam erop trainen naakt aan sneeuw- en yssport te doen of een bad te nemen! Of wy goed eten, of dat wy hongerlijden, het energieverbruik is in den beginne hetzelfde, alleen wordt in het laatste geval de energie uit de eigen voorraadskamer ge bruikt. Dit feit uit zich onmiddellijk in een daling van de lichaamstempe ratuur. Terwyl zy in koude winter en warme- zomerdagen, zooals reeds gezegd, slechts hoogstens 0.3 graden op en neer gaat, valt zy op één en kelen hongerdag van gemiddeld 37.17 graden op 36.60 graden. Wy kunnen daaruit concludeeren, dat een rijke lijke, uitgebreide voeding gedurende den winter-overgang de, beste be schutting is en ons te groote angst valligheid by het kleeden bespaart! Door veel beweging geven wy veel warmte af en scheppen daardoor in het koude weer een zeker evenwicht met de omgeving. Nu moet men niet meenen, dat men in den winter door sterke beweging warmte vormt! De warmteverwekking wordt er wel door bevorderd, maar het warmtegevoel ontstaat door de afgifte daarvan en de daarmede verbonden gelijkmatiger x verdeel ing. Als de huid zelf houder wordt, voelt de buitentemperatuur natuurlijk warmer aan. Zittend stellen wij natuurlijk een geringeYevJichaamsoppervlakte aan de lucht geven we minder warmte af. Vandaar de bekende, ty pische reflexbewegingen bij menschen die het koud hebbenA schenk. Hiér is de kruiwagen, die jij voor Tom gemaakt hebt; Ana een prentenboek en een zakje lekkers, en voor Baby heb ik een heerlijk wollen jakje gebreid... Zij sprqjt niet over de vele uren, die zij 's avonds laat had moeten wer ken; over df rugpijn en brandende oogen en het verlangen naar een rus tiger tyd, maar de Kerstman voelde dit alles en begreep de zorgen, die hier waren. Wij zullen dit jaar geen Kerst maal hebben en ons niet de kleinste extra uitgave kunnen getroosten, zei de man moedeloos. De vrouw„4ceek hem vol liefde aan en zeide op de bedjes wijzende: Denk een3 aan de menschen^die deze schatten niet bezitten. Denk eens aan allen, die Kerstdiners kunnen geven, kostbare geschenken ontvangen en geen kinderen hebben. Samen verlieten man en vrouw de kinderkamers en de Kerstman nader de nogmaals de kinderbedjes, en be keek de kleine geschenken en dacht, dat zij meer waarde hadden dan de kostbaarste schutten. In het vierde en laatste huis was V geen Kerststemming, geen hulst nog dennengroen.'Met was een heel groot huis met veel (luxe en comfort. Er woonden twee menschen in, een man en een vrouw, die lang leden veel van elkander hadden ge houden en meenden niet buiten elkan der te kunnen leven. Het leven had hen uiteen gedreven, doordat in beiden een rusteloos n? jagen naar genot was ontstaan, waar- dooLzy zich ongelukkig en onvoldaan gev^den. De Kerstman leidde beide men schen naar buiten en deed hen een blik slaan in het kleine huis, waar vele kinderbedjes stonden, en... geen geld was. Gy zoudt voor deze menschen zoo hetïl veel kunnen doen, fluisterde de wyze man. Hen gelukkig maken zal U een levensdoel geven. Gij hebj; Zooveel dat zij niet hebben, maar zij hebben U iets te geven, wat met geen goud te betalen is. Zij hebben liefde, hetgeen voor U beiden meer beteekent dan Uw aard- sche schatten. Ga naar hen toe en tracht van hen te leeren, hoe men op eenvoudige wy'ze gelukkig kan zijn. Beide menschen keken elkander aan en namen zich voor datgene trachten wéér te vinden, wat zy onnoodig ver loren had'den, door hun jacht naar geluk. Begin December, omstreeks het te genwoordige Sinterklaasfeest, begon bij onze Germaansche voorouders het nieuwe jaar. Bij die gelegenheid wer den zeer vermoedelijk de jonge zonen en dochteren, welke een bepaalden leeftyd hadden bereikt, tot leden van den stam aangenomen, waarbij fees telijkheden plaats hadden en geschen ken werden