V
2
i
Jaargetijde en lichaamsverzorging.
1
Oude Kerstgebruiken.
FILMNIEUWS.
Verschillende
Recepten.
Menu's van den dag.
ém
V'J B
l
Een actueel medisch praatje.
Goede voeding is de beste b eschutting tegen de koude.
De winter nadert met sneltrein
vaart... het culminatiepunt vai) het
jaar eveneens... Weldra zyn we uit de
drukte, w orden we weer rustiger, be-
schouwender, afwachtender, een nieu
we levensperiode begint dan... Iedere
maand heeft zijn eigen stempel, die
vooral uitdrukking vindt in het weer
in die maanden. Weliswaar ver
schillen deze Jn de Noordelijke of^de
aequatoriale landen weinig van el
kaar, daar de overgang der jaarge
tijden daar haast niet te bespeuren
is, maar verschil blijft ar!
Het geheele welzjjn van ons lichaam
hangt af van de verdeeling der Warm
te. Wy nemen de voedingsstoffen in
ons op, gedeeltelijk ter opbouw van
ons lichaam, gedeeltelijk echter ook
om de bewegingsenergieën te produ-
ceeren, die hun oorsprong vinden in
de overtollige warmte. Niet overal in
het dierenrijk zijn de verhoudingen in
dit opzicht hetzelfde, Ër zijn koud-
bloedigen, d.w.z. schepselen, wier
aan hun omgeving. Hun lichaamstem
peratuur wisselt dus-steeds! En dan
zijn er de anderen waartoe ook de
vogels behooren, alle zoogdieren en
daaronder natuurlijk de mensch, die
warmbloedigen zijn, d. w. z. wezens,
wier bloed Steeds dezelfde warmte
graad bezit. De levensvoorwaarden
voor beide groepen zijn zeer verschil
lend en de gedachte, dat een kikvorsch
verkoeling zou zoeken, is niet alleen
absurd, maar physiologisch ook een
utopie.
De mensch heeft het niet zoo ge
makkelijk; hij is een eigenwijs indi
vidu en zijn lichaam heeft gewoon
ten, die steeds de grootste voorzich
tigheid vereischen!
Hy is blootgesteld aan stemmingen
en luimen,/die weer afhangen van het
weer; bij het begin van het voorjaar
kan hij juichen en even daarna doo-
delijk bedroefd zijn; de maand Mei
is niet alleen de maand van de liefde,
maar ook van de meeste zelfmoorden.
Maart is de critieke maand voor oude
re menschen, want deze heeft de
grootste sterftecijfers!1
Midden in den strengen winter is
onze lichaamstemperatuur gemiddeld
0.3 graden lager dan in den warmen
zomer, onze ademhaling is dientertv
gevolge oppervlakkiger, de hartslag
en onze pols langzamer,- onze stem
ming rustiger! Zooals men ziet, pro
duceert ons lichaam minder efiergie
en moet het in dien tyd van buiten af
gesteund worden. Het bekendste en
banaalste middel' is warme kleeding,
zooals iedereen uit eigen ervaring
weet. Zelfs by een normale kamer
temperatuur bespaart deze het
lichaam 20 aan warmte, ofr met
andere woorden, 20 van zyn ener
gie. Zitten wy in de warmte, dan
kunnen we vlot werken, maar in de
koude is dat welhaast onmogelijk'/
Een ongekleed mensch van 82 Kilo
gewicht geeft in 24 uur door warmte
straling en -leiding 1729 calorieën af,
een gekleede slechts 1181 groote calo
rieën. Koude afwasschingen en baden
prikkelen re'lectorisch de warmtevor
ming in het lichaam. Zoo' vormen zy
in overgangstijden een zeer goed mid
del om verkoelingen te voorkomen. De
zekqrste regulator voor onze warmte
productie is echter de voeding. Deze
kan ons" geheel onafhankelijk maken
van de kleeding en van de weersge
steldheid, als zy in voldoende niate
opgenomen wordt. Men kan zyn
lichaam erop trainen naakt aan
sneeuw- en yssport te doen of een bad
te nemen! Of wy goed eten, of dat
wy hongerlijden, het energieverbruik
is in den beginne hetzelfde, alleen
wordt in het laatste geval de energie
uit de eigen voorraadskamer ge
bruikt. Dit feit uit zich onmiddellijk
in een daling van de lichaamstempe
ratuur. Terwyl zy in koude winter
en warme- zomerdagen, zooals reeds
gezegd, slechts hoogstens 0.3 graden
op en neer gaat, valt zy op één en
kelen hongerdag van gemiddeld 37.17
graden op 36.60 graden. Wy kunnen
daaruit concludeeren, dat een rijke
lijke, uitgebreide voeding gedurende
den winter-overgang de, beste be
schutting is en ons te groote angst
valligheid by het kleeden bespaart!
