Bevordering van de
volksmuziek.
Een pleidooi voor heggen.
Op Hoop van Zegen.
Rondom de aarde zonder
te landen.
Eigenaardige mensen.
Verschillende Recepten.
Menu's van den dag.
Een nieuwe bloeiperiode op komst.
l er get en melodieën herleven.
De strijd tegen gekunsteldheid.
Het zal welgaan niemand ontgaan
z«n, dat er in Duitschland onder het
niduvve bewind nog meer dan tevoren
aandacht wordt geschonken aan het
volkslied. Den laatsten tijd wordt er
zelfs gestreefd naar een'systematisch
laten herleven van den volksliederen
schat, die- met name in* Duitschland
000 bijzonder rijk is. Dit doel tracht
men in de eerste plaats te bereiken
door middel van den omroep. De taak
welke hierbij aan de samensteller?
der programma's wordt opgelegd, is
niet zoo eenvoudig, als de buiten
staander misschien zou meenen. Al
lereerst diept uit den overvloed van
materiaal datgene te worden uitge
kozen, dat op zichzelf beschouwd en
tevens voor den microfoon geschikt
is. Niet alle volkslieden-en uit ouden
tjjd hebben in de twintigste eeuw nog
levensvatbaarheid. De luisteraar
heeft er weinig aap, dat een uitge
zonden lied zeer oud is of een groote
filologische waarde heeft. Niet de
ouderdom van een vergeten melodie
geldt dus als maatstaf voor haar
waarde, doch de, duur van het tijd
perk, waarin die melodie door het
volk werd gezongen en in h^t volk
heeft geleefd. Er wordt dan ook me
nig volkslied uitgezonden, dat nog
heelemaal zoo oud niet is. Dit stand
punt is te billijken, want het gaat
tenslotte niet om liefhebberijen van
geleerden, die/ uitsluitend op weterï-
schappelijken grondslag werken, maar
om het gros van de luisteraars, aap
wie materiaal moet worden geboden,
dat ook nog in dezen tijd geschikt is%
om tot nieuw levefn te worden gewekt.
Er bestaat op dit gebied slechts één
groote vijand, n.l. verveling.
De omroep heeft nu tot taak om
den nog ongevormden smaak van de
luisteraars te beïnvloeden deze voor
de zaak van het volkslied te winnen.
Een juiste keuze van melodieën is
daarvoor niet genoeg; zij moeten, ook
aan den luisteraar worden voorgezet
in dein meest aantrekkelijken vorm.
De bewerking der melodieën wordt,
DE NEDERLANDSCHE AUTEUR
JAN FABRICIUS
wiens nieuwste stuk '„At 8 A M" in het Embassy-theater te Londen
tboeZti aaJhTTt a.eb™ht'Het stuk heeft toeschouwers zeer
geooeia en aan het slot is hek langdurig toegejuicht.
vaneZnW7nlteZenh üif* fe/ecement ..Times" over de gave
hvewU F AlA tooheelschrvver om, in het Engelsch schrijvende,
tnnvZr T personen te scheppen. „Aan zijn ervaring van het
Enaeïlch de .;nmes „heeft hij een ongiemeen begrijpen van den
XrAtJZoZi AAZ ZZ M bijz0nder dwZr ZgelsX
kal akterkronkels, die Galsworthy met zooveel voorliefde interpreteerde.
om het karakter van volkslied onaan
getast te laten, niet verricht volgens
de routine der conservatoriumkunst,
want hierdoor zouden zij hun oor
spronkelijke frischheid en hun geheel
eigt^n bekoring verliezen. Vaak wordt
de bewerking dan ook opgedragen
jaan een practisch werkzaam volks-
iriusjcus, die zich vanzelf zal aanpas
sen bii de vormen der lichte muziek,
waarvan de luisteraars zfch nu een
maal door de gewoonte hebben ge
hecht. Ook de volksinstrumenteii laat
i men daarom bij deze bewerkingen op
den voorgrond treden.
Of een muziekinstrument tot eeli
volksinstrument wordt, is voorname
lijk afhankelijk van de kosten van
aanschaffing. De verdienste van het
volksinstrument is dan ook, dat het
de breede massa in staat sveit om mu
ziek te beoefetnen. Omgekeerd heeft
echter ook de volksmuziek zich aan
gepast bij de speeimethoden van deze
voiksinstrumenten en by de effecten,
die daarmee bereikt kunnqn worden.
Het is een zeer verbreide misvatting,
dat het volk in dit opzicht conserva
tief is en geen aanpassingsvermogen
bezit. De meeste volksinstrumenten
Zijn echter van betrekkelijk laten da
tum. Voorbeelden zijn o.iu. de klari
net van de Beiersche boerenkapellen,
de cither, die nog slechts 150 jaar in
gebruik is en met name de handhar
monica, die eerst enkele jaren geleden
haar triomftocht door Duitschland is
begonnen.
EERSTE HULP.
Eerste Hulp: Ga vlug naar den dokter. De man is er ernstig
ian toe.
De Gewonde: En vergeet niet den kurketrekker mee te brengen.
hem terug.
Hjj is weg, zei ze tragisch, het
meisje zag hem liggen met nog een
paar brieven en gooide hem in de bus.
Kunnen we hem nog onder
scheppen
Else dacht na.
Ik ken den oude/n postbode van
A. Als we morgen voor acht uur daar
zijn, kunnen we hem den brief op
vragen.
