De Roemeensche Koningin schrijft herinneringen.
Camelia.
Knoflooksap en Uienwpn.
Voor de Jeugd.
Bij mijn oom Peter,
die houtvester is.
FILMNIEUWS.
Zouzou.
Verschillende Recepten.
Menu voor de week.
Wat zij vertelt van
De koningin-weduwe van Roemenië
heeft in de herfstdagen van het af-
geloopen jaar een onverwachte popu
lariteit verkre'gen, doordat zij op den
dag van den aanslag te Marseille juist
in Engeland waszy was het, die haar
kleinzoon Peter, die op zoo'n ver
schrikkelijke wijze koning van Zuid-
Slavië was geworden, naar Belgrado
vergezelde. Daar tevens in die dagen
bij een LondensChe uitgeverij hqt eer
ste deel van haar memoires verscheen
dat thans gevolgd is door twee nieu
we deelen, wekt de koningin, die eens
de mooiste gekroonde vrouw van
Europa was, opnieuw levendige be
langstelling.
Zij verdfent het echter inderdaad,
want de vroegere princes Mary, die
een dochter was van Hertog Alfred
van Edinburgh, den tweeden zoon
van koningin Victoria, on grootvor
stin Maria Alexandrowna, de eenige
dochter van Tsaar Alexander II van
Rusland, blijkt in haar levensherin
neringen („De geschiedenis van mijn
leven") een vrouw te zijn van groote
persoonlijkheid, die niet alleen be
schikt over een verzorgde taal, maar
ook over een grooten menschenkennis
en een groot waarnemingsvermogen,
die niet blind was voor fouten en ge
breken en vooral in het leven aan het
hof trachtte alle eenzijdigheid te ver
mijden.
In het eerste deel van haar levens
herinneringen vertelt zij uit de dagen
van haar kindsheid en haar jeugd, die
zij .doorbracht aan het buitengewoon
vervelende hof van haar gestrenge
grootmoeder, koningin Victoria. Haar
oordeel over menschen en gebeurte
nissen is meestal zeer interessant en
soms zeer amusant! Vooral daar,
waar zij vertelt, hoeveel mannen er'
om haar hand vroegen. Prinses Mary
den laatsten Tsaar...
was inderdaad een opvallende schoon
heid, een schoonheid, die zij overigens
ook op haar dochters heeft overge
dragen! Men zal daarom kunnen be
grijpen, hoe enthousiast de Roemeen
sche kroonprins Ferdinand was, toen
hij de gelukkige bleek te zijn wien het
ja-woord van de schoone Engelsche
prinses ten deel viel.
Haar eerste huwelijksjaren en haar
huwelijk, met Nando, zooals zij haar
man noemt, schildert zij uitvoerig in
de beide, thans verschenen deelen
van haar memoires, die veel nieuws
bevatten, niet alleen in persoonlijk op
zicht, maar ook betreffende het leven
in Boekarest en de politiek van Roe
menië. Ook hier bewijst zij wederom,
welk een groote opmerkingsgave zij
bezit en ontpopt zij zich opnieuw als
een fanatieke tegenstandster van het
traditioneele hofceremonieel.
Een groote plaats nemen in haar
herinneringen de schilderingen in van
de betrekkingen, die bestonden tus-
schen het Roemeensche en het Rus-
siscche Hof. Daar de Tsaar haar neef
was, koesterde zij een groote belang
stelling voor alles wat hem betrof! Zij
verheugde zich geweldig erover, toen
zij met haar man, die als vertegen
woordiger van koning Carol naar
Moskou zou gaan, mocht meereizen.
Maria was toen 19 jaar oud en sinds
een jaar getrouwd. Haar eerste kind,
de tegenwoordige koning Carol van
Roemenië, was juist geboren en het
is kenmerkend voor de jonge moeder
hoe moeilijk het haar viel, haar eerst
geborene in Boekarest te moeten ach
terlaten. Doch de kroningsfeesten in
Moskou lieten een machtigen indruk
op haar gemoed na. Zij beschrijft de
enorme pracht en praal van den in
tocht van den Tsaar en de kroning in
de kathedraal te Moskou. En reeds
GEEN DANKBARE GAST.
Ober: Wel mynheer, moet U geen kaart hebben om een indruk
te geven van dit 'hotel
Gast: Neen dank U; ik zend myn "feigen indruk van Uw hotel!
toen maakte zij de opmerking, dat het
zware gewaad, dat de Tsaar droeg,
evenals de kroon van zijn voorouders
hem schenen te drukken. De echtge-
noote van den Tsaar, Alexandra,
schynt haar minder sympathiek ge
weest te zijn. Zij spreekt over haar
zeer koel en critisch en merkt op, dat
zij ondanks haar groote schoonneid
geen warmte uitstraalt!...
Alleraardigst is 111 deze Russische
herinneringen de geschiedenis van de
page, van denzelfden leeftijd, die
prinses Maria werd toegevoegd voor
den eeredienst en die evenals in
het sprookje onmiddellijk liefde
opvatte voor de schoone prinses. Nog
jaren daarna stond hij geregeld met
haar in correspondentie, m den Rus-
sisch-Japanschen oorlog sneuvelde hij
echter.
