c
Het jubileum van een ontdekkingsreiziger.
Kldjnken uit Tunis.
W etenswaardigheden.
De voeding
VOOR DE JEUGD.
Hoe de haas aan z(jn
staartje kwam.
in den winter.
Neusbloedingen.
Filmniauws.
De eerste Vlaamsche film.
speciaal voor orchideeën bestemde
mengsel kan men in de kweekerij be
stellen.
Andere orchideeën, die voor ka
mercultuur geschikt zyn, z\jn de
Odontöglossum Rossië, verschillende
Cypripediumsoorten, Coelogyne cris-
t tata, Catteleya Labiata Autumnalis
effi eenige Oncidiumsoorten .Ze stel
len niet alle precies dezelfde eischen
aan hun standplaats. Over het alge
meen verlangenr orchideeën echter een
gelijkmatige warmte en tamelijk
vochtige lucht in den winter. De ka
mer mag dus 's nachts niet te veel af
koelen. Wanneer dat niet te vermijden
is, moet men de planten in eeiyglazen
kastje overbrengen, waarin ae lucht
met behulp van een spiritusvlam
..warm kan worden gehouden op de
kachel of op de radiatoren van de cen
trale verwarming moeten in een ka
mer, waar orchiddeën worden ge
kweekt, voortdurend vlakke vaten
piet water staan.
Slechts iemand, die zich serieus
met planten bezighoudt, kan tot het
kweeken van orchideeën overgaan. De
mindergevoelige soorten kan men met
Succes kweeken voor een hoog en
Inreed raam, dat op het Oosten oï
Westen uitziet. De potten moeten ech
ter niet op dd vens^bank worden
geplaatst, dochop eenigen afstand
vah het ra^n, bijv. op een standaard,
die niet hooger komt dan 15 a 20 c.M.
onder de vensterbank. Onder de pot
ten moet zich een rooster van 2 c.M.
dikke latten bevindepi met daaronder
een 3 c.M. dikke laag cokes in een
Waterdichten bak. Op deze wijze
wordt de luchtverlersching onder de
potten vergemakkelijkt. Door de lage
plaatsing krijgen de planten meer
licht van boven, wat voor hun groei
beter is dan lichtr opzij. Door een
tochtdeken, die van de vensterbank
i tot aan de vloer reikt, beschermt men
ze tegen tocht.
Wanneer ze op deze wijze worden
geplaatst, hebben de orchideeën de
warmte en het licht, die zij noodig
hebben .terwijl de vloer niet wordt
besmeurd door afdruipend gietwater.
Goede hemel, ik ben sinds gisteren
vier pond 'lichter geworden.
Dat 's ook fgeen wonder, want je hebt'
gisterenavond de hotelrekening in Londen
betaald.
's Zomers wordt de cokes voortdu
rend vochtig gehouden om de orchi
deeën de vochtige lucht te geven, die
zij noodig hebben. Ze worden her
haaldelyk bespoten, want op die wijze
bestrijdt men het beste stof en bedor
ven lucht. Bij helder, zonnig weer
moet het meermalen op een dag ge
beuren. Bovendien moeten dei planten
elke week worden afgewasschen met
een spons, die in lauw watlir is ge
drenkt.
Terwille van de planten moet de
Kamer ook dagelijks wordeai gelucht.
Als 's winters de buitenlucht te koud
is, kan men het raam openen in een
aangrenzende kamer, die door een
deur in verbinding staat met het ver
trek, waar zich de orchideeën bevin
den. De planten krijgen dan wel fris-
sche lucht, doch eerst nadat deze
eenigszins is verwarmd. Het is het
beste, wanneer men de orchideeën
niet kweekt in een kamer waar een
gaslamp of een ijzeren kachel brandt.
Verder mag er alleen gespoten en
gegoten worden met water, dat de
zelfde temperatuur heeft als de ka
merlucht.
Wanneer men de orchideeën beigiet,
moet men verschil maken tusschen
groeiende en rustende planten.
Groeiende planten moeten voortdu
rend vochtig gehouden worden. Dat
bejteekent echter niet, dat men alle
potten dagelijks moet begieten. De
eene orchidee houdt het vocht langer
vast dfen de andere en sommige soor
ten hebben eerst 0 na eenige dagei}.
wellicht eerst na een week nieuw wa
ter noodig. Geeft men ze te veel water
dan gaan ze spoedig dood. Voordat
m«Ê de planten opnieuw giet, mogen
ze tamelijk droog worden. Bevinden
zij zich in een toestand van rust, dan
moeten zij zelfs geheel uitdrogen,
voordat zij opnieuw begoten worden.
Houdt men ze voortdurend vochtig,
dan gaan ze in rotting over.
Over het algemeen is het goed, om
^de orchideeën eerst te begieten, wan
neer zij opnieuw gaan ultloopen Van
dit tijdstip af gaat men op boven her
schreven wijze met gieten door, tot
de nieuwe knop ongeveer even dik is
geworden als die van het vorige jaar.
Nu giet men geleidelijk minder. Het
waarnemen en in acht houden van de
rustperiode, die kort na het uitbloeien
begint, is van het grootste belang
voor de vorming van bloeitakken. De
periode duurt bij aardorchideeën 4 a
5 weken. f
Na afloop van deze rusttijd belegt
men de planten al naar gelang va ré"*
hun behoefte met nieuw moerasmos,
of wel men verplant «ze. ï)it laatste
gebeurt echter alleen, wanneer de
planten voor de pot te groot zijn .ge
worden.
By den 70sten vei'jaardag van Sven Hedin.
Een leven van strijd en overwinning,
door G. BENDER.
Een ander maal werd zjjn kameelenkara
vaan door een sneeuwstorm overvallen
geheel veratrooid. In Augustus 1896 trok
h« langs een 4900 M. hooge pas „Ver het
J" langf reek3 van ontdekkingsreis,
kenl h'na a °P d0r "eUWe" de onbe
kende gebieden der aarde voor ons hebben
b ootgelegd, neemt Sven Hedin zeker niet
de minst eervoUe plaats in. Doch ook als
m 11 ee" °PmerltelÜke ««"ur, een
voorbeeid van iemand, die zich reeds als
kind een doel stelde en Jit met tn7e vol.
hardmg stap vom stap wist te bereiken.
