Bevordering van de volksmuziek. Een pleidooi voor heggen. Op Hoop van Zegen. Rondom de aarde zonder te landen. Eigenaardige mensen. Verschillende Recepten. Menu's van den dag. Een nieuwe bloeiperiode op komst. l er get en melodieën herleven. De strijd tegen gekunsteldheid. Het zal welgaan niemand ontgaan z«n, dat er in Duitschland onder het niduvve bewind nog meer dan tevoren aandacht wordt geschonken aan het volkslied. Den laatsten tijd wordt er zelfs gestreefd naar een'systematisch laten herleven van den volksliederen schat, die- met name in* Duitschland 000 bijzonder rijk is. Dit doel tracht men in de eerste plaats te bereiken door middel van den omroep. De taak welke hierbij aan de samensteller? der programma's wordt opgelegd, is niet zoo eenvoudig, als de buiten staander misschien zou meenen. Al lereerst diept uit den overvloed van materiaal datgene te worden uitge kozen, dat op zichzelf beschouwd en tevens voor den microfoon geschikt is. Niet alle volkslieden-en uit ouden tjjd hebben in de twintigste eeuw nog levensvatbaarheid. De luisteraar heeft er weinig aap, dat een uitge zonden lied zeer oud is of een groote filologische waarde heeft. Niet de ouderdom van een vergeten melodie geldt dus als maatstaf voor haar waarde, doch de, duur van het tijd perk, waarin die melodie door het volk werd gezongen en in h^t volk heeft geleefd. Er wordt dan ook me nig volkslied uitgezonden, dat nog heelemaal zoo oud niet is. Dit stand punt is te billijken, want het gaat tenslotte niet om liefhebberijen van geleerden, die/ uitsluitend op weterï- schappelijken grondslag werken, maar om het gros van de luisteraars, aap wie materiaal moet worden geboden, dat ook nog in dezen tijd geschikt is% om tot nieuw levefn te worden gewekt. Er bestaat op dit gebied slechts één groote vijand, n.l. verveling. De omroep heeft nu tot taak om den nog ongevormden smaak van de luisteraars te beïnvloeden deze voor de zaak van het volkslied te winnen. Een juiste keuze van melodieën is daarvoor niet genoeg; zij moeten, ook aan den luisteraar worden voorgezet in dein meest aantrekkelijken vorm. De bewerking der melodieën wordt, DE NEDERLANDSCHE AUTEUR JAN FABRICIUS wiens nieuwste stuk '„At 8 A M" in het Embassy-theater te Londen tboeZti aaJhTTt a.eb™ht'Het stuk heeft toeschouwers zeer geooeia en aan het slot is hek langdurig toegejuicht. vaneZnW7nlteZenh üif* fe/ecement ..Times" over de gave hvewU F AlA tooheelschrvver om, in het Engelsch schrijvende, tnnvZr T personen te scheppen. „Aan zijn ervaring van het Enaeïlch de .;nmes „heeft hij een ongiemeen begrijpen van den XrAtJZoZi AAZ ZZ M bijz0nder dwZr ZgelsX kal akterkronkels, die Galsworthy met zooveel voorliefde interpreteerde. om het karakter van volkslied onaan getast te laten, niet verricht volgens de routine der conservatoriumkunst, want hierdoor zouden zij hun oor spronkelijke frischheid en hun geheel eigt^n bekoring verliezen. Vaak wordt de bewerking dan ook opgedragen jaan een practisch werkzaam volks- iriusjcus, die zich vanzelf zal aanpas sen bii de vormen der lichte muziek, waarvan de luisteraars zfch nu een maal door de gewoonte hebben ge hecht. Ook de volksinstrumenteii laat i men daarom bij deze bewerkingen op den voorgrond treden. Of een muziekinstrument tot eeli volksinstrument wordt, is voorname lijk afhankelijk van de kosten van aanschaffing. De verdienste van het volksinstrument is dan ook, dat het de breede massa in staat sveit om mu ziek te beoefetnen. Omgekeerd heeft echter ook de volksmuziek zich aan gepast bij de speeimethoden van deze voiksinstrumenten en by de effecten, die daarmee bereikt kunnqn worden. Het is een zeer verbreide misvatting, dat het volk in dit opzicht conserva tief is en geen aanpassingsvermogen bezit. De meeste volksinstrumenten Zijn echter van betrekkelijk laten da tum. Voorbeelden zijn o.iu. de klari net van de Beiersche boerenkapellen, de cither, die nog slechts 150 jaar in gebruik is en met name de handhar monica, die eerst enkele jaren geleden haar triomftocht door Duitschland is begonnen. EERSTE HULP. Eerste Hulp: Ga vlug naar den dokter. De man is er ernstig ian toe. De Gewonde: En vergeet niet den kurketrekker mee te brengen. hem terug. Hjj is weg, zei ze tragisch, het meisje zag hem liggen met nog een paar brieven en gooide hem in de bus. Kunnen we hem nog onder scheppen Else dacht na. Ik ken den oude/n postbode van A. Als we morgen voor acht uur daar zijn, kunnen we hem den brief op vragen. Goed, dan leen ik een auto van een vriend en we vertrekken om