Finale Uitverkoop
Dames-, Heeren
en Kinder-
Winter-Kleeding,
Spotprijzen
GOUDSCHE COURANT - VRIJDAG 28 DEC. 1934 - TWEEDE BLAD
van goede en moderne
uitsluitend van dit seizoen,
tegen ongekend-lage
Een kwajongen en een beroemdheid.
Het Meubel in 1934.
!-
De heerschappij
van de Clips.
Wetenswaardigheden.
De „idiotetoeren van Lindbergh.
De vliegerij in dienst van de ivetenschap.
In „De Deiver", een aantrekkelijk prestatie in het bezit nemen van
kunsttijdschrift, lanceert E. Berko- het geestelijk goed van de weinige be.
Overste Charles Lindbergh, de man
die het eerst over den Atlantiscnen
Oceaan vloog en die houder is van
vele records, is er den laatsten iyd
meer en meer toe overgegaan om zijn
tijd en zijn kennis in dienst van .de
wetenschap te stellen. Nadat hij ver
schillende vluchten over nog onbe
kend gebied van Mexico gemaakt
heeft, waarbij hij ruïnes en overblijf
selen van steden ontdekte, waarvan
Ik bind jou vast aan hei valscherm
en dan gooi ik het scherm uit het
vliegtuig. Als het open gaat, ga jij
natuurlijk mee naar beneden. En
anders blijf je zitten. 8
Zoo gebeurde het. Lyngklip werd
mee naar beneden getrokken en
kwam gezond en wel op den grond.
Later is hij echter nooit meer naar
beneden gesprongen!
Lyngklip zei: Lindbergh wordt,
SeiCll ViUl öl/CVkG" vuuuoivw., j Jf O"
n0g geen mensch het bestaan wist, i zeker eens beroemd. Of hij wordt het
gaat hij nu eens een kijkje nemen in
vogelvlucht van het Amazone-gebied,
welks enorme omvang nog slechts ten
deele bekend is.
Lindbergh, die pas 32 jaar oud is,
en op zijn 25ste jaar de bekende
Oceaanvlucht maakte, waardoor hij
de lieveling van Amerika werd, heeft
het niet gemakkelijk gehad om van
zijn ouders de toestemming te krijgen
om te gaan vliegen. Zijn jeugdvriend
en speelgenoot Lyngklip vertelt heel
wat interessants van den kwajongen
Lindbergh, die zijn familie veel zorg
oaarde.
Wat al streken en gevaarlijke toe
ren zij samen uitgehaald hebben,
waarvoor zij zoo menigmaal gestraft
werden! Zij zijn legio. De koelbloe
dige staaltjes, die hij vertoonde, heb
ben hem dan ook spoedig den bij
naam bezorgd van „flying foil". De
menschen, die hem zoo noemden, be
grepen niet, dat Lindbergh zijn
„idiote" toeren moest doen, omdat hij
niet over de rust beschikt, waarover
landrotten wel beschikken. Omdat hij
een avontuurlijke geest bezit, en niet
maar rustig kon blijven leven op één
plaats. Een drang in hem, deed hem
de vaak gevaarlijke tochten onder
nemen, omdat het onbekende hem
trok en nog trekt. Maar zoo „idioot"
als zijn vluchten door de menschen
bestempeld worden,-zijn zfj niet. La
ten wij ons b.v. een ijzeren bint voor
stellen. Zoolang die op den grond is,
durft iedereen er op. Maar wanneer
die bint zich op een duizelingwek
kende hoogte bevindt, dan is het al
leen Lindbergh, die er zich op waagt.
Alleen zijn zenuwen'zijn sterk ge
noeg om zoo'n hoogte te verdragen.
Lyngklip is altijd een kameraad ge
weest, wtaarop Lindbergh bjj wijze
van spreken huizen heeft kunnen
bouwen. Zij beiden waren het, die het
toen nog nooit gebruikte valscherm
voor het eerst experimenteerden. 4
Ben je er zeker van dat het open
zal gaan
Nu, zoo zeker ben ik er niet van,
zei Lindbergh, en toen vervolgde hij
doordat hij op een eigenaardige ma
nier om het leven komt, óf doordat hij
iets buitengewoon koelbloedigs doet.
Hij doet zijn toeren echter met meer
berekening dan wel gedacht wordt.