Goed, dan leen ik een auto van
een vriend en we vertrekken om zeven
uur.
De auto van Egbert's, vriend was j
eenigszins bejaard en, evenals som-
mige bejaafde menschen, onderhevig
aan kuren em streken. Om halfzeven
vertrokken Else, weggeslipt uit huis I
en Egbert, overtuigd dat zé zeeën van I
tjjd hadden. Om zeven uur stonden
ze ergens op een eejnzamen landweg 1
en zeiden onaangename dingen over
„vodden van auto's die steunend en
kruipend een eind afleggen en het
dan opeens vertikken". Om half acht
j veranderde het karkas van meening
en sukkelde weer verdér. Even voor
acht arriveerden ze in A., buiten zich-
zelf van opwinding,
j Daar is hij, gilde Else.
Een rustieke postbode kwam den,
J dorpsweg af, zag Else en bleef staan.
J Wel... juffrouw Heibering...,
j bent u hier?
Vader Halm, heb je een brief
I van mij aan meneer Vos?
De oude man glimlachte gerust
stellend.
Al bezorgd, juffrouw.'., heeft
oude vader Halm gauw voor getzorgd.
Ik zien het handschrift en denk zoo,
hé, een brief van een dame voor me-
neer Vos, denk ik zoo en kijk naar s|e
afzender en zié uw naam en denk ik
zoo, die zal ik nu es e/xtra vlug voor I
juffrouw Else bezorgen.
De auto, puffend, hijgend, knorrig
en recalcitrant, voerde twee gebroken
harten met zich mee.
De dagen verliepen. Else kwam
niet meer dp de bank. Egbert ver
wonderde zich eiken morgen dat zijn
haar nog niet grijs werd.
Daar op een dag viel tusschen en
kele papieren uit ^en brief. Egbert
nam hem op, las enkele regels, staarde
er een tijd op en begreep. Else had
een leege enveloppe gestuurd naar A.,
had den brief, met vrouwelijke non
chalance, tusschen haar papieren la
ten slingeren en...
Het dienstmeisje van de Heiberings
was heel verbaasd een zoo hevig-op-
gewonden meneer te zien aih-iveeren
die de dochter des huizes wenschte te
spreken. In den salon overhandigde
Egbert haar zonder een woord den
brief. Else begon te schreien, ditmaal
van vreugde.
En ik... die maar niet begreep
waarom hij niet antwoordde... en al
bang was... dat hij zelf zou komen!
De deur ging open. Egbert voelde
elven een lie^te siddering in zijn bee-
nen. Maar het was als klonk hem een
bemoedigende stem in de ooren:
Wees flink... hoofdzaak is, dat twee
menschen van elkaar houden.
A Meneer, zei hij met den moed
der wanhoop, ik kom u mijn aan
staande vrouw voorstellen. Ik... ik
hoop dat u ze* geschikt zult vjnden
voor den omgang van voorname fa
milies... Enne... de hoofdzaak is toch 1
maar... j
Meneer Heiibering was een verstan-
dig man. Hij keek eens naar Else,
keek naar Egbert en zei bedaard; -
Het schot in het panopticum.
Zijn evenbeeld aan scherven geschoten
en daarita zelf gedood.
In de misdadigersafdeeling.
Gores' veel bezocht panopticum in New-
York is dezer dagfen het tooneel van een
tragische gebeurtenis geweest. Midden on
der de wassen poppen is de 35-jarige Jimmy
Percing door twee oppassers, die dienst
deden in de misdadigersafdeeling, doodge-
Er werden al spoedig cither- en
mandolineclubs, handharmonica-ver-
eenigingen e.d. opgericht. Het ver-
eenigingsleven kwam echter lang niet
altijd ten goede aan de volksmuziek
als zoodanig. De clubs streefden er
naar, niet langer volksmuziek ten ge-
hoore te brengen, doch integendeel
datgene, wat zoo treffend juist salon-
muziek wordt genoemd. Hierin wil
men nu verandering brengen en dat
zal ook wel gaan, want de clubs ken
nen tegenwoordig geen grootere glo
rie, dan voor den microfoon te mogen
optreden en dan moeten zy natuur
lijk ook rekening houden met de op
vattingen, die door de leidende figu
ren van den omroep worden voorge-
£)e artistieke leiders van den zen
der te München gaan reeds twee jaar
lang volgens deze opvattingen tè
werk. Zy hebben in dien tijd een
schat van oude volksmelodieën bij
eengebracht, gedeeltelijk uit moeilijk
toegankelijke verzamelingen. Hierbij
werd niet alleen gejdacht aan het.
eigenlijke volkslied, doch ook aan de
instrumentale muziek. Kort geleden
werden bijv. in Neder-üeiea*en een
honderdtal duo's opgediept.
Deze volksmuziek heeft vaak een
ongeschikten vorm, waardoor zij op
het publiek van de(n tegenwoordigen
tijd geen indruk kan maken. Voor ge
makkelijk aan te hooren en artistieke
bevredigende bewerkingen, die aan
het oorspronkelijk ,karakter der mu
ziek geen afbreuk doen, heeft de' di
rectie van dezen zeiler een aantal
medewerkers in dienst, die bijzonder
gqschikt zijn voor dit werk. Ook de
samenstelling der radio-orkestjes, di^
deze muziek ten gehoore moeten bren
gen, is origineel en in Overeenstem
ming met de eischen der volksmuziek,.