Den 19den Pefcian 1865 te Stockholm
geboren, groeide Sven
Hedin op in het
groote gezin h« had zes broers en zus
ters van den stadsarchitect Hedin. Resds
als kind trok zjjn hart naar vreemde, vei re
landen en stond het bö hem vast, dat hy
ontdekkingsreiziger zou wbrden. Op Hchoul
was aardrykskunde zyn lievelingsvak, hy
teekende onberispelyke, uiterst zorgvuld!g
afgewerkte kaarten. Hy hardde zich reeds
heel jong voor zijn toekomstig reizen e
gewende zich aan koude en ontberingen
Zoo kon hy reeds op twintigjarigen leeftyd
?yn eerste groote reis ondernemen. Hy trok
over Finland en Rusland naar Bakoe, waar
hy als hulponderwijzer bleef. In zyn vrijen
tyd leerde hy de taal van het land, boven-
lien nog Perzisch en Russisch. Na deze
^oorbereidingen maakte hy een reis door
Perzie en keerde daarna terug naar Stock-
holf om geologie te studeeren. Een jaar
later zette hy zijn studies voort aan de
Universiteit te Berlyn, waar hy de colleges
volgde van de geograaf Baron von Richt-
hofen ,die hem op het denkbeeld bracht, om
een ontdekkingsreis door Midden-Azië te
ondernemen.
Eerst maakte hij echter nog een tweede
reis naar Perzië, waarover hy na zyn terug
keer voordrachten en lezingen hield. Hier
door trok hy in ruimeren kring de aandacht.
De familie Nobel begon zich voor hem te
interesseeren en besloot hem voor zijn eer
ste eigenlijke ontdekkingsreis de noodige
financieele steun te verleejien. Zoo kon de
toen 28-jarige Sven Hedin in October 1893
zyn ontdekkingsreis door Azië aanvangen.
Hy doorkruiste Centraal-Azië, stak de
hoogvlakte van Pamir over toentertijd
nog een witte vlek op de kaart onder
zocht gletschers, ontdekte onbekende zeeën
en woestijnen, ruïnes van steden, die sinds
eeuwen in puin lagen jen keerde over Pe
king en Siberië naar huis terug.
Al deze tochten waren levensgevaarlijke
Kurenlungebergte in Noordelijk Tibet, waar
hy nieuwe gebergten en een keten van 23
zoutmeren ontdekte. In Maart 1897 onder
nam hy vanuit Peking een nieuwe reis door
Noord-China en Siberië en vertrok vervol
gens in 1899 voor een driejarige reis met
Kasjgar als uitgangspunt. Op deze laatste
reis trachtte hy als pelgrim verkleed in het
voor Europeanen ontoegankelijke gebied
van Noord-Tibet door te dringen. Hij slaag
de hierin echter niet, want hy werd door
de Tibetanen gedwongen van zyn voorge
nomen route af te wyken en verloor daarby
nogmaals zyn geheele karavaan, die de
grootste ontberingen moest doorstaan.
„Tenslotte gedenk ik met weemoed", zoo
schryft hy in een van zyn boeken, „de trou
we kameelen, die ons en onze bagage zon
der klagen over de eindelooze vlakten droe
gen, en waarvan er zoovele op den langen,
moeitevollen weg door de Gobiwoestyn het
leven lieten."
Achtmaal trok Hedin den Himalaja over,
hy ontdekte de bronnen van den Bamapoe-
tr^ en den Indus, leidde geweldige expedi
ties op Chineesche grondgebied en onder
vond daarby den steun der Chineesche auto
riteiten, sinds men eenmaal inzag, dat deze
blanke geen veroverings- of verwoestings
plannen had.
In het jaar 1923 ondernam hij een reis,
ditmaal een waaraan geen gevaar verbon
den was, naar de Vereenigde Staten, naar
Japan en China, om tenslotte in 1927 nog
maals tot zijn oorspronkelijk terrein van
onderzoek, het binnenland van Azië, terug
te keeren.
Deze laatste expeditie, de grootste die
nog ooit naar deze streken is uitgerust, be
stond pjt 300 kameelen en een uitgebreide
staf van wetenschappelijke medewerke|p.
Deze tocht, waarby ook van vliegtuigen ge
bruik werd gemaakt, heeft ten doel het uit
gestrekte gebied dat bekend staat als Gobi
woestyn systematisch te verkennen en in
kaart te brengen met alle daartoe ten dien
ste staande middelen van wetenschap en
techniek. Van de hoofdexpeditie hebben zich
twee kleine karavanen afgescheiden die de
gebieden ter linker- en rechterzijde van den
hoofdweg onderzochten. Zy stonden onder
leiding van de wetenschappelijke mftiewer-
kers van Hedin. Deze laatste expeditie van
den grooten Zweedschen dekkingsreiziger iS
ook thans nog niet geheel beëindigd.
De resultaten van zyn tallooze reizen
heeft Sven Hedin in verschillende belang
rijke werken te boek gesteld, die alle ge
GEMENGDE BERICHTEN.
De spionne van tien jaar.
Een avontuurlijke loopbaan.
ondernemingen, waarbij hij meermalen met j tuigen van den taaien wil van den onder
zijn tochtgenooten den dood voor dogen zag.
In 1895 verloor hy zyn geheele uitrusting.
f zoeker, om alle moeilijkheden en tegenslag
die hy ondervond, te overwinnen.