Uit de dagboekaanteekeningen van
prinses Maria blijkt overduidelijk
hoezeer zij zich het noodlot van den
iaatsten Tsaar Nicolaas aangetrokken
'heeft. Behalve de zuiver-menscheljjke
belangstelling, was er nog de mili
taire en politieke ijelangstelling, want
na de bezetting van vrijwel geheel
Roemenië door de Duitscne troepen,
was Rusland voor het Roemeensche
koningshuis het laatste steunpunt en
dit steunpunt werd door de revolutie
aog van den aardbodem weggevaagd.
Het is opvallend, hoe weinig konin
gin-weduwe Maria overigens de fou
ten en tekortkomingen van het Tsa-
renhuis en zelfs van de laatsten Tsaar
verdedigt; integendeel zij ver
scherpt en omlijnt die sterk. In haar
oogen was de Tsaar weliswaar een
eerlyke, goedgeloovige man, doch te
vens een uiterst zwak mensch ge
weest. Uit de memoires van de konin
gin blijkt tevens voor het eerst, dat
er een serie telegrammen gewisseld is
tusschen haar echtgenoot en Nicolaas
II, tragische documenten, die een
lichtpuntje brengen in de duistere
bladzijde van den Tsarenmoord.
Evenals alle memoires, zoo zijn
ook deze herinneringen- van koningin
Maria subjectief geschreven en in
zekeren zin natuurfjjk eenzijdig, maar
daarom zijn zy juist zoo bijzonder in
teressant! Zij negeeren de beperkte
grenzen van het koningshof en geven
op iedere zijde een nieuwe kyk op
deze eigenaardige, karakteristieke
persoonlijkheid...
BULGAARSCHE ZEGSWIJZEN.
't Is my egaal, arm of rijk, zei de vrijer,
als ze maar geld heeft.
Ik ben een ordelijke kerel, zei de haan,
ik heb myn kam altijd by my.
Ik heb hulp noodig, zei de boer; jongen,
haal me een flesch brandewijn.
Die zaak is niet te vertrouwen, zei de
jongen; vader, leg eerst den stok weg.
Zoo, zoo! antwoordde Smith en
liep achter den man aan naar de
slaapkamer.
Door een groot rond boogvenster,
dat zich aan de tegenovergestelde
zijde van het bed bevond, viel het licht
in tallooze kleuren door het gebrand
schilderde glas. He£ ledikant was
modern, van rozenhout gemhakt en
eindigde in stapels satijnen kussens,
die op de treden aan den voet lagen.
Een sprei van Brusselsche kant be
dekte de satijnen dekens en ook hier
zweefde de fijne geur van half ver
gane bloemen door het vertrek. Op
de prachtige toilettafel stonden nog
de kristallen flacons gevuld met par
fum, de zilveren handspiegels en de
met monogrammen voorziene toilet-
benoodigdheden lagen keurig op de
glazen plaat gerangscchikt. Over den
stoel, naast het koninklijk bed, lag
een weelderig zijden morgenkleed,
een niemendalletje van crêpe geor
gette en kostbaar bont. Wonderlijk
kleine vergulde muiltjes stonden voor
de toilettafel.
In de aangrenzende badkamer zag
het doorschijnend paarlemoerkleurige
bad er uit alsof het zoo juist gebruikt
was, maar het kostbare badkleed was
kurkdroog.
Een vreemd beklemmend gevoel
kwam over Charles Smith, het was
hem alsof hij iets ongeoorlooofds deed
met het doordringen in de intimiteit
der vertrekken van de reeds lang ge
storven chatelaine.
Hebt u de dame nog gekend?
vroeg hij aan den concierge.
Neen, antwoordde deze, maar
mijn grootvader wel, die er vaak ge
noeg van aan mijn vader verteld
heeft, maar ik houd niet van die oude
verhalen, ik weet er dus weinig van.
Als u iets weten wilt, kunt u beter
met mijn vader praten. Hij woont
hier dichtbij.
Geheel achter in het park lag het
eenzame graf van de vrouw die hier
zoo vergeten was gestorven. De tuin
lieden onderhielden de plaats uitste
kend Op het graf lagen versch ge
sneden lelies uit de kassen en de
treurroos, die haar kroon boven het
witmanneren steen verhief, droeg een
pracht van bloemen.
iSylphi, las Charles Smith en hij
zag tevens aan de jaartallen dat de
vrouw slechts vijf en twintig jaar ge
worden was.
Mijn vader kan u haar geschie
denis vertellen, zeide de concierge en
bedankte voor de groote fooi.
Peinzend liep Charles door het park
over de ophaalbrug en verliet lang
zaam deze stille plaats.
Toen hij zijn maaltijd In het hotel
gebruikt had, besloot hij echter toch
dien ouden Franschman op te zoeken
om Sylphi's geschiedenis te hooren.
De oude man zat buiten op een
bank voor zijn klein huisje. Charles
Smith maakte een praatje met hem
en vertelde hem dat hij des middags
zyn zoon gesproken had.
