De Roemeensche Koningin schrijft herinneringen. Camelia. Knoflooksap en Uienwpn. Voor de Jeugd. Bij mijn oom Peter, die houtvester is. FILMNIEUWS. Zouzou. Verschillende Recepten. Menu voor de week. Wat zij vertelt van De koningin-weduwe van Roemenië heeft in de herfstdagen van het af- geloopen jaar een onverwachte popu lariteit verkre'gen, doordat zij op den dag van den aanslag te Marseille juist in Engeland waszy was het, die haar kleinzoon Peter, die op zoo'n ver schrikkelijke wijze koning van Zuid- Slavië was geworden, naar Belgrado vergezelde. Daar tevens in die dagen bij een LondensChe uitgeverij hqt eer ste deel van haar memoires verscheen dat thans gevolgd is door twee nieu we deelen, wekt de koningin, die eens de mooiste gekroonde vrouw van Europa was, opnieuw levendige be langstelling. Zij verdfent het echter inderdaad, want de vroegere princes Mary, die een dochter was van Hertog Alfred van Edinburgh, den tweeden zoon van koningin Victoria, on grootvor stin Maria Alexandrowna, de eenige dochter van Tsaar Alexander II van Rusland, blijkt in haar levensherin neringen („De geschiedenis van mijn leven") een vrouw te zijn van groote persoonlijkheid, die niet alleen be schikt over een verzorgde taal, maar ook over een grooten menschenkennis en een groot waarnemingsvermogen, die niet blind was voor fouten en ge breken en vooral in het leven aan het hof trachtte alle eenzijdigheid te ver mijden. In het eerste deel van haar levens herinneringen vertelt zij uit de dagen van haar kindsheid en haar jeugd, die zij .doorbracht aan het buitengewoon vervelende hof van haar gestrenge grootmoeder, koningin Victoria. Haar oordeel over menschen en gebeurte nissen is meestal zeer interessant en soms zeer amusant! Vooral daar, waar zij vertelt, hoeveel mannen er' om haar hand vroegen. Prinses Mary den laatsten Tsaar... was inderdaad een opvallende schoon heid, een schoonheid, die zij overigens ook op haar dochters heeft overge dragen! Men zal daarom kunnen be grijpen, hoe enthousiast de Roemeen sche kroonprins Ferdinand was, toen hij de gelukkige bleek te zijn wien het ja-woord van de schoone Engelsche prinses ten deel viel. Haar eerste huwelijksjaren en haar huwelijk, met Nando, zooals zij haar man noemt, schildert zij uitvoerig in de beide, thans verschenen deelen van haar memoires, die veel nieuws bevatten, niet alleen in persoonlijk op zicht, maar ook betreffende het leven in Boekarest en de politiek van Roe menië. Ook hier bewijst zij wederom, welk een groote opmerkingsgave zij bezit en ontpopt zij zich opnieuw als een fanatieke tegenstandster van het traditioneele hofceremonieel. Een groote plaats nemen in haar herinneringen de schilderingen in van de betrekkingen, die bestonden tus- schen het Roemeensche en het Rus- siscche Hof. Daar de Tsaar haar neef was, koesterde zij een groote belang stelling voor alles wat hem betrof! Zij verheugde zich geweldig erover, toen zij met haar man, die als vertegen woordiger van koning Carol naar Moskou zou gaan, mocht meereizen. Maria was toen 19 jaar oud en sinds een jaar getrouwd. Haar eerste kind, de tegenwoordige koning Carol van Roemenië, was juist geboren en het is kenmerkend voor de jonge moeder hoe moeilijk het haar viel, haar eerst geborene in Boekarest te moeten ach terlaten. Doch de kroningsfeesten in Moskou lieten een machtigen indruk op haar gemoed na. Zij beschrijft de enorme pracht en praal van den in tocht van den Tsaar en de kroning in de kathedraal te Moskou. En reeds GEEN DANKBARE GAST. Ober: Wel mynheer, moet U geen kaart hebben om een indruk te geven van dit 'hotel Gast: Neen dank U; ik zend myn "feigen indruk van Uw hotel! toen maakte zij de opmerking, dat het zware gewaad, dat de Tsaar droeg, evenals de kroon van zijn voorouders hem schenen te drukken. De echtge- noote van den Tsaar, Alexandra, schynt haar minder sympathiek ge weest te zijn. Zij spreekt over haar zeer koel en critisch en merkt op, dat zij ondanks haar groote schoonneid geen warmte uitstraalt!... Alleraardigst is 111 deze Russische