aangeboden. Bovendien begon den 25en December bij de Ger manen het zoogenaamde „Mid-win- ter" of „Joelfeest", hetwelk later bij de invoering van het Christendohi plaats maakte voor Kerstmis, dat is i „Christus-mis". Langzamerhand ver- dwenen nu de meer heidensche ge- bruiken en werden hienvoor Christe lijke feesten in de plaats gesteld. Toch kon men de oude gebruiken en gewoonten, welke betrekking had den op de feestelijke Decembermaand met zijn Joelfeest niet geheel uit roeien en tot op den huldigen dag treft men, vooral in de oostelijke en zuidelijke provinciën, nog verschillen de gebruiken in de Kerstweek aan, welke herinneringen opwekken aan het vroegere feest van „Mid-Winter". ./'Er zyn zelfs enkele plaatsen in onze oostelijke provinciën, waar men Kerstmis nog steeds ,*midwinter" noemt. In de provincie Limburg zet men in sommige streken in den Kerstnacht nog het veevoeder buiten. Ook plaatst men wel een tak van een vruchtboom in water, wat een overvloedig fruit- jaar zou kunnen bevorderen. In en kele boerenhoeven plaatst men in het vertrek een eigenaardig bolgewas, de zoogenaamde Roos van Jericho. Men zit dan te wachten, tot, de roos' zijn vertakkingen verspreidt en zingt onderwijl Kerstliederen. sommige plaatsen in Overysel beweert men, dat in den Kerstnacht de vlierboom uitbot, omdat het Kruis hout op Golgotha van vlierhout was gemaakt. Langzamerhand verdwijnen vete gebruiken en het geloof erin vermin dert. Het kerstblok is ook nog een her innering aan den ouden tijd; het wordt in sommige streken ook wel de „Kerststobtje" genaamd. Het grootste blok hout of „stobbe" welke men vindt, wordt op Kerstavond op den vuurhaard geworpen. Aan de over blijvende deelen en de asch schrijft men onheilwerende of vruchtbaar- heidwekkende krachten toe. Meerma len wordt nog de asch van het Kerst blok op den akker uitgestrooid, hier bij 'de verwachting opwekkende van een gezegenden oogst. In een artikel in het Algem. Land bouwblad vinden we nog melding ge maakt van een eigenaardig gebruik der jeugd te Borger in Drente. Heel vroeg in den Kerstmorgen loopen kleine jongens rond, ieder voorzien van een bosje hooi. Al zin gende trekken ze van de eene naar de andere boerderij, het eerst naar de „deel", waar de koeien staan, om deze dieren te „steffenen". Het versje dat ze hierbij zingen luidt als volgt: Hum koe, hum, s Sint Steffen is gekomen Hard geloopen; duur verkoopen Honderd gulden veur dieë koe, En een dikke stoetbrug toe. In een andere streek van Drente wordt er nog bijgevoegd: „Met dikke boter, die mag ik, en die mag elk, Dan gef(geeft) de koe ook boter en melk." Onder het zingen van het lied legt de jongen dan wat hooi voor elke koe. Vervolgens gaat de knaap naar de keuken van de boerderij'en zegt tegen den boer: „Ik heb jde (je) koenen „steft", daarop hij door de boerin gul wordt onthaald. Q Ook\van de/zootfMuimde „Kerst- koekemseiT41iet „Kwpltbrood" vinden we in genoemd blap eigenaardige bij zonderheden opgeteekend. Overal in ons land worden^iet de wintersctfe feestdagen de zoo bekende Kerstbroden, Kerstkransen,*ook wel Kerstmitken, Kerststoeten of Kerst timpen gelïeejen, gegeten. Een eigénaarthg gebruik, hiermee verband houdende, dat in 1842 ©af geschaft, is het volgende: Op Kerstdag werd na de Vespers door den koster der R. K. Kerk ,y r i Bram van Booven (Jotan Kaart) en een van de lieve meisjes uit „Malle Gevallen". Geleen (Limburg) uit den kerktoren aan de jeugd het Kerstbroodje toe geworpen. Dit brood had de koster gedurende zes weken gehad, om het hard te laten worden. Om dit Kerst brood te bemachtigen werd soms wel eens gevochten. De overwinnaar, die in het bezit van het brood was geko men, werd uitgeroepen tot „broodjes koning". De koster mocht tot loon voor zyn moeite aan elk