In een ziekeninrichting ln Pariis i« h-
Russin Sonja Menschikowa gestorven
nog maar 36 jaar oud. Met haar dood u
de avontuurlijke loopbaan van een sdvL
ne algeslpten piun'
Sonja Menschikowa, die de laatste
ren als de vriendin van een Braziliaan
schen planter ln Parijs woonde en 2
prachtige villa in Vlncennes bezat kwam
uit een arbeidersfamilie, welker led
sinds geslachten tot de anarchlstS
beweging behoorden. Haar grootvaar
was wegens deelneming aan eeti samwT
zwering doodgeschoten. Haaf vader
bracht zes Jaar in siberie door en fiwam
slechts door gratie van den tsaar vrij h«
is dan ook geen toeval, dat Sonja reeds
als klein kind terecht kwam in de anar
chlstische verwikkelingen En sinds haar
tiende jaar verrichtte ze spionnagedien
sten voor de anarchisten ln het toenter
tijd Russische Wawchau. Ze was de jon*
ste spionne ter wereld waarschijnlijk
Het kleine meisje met de blonde haren
en de opvallend lichte blauwe oogen vlei
door haar bekoorlijkheid overal op en
daar ze voor haar leeftijd heel verstan
dig was. lukte het haar reeds als kind
belangrijke diensten te bewijzén aan de
anarchisten Op een dag viel het Sawar-
sin. den chef van de tsaristische geheime
politie ln Warschau op, dat het kleine
meisje, dat eiken ochtend het brood ln
een groote mand in de keuken placht te
brengen, steeds lange gesprekken voerde
met het personeel. Dit feit zou ook hem
den doorkneden politieman, er nog niet
toe hebben gebracht, haar bizonder in
het oog te houden, maar door toeval
merkte hij enkele dagen later, dat de
kleine Sonja, nadat ze het brood had ge
bracht. haar weg nam over de binnen
plaats van het polltlegebouw naar de
stallen, waar ze zich urenlang placht op
te houden Bij deze gelegenheden hoorde
de kleine Sonja de twee koetsiers van
den politiechef uit over hun ritten ln de
stad Opeens werd het Sawarsin duide
lijk. hoe het kwam. dat men in de stad
en juist in de kringen der anarchisten,
zoo precies over het tijdstip van zijn uit
rijden onderricht was
links ziet U dé ruïne van den Tempel van Diana en rechts
de zuilen van Hercules.
"Zoo! Worden die nu gebouwd of afgebroken?
Hoe ik het my voorstelde en hoe het w«.
De Amerikaansche journalist.
Onrustigs hotels én coemopolitische
straattooneelen.
(Bijzondere correspondentie uit Tunis.)
Brandende zonnestralen vanuit een azuur-
blauwen hemel, zonnestralen, die neerflit-
men, of sinaasappel- en
citroena&mplantingen, waar koffiebruine in-
boorlingeA slechts bekleed met een lenden-
schort sta% te werken. Europeanen in witte
met openhangende oyer-
hemden ,en opgestroopte mouwen met
wilskrachtige gezichten, die medewerken
om.' de korte, scherpe bevelen, die zy geven,
19 doen uitvoeren controleeren de werk
zaamheden. Dat waren de beelden, die Mor
pheus by' my placht op te wekken, toen ik
in Europa nog droomde van mijn reis naar
Afrika!.
Voortdurende regenval,, grooteVdroppels
of dikke stralen, een onaangename vochtige
koude Dat was de werkelijkheid! Evenals
het verwenschte Maart- en Aprilweer, of de
Novemberkoude in Europa. Wat was ik bly,
toen ik de dikke onderkleeding vond, die
men ondanks alle beweringen van my ovef
30 tot 50 graden hitte in de fechaduw, on-
danks Se in Europa reeds gekochte stroo-
hoeden eft de lichte troperikleeding, tóch
voor my had ingepakt.
Op z'n tijd „wintert" het zelfs in Noord*
Afrika! Geen sneeuw, geen rijp, geen koutfe
wind, waarby de ooren langzaam afvriezen
nog altijd staat de thermometer op 10
20 graden boven nul. De ofyf-, sinaas
appel- en citroenstruiken dragen nog altya
groene bladeren. Zy wachten op het oogen-
blik, dat men hun vruchten plukken zal.
Het is thans oogsttijd, en die oogsttijd
duurt naar gelang de verschillende pro
ducten, die geoogst worden tóf Maart.
v
Geen dag zonder regen. Urenlang, onafge
broken Dit jaar is het al hepl erg. Het
is. verdraaid koud, dd doordringende voch
tigheid veroorzaakt koude rillingen. In de
hvizeli is alles vochtig-koud, de geverfde
muren en de steenen vloer zuigen de laat
ste warmte op. Men kent hier geen groote
kachels of zelfs maar gewone potkachels.
Als het heel erg wordt, schaffen de best-
gesitueerde burgerfamilies zich een petro
leumkacheltje aan, waardoor in al die hui
zen een stinkende walm hangt.
Slechts in de allervoornaamste hotels van
Tunis, <(e hoofdstad van het Fransche pro
tectoraat, heeft men centrale verwarming
en koud of warm stroomend water. Vóór
het begin van de wereldcrisis was Tunis op
weg wegens het voor Afrika zeer zachte
klinmt een centrum van vreemdelingenver
keer re worden. Een groote menigte hotels
werd er gebouwd, maar thans is tal van die
instellingen, wegens het gebrek aan bezoe
kers, wederom het# levenslampje uitgebla
zen.
Het is niet aangenaam, om als ordelie
vende Europeaan langen tyd in zoo'n hotel
te moeten verblijf houden. Niet alleen de
turen wer
ken stier
op ons gezichtsvermogen, maar ook de wei
nige discipline der bezoekers kan iemand tot
wanhoop brengen. Tegen -middernacht en
soms nog veel later, y^rdt er op de gangen
nog luid gepraat en/ gelachen in de ka
mer naast U wordt, ondanks ieder protest,
nog om 1 uur 's nachts op een schrijfma
chine gerateld, of wordt men door de dunne
hiuren heen, de onvrijwillige getuige van
intieme? gesprekken. Als klap op de vuurpijl
draait de een of andere cabaretdiva tegen
het vroegste morgenuur met veel misbaar
de badkraan open. Het schokken van de
kraanv het ruischen van het water en het
klagende gepiep van de waterstraal mpken
een verdere slaap totaal onmogelijk.
^te moeten verblyf houden. Niet a
^^groene, met rood bewerkte mui
kenwwelotte als een roode lap op k
In de schryfzaal van het hotel zit een
Amerikaansche journalist. Gisteren is hü
met de boot gearriveerd vandaag heeft
hy een wandeling gemaakt en alles ge
fotografeerd, wat zijn weg kruiste.«En nu
schrijft hy artikelen op den band-zonder
einde! Over het leven en de gewoonten van
de inboorlingen, de Arabieren en Bedoeïnen.
Dat de Arabieren altyd in de café's te vi«-
den zyn, waWfpypen rooken en stoïcynsch
voor zich uit\n het oneindige staren... Hij
moet het imm&rs weten! zullen zyn lezers
denken. Na d|\ artikelen schryft hy an
sichtkaarten, .zoo kleurig mogelijk, kara
vanen by aankimst in de oase en zoo voorts
Morgen gaat hit verder round the world
in tempo!