Door veel beweging geven wy veel
warmte af en scheppen daardoor in
het koude weer een zeker evenwicht
met de omgeving. Nu moet men niet
meenen, dat men in den winter door
sterke beweging warmte vormt! De
warmteverwekking wordt er wel door
bevorderd, maar het warmtegevoel
ontstaat door de afgifte daarvan en
de daarmede verbonden gelijkmatiger
x verdeel ing. Als de huid zelf houder
wordt, voelt de buitentemperatuur
natuurlijk warmer aan.
Zittend stellen wij natuurlijk een
geringeYevJichaamsoppervlakte aan
de lucht geven we minder
warmte af. Vandaar de bekende, ty
pische reflexbewegingen bij menschen
die het koud hebbenA
schenk. Hiér is de kruiwagen, die jij
voor Tom gemaakt hebt; Ana een
prentenboek en een zakje lekkers, en
voor Baby heb ik een heerlijk wollen
jakje gebreid...
Zij sprqjt niet over de vele uren,
die zij 's avonds laat had moeten wer
ken; over df rugpijn en brandende
oogen en het verlangen naar een rus
tiger tyd, maar de Kerstman voelde
dit alles en begreep de zorgen, die
hier waren.
Wij zullen dit jaar geen Kerst
maal hebben en ons niet de kleinste
extra uitgave kunnen getroosten, zei
de man moedeloos.
De vrouw„4ceek hem vol liefde aan
en zeide op de bedjes wijzende:
Denk een3 aan de menschen^die deze
schatten niet bezitten. Denk eens aan
allen, die Kerstdiners kunnen geven,
kostbare geschenken ontvangen en
geen kinderen hebben.
Samen verlieten man en vrouw de
kinderkamers en de Kerstman nader
de nogmaals de kinderbedjes, en be
keek de kleine geschenken en dacht,
dat zij meer waarde hadden dan de
kostbaarste schutten.
In het vierde en laatste huis was
V geen Kerststemming, geen hulst nog
dennengroen.'Met was een heel groot
huis met veel (luxe en comfort.
Er woonden twee menschen in,
een man en een vrouw, die lang
leden veel van elkander hadden ge
houden en meenden niet buiten elkan
der te kunnen leven.
Het leven had hen uiteen gedreven,
doordat in beiden een rusteloos n?
jagen naar genot was ontstaan, waar-
dooLzy zich ongelukkig en onvoldaan
gev^den.
De Kerstman leidde beide men
schen naar buiten en deed hen een
blik slaan in het kleine huis, waar
vele kinderbedjes stonden, en... geen
geld was.
Gy zoudt voor deze menschen
zoo hetïl veel kunnen doen, fluisterde
de wyze man. Hen gelukkig maken
zal U een levensdoel geven. Gij hebj;
Zooveel dat zij niet hebben, maar zij
hebben U iets te geven, wat met geen
goud te betalen is.
Zij hebben liefde, hetgeen voor U
beiden meer beteekent dan Uw aard-
sche schatten.
Ga naar hen toe en tracht van hen
te leeren, hoe men op eenvoudige
wy'ze gelukkig kan zijn.
Beide menschen keken elkander aan
en namen zich voor datgene trachten
wéér te vinden, wat zy onnoodig ver
loren had'den, door hun jacht naar
geluk.
Begin December, omstreeks het te
genwoordige Sinterklaasfeest, begon
bij onze Germaansche voorouders het
nieuwe jaar. Bij die gelegenheid wer
den zeer vermoedelijk de jonge zonen
en dochteren, welke een bepaalden
leeftyd hadden bereikt, tot leden van
den stam aangenomen, waarbij fees
telijkheden plaats hadden en geschen
ken werden aangeboden. Bovendien
begon den 25en December bij de Ger
manen het zoogenaamde „Mid-win-
ter" of „Joelfeest", hetwelk later bij
de invoering van het Christendohi
plaats maakte voor Kerstmis, dat is i
„Christus-mis". Langzamerhand ver-
dwenen nu de meer heidensche ge-
bruiken en werden hienvoor Christe
lijke feesten in de plaats gesteld.
Toch kon men de oude gebruiken
en gewoonten, welke betrekking had
den op de feestelijke Decembermaand
met zijn Joelfeest niet geheel uit
roeien en tot op den huldigen dag
treft men, vooral in de oostelijke en
zuidelijke provinciën, nog verschillen
de gebruiken in de Kerstweek aan,
welke herinneringen opwekken aan
het vroegere feest van „Mid-Winter".