O, zeker op „Mon Rève" vroeg
de man en jring zonder antwoord af
te wachten Voort. Een mooi kasteel,
mijnheer, een prachtige bezitting. Je
zou zeggen ,dat menschen die zoo iets
bewoonden g^luikkig moesten zyn.
Dat zou men tenminste wel mo
gen veronderstellen, meende Charles
Smith.
Tóch was het niet zoo, mynheer,
mevrouw Sylphi is van verdriet ge
storven. De Engelschen zijn onver
zettelijk mijnheer, als ze eenmaal
„neen" zeggen blijft het „neen".
Wat bedoelt U vroeg Smith ge
ïnteresseerd.
Precies wat ik zeg, mijnheer,
antwoordde de oude man. Sylphi was
eens een beroemde revuester in Pa
rijs. Ze was buitengewoon mooi en
had een koninklijke houding, men
zeide dat zij van Egyptische vorsten
afstafoide. Enfin, dat weet ik niet. Ik
weet alleen dat op °en goeden dag de
jonge lord Harthings uit Engeland
kwam en haar zag. Hij werd zóó ver
liefd op haar, dat hy haar ten huwe
lijk vroeg. Vanaf dat oogenblik mocht
niemand haar meer zien, want hij was
Het hier afgebeelde toilet is niet alleen zeer elegant tmar ook zeer practisch-,
daar men het op vier verschillende manieren kan dragen.
Een dankbare bloeiplant, die geen
bijzondere eischen stelt.
Bij juiste verzorging kunnen ca
melia's oud worden en zyn het jaar
in jaar uit de dankbaarste bloeiplan-
ten. Daar de camelia weinig behoefte
aan warmte heeft, zet men de pot het
beste in een onverwarmd of slechts
matig verwarmd vertrek. De tempe
ratuur kan zelfs, zonder dat dit eenig
gevaar oplevert, tot het nulpunt dalen
en ook deert het de plant niet als de
kamer eens flink verwarmd wordt.
Hoofdzaak is, dat de plant een lichte,
zonnige standplaats heeft, terwijl een
kardinaal punt verder is, dat de plant
steeds in dezelfde houding ten opzich
te van het licht staat. Als de kamer
gedaan wordt of als da ramen ge
zeemd worden en de plant dus van
haar plaats genomen wordt, moet men
er goed op letten in welke houding zij
stond ey er voor zorgen, dat ze weer
precies eender wordt terug gezet.
Ook als men de plant zelf een beurt
geeft en de bladeren met spons en
zeem afneemt, moet men hier ter
dege op letten, daar de camelia ver
andering van houding beslist niet
verdraagt en de bloemknoppen hier
door in hun ontwikkeling zouden wor
den gestuit, zoodat ze na eenigen tijd
zouden afvallen.
Als na de bloeiude helgroene bla
deren te voorschijn komen, begiet
men de plant overvloedig met lauw
warm water, totdat de jonge bladeren
donkergroen gekleurd zijn. Dit is on
geveer begin Juli het geval. Men gaat
dan matiger gieten en bereikt daar
door dat de bloemknoppen zich zet
ten, hetgeen men bemerken kan aan
de verdikkingen in de bladknoppen.
Brengt de plant veel bloemknoppen
voort, dan kan men de zwakste eruit
knijpen, zoodat men alleen de sterk
ste, die de meeste kans hebben tot
verschikkelijk jaloersch. Hij kon zich
alles permitteeren, want hy was
scfiatrijk en had in het geheel geen
familie meer. Eerst wilde hy haar
medenemen naar Engeland, maar zy
zeide, dat zy het Engelsche klimaat
niet kon verdragen, dus kocht hij het
oude kasteel „Mon Rève" voor haar
en liet het geheel restaureeren. Hij
wilde haar de bezitting op hun huwe
lijksdag cadeau geven. Zij trouwden
den 5den Augustus, dat is nu 80 j^ar
geleden, ik was toen preciesjwee
jaar oud, mijn vader was tuinman op
„Mon Rève".
Zij trouwden met groote pracht en
praal in Parijs, de geheele Madeleine
was vol met het deftigste publiek. Na
de bruiloft bracht hij haar hier op
„Mon Rève". Zij wilde er niet blijven,
ze zeide dat zij er sterven zou van
eenzaamheid en verveling; u moet
niet vergeten dat zij een beroemde ac
trice was naar wie de geheele wereld
was komen kijken. Enfin, hoe het zij,
zij vluchtte 's nachts in alle stilte
weg, terug naar Parijs en den ande
ren avond stond ze weer op de plan
ken...
Lord Harthings koéht een landhuis
niet ver hier vandaan, waar hij elk
jaar op den vijfden^vügustus kwam,
hij liet dan „Mon tfeve" versieren en
vierde eenzaam zyn bruiloftsdag.
Waarom woonde hij niet op het
kasteel? vroeg Charles Smith.