huis der pa rochie een brood ophalen. In verschillendev plaatsen in Fries land, aldus de schrijver, was 't vroe ger gewoonte, dat op den avond vóór Kerstmis den verloting van Kerst- brooden werd gehouden. Vrijwel het geheele dorp nam er aan deel. Ieder waagde een kansje op de fijne krente- brooden, waarvan de hoofdprijs een lengte had van bijna onderhalve me ter; een geweldig gebak dus. Een groot feest was het dan, wanneer den volgenden morgen de reusachtige prijzen by de gelukkige winnaars werden thuis bezorgd. Dat er bij de bezorging nog een flinke fooi aanzat, laat zich denken! De oude „Kerstkoek" werd over het algemeen voor een halve eeuw terug nog gekend en speciaal inAmster dam. 't Was een koek, die soms drie voet (ongeveer een meter) lang en anderhalve voet breed was, plat en met een hoogen rafnd; het bovenvlak was met witte suiker bedekt en van binnen zat de koek vol pruimen, ro zijnen, sucade enz. Andere lekkere koeken in de provincie Noord-Holland werden „deuvekaters" genoemd. DE ZORG VOOR GELAAT. Wie last heeft van een dubbele kin, kan daarvan best verlost worden. Als de kin niet te sterk uitkomt, verdient het aanbeveling vaak het hoofd om hoog te heffen en niet omlaag te brengen. Daar door ontstaat juist de plooi in het overtollige vleezige ge deelte. Als de kin sterk ontwikkeld is, is [ét geraden ze vaak te masseeren en iet verwarmd boorwlter te was- ichen. Als men voo&jpen nacht een kin- verband aandoet van elastiek, rubier of crêpe en dat zoo strak aantrekt als men het maar verdragen £an, zal, wanneer men er des daags maar voor zorgt dat de door de behandeling des nachts verslapte spieren zich weer niet herstellen, door telkens het over tollig gedeelte weg te strijken, de dubbele kin stellig verdwijnen. jscl „MALLE GEVALLEN". naar het bekende boek van Hans Martin in de Schouwburg-Bioscoop. In de Schouwburg-Bioscoop draait vanaf heden tot en met Woensdagavond de Hol- landsche film „Malle Gevallen", naar het bekende boek van Hans Martin. Zooals men weet is het boek „Malle Gevallen" van Hans Martin nooit met eenige pretentie aan het «publiek ge presenteerd. Het wilde alleen maar een gezellig en onderhoudend amuse ment fcyn, een Vlot en vroolyk verhaal, zon der hoog-artistieke literaire aspiraties ge schreven. Van de film kan men hetzelfde zeggen: zy wordt niet aangediend als een kunstwerk, doch als een luchtige en kluch tige rolprent, met enthousiasme gespeeld door een reeks" van bekende Nederlandsche artisten en uitsluitend bedoeld als beschaafd amusement. Een amusement overigens voor jong en oud en voor iedereen, die er prys op stelt om de dagelyksche zorgen eens volkomen te vergeten. Want „Malle Gevallen" is een aaneenschakeling van dwaze gebeurtenissen, vaak uiterst kluch tig, vaak geestig en vol humor en in ieder geval zonder ook maar één tragisch conflict. Hollandsche artisten spelen deze Holland- flêhe geschiedenis in een Hollandsch milieu. Het zyn Johan Kaart Jr., Roland Varno en Louis Borel als de drie studenten, Emmy Meunier, Anny van Duyn en Jopie Koop man als de drie meisjes, verder Fie Carel- sen, Loqis Gimberg, Louis de Bree, Adriaan van Hees, Mevr. Chrispyn-Mulder, Peronne Hosang en anderen. Johan Kaart, de bekende acteur, die zoo veel successen beleefde als de schele in „De Jantjes", is in „Malle Gevallen" Bram van Booven, de student die elf jaar achtereen colleges heeft geloopen in Leiden, in de medicijnen studeerde zonder tot uiteindelijk resultaat te zyn gekomen. Op een mooien lentemorgen ontwaakt deze student, die 'blijkbaar meer tyd voor andere dingeïi over heeft dan voor zyn studie, aan den voet van het Boerhave-monument, maar het is alsof hij nog dfoomde, want door zyn traag iraJfdl l? IUasl tj. i: werkt Je si t hy plotseling eca heel gezelschap