./'Er zyn zelfs enkele plaatsen in onze
oostelijke provinciën, waar men
Kerstmis nog steeds ,*midwinter"
noemt.
In de provincie Limburg zet men
in sommige streken in den Kerstnacht
nog het veevoeder buiten. Ook plaatst
men wel een tak van een vruchtboom
in water, wat een overvloedig fruit-
jaar zou kunnen bevorderen. In en
kele boerenhoeven plaatst men in het
vertrek een eigenaardig bolgewas, de
zoogenaamde Roos van Jericho.
Men zit dan te wachten, tot, de roos'
zijn vertakkingen verspreidt en zingt
onderwijl Kerstliederen.
sommige plaatsen in Overysel
beweert men, dat in den Kerstnacht
de vlierboom uitbot, omdat het Kruis
hout op Golgotha van vlierhout was
gemaakt.
Langzamerhand verdwijnen vete
gebruiken en het geloof erin vermin
dert.
Het kerstblok is ook nog een her
innering aan den ouden tijd; het
wordt in sommige streken ook wel de
„Kerststobtje" genaamd. Het grootste
blok hout of „stobbe" welke men
vindt, wordt op Kerstavond op den
vuurhaard geworpen. Aan de over
blijvende deelen en de asch schrijft
men onheilwerende of vruchtbaar-
heidwekkende krachten toe. Meerma
len wordt nog de asch van het Kerst
blok op den akker uitgestrooid, hier
bij 'de verwachting opwekkende van
een gezegenden oogst.
In een artikel in het Algem. Land
bouwblad vinden we nog melding ge
maakt van een eigenaardig gebruik
der jeugd te Borger in Drente.
Heel vroeg in den Kerstmorgen
loopen kleine jongens rond, ieder
voorzien van een bosje hooi. Al zin
gende trekken ze van de eene naar de
andere boerderij, het eerst naar de
„deel", waar de koeien staan, om deze
dieren te „steffenen". Het versje dat
ze hierbij zingen luidt als volgt:
Hum koe, hum, s
Sint Steffen is gekomen
Hard geloopen; duur verkoopen
Honderd gulden veur dieë koe,
En een dikke stoetbrug toe.
In een andere streek van Drente
wordt er nog bijgevoegd:
„Met dikke boter, die mag ik, en die
mag elk,
Dan gef(geeft) de koe ook boter en
melk."
Onder het zingen van het lied legt
de jongen dan wat hooi voor elke koe.
Vervolgens gaat de knaap naar de
keuken van de boerderij'en zegt tegen
den boer:
„Ik heb jde (je) koenen „steft",
daarop hij door de boerin gul wordt
onthaald. Q
Ook\van de/zootfMuimde „Kerst-
koekemseiT41iet „Kwpltbrood" vinden
we in genoemd blap eigenaardige bij
zonderheden opgeteekend.
Overal in ons land worden^iet de
wintersctfe feestdagen de zoo bekende
Kerstbroden, Kerstkransen,*ook wel
Kerstmitken, Kerststoeten of Kerst
timpen gelïeejen, gegeten.
Een eigénaarthg gebruik, hiermee
verband houdende, dat in 1842 ©af
geschaft, is het volgende:
Op Kerstdag werd na de Vespers
door den koster der R. K. Kerk
,y r
i Bram van Booven (Jotan Kaart) en een van de lieve meisjes
uit „Malle Gevallen".
Geleen (Limburg) uit den kerktoren
aan de jeugd het Kerstbroodje toe
geworpen. Dit brood had de koster
gedurende zes weken gehad, om het
hard te laten worden. Om dit Kerst
brood te bemachtigen werd soms wel
eens gevochten. De overwinnaar, die
in het bezit van het brood was geko
men, werd uitgeroepen tot „broodjes
koning". De koster mocht tot loon
voor zyn moeite aan elk huis der pa
rochie een brood ophalen.
In verschillendev plaatsen in Fries
land, aldus de schrijver, was 't vroe
ger gewoonte, dat op den avond vóór
Kerstmis den verloting van Kerst-
brooden werd gehouden. Vrijwel het
geheele dorp nam er aan deel. Ieder
waagde een kansje op de fijne krente-
brooden, waarvan de hoofdprijs een
lengte had van bijna onderhalve me
ter; een geweldig gebak dus. Een
groot feest was het dan, wanneer den
volgenden morgen de reusachtige
prijzen by de gelukkige winnaars
werden thuis bezorgd. Dat er bij de
bezorging nog een flinke fooi aanzat,
laat zich denken!