zeven uur. De auto van Egbert's, vriend was j eenigszins bejaard en, evenals som- mige bejaafde menschen, onderhevig aan kuren em streken. Om halfzeven vertrokken Else, weggeslipt uit huis I en Egbert, overtuigd dat zé zeeën van I tjjd hadden. Om zeven uur stonden ze ergens op een eejnzamen landweg 1 en zeiden onaangename dingen over „vodden van auto's die steunend en kruipend een eind afleggen en het dan opeens vertikken". Om half acht j veranderde het karkas van meening en sukkelde weer verdér. Even voor acht arriveerden ze in A., buiten zich- zelf van opwinding, j Daar is hij, gilde Else. Een rustieke postbode kwam den, J dorpsweg af, zag Else en bleef staan. J Wel... juffrouw Heibering..., j bent u hier? Vader Halm, heb je een brief I van mij aan meneer Vos? De oude man glimlachte gerust stellend. Al bezorgd, juffrouw.'., heeft oude vader Halm gauw voor getzorgd. Ik zien het handschrift en denk zoo, hé, een brief van een dame voor me- neer Vos, denk ik zoo en kijk naar s|e afzender en zié uw naam en denk ik zoo, die zal ik nu es e/xtra vlug voor I juffrouw Else bezorgen. De auto, puffend, hijgend, knorrig en recalcitrant, voerde twee gebroken harten met zich mee. De dagen verliepen. Else kwam niet meer dp de bank. Egbert ver wonderde zich eiken morgen dat zijn haar nog niet grijs werd. Daar op een dag viel tusschen en kele papieren uit ^en brief. Egbert nam hem op, las enkele regels, staarde er een tijd op en begreep. Else had een leege enveloppe gestuurd naar A., had den brief, met vrouwelijke non chalance, tusschen haar papieren la ten slingeren en... Het dienstmeisje van de Heiberings was heel verbaasd een zoo hevig-op- gewonden meneer te zien aih-iveeren die de dochter des huizes wenschte te spreken. In den salon overhandigde Egbert haar zonder een woord den brief. Else begon te schreien, ditmaal van vreugde. En ik... die maar niet begreep waarom hij niet antwoordde... en al bang was... dat hij zelf zou komen! De deur ging open. Egbert voelde elven een lie^te siddering in zijn bee- nen. Maar het was als klonk hem een bemoedigende stem in de ooren: Wees flink... hoofdzaak is, dat twee menschen van elkaar houden. A Meneer, zei hij met den moed der wanhoop, ik kom u mijn aan staande vrouw voorstellen. Ik... ik hoop dat u ze* geschikt zult vjnden voor den omgang van voorname fa milies... Enne... de hoofdzaak is toch 1 maar... j Meneer Heiibering was een verstan- dig man. Hij keek eens naar Else, keek naar Egbert en zei bedaard; - Het schot in het panopticum. Zijn evenbeeld aan scherven geschoten en daarita zelf gedood. In de misdadigersafdeeling. Gores' veel bezocht panopticum in New- York is dezer dagfen het tooneel van een tragische gebeurtenis geweest. Midden on der de wassen poppen is de 35-jarige Jimmy Percing door twee oppassers, die dienst deden in de misdadigersafdeeling, doodge- Er werden al spoedig cither- en mandolineclubs, handharmonica-ver- eenigingen e.d. opgericht. Het ver- eenigingsleven kwam echter lang niet altijd ten goede aan de volksmuziek als zoodanig. De clubs streefden er naar, niet langer volksmuziek ten ge- hoore te brengen, doch integendeel datgene, wat zoo treffend juist salon- muziek wordt genoemd. Hierin wil men nu verandering brengen en dat zal ook wel gaan, want de clubs ken nen tegenwoordig geen grootere glo rie, dan voor den microfoon te mogen optreden en dan moeten zy natuur lijk ook rekening houden met de op vattingen, die door de leidende figu ren van den omroep worden voorge- £)e artistieke leiders van den zen der te München gaan reeds twee jaar lang volgens deze opvattingen tè werk. Zy hebben in dien tijd een schat van oude volksmelodieën bij eengebracht, gedeeltelijk uit moeilijk toegankelijke verzamelingen. Hierbij werd niet alleen gejdacht aan het. eigenlijke volkslied, doch ook aan de instrumentale muziek. Kort geleden werden bijv. in Neder-üeiea*en een honderdtal duo's opgediept. Deze volksmuziek heeft vaak een ongeschikten vorm, waardoor zij op het publiek van de(n tegenwoordigen tijd geen indruk kan maken. Voor ge makkelijk aan te hooren en artistieke bevredigende bewerkingen, die aan het oorspronkelijk ,karakter der mu ziek geen afbreuk doen, heeft de' di rectie van dezen zeiler een aantal medewerkers in dienst, die bijzonder gqschikt zijn voor dit werk. Ook de samenstelling der radio-orkestjes, di^ deze muziek ten gehoore moeten bren gen, is origineel en in Overeenstem ming met de eischen der volksmuziek,. Twee jaar "geleiden trad vcfor het eerst een ensemble van