c Het jubileum van een ontdekkingsreiziger. Kldjnken uit Tunis. W etenswaardigheden. De voeding VOOR DE JEUGD. Hoe de haas aan z(jn staartje kwam. in den winter. Neusbloedingen. Filmniauws. De eerste Vlaamsche film. speciaal voor orchideeën bestemde mengsel kan men in de kweekerij be stellen. Andere orchideeën, die voor ka mercultuur geschikt zyn, z\jn de Odontöglossum Rossië, verschillende Cypripediumsoorten, Coelogyne cris- t tata, Catteleya Labiata Autumnalis effi eenige Oncidiumsoorten .Ze stel len niet alle precies dezelfde eischen aan hun standplaats. Over het alge meen verlangenr orchideeën echter een gelijkmatige warmte en tamelijk vochtige lucht in den winter. De ka mer mag dus 's nachts niet te veel af koelen. Wanneer dat niet te vermijden is, moet men de planten in eeiyglazen kastje overbrengen, waarin ae lucht met behulp van een spiritusvlam ..warm kan worden gehouden op de kachel of op de radiatoren van de cen trale verwarming moeten in een ka mer, waar orchiddeën worden ge kweekt, voortdurend vlakke vaten piet water staan. Slechts iemand, die zich serieus met planten bezighoudt, kan tot het kweeken van orchideeën overgaan. De mindergevoelige soorten kan men met Succes kweeken voor een hoog en Inreed raam, dat op het Oosten oï Westen uitziet. De potten moeten ech ter niet op dd vens^bank worden geplaatst, dochop eenigen afstand vah het ra^n, bijv. op een standaard, die niet hooger komt dan 15 a 20 c.M. onder de vensterbank. Onder de pot ten moet zich een rooster van 2 c.M. dikke latten bevindepi met daaronder een 3 c.M. dikke laag cokes in een Waterdichten bak. Op deze wijze wordt de luchtverlersching onder de potten vergemakkelijkt. Door de lage plaatsing krijgen de planten meer licht van boven, wat voor hun groei beter is dan lichtr opzij. Door een tochtdeken, die van de vensterbank i tot aan de vloer reikt, beschermt men ze tegen tocht. Wanneer ze op deze wijze worden geplaatst, hebben de orchideeën de warmte en het licht, die zij noodig hebben .terwijl de vloer niet wordt besmeurd door afdruipend gietwater. Goede hemel, ik ben sinds gisteren vier pond 'lichter geworden. Dat 's ook fgeen wonder, want je hebt' gisterenavond de hotelrekening in Londen betaald. 's Zomers wordt de cokes voortdu rend vochtig gehouden om de orchi deeën de vochtige lucht te geven, die zij noodig hebben. Ze worden her haaldelyk bespoten, want op die wijze bestrijdt men het beste stof en bedor ven lucht. Bij helder, zonnig weer moet het meermalen op een dag ge beuren. Bovendien moeten dei planten elke week worden afgewasschen met een spons, die in lauw watlir is ge drenkt. Terwille van de planten moet de Kamer ook dagelijks wordeai gelucht. Als 's winters de buitenlucht te koud is, kan men het raam openen in een aangrenzende kamer, die door een deur in verbinding staat met het ver trek, waar zich de orchideeën bevin den. De planten krijgen dan wel fris- sche lucht, doch eerst nadat deze eenigszins is verwarmd. Het is het beste, wanneer men de orchideeën niet kweekt in een kamer waar een gaslamp of een ijzeren kachel brandt. Verder mag er alleen gespoten en gegoten worden met water, dat de zelfde temperatuur heeft als de ka merlucht. Wanneer men de orchideeën beigiet, moet men verschil maken tusschen groeiende en rustende planten. Groeiende planten moeten voortdu rend vochtig gehouden worden. Dat bejteekent echter niet, dat men alle potten dagelijks moet begieten. De eene orchidee houdt het vocht langer vast dfen de andere en sommige soor ten hebben eerst 0 na eenige dagei}. wellicht eerst na een week nieuw wa ter noodig. Geeft men ze te veel water dan gaan ze spoedig dood. Voordat m«Ê de planten opnieuw giet, mogen ze tamelijk droog worden. Bevinden zij zich in een toestand van rust, dan moeten zij zelfs geheel uitdrogen, voordat zij opnieuw begoten worden. Houdt men ze voortdurend vochtig, dan gaan ze in rotting over. Over het algemeen is het goed, om ^de orchideeën eerst te begieten, wan neer zij opnieuw gaan ultloopen Van dit tijdstip af gaat men op boven her schreven wijze met gieten door, tot de nieuwe knop ongeveer even dik is geworden als die van het vorige jaar. Nu giet men geleidelijk minder. Het waarnemen en in acht houden van de rustperiode, die kort na het uitbloeien begint, is van het grootste belang voor de vorming van bloeitakken. De periode duurt bij aardorchideeën 4 a 5 weken. f Na afloop van deze rusttijd belegt men de planten al naar gelang va ré"* hun behoefte met nieuw moerasmos, of wel men verplant «ze. ï)it laatste gebeurt echter alleen, wanneer de planten voor de pot te groot zijn .ge worden. By den 70sten vei'jaardag van Sven Hedin. Een leven van strijd en overwinning, door G. BENDER. Een ander maal werd zjjn kameelenkara vaan door een sneeuwstorm overvallen geheel veratrooid. In Augustus 1896 trok h« langs een 4900 M. hooge pas „Ver het J" langf reek3 van ontdekkingsreis, kenl h'na a °P d0r "eUWe" de onbe kende gebieden der aarde voor ons hebben b ootgelegd, neemt Sven Hedin zeker niet de minst eervoUe plaats in. Doch ook als m 11 ee" °PmerltelÜke ««"ur, een voorbeeid van iemand, die zich reeds als kind een doel stelde en Jit met tn7e vol. hardmg stap vom stap wist te bereiken. Den 19den Pefcian 1865 te Stockholm geboren, groeide Sven Hedin op in het groote gezin h« had zes broers