Omdat zy gezegd had, dat zij
daar nooit met hem wilde wonen. Of
hij haar nu niet goed begrepen heeft,
dat weet ik niet, maar mijn vader
vertelde, dat hij altijd dacht, dat zij
nog wel eens terug zou komen. Het
kasteel moest altyd gereed voor haar
zyn, met personeel en alles in de
puntjes. Zij was negentien jaar toen
zy lady Harthings werd en toen zij
twintig werd gebeurde er iets met
haar, wat weet ik niet precies, maar
zij kon niet meer optreden. Toen
kwam zij hier en heeft nog vijf jaar
ecnzaam op „Mon Rève" gewoond. Zij
hoopte altijd nog, dat hij komen zou,
maar hij kwam niet, want zij had ge
zegd, dat zy nooit op „Mon Rève
met hem wilde wonen!
Toen zij dood was stuurde men een
telegram naar Londen met de vraag
waar zij begraven moest worden. Ook
toen kwam hij niet, maar seinde te
rug: „In het park van „Mon Rève
Het was alles een begraven droom
van hem. Elk jaar op vijf Augustus
zoolang hij leefde, kwam hij naar
haar graf en legde er witte lelies op-
Hij is nooit van haar gescheiden, hü
was haar trouw tot in den dood, ma&r
hij hield zich onverzettelijk dan
woorden, die zij eens tot hem gezegd
had, dat zij nooit samen met hem op
„Mon Rève" kon leven...
„olle ontwikkeling te komen,
laat
8 "pezë laatste komen dan ge-
S'p M» Januari-Februari ge-
fgdensde^bloei moet men de plant
oïervloedig water geven. Na de bloei,
totdat de knoppen zich gaan vormen,
M men de Plant met verdunde mest
litstekende hmsmuUUlen voor de
voorjaarskuur.
De winter is voorbijWe kunnen
dit verheugende feit, dat elk jaar op-
„ieuw als een blijde verrassing over
ons komt, niet alleen van de thermo
meter aflezen, doch we voelen het ook
in ots lichaam, in onze ledematen en
in ons blooed, we voelen die eigenaar
dige onrust, die bijna als een roes over
ons komt: het is de „voorjaarsziekte",
de aangenaamste van alle kwalen, die
ons alle ellende van den hatelijken
grieptijd als bij tooverslag doet ver
geten.
In zich en om zich speurt de mensch
een drang naar vernieuwing en op
deze behoefte aan verfrissching en
vernieuwing van het geheele orga
nisme berust waarschijnlijk ook het
gebruik van de z.g. „voorjaarskuur",
waarvan het aantal voorstanders
meer en meer toeneemt. De voor
jaarskuur bedoelt een inwendige rei
niging van het lichaam tot stand te
brengen, waarbij men uitgaat van de
stelling, dat niet alleen in struiken en
toornen, doch ook in den verzuurden,
winterachen mensch nieuw sap en
nieuw leven moet worden toegevoerd.
ffjj kwamen dezer dagen in een ge
neeskundig tijdschrift een interes
sante bespreking tegen van eenige
oude huismiddelen, die van dergelijke
voorjaarskuren een onmisbaar be
standdeel uitmaken. Van alle planten,
die voor dit doel diepst kunnen doen,
trekt in den laatsten tijd knoflook de
meeste aandacht. Mannen en vrou
wen van hoogen leeftijd nemen tot
deze plant hun toevlucht om de zoo
gevreesde aderverkalking te voorko
men of zoo deze reeds aanwezig is, te
bestrijden. Wetenschappelijke onder
zoekingen hebben aangetoond, dat
Mika, de knappe hond.
door VERA MARY STANSON.
Ik heb een oom, die houtvester^ is. Zo'n
grappige man! Daar heb je geen i'dee van!
Laatst logeerde ik by hem. Hy woont in
klein huisje, dat midden in een prachtig
bos staat. Dat bos hoort by een groot kas
teel» dat het eigendom is van graaf
(Paps heeft gezegd dat ik geen namen mag
noemen.) Nou dan, daar logeerde ik laatst.
Dat doe ik altyd reuze graag, want oom
Peter is reuze aardig. Hy lykt een bulle
bak» en zelfs Karei, myn broertje js soms
bang voor hem, nou, en dèt zegt wat. Ik
ben helemaal niet bang voor oom Peter-
Dok niet als hy kwaad is, en dat is hy nog
al eens. Karei zegt, dat ik oom Peter „in-
gepalmd" heb. Wat dat is, weet ik niet,
maar ik denk dat hy bedoelt, dat oom Peter
altijd reuze aardig is tegen my. Aardiger
tegen mij, dan tegen Karei ,die hy wel eens
tfmauwt. Nou, meestal heeft Karei het
verdient, hy is vaak erg stout en doet net
P'ecies alle dingen die verboden zijn. En
misschien is oom zoo aardig, omdat ik op
jjjn vrouw, dus mijn tante gelijk. Tante
Nine is allang dood, en misschien vind oom
bet leuk om naar my te kijken, omdat ik
hem aan zijn vrouw doe denken. Tenmin
ste» dat zegt hij vaak, en dan kijkt hy me
heel lang aan, dat maakt me wel eens ver
legen. Dan komt hy naar me toe, strijkt
met zyn hand over mijn haren en zegt:
•Vera'tje ,kind, wat begin je toch op tante
Nine te lijken "en dan beeft zijn stem een
beetje. Ik moet haast altijd huilen wanneer
hö dat zo zegt.