Twee jaar "geleiden trad vcfor het
eerst een ensemble van viool, bando
neon, cither, guitaar en bas op, een
combinatie, die vooral voor den mi
crofoon zeer goed voldodt, als de prac-
tijk nu ook ruimschoots heeft bewe
zen. In den afgeloopen herfst kwam
er een boerenkapel bij, die ten doel
heeft, om viaxien microfoon een gun
stigen invloed te hebben op de mU"
ziekbeoefening op het*, platteland en
te laten hooren, dat men zeer goed
goed kan musiceeren zonder g0ed.
koope effectjes. De samenstelling
dezetr kapel zal echter binnenkort ge
wijzigd worden, aangezien de erva
ring^ de wenschelijkheid heeft aange
toond. Het ensemble zal voortaan
echter uitsluitend uit blaasinstrumen
ten bestaan, de- strijkinstrumenten
gaan eruit. Verder treedt er voor den
microfoon geregeld een trio van drie
mooie stemmen op, dat de liederen
schat van het Alpengebied met cither-
begeleiding ten gehoore brengt. Al
lerlei goede volkszangers en kleine
ensembles krijgen verder de gelegen
heid, om voor den microfoon op te
treden, terwijl er dit winterseizoen
nog een zeptal volkskunstavonden ter
plaatse werden georganiseerd. Daar
bij werden plaatselijke virtuozen ep
oude volksinstrumenten, nieuwe vo
cale ensembles en origineele platte
landskapellen ontdekt Deze avonden
VROEG WIJS.
Bezoeker: Zeg kindje, is moeder thuis?
Zusje: Vraag het maar aan het meisje,
die weet wat ze U antwoorden moet!
vonden veel bijval bij de luisteraars
en dragen er ongetwijfeld veel toe bij
om de volksmuziek tot nieuwe ont
wikkeling te brengen en haar te be-
vrijdejn van het gekunstelde, dat er
helaas vaak aankleeft.
Zwart met witte avondjapon van taf zijde. De cosaque is van witte zijde
Een mooie robe van bleu tafzijde.
schoten. Aan dit drama ligt een ongewone
voorgeschiedenis ten grondslag.
Michael Gores heeft zoo schrijft het
Vad. een vijftien jaar geleden zyn pa
nopticum, dat wel niet tot de grootste, maar
wel tot de modernste in zijn soort behoort,
opgericht. Het omvat de goedgeslaagde
wassen evenbeelden van welhaast alle per-
sonen, die in de geschiedenis en het' pu
blieke leven der Unie van Columbus tot J
President Roosevelt toe een rol hebben ge- l
speeld. Een speciale zaal is gewijd aan de
millionaire, een tweede aan de uitvinders.
In een derde staan de wassen beelden van
de beruchtste misdadigers der laatste de
cennia. Een bizondere aantrekkingskracht
van het panopticum vormde een robot, een
reusachtige kerel, die elk uur door de zalen
stapt, altijd voor een paar vitrines bleef
staan en dan dank zy een in zijn buik aan
gebrachte gramofoon humoristische rede
voeringen over de beteekenis van eenjge
wassen beelden hield. Dat was een groot
succesnummer en de zaak bloeide.
Gores had twee jaar geleden den jongen
Percing, zoon van een bekende, maar ver
armde familie, als directeur van zijn in
richting aangesteld. Hy stelde in hem een
vertrouwen, dat Percing in geen enkel op
zicht rechtvaardigde. Zes maanden na zijn
benoeming ging hij er met 500 uit de kas
van door. Gores, die met vaderlijke liefde
aan Percing hing, diende geen aanklacht in,
liet hem Opsporen met veel moeite, beloof-
hem te vergeven, als hij weer zijn be-
Ülkkin* aanvaardde en Percing, die zijn
er doorgebracht had, gaf daar gevolg
slechts enkele maanden later had Go-
3 enkele maanden later had Go-
Tweer "gelegenheid zyn grootmoedigheid
te bewijzen. De jonge man maakte op een
wissel Gores' naam na. En toen die zaak'
uitkwam,
betaalde Gores hem, nadat Per-
plechtig beloofd had, dat deze streek
jijn laatste zou zijn.
Haar Percing hield zijn woord niet. En-
,eie maanden na dit intermezzo ontvoerde
hij de Xlochter van zijn weldoener. Weer
trokken de detectives er op af, tot het hun
gelukte de verblijfplaats van het tweetal te
Ontdekken. Papa Gores liet, zooals niet an
ders te verwachten was, genade in plaats
van recht gelden tegen den onverbeterlijke.
,Hij dwong hem enkel te trouwen met de
geschaakte, een wensch, waar Percing te
Lreeder gevolg aan gaf, omdat Gores in
zijn onwankelbaar optimisme zijn dochter
een respectabelen bruidschat gaf. Percing
wilde zich met dat geld zelfstandig vestigen
en dat deed hij op bijzondere wijze. Vlak
bü Gores' panopticum richtte hij er ook een
op met het geld dat Gores had gegeven.
'Deze onverwachte streek was een zware
slagboor Gores, die nu op wraak zon.
Den bezoekers van Gores' panopticum
wachtte dezer dagen een verrassing. De
misdadigerszaal kreeg een nieuwe beziens
waardigheid. Tusschen de wassen busten
vin staatsvijand nummer I Dillinger en den
vrouwenmoordenaar Landru stond het was
sen beeld van een jongeman. Het bordje aan
üjn voeten vertelde: Percing, de grootste
misdadiger der 20e eeuw. De bezoekers had
den wel nooit van Percing gehoord, maar
ook deze nieuweling, die ze klaarblijkelijk
voor staatsmisdadiger nummer 2 hielden,
vond zijn bewonderaars. Acht-en-veertig
uur later drong Percing met twee vrienden
even voor het sluitingsuur de misdadigers-
zaal binnen en vuurde op zijn eigen buste
drie schoten af, welke de pop verbrijzelden.