en zus ters van den stadsarchitect Hedin. Resds als kind trok zjjn hart naar vreemde, vei re landen en stond het bö hem vast, dat hy ontdekkingsreiziger zou wbrden. Op Hchoul was aardrykskunde zyn lievelingsvak, hy teekende onberispelyke, uiterst zorgvuld!g afgewerkte kaarten. Hy hardde zich reeds heel jong voor zijn toekomstig reizen e gewende zich aan koude en ontberingen Zoo kon hy reeds op twintigjarigen leeftyd ?yn eerste groote reis ondernemen. Hy trok over Finland en Rusland naar Bakoe, waar hy als hulponderwijzer bleef. In zyn vrijen tyd leerde hy de taal van het land, boven- lien nog Perzisch en Russisch. Na deze ^oorbereidingen maakte hy een reis door Perzie en keerde daarna terug naar Stock- holf om geologie te studeeren. Een jaar later zette hy zijn studies voort aan de Universiteit te Berlyn, waar hy de colleges volgde van de geograaf Baron von Richt- hofen ,die hem op het denkbeeld bracht, om een ontdekkingsreis door Midden-Azië te ondernemen. Eerst maakte hij echter nog een tweede reis naar Perzië, waarover hy na zyn terug keer voordrachten en lezingen hield. Hier door trok hy in ruimeren kring de aandacht. De familie Nobel begon zich voor hem te interesseeren en besloot hem voor zijn eer ste eigenlijke ontdekkingsreis de noodige financieele steun te verleejien. Zoo kon de toen 28-jarige Sven Hedin in October 1893 zyn ontdekkingsreis door Azië aanvangen. Hy doorkruiste Centraal-Azië, stak de hoogvlakte van Pamir over toentertijd nog een witte vlek op de kaart onder zocht gletschers, ontdekte onbekende zeeën en woestijnen, ruïnes van steden, die sinds eeuwen in puin lagen jen keerde over Pe king en Siberië naar huis terug. Al deze tochten waren levensgevaarlijke Kurenlungebergte in Noordelijk Tibet, waar hy nieuwe gebergten en een keten van 23 zoutmeren ontdekte. In Maart 1897 onder nam hy vanuit Peking een nieuwe reis door Noord-China en Siberië en vertrok vervol gens in 1899 voor een driejarige reis met Kasjgar als uitgangspunt. Op deze laatste reis trachtte hy als pelgrim verkleed in het voor Europeanen ontoegankelijke gebied van Noord-Tibet door te dringen. Hij slaag de hierin echter niet, want hy werd door de Tibetanen gedwongen van zyn voorge nomen route af te wyken en verloor daarby nogmaals zyn geheele karavaan, die de grootste ontberingen moest doorstaan. „Tenslotte gedenk ik met weemoed", zoo schryft hy in een van zyn boeken, „de trou we kameelen, die ons en onze bagage zon der klagen over de eindelooze vlakten droe gen, en waarvan er zoovele op den langen, moeitevollen weg door de Gobiwoestyn het leven lieten." Achtmaal trok Hedin den Himalaja over, hy ontdekte de bronnen van den Bamapoe- tr^ en den Indus, leidde geweldige expedi ties op Chineesche grondgebied en onder vond daarby den steun der Chineesche auto riteiten, sinds men eenmaal inzag, dat deze blanke geen veroverings- of verwoestings plannen had. In het jaar 1923 ondernam hij een reis, ditmaal een waaraan geen gevaar verbon den was, naar de Vereenigde Staten, naar Japan en China, om tenslotte in 1927 nog maals tot zijn oorspronkelijk terrein van onderzoek, het binnenland van Azië, terug te keeren. Deze laatste expeditie, de grootste die nog ooit naar deze streken is uitgerust, be stond pjt 300 kameelen en een uitgebreide staf van wetenschappelijke medewerke|p. Deze tocht, waarby ook van vliegtuigen ge bruik werd gemaakt, heeft ten doel het uit gestrekte gebied dat bekend staat als Gobi woestyn systematisch te verkennen en in kaart te brengen met alle daartoe ten dien ste staande middelen van wetenschap en techniek. Van de hoofdexpeditie hebben zich twee kleine karavanen afgescheiden die de gebieden ter linker- en rechterzijde van den hoofdweg onderzochten. Zy stonden onder leiding van de wetenschappelijke mftiewer- kers van Hedin. Deze laatste expeditie van den grooten Zweedschen dekkingsreiziger iS ook thans nog niet geheel beëindigd. De resultaten van zyn tallooze reizen heeft Sven Hedin in verschillende belang rijke werken te boek gesteld, die alle ge GEMENGDE BERICHTEN. De spionne van tien jaar. Een avontuurlijke loopbaan. ondernemingen, waarbij hij meermalen met j tuigen van den taaien wil van den onder zijn tochtgenooten den dood voor dogen zag. In 1895 verloor hy zyn geheele uitrusting. f zoeker, om alle moeilijkheden en tegenslag die hy ondervond, te overwinnen. In een ziekeninrichting ln Pariis i« h- Russin Sonja Menschikowa gestorven nog maar 36 jaar oud. Met haar dood u de avontuurlijke loopbaan van een sdvL ne algeslpten piun' Sonja Menschikowa, die de laatste ren als de vriendin van een Braziliaan schen planter ln Parijs woonde en 2 prachtige villa in Vlncennes bezat kwam uit een arbeidersfamilie, welker led sinds geslachten tot de anarchlstS beweging behoorden. Haar grootvaar was wegens deelneming aan eeti samwT zwering doodgeschoten. Haaf vader bracht zes Jaar in siberie door en fiwam slechts door gratie van den tsaar vrij h« is dan ook geen toeval, dat Sonja reeds als klein kind terecht kwam in de anar chlstische verwikkelingen En sinds haar tiende jaar verrichtte ze spionnagedien sten voor de anarchisten ln het toenter tijd Russische Wawchau. Ze was de jon* ste spionne ter wereld waarschijnlijk Het kleine meisje met de blonde haren en de opvallend lichte blauwe oogen vlei door haar bekoorlijkheid