Ach, ik was niet van plan om dat alle-
mwl zo te vertellen. Mammy zegt, dat ik
®ltfld dingen vertel ,die ik helemaal niet
vertellen wou. Dat is waar, alleen begrijp
ik niet hoe ze dat weet. Zou ze het aan mijn
gezicht zien? Toch eens vragen.
Nou, ik wou dit keer dan ook eigenlijk
vertellen van Mika, dat is de hond van oom
Peter. Het was de avond dat ik aankwam,
«et had zo fyn gesneeuwd, en oom Peter
*as met de grote slée om me af te halen.
Kwe! was er niet. Hy had een taak in de
vacantie en toen mocht hij niet. Het was
10 n deerlijke rit naar de houtvesterswoning.
met een alcoholisch knoflookextract
verlaging van den bloeddruk kan
worden verkregen. Ook inspuitingen
met knoflookolie hadden eenzelfde
uitwerking. Ook de hartslag schynt
door knoflook gunstig te worden be-
invloed. Behalve deze inwerking op
den bloedsomloop is wetenschappelijk
vastgesteld dat knoflook tevens anti
septische en desinfecteerende eigen
schappen bezit. Niet in het minst aan
deze eigenschappen heeft dit gewas
zyn faam als huismiddel te danken.
Doch hiermede is de lyst van ver
diensten nog geenszins ten einde. Een
Fransch medicus meent op grond van
recente onderzoekingen in knoflook
een voortreffelijk voorbehoedmiddel-
tegen griep ontdekt te hebben. Be
kend is het voorts, dat etterende won
den sneller genezen met een knof-
lookbehandeling, terwyl vertier bac
teriologische proeven in laboratoria
hebben aangetoond, dat knoflookolie
in staat is bacteriecultures, zelfs bij
sterke verdunning der olie, in korten
tijd te vernietigen.
Een nauwe verwant van de knof
look en al even „welriekend" is de ui,
die een niet minder weldadige uit
werking heeft. De verzachtende uit
werking van het sap bij lichte ette-
ringen der huid is welbekend. In de
eerste plaats echter moet de opwek
kende invloed van uiensap op de nie
ren worden vermeld. De werkzaam
heid der nieren wordt door uien bui
tengewoon versterkt. Ter vermijding
van de eenigszins pynljjke nevenwer
king, die optreedt bij -het eten van
rauwe uien, verdient het aanbeveling
de volgende bereiding toe te passen-
GESTOORD SAMENZIJN.
gewone, rype rauwe uien 300 gfr.,
vloeibare honing 100 gr., witte wijn
600 gr. De uien worden tot moes ge
malen, gezeefd, met de wijn en de
honing tot een vloeistof vermengd,
die voor het gebruik geschud moet
worden. Van deze, werkelijk voor
treffelijke uienwjjn neemt men twee
tot vier eetlepels per dag, hetgeen
met ongeveer 30 tot 60 gr. rauwe uien
overéénkomt.
Doch hiermede is de keukenapo
theek nog niet uitgeput. Het sap van
versche peterselie is een bijna onover
trefbaar en bovendien volkomen on
schadelijk middel tegen insecten-
beeten, dat ook voor kleine kinderen
uitstekend dienst kan doen. Men
wrijft eenvoudig de gestoken plaats
met een handvol versche peterselie in.
Het is niet doenlijk de wetenschap
van de keukenkruiden in dit kort be
stek het noodige recht te doen we
dervaren. Wy moeten\ volstaan met
de enkele vermelding van de volgende
kruiden, die allen bij de samenstel
ling van ons dagelijksch menu Ie ge-
legenertijd ingeschakeld kunnen wor
den. Wij noemen danmosterd, peper,
'paprika, gember, komijn, any?,
kruidnagelen, muscaatnoot en sa-
fraan. Het instinct van den mensch,
om deze kruiden bij de bereiding van
zijn spijzen te gebruiken, is zeker
niet alleen een zoeken naar steeds
weer nieuwe en andere genotmidde
len en prikkels voor de smaakzenu
wen. Ook de dieren weten in geval
van ziekte, welke gewassen hen ge
nezing kunnen brengen. Het streven
om onze kennis van de oude genees
krachtige kruiden uit te breiden en
e weer meer te gaan toepassen be
rust zonder twijfel op goede gronden
en verdient alle aanmoediging.
Neen Max! Niet zoo in 't publiek!
Ik heb appelbollen voor je gebakken
Vera'tje! zei oom. Hy wist dat ik daar zo
van houd.
Hoe gaat het eigenlyk met Mika, oom
Mika? Vol streken, kan ik je zeggen!
Hè, dan moet je vertellen oom! zei ik.
Oom Peter vertelt altyd zo fyn.
Ach, jongedametje, mag je oom weer
vertellen, nou vooruit dan maar. Herinner
je je nog Vera'tje, dat Mika altyd op myn
stoel zat?
Nou oom, wanneer hy er eenmaal in
zit, kryg je hem er niet meer uit! zei ik,
want dat is waar. Mika is een reuze eigen
wijze duvel.