Twee oppassers snelden toe. In hun eersten
schrik meenden ze met een waanzinnige te
doen te hebben en openden op hem een
trommelvuur. Percing viel naast zijn was
sen evenbeeld, dat hij geveld had, neer en
bleef dood liggen. Zijn levensroman, welke
in het panopticum begonnen* was, is daar
ook geëindigd.
RIJLES IN DE MANEGE.
Pikeur: Uw houding is perfect. Maar
ik geloof dat U te veel naar achteren zit.
LUCHTVAART.
Nieuw vliegveld op Aruba.
Tweemaal per week vliegt de Snip
thans van Curasao naar Aruba, waar hij
landt op het vliegveld Savoneta bij Sint
Nlcolaas.
Savoneta is aan zee gelegen en gedu
rende den regentijd niet altijd goed
bruikbaar. Het Gouvernement van Cura-
?ao en Onderhoorigheden heeft daarom,
In overleg met den K.L.M. vertegenwoor
diger in West-Indlé, den heer L. F. Bou-
man, terstond den aanleg van een nieuw
vliegveld overwogen.
"Thans is een aanvang met de werk
zaamheden gemaakt. Het veld zal vóór
den regentijd gereed zijn.
Uit deze voorbeeldige activiteit blijkt
wel, dat men in de West het werk van
de KX.M. op prijs stelt.
Mooi en practisch.
Welke soort kiezen wij?
door M. CLAESEN.
Menigeen duldt geen boomen of struiken
op zgn land, omdat zjj plaats innemen, die
misschien geld zou kunnen opbrengen, wan
neer zp beplant werd. Om dat geringe ver
schil m de oogst van het land doet men niet
alleen afstand van een groot stuk lente-
schoon, doch men geeft ook de vogels aan-
merkelyk minder gelegenheid om te neste
len en voedsel te vinden. Een landbouw-
bedrpf kan ook te rationalistisch worden
opgezet, zoodat het gewenschte en oor
spronkelijk ook aanwezige evenwicht in de
levende natuur wordt verstoord.
Het gevolg daarvan is nadeel door scha
delijke insecten en plantenziekten. Vele na
tuurkenners zijn reeds tot de conclusie ge
komen, dat het bespuiten met grodte hoe
veelheden giftige chemicaliën op den duur
weinig baat en dat men veel verstandiger
zou doen, het natuurlijke evenwicht te her
stellen door terug te keeren tot de oorspron
kelijke toestanden. Het onnatuurlijk de
overhand nemen van bepaalde insectensoor
ten wordt dan vanzelf voorkomen.
Bij dit streven naar natuurlijker levens
omstandigheden voor plant en dier is de
heg een belangrijk hulpmiddel. De uitgave
voor jonge struiken, zooals men voor heg
gen noodig heeft, is geen bezwaar. Voor de
eerste jaren heeft men echter ook een
prikkeldraadafzetting noodig om de nog
lage heg te beschermen. De onkosten hier
voor zijn echter niet zoo groot, dat zij een
belemmering behoeven te zijn. De ijzer-
draden blijven in de heg, ook wanneer de
paaltjes reeds weggerot zyn. Tegen heggen
wordt ook nog weieens het vooroordeel ge
uit, dat de wortels zich te ver naar weers
kanten uitstrekken en het daardoor onmo
gelijk maken om dichtby de heg gewassen
aan te planten. Dit ruimteverlies zal ech
ter alleen in zeer kleine tuinen voelbaar
zyn. Wy kunnen dus alles by elkaar geno
men zeggen, dat de heg als erfafscheiding
goedkoop, practisch, mooi en van groote
biologische waarde is. Op andere erfafschei-
dingen heeft zy voor, dat zy goedkoop is
in'het onderhoud en het daarachter liggen
de terrein tegen wind beschut.
Wanneer men doornstruiken neemt, zyn
de heggen bovendien ondoordringbaar. Ook
wanneer de grond bemest moet worden
en dat zal voor het planten van een heg
meestal het geval zyn is de aanleg van
een heg nog goedkoop in vergelyking met
kunstmatige erfafscheidingen.
Een aanplanting van vele dicht naast el
kaar gezette struiken, die mettertyd een
dichte, groene wand moeten vormen, heeft
natuurlyk voedzame grond noodig, zoodat
de struiken zich krachtig kunnen ontwik
kelen. De resultaten van een goede voorbe
reiding worden spoedig openbaar. Men
werpt een plantgroeve uit van 40 50 c-M.
breedte en 30 A 40 c-M. diepte en vult deze
naderhand op met een grootere of kleinere
hoeveelheid oude mest en klei- of kalkhou-
dende kompost, al naar gelang van de
grondsoort. De struiken moeten 2 of 3 jaar
oud zyn. Oude struiken vertoonen vaak
reeds in het eerste jaar kale plekken, men
is dan gedwongen, om de geheele aanplan
ting op 20 c.M. hoogte af te snijden en de
doode struiken door nieuwe te vervangen.
Bovendien is het planten van oude struiken
geen voordeel, aangezien zy door jongere
in enkele jaren worden ingehaald.