Dat bewijst een streek die hij eens
uithaalde. Er werd een oude fabriek
afgebroken, en men moest de schoor-
steen laten springen. Alle jongens
moesten daar natuurlijk bij tegen-
woordig zijn, zoo ook Lindbergh en
J Lyngklip. Lindbergh had een-idee.
Hij vroeg aan de beide arbeiders, die
met het springen van de schoorsteen
belast waren, of de schoorsteen abso-
luut zeker in zee (het was in een
haven, waar die fabriek stond) zou
vallen. „Ja", werd er gezegd, hij valt
zeker in het water." Toen verklaarde
Lindbergh, dat hij de schoorsteen
wilde beklimmen, en dat hij dan mee
wilde springen, om zoodoende in het
water terecht zou komen. Men wilde
hem van dit plan afbrengen, maar
dat lukte niet. Hij wou en zou mee in
de lucht sp/ingen, eh er zou toch'
niets gebeuren, omdat hij toch in het
water terecht zou komen. Men waar-,
schuwde hem, dat hij de heele schoor;
steen op zjjii rug zou krijgen, maar
zelfs dat vermocht hem niet van zijn
plan af te brengen. Als hij maar met
de sprong lang genoeg wachtte, zou
er niets kunnen gebeuren.
Inderdaad beklom hij de schoor
steen, de schoorsteen sprong in twee
deelen, en boog naar de zee over. Nog
altjjd hield Lindberg zich vast. Op
het juiste oogenblik liet hij los en
maakte een prachtige sprong. De
schoorsteen sloeg tegen de kust. Later
j .maakte men Lindbergh ernstige ver
wijten, maar hij zei heel rustig: „Wat
was er nu aan? Ik moest alleen rustig
blijven, en mijn hoofd niet verliezen
want als ik dat gedaan had, was ik
weg geweest, dat is waar. Maar ver
der... niets bijzonders hoor!"
Voor de jongen, die hier sprak, was
ook de Oceaanvlucht niets bijzonders
Hij moest „alleen" maar zijn zenu
wen de baas zijn...
vich, die zich op 't gebied van de mo
derne lichtornamenten onderscheiden
heeft, een interessant artikel over het
meubel in 1934, waaraan wij ons ver
oorloven voor onze lezeressen eenige
passages te ontleenen:
„Onder normale omstandigheden,
in een rustige periode, is het een ge-
makKelpke taaK om een oaians op xe
maken van een afgesloten tijdsbestek,
waarin ae mtwikkeuog langs vastbe-
grensae wegen in de richting van een
zichtbaar en zuiver doel voortschrijdt.
Moeilijk is het echter onder chao
tische ecor imische en sociale verhou-
diiwa» v m de vele tastende pogin
gen, d" z ivere vastberaden daad te
onderscheiden. Het is thans duidelijk,
dat da veelbesproken en veel beloven
de industrialisatie, alleen in weinig
gevallen de intenties van een schep
pende gedachte tot goedbegrepen
daad kan en wil omzetten. Veeleer is
een feit, dat de machine en wat er
achter zit. zich van den kunstenaar
meester maakt, om zijn wil tot schep
pen uit zijn sociale verband te rukken,
teneinde afzichtelijke monsters lcF
wereld te brengen.
Wie de technische ontwikkeling in
haar verband tot het kunstambacht
met open oogen gadeslaat, zal ver
schrikt terugdeinzen Voor het resul
taat. De mogelijkheid van machinale
reproductie heeft de middelmatigheid
bevorderd, de cultureele beteekenis
van het gebruiksvoorwerp door een
niet te sluiten stroom van karakter-
looze producten zooal aiet geheel ver
nietigd, dan toch in niet geringe mate
verminderd. Het begrip „modern" is
ten prooi gevallen aan industrieele
verwording en de stijlloosheid viert
hoogtij.
Voorbeelden zjjn er ten overvloede.
Een greep hieruit bewijst, dat de
kwasie artistiek-industrieele vrijbui
terij, zónder terughpudendheid en
niet negatie van de rol; van den kun
stenaar, de meest goedbedoelde po
gingen in snobisme kan omtooveren.
De concurrentiestrijd, gepaard gaan
de met fantasieloosheid, noopt den
fabrikanten tot het zonder tegen-
MET VACANTIE OP BEIS.
Zij: Zeg man, hebben we nog iets vergeten?