Op de wegen: een internationale bevol
king. Alle kleuren en alle rassen ter we-,
reld, van de zwarte, met de dikke, omge
krulde lippen, de spleefoogige, geelhuidige
Chinees, de gebaarde Arabier, de woeste
Bedoeïnep tot aan de Europeesche bleek-
gezichten, fcyn hier aanwezig. Er zal nau
welijks een tweede plek ter wereld zyn, die
zoo'n heksenketel van kleuren, zoo'n men
gelmoes van nationaliteiten is.
Schoenpoetsers belegeren de straten..
Water schijnt men slechts te gebruiken om
het te.drinken, want hun gezicht, handen en
beenen zyn bedekt met vuil. Als men niet
energiek tegen hen optreedt, trekken zij
iemand, reeds by het aanprijzen van hun
diensten ,de beenen onder het lichaam van
daan, om - deze op hun schoenenkastje te
zetten. Dan werpen zij de franc, die men
hen geeft, in het stof, laten hun werktuigen
onbeheerd liggen en looien luid jammerend
en klagend, soms ook 5fcheldend, achter
iemand aan, om meer los te krijgen. En
dat, terwijl de gewone prijs, het „tarief"
slechts of franc bedraagt. Een kleine
tengel is daar by, een klfeuter van nog geen
acht jaar, gekleed in een oude jas, die als
een veel te fvyde kaftan achter hem aan
slobbert. Hy heeft galgenhumor, de kleine
aap. Als hy geen klanten vangt, of als htf
ondanks alle gejammer geen hoogere prys
weet los te krijgen, trekt hy een quasi-
droefgeestig gezicht, grijnst dan even en
zegt: „C'est la crise mondiale". \Dat is de
wereldcrisis.A
Indiërs, niet groote, ernstige ooVen, die
de voorbijgangers fascineerend aahlgikeh,
met hun starre, hypnotische blikkeilflpoo-
pers trachten te vangen, .wachten op klan
ten ,maar prijzen niets aan; vele van hen
zijn waarzeggers, die uit de hand voorspel
len. Bedelaars, in lompen gekleed, zonder
armen, zonder beenen, of met door de sy-
philis weggevreten gezichten, bevolken de j^11
straten. Grijsaards, kinderen en Bedoeïnen-
meisjes zyn het veelal, die hen leiden; t
vooral de syphilisleiders komen hier veel
veel voor. Het is een brutaal volkje. Wee de
ongelukkige, die uit medelijden een aalmoes
geeft. Hy vefdwynt in de menigte bedelaars
als een kerseboom in een vlucht spreeuwen.
De bende stort, zich letterlijk op den schen
ker en slechts Tftèt». slagen, schoppen en
schelden kan men zich bevrijden...
Van dit oogenblik af werd Sonja door
drie rechercheurs bewaakt. Spoedig kon
men vaststellen, dat de kleine, die ln de
kringen der anarchisten alleen maar de
Kroscnka (dwerg) werd genoemd, de
handigste spionne der anarchiste» was.
Ze verrichtte met een geweldigen ijver
de haar gegeven opdrachten. In de mand
waarin ze anders brood enz. droeg, nam
ze ook bommen en helsche machines
mee. om ze naar hun plaats van bestem
ming te brengen. Al deze bizonderheden
werden Sawarsin gemeld, maar niette
min zag deze er van at Sonja te laten
arresteeren. Door haar te bewaken kwam
men achter zóóveel geheimen, dat het
wel de moeite waard was haar op vrije
voeten te laten. Op een dag verdwenen
belangrijke acten uit het bureau van den
polltlechel. Het onderzoek toonde aan.
dat het bureau met een valschen sleutel
geopend was door de kleine Sonja, die
zich ln een onbewaakt oogenblik ln de
werkkamer van Sawarsin had laten In
sluiten. Toen men haar wilde arrestee
ren was ze evenals haar "Wader en haar
moeder allang verdwenen en ln veilig
heid.
Het heel mooie meisje, werd tien Jaar
later een even mooie vrouw Kroschka
was geen anarchiste meer. ze had haar
diensten als spionné ondenyijl aange
boden aan een vreemde mogendheid. Na
den oorlog leerde «ft een Fransche aris
tocraat kennen, die haar de prachtige
villa schonk. Toen hij stierf vond ze ln
den Brazlllaanschen planter een met
minder rijken aanbidder, die vorstelijk
voor haar zorgde. Een verraderlijke ziek
te heeft nu een felnde aan haar leven ge
maakt.
Koken van kool.
Indien men by het koken van kool
een weinig boter of vet in het water
doet, zal de sterke geur minder on
aangenaam zyn.
Verslikken.
Wanneer een kind zich verslikt,
moet men het niet op den rug klop
pen, daar dit geen nut heeft. Er is
eenvoudig middel, dat onmiddel
lijk verlichting geeft, n.l. men omvat
beide handefi en houdt de armen ge
strekt" boven het hoofd, waardoor de
borstkas-verwijd en het kwaad ver
holpen wordt.
Marmer.
Marmer maakt men schoon met een
oplossing van 1 eetlepflt ammoniak
op J/2 Liter waterneemt het met een
sporife, gedrenkt in dit mengsel af dn
droogt het eerst met aen flink uitge
wrongen zeemlap, daarna met een
flanellen doek nawrijven.
Zeg pappie, val nog eens. 't Ie e"°
in de wintermaanden zijn wy veel
meer dan 's zomers aangewezen op
Hulpmiddelen, die het tekort aan
groene groenten tegemoet komen.
We zullen zooveel mogeiyk aanvul-
jtma moeten werken om te voldoen
aan de eischen, die gesteld worden
voor opbouw en instandhouding van
het licnadm. De echte wmterkost is
door de meerdere toevoeging van ve.
stamppotten, erwtensoep, enz.) en de
stevige samenstelling uitstekend ge
schikt om het lichaam de noodig» voe
dingsstoffen toe te dienen en het
warmtevermogen te vergrooten.
Bij de bereidiüg van groenten kan
er 'niet genoeg op gewezen worden,
dat deze met zoo weinig mogtdijk wa
ter moeten worden opgezet en even
tueel vocht, dat overblijft wordt be
waard voor soep, zooals bloemkool-,
spinazie-, asperge- en verschillende
andere soepen, die onder toevoeging
van boter en bloem, zoo buitengewoon
smakelijk zijn.
kunnein het vitaminengehalte
nog verhoogen door fijn gehakte pe
terselie, selderij, geraspte peen,
bloemkool of andere versche kruiden
of groenten even voor het opdoen bij
de soep*te doefi. Vanzelfsprekend is,
dat boonennat evenmin wordt wegge
gooid, maar als voedzame soep een
dag na h$t boonen-, erwten- of capu-
cijnermaal wordt gegeven. Water
waarin worst of spek gekookt is, kan
gebruikt wordep voor de bereiding
van erwten- of boohensoep.