Onder de struiken, die in den vorm van
heggen goed kunnen gedijen, staat de witte
haagdoorn bovenaan. Hy groeit in eiken
grond, die niet arm en niet buitengewoon
nat of droog is. Kalkhoudende grond is
echter het beste. De vry broedende vogels
geven aan deze struik de voorkeur by het
bouwen van hun nesten, tenminste wanneer
de heg behoorlijk is gesnoeid. Alleen voor
de vroegste broedsels geven zy de voor
keur aan. dennen, omdat deze ook in het
begin van liet vóorjaar goede dekking bie
den. Heggen van witte haagdoorns blyven
zeer lang goed en kunnen zelfs als ze oud
zyn, nog krachtig gesnoeid worden.
Haagbeuken en roode beuken kunnen zon
der moeite zoo hoog en betrekkelijk ook zoo
smal worden gekweekt, als men verlangt.
Voor hooge heggen die bescherming moeten
geven tegen den wind of tegen inkyken uit
naburige huizen, gebruikt men ook linden
en olmen. De gewone liguster, de Japansche
kweepeer, de berberis en de buksdoorn ge
ven dichte heggén van middelmatige hoog
te. Ook de wilde kruisbes is voor dit doel
geschikt, vooral op beschaduwde plekken.
Wy kunnen verder de „Schotsche haagroos"
(rosa rubiginosa) aanbevelen, die in tegen
stelling met den naam in Thuringen thuis
hoort. De bladeren verspreiden een heer
lijke appelgeur, vooral wanneer zy jong en
door regen bevochtigd zyn. Deze struiken
groeien snel en krachtig op lichten grond,
die zooveel mogelijk kalk bevat. De stand
van het grondwater moet niet te hoog zyn.
Men kan er ondoordringbare heggen van
kweeken, die practisch ongevoelig zyn voor
parasieten. Zy mogen echter niet smal ge
snoeid worden. Hetzelfde geld van de buks
doorn (lycium barbarum), die op arme
zand- en grintgronden gemakkelijk uit stek
ken opgroeit. Verder moeten als hegstruiken
nog kornoelje en veldahorn worden ge
noemd. Groenblyvende heggen krygt men
van A axis, thuja, hulst en buksdoorn. Taxis
blijft alleen daar gelykmatig dicht, waar
de heg niet door schaduw wordt getroffen.
Thuja gedyt daarentegen zelfs tusschen
boomen, wanneer de grond maar zorgvuldig
is voorbereid. De struiken ontwikkelen zich
natuurlyk mooier, als ze vry staan.
FILMNIEUWS.
Candidate!! voor den 50.000 dollarprijs der
Wright-Whirlwind Corporation.
Nieuwe recordpoging van Willey Post.
Nog steeds wacht de prys van 50.000 dol
lar, die de Amerikaansche Wright-Whirl
wind Corporation voor de eerste non-stop-
vlucht rondom de aarde heeft uitgeloofd op
zyn gelukkigen winnaar. Naar het schynt,
zyn thans twee bekende lange-afstand-
vligers in ernst van plan de groote sprong
te wagen. De Engelsche overste P. T. Ether-
ton heeft in samenwerking met overste
Blacker e#n plan voor een non-stopvlucht
om de aarde tot in details uitgewerkt. By
hun vlucht over deh Mount Everest deze
beide moedige piloten waren de eerstèn, die
erin slaagden 's werelds hoogste gebergte
over te vliegen hebben zy belangryke
ervaringen op het gebied van de hoogte-
vlucht opgedaan.
En in hoogtevlucht zal waarschynlyk de
eerste non-stopvlucht om de aatde moeten
worden uitgevoerd.
Theoretisch is het plan volstrekt niet on
uitvoerbaar. Volgens het oordeel van erva
ren lange-afstandvliegerp moet het mogelyk
zyn, binnen een tydsbestek van 300 uur de
aardbol te omcirkelen. Een van de grootste
moeilykheden is natuurlyk het meenemen
van de brandstoffenvoorraad. De eenige op
lossing voor dit probleem is in de lucht te
tanken en daarby kunnen zich in de lucht
by ongunstige weersgesteldheid natuurlyk
onoverkomelyke moeilykheden voordoen.
Ook de houder van het snelheidsrecord in
den wereld-rondvlucht. Willey Post, bereidt
momenteel een nieuvro wereldvlucht voor,
waarby hy zich voorstelt met tot dusver
nog ongekende snelheid in de stratosfeer te
vliegen. Het zal de groote vraag zyn, of hy
erin slagen zal beneden zyn huidig record
van 7 dagen en 18 uur te blyven.
Ongetwyfeld zal de geheele wereld, wan
neer Willey Post voor zyn nieuwe record
poging eenmaal zal zyn gestart, met span
ning het antwoord op deze vraag afwach-
Vin ten koning, die lege lucifersdoosje»
Twee boekendieven,
door ARENDT VAN DER MEYLE.
Aan het einde van de vorige eeuw stierf
de Siamese koning Chulalongeoru, waarvan
«•t bekend was, dat hy erg graag lege luci-
'wdoosjes verzamelde. Hy was er ontzet-
tad trots op, dat hy in zyn verzameling
«Ie merken had, die er op de wereldmarkt
koop waren. Diplomaten konden zeker
m een wit voetje by den koning te kry-
W», en al hun wensen vervuld te zien, wan-
tneer zij hem een leeg luciferdoosje bracn-
;rk, dat hy nog niet in zyn
Op een dag verloor deze koning, door die
eigenaardige verzamelhartstocht byna het
'even. Hy was ml. naar Londen gereisd om
den Engelsen koning een bezoek te brengen.