overal op en daar ze voor haar leeftijd heel verstan dig was. lukte het haar reeds als kind belangrijke diensten te bewijzén aan de anarchisten Op een dag viel het Sawar- sin. den chef van de tsaristische geheime politie ln Warschau op, dat het kleine meisje, dat eiken ochtend het brood ln een groote mand in de keuken placht te brengen, steeds lange gesprekken voerde met het personeel. Dit feit zou ook hem den doorkneden politieman, er nog niet toe hebben gebracht, haar bizonder in het oog te houden, maar door toeval merkte hij enkele dagen later, dat de kleine Sonja, nadat ze het brood had ge bracht. haar weg nam over de binnen plaats van het polltlegebouw naar de stallen, waar ze zich urenlang placht op te houden Bij deze gelegenheden hoorde de kleine Sonja de twee koetsiers van den politiechef uit over hun ritten ln de stad Opeens werd het Sawarsin duide lijk. hoe het kwam. dat men in de stad en juist in de kringen der anarchisten, zoo precies over het tijdstip van zijn uit rijden onderricht was links ziet U dé ruïne van den Tempel van Diana en rechts de zuilen van Hercules. "Zoo! Worden die nu gebouwd of afgebroken? Hoe ik het my voorstelde en hoe het w«. De Amerikaansche journalist. Onrustigs hotels én coemopolitische straattooneelen. (Bijzondere correspondentie uit Tunis.) Brandende zonnestralen vanuit een azuur- blauwen hemel, zonnestralen, die neerflit- men, of sinaasappel- en citroena&mplantingen, waar koffiebruine in- boorlingeA slechts bekleed met een lenden- schort sta% te werken. Europeanen in witte met openhangende oyer- hemden ,en opgestroopte mouwen met wilskrachtige gezichten, die medewerken om.' de korte, scherpe bevelen, die zy geven, 19 doen uitvoeren controleeren de werk zaamheden. Dat waren de beelden, die Mor pheus by' my placht op te wekken, toen ik in Europa nog droomde van mijn reis naar Afrika!. Voortdurende regenval,, grooteVdroppels of dikke stralen, een onaangename vochtige koude Dat was de werkelijkheid! Evenals het verwenschte Maart- en Aprilweer, of de Novemberkoude in Europa. Wat was ik bly, toen ik de dikke onderkleeding vond, die men ondanks alle beweringen van my ovef 30 tot 50 graden hitte in de fechaduw, on- danks Se in Europa reeds gekochte stroo- hoeden eft de lichte troperikleeding, tóch voor my had ingepakt. Op z'n tijd „wintert" het zelfs in Noord* Afrika! Geen sneeuw, geen rijp, geen koutfe wind, waarby de ooren langzaam afvriezen nog altijd staat de thermometer op 10 20 graden boven nul. De ofyf-, sinaas appel- en citroenstruiken dragen nog altya groene bladeren. Zy wachten op het oogen- blik, dat men hun vruchten plukken zal. Het is thans oogsttijd, en die oogsttijd duurt naar gelang de verschillende pro ducten, die geoogst worden tóf Maart. v Geen dag zonder regen. Urenlang, onafge broken Dit jaar is het al hepl erg. Het is. verdraaid koud, dd doordringende voch tigheid veroorzaakt koude rillingen. In de hvizeli is alles vochtig-koud, de geverfde muren en de steenen vloer zuigen de laat ste warmte op. Men kent hier geen groote kachels of zelfs maar gewone potkachels. Als het heel erg wordt, schaffen de best- gesitueerde burgerfamilies zich een petro leumkacheltje aan, waardoor in al die hui zen een stinkende walm hangt. Slechts in de allervoornaamste hotels van Tunis, <(e hoofdstad van het Fransche pro tectoraat, heeft men centrale verwarming en koud of warm stroomend water. Vóór het begin van de wereldcrisis was Tunis op weg wegens het voor Afrika zeer zachte klinmt een centrum van vreemdelingenver keer re worden. Een groote menigte hotels werd er gebouwd, maar thans is tal van die instellingen, wegens het gebrek aan bezoe kers, wederom het# levenslampje uitgebla zen. Het is niet aangenaam, om als ordelie vende Europeaan langen tyd in zoo'n hotel te moeten verblijf houden. Niet alleen de turen wer ken stier op ons gezichtsvermogen, maar ook de wei nige discipline der bezoekers kan iemand tot wanhoop brengen. Tegen -middernacht en soms nog veel later, y^rdt er op de gangen nog luid gepraat en/ gelachen in de ka mer naast U wordt, ondanks ieder protest, nog om 1 uur 's nachts op een schrijfma chine gerateld, of wordt men door de dunne hiuren heen, de onvrijwillige getuige van intieme? gesprekken. Als klap op de vuurpijl draait de een of andere cabaretdiva tegen het vroegste morgenuur met veel misbaar de badkraan open. Het schokken van de kraanv het ruischen van het water en het klagende gepiep van de waterstraal mpken een verdere slaap totaal onmogelijk. ^te moeten verblyf houden. Niet a ^^groene, met rood bewerkte mui kenwwelotte als een roode lap op k In de schryfzaal van het hotel zit een Amerikaansche journalist. Gisteren is hü met de boot gearriveerd vandaag heeft hy een wandeling gemaakt en alles ge fotografeerd, wat zijn weg kruiste.