Bieten, knolraap, knolletjes, win
terpeen, prei zijn uitstekende winter
groenten, terwijl het gebrek aan
groene groenten aangevuld wordt
door een weinig kropsla, die; thans
den geheelen winter door te verkrij
gen is en andijviesla, verder zijn rau
we geraspte winterpeen, knolraap,
selderijknol eveneens bijzonder goed.
Trouwens andijvie is zelfs den ge*
heelen winter te krijgen, evenals vele
koolsoorten, die echter niet altijd door
iedereen verdragen worden.
Blikgroenten kunnen eveneens aan
vullend werken, temeer, daar weten
schappelijke proeven, welke geduren
de geruimen tijd genomen zijn, heb
ben bewezen, dat de meening, die tot
dusverre gold, n.l. dat zy niet de
minste waarde hebben voor de voe
ding door het lange kookproces, niet
juist blijkt te zyn.
Vruchten moeten ruimschoots ge
nuttigd worden, liefst in verschen
vorm, vooral appels em sinaasappels.
Gedroogde vruchten vormen een yit-
stekende toespijs, liefst niet gekookt,
doch slechts geweekt en wel minstens
24 uur. Eerst worden zij in warm wa-
Jakhals speelde hem een poets!
De staartenwinkel.
door Joy van Espen-Nelck.
k®!?. ja al héél lang geleden was het,
«t alle dieren nog zonder staart liepen!
mensch kan zich byna niet voorstellen,
toe eigenaardig de dieren er toen uitgezien
•toeten hebben. Niet één was er, die een
had...!
0p zekeren dag kreeg de Jakhals een
Prechtig idee.
eens, zei hij tegen zyn vrouw, ik
bier een prachtig plan om gauw samen
Uk .te worden!
Nu, wat is dat voor een plan vroeg
•nevrouw Jakhals.
-■ Wel. we, gaan samen staarten maken
en die aan de andere dieren verkoopen!
Staarten, zei mevrouw Jakhals, wat
zi)n dat voor dingen?
T ma?r 06118 begaan, dan zie
bet gauw genoeg, zei Jakhals.
Hy ging aan het werk, zwoegde den gan-
8c en dag door, zonder zich haast tyd te
P^nen om te eten en liet het haar zien:
to11 prachtige staart had hy gemaakf, met
•^Ke, zijdeachtige haren en een breede
phnm!
is nu een staart, zei*Jakhals.
Ja, maar wat wil je daarmee doen?
^tog zyn vrouw.
~~,^an doen, zei Jakhals, en jy moet me
"arbij eens-even helpen. Hy legde haar uit
hy hét wenBchte en weldra was de
taart aangedaan en stapte Jakhals trotsch
m bet rond.
Ja, waarlijk, zei mevrouw Jakhals,
£Mtaat prachtig, zoo'n staart! Als de an-
16 dieren je nu zoo zien, willen ze alle-
"wal staarten hebben.
Dat is juist m(jn opzet, vertelde Jak-
ter gewasschen om alle aanhangende
stof en vuil te verwyderen, daarna in
een pan gedaan, voor de helft bedekt
met water. Af en toe omschudden,
zoodat alle vruchten met het water in
aanraking komen. Na het weeken m
een glazen schaal overbrengen en
mocht er nog «week water over zyn,
dan wordt hier een weinig citroensap
en suiker aan toegevoegd, het vocht
aan de kook gebracht en ge)bonden,
daarna over de geweekte vruchten ge
goten, die veel smakelyker zjjn, dan
wanneer zy gekookt worden en niets
van, hun waarde hebben verloren.
Pruimen, abrikozen, perziken, pe
ren, tutti-frutti, vjjgen, alle gedroog
de vruchten kunnen op deze wyze als
comjjóte gegeten worden.
Er zyn menschen, die al bjj*de min
ste aanleiding een neusbloeding krjj-
gen. Wanneer zjj maar even verhit
raken, zich lichameljjk inspannen of
ook wel krachtig snuiven, dan treedt
de bloeding uit de neus al op. Dit ver
schijnsel schjjnt ook erfeljjk te zyn.
Dikwjjls echter treedt neusbloeding
op zonder de minste aanleiding. Veel
vuldig optredende neusbloedingen
kunnen een aanwjjzing zjjn voor het
bestaan van een inwendige ziekte.
Het geneeskundig onderzoek moet
dan aantoonen of men te doen heeft
met een beginnehde artériosclerose
of een hartgebrek, waarna de betref
fende behandeling kan worden toege
past.
Anderzjjds kan ook een ziekte in
de neus zelf oorzaak zjjn van de
kwaal, terwijl ook by beginnende ty
phus veelvuldig neusbloedingen voor
komen. Meestal is het echter een on
schuldig verschjjnsel, dat niet lang
aanhoudt en volkomen ongevaarljjk
is. Absolute rust, het best in zittende
houding, is in de eerste plaats noo
dig, om een neusbloeding spoedig tot
staan te brengen. Op het voorhoofd
legt men een koud compres en ver-
mjjdt het herhaaldelijk afvegen en
snuiten van den neus. Ook een koud
compres in den nek kan dikwijls de
bloeding snel tot staan brengen, ter
wijl het in vele gevallen al voldoende
is, als men den patient met een schoo-
ne zakdoek de neusvleugels zacht
samen laat knijpen. Watten propjes
mag men niet langer dan 24 uur in
den neus houden. Gelukt het niet ,om
de bloeding tot staan te brengen, of
treedt neusbloeding zeer veelvuldig
op, dan is het dringend geraden een
dokter te raadplegen.
hals, jjj en ik moeten een groote party
.staarten maken en hier neerleggen, dan
en alsjk zie dat zy ook graag staarten wil
len hebben, zet ik een winkeltje op en ver
koopen we de staarten die wy beiden ge
maakt hebben!
Je bent; een genie! zei mevrouw Jak
hals, die trotsch was op haar man.