Loka meiskes, die onder leiding van een streng, 1" rarea per auto bus naar de sleutelstad geinen zijn, om er de historische rijkdommen vc ^ansch-Hl- wen. Bram zou Bram niet zyn, als hy uts9 autobus zonder meer liet vertrekken en ijling stapt hy op zyn stalen ros om de' vluchtige, matineuze ontmoeting ietwat te verlengen. Hy vindt snel gezelschap, want Boy de Wit, student in de recflten en Hans Ritman, die letteren studeert, sluiten zich vanzelfsprekend by hem aan. In Den Haag aangekomen, wacht het drietal by den uitgang van het school gebouw, waar de meisjes zyn uitgestapt. Zij" hebben bereids een selectie gemaakt en zyn tot de conclusie gekomen, dat twee der jeugdige schoonen hun nadere aandacht dub ben en dwars waard zijn. Dit zyn Kitty van De vrooljjke studenten maken een tocht op de Kagerplassen. Fazant bakken. Een fazant moet zes k zeven dagen vóór het gebruik geslacht zyn. Een faiMht-hen heeft minder tyd noodig om gaar te|worden, omdat haar vleesch veel zachter is. Men zout het dier in en legt spek- aghyven er om heen. Men doet flink Wt boter in de pan, legt de fazant erin en bakt haar, onder voortdurend begieten, goed zacht en lichtbruin. De baktijd|>edraagt e.g. IVi trar. De saup kan men met zoete room of met i Jepel bloem afinaken. Reerug. Marineer den reeryg in een marinade yan 1 deel rooden wyn op 1 deel water met azyn, gesneden ui, wortel, peterselie, laurierblad, kokskruiden, thym, spaansche peper, sel derij en peperkorrèls gedurende 24 uur. Droog het vleesch af en braad het in boter mooi bruin, voeg de marinade by de jus< en bedruip hiermee voortdurend het vleesch. Nïind de gezeefde jus met aangemengde &*go en maak ze af met roode^^yn en dwgewenscht nog wat peper. Men kan het reevleesch ook lardeeren, inwrjjven met peper en zout. Braad vleesch in Boter bruin en gaar, onder wBr wyls bedruipen en maak de jus at met roo den wyn. Gevulde duif. Maak van de duif hét borstvel los, zoodat men gemakkelijk binnen in kan komep. Vul de holte op met getruffeerd gehakt en naai de opening weer dicht. Wryf de duif in met peper en zout en braad ze op de gewone wijze gaar en bruin. Gebraden kalkoen. De kalkoen goed wasBohen van binnen en van buiten, het vleesch aan alle kanten met zout inwrijven. Braadt henf in een groote pan of braadslee bruin ejn gaar, c.a. 1% uur. Voeg water by de jus als .deze te bruin wordt, afmaken met room. Men kan de kalkoen vullen met geschilde ^kastanjes, uitgeboorde zure appels of as- perges. Rum-bavaroise. Klop 4 eieren met 15 lepels suiker schui- mig, voeg dan de geraspte schil van eeiv citroen toe en laat dit au bain Marie, onder flink roeren, birnjgn. Los 10 geweekte blaadr jes gelatine op, laat dit afkoelen, daarna 1% kopje rum er door roeren. Klop liter room stijf met een eiwit, klop de vla vluchtig erdoor en laat dit gezamenlijk afkoelen. Zweedsche caramelpudding. Brand 15 lepels suiker tot caramel en giet hierbij L. warme maik. Klop 7 eièren met 12 lepels suiker schuimig, voeg dan wat geraspte citroen en flink roerende het sap van 2 citroenen, 2 d.L. rum en dfe caramel- melk toe, daarby Vt pond oudbakken brood kruim, 1% ons of 8 lepels gewasschen en van steeltjes ontdane rozijnen en ons fijn gesneden sucade. Het geheel flink door elkaar roeren, den beboterden, gepaneerden warmpuddingvorm ermee vullen en pl.m. 1% uur au bain Marie laten koken. Geef er vanille^,' rum- of Rynwijnsaus bij. 1 KerstpiÊding, .Meng 1% ons oud brood zonder korst met 15 lepels tarwebloem, 1 pond gewas- spïen rozyr Her, 6 lepe ^gesnipperde ZATERDAG: Zuurkool niet rookworst, flensjes ipet gember. ZONDAG: Kalfssoep, kalfsoesters, doperw tjes, geb. aardappelen, chocoledegebak met slagroom. MAANDAG: Tomatensoep, andijvie, blinde vinken, aardappelen, fruit. DINSDAG (le Kerstdag): Sellerysoep, kalfszwezerik, Brusselsch lof, aardappel- croquetjès, gebrlden reerug, preiselbee- ren, Kerstpuddirife. WOENSDAG (2e Kerstdag): Horsdoeuvre, Koninginnesoep, ^gebraden fazant, 'com- póte, rumbavaroise. 