H«: Ik denk: de piano!
Wat is eigenlijk een clips? Het is,
aldus een der medewerksters van de
H. Post nog niet zoo lang geleden,
dat slechts de deskundigen dit raad
selachtige woord kenden. De vrouwen
kenden het begrip-clips toen slechts
van hooren zeggen. Thans weet na
tuurlijk elke vrouw, wat een clips is
en dat clips en. knippen eenigszins
verwante woorden zijn. De clips, het
sieraad, dat met een knip wordt aan
gehecht, heeft thans de wereld ver
overd. Er is geen plaatsje en geen
hoekje meer aan het vrouwelijk toi-
let, waar men ze niet ontmoet. Men
vindt ze eenvoudig overal, waar men
ze zoekt. En om het vinden gemakke
lijker te maken of misschien ook,
omdat ze zich in haar eentje te een
zaam voelde wordt ze nu meestal
vergezeld door een tweedo. En boven
dien heeft de clips zulke afmetingen
aangenomen, dat men ze zelfs in de
plooien van een weelderigen jabot
niet meer over het hoofd kan zien.
De vrouwen trachten elkaar in vin
dingrijkheid te overtreffen, om aan
dit moderne sieraad een origineele
gaaiae kunstenaars, om dit dan aan
te passen aan den publieken smaak.
Zoo b.v. ook met het stalen meubel.
Dit Dracht bij zijn opkomst nieuwe
gezichtspunten met zich mede en be-
teekende in zjjn wezen een vernieu
wing van het begrip „wonen" en een
aanpassing aan veranderde levens
voorwaarden. De technische mogelijk
heden, materiaaleischen, zijn uitein
delijke bestemming meer ruimte 11»
de woning, meer comfort in het ge
bruik waren de a priori voorwaar
den, waaraan deze nieuwe uiting ge
bonden was te beantwoorden. De af
wijzende minachting van architecten,
industrieelen en van het publiek kon
niet verhinderen, dat het stalen meu
bel door den hechten muur van de
traditie heen brak. Deze overwinning
kwam eensdeels, doordat wij meli"
schen van heden zjjn. Wij leven snef
en jzijn verbonden met alles, dat om
ons heen leeft. Wij belijden nieuwe
ideeën, welke voor een korte tijds
ruimte alles bezielen en van al het ge
beuren het tempo bepalen en daaraan
het aspect verleenen. Het heeft over
wonnen, daar uit deze verschijning
een nieuwe levensstem klonk, waar
naar wij voortdurend luisteren en het
ons een kans gaf,om over de grenzen
van ons heden te gluren. Het bracht j
ons een belofte van meer licht, meer i
kleur, meer bewegingsvrijheid. Het
overwon, daar het stalen meubel in
zijn vorm van geest (van intellectua
liteit getuigend) de beperking van de
traditie verbrak.
Het overwon, met behulp van de in
dustrieelen, die van de stalen buis
alleen de schittering zagen en in het
stalen meubel een welkom snobistisch
element ontdekten, want helaas neigt
het groote publiek nog steeds en op
nieuw naar het snobisme. Hiermede
begint een periode van troostelooze
verstarring.
Met uitsluiting van den kunstenaar,
verschijnen dagelijks slechts begrepen
uitingen, via de fabriek, van goedbe-
I doelde pogingen. Het mirakel van het
staal in onze woning, dreigt tot een
groote parodie te worden.
met meer relief in materiaal en weef-
structuur, moeten het gedecoreerde
Jacquard weefsel vervangen, en zijn
meestal vervaardigd van ongeverfde
wol, katoen of kunstzijde, vaak in
transparante primaire kleuren. Het
spel van de binding van ketting en in
slag verdringt de overdaad in ver
siering, Bij de wandbehandeling zoekt
men naar lichte ruigere materialen,
zonder veeleischende expressie.
Opmerkelijk is hierbij', dat wij
steeds, meer tot rustieke effecten van
vroegere perioden terugkeeren.
Bij houten meubelen zien wij gaar
ne meer oprechtheid in de bewerking
en maken wij hoe langer hoe min'der
gebruik van kwasje deftige houtsoor
ten of behandelingsmethoden, welke
het hout een kostbaar aanzien moe
ten verleenen. Ook hierin streven wij
En zijn echter nog uitzonderingen.