De oude „Kerstkoek" werd over het
algemeen voor een halve eeuw terug
nog gekend en speciaal inAmster
dam. 't Was een koek, die soms drie
voet (ongeveer een meter) lang en
anderhalve voet breed was, plat en
met een hoogen rafnd; het bovenvlak
was met witte suiker bedekt en van
binnen zat de koek vol pruimen, ro
zijnen, sucade enz. Andere lekkere
koeken in de provincie Noord-Holland
werden „deuvekaters" genoemd.
DE ZORG VOOR GELAAT.
Wie last heeft van een dubbele kin,
kan daarvan best verlost worden. Als
de kin niet te sterk uitkomt, verdient
het aanbeveling vaak het hoofd om
hoog te heffen en niet omlaag te
brengen. Daar door ontstaat juist de
plooi in het overtollige vleezige ge
deelte.
Als de kin sterk ontwikkeld is, is
[ét geraden ze vaak te masseeren en
iet verwarmd boorwlter te was-
ichen.
Als men voo&jpen nacht een kin-
verband aandoet van elastiek, rubier
of crêpe en dat zoo strak aantrekt als
men het maar verdragen £an, zal,
wanneer men er des daags maar voor
zorgt dat de door de behandeling des
nachts verslapte spieren zich weer
niet herstellen, door telkens het over
tollig gedeelte weg te strijken, de
dubbele kin stellig verdwijnen.
jscl
„MALLE GEVALLEN".
naar het bekende boek van Hans Martin
in de Schouwburg-Bioscoop.
In de Schouwburg-Bioscoop draait vanaf
heden tot en met Woensdagavond de Hol-
landsche film „Malle Gevallen", naar het
bekende boek van Hans Martin.
Zooals men weet is het boek „Malle
Gevallen" van Hans Martin nooit met
eenige pretentie aan het «publiek ge
presenteerd. Het wilde alleen maar
een gezellig en onderhoudend amuse
ment fcyn, een Vlot en vroolyk verhaal, zon
der hoog-artistieke literaire aspiraties ge
schreven. Van de film kan men hetzelfde
zeggen: zy wordt niet aangediend als een
kunstwerk, doch als een luchtige en kluch
tige rolprent, met enthousiasme gespeeld
door een reeks" van bekende Nederlandsche
artisten en uitsluitend bedoeld als beschaafd
amusement. Een amusement overigens
voor jong en oud en voor iedereen, die er
prys op stelt om de dagelyksche zorgen
eens volkomen te vergeten. Want „Malle
Gevallen" is een aaneenschakeling van
dwaze gebeurtenissen, vaak uiterst kluch
tig, vaak geestig en vol humor en in ieder
geval zonder ook maar één tragisch conflict.
Hollandsche artisten spelen deze Holland-
flêhe geschiedenis in een Hollandsch milieu.
Het zyn Johan Kaart Jr., Roland Varno en
Louis Borel als de drie studenten, Emmy
Meunier, Anny van Duyn en Jopie Koop
man als de drie meisjes, verder Fie Carel-
sen, Loqis Gimberg, Louis de Bree, Adriaan
van Hees, Mevr. Chrispyn-Mulder, Peronne
Hosang en anderen.
Johan Kaart, de bekende acteur, die zoo
veel successen beleefde als de schele in „De
Jantjes", is in „Malle Gevallen" Bram van
Booven, de student die elf jaar achtereen
colleges heeft geloopen in Leiden, in de
medicijnen studeerde zonder tot uiteindelijk
resultaat te zyn gekomen. Op een mooien
lentemorgen ontwaakt deze student, die
'blijkbaar meer tyd voor andere dingeïi over
heeft dan voor zyn studie, aan den voet
van het Boerhave-monument, maar het is
alsof hij nog dfoomde, want door zyn traag
iraJfdl l? IUasl tj. i:
werkt Je si t hy plotseling eca
heel gezelschap Loka meiskes, die onder
leiding van een streng, 1" rarea per auto
bus naar de sleutelstad geinen zijn, om
er de historische rijkdommen vc ^ansch-Hl-
wen. Bram zou Bram niet zyn, als hy uts9
autobus zonder meer liet vertrekken en
ijling stapt hy op zyn stalen ros om de'
vluchtige, matineuze ontmoeting ietwat te
verlengen. Hy vindt snel gezelschap, want
Boy de Wit, student in de recflten en Hans
Ritman, die letteren studeert, sluiten zich
vanzelfsprekend by hem aan.