«En nu schrijft hy artikelen op den band-zonder einde! Over het leven en de gewoonten van de inboorlingen, de Arabieren en Bedoeïnen. Dat de Arabieren altyd in de café's te vi«- den zyn, waWfpypen rooken en stoïcynsch voor zich uit\n het oneindige staren... Hij moet het imm&rs weten! zullen zyn lezers denken. Na d|\ artikelen schryft hy an sichtkaarten, .zoo kleurig mogelijk, kara vanen by aankimst in de oase en zoo voorts Morgen gaat hit verder round the world in tempo! Op de wegen: een internationale bevol king. Alle kleuren en alle rassen ter we-, reld, van de zwarte, met de dikke, omge krulde lippen, de spleefoogige, geelhuidige Chinees, de gebaarde Arabier, de woeste Bedoeïnep tot aan de Europeesche bleek- gezichten, fcyn hier aanwezig. Er zal nau welijks een tweede plek ter wereld zyn, die zoo'n heksenketel van kleuren, zoo'n men gelmoes van nationaliteiten is. Schoenpoetsers belegeren de straten.. Water schijnt men slechts te gebruiken om het te.drinken, want hun gezicht, handen en beenen zyn bedekt met vuil. Als men niet energiek tegen hen optreedt, trekken zij iemand, reeds by het aanprijzen van hun diensten ,de beenen onder het lichaam van daan, om - deze op hun schoenenkastje te zetten. Dan werpen zij de franc, die men hen geeft, in het stof, laten hun werktuigen onbeheerd liggen en looien luid jammerend en klagend, soms ook 5fcheldend, achter iemand aan, om meer los te krijgen. En dat, terwijl de gewone prijs, het „tarief" slechts of franc bedraagt. Een kleine tengel is daar by, een klfeuter van nog geen acht jaar, gekleed in een oude jas, die als een veel te fvyde kaftan achter hem aan slobbert. Hy heeft galgenhumor, de kleine aap. Als hy geen klanten vangt, of als htf ondanks alle gejammer geen hoogere prys weet los te krijgen, trekt hy een quasi- droefgeestig gezicht, grijnst dan even en zegt: „C'est la crise mondiale". \Dat is de wereldcrisis.A Indiërs, niet groote, ernstige ooVen, die de voorbijgangers fascineerend aahlgikeh, met hun starre, hypnotische blikkeilflpoo- pers trachten te vangen, .wachten op klan ten ,maar prijzen niets aan; vele van hen zijn waarzeggers, die uit de hand voorspel len. Bedelaars, in lompen gekleed, zonder armen, zonder beenen, of met door de sy- philis weggevreten gezichten, bevolken de j^11 straten. Grijsaards, kinderen en Bedoeïnen- meisjes zyn het veelal, die hen leiden; t vooral de syphilisleiders komen hier veel veel voor. Het is een brutaal volkje. Wee de ongelukkige, die uit medelijden een aalmoes geeft. Hy vefdwynt in de menigte bedelaars als een kerseboom in een vlucht spreeuwen. De bende stort, zich letterlijk op den schen ker en slechts Tftèt». slagen, schoppen en schelden kan men zich bevrijden... Van dit oogenblik af werd Sonja door drie rechercheurs bewaakt. Spoedig kon men vaststellen, dat de kleine, die ln de kringen der anarchisten alleen maar de Kroscnka (dwerg) werd genoemd, de handigste spionne der anarchiste» was. Ze verrichtte met een geweldigen ijver de haar gegeven opdrachten. In de mand waarin ze anders brood enz. droeg, nam ze ook bommen en helsche machines mee. om ze naar hun plaats van bestem ming te brengen. Al deze bizonderheden werden Sawarsin gemeld, maar niette min zag deze er van at Sonja te laten arresteeren. Door haar te bewaken kwam men achter zóóveel geheimen, dat het wel de moeite waard was haar op vrije voeten te laten. Op een dag verdwenen belangrijke acten uit het bureau van den polltlechel. Het onderzoek toonde aan. dat het bureau met een valschen sleutel geopend was door de kleine Sonja, die zich ln een onbewaakt oogenblik ln de werkkamer van Sawarsin had laten In sluiten. Toen men haar wilde arrestee ren was ze evenals haar "Wader en haar moeder allang verdwenen en ln veilig heid. Het heel mooie meisje, werd tien Jaar later een even mooie vrouw Kroschka was geen anarchiste meer. ze had haar diensten als spionné ondenyijl aange boden aan een vreemde mogendheid. Na den oorlog leerde «ft een Fransche aris tocraat kennen, die haar de prachtige villa schonk. Toen hij stierf vond ze ln den Brazlllaanschen planter een met minder rijken aanbidder, die vorstelijk voor haar zorgde. Een verraderlijke ziek te heeft nu een felnde aan haar leven ge maakt. Koken van kool. Indien men by het koken van kool een weinig boter of vet in het water doet, zal de sterke geur minder on aangenaam zyn. Verslikken. Wanneer een kind zich verslikt, moet men het niet op den rug klop pen, daar dit geen nut heeft. Er is eenvoudig middel, dat onmiddel lijk verlichting geeft, n.l. men omvat beide handefi en houdt de armen ge strekt" boven het hoofd, waardoor de borstkas-verwijd en het kwaad ver holpen wordt. Marmer. Marmer maakt men schoon met een oplossing van 1 eetlepflt ammoniak op J/2 Liter waterneemt het met een sporife, gedrenkt in dit mengsel af dn droogt het eerst met aen flink uitge wrongen zeemlap, daarna met een flanellen doek nawrijven. Zeg pappie, val nog eens. 't Ie e"° in de wintermaanden zijn wy veel meer dan 's zomers aangewezen op Hulpmiddelen, die het tekort aan groene groenten tegemoet komen. We zullen zooveel mogeiyk aanvul- jtma moeten werken om te voldoen aan de eischen, die gesteld worden voor opbouw en instandhouding van het licnadm. De echte wmterkost is door de meerdere toevoeging van ve. stamppotten, erwtensoep, enz.) en de stevige samenstelling uitstekend ge schikt om het lichaam de noodig» voe dingsstoffen toe te dienen en het warmtevermogen te vergrooten. Bij de bereidiüg van groenten kan er 'niet genoeg op gewezen worden, dat deze met zoo weinig mogtdijk wa ter moeten worden opgezet en even tueel vocht, dat overblijft wordt be waard voor soep, zooals bloemkool-, spinazie-, asperge- en verschillende andere soepen, die onder toevoeging van boter en bloem, zoo buitengewoon smakelijk zijn. kunnein het vitaminengehalte nog