herinneringen de geschiedenis van de page, van denzelfden leeftijd, die prinses Maria werd toegevoegd voor den eeredienst en die evenals in het sprookje onmiddellijk liefde opvatte voor de schoone prinses. Nog jaren daarna stond hij geregeld met haar in correspondentie, m den Rus- sisch-Japanschen oorlog sneuvelde hij echter. Uit de dagboekaanteekeningen van prinses Maria blijkt overduidelijk hoezeer zij zich het noodlot van den iaatsten Tsaar Nicolaas aangetrokken 'heeft. Behalve de zuiver-menscheljjke belangstelling, was er nog de mili taire en politieke ijelangstelling, want na de bezetting van vrijwel geheel Roemenië door de Duitscne troepen, was Rusland voor het Roemeensche koningshuis het laatste steunpunt en dit steunpunt werd door de revolutie aog van den aardbodem weggevaagd. Het is opvallend, hoe weinig konin gin-weduwe Maria overigens de fou ten en tekortkomingen van het Tsa- renhuis en zelfs van de laatsten Tsaar verdedigt; integendeel zij ver scherpt en omlijnt die sterk. In haar oogen was de Tsaar weliswaar een eerlyke, goedgeloovige man, doch te vens een uiterst zwak mensch ge weest. Uit de memoires van de konin gin blijkt tevens voor het eerst, dat er een serie telegrammen gewisseld is tusschen haar echtgenoot en Nicolaas II, tragische documenten, die een lichtpuntje brengen in de duistere bladzijde van den Tsarenmoord. Evenals alle memoires, zoo zijn ook deze herinneringen- van koningin Maria subjectief geschreven en in zekeren zin natuurfjjk eenzijdig, maar daarom zijn zy juist zoo bijzonder in teressant! Zij negeeren de beperkte grenzen van het koningshof en geven op iedere zijde een nieuwe kyk op deze eigenaardige, karakteristieke persoonlijkheid... BULGAARSCHE ZEGSWIJZEN. 't Is my egaal, arm of rijk, zei de vrijer, als ze maar geld heeft. Ik ben een ordelijke kerel, zei de haan, ik heb myn kam altijd by my. Ik heb hulp noodig, zei de boer; jongen, haal me een flesch brandewijn. Die zaak is niet te vertrouwen, zei de jongen; vader, leg eerst den stok weg. Zoo, zoo! antwoordde Smith en liep achter den man aan naar de slaapkamer. Door een groot rond boogvenster, dat zich aan de tegenovergestelde zijde van het bed bevond, viel het licht in tallooze kleuren door het gebrand schilderde glas. He£ ledikant was modern, van rozenhout gemhakt en eindigde in stapels satijnen kussens, die op de treden aan den voet lagen. Een sprei van Brusselsche kant be dekte de satijnen dekens en ook hier zweefde de fijne geur van half ver gane bloemen door het vertrek. Op de prachtige toilettafel stonden nog de kristallen flacons gevuld met par fum, de zilveren handspiegels en de met monogrammen voorziene toilet- benoodigdheden lagen keurig op de glazen plaat gerangscchikt. Over den stoel, naast het koninklijk bed, lag een weelderig zijden morgenkleed, een niemendalletje van crêpe geor gette en kostbaar bont. Wonderlijk kleine vergulde muiltjes stonden voor de toilettafel. In de aangrenzende badkamer zag het doorschijnend paarlemoerkleurige bad er uit alsof het zoo juist gebruikt was, maar het kostbare badkleed was kurkdroog. Een vreemd beklemmend gevoel kwam over Charles Smith, het was hem alsof hij iets ongeoorlooofds deed met het doordringen in de intimiteit der vertrekken van de reeds lang ge storven chatelaine. Hebt u de dame nog gekend? vroeg hij aan den concierge. Neen, antwoordde deze, maar mijn grootvader wel, die er vaak ge noeg van aan mijn vader verteld heeft, maar ik houd niet van die oude verhalen, ik weet er dus weinig van. Als u iets weten wilt, kunt u beter met mijn vader praten. Hij woont hier dichtbij. Geheel achter in het park lag het eenzame graf van de vrouw die hier zoo vergeten was gestorven. De tuin lieden onderhielden de plaats uitste kend Op het graf lagen versch ge sneden lelies uit de kassen en de treurroos, die haar kroon boven het witmanneren steen verhief, droeg een pracht van bloemen. iSylphi, las Charles Smith en hij zag tevens aan de jaartallen dat de vrouw slechts vijf en twintig jaar ge worden was. Mijn vader kan