In Den Haag aangekomen, wacht het
drietal by den uitgang van het school
gebouw, waar de meisjes zyn uitgestapt. Zij"
hebben bereids een selectie gemaakt en zyn
tot de conclusie gekomen, dat twee der
jeugdige schoonen hun nadere aandacht dub
ben en dwars waard zijn. Dit zyn Kitty van
De vrooljjke studenten maken een tocht op de Kagerplassen.
Fazant bakken.
Een fazant moet zes k zeven dagen vóór
het gebruik geslacht zyn. Een faiMht-hen
heeft minder tyd noodig om gaar te|worden,
omdat haar vleesch veel zachter is.
Men zout het dier in en legt spek-
aghyven er om heen. Men doet flink
Wt boter in de pan, legt de fazant erin en
bakt haar, onder voortdurend begieten, goed
zacht en lichtbruin. De baktijd|>edraagt e.g.
IVi trar. De saup kan men met zoete room
of met i Jepel bloem afinaken.
Reerug.
Marineer den reeryg in een marinade yan
1 deel rooden wyn op 1 deel water met azyn,
gesneden ui, wortel, peterselie, laurierblad,
kokskruiden, thym, spaansche peper, sel
derij en peperkorrèls gedurende 24 uur.
Droog het vleesch af en braad het in boter
mooi bruin, voeg de marinade by de jus< en
bedruip hiermee voortdurend het vleesch.
Nïind de gezeefde jus met aangemengde
&*go en maak ze af met roode^^yn en
dwgewenscht nog wat peper.
Men kan het reevleesch ook lardeeren,
inwrjjven met peper en zout. Braad
vleesch in Boter bruin en gaar, onder wBr
wyls bedruipen en maak de jus at met roo
den wyn.
Gevulde duif.
Maak van de duif hét borstvel los, zoodat
men gemakkelijk binnen in kan komep. Vul
de holte op met getruffeerd gehakt en naai
de opening weer dicht. Wryf de duif in met
peper en zout en braad ze op de gewone
wijze gaar en bruin.
Gebraden kalkoen.
De kalkoen goed wasBohen van binnen en
van buiten, het vleesch aan alle kanten met
zout inwrijven. Braadt henf in een groote
pan of braadslee bruin ejn gaar, c.a. 1% uur.
Voeg water by de jus als .deze te bruin
wordt, afmaken met room.
Men kan de kalkoen vullen met geschilde
^kastanjes, uitgeboorde zure appels of as-
perges.
Rum-bavaroise.
Klop 4 eieren met 15 lepels suiker schui-
mig, voeg dan de geraspte schil van eeiv
citroen toe en laat dit au bain Marie, onder
flink roeren, birnjgn. Los 10 geweekte blaadr
jes gelatine op, laat dit afkoelen, daarna 1%
kopje rum er door roeren. Klop liter room
stijf met een eiwit, klop de vla vluchtig
erdoor en laat dit gezamenlijk afkoelen.
Zweedsche caramelpudding.
Brand 15 lepels suiker tot caramel en giet
hierbij L. warme maik. Klop 7 eièren met
12 lepels suiker schuimig, voeg dan wat
geraspte citroen en flink roerende het sap
van 2 citroenen, 2 d.L. rum en dfe caramel-
melk toe, daarby Vt pond oudbakken brood
kruim, 1% ons of 8 lepels gewasschen en
van steeltjes ontdane rozijnen en ons fijn
gesneden sucade. Het geheel flink door
elkaar roeren, den beboterden, gepaneerden
warmpuddingvorm ermee vullen en pl.m.
1% uur au bain Marie laten koken.
Geef er vanille^,' rum- of Rynwijnsaus bij.
1 KerstpiÊding,
.Meng 1% ons oud brood zonder korst
met 15 lepels tarwebloem, 1 pond gewas-
spïen rozyr
Her, 6 lepe
^gesnipperde
ZATERDAG: Zuurkool niet rookworst,
flensjes ipet gember.
ZONDAG: Kalfssoep, kalfsoesters, doperw
tjes, geb. aardappelen, chocoledegebak
met slagroom.
MAANDAG: Tomatensoep, andijvie, blinde
vinken, aardappelen, fruit.
DINSDAG (le Kerstdag): Sellerysoep,
kalfszwezerik, Brusselsch lof, aardappel-
croquetjès, gebrlden reerug, preiselbee-
ren, Kerstpuddirife.