viool, bando neon, cither, guitaar en bas op, een combinatie, die vooral voor den mi crofoon zeer goed voldodt, als de prac- tijk nu ook ruimschoots heeft bewe zen. In den afgeloopen herfst kwam er een boerenkapel bij, die ten doel heeft, om viaxien microfoon een gun stigen invloed te hebben op de mU" ziekbeoefening op het*, platteland en te laten hooren, dat men zeer goed goed kan musiceeren zonder g0ed. koope effectjes. De samenstelling dezetr kapel zal echter binnenkort ge wijzigd worden, aangezien de erva ring^ de wenschelijkheid heeft aange toond. Het ensemble zal voortaan echter uitsluitend uit blaasinstrumen ten bestaan, de- strijkinstrumenten gaan eruit. Verder treedt er voor den microfoon geregeld een trio van drie mooie stemmen op, dat de liederen schat van het Alpengebied met cither- begeleiding ten gehoore brengt. Al lerlei goede volkszangers en kleine ensembles krijgen verder de gelegen heid, om voor den microfoon op te treden, terwijl er dit winterseizoen nog een zeptal volkskunstavonden ter plaatse werden georganiseerd. Daar bij werden plaatselijke virtuozen ep oude volksinstrumenten, nieuwe vo cale ensembles en origineele platte landskapellen ontdekt Deze avonden VROEG WIJS. Bezoeker: Zeg kindje, is moeder thuis? Zusje: Vraag het maar aan het meisje, die weet wat ze U antwoorden moet! vonden veel bijval bij de luisteraars en dragen er ongetwijfeld veel toe bij om de volksmuziek tot nieuwe ont wikkeling te brengen en haar te be- vrijdejn van het gekunstelde, dat er helaas vaak aankleeft. Zwart met witte avondjapon van taf zijde. De cosaque is van witte zijde Een mooie robe van bleu tafzijde. schoten. Aan dit drama ligt een ongewone voorgeschiedenis ten grondslag. Michael Gores heeft zoo schrijft het Vad. een vijftien jaar geleden zyn pa nopticum, dat wel niet tot de grootste, maar wel tot de modernste in zijn soort behoort, opgericht. Het omvat de goedgeslaagde wassen evenbeelden van welhaast alle per- sonen, die in de geschiedenis en het' pu blieke leven der Unie van Columbus tot J President Roosevelt toe een rol hebben ge- l speeld. Een speciale zaal is gewijd aan de millionaire, een tweede aan de uitvinders. In een derde staan de wassen beelden van de beruchtste misdadigers der laatste de cennia. Een bizondere aantrekkingskracht van het panopticum vormde een robot, een reusachtige kerel, die elk uur door de zalen stapt, altijd voor een paar vitrines bleef staan en dan dank zy een in zijn buik aan gebrachte gramofoon humoristische rede voeringen over de beteekenis van eenjge wassen beelden hield. Dat was een groot succesnummer en de zaak bloeide. Gores had twee jaar geleden den jongen Percing, zoon van een bekende, maar ver armde familie, als directeur van zijn in richting aangesteld. Hy stelde in hem een vertrouwen, dat Percing in geen enkel op zicht rechtvaardigde. Zes maanden na zijn benoeming ging hij er met 500 uit de kas van door. Gores, die met vaderlijke liefde aan Percing hing, diende geen aanklacht in, liet hem Opsporen met veel moeite, beloof- hem te vergeven, als hij weer zijn be- Ülkkin* aanvaardde en Percing, die zijn er doorgebracht had, gaf daar gevolg slechts enkele maanden later had Go- 3 enkele maanden later had Go- Tweer "gelegenheid zyn grootmoedigheid te bewijzen. De jonge man maakte op een wissel Gores' naam na. En toen die zaak' uitkwam, betaalde Gores hem, nadat Per- plechtig beloofd had, dat deze streek jijn laatste zou zijn. Haar Percing hield zijn woord niet. En- ,eie maanden na dit intermezzo ontvoerde hij de Xlochter van zijn weldoener. Weer trokken de detectives er op af, tot het hun gelukte de verblijfplaats van het tweetal te Ontdekken. Papa Gores liet, zooals niet an ders te verwachten was, genade in plaats van recht gelden tegen den onverbeterlijke. ,Hij dwong hem enkel te trouwen met de geschaakte, een wensch, waar Percing te Lreeder gevolg aan gaf, omdat Gores in zijn onwankelbaar optimisme zijn dochter een respectabelen bruidschat gaf. Percing wilde zich met dat geld zelfstandig vestigen en dat deed hij op bijzondere wijze. Vlak bü Gores' panopticum richtte hij er ook een op met het geld dat Gores had gegeven. 