4Db DONDERDAG: Groentesoep, bldHSkool; biefstuk, aardappelen, Zweedsche cara- melpudding. VRIJl^G: Gekookte tarbot, aardapï>el- purée, worteltjes, zoete macaroni. rozijnen, 20 lepels donkerbruine sui- 6 lepels ,gewasschen krenten, ons e, de geraspte schil van 1 citroen, 2» theelepels van een mengsel ka neel, k|iiidnagelgruis en nootmuscaat, en 1% ons kalfsniervet van velletjes ontdaan en fijngehakt, goed dooreen. Vervolgens 8 eieren flink kloppen en Vz kopje cognac oi 'brandewijn ónder flink roeren langzaam hierby voegeh. Meng nu alles zéér zorgvul dig en zéér lang dooreen, want hiervan hangt het al of niet gelukken van den pud ding af. Vul den flink beboterden, gepaneer den warmpuddiygvorm ermee en liwt heip 8 uur zachtjes au bain Marie koken. Laat den pudding voor de open ovendeur even opdrogen. Vul de holte in het midden met wat geconfyte vruchtjes. Overgiet den on> gestulpteit pudding iftet rum en breng hem brandende binnen of garneer hem mest tak jes hulst. Kerstkransjes. Hoewel men gemakkelijk kerstkransjes in de winkels ]|an kooperyiff het toch wèl zoo aardig, wanneer men {e zelf maakt volgens Hit eenvoudig reijppt. Men heeft er vopr noodig: 2% pond meel, 1% pond boter, ruim i pond suiker (bas terd), melk. Dp kransjes worden met grove suiker of gesnipperde amandelen of^ beide bestrpoid. DE FILM „DOOD WATER". Deze prachtige schepping van Gerard Rutten wordt vanaf Vrijdag in het Thalia-Theater vertoond. J-.Liegr-.-es: .1 'i'oos Heldring, die door Kitty's moeder wordeu afgedaald om op visite te gaan by een zekeren heer Smalle- broek, een kennis vrn den heer van Bode- graven. Onze drie J-genten zyn heimelijk gevolgd en doou hart •tek' ige pogingen om r -t -"e a ursa»' Ze komen, waar bij u - -fa- b„stelde Smallebroek heel wat krygt. De jongeBs zyn zoo verrukt van .tty en Toos, dat zy zon der aarzelen de leegstaande kamers boven Smallebroek betrekken. Des te grooter 'is dan de teleurstelling als blijkt, dat de meis jes niet zooals zy dachten beneden hen wonen, doch daar slechts een visite heb ben gemaakt. Spoedig hooren zy van Gos sie, Smallebroek's dienstmeisje, hoe de vork in den steel zit. Het leven is niet gemakkelijk. Dat onder vindt ook de, arme „benedenbuurman" Smal lebroek, die op tallooze manieren door het plagende vernuft van Bram en Boy gekweld wordt en die pay een beetje rust krygt, als de liefde de drie jongelieden, in haar netten verstrikt. Allerlei leuke uitstapjes maakt de jeugd, een tocht op de Kagerplassen, echte „knal fuiven", vechtpartijen en zelfs een duel op het Wassenaarsche strand. De regisseur Jaap Speyer verzorgde de regie, de productieleiding is van Leo Meijer, de fotografie van Akos Farkas, allen be kend geworden in Nederland door hun werk in „De Jantjes", de muzikale leiding is van Max Tak, Martin van de Helst zorgde voor leuke liedjes. Het lijflied van de studenten belooft een .Schlager te worden. Mèi heefit het reeds herhaaldelijk in de ^Schouwburg-Bioscoop kunnen hooren, en het refrein! Geen geld en toch geen zorgéft, Want wat komt het er op aan. Vandaag is nog geen morgen, Morgen zal het ook wel gaant* is al vaak dapper'meegezongen. Het Thalia-Theater 'te dezer stede zal vahaf heden tot en met Woensdag het be langrijke product van de Nederlandsche Filmgemeenschap, de film „Dood Water", welke uitgebracht wordt door de N.V. Metro Goldwyn Mayer Filmmaatschappij, ver- toonen. De film vangt aan met een proloog, die met oen epiloog tot het best geslaag de deel van het product behoort. Wat daar in .gepresteerd is verdient den naam