Er wordt nog steeds met vitale ernst
geëxperimenteerd. Ik denk hierbij aan
Oud, Rietveld en anderen. Nieuwe
problemen wachten op oplossing,
j Wat ik hierboven over het stalen
j meubel zei, geldt in niet geringe mate
eveneens voor het houten meubel en
voor alle andere onderdeelen van de
woonruimte. Een opmerkelijk feit is
het stijgend verlangen naar meei
licht, kleur en primaire materialen.
Het meeste treedt dit op den voor
grond bij de textielproducten en bij
materialen, die bij de behandeling
van den muur een rol spelen. Stoffen
naar meer lichtheid. Zoo komt het,
dat berkenhout en soortgelijke hout
soorten ons van het museumachtige
van ons interieur bevrijden.
Nieuwe technieken vinden toepas-
sing en het mechanisch lakken van
meubelen opent nieuwe perspectieven.
Het meubel kan door schilderen of
lakken beter in de ruimte worden op
genomen, doordat dit als een onder
deel van de architectuur, in gelijke
kleurwaarde van de wand kan worden
gemaakt.
Door samenwerking van kunste
naars van diverse richting eenerzijds
en ruimdenkende industrieelen ander
zijds, kan doeltreffender een resultaat
1 worden bereikt. Hier speelt de wissel-
i werking van de diverse richtingen een
I zeer groote rol."
Als de hoefsmid ook schoenmaker wil zijn!
plaats te geven. Ze dragen de clips
eenvoudig voor elk doel en overal, als
knoop, als broche, als sieraad aan het
decolleté en op den hoed, als sluiting
aan de ceintuur, als gesp op den
schoen, op het haadtaschje of of
zelfs met een horloge of een corsage
op de revers van.de jas. De clips
wordt ook in het haar gedragen, om
de krullen vast te houden, en zij zit
vaster dan de gewone gesp.
Men neemt er echter geen genoe
gen meer mee, de clips te gebruiken
voor het samenhouden van stof en
haarmen drukt ze nu zelfs in het
vleesch, zij het ook voorloopig slechts
in het weinig gevoelige oorlelletje.
De clips omvat het oorjelletje zacht
en bevallig, zooals haar nieuwste mo
dellen aantoonen. Zü is veel natuur
lijker en veel minder barbaarsch dan
haar voorloopster, de oorbel, die altijd
van te voren een bloedige operatie
vereischte. Dit vergalde voor veel
vrouwen het genoegen van oorbellen
dragen. Nu men echter sieraden aan
het oor kan bevestigen zonder voor
afgaande operatie, zullen aan deze
flatteerende mode stellig tal van
vrouwen willen meedoen, die er vroe
ger om begrijpelijke redenen afkeerig
van waren. Vooral bij de nieuwmodi
sche kapsels, die het oor onbedekt
laten, past een sieraad aan het oor
goed. Trouwens, ook de tegenwoor
dige hoedenmode leent zich er uit
stekend toe. De mode heeft reeds tal
van aardige modellen van clips voor
het oor uitgevonden, maardu su
blieme au ridicule il n'y,a qu'un pas"
Dat bewijst het feit, dat de clips ook
reeds op een langen vingernagel is
verschenen. We zullen daarom maar
ho0h®, dat we de clips niet binnen-
korfmok in den neus zien verschijnen
zooals men bij sommige wilde volke
ren een knoop in de neusvleugels
draagt. Want in de mode en bij de
vrouw is niets onmogelijk.
Leer en clubfauteuils.
Beschadigde plekjes aan leeren
clubfauteuils, waarvan het bovenste
huidje is losgeraakt kunnen met eiwit
geplakt wordén.
Brandplekken.
Vaseline, waardoor men dubbel-
koolzure soda heeft gemengd, is een
uitstekend middel om brandplekken
te verzachten en men moet daarom
altijd een potje van dit mengsel bij
de hand hebben. Na het branden
smeert men een flinke laag op de
plek, waardoor niet alleen de pijn
vermindert, doch zich tevens geen
blaren vormen.
Voorkomen van ketelsteen.
Het vormen van ketelsteen in ke
tels kan men voorkomen door een
oesterschelp in de ketel te doen, daar
deze de kalkdeelen absorbeeren.
Nu deelen we het gewicht door vijf en
dan zijn we allen voor één dubbeltje ge
wogen.