'Deze onverwachte streek was een zware slagboor Gores, die nu op wraak zon. Den bezoekers van Gores' panopticum wachtte dezer dagen een verrassing. De misdadigerszaal kreeg een nieuwe beziens waardigheid. Tusschen de wassen busten vin staatsvijand nummer I Dillinger en den vrouwenmoordenaar Landru stond het was sen beeld van een jongeman. Het bordje aan üjn voeten vertelde: Percing, de grootste misdadiger der 20e eeuw. De bezoekers had den wel nooit van Percing gehoord, maar ook deze nieuweling, die ze klaarblijkelijk voor staatsmisdadiger nummer 2 hielden, vond zijn bewonderaars. Acht-en-veertig uur later drong Percing met twee vrienden even voor het sluitingsuur de misdadigers- zaal binnen en vuurde op zijn eigen buste drie schoten af, welke de pop verbrijzelden. Twee oppassers snelden toe. In hun eersten schrik meenden ze met een waanzinnige te doen te hebben en openden op hem een trommelvuur. Percing viel naast zijn was sen evenbeeld, dat hij geveld had, neer en bleef dood liggen. Zijn levensroman, welke in het panopticum begonnen* was, is daar ook geëindigd. RIJLES IN DE MANEGE. Pikeur: Uw houding is perfect. Maar ik geloof dat U te veel naar achteren zit. LUCHTVAART. Nieuw vliegveld op Aruba. Tweemaal per week vliegt de Snip thans van Curasao naar Aruba, waar hij landt op het vliegveld Savoneta bij Sint Nlcolaas. Savoneta is aan zee gelegen en gedu rende den regentijd niet altijd goed bruikbaar. Het Gouvernement van Cura- ?ao en Onderhoorigheden heeft daarom, In overleg met den K.L.M. vertegenwoor diger in West-Indlé, den heer L. F. Bou- man, terstond den aanleg van een nieuw vliegveld overwogen. "Thans is een aanvang met de werk zaamheden gemaakt. Het veld zal vóór den regentijd gereed zijn. Uit deze voorbeeldige activiteit blijkt wel, dat men in de West het werk van de KX.M. op prijs stelt. Mooi en practisch. Welke soort kiezen wij? door M. CLAESEN. Menigeen duldt geen boomen of struiken op zgn land, omdat zjj plaats innemen, die misschien geld zou kunnen opbrengen, wan neer zp beplant werd. Om dat geringe ver schil m de oogst van het land doet men niet alleen afstand van een groot stuk lente- schoon, doch men geeft ook de vogels aan- merkelyk minder gelegenheid om te neste len en voedsel te vinden. Een landbouw- bedrpf kan ook te rationalistisch worden opgezet, zoodat het gewenschte en oor spronkelijk ook aanwezige evenwicht in de levende natuur wordt verstoord. Het gevolg daarvan is nadeel door scha delijke insecten en plantenziekten. Vele na tuurkenners zijn reeds tot de conclusie ge komen, dat het bespuiten met grodte hoe veelheden giftige chemicaliën op den duur weinig baat en dat men veel verstandiger zou doen, het natuurlijke evenwicht te her stellen door terug te keeren tot de oorspron kelijke toestanden. Het onnatuurlijk de overhand nemen van bepaalde insectensoor ten wordt dan vanzelf voorkomen. Bij dit streven naar natuurlijker levens omstandigheden voor plant en dier is de heg een belangrijk hulpmiddel. De uitgave voor jonge struiken, zooals men voor heg gen noodig heeft, is geen bezwaar. Voor de eerste jaren heeft men echter ook een prikkeldraadafzetting noodig om de nog lage heg te beschermen. De onkosten hier voor zijn echter niet zoo groot, dat zij een belemmering behoeven te zijn. De ijzer- draden blijven in de heg, ook wanneer de paaltjes reeds weggerot zyn. Tegen heggen wordt ook nog weieens het vooroordeel ge uit, dat de wortels zich te ver naar weers kanten uitstrekken en het daardoor onmo gelijk maken om dichtby de heg gewassen aan te planten. Dit ruimteverlies zal ech ter alleen in zeer kleine tuinen voelbaar zyn. Wy kunnen dus alles by elkaar geno men zeggen, dat de heg als erfafscheiding goedkoop, practisch, mooi en van groote biologische waarde is. Op andere erfafschei- dingen heeft zy voor, dat zy goedkoop is in'het onderhoud en het daarachter liggen de terrein tegen wind beschut. Wanneer men doornstruiken neemt, zyn de heggen bovendien ondoordringbaar. Ook wanneer de grond bemest moet worden en dat zal voor het planten van een heg meestal het geval zyn is de aanleg van een heg nog goedkoop in vergelyking met kunstmatige erfafscheidingen. Een aanplanting van vele dicht naast el kaar gezette struiken, die mettertyd een dichte, groene wand moeten vormen, heeft natuurlyk voedzame grond noodig, zoodat de struiken zich krachtig kunnen ontwik kelen. De resultaten van een goede voorbe reiding worden spoedig openbaar. Men werpt een plantgroeve uit van 40 50 c-M. breedte en 30 A 40 c-M. diepte en vult deze naderhand op met een grootere of kleinere hoeveelheid oude mest en klei- of kalkhou- dende kompost, al naar gelang van de grondsoort. De struiken moeten 2 of 3 jaar oud zyn. Oude struiken vertoonen vaak reeds in het eerste jaar kale plekken, men is dan gedwongen, om de geheele aanplan ting op 20 c.M. hoogte af te snijden en de doode struiken door nieuwe te