Reeds vroeg in den morgen begonnen de
béide Jakhalzen hun werk. Zy sloten de
deur van hun hiys goed af en maakten toen
allerlei soorten yan staarten: lange staar
ten, korte staarten, dikke staarten, dunne
staarten, kwast-staarten, pluimstaarten,
krulstaartén, ja van allerlei soorten.
De andere dieren begonnen weldra zich
af te vragen, waar de beide Jakhalzen ble
ven. Vele van hen gingen op weg naar
Jakhals' huis, maar halverwege zyn zij
ga ik voor de dieren heen en weer loopen
tnaar weer teruggekêerd, want als hét in
het huis van Jakhals zoo stil is,'zeiden ze
tegen elkaar, dan broeit er weer iets.
Toen de staarten allemaal klaar waren,
Aegon Jakhals de andere dieren te bezoeken.
Tiet eerst ging hy naar Wolf. Wolf was zoo
ingenomen met de staart van Jakhals, dat
hy er dadelyk een wilde hebben. Jakhals
vertelde hem, dat hij binnenkort een win
keltje zou openen en daar de staarten zou
verkoopen en Wolf beloofde, dat hy een van
de eerste klanten van Jakhals zou zyn.
Zoo stapte Jakhals van het eene dier
naar het andere en allemaal waren zy ver
langend naar een staart; zy waren zelfs te
ongeduldig om te wachten totdat Jakhals
een winkeltje had ingericht. Zelfs de muis
en de rat moesten een staart hebben.
Het laatste van allemaal stapte Jakhals
naar Haas. Haas was een hooghartig we
zentje en pas toen Jakhals vlak by hem
was, deed hij of bij hem zag.
Goeden morgen, vriend Jakhals, wat
hebt U dóór nu aan?
Dat is een staart! antwoordde Jakhals,
een staart, beste Haas! En trotsch stapte
„D« Witte' van Ernest Claes komt in het ThaJia-Theater.
Vlaanderen heeft,
behoefte gevoeld aan een film
„In eigen sprake" en spoedig na de eerste
Hollandsche productie is men overgegaan
tot het verfilmen van een der bekende
Vlaamsche werken „De Witte", de bekeHd»
en populaire roman van Ernest Claes.
Met veel succes wordt deze eerste Vlaam
sche film thans ook in ons land vertoond,
en nu dit genoegelyk verhaal van het
Vlaamsche land ook*binnenkort in het Tha
lia-Theater zal worden vertoond, willen wy
er vast een en ander van vertellen
In deze kostelijke rolprent heeft men, zoo
als meestal het geval# is, niet het geheele
vermakelijke boek van Ernest Claes ge
volgd, af en toe heeft men stukken weg
gelaten, byv. het koopen van een nieuwe
klak voor de Wrtte en de vermakelijke cate
chisatieles zyn achterwege gebleven, maar
dat doet er weinig toe, want men raakt
reeds direct onder de bekoring van deze
film, die vooral verrast door de schitterende
fotografie.
De hoofdïql van De Witte wordt vervuld
door Jef BruyVinckx, e<jn ronde Vlaamsche
jongen, vol «ïverschilligheid en katte-
kwaad, die ziel/ nergens iets van aantrekt,
noch van hetrfen zyn moeder (Magda Jans-
sens) zegt, n&ch van hetgeen de onderwijzer
hem opdraagt. Hy wil genieten van het
heerlijke leven op het Vlaamsche land, zoo
als iedere jongen van buiten dat wil en in
deze verlangens voelt hy fich belemmerd
door de school en door anderen, die hem
willeq laten werken of leeren. Daar moet
hy niets van hebben; veel liever gaat hy
zwemmen en vechten met zyn kameraden.
In deze scènes is hy ook de lieveling van
het publiek, dat reeds gnuift als zijn kop
op het doek verschijnt met de lange slierten
wit haar en de flikkerende kwajongens-
Jef Bruyninckx in de titelrol.
evenals vrywel alle stuk en hoewel er ook
Hy is het middelpunt van de film, waar
omheen zich eenige liefdesverwikkelingen
afspelen, die echter geen groote plaats vra
gen. Tenminste zy doen feitelijk weinig ter
zake, want wat men vraagt is „De Witte",
anders niet. De Witte speelt een dankbare
rol in deze liefdeshistorie, waarvan hy tal
van malen een kosteljjk gebruik maakt om
zyn guitenstreken ten beste te kunnen ge
ven, of om een paar francs machtig te
worden.
Het is een kostelijke geschiedenis, waar
om veel gelachen zal worden en die een
film geleverd heeft, die in commercieel op
zicht zeer goed geslaagd is.
Naast Jefke Bruyninckx, een echte
Vlaamsche jongen, die uit een groote
groep jongens uitverkoren werd om de
rol te spelen, noemen wy de moeder
van Jefke, Magda Janssens, de bekende
Vlaamsche actrice, die toen zy in 1914 in
oorlogstijd uit België naar ons land
kwam, tërstond ieder voor zich wist te* win
nen door haar spel als Fientje Beulemans
en sindsdien steeds een vooraanstaande
plaats heeft bekleed by de voornaamste
tooneelgezelschappen. Onnoodig te zeggen
dat zy ook als filmster buitengewoon spel
te zien geeft. Willem Benoy speelt de
rol van hoofdonderwijzer.
Dit zyn de drie beste spelers van het
de andere
medewerkenden goede krachten schuilen,
zullen wy er niet meerdere nauwkeurig aan
duiden. Jef van Leemput, Gaston Smet,
Nora Gevers, Ida Wasserman, Remy Ange-
not en Jules Dirickx hebben verder de be
langrijke rollen.
De regie van WiHem Benoy en J. van der>
Heijden is over het algemeen goed, hier en
daar nog wat te zwak, doch dan maakt het
camerawerk van Ewald Daub weer veel
goed. Als geheel is deze film dan ook een
uitstekend begin van de Vlaamsche produc
tie ,die veèl beloften inhoudt voor de toe
komst.