u haar geschie denis vertellen, zeide de concierge en bedankte voor de groote fooi. Peinzend liep Charles door het park over de ophaalbrug en verliet lang zaam deze stille plaats. Toen hij zijn maaltijd In het hotel gebruikt had, besloot hij echter toch dien ouden Franschman op te zoeken om Sylphi's geschiedenis te hooren. De oude man zat buiten op een bank voor zijn klein huisje. Charles Smith maakte een praatje met hem en vertelde hem dat hij des middags zyn zoon gesproken had. O, zeker op „Mon Rève" vroeg de man en jring zonder antwoord af te wachten Voort. Een mooi kasteel, mijnheer, een prachtige bezitting. Je zou zeggen ,dat menschen die zoo iets bewoonden g^luikkig moesten zyn. Dat zou men tenminste wel mo gen veronderstellen, meende Charles Smith. Tóch was het niet zoo, mynheer, mevrouw Sylphi is van verdriet ge storven. De Engelschen zijn onver zettelijk mijnheer, als ze eenmaal „neen" zeggen blijft het „neen". Wat bedoelt U vroeg Smith ge ïnteresseerd. Precies wat ik zeg, mijnheer, antwoordde de oude man. Sylphi was eens een beroemde revuester in Pa rijs. Ze was buitengewoon mooi en had een koninklijke houding, men zeide dat zij van Egyptische vorsten afstafoide. Enfin, dat weet ik niet. Ik weet alleen dat op °en goeden dag de jonge lord Harthings uit Engeland kwam en haar zag. Hij werd zóó ver liefd op haar, dat hy haar ten huwe lijk vroeg. Vanaf dat oogenblik mocht niemand haar meer zien, want hij was Het hier afgebeelde toilet is niet alleen zeer elegant tmar ook zeer practisch-, daar men het op vier verschillende manieren kan dragen. Een dankbare bloeiplant, die geen bijzondere eischen stelt. Bij juiste verzorging kunnen ca melia's oud worden en zyn het jaar in jaar uit de dankbaarste bloeiplan- ten. Daar de camelia weinig behoefte aan warmte heeft, zet men de pot het beste in een onverwarmd of slechts matig verwarmd vertrek. De tempe ratuur kan zelfs, zonder dat dit eenig gevaar oplevert, tot het nulpunt dalen en ook deert het de plant niet als de kamer eens flink verwarmd wordt. Hoofdzaak is, dat de plant een lichte, zonnige standplaats heeft, terwijl een kardinaal punt verder is, dat de plant steeds in dezelfde houding ten opzich te van het licht staat. Als de kamer gedaan wordt of als da ramen ge zeemd worden en de plant dus van haar plaats genomen wordt, moet men er goed op letten in welke houding zij stond ey er voor zorgen, dat ze weer precies eender wordt terug gezet. Ook als men de plant zelf een beurt geeft en de bladeren met spons en zeem afneemt, moet men hier ter dege op letten, daar de camelia ver andering van houding beslist niet verdraagt en de bloemknoppen hier door in hun ontwikkeling zouden wor den gestuit, zoodat ze na eenigen tijd zouden afvallen. Als na de bloeiude helgroene bla deren te voorschijn komen, begiet men de plant overvloedig met lauw warm water, totdat de jonge bladeren donkergroen gekleurd zijn. Dit is on geveer begin Juli het geval. Men gaat dan matiger gieten en bereikt daar door dat de bloemknoppen zich zet ten, hetgeen men bemerken kan aan de verdikkingen in de bladknoppen. Brengt de plant veel bloemknoppen voort, dan kan men de zwakste eruit knijpen, zoodat men alleen de sterk ste, die de meeste kans hebben tot verschikkelijk jaloersch. Hij kon zich alles permitteeren, want hy was scfiatrijk en had in het geheel geen familie meer. Eerst wilde hy haar medenemen naar Engeland, maar zy zeide, dat zy het Engelsche klimaat niet kon verdragen, dus kocht hij het oude kasteel „Mon Rève" voor haar en liet het geheel restaureeren. Hij wilde haar de bezitting op hun huwe lijksdag cadeau geven. Zij trouwden den 5den Augustus, dat is nu 80 j^ar geleden, ik was toen preciesjwee jaar oud, mijn vader was tuinman op „Mon Rève". Zij trouwden met groote pracht en praal in Parijs, de geheele Madeleine was vol met het deftigste publiek. Na de bruiloft bracht hij haar hier op „Mon Rève". Zij wilde er niet blijven, ze zeide dat zij er sterven zou van eenzaamheid en verveling; u moet niet vergeten dat zij een beroemde