vervangen. Bovendien is het planten van oude struiken geen voordeel, aangezien zy door jongere in enkele jaren worden ingehaald. Onder de struiken, die in den vorm van heggen goed kunnen gedijen, staat de witte haagdoorn bovenaan. Hy groeit in eiken grond, die niet arm en niet buitengewoon nat of droog is. Kalkhoudende grond is echter het beste. De vry broedende vogels geven aan deze struik de voorkeur by het bouwen van hun nesten, tenminste wanneer de heg behoorlijk is gesnoeid. Alleen voor de vroegste broedsels geven zy de voor keur aan. dennen, omdat deze ook in het begin van liet vóorjaar goede dekking bie den. Heggen van witte haagdoorns blyven zeer lang goed en kunnen zelfs als ze oud zyn, nog krachtig gesnoeid worden. Haagbeuken en roode beuken kunnen zon der moeite zoo hoog en betrekkelijk ook zoo smal worden gekweekt, als men verlangt. Voor hooge heggen die bescherming moeten geven tegen den wind of tegen inkyken uit naburige huizen, gebruikt men ook linden en olmen. De gewone liguster, de Japansche kweepeer, de berberis en de buksdoorn ge ven dichte heggén van middelmatige hoog te. Ook de wilde kruisbes is voor dit doel geschikt, vooral op beschaduwde plekken. Wy kunnen verder de „Schotsche haagroos" (rosa rubiginosa) aanbevelen, die in tegen stelling met den naam in Thuringen thuis hoort. De bladeren verspreiden een heer lijke appelgeur, vooral wanneer zy jong en door regen bevochtigd zyn. Deze struiken groeien snel en krachtig op lichten grond, die zooveel mogelijk kalk bevat. De stand van het grondwater moet niet te hoog zyn. Men kan er ondoordringbare heggen van kweeken, die practisch ongevoelig zyn voor parasieten. Zy mogen echter niet smal ge snoeid worden. Hetzelfde geld van de buks doorn (lycium barbarum), die op arme zand- en grintgronden gemakkelijk uit stek ken opgroeit. Verder moeten als hegstruiken nog kornoelje en veldahorn worden ge noemd. Groenblyvende heggen krygt men van A axis, thuja, hulst en buksdoorn. Taxis blijft alleen daar gelykmatig dicht, waar de heg niet door schaduw wordt getroffen. Thuja gedyt daarentegen zelfs tusschen boomen, wanneer de grond maar zorgvuldig is voorbereid. De struiken ontwikkelen zich natuurlyk mooier, als ze vry staan. FILMNIEUWS. Candidate!! voor den 50.000 dollarprijs der Wright-Whirlwind Corporation. Nieuwe recordpoging van Willey Post. Nog steeds wacht de prys van 50.000 dol lar, die de Amerikaansche Wright-Whirl wind Corporation voor de eerste non-stop- vlucht rondom de aarde heeft uitgeloofd op zyn gelukkigen winnaar. Naar het schynt, zyn thans twee bekende lange-afstand- vligers in ernst van plan de groote sprong te wagen. De Engelsche overste P. T. Ether- ton heeft in samenwerking met overste Blacker e#n plan voor een non-stopvlucht om de aarde tot in details uitgewerkt. By hun vlucht over deh Mount Everest deze beide moedige piloten waren de eerstèn, die erin slaagden 's werelds hoogste gebergte over te vliegen hebben zy belangryke ervaringen op het gebied van de hoogte- vlucht opgedaan. En in hoogtevlucht zal waarschynlyk de eerste non-stopvlucht om de aatde moeten worden uitgevoerd. Theoretisch is het plan volstrekt niet on uitvoerbaar. Volgens het oordeel van erva ren lange-afstandvliegerp moet het mogelyk zyn, binnen een tydsbestek van 300 uur de aardbol te omcirkelen. Een van de grootste moeilykheden is natuurlyk het meenemen van de brandstoffenvoorraad. De eenige op lossing voor dit probleem is in de lucht te tanken en daarby kunnen zich in de lucht by ongunstige weersgesteldheid natuurlyk onoverkomelyke moeilykheden voordoen. Ook de houder van het snelheidsrecord in den wereld-rondvlucht. Willey Post, bereidt momenteel een nieuvro wereldvlucht voor, waarby hy zich voorstelt met tot dusver nog ongekende snelheid in de stratosfeer te vliegen. Het zal de groote vraag zyn, of hy erin slagen zal beneden zyn huidig record van 7 dagen en 18 uur te blyven. Ongetwyfeld zal de geheele wereld, wan neer Willey Post voor zyn nieuwe record poging eenmaal zal zyn gestart, met span ning het antwoord op deze vraag afwach- Vin ten koning, die lege lucifersdoosje» Twee boekendieven, door ARENDT VAN DER MEYLE. Aan het einde van de vorige eeuw stierf de Siamese koning Chulalongeoru, waarvan «•t bekend was, dat hy erg graag lege luci- 'wdoosjes verzamelde. Hy was er ontzet- tad trots op, dat hy in zyn verzameling «Ie merken had, die er op de wereldmarkt koop waren. Diplomaten konden zeker m een wit voetje by den koning te kry- W», en al hun wensen vervuld te zien, wan- tneer