Precies! Nou, een keer was het weer
zo. Ik kwam de kamer binnen, en jawel
hoor, meneertje zat. weer in myn stoel. Ik
zen „Miekje"! zei ik. Wees een zoete hond
en laat my daar zitten. Nou, jk had het net
zo goed niet hoeven te zeggen, want ik wist
van te voren dat hy het toch niet deed. Ik
haalde koekjes, maar nee hoor. Toen be
dacht ik iets. Ik ging voor het raam staan,
en ik riep: katjes-katjes-katjes! In één
sprong was meneer Mika by het raam. Van
katjes geen spoor. Hy draaide zich een
beetje boos om en wilde weer naar myn
stoel, maar je begreep dat ik er al lang en
breed weer in zat! Ik was een beetje inge-
doezeld, toen ik daar opeens een reuze
lawaai hoor. Ik open myn ogen en zie daar
Mika hevig aan het blaffen. Hy stond met
zyn voorpoten op de vensterbank en hij ging
tekeer Nou, ik dacht dat er wel een
vreemdeling in de tuin was, want anders
gaat Mika nooit zoo te keer, hè? Goed, ik
sta op. Ga naar het raam. Niemand te zien
hoor. Ik draai me om, kyk naar myn stoel,
wie zit daar?
Mika!! gilde is haast, want ik vond
het zo leuk. O, oom, net goed! En wat hebt
u toen gedaan?
Dat noemt ze net goed, dat mormel.
Vera'tje, wat moet ik van je denken. Wat
ik toen gedaan hem Lieve kind, Mika was
met geen stokken uit de stoel te krygen en
toen heb ik een keukenstoel
Zo'n harde? vroeg ik, en ik deed net
of ik erg veel medelijden had!
Zo'n harde, klaagde oom, tenminste hy
deed ook net alsof.
Dat vind ik juist altijd zo leuk van
oom, hij gaat altijd overal op in.
...en toen ben ik aan de andere kant
van de haard gaan zitten. In de leunstoel
links van de haard zat mijn lieve Mika en
op de keukenstoel rechts van diezelfde haard
zat ik.
Succesrijk begin.
De naam Josephine Baker oefent nog
steeds op velen een fascineerende werking
uit en het is dan ook te begrijpen, dat een
film, waarin de Crioolsche de hoofdrol ver
vult, een bijzondere attractie vormt. Dat zy
overgegaan is op de film was reeds jaren
lang te voorzien, want de rolprent trekt alle
personen tot zich, die het tot een uitzonder
lijke prestatie, op welk gebied dan ook, heb
ben weten te brengeni
„Zouzou", zoo luidt de titel van de film,
is natuurlijk speciaal voor Josephine ver
vaardigd, want het zou moeilijk zyn voor
deze kunstenares met haar typische bekoor
lijkheden en exotische eigenschappen een
scenario te vinden, dat gebaseerd zou zijn
op een reeds voor de -film vervaardigd ver
haal, zonder dat men het oog gehad zou heb
ben op deze slanke revue-ster. Haar be
gaafdheid als tragedienne wordt in deze
rolprent naar voren gebracht en dit werk
'bezit dan ook groote verdiensten. Op de
Amerikaansche revue-films heeft het voor,
dat het zich verheugen mag in een schitte
rend gekozen achtergrond van het Pary-
sche leven, waarin zich een ontroerende ge
schiedenis afspeelt.
Zouzuo en Jean, een Creoolsch meisje en
een Fransch jongetje, zijn de grootste at
tracties van het circus van Papa Mélé, die
zijn beide pleegkinderen op de handen
draagt. Als Jean echter oud genoeg is, gaat
hy als matroos naar zee, doch spoedig be
merkt hy, dat de zee niet zijn ideaal is en
hy keert naar huis terug. Met zijn pleeg
vader en met Zouzou trekt hy naar Parijs,
waar zij werk vinden. Zouzou komt in dienst
als strykstertje en moet waschgoed brengen
naar een ster der „Folies de Paris", een be
faamde music-hall, waar Jean als electri-
cien werkzaam is.
Hier is het ook, dat de kunst van Zouzou
ontdekt wordt door den theaterdirecteur,
die haar toevallig ziet dansen in een too-
neelcostuum, dat de koormeisjes haar aan
getrokken hebben. Naast de kunst heeft zij
nog een liefde, n.l. die voor Jean, die ech
ter ook door de dochter van Zouzou's werk
geefster bemind wordt. Claire, deze dochter,
ziet den penibelen toestand, waarin het drie
tal verkeert, doch noch Jean, noch Zouzou
hebben het in de gaten.
Op een avond sterft Papa Mélé plotse
ling en radeloos snelt de Creoolsche naaf
Claire ,waar zy verneemt dar haar vrien
din met Jean is gaan dansen. Zij gaat naar
de dancing en naby de inrichting gekomen,
ziet zij hoe bij een twist een man wordt ge
dood. Op hetzelfde moment komt Jean bui
ten en hy raapt den op den grond liggenden
revolver van den moordenaar op. Dit wordt
zyn ongeluk, want toegeschoten gendarmen
verdenken hem van den moord en het is te
begrijpen dat de beweringen van Zouzou,
als zou een ander den moord bedreven heb
ben ,niet geloofd worden.