ac trice was naar wie de geheele wereld was komen kijken. Enfin, hoe het zij, zij vluchtte 's nachts in alle stilte weg, terug naar Parijs en den ande ren avond stond ze weer op de plan ken... Lord Harthings koéht een landhuis niet ver hier vandaan, waar hij elk jaar op den vijfden^vügustus kwam, hij liet dan „Mon tfeve" versieren en vierde eenzaam zyn bruiloftsdag. Waarom woonde hij niet op het kasteel? vroeg Charles Smith. Omdat zy gezegd had, dat zij daar nooit met hem wilde wonen. Of hij haar nu niet goed begrepen heeft, dat weet ik niet, maar mijn vader vertelde, dat hij altijd dacht, dat zij nog wel eens terug zou komen. Het kasteel moest altyd gereed voor haar zyn, met personeel en alles in de puntjes. Zij was negentien jaar toen zy lady Harthings werd en toen zij twintig werd gebeurde er iets met haar, wat weet ik niet precies, maar zij kon niet meer optreden. Toen kwam zij hier en heeft nog vijf jaar ecnzaam op „Mon Rève" gewoond. Zij hoopte altijd nog, dat hij komen zou, maar hij kwam niet, want zij had ge zegd, dat zy nooit op „Mon Rève met hem wilde wonen! Toen zij dood was stuurde men een telegram naar Londen met de vraag waar zij begraven moest worden. Ook toen kwam hij niet, maar seinde te rug: „In het park van „Mon Rève Het was alles een begraven droom van hem. Elk jaar op vijf Augustus zoolang hij leefde, kwam hij naar haar graf en legde er witte lelies op- Hij is nooit van haar gescheiden, hü was haar trouw tot in den dood, ma&r hij hield zich onverzettelijk dan woorden, die zij eens tot hem gezegd had, dat zij nooit samen met hem op „Mon Rève" kon leven... „olle ontwikkeling te komen, laat 8 "pezë laatste komen dan ge- S'p M» Januari-Februari ge- fgdensde^bloei moet men de plant oïervloedig water geven. Na de bloei, totdat de knoppen zich gaan vormen, M men de Plant met verdunde mest litstekende hmsmuUUlen voor de voorjaarskuur. De winter is voorbijWe kunnen dit verheugende feit, dat elk jaar op- „ieuw als een blijde verrassing over ons komt, niet alleen van de thermo meter aflezen, doch we voelen het ook in ots lichaam, in onze ledematen en in ons blooed, we voelen die eigenaar dige onrust, die bijna als een roes over ons komt: het is de „voorjaarsziekte", de aangenaamste van alle kwalen, die ons alle ellende van den hatelijken grieptijd als bij tooverslag doet ver geten. In zich en om zich speurt de mensch een drang naar vernieuwing en op deze behoefte aan verfrissching en vernieuwing van het geheele orga nisme berust waarschijnlijk ook het gebruik van de z.g. „voorjaarskuur", waarvan het aantal voorstanders meer en meer toeneemt. De voor jaarskuur bedoelt een inwendige rei niging van het lichaam tot stand te brengen, waarbij men uitgaat van de stelling, dat niet alleen in struiken en toornen, doch ook in den verzuurden, winterachen mensch nieuw sap en nieuw leven moet worden toegevoerd. ffjj kwamen dezer dagen in een ge neeskundig tijdschrift een interes sante bespreking tegen van eenige oude huismiddelen, die van dergelijke voorjaarskuren een onmisbaar be standdeel uitmaken. Van alle planten, die voor dit doel diepst kunnen doen, trekt in den laatsten tijd knoflook de meeste aandacht. Mannen en vrou wen van hoogen leeftijd nemen tot deze plant hun toevlucht om de zoo gevreesde aderverkalking te voorko men of zoo deze reeds aanwezig is, te bestrijden. Wetenschappelijke onder zoekingen hebben aangetoond, dat Mika, de knappe hond. door VERA MARY STANSON. Ik heb een oom, die houtvester^ is. Zo'n grappige man! Daar heb je geen i'dee van! Laatst logeerde ik by hem. Hy woont in klein huisje, dat midden in een prachtig bos staat. Dat bos hoort by een groot kas teel» dat het eigendom is van graaf (Paps heeft gezegd dat ik geen namen mag noemen.) Nou dan, daar logeerde ik laatst. Dat doe ik altyd reuze graag, want oom Peter is reuze aardig. Hy lykt een bulle bak» en zelfs Karei, myn broertje js soms bang voor hem, nou, en dèt zegt wat. Ik ben helemaal niet bang voor oom Peter- Dok niet als hy kwaad is, en dat is hy nog al eens. Karei