zij hem een leeg luciferdoosje bracn- ;rk, dat hy nog niet in zyn Op een dag verloor deze koning, door die eigenaardige verzamelhartstocht byna het 'even. Hy was ml. naar Londen gereisd om den Engelsen koning een bezoek te brengen. Oew stelde den vreemden gaat twee hove- 'fflgen ter beschikking om hem te begelei- j en de koning slenterde graag met hen ®°°r de hoofdstraten van deze wereldstad. Gedurende een dezer 'wandelingen zag hy Plotseling ih de drukste straat van Londen H°ndstreet, op de rywieg, een achteloos geworpen luciferdoosje van een merk, at nog niet in zyn verzameling voorkwam. £°nder na te denken sprong hy midden in je* verkeer op de ry weg om dit „kostbare" d0««je te pakken te krygen. Met doodsbleke gezichten stonden de hovelingen als zout- Puaren op het trottoir te kyken hoe hy jjj^eiyks ontkwam aan de dood, doordat J aan de wielen van een auto, die nog P uitwyken kon, ontsnapte. Maar Chula- «mgeoru was zo bly als een kind, want hy ■d *ijn doosje! Hy had, verblind door zyn /**a®elwoede, niet gemerkt in welk ge- verkeerd had. Het gebeurt maar al te dikwyis dat ver zamelaars door hun verzamel-hartstocht gedreven, van het pad der deugd en dat der Earlykheid afwyken. Zo byvoorbeeld boekenliefhebbers, die soms de prachtigste boeken uit grote bibliotheken stelen. Zo'n boekendief was de Fransman Jac ques Milvaux, die door Frederik de Grote, dank zy een aanbeveling van de Franse schryver Voltaire, die een tydlang aan het hof van Frederik de Grote leefde, een be trekking kreeg als bibliothecaris der konin- klyke boekeryen. Hy sprak vloeiend zeven tatón en was een sterrenkundige van groten Terwyl hy dus deze betrekking vervulde, viel het de lakeien van Sanssouci op (het paleis van Frederik de Grote) dat de Frans man maandelyks pakketten naar Parijs ver stuurde. De lakeien wendden zfch tot de postmeester van Potsdam, en déze vond de zaak eveneens verdacht. Hy lj/t het volgen de pakjcet daarom ambtshal/ve openen, en daarin bleken enkele zeer Zeldzame docu menten te zitten, die het koninklyk stempel van de bibliotheek van Sanssouci droegen. De postmeester ging er /lirect mee naar den koning, om hem het geval te. vertellen. Frederik liet toen de bibilotheek grondig onderzoeken en nazien, welke boeken er nog meer ontbraken, en daarby bleek het, dat er meer dan honderd kostbare exempla ren ontbraken, Frederik de Groote wilde van het geval geen schandaal maken en liet daarom Milvaux over de grens zetten. Maar daarmee was de zaak niet afge daan. De Franse gezant aan het Berlynse Hof berichtte het voorgevallene aan de Frans4 koning en Lodewyk de Veertiende liet de Paryse woning van Milvaux door zoeken, waar alle vermiste hoeken gevon den werden. Het gestolen goed werd direct naar Sanssouci terug gestuurd en de boe kendief kreeg een zesjarige gevangenis straf. H« verdronk later bij het baden te de rivier de Seine. In zyn testament had hy, als boetedoening, zyn eigen, zeer kost bare bibliotheek vermaakt aan den koning van Pruisen. Desalniettemin accepteerde Frederik de erfenis niet. De grootste boekendief, die er echter ooit bestaan heeft, was de Italiaan Graaf Ca- rucci della Semoja, die in het begin van de negentiende eeuw professor in de wiskunde aan de universiteit van Pisa was. Hy moest deze betrekking opgeven, nadat men hem van diefstal van boeken uit de universiteits bibliotheek beschuldigd had. Ook ditmaal werd van de zaak geen schandaal gemaakt en werd het geen rechtszaak, zodoende kon de graaf een betrekking als bibliothecaris aan de staatsbibliotheek te Parys krygen, wat heslist niet gebeurd zou zyn, wanneer het curatorium (bestuur) geweten had van hetgeen Carucci eens misdreef. Toen hy op het punt stond van te worden „ontdekt", verdween hy stilletjes naar Londen en liet zich door verschillende artsen (klepto maan" (ziekelyk steelzuchtig) verklaren. Door deze verklaring kon het bestuur van de Paryse staatsbibliotheek niets tegen hern uitvoeren. De gestolen werken werden bo vendien niet gevonden, dus ontbrak het voornaamste bewysmateriaal. De geleerde boekendief keerde toen naar Italië terug en schreef er een „geschiede nis der wiskundige wetenschappen", die in de vakliteratuur een geheel nieuw tydperk schiep. Door zyn collega's hoog geschat, woonde de vroegere boekendief in Fiesole, waar hy in het jaar 1869 stierf. Men is nooit te weten gekomen, waar de door hem gestolen boeken gebleven zijn. In zyn erfe nis was daarvan geen spoor te ontdekken. Een uitnemend geslaagde film. „Op Hoop van Zegenhet zoo over- j