WOENSDAG (2e Kerstdag): Horsdoeuvre,
Koninginnesoep, ^gebraden fazant, 'com-
póte, rumbavaroise. 4Db
DONDERDAG: Groentesoep, bldHSkool;
biefstuk, aardappelen, Zweedsche cara-
melpudding.
VRIJl^G: Gekookte tarbot, aardapï>el-
purée, worteltjes, zoete macaroni.
rozijnen, 20 lepels donkerbruine sui-
6 lepels ,gewasschen krenten, ons
e, de geraspte schil van
1 citroen, 2» theelepels van een mengsel ka
neel, k|iiidnagelgruis en nootmuscaat, en
1% ons kalfsniervet van velletjes ontdaan
en fijngehakt, goed dooreen. Vervolgens 8
eieren flink kloppen en Vz kopje cognac oi
'brandewijn ónder flink roeren langzaam
hierby voegeh. Meng nu alles zéér zorgvul
dig en zéér lang dooreen, want hiervan
hangt het al of niet gelukken van den pud
ding af. Vul den flink beboterden, gepaneer
den warmpuddiygvorm ermee en liwt heip
8 uur zachtjes au bain Marie koken. Laat
den pudding voor de open ovendeur even
opdrogen. Vul de holte in het midden met
wat geconfyte vruchtjes. Overgiet den on>
gestulpteit pudding iftet rum en breng hem
brandende binnen of garneer hem mest tak
jes hulst.
Kerstkransjes.
Hoewel men gemakkelijk kerstkransjes in
de winkels ]|an kooperyiff het toch wèl zoo
aardig, wanneer men {e zelf maakt volgens
Hit eenvoudig reijppt.
Men heeft er vopr noodig: 2% pond meel,
1% pond boter, ruim i pond suiker (bas
terd), melk.
Dp kransjes worden met grove suiker of
gesnipperde amandelen of^ beide bestrpoid.
DE FILM „DOOD WATER".
Deze prachtige schepping van Gerard
Rutten wordt vanaf Vrijdag in het
Thalia-Theater vertoond.
J-.Liegr-.-es: .1 'i'oos Heldring, die door
Kitty's moeder wordeu afgedaald om op
visite te gaan by een zekeren heer Smalle-
broek, een kennis vrn den heer van Bode-
graven. Onze drie J-genten zyn heimelijk
gevolgd en doou hart •tek' ige pogingen om
r -t -"e a ursa»' Ze komen, waar
bij u - -fa- b„stelde Smallebroek
heel wat krygt. De jongeBs zyn
zoo verrukt van .tty en Toos, dat zy zon
der aarzelen de leegstaande kamers boven
Smallebroek betrekken. Des te grooter 'is
dan de teleurstelling als blijkt, dat de meis
jes niet zooals zy dachten beneden
hen wonen, doch daar slechts een visite heb
ben gemaakt. Spoedig hooren zy van Gos
sie, Smallebroek's dienstmeisje, hoe de vork
in den steel zit.
Het leven is niet gemakkelijk. Dat onder
vindt ook de, arme „benedenbuurman" Smal
lebroek, die op tallooze manieren door het
plagende vernuft van Bram en Boy gekweld
wordt en die pay een beetje rust krygt, als
de liefde de drie jongelieden, in haar netten
verstrikt.
Allerlei leuke uitstapjes maakt de jeugd,
een tocht op de Kagerplassen, echte „knal
fuiven", vechtpartijen en zelfs een duel op
het Wassenaarsche strand.
De regisseur Jaap Speyer verzorgde de
regie, de productieleiding is van Leo Meijer,
de fotografie van Akos Farkas, allen be
kend geworden in Nederland door hun werk
in „De Jantjes", de muzikale leiding is van
Max Tak, Martin van de Helst zorgde voor
leuke liedjes.
Het lijflied van de studenten belooft een
.Schlager te worden. Mèi heefit het reeds
herhaaldelijk in de ^Schouwburg-Bioscoop
kunnen hooren, en het refrein!
Geen geld en toch geen zorgéft,
Want wat komt het er op aan.
Vandaag is nog geen morgen,
Morgen zal het ook wel gaant*
is al vaak dapper'meegezongen.
Het Thalia-Theater 'te dezer stede zal
vahaf heden tot en met Woensdag het be
langrijke product van de Nederlandsche
Filmgemeenschap, de film „Dood Water",
welke uitgebracht wordt door de N.V. Metro
Goldwyn Mayer Filmmaatschappij, ver-
toonen.
De film vangt aan met een proloog, die
met oen epiloog tot het best geslaag
de deel van het product behoort. Wat daar
in .gepresteerd is verdient den naam film-
kun s t ten volle. Men hoort en ziet hoe er
gewerkt wordt aan de drooglegging van de
Zuiderzee, hoe de arbeid vordert en hoe ten
slotte de afsluiting een feit wordt.