Oew stelde den vreemden gaat twee hove-
'fflgen ter beschikking om hem te begelei-
j en de koning slenterde graag met hen
®°°r de hoofdstraten van deze wereldstad.
Gedurende een dezer 'wandelingen zag hy
Plotseling ih de drukste straat van Londen
H°ndstreet, op de rywieg, een achteloos
geworpen luciferdoosje van een merk,
at nog niet in zyn verzameling voorkwam.
£°nder na te denken sprong hy midden in
je* verkeer op de ry weg om dit „kostbare"
d0««je te pakken te krygen. Met doodsbleke
gezichten stonden de hovelingen als zout-
Puaren op het trottoir te kyken hoe hy
jjj^eiyks ontkwam aan de dood, doordat
J aan de wielen van een auto, die nog
P uitwyken kon, ontsnapte. Maar Chula-
«mgeoru was zo bly als een kind, want hy
■d *ijn doosje! Hy had, verblind door zyn
/**a®elwoede, niet gemerkt in welk ge-
verkeerd had.
Het gebeurt maar al te dikwyis dat ver
zamelaars door hun verzamel-hartstocht
gedreven, van het pad der deugd en dat
der Earlykheid afwyken. Zo byvoorbeeld
boekenliefhebbers, die soms de prachtigste
boeken uit grote bibliotheken stelen.
Zo'n boekendief was de Fransman Jac
ques Milvaux, die door Frederik de Grote,
dank zy een aanbeveling van de Franse
schryver Voltaire, die een tydlang aan het
hof van Frederik de Grote leefde, een be
trekking kreeg als bibliothecaris der konin-
klyke boekeryen. Hy sprak vloeiend zeven
tatón en was een sterrenkundige van groten
Terwyl hy dus deze betrekking vervulde,
viel het de lakeien van Sanssouci op (het
paleis van Frederik de Grote) dat de Frans
man maandelyks pakketten naar Parijs ver
stuurde. De lakeien wendden zfch tot de
postmeester van Potsdam, en déze vond de
zaak eveneens verdacht. Hy lj/t het volgen
de pakjcet daarom ambtshal/ve openen, en
daarin bleken enkele zeer Zeldzame docu
menten te zitten, die het koninklyk stempel
van de bibliotheek van Sanssouci droegen.
De postmeester ging er /lirect mee naar
den koning, om hem het geval te. vertellen.
Frederik liet toen de bibilotheek grondig
onderzoeken en nazien, welke boeken er
nog meer ontbraken, en daarby bleek het,
dat er meer dan honderd kostbare exempla
ren ontbraken, Frederik de Groote wilde
van het geval geen schandaal maken en liet
daarom Milvaux over de grens zetten.
Maar daarmee was de zaak niet afge
daan. De Franse gezant aan het Berlynse
Hof berichtte het voorgevallene aan de
Frans4 koning en Lodewyk de Veertiende
liet de Paryse woning van Milvaux door
zoeken, waar alle vermiste hoeken gevon
den werden. Het gestolen goed werd direct
naar Sanssouci terug gestuurd en de boe
kendief kreeg een zesjarige gevangenis
straf. H« verdronk later bij het baden te
de rivier de Seine. In zyn testament had
hy, als boetedoening, zyn eigen, zeer kost
bare bibliotheek vermaakt aan den koning
van Pruisen. Desalniettemin accepteerde
Frederik de erfenis niet.
De grootste boekendief, die er echter ooit
bestaan heeft, was de Italiaan Graaf Ca-
rucci della Semoja, die in het begin van de
negentiende eeuw professor in de wiskunde
aan de universiteit van Pisa was. Hy moest
deze betrekking opgeven, nadat men hem
van diefstal van boeken uit de universiteits
bibliotheek beschuldigd had. Ook ditmaal
werd van de zaak geen schandaal gemaakt
en werd het geen rechtszaak, zodoende kon
de graaf een betrekking als bibliothecaris
aan de staatsbibliotheek te Parys krygen,
wat heslist niet gebeurd zou zyn, wanneer
het curatorium (bestuur) geweten had van
hetgeen Carucci eens misdreef. Toen hy
op het punt stond van te worden „ontdekt",
verdween hy stilletjes naar Londen en liet
zich door verschillende artsen (klepto
maan" (ziekelyk steelzuchtig) verklaren.
Door deze verklaring kon het bestuur van
de Paryse staatsbibliotheek niets tegen hern
uitvoeren. De gestolen werken werden bo
vendien niet gevonden, dus ontbrak het
voornaamste bewysmateriaal.
De geleerde boekendief keerde toen naar
Italië terug en schreef er een „geschiede
nis der wiskundige wetenschappen", die in
de vakliteratuur een geheel nieuw tydperk
schiep. Door zyn collega's hoog geschat,
woonde de vroegere boekendief in Fiesole,
waar hy in het jaar 1869 stierf. Men is
nooit te weten gekomen, waar de door hem
gestolen boeken gebleven zijn. In zyn erfe
nis was daarvan geen spoor te ontdekken.
Een uitnemend geslaagde film.