bekende, bewonderde tooneelstuk, ciat Dijna 6én ls geworden met de actrice, die de iiguur van Kniertje ontelbare malen heelt vertolkt, mevrouw Esther de Boer v. Rijk, dat vanaf heden in de Hoiland- sche -verlilming in het Thalia-Theater wordt vertoond, is ouder, dan wij ons realiseeren Herman Heyermans schreel dit „Spel van de Zee" van 15 October tot 9 December 1900 en zoo is het dus al bij kans vijf en dertig jaren oud. Als tooneelstuk ls „Op Hoop van Ze gen", naar men weet, ontelbare malen opgevoerd. Chr. Grelinger heelt er een opara van gemaakt, in boekvorm beleef de het acht drukken en thans is het voor de derde maal, dat het in filmbeeld wordt gebracht. Den eersten keer dat men dit stuk ver filmde, was het onder de leiding van wijlen Maurits Binger, kort na den oor log. De film die voor dien tijd niet slecht was te noemen had geen overmatig suc ces. Den tweeden keer was het de Ufa, die onder den titel „Die Fahrt ins Verder- ben" een vrije (maar niet overmatig al- wijkende) bewerking van het stuk den lilmvorm verleend heeft. Zij heette in Nederland te spelen, maar kon uiteraard het wezenlijk Nederlandsch karakter niet bieden. Gansch en al losgemaakt van de tllml- sche- kwaliteiten van de derde versie dient men deze nieuwe verfilming te be schouwen als iets kostbaars. Ze bezit documentaire waarde, wijl ze, zoo zegt de filmcriticus van het Vaderland, de heer Luc. Willink terecht, voor het nage slacht de kunst vastlegt van Esther de Boer van Rijk. Half Nederland heeft haar creatie van Kniertje bewonderd, ieder houdt van deze knappe en moederlijke actrice. En nu zal haar kunst in den vorm van een harer mooiste rollen, niet later in een verwijderde toekomst, met haar ten grave dalen, maar zij zal be waard blijven. Dat is iets waarvoor we dankbaar moeten zijn en het initiatief tot deze film prijzen! De herinnering aan tal van groote Ne- derlandsche acteurs en actrices, die van ons zijn gegaan, verbleekt onherroepelijk met het klimmen der Jaren. Het spel van een Bouwmeester en een Royaards is teloor gegaan met den dood dezer kun stenaars. Maar Esther de Boer van Rijk is thans vereeuwigd .op een wijze, waar mee men verheugd kan zijn en dat ook stellig de actrice zqlf voldoening zal geven. Eigenaardig ls het dat een niet onbe langrijk deel van het publiek er toe ge- Linzensoep. v ons linzen, ltó L. water, 2 uien, bosje seldery, 1 eetlepel gehakte peterselie, 1 eetlepel bloem, 1 kopje melk, peper, zout, 50 gr. margarine. We weeken de gewasscrien linzen daags tevoren in 1& L. water en zetten ze den volgenden dag op met de gewasschen en gesneden seldery en de schoongemaakte gesnipperde ui en laten dit samen geduren de anderhalf uür koken, totdat de linzen gaar zyn. We plaatsen een zeef op een pan, gieten hierin de linzen, de uien en de sel dery en wryven dat door de zeef, voegen het kooknat erby, dat aangevuld moet wor den met water tot l\*i L. in ue eerste pan smelten wy de boter, vermengen deze met de volle eetlepel bloem en gieten langzaam roerende het vocht by, dat met de puree is vermengd, laten de soep een minuut of vyf doorkoken, nemen de pan van het vuur en roeren er de melk en het zout naar smaak by. We presenteeren by deze soep reepjes toast of dobbelsteentjes gebakken brood. Stannppot van uien, aardappelen en rijst. 500 gr. mager pepelspek, 2 K.G. uien, 1% K.G. aardappelen, 2 theekopjes ryst, peper, zout, 2 theekopjes melk. De uien worden ontdaan van de buitenste huidjes en dn een teiltje met water in vieren of achten gesneden, daarna gewasschen en in een pan gedaan met het gewasschen pekelspek in het midden ^j/^echts even bedekt met water, waarna over \et geheel de goed gewasschen ryst gestroiid wordt, aan de kook brengen en het viAir daarna zoozeer temperen, dat het slechts zachtjes blijft koken. We moeten vooral zorgen, dat er na het gaar zyn niet veel water in de pan is, doch het zooveel mogelyk laten ver koken. We zetten het gerecht liever met zoo weinig mogelyk water op en gieten zoo noodig wat bij. De aardappelen worden met zout gaar gekookt, gestampt en ver mengd met twee kopjes melk, zoodat wc een puree-achtige massa verkrijgen. Het spek wordt uit de uien gehaald (mocht er nog vocht op zyn, dan wordt dit in de jus- kom gedaan) en deze met de aardappelen vermengd, peper en eventueel nog zout naar smaak. Het spek aan plakken gesne. den opdienen met aan weerszijden sneedjes roggebrood. Gekruide haverm&utkoekjes. 