De bewoners van de dorpen aan de Zui
derzeekusten, die reeds gedurende vele ge
neratie# in hun levensonderhoud voorzien
hebben met de visschery, zyn door het bou
wen van den dyk broodeloos geworden. In
de haven van Volen^am liggen de schepen,
strak en stil in hun bonkig-zwarte schoon
heid, slechts de wimpel leeft. Op den wal
hangen de vissfchers en staren uit naar de
verte van de zee, die geen zee meer is.
Volendam treurt, de zee is een meer ge
worden, niet zout, niet zoet, doch dood
water.
Over dit verloren Volendam schrijft Si
mon Koster, de schryver van het scenario
van de film, ons het volgende:
Volendam
Die ^aam heeft een rare klank voor-Hol
landse oren.
„O ja, dat dorp^met die witte mutsen en
die pofbroeken, waar de Amerikanen zo dol
op zyn!"
,-jw
1
Kermis in Volendam:
Menig Hollander, die in 't buitenland ver
toeft en met wien een buitenlander over
Volendam begint te praten, geeft min of
meer gegeneerd toe, dat er in Holland
inderdaad nojj^, zoiets als Volendan^is ge
weest.
Hoeveel Nederlanders kennen Volendam
wèl? Hoe velen trekken er' niet hun neus
op voor die „onechte vertolking terwille van
'buitenlandse towisteh", zonder ooit"iets van
Volendam te hebben gezien? Het zyn er
helaas maar al te veel.
De meeste Nederlanders kennen Volen
dam niet, kennen een der mooiste plekjes
van hun land niet; en weigeren soms zelfs
beslist, te geloven dat vele liedjeszangers,
muzikanten en' uitvoerders-van-boerendans;
jes, die aich met veelal slecht-nagemaakte
Vdlendamse kostuums toetakelen, er veel
toe hebben bygedrageft, dat de Hollander,
die gewoonlyk gruwelyk het land- heeft aan
al wat imitatie is, een hekel aan het begrip
,)vdlendam" heeft gekregen. En nu dat
gene, wat èchVfs,*óók voor namaak gaat
houden!
die Volendam wel eens goe^iTvan
dichtby heef-t bekeken* weet da,t er in het
"leven van dat dorp geen grein imitatie, geè^
grein onechtheid is, en dat niets minder
waar is dan het lasterpraatje, aat Volendam
eey permanente kermisvertonmg voor tou-
risten zou zyn. Nog ^terker: er zyn mis
schien weinig plaatóen in ons layd, waar de
haat tegen alle onechtheid zo'hevig "is als
juist Ih Volendam'.
Het mag zelfs waarschijnlyk aali die haat
gtffclen toegeschreven, dat Volendam, tot de
jpidige dag z( ongerept is gebleven. Wan*
onecht i3 en was voo^ Volendam altijd: dat
rwat niet zuiver Volendams was, in kleding,
id gewoonte, innerlyk en uiterlyk. Onecht
Volendammer^ als hy zyr> traditio-
kledjj wttrekt en een confectie-col-
bertje aantrela; maar niet omgekeerd. Vele,
Volendammers zouden het zelfs als een
stadskjerey aan te
lams^ dienstmeisjes,
betrekking stads-
kleren dragen, beginnen met hun Volen-
damse kleding aan te trekken, als ie op
hun gyrye avond thuiskomen. Zonder dat
voelen ze zich... onecht!
De Volendammers zyn een by zonder
soort Hollanders. Door hun eeuwenoude
haat tegen het overnemen van al wat on-
Volendams was, hebben ze hun speciale
aard, die de aard van heb oude, middel
ontbering beschouwen, sta
trek#n. En de Wlaidam;
die in Amsterdam inTiÏÏh t
'UiLPiï
eeuwse Holland is, gemengd met een paar
druppels Spaans bloed, niet alleen zuiver
weten te houden, maar zelfs hoe langer
hoe sterker laten worden. Wie de andere
vissersdorpen rondom de Zuiderzee heeft
geziefi, en dan naar Volendam komt, voelt
onmiddellyk: dat het hier anders is, dat hier
een ander slag mensen woont. Ook de reli
gie speelt daarby natuurlijk een grote rol:
Volendam is een "katholieke exclave temid
den van protestants gebied. Dat heeft de
afgeslotenheid, die tooh al in het karakter
van den Noordhollandsen visser en dus ook
in dat van den Volendammer ligt, vanzelf
nog versterkt.