film- kun s t ten volle. Men hoort en ziet hoe er gewerkt wordt aan de drooglegging van de Zuiderzee, hoe de arbeid vordert en hoe ten slotte de afsluiting een feit wordt. De bewoners van de dorpen aan de Zui derzeekusten, die reeds gedurende vele ge neratie# in hun levensonderhoud voorzien hebben met de visschery, zyn door het bou wen van den dyk broodeloos geworden. In de haven van Volen^am liggen de schepen, strak en stil in hun bonkig-zwarte schoon heid, slechts de wimpel leeft. Op den wal hangen de vissfchers en staren uit naar de verte van de zee, die geen zee meer is. Volendam treurt, de zee is een meer ge worden, niet zout, niet zoet, doch dood water. Over dit verloren Volendam schrijft Si mon Koster, de schryver van het scenario van de film, ons het volgende: Volendam Die ^aam heeft een rare klank voor-Hol landse oren. „O ja, dat dorp^met die witte mutsen en die pofbroeken, waar de Amerikanen zo dol op zyn!" ,-jw 1 Kermis in Volendam: Menig Hollander, die in 't buitenland ver toeft en met wien een buitenlander over Volendam begint te praten, geeft min of meer gegeneerd toe, dat er in Holland inderdaad nojj^, zoiets als Volendan^is ge weest. Hoeveel Nederlanders kennen Volendam wèl? Hoe velen trekken er' niet hun neus op voor die „onechte vertolking terwille van 'buitenlandse towisteh", zonder ooit"iets van Volendam te hebben gezien? Het zyn er helaas maar al te veel. De meeste Nederlanders kennen Volen dam niet, kennen een der mooiste plekjes van hun land niet; en weigeren soms zelfs beslist, te geloven dat vele liedjeszangers, muzikanten en' uitvoerders-van-boerendans; jes, die aich met veelal slecht-nagemaakte Vdlendamse kostuums toetakelen, er veel toe hebben bygedrageft, dat de Hollander, die gewoonlyk gruwelyk het land- heeft aan al wat imitatie is, een hekel aan het begrip ,)vdlendam" heeft gekregen. En nu dat gene, wat èchVfs,*óók voor namaak gaat houden! die Volendam wel eens goe^iTvan dichtby heef-t bekeken* weet da,t er in het "leven van dat dorp geen grein imitatie, geè^ grein onechtheid is, en dat niets minder waar is dan het lasterpraatje, aat Volendam eey permanente kermisvertonmg voor tou- risten zou zyn. Nog ^terker: er zyn mis schien weinig plaatóen in ons layd, waar de haat tegen alle onechtheid zo'hevig "is als juist Ih Volendam'. Het mag zelfs waarschijnlyk aali die haat gtffclen toegeschreven, dat Volendam, tot de jpidige dag z( ongerept is gebleven. Wan* onecht i3 en was voo^ Volendam altijd: dat rwat niet zuiver Volendams was, in kleding, id gewoonte, innerlyk en uiterlyk. Onecht Volendammer^ als hy zyr> traditio- kledjj wttrekt en een confectie-col- bertje aantrela; maar niet omgekeerd. Vele, Volendammers zouden het zelfs als een stadskjerey aan te lams^ dienstmeisjes, betrekking stads- kleren dragen, beginnen met hun Volen- damse kleding aan te trekken, als ie op hun gyrye avond thuiskomen. Zonder dat voelen ze zich... onecht! De Volendammers zyn een by zonder soort Hollanders. Door hun eeuwenoude haat tegen het overnemen van al wat on- Volendams was, hebben ze hun speciale aard, die de aard van heb oude, middel ontbering beschouwen, sta trek#n. En de Wlaidam; die in Amsterdam inTiÏÏh t 'UiLPiï eeuwse Holland is, gemengd met een paar druppels Spaans bloed, niet alleen zuiver weten te houden, maar zelfs hoe langer hoe sterker laten worden. Wie de andere vissersdorpen rondom de Zuiderzee heeft geziefi, en dan naar Volendam komt, voelt onmiddellyk: dat het hier anders is, dat hier een ander slag mensen woont. Ook de reli gie speelt daarby natuurlijk een grote rol: Volendam is een "katholieke exclave temid den van protestants gebied. Dat heeft de afgeslotenheid, die tooh al in het karakter van den Noordhollandsen visser en dus ook in dat van den