175 gr. bloem, 1 theelepel bakpoeder, zout, 75 gr. boter, 125 gr. suiker, 75 gr. rozijnen, 1 theelepel gemalen kruidnagelen, 2 eetlepels fijne kaneel, mespunt gember poeder, 50 gr. gehakte okkernoten, 3 eieren, komen ls het tooneelstuk Op Hoop van Zegen te gaan vereenzelvigen met de iiguur van Kniertje. Dit ls voor de tragé dienne een compliment dat zij verdient, maar tevens een onrecht Jegens den schrijver. Want de toen jonge Heyermans betoonde zich in dit stuk een even krach tig als iair partijganger. Reeder Bos was zijn vijand én dien viel hij met felheid aan, maar hoe waardig heeft hij hem behandeld! Hij heeft van deze Bos geen Satan gemaakt, maar 'n levend mensch, zooals zfe er heden ten dage nog tallooze zijn. Ook Kniertje is heel wat méér dan etn wanhoopsfiguur. Haar zoo positieve op vattingen zijn duidelijk genoeg gegrift door Heyerman's sterke pen, hij heeft haar een karakter gegeven, oud, arm, moe, maar niet zonder veerkracht. En als zij den bangen jongen naar zijn schip zendt, ontwikkelt zij den moed, die in elk braaf mensch heerscht, als hij voor zijn overtuiging vecht. Heyermans' meesterwerk is, we zeiden het reeds, reeds eenige malen verfilmd, doch in een periode, toen de Nederland- sche filmkunst het stadium van het di lettantisme nog niet had overschreden. Merkwaardig genoeg was het ook toen de heer A. Benno, die het initiatief tot deze verfilming had genomen. Inmiddels is de geluidsfilm gekomen en heeft men aan de Duivendrechtsche- kade te Amsterdam een Nederlandsch filmbedrijf opgebouwd, dat, hoewel het moet werken met beperkter middelen dan de groote studio's in het buitenland, reeds in. staat is gebleken, een product te vervaardigen, dat in technisch op zicht niet voor dat uit het buitenland behoeft onder te doen. Naast den regisseur Benno was tweede regisseur en camera-man Lach, die meer dan tien Jaar filmervaring uit de groot ste studio's van Europa heeft meege bracht. Tweede camera-man was onze landgénoot Henk Alsem. Met mevr. Esther de Boer van Rijk treden in de film op: Annie Verhulst als Jo, de jeugdige Cissy van Bennekom als Mariet.ie en Aaf Bouber als Truus. De op standige Geert werd gespeeld door Frits van Dongen en Jan van Ees vervult de rol van Barend. Een belangrijke plaats wordt in de film ingenomen door den ouden Simon, een scheepstimmerman, wiens rol werd gespeeld door Willem Hunsche, die eeni ge dagen nadat zijn werk aan deze film voltooid was, uit het leven werd wegge rukt. De beide diakenhuismannetjes zijn Aug. Ktehl en Ant. Verheyen, de reeder Bos is Willem van der Veer en zijn vrouw mevrouw S. de Vries—de Boer. 3 eetlepels melk. Deze gekruide havermoutkoekjes zyn niet alleen smakelyk, doch ook voedzaam, dus uitstekend geschikt om steeds een trom meltje by de hand te hebben. We roeren boter en suiker tot een roomachtig geheel in een verwarmde kom, voegen een voor een de eieren by, zout en de havermout. De bloem en (bakpoeder of het zelfryzend bak meel, dat we eveneens kunnen gebruiken, wordt met de kruiden gezeefd en lepelsge- wyze met de melk by de overige ingrediën ten gevoegd, evenals de gehakte okkernoten en het stijfgeklopte eiwit. Een bakblik wordt ingevet en met een theelepeltje leg gen we op kleine afstanden hoopjes van deeg, waarna we de koekjes 15 minuten in een middelmatig warmen oven laten bak ken, daarna met een mes van het blik nemen en af laten koelen. Rijst met rozijnen. 1 L. melk, 1 kopje 'ryst, tikje zout, ci- troenschilletje.zoo noodig wat custardpoe- der, 100 gram suiker, 100 gram sunmaid- rozynen, 50 gram gehakte noten. We brengen de melk met het citroenschil letjes aan de kook, strooien er de gewas schen rijst in en laten ze zachtjes gaar koken, lossen er daarna de suiker in op. Mocht de rijst gaar zijn en het jfeheel toch nog te vochtig, dan roeren we er een papje door van 1 eetlepel custardpoeder aangemaakt met wat water en laten de rjjstemelk nog even doorkoken. De rozijnen worden fyn gehakt en gelykmatig met de rystmassa vermengd, die overgebracht wordt in een glazen schaal en bestrooid met gehakte hazel- of okkernoten. Warm of koud opdienen. ZONDAG: Vermicellisoep, kalfsgehakt, dop erwten, aardappelen, bananenvla. MAANDAG: Haché, bieten, aardappelen, appelryst. DINSDAG: Kaasbroodjes, varkenslapjes, knolraap, aardappelen. WOENSDAG: Gemarineerde runderlapjes, gestoofde pre^, aardappelen, beschuit DONDERDAG: Mager pekelspek, stamppot van uien, aardappelen en rijst. VRIJDAG: Tomatensoep, warme gevulde eieren met kaassaus, spaghetti, andyvie- sla. ZATERDAG: Gebakken spek, kapucijners, aardappelen, sinaasappelen.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 4