Het is een goede gedachte van de Directie
van het Thalia-Theater om deze film al zoo
vlug op haar program te zetten. De belang
stelling zal zeker groot zyn
In Amsterdam was by de première Dr.-
Ernst Claes en Jefke zelf tegenwoordig en
zij zyn beiden ten tooneele verschenen,
waarbij Dr. Claes in Vlaamsche geest op
leutige wyze verschillende waarheden ver
telde, om te beginnen dat Jefke drommels
goed wist, dat hy daar slechts voor de
reclame stond. Op ironische wyze, die de
zaal telkens deed daveren van het lachen,
verklaarde hy, dat de veelbesproken cultu-
reele banden tusschen Holland en Vlaande
ren meestal slechts bestonden uit het by
elkaar aanzitten aan wetenschappelijke en
litteraire banketten, waarby de Vlaming ge
looft, dat hy Hollandsch spreekt als hy zegt
dat het „mooi weer is" inplaats van'„schoon
weer", terwijl de Hollander gelooft, dat hy
Vlaamsch spreekt als hy overal aan toe
voegt „awel zulle". En ernstiger voegde hy
eraan toe, dat het inderdaad tyd werd dat
Holland en Vlaanderen ernstige pogingen
zouden doen tot het begrijpen van eikaars
cultureele beteekenis, waartoe zoowel de
Nederlandsche als de Vlaamsche film zou
kunnen bijdragen.
Jefke droeg hierna het gedicht voor,
waarmee hij den indertijd uitgeschreven
wedstrijd won, waarby de hoofdrolspeler
voor „De Witte" moest worden gekozen.
De film zelf werd door het publiek luide
toegejuicht en na afloop verschenen de aan
wezige medespelenden, dr. Claes en de re
gisseur Jan Vanderheyden nogmaals op het
tooneel om met bloemen gehuldigd te wor-
den. M
George Raft, de rijdende ster.
Het is reeds meerdere malen inde film
wereld gebéurd, dat een of andere onbe
kende grootheid een sterke gelijkenis ver
toonde met een beroemde ster. Wy hebben
een tweede Greta Garbo, Joan Crawford,
enz., doch hun succes^ is meestal niet erg
groot.
De Paramount komt den laatsten tijd
met George Raft naar voren, die veel aan
Valentino doet denkefT. Hy heeft reeds veel
succes gehad en het schynt, dat hy zyn
weg wel zal vinden op het witte doek. Be
kend van he.m zyn „Als ik een millioen had"
en „Middernachtclub". Thans komt hy uit
in „De trompet schalt", een film die in het
romantische Sïexico speelt en waarin hy o.a.
een spannend gevecht met een stier levert
in een arena, en in „Bolero", waarin hy een
carrière-makend danser speelt. In deze
laatste film lanceert hy een nieuwe dans,
de „Raftero", en voert hy bqvendien met
Carole Lombard een fraaie dans uit op de
muziek van Ravel's „Bolero".
In deze film zal men- binnenkort deze
nieuwe ster in de Schouwburg-Bioscoop
Na een vry avontuuriyk levén is hij pas
bij de film gekomen. Hij begon in New-
York als krantenjongen en was daarna ge
leider van een groentekar. Mét eenige vrien
den ging hy bokslessen nemen en op zyn
vyftiende jaar maakt Raft zyn debuut als
beroepsbokser in de bantam-gewicht klasse.
Daar hy wel vermoedde, Hat hy nooit eeti
'groot bokser zou worden, verliet hy den
ring en werd prof-honkbalspeler. Twee sei
zoenen kon hjj zich handhaven, doch "toei^
kreeg hy ook daar zyn congé.
Hierna begon zyn carrière als danser, die
heel wat succesvöller zou worden. Hy trok
de aandacht door hgt razende tempo van
zyn dansen, zyn voetenwerk was enorm
snel. Langzamerhand wist hy zjch op te
werken en als danser van naam maakte
hy zelfs een tournée door Europa.
Als laatste ambacht koos hy toén het
filmspelen en inderdaad schynt na zyn dans
carrière de geluksster gerezen te zyn. Zyn
succes op het witte doek is groot en be
looft nog veel voor de toekomst.
De film „Op Stap"'.
Het Royal Concern AmsterdamRotter
dam heelt met de producenten van de ium
„Op stap ae National r de eerste vér-
toonmg voor Amsterdam en Rotterdam voor
zyn theaters Cinema Royal en Corso Cine
ma en Capitol en City, vastgelegd.
De tilm „Op stap" wordt gemaakt naar
een oorspronkelijk scenario van den au leur
Jacques van Tol, bewerkt door Alexander
Alexanler en Jos. Jacobi, in wiens handen
ook de leiding der productie berust.
De voornaamste medespelenden van de
film „Op stap" zyn: Henriëtte Davids, Fien
tje de la Mar, Jopie Kobpman, Louis Davids,
Adolf Engers en Frits van Dongen.
De regie van deze film wordt gevoerd
door den heer Henk van Alsum. Muziek van
Max Tak. Met de productie van deze film
in de Cinetone Btudio's te Duivendrecht is
reeds begonnen en „Op stap" zal hoogst
waarschijnlijk tegen einde Maart gereed
zyn, zoodat men de première te Amste'rdam
en Rotterdam began April zal kunnen tege
moet zien.
't Is toch vreqmd dat myn (echtschei-
ding mij meer heeft gekost dan mijn
huwelyk^
Volstrekt niet, je vrijheid is meer
waard.
hy een paar maal langs Haas heen en weer.
Waar heb je dié vandaan? vroeg Haas.
Kyk eens, beste kerel, zei Jakhals
vriendelijk, ik heb nog een heeleboel soor
ten, van alle grootte's en kwaliteiten. De
volgende week ga ik in -de stam van de
groote kastanjeboom een winkeltje openen
en dan kunnen jullie die staarten bij me
koopen!
En zyn daar even mooie staarten by,
als jy daar aan hebt vroeg Haas begeerig
Veel mooier nog! antwoordde de slini-
Nu, ik zal er al vroeg by zyn, beloof
de Haas, want die dihgen, die jij „staart"
noemt, vind ik schitterend. Ik wil ook graag
een heele groote hebben.
Nu, tot ziens, tot de volgende week'
dan, Haas! zei Jakhals en stapte glim
lachend weg.
Toen hy thuis kwam, vertelde Jakhals
aan zyn vrouw, wat de .verschillende dieren
gezegd hadden.
En;'zei hy, het hoogmoedige, kleine
Haasje, dat zich verbeeldt het mooiste dier
te zijn, piraat ook al van een gróóte staart.
Hy ziet zichzelf natuurlijk al loopen en de
neus optrekken voor dieren, die niet zoo'n
mooie staart hebben ala hy. Dat wordt een
mooie grap. Ik zal hem de grootste en de
zwaarste staart verkoopen, die ik heb, ^vant
ik weet, dat hy het daarmee tóch niet lang
uithoudt en dan is er nog maar één klein,
tje voor hem over, dat ik apart zal houden'
Want anders wordt hij bespot, omdat hy
meelemaal geen staart heeft. Dan zal hy
wel van zyn hoogmoed genezen, denk ik.