„Op Hoop van Zegenhet zoo over- j
bekende, bewonderde tooneelstuk, ciat
Dijna 6én ls geworden met de actrice, die
de iiguur van Kniertje ontelbare malen
heelt vertolkt, mevrouw Esther de Boer
v. Rijk, dat vanaf heden in de Hoiland-
sche -verlilming in het Thalia-Theater
wordt vertoond, is ouder, dan wij ons
realiseeren Herman Heyermans schreel
dit „Spel van de Zee" van 15 October tot
9 December 1900 en zoo is het dus al bij
kans vijf en dertig jaren oud.
Als tooneelstuk ls „Op Hoop van Ze
gen", naar men weet, ontelbare malen
opgevoerd. Chr. Grelinger heelt er een
opara van gemaakt, in boekvorm beleef
de het acht drukken en thans is het
voor de derde maal, dat het in filmbeeld
wordt gebracht.
Den eersten keer dat men dit stuk ver
filmde, was het onder de leiding van
wijlen Maurits Binger, kort na den oor
log. De film die voor dien tijd niet slecht
was te noemen had geen overmatig suc
ces.
Den tweeden keer was het de Ufa, die
onder den titel „Die Fahrt ins Verder-
ben" een vrije (maar niet overmatig al-
wijkende) bewerking van het stuk den
lilmvorm verleend heeft. Zij heette in
Nederland te spelen, maar kon uiteraard
het wezenlijk Nederlandsch karakter niet
bieden.
Gansch en al losgemaakt van de tllml-
sche- kwaliteiten van de derde versie
dient men deze nieuwe verfilming te be
schouwen als iets kostbaars. Ze bezit
documentaire waarde, wijl ze, zoo zegt
de filmcriticus van het Vaderland, de
heer Luc. Willink terecht, voor het nage
slacht de kunst vastlegt van Esther de
Boer van Rijk. Half Nederland heeft haar
creatie van Kniertje bewonderd, ieder
houdt van deze knappe en moederlijke
actrice. En nu zal haar kunst in den
vorm van een harer mooiste rollen, niet
later in een verwijderde toekomst, met
haar ten grave dalen, maar zij zal be
waard blijven. Dat is iets waarvoor we
dankbaar moeten zijn en het initiatief
tot deze film prijzen!
De herinnering aan tal van groote Ne-
derlandsche acteurs en actrices, die van
ons zijn gegaan, verbleekt onherroepelijk
met het klimmen der Jaren. Het spel van
een Bouwmeester en een Royaards is
teloor gegaan met den dood dezer kun
stenaars. Maar Esther de Boer van Rijk
is thans vereeuwigd .op een wijze, waar
mee men verheugd kan zijn en dat ook
stellig de actrice zqlf voldoening zal
geven.
Eigenaardig ls het dat een niet onbe
langrijk deel van het publiek er toe ge-
Linzensoep.
v ons linzen, ltó L. water, 2 uien,
bosje seldery, 1 eetlepel gehakte peterselie,
1 eetlepel bloem, 1 kopje melk, peper, zout,
50 gr. margarine.
We weeken de gewasscrien linzen daags
tevoren in 1& L. water en zetten ze den
volgenden dag op met de gewasschen en
gesneden seldery en de schoongemaakte
gesnipperde ui en laten dit samen geduren
de anderhalf uür koken, totdat de linzen
gaar zyn. We plaatsen een zeef op een pan,
gieten hierin de linzen, de uien en de sel
dery en wryven dat door de zeef, voegen
het kooknat erby, dat aangevuld moet wor
den met water tot l\*i L. in ue eerste pan
smelten wy de boter, vermengen deze met
de volle eetlepel bloem en gieten langzaam
roerende het vocht by, dat met de puree
is vermengd, laten de soep een minuut of
vyf doorkoken, nemen de pan van het vuur
en roeren er de melk en het zout naar
smaak by.
We presenteeren by deze soep reepjes
toast of dobbelsteentjes gebakken brood.
Stannppot van uien, aardappelen
en rijst.
500 gr. mager pepelspek, 2 K.G. uien, 1%
K.G. aardappelen, 2 theekopjes ryst, peper,
zout, 2 theekopjes melk.
De uien worden ontdaan van de buitenste
huidjes en dn een teiltje met water in vieren
of achten gesneden, daarna gewasschen en
in een pan gedaan met het gewasschen
pekelspek in het midden ^j/^echts even
bedekt met water, waarna over \et geheel
de goed gewasschen ryst gestroiid wordt,
aan de kook brengen en het viAir daarna
zoozeer temperen, dat het slechts zachtjes
blijft koken. We moeten vooral zorgen, dat
er na het gaar zyn niet veel water in de
pan is, doch het zooveel mogelyk laten ver
koken. We zetten het gerecht liever met
zoo weinig mogelyk water op en gieten zoo
noodig wat bij. De aardappelen worden
met zout gaar gekookt, gestampt en ver
mengd met twee kopjes melk, zoodat wc
een puree-achtige massa verkrijgen. Het
spek wordt uit de uien gehaald (mocht er
nog vocht op zyn, dan wordt dit in de jus-
kom gedaan) en deze met de aardappelen
vermengd, peper en eventueel nog zout
naar smaak. Het spek aan plakken gesne.
den opdienen met aan weerszijden sneedjes
roggebrood.
Gekruide haverm&utkoekjes.