Volendammer ligt, vanzelf nog versterkt. Iets van de Spaanse danslust, van de Spaanse uitbundigheid, stellig nog overge bleven uit de tyd, toen de Spahnse soldaten met de knappe Volendamse meisjes moeten hebben gedanst, schuilt er nog heden ten dage in de Volendammers,Vmaar er moet héél wat gebéuren, eer die vonken van zui delijke doelheid en uitgelatenheid door hun strakke kalmte hééndringen, als vlammen uitslaan en een heel dorp midden ih het zo rustige evenwichtige Noord-Holland in lichtelaaie zetten. Bijvoorbeeld als de Her- misjool, waarvan de traditie zo oud is als het dorp zelf, over Volendam losbreekt, dan wordt men het plotseling gewaar, wat er orfder de uiterlyke stugheid, langzaamheid en onverstoorbaarheid van deze Oud-Hol landse mensen nog aan zuidelijk vuur en hevig temperament leeft. Maar de andere éénenvijftig weken van het jaar behoudt de Volendammer (met uitzondering van een paar opdringerige bedelaars, die misschien het misverstand hebben doen ontstaan) zyn ernst, zijn patriarchale drie karaktereigenschappen waardigheid en zyn trots, die hem nooit zouden ve» oorloven, zich te vertagmi 1 tot een bezienswaardigheid voor de touristen. Zo is de Volendammer: uiterlyk kalm en zelfs traag in zyn praten, in zijn be wegingen, in zyn overwe- gingen, maar met een fh- nerlyk vuur, dat byna altyd in verborgene smeult; wantrouwig tegenover iedere vreemdeling, maar hartelijk en gastvrij, .'als deling een vriend blijkt te zyn, die Volendam en dfe Volendamse bizondere aard respecteert; geóecht aart zyn beroep, waarop hy trots, is, zoals hy trots is* op alles, wat door de overlevering der gene raties voor hem bebaard is gebleveh; maar 1 innerlijk verscheurd door de wetenschap, dat de droRglegging op den duur een eind zal maken aan dat beroep... en niet aan dat ieroep alleen! Er zyn er ook in Volendam, die de'af sluiting en drooglegging van *le Zuiderzee niet van het bittere standpunt van dp zelf/ getroffene, maar in het wijdere kader va/ de grote toekomstige ontwikkelingsmogeV j? lykheden zien, en die begrijpen, dat het de historische plicht van Nederland was, zijn grondgebied in de richting van dte Zuider- aee uft te breiden, of liever, te; heroveren. Maar zelfs z y zien niettemin meelede ogen, dat die ontwikkeling zich nu Begint te vol trekken. Omdut de drooglegging nog méér dan alleen een economische ramp voor Vo lendam betekent. i - Natuurlijk, de Volendhmmer spréékt over de aanftnding en vernietiging van zyn be staansmogelijkheden, die voor hep het ge volg zyn van de afsluiting Van heb ontzag- lyk viswater, hy klaagt over d^ slechte, vangstey, waarvan bijnjfl iedere volgende weer slechter ie dan de vorige, hy tobt o*er fle toekomst, die hem Ótodanks mogelijke heden van Noordzeevisaery, ondanks zwak ke pogingen tot industrialisatie van het dorp, ondanks ^prkverschaffing op dé hieuw-verkregen gronden, zwart en drei gend *obrkomt. Maar tegêlyk is het zijn gevoel, dat zich tégen-het grootse re- getfngspl&n verzet, omdat zyn gevoel hem zegt, dat het straks, als Volendam niet meer aan Zqiderzee of IJselmeer, maar aan oen boezen), van „de 1 zuidwestelijke polde* zal liggen, jolt zal ^|n met h$t exclusieve ka rakter Vljiïlv het dorp, uit met die in-ziebzelf- afgesloten Gemeenschap, die zich tot dusver met zovéél \ueces schrap h«eft gezet tegen .e^ce Vreemde invloed, die de homogéne on (bizomJel"e aard van de bevolking had kun nen doen verwateren. .Over economische rampen komt de menschheid en een enkel 'dorp dus zeer jfèker heen; maar dat, wat erfntpssen aan eigens en eigenaarpfgs ver-1 loren zal zyn gegaanl fs vooraoed^ ver loren. Maartje Brak, het nichtje van WiMem de Geus, in haar huiskamer in Volepdam. i

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1934 | | pagina 4