Iets van de Spaanse danslust, van de
Spaanse uitbundigheid, stellig nog overge
bleven uit de tyd, toen de Spahnse soldaten
met de knappe Volendamse meisjes moeten
hebben gedanst, schuilt er nog heden ten
dage in de Volendammers,Vmaar er moet
héél wat gebéuren, eer die vonken van zui
delijke doelheid en uitgelatenheid door hun
strakke kalmte hééndringen, als vlammen
uitslaan en een heel dorp midden ih het zo
rustige evenwichtige Noord-Holland in
lichtelaaie zetten. Bijvoorbeeld als de Her-
misjool, waarvan de traditie zo oud is als
het dorp zelf, over Volendam losbreekt, dan
wordt men het plotseling gewaar, wat er
orfder de uiterlyke stugheid, langzaamheid
en onverstoorbaarheid van deze Oud-Hol
landse mensen nog aan zuidelijk vuur en
hevig temperament leeft. Maar de andere
éénenvijftig weken van het jaar behoudt de
Volendammer (met uitzondering van een
paar opdringerige bedelaars, die misschien
het misverstand hebben doen ontstaan) zyn
ernst, zijn patriarchale
drie karaktereigenschappen
waardigheid en zyn trots,
die hem nooit zouden ve»
oorloven, zich te vertagmi
1 tot een bezienswaardigheid
voor de touristen.
Zo is de Volendammer:
uiterlyk kalm en zelfs traag
in zyn praten, in zijn be
wegingen, in zyn overwe-
gingen, maar met een fh-
nerlyk vuur, dat byna altyd
in verborgene smeult;
wantrouwig tegenover
iedere vreemdeling, maar
hartelijk en gastvrij, .'als
deling een vriend blijkt te zyn,
die Volendam en dfe Volendamse bizondere
aard respecteert; geóecht aart zyn beroep,
waarop hy trots, is, zoals hy trots is* op
alles, wat door de overlevering der gene
raties voor hem bebaard is gebleveh; maar 1
innerlijk verscheurd door de wetenschap,
dat de droRglegging op den duur een eind
zal maken aan dat beroep... en niet aan
dat ieroep alleen!
Er zyn er ook in Volendam, die de'af
sluiting en drooglegging van *le Zuiderzee
niet van het bittere standpunt van dp zelf/
getroffene, maar in het wijdere kader va/
de grote toekomstige ontwikkelingsmogeV j?
lykheden zien, en die begrijpen, dat het de
historische plicht van Nederland was, zijn
grondgebied in de richting van dte Zuider-
aee uft te breiden, of liever, te; heroveren.
Maar zelfs z y zien niettemin meelede ogen,
dat die ontwikkeling zich nu Begint te vol
trekken. Omdut de drooglegging nog méér
dan alleen een economische ramp voor Vo
lendam betekent. i -
Natuurlijk, de Volendhmmer spréékt over
de aanftnding en vernietiging van zyn be
staansmogelijkheden, die voor hep het ge
volg zyn van de afsluiting Van heb ontzag-
lyk viswater, hy klaagt over d^ slechte,
vangstey, waarvan bijnjfl iedere volgende
weer slechter ie dan de vorige, hy tobt o*er
fle toekomst, die hem Ótodanks mogelijke
heden van Noordzeevisaery, ondanks zwak
ke pogingen tot industrialisatie van het
dorp, ondanks ^prkverschaffing op dé
hieuw-verkregen gronden, zwart en drei
gend *obrkomt. Maar tegêlyk is het zijn
gevoel, dat zich tégen-het grootse re-
getfngspl&n verzet, omdat zyn gevoel hem
zegt, dat het straks, als Volendam niet meer
aan Zqiderzee of IJselmeer, maar aan oen
boezen), van „de 1 zuidwestelijke polde* zal
liggen, jolt zal ^|n met h$t exclusieve ka
rakter Vljiïlv het dorp, uit met die in-ziebzelf-
afgesloten Gemeenschap, die zich tot dusver
met zovéél \ueces schrap h«eft gezet tegen
.e^ce Vreemde invloed, die de homogéne on
(bizomJel"e aard van de bevolking had kun
nen doen verwateren. .Over economische
rampen komt de menschheid en een enkel
'dorp dus zeer jfèker heen; maar dat, wat
erfntpssen aan eigens en eigenaarpfgs ver-1
loren zal zyn gegaanl fs vooraoed^ ver
loren.
Maartje Brak, het nichtje van WiMem de Geus,
in haar huiskamer in Volepdam. i