Zouzou wil nu Jean helpen in zijn benar
de positie ,maar daarvoor is veel geld noo
dig en zij bezit dat niet. Er gaat haar een
licht op als zy aan het tooneel denkt, want
daar voelt ze dat haar roeping ligt. Zij
krijgt een engagement en tijdens de pre
mière ziet zij in een krant de beeltenis van
den, moordenaar. Onverwijld deelt zy dit de
politie mee en zoo weet zij Jean's onschuld
te bewijzen, terwyl zij tegelijkertijd de ova
ties van het publiek in ontvangst kan nemen
daar men opgetogen is over haar optreden.
Den volgenden morgen wil zy Jean af
halen by de gevangenis, doch als zy arri
veert, ziet zij twee menschen juist weg
gaan: Claire en Jean, stevig gearmd. Zou
zou begrypt en berust. De twee menschen
die zy liefheeft zijn gelukkig en dien avond
zingt zy met des te meer gloed haar chan
son „Pour moi il n'y a qu'un homme dans
Paris; C'est lui..."
„Deze film heeft soms bijzonder ontroe
rende momenten en is een merkwaardige
mengeling van vreugde en grappigheid met
de harde werkelijkheid van het leven van
stryderrs om het bestaan.- De tragiek van
de Cioolsche wordt in deze rolprent scherp
getoond; tegenover het uiterlijke succes van
deze ster zien wy de innerlijke fijnheid en
beschaving, maar menschelykheid onder alle
omstandigheden en dit is vooral hetgeen,
dat veler sympathie voor deze film zal doen
Josephine's spel is goed, terwijl de regie
van Mare Allegret alleszins te roemen valt.
Naast Zouzou staan Jean en Claire, uitge
beeld door Jean Gabin en Yvette Lebon, die
beiden evneeens op den voorgrond treden,
doch boven alles stijgt ook hier de ster
Baker, voor wie de film zonder twijfel be
stemd was. Het filmdebuut van Baker zal
echter door talloozen met vreugde begroet
worden, daar een gevoelig werk tot stand
kwam.
Aardappelcroqnettvn met vleesch.
500 gr. gekookte koude aardappelen, 250
gr. vleeschresten ,2 eieren, peper, zout, pa
neermeel, een half ons margarine, frituur
vet, 1 uitje, 1 eetlepel gehakte peterselie.
We maken de aardappelen door de puree-
knijper fijn en hakken het uitje «en het
vleesch zeer fijn. Vermengen daarna purée,
uitje, vleesch, peterselie, gesmolten boter,
peper, zout en eierdooiers met een houten
lepel tot een stevige massa, waardoor ten-
slotte het stijfgeklopte eiwit van 1 ei wordt ken en is dit niet mogelijk, dan moet de
verwijderen. Melk aan de kook brengen en
hierin de suiker en daarna de gelatine op
lossen, vervolgens volkomen koud laten
worden en af en toe roeren om het zakken
der gelatine te voorkomen.
De room wordt met een tikje zout stijf
geklopt en als -de melk drillerig begint te
worden, hierdoor geroerd, evenals de maras
quin. Het geheel wordt overgebracht in een
glazen schaal om stijf te worden. Het beste
ia om gelatinepudding daags tevoren te ma-
gemengd. We maken van deze massa ronde
balletjes of vormen er langwerpige croquet-
ten van, die we eerst rollen in-het overge
bleven eiwit, dat met een paar lepels water
los geklopt is en daarna in paneermeel.
We maken frituurvet zoo heet, dat er een
blauwe damp van komt en laten er telkens
eenige croquetten invallen, die we mooi
bruin en croquant bakken, daarna even op
papier laten uittrekken om het overtollige
vet te verwijderen en op een schaaltje,
waarop een papieren servetje is gevouwen,
opdienen, vooral goed warm.
We kunnen in het heete frituurvet nog
eenige takjes peterselie laten bakken en
deze om de croquetjes leggen.
Saucijsjes in deeg.
4 k 5 ons saucijsjes, zout, 4 eieren, 225 gr.
bloem, L. melk, 700 gram boter.
De bloem wordt gezeefd en in een kom
gedaan met wat zout. De eieren worden
zeer schuimig geklopt en vermengd met de
melk, daarna wordt een kuiltje in de bloem
gemaakt en deze van het midden uit ver
mengd met de vloeistof, die telkens bij
kleine gedeelten wordt bijgevoegd. Het be
slag wordt, nadat bloem en het eiermeng3el
vermengd zyn, nog eenige minuten flink
opgeklopt, daarna zetten wij het gedurende
minstens een uur weg, voor we he: verder
gebruiken. In een vuurvaste schotel wordt
de boter gesmolten en hierin worden de
saucijsjes gelegd, waarna het beslag erover
heen wordt gegoten en óe schotel geduren
de 35 min. in een middelmatig warmen oven
wordt geplaatst, zoo noodig wordt de boven
kant bedekt met beboterd papier. Deze
schotel is uitstekend om met drukke dagen
klaar te maken, omdat de bereiding weinig
werk vereischti We geven er tutti-frutti bij,
die 's avonds tevoren geweekt is en nu nog
slechts even verwarmd wordt, waarna de.
vruchten uitgeschept worden en in een
schaal gedaan en "het vocht met een wei.ug
citroensap en suiker gebonden wordt.