verhoogen door fijn gehakte pe terselie, selderij, geraspte peen, bloemkool of andere versche kruiden of groenten even voor het opdoen bij de soep*te doefi. Vanzelfsprekend is, dat boonennat evenmin wordt wegge gooid, maar als voedzame soep een dag na h$t boonen-, erwten- of capu- cijnermaal wordt gegeven. Water waarin worst of spek gekookt is, kan gebruikt wordep voor de bereiding van erwten- of boohensoep. Bieten, knolraap, knolletjes, win terpeen, prei zijn uitstekende winter groenten, terwijl het gebrek aan groene groenten aangevuld wordt door een weinig kropsla, die; thans den geheelen winter door te verkrij gen is en andijviesla, verder zijn rau we geraspte winterpeen, knolraap, selderijknol eveneens bijzonder goed. Trouwens andijvie is zelfs den ge* heelen winter te krijgen, evenals vele koolsoorten, die echter niet altijd door iedereen verdragen worden. Blikgroenten kunnen eveneens aan vullend werken, temeer, daar weten schappelijke proeven, welke geduren de geruimen tijd genomen zijn, heb ben bewezen, dat de meening, die tot dusverre gold, n.l. dat zy niet de minste waarde hebben voor de voe ding door het lange kookproces, niet juist blijkt te zyn. Vruchten moeten ruimschoots ge nuttigd worden, liefst in verschen vorm, vooral appels em sinaasappels. Gedroogde vruchten vormen een yit- stekende toespijs, liefst niet gekookt, doch slechts geweekt en wel minstens 24 uur. Eerst worden zij in warm wa- Jakhals speelde hem een poets! De staartenwinkel. door Joy van Espen-Nelck. k®!?. ja al héél lang geleden was het, «t alle dieren nog zonder staart liepen! mensch kan zich byna niet voorstellen, toe eigenaardig de dieren er toen uitgezien •toeten hebben. Niet één was er, die een had...! 0p zekeren dag kreeg de Jakhals een Prechtig idee. eens, zei hij tegen zyn vrouw, ik bier een prachtig plan om gauw samen Uk .te worden! Nu, wat is dat voor een plan vroeg •nevrouw Jakhals. -■ Wel. we, gaan samen staarten maken en die aan de andere dieren verkoopen! Staarten, zei mevrouw Jakhals, wat zi)n dat voor dingen? T ma?r 06118 begaan, dan zie bet gauw genoeg, zei Jakhals. Hy ging aan het werk, zwoegde den gan- 8c en dag door, zonder zich haast tyd te P^nen om te eten en liet het haar zien: to11 prachtige staart had hy gemaakf, met •^Ke, zijdeachtige haren en een breede phnm! is nu een staart, zei*Jakhals. Ja, maar wat wil je daarmee doen? ^tog zyn vrouw. ~~,^an doen, zei Jakhals, en jy moet me "arbij eens-even helpen. Hy legde haar uit hy hét wenBchte en weldra was de taart aangedaan en stapte Jakhals trotsch m bet rond. Ja, waarlijk, zei mevrouw Jakhals, £Mtaat prachtig, zoo'n staart! Als de an- 16 dieren je nu zoo zien, willen ze alle- "wal staarten hebben. Dat is juist m(jn opzet, vertelde Jak- ter gewasschen om alle aanhangende stof en vuil te verwyderen, daarna in een pan gedaan, voor de helft bedekt met water. Af en toe omschudden, zoodat alle vruchten met het water in aanraking komen. Na het weeken m een glazen schaal overbrengen en mocht er nog «week water over zyn, dan wordt hier een weinig citroensap en suiker aan toegevoegd, het vocht aan de kook gebracht en ge)bonden, daarna over de geweekte vruchten ge goten, die veel smakelyker zjjn, dan wanneer zy gekookt worden en niets van, hun waarde hebben verloren. Pruimen, abrikozen, perziken, pe ren, tutti-frutti, vjjgen, alle gedroog de vruchten kunnen op deze wyze als comjjóte gegeten worden. Er zyn menschen, die al bjj*de min ste aanleiding een neusbloeding krjj- gen. Wanneer zjj maar even verhit raken, zich lichameljjk inspannen of ook wel krachtig snuiven, dan treedt de bloeding uit de neus al op. Dit ver schijnsel schjjnt ook erfeljjk te zyn. Dikwjjls echter treedt neusbloeding op zonder de minste aanleiding. Veel vuldig optredende neusbloedingen kunnen een aanwjjzing zjjn voor het bestaan van een inwendige ziekte. Het geneeskundig onderzoek moet dan aantoonen of men te doen heeft met een beginnehde artériosclerose of een hartgebrek, waarna de betref fende behandeling kan worden toege past. Anderzjjds kan ook een ziekte in de neus zelf oorzaak zjjn van de kwaal, terwijl ook by beginnende ty phus veelvuldig neusbloedingen voor komen. Meestal is het echter een on schuldig verschjjnsel, dat niet lang aanhoudt en volkomen ongevaarljjk is. Absolute rust, het best in zittende houding, is in de eerste plaats noo dig, om een neusbloeding spoedig tot staan te brengen. Op het voorhoofd legt men een koud compres en ver- mjjdt het herhaaldelijk afvegen en snuiten van den neus. Ook een koud compres in den nek kan dikwijls de bloeding snel tot staan brengen, ter wijl het in vele gevallen al voldoende is, als men den patient met een schoo- ne zakdoek de neusvleugels zacht samen laat knijpen. Watten propjes mag men niet langer dan 24 uur in den neus houden. Gelukt het niet ,om de bloeding tot staan te brengen, of treedt neusbloeding zeer veelvuldig op, dan is het dringend geraden een dokter te raadplegen. hals, jjj en ik moeten een groote party .staarten maken en hier neerleggen, dan en alsjk zie dat zy ook graag staarten wil len hebben, zet ik een winkeltje op en ver koopen we de staarten die wy beiden ge maakt hebben! Je bent; een genie! zei mevrouw Jak hals, die trotsch was op haar man. Reeds vroeg in den morgen begonnen de béide Jakhalzen hun werk. Zy sloten de deur van hun hiys goed af en maakten toen allerlei soorten yan staarten: lange staar ten, korte staarten, dikke staarten, dunne staarten, kwast-staarten, pluimstaarten, krulstaartén, ja van allerlei soorten. De andere dieren begonnen weldra zich af te vragen, waar de beide Jakhalzen ble ven. Vele van hen gingen op weg naar Jakhals' huis, maar halverwege zyn zij ga ik voor de dieren heen en weer loopen tnaar weer teruggekêerd, want als hét in het huis van Jakhals zoo stil is,'zeiden ze tegen elkaar, dan broeit er weer iets. Toen de staarten allemaal klaar waren, Aegon Jakhals de andere dieren te bezoeken. Tiet eerst ging hy naar Wolf. Wolf was zoo ingenomen met de staart van Jakhals, dat hy er dadelyk een wilde hebben. Jakhals vertelde hem, dat hij binnenkort een win keltje zou openen en daar de staarten zou verkoopen en Wolf beloofde, dat hy een van de eerste klanten van Jakhals zou zyn. Zoo stapte Jakhals van het eene dier naar het andere en allemaal waren zy ver langend naar een staart; zy waren zelfs te ongeduldig om te wachten totdat Jakhals een winkeltje had ingericht. Zelfs de muis en de rat moesten een staart hebben. Het laatste van allemaal stapte Jakhals naar Haas. Haas was een hooghartig we zentje en pas toen Jakhals vlak by hem was, deed hij of bij hem zag. Goeden morgen, vriend Jakhals, wat hebt U dóór nu aan? Dat is een staart! antwoordde Jakhals, een staart, beste Haas! En trotsch stapte „D« Witte' van Ernest Claes komt in het ThaJia-Theater. Vlaanderen heeft, behoefte gevoeld aan een film „In eigen sprake" en spoedig na de eerste Hollandsche productie is men overgegaan tot het verfilmen van een der bekende Vlaamsche werken „De Witte", de bekeHd» en populaire roman van Ernest Claes. Met veel succes wordt deze eerste Vlaam sche film thans ook in ons land vertoond, en nu dit genoegelyk verhaal van het Vlaamsche land ook*binnenkort in het Tha lia-Theater zal worden vertoond, willen wy er vast een en ander van vertellen In deze kostelijke rolprent heeft men, zoo als meestal het geval# is, niet het geheele vermakelijke boek van Ernest Claes ge volgd, af en toe heeft men stukken weg gelaten, byv. het koopen van een nieuwe klak voor de Wrtte en de vermakelijke cate chisatieles zyn achterwege gebleven, maar dat doet er weinig toe, want men raakt reeds direct onder de bekoring van deze film, die vooral verrast door de schitterende fotografie. De hoofdïql van De Witte wordt vervuld door Jef BruyVinckx, e<jn ronde Vlaamsche jongen, vol «ïverschilligheid en katte- kwaad, die ziel/ nergens iets van aantrekt, noch van hetrfen zyn moeder (Magda Jans- sens) zegt, n&ch van hetgeen de onderwijzer hem opdraagt. Hy wil genieten van het heerlijke leven op het Vlaamsche land, zoo als iedere jongen van buiten dat wil en in deze verlangens voelt hy fich belemmerd door de school en door anderen, die hem willeq laten werken of leeren. Daar moet hy niets van hebben; veel liever gaat hy zwemmen en vechten met zyn kameraden. In deze scènes is hy ook de lieveling van het publiek, dat reeds gnuift als zijn kop op het doek verschijnt met de lange slierten wit haar en de flikkerende kwajongens- Jef Bruyninckx in de titelrol. evenals vrywel alle stuk en hoewel er ook Hy is het middelpunt van de film, waar omheen zich eenige liefdesverwikkelingen afspelen, die echter geen groote plaats vra gen. Tenminste zy doen feitelijk weinig ter zake, want wat men vraagt is „De Witte", anders niet. De Witte speelt een dankbare rol in deze liefdeshistorie, waarvan hy tal van malen een kosteljjk gebruik maakt om zyn guitenstreken ten beste te kunnen ge ven, of om een paar francs machtig te worden. Het is een kostelijke geschiedenis, waar om veel gelachen zal worden en die een film geleverd heeft, die in commercieel op zicht zeer goed geslaagd is. Naast Jefke Bruyninckx, een echte Vlaamsche jongen, die uit een groote groep jongens uitverkoren werd om de rol te spelen, noemen wy de moeder van Jefke, Magda Janssens, de bekende Vlaamsche actrice, die toen zy in 1914 in oorlogstijd uit België naar ons land kwam, tërstond ieder voor zich wist te* win nen door haar spel als Fientje Beulemans en sindsdien steeds een vooraanstaande plaats heeft bekleed by de voornaamste tooneelgezelschappen. Onnoodig te zeggen dat zy ook als filmster buitengewoon spel te zien geeft. Willem Benoy speelt de rol van hoofdonderwijzer. Dit zyn de drie beste spelers van het de andere medewerkenden goede krachten schuilen, zullen wy er niet meerdere nauwkeurig aan duiden. Jef van Leemput, Gaston Smet, Nora Gevers, Ida Wasserman, Remy Ange- not en Jules Dirickx hebben verder de be langrijke rollen. De regie van WiHem Benoy en J. van der> Heijden is over het algemeen goed, hier en daar nog wat te zwak, doch dan maakt het camerawerk van Ewald Daub weer veel goed. Als geheel is deze film dan ook een uitstekend begin van de Vlaamsche produc tie ,die veèl beloften inhoudt voor de toe komst. Het is een goede gedachte van de Directie van het Thalia-Theater om deze film al zoo vlug op haar program te zetten. De belang stelling zal zeker groot zyn In Amsterdam was by de première Dr.- Ernst Claes en Jefke zelf tegenwoordig en zij zyn beiden ten tooneele verschenen, waarbij Dr. Claes in Vlaamsche geest op leutige wyze verschillende waarheden ver telde, om te beginnen dat Jefke drommels goed wist, dat hy daar slechts voor de reclame stond. Op ironische wyze, die de zaal telkens deed daveren van het lachen, verklaarde hy, dat de veelbesproken cultu- reele banden tusschen Holland en Vlaande ren meestal slechts bestonden uit het by elkaar aanzitten aan wetenschappelijke en litteraire banketten, waarby de Vlaming ge looft, dat hy Hollandsch spreekt als hy zegt dat het „mooi weer is" inplaats van'„schoon weer", terwijl de Hollander gelooft, dat hy Vlaamsch spreekt als hy overal aan toe voegt „awel zulle". En ernstiger voegde hy eraan toe, dat het inderdaad tyd werd dat Holland en Vlaanderen ernstige pogingen zouden doen tot het begrijpen van eikaars cultureele beteekenis, waartoe zoowel de Nederlandsche als de Vlaamsche film zou kunnen bijdragen. Jefke droeg hierna het gedicht voor, waarmee hij den indertijd uitgeschreven wedstrijd won, waarby de hoofdrolspeler voor „De Witte" moest worden gekozen. De film zelf werd door het publiek luide toegejuicht en na afloop verschenen de aan wezige medespelenden, dr. Claes en de re gisseur Jan Vanderheyden nogmaals op het tooneel om met bloemen gehuldigd te wor- den. M George Raft, de rijdende ster. Het is reeds meerdere malen inde film wereld gebéurd, dat een of andere onbe kende grootheid een sterke gelijkenis ver toonde met een beroemde ster. Wy hebben een tweede Greta Garbo, Joan Crawford, enz., doch hun succes^ is meestal niet erg groot. De Paramount komt den laatsten tijd met George Raft naar voren, die veel aan Valentino doet denkefT. Hy heeft reeds veel succes gehad en het schynt, dat hy zyn weg wel zal vinden op het witte doek. Be kend van he.m zyn „Als ik een millioen had" en „Middernachtclub". Thans komt hy uit in „De trompet schalt", een film die in het romantische Sïexico speelt en waarin hy o.a. een spannend gevecht met een stier levert in een arena, en in „Bolero", waarin hy een carrière-makend danser speelt. In deze laatste film lanceert hy een nieuwe dans, de „Raftero", en voert hy bqvendien met Carole Lombard een fraaie dans uit op de muziek van Ravel's „Bolero". In deze film zal men- binnenkort deze nieuwe ster in de Schouwburg-Bioscoop Na een vry avontuuriyk levén is hij pas bij de film gekomen. Hij begon in New- York als krantenjongen en was daarna ge leider van een groentekar. Mét eenige vrien den ging hy bokslessen nemen en op zyn vyftiende jaar maakt Raft zyn debuut als beroepsbokser in de bantam-gewicht klasse. Daar hy wel vermoedde, Hat hy nooit eeti 'groot bokser zou worden, verliet hy den ring en werd prof-honkbalspeler. Twee sei zoenen kon hjj zich handhaven, doch "toei^ kreeg hy ook daar zyn congé. Hierna begon zyn carrière als danser, die heel wat succesvöller zou worden. Hy trok de aandacht door hgt razende tempo van zyn dansen, zyn voetenwerk was enorm snel. Langzamerhand wist hy zjch op te werken en als danser van naam maakte hy zelfs een tournée door Europa. Als laatste ambacht koos hy toén het filmspelen en inderdaad schynt na zyn dans carrière de geluksster gerezen te zyn. Zyn succes op het witte doek is groot en be looft nog veel voor de toekomst. De film „Op Stap"'. Het Royal Concern AmsterdamRotter dam heelt met de producenten van de ium „Op stap ae National r de eerste vér- toonmg voor Amsterdam en Rotterdam voor zyn theaters Cinema Royal en Corso Cine ma en Capitol en City, vastgelegd. De tilm „Op stap" wordt gemaakt naar een oorspronkelijk scenario van den au leur Jacques van Tol, bewerkt door Alexander Alexanler en Jos. Jacobi, in wiens handen ook de leiding der productie berust. De voornaamste medespelenden van de film „Op stap" zyn: Henriëtte Davids, Fien tje de la Mar, Jopie Kobpman, Louis Davids, Adolf Engers en Frits van Dongen. De regie van deze film wordt gevoerd door den heer Henk van Alsum. Muziek van Max Tak. Met de productie van deze film in de Cinetone Btudio's te Duivendrecht is reeds begonnen en „Op stap" zal hoogst waarschijnlijk tegen einde Maart gereed zyn, zoodat men de première te Amste'rdam en Rotterdam began April zal kunnen tege moet zien. 't Is toch vreqmd dat myn (echtschei- ding mij meer heeft gekost dan mijn huwelyk^ Volstrekt niet, je vrijheid is meer waard. hy een paar maal langs Haas heen en weer. Waar heb je dié vandaan? vroeg Haas. Kyk eens, beste kerel, zei Jakhals vriendelijk, ik heb nog een heeleboel soor ten, van alle grootte's en kwaliteiten. De volgende week ga ik in -de stam van de groote kastanjeboom een winkeltje openen en dan kunnen jullie die staarten bij me koopen! En zyn daar even mooie staarten by, als jy daar aan hebt vroeg Haas begeerig Veel mooier nog! antwoordde de slini- Nu, ik zal er al vroeg by zyn, beloof de Haas, want die dihgen, die jij „staart" noemt, vind ik schitterend. Ik wil ook graag een heele groote hebben. Nu, tot ziens, tot de volgende week' dan, Haas! zei Jakhals en stapte glim lachend weg. Toen hy thuis kwam, vertelde Jakhals aan zyn vrouw, wat de .verschillende dieren gezegd hadden. En;'zei hy, het hoogmoedige, kleine Haasje, dat zich verbeeldt het mooiste dier te zijn, piraat ook al van een gróóte staart. Hy ziet zichzelf natuurlijk al loopen en de neus optrekken voor dieren, die niet zoo'n mooie staart hebben ala hy. Dat wordt een mooie grap. Ik zal hem de grootste en de zwaarste staart verkoopen, die ik heb, ^vant