175 gr. bloem, 1 theelepel bakpoeder,
zout, 75 gr. boter, 125 gr. suiker, 75 gr.
rozijnen, 1 theelepel gemalen kruidnagelen,
2 eetlepels fijne kaneel, mespunt gember
poeder, 50 gr. gehakte okkernoten, 3 eieren,
komen ls het tooneelstuk Op Hoop van
Zegen te gaan vereenzelvigen met de
iiguur van Kniertje. Dit ls voor de tragé
dienne een compliment dat zij verdient,
maar tevens een onrecht Jegens den
schrijver. Want de toen jonge Heyermans
betoonde zich in dit stuk een even krach
tig als iair partijganger. Reeder Bos was
zijn vijand én dien viel hij met felheid
aan, maar hoe waardig heeft hij hem
behandeld! Hij heeft van deze Bos geen
Satan gemaakt, maar 'n levend mensch,
zooals zfe er heden ten dage nog tallooze
zijn.
Ook Kniertje is heel wat méér dan etn
wanhoopsfiguur. Haar zoo positieve op
vattingen zijn duidelijk genoeg gegrift
door Heyerman's sterke pen, hij heeft
haar een karakter gegeven, oud, arm,
moe, maar niet zonder veerkracht. En
als zij den bangen jongen naar zijn schip
zendt, ontwikkelt zij den moed, die in
elk braaf mensch heerscht, als hij voor
zijn overtuiging vecht.
Heyermans' meesterwerk is, we zeiden
het reeds, reeds eenige malen verfilmd,
doch in een periode, toen de Nederland-
sche filmkunst het stadium van het di
lettantisme nog niet had overschreden.
Merkwaardig genoeg was het ook toen
de heer A. Benno, die het initiatief tot
deze verfilming had genomen.
Inmiddels is de geluidsfilm gekomen
en heeft men aan de Duivendrechtsche-
kade te Amsterdam een Nederlandsch
filmbedrijf opgebouwd, dat, hoewel het
moet werken met beperkter middelen
dan de groote studio's in het buitenland,
reeds in. staat is gebleken, een product
te vervaardigen, dat in technisch op
zicht niet voor dat uit het buitenland
behoeft onder te doen.
Naast den regisseur Benno was tweede
regisseur en camera-man Lach, die meer
dan tien Jaar filmervaring uit de groot
ste studio's van Europa heeft meege
bracht. Tweede camera-man was onze
landgénoot Henk Alsem.
Met mevr. Esther de Boer van Rijk
treden in de film op: Annie Verhulst als
Jo, de jeugdige Cissy van Bennekom als
Mariet.ie en Aaf Bouber als Truus. De op
standige Geert werd gespeeld door Frits
van Dongen en Jan van Ees vervult de
rol van Barend.
Een belangrijke plaats wordt in de
film ingenomen door den ouden Simon,
een scheepstimmerman, wiens rol werd
gespeeld door Willem Hunsche, die eeni
ge dagen nadat zijn werk aan deze film
voltooid was, uit het leven werd wegge
rukt. De beide diakenhuismannetjes zijn
Aug. Ktehl en Ant. Verheyen, de reeder
Bos is Willem van der Veer en zijn vrouw
mevrouw S. de Vries—de Boer.
3 eetlepels melk.
Deze gekruide havermoutkoekjes zyn niet
alleen smakelyk, doch ook voedzaam, dus
uitstekend geschikt om steeds een trom
meltje by de hand te hebben. We roeren
boter en suiker tot een roomachtig geheel
in een verwarmde kom, voegen een voor een
de eieren by, zout en de havermout. De
bloem en (bakpoeder of het zelfryzend bak
meel, dat we eveneens kunnen gebruiken,
wordt met de kruiden gezeefd en lepelsge-
wyze met de melk by de overige ingrediën
ten gevoegd, evenals de gehakte okkernoten
en het stijfgeklopte eiwit. Een bakblik
wordt ingevet en met een theelepeltje leg
gen we op kleine afstanden hoopjes van
deeg, waarna we de koekjes 15 minuten in
een middelmatig warmen oven laten bak
ken, daarna met een mes van het blik nemen
en af laten koelen.
Rijst met rozijnen.
1 L. melk, 1 kopje 'ryst, tikje zout, ci-
troenschilletje.zoo noodig wat custardpoe-
der, 100 gram suiker, 100 gram sunmaid-
rozynen, 50 gram gehakte noten.
We brengen de melk met het citroenschil
letjes aan de kook, strooien er de gewas
schen rijst in en laten ze zachtjes gaar
koken, lossen er daarna de suiker in op.
Mocht de rijst gaar zijn en het jfeheel
toch nog te vochtig, dan roeren we er een
papje door van 1 eetlepel custardpoeder
aangemaakt met wat water en laten de
rjjstemelk nog even doorkoken. De rozijnen
worden fyn gehakt en gelykmatig met de
rystmassa vermengd, die overgebracht
wordt in een glazen schaal en bestrooid met
gehakte hazel- of okkernoten. Warm of
koud opdienen.
ZONDAG: Vermicellisoep, kalfsgehakt, dop
erwten, aardappelen, bananenvla.
MAANDAG: Haché, bieten, aardappelen,
appelryst.
DINSDAG: Kaasbroodjes, varkenslapjes,
knolraap, aardappelen.
WOENSDAG: Gemarineerde runderlapjes,
gestoofde pre^, aardappelen, beschuit
DONDERDAG: Mager pekelspek, stamppot
van uien, aardappelen en rijst.
VRIJDAG: Tomatensoep, warme gevulde
eieren met kaassaus, spaghetti, andyvie-
sla.
ZATERDAG: Gebakken spek, kapucijners,
aardappelen, sinaasappelen.