Blanc manger.
n 7 d.L. melk, 3 d.L, room, 1 dX». maras
quin, 100 gr. suiker, tikje zout, 1P blaadjes
witte gelatine, biscuits of wafeltjes.
De gelatine wordt gedurende een minuut
of 10 in koud water geweekt, daarna flink
uitgeknepen om het overtollige water te
pudding minstens 6 uur op een koude plaats
staan om goed stijf te worden.
Presenteeren met biscuits of wafeltjes.
Citroenpudding.
4 eieren, 160 gr. suiker, sap van 2 i 3
citroenen, 1 d.L. water, 6 bladen witte gela
tine.
De gelatine wordt een minuut of 10 in
koud water geweekt. Intusachen kloppen wij
1 de dooiers met de suiker totdat ze schui
mig zyn, voegen er de gezeefde citroensap
en de suiker by en brengen de massa roe
rende aan de kook, met een asbestplaatje
onder de pan om te voorkomen, dat de
groote warmtetoevoer de eieren doet schif
ten.
Zoodra de eieren dik gebonden zyn nemen
we de pan van het vuur, lossen er de goed
ZONDAG: Pouletsoep, ribstuk, raapstelen,
aardappelen, rabarber en appelgelei.
MAANDAG: Aardappelcroquetten met
vleesch, spaghetti met tomatensaus en
stukjes spek, sinaasappel.
DINSDAG: Geldersche worst .snyboonen en
witte boonen .aardappelen.
WOENSDAG: Runderlapjes, worteltjes,
aardappelen, griesmeelpudding met
amandeltjes.
DONDERDAG: Erwtensoep, saucijsjes m
deeg, tutti-frutti.
VRIJDAG: Gebakken bokking, andijvie en
bietensla, gebakken aardappelen, appel
flensjes.
ZATERDAG: Gebakken spek, capucyners,
aardappelen, appelmoes.
VASTENRECEPTEN.
Selderij soep (magere), rijstschotel met to
maten, gebakken uien, roereieren.
Gekookte tong, botersaus, aardappelen,
kropsla, watergruwel.
Gekookte eieren, gemengde koude sla, ge
bakken aardappelen, citroenvla.
uitgeknepen gelatine in op en laten alles
afkoelen en zien we ,dat het geheel drillerig
wordt, dan wordt het wit der eieren goed
stijf geklopt met een tikje zout en daarna
bij de crème gevoegd. Is alles voorzichtig
dooreen gemengd, dan wordt de pudding in
een omgespoelde steenen vorm gedaan om
volkomen koud en styf te worden. Presen
teeren met een wafeltje.
„Oranje" pudding.
7 d.L. melk, 3 d.L. room, 100 gr. suiker,
vanille suiker, 1% ons abrikozen. 1 eet
lepel suiker, 10 bladen gelatine (witte).
De abrikozen worden gekookt met de sui
ker en de vanillesuiker, daarna nemen we
de pan van het vuur en 'ossen er de in koud
water geweekte en gfad uitgeknepen gela
tine in op, laten de vloeistof koud en dril
lerig worden, roeren van t(jd tot tijd om
het zakken van de gelatine te voorkomen
en doen de massa daarna in een met koud
water omgespoelde vorm.
Als de pudding goed stijf is storten, en
het geheel overgieten met de abrikozen-
purée, in het midden wordt een groote abri-
kooB gelegd, terwijl de overigen met de
platte kant naar buiten tegen de pudding
worden gezet.
Pannekoekjes.
150 gr. bloem, Vt L. melk, 1 groot of twee
kleine eieren, sap van 1 citroen, zout, bas
terd suiker, boter, delfrite of slaolie om te
bakken.
We zeeven de bloem, doen ze in een kom,
voegen wat zout by en maken in het midden
een opening met een houten lepel, waarin
we het eierdooier laten vallen en dit met
een weinig melk van het midden uit met de
omringende bloem vermengen tot een ge
lijkmatig beslag, waarbij van tij(j tot tijd
een weinig melk gevoegd wordt, totdat
deze geheel gebruikt is.
We blijven bet beslag nog wat naklop-
pen en zetten het een of twee uur weg voor
we gaan bakken, daarna wordt het eiwit
stijf geklopt en op
bet laatste oogenblik
door het beslag gedaan.
In een koekepan wordt zooveel marga
rine, olie of delfrite verwarmd, totdat de
bodem bedekt is en als er rook van opstygt
wordt een deel van bet beslag in de pan
gedaan en aan beide kanten licht bruin ge
bakken en met een pannekoekenmes op een
besuikerd vel' boterhampapier gelegd, be
druppeld met wat citroensap en bestrooid
met basterdsuiker, en in drieën gevouwen
een bord of schaal gestapeld, die warm
op
gehouden
water.
wordt op