ik weet, dat hy het daarmee tóch niet lang uithoudt en dan is er nog maar één klein, tje voor hem over, dat ik apart zal houden' Want anders wordt hij bespot, omdat hy meelemaal geen staart heeft. Dan zal hy wel van zyn hoogmoed genezen, denk ik. Dat vind ik een goed plan! zei mevrouw Jakhals, ik heb me al lang geërgerd aan de arrogantie van Haas. Hij groet mij nau welijks, als ik hem tegenkom. Wy moeten hem maar eens een goede les geven. De daarop volgende dagen werden be steed aan het inrichten van het staarten- winkeltje. Toen werd er bekend gemaakt, wanneer de winkel geopend zou worden eil alle dieren waren nieuwsgierig, hoe ze er met een staart zouden uitzien. Luister eens, zei Haas op zekeren avond tegen zjjn vrouw, morgenochtend maakt Jakhals zijn winkel open en nu ga ïk vannacht in de buurt ervan slapen, zoo dat ik morgen het eerst er by ben, om een van de mooiste staarten te koopen! En floep... wèg was Haas. I Toen Jakhals dien morgen de nieuwe wln- kei opende, was Haas de eerste die binnen- ging. Naar kleine staartjes keek hy niet eens. Hy zocht het grootste uit en paste het eene staartje na het andere, aan. Er was onder anderen een vreeselijk groote pluim staart bij, die haast driemaal zoo groot was als Haas zelf. Daar had Haas geweldig zin in. En Jakhals moedigde hem aan en zei dat de staart prachtig paste. Haas betaalde de staart, Jakhals zette die aan en weg was Haas, de wii>kel uit, trotsch Is een pauw. Nadat hy een klein -eindje geloopen had, bemerkte Haas, dat de lange staart ver schrikkelijk zwaar was. Hardloopen en springen kon hij er heelemaal niet mede. De andere dieren, die op weg waren naar het winkeltje van Jakhals, verwonderden er zich over, dat hij vandaag zoo voetje voor voetje liep; maar Haas hield zich goed en liep trotsch voort. Toen hy thuis kwam, was hy doodmoe en zijn vrouw vroeg verwon derd: Waarom heb je ook zoo'n vreese lijk groote staart gekocht? Je zult d*ar nooit mee wegkomen Ha, zei de Haas, let maar eens op. Ik wil nu eenmaal niet dat de andere dieren mooier staarten hebben, dan ik. Maar daar heb je gelijk in. een beetje zwaar en hin derlijk is die staart wel! Den volgenden dag ging haas eens een bezoek brengen bij Oom Hond, om daar met zijn nieuwe staart te pronken. Oom Hond had Haas al van verre zien aankomen en schaterde van de lach. Want Haas, die ge woonlijk lustig oVer den weg sprong, sleepte zich nu moeizaam voort, gekweld door een reusachtige staart, die achter hem aan bun gelde. Ach beste neef Haas, lachte de Hond, wat doe je toch met die monsterachtige reuzenstaart Je zult jezelf er nog eens aan ophangen!" Jakhals vertelde me, dat je zoo'n groote hebt, maar dat het zoo'n geweldig ding was had ik niet léunn^n vermoeden. En Oom Hond lachte, tot de tranen langs zijn snuit liepen. Hri&s ergerde zich in stilte, maar liet niets blijken. Neen hoor, zei hy tenslotte, die staart is niets te groot voor my, Oom Hond. Ja, zei Oom Hond, die oude Jakhals is toch maar een slimmerd. Maar ik ben heel tevreden over de staart die ik gekocht heb. Die is niet ongemakkelijk en tóch kan ik er fijn de vliegen mee wegjagen en kwis pelen, als ik een bekende ontmoet. Nog een poosje zaten beide tezamen by het huis van Oom Hond en praatten over koetjes en kalfjes. Oom Hond vertelde dat hy dien morgen langs het winkeltje van Jakhals was gekomen en dat haast alle staarten, op een paar kleintjes uitgezon derd, verkocht waren. Eindelijk neemt Haas afscheid en gaat weg. Onderweg besloot hy te leeren hard loopen en springen met zijn nieuwe staart, want hy wil niet voor de tweede maal uit gelachen worden, zpeals bij Oom Hond. Zoo komt hy langs een distelboschie en besluit daar over heen te springen. Maar o wee, hy kwam midden in het boschje terecht en zyn staart haakte vast aan de dorens. Hij trachtte op allerlei manieren los te komen en rukte en plukte wat hij kon maar op eens brak zjjn prachtige staart af. Haas was wanhopig. Alle pogingen om de staart los te krijgen, mislukten; hij was veel te erg in, de dorens verward geraakt. Haas moest zonder staart naar huis. Toen mevrouw Haas hoorde wat er ge- k beurd was, raatfde zy haar man: Loop dadelyk hard naar Oom Jakhals en koop een andere staart, maar nu met zoo'n groo te, hoor! Haas lie(p zoo hard hy kon, maar wat zag hij, toen hij kwam De winkel was gesloten en aan de deur was een klein, willig pluim staartje gespijkerd, waaronder stond: vJvoor iemand, die graag opschept." foen begreep Haas, dat Jakhals hem moedwillig er toe gebracht had, de zware staart te koopen en dat ook Jakhals het kleine staartje tegen de winkeldeur gespijkprd had. Haas was woedend. Hy ging naar huis en"* vertelde, wat Jakhals gedaan had. En terwijl hij praatte stond^ij van woede te dansen. Ja, Jakhals heeft je leelyk te pakken gehad, zei zyn vrouw, maar ie$s is beter dan niets. Haal nu dadelijk dat kleine staartje, anders bespotten de dieren je, om dat je er heelemaal geen hebt. Haas zag in, .dat zijn vrouw gelijk had en ging brommend het kleine staartje ha len. Zoo komt het, dat Haas tegenwootjfa nog met zo<Pn klein wolpluimpje loopt en dat hij ook nog steeds kwade vrienden is met Jakhals. Ook voor de andere dieren schaamt paas zich meestal nogal, vandaar dat hij meer 's nachts op pad gaat, dan overdag.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 4