Dat vind ik een goed plan! zei mevrouw
Jakhals, ik heb me al lang geërgerd aan
de arrogantie van Haas. Hij groet mij nau
welijks, als ik hem tegenkom. Wy moeten
hem maar eens een goede les geven.
De daarop volgende dagen werden be
steed aan het inrichten van het staarten-
winkeltje. Toen werd er bekend gemaakt,
wanneer de winkel geopend zou worden eil
alle dieren waren nieuwsgierig, hoe ze er
met een staart zouden uitzien.
Luister eens, zei Haas op zekeren
avond tegen zjjn vrouw, morgenochtend
maakt Jakhals zijn winkel open en nu ga
ïk vannacht in de buurt ervan slapen, zoo
dat ik morgen het eerst er by ben, om een
van de mooiste staarten te koopen! En
floep... wèg was Haas.
I Toen Jakhals dien morgen de nieuwe wln-
kei opende, was Haas de eerste die binnen-
ging. Naar kleine staartjes keek hy niet
eens. Hy zocht het grootste uit en paste
het eene staartje na het andere, aan. Er was
onder anderen een vreeselijk groote pluim
staart bij, die haast driemaal zoo groot was
als Haas zelf. Daar had Haas geweldig zin
in. En Jakhals moedigde hem aan en zei
dat de staart prachtig paste. Haas betaalde
de staart, Jakhals zette die aan en weg was
Haas, de wii>kel uit, trotsch Is een pauw.
Nadat hy een klein -eindje geloopen had,
bemerkte Haas, dat de lange staart ver
schrikkelijk zwaar was. Hardloopen en
springen kon hij er heelemaal niet mede.
De andere dieren, die op weg waren naar
het winkeltje van Jakhals, verwonderden er
zich over, dat hij vandaag zoo voetje voor
voetje liep; maar Haas hield zich goed en
liep trotsch voort. Toen hy thuis kwam, was
hy doodmoe en zijn vrouw vroeg verwon
derd: Waarom heb je ook zoo'n vreese
lijk groote staart gekocht? Je zult d*ar
nooit mee wegkomen
Ha, zei de Haas, let maar eens op. Ik
wil nu eenmaal niet dat de andere dieren
mooier staarten hebben, dan ik. Maar daar
heb je gelijk in. een beetje zwaar en hin
derlijk is die staart wel!
Den volgenden dag ging haas eens een
bezoek brengen bij Oom Hond, om daar met
zijn nieuwe staart te pronken. Oom Hond
had Haas al van verre zien aankomen en
schaterde van de lach. Want Haas, die ge
woonlijk lustig oVer den weg sprong, sleepte
zich nu moeizaam voort, gekweld door een
reusachtige staart, die achter hem aan bun
gelde.
Ach beste neef Haas, lachte de Hond,
wat doe je toch met die monsterachtige
reuzenstaart Je zult jezelf er nog eens aan
ophangen!" Jakhals vertelde me, dat je zoo'n
groote hebt, maar dat het zoo'n geweldig
ding was had ik niet léunn^n vermoeden.
En Oom Hond lachte, tot de tranen langs
zijn snuit liepen. Hri&s ergerde zich in
stilte, maar liet niets blijken.
Neen hoor, zei hy tenslotte, die staart
is niets te groot voor my, Oom Hond.
Ja, zei Oom Hond, die oude Jakhals
is toch maar een slimmerd. Maar ik ben
heel tevreden over de staart die ik gekocht
heb. Die is niet ongemakkelijk en tóch kan
ik er fijn de vliegen mee wegjagen en kwis
pelen, als ik een bekende ontmoet.
Nog een poosje zaten beide tezamen by
het huis van Oom Hond en praatten over
koetjes en kalfjes. Oom Hond vertelde dat
hy dien morgen langs het winkeltje van
Jakhals was gekomen en dat haast alle
staarten, op een paar kleintjes uitgezon
derd, verkocht waren.
Eindelijk neemt Haas afscheid en gaat
weg. Onderweg besloot hy te leeren hard
loopen en springen met zijn nieuwe staart,
want hy wil niet voor de tweede maal uit
gelachen worden, zpeals bij Oom Hond. Zoo
komt hy langs een distelboschie en besluit
daar over heen te springen. Maar o wee,
hy kwam midden in het boschje terecht en
zyn staart haakte vast aan de dorens. Hij
trachtte op allerlei manieren los te komen
en rukte en plukte wat hij kon maar op
eens brak zjjn prachtige staart af. Haas
was wanhopig. Alle pogingen om de staart
los te krijgen, mislukten; hij was veel te
erg in, de dorens verward geraakt. Haas
moest zonder staart naar huis.
Toen mevrouw Haas hoorde wat er ge- k
beurd was, raatfde zy haar man: Loop
dadelyk hard naar Oom Jakhals en koop
een andere staart, maar nu met zoo'n groo
te, hoor!
Haas lie(p zoo hard hy kon, maar wat zag
hij, toen hij kwam De winkel was gesloten
en aan de deur was een klein, willig pluim
staartje gespijkerd, waaronder stond: vJvoor
iemand, die graag opschept." foen begreep
Haas, dat Jakhals hem moedwillig er toe
gebracht had, de zware staart te koopen en
dat ook Jakhals het kleine staartje tegen
de winkeldeur gespijkprd had. Haas was
woedend. Hy ging naar huis en"* vertelde,
wat Jakhals gedaan had. En terwijl hij
praatte stond^ij van woede te dansen.
Ja, Jakhals heeft je leelyk te pakken
gehad, zei zyn vrouw, maar ie$s is beter
dan niets. Haal nu dadelijk dat kleine
staartje, anders bespotten de dieren je, om
dat je er heelemaal geen hebt.
Haas zag in, .dat zijn vrouw gelijk had
en ging brommend het kleine staartje ha
len. Zoo komt het, dat Haas tegenwootjfa
nog met zo<Pn klein wolpluimpje loopt en
dat hij ook nog steeds kwade vrienden is
met Jakhals. Ook voor de andere dieren
schaamt paas zich meestal nogal, vandaar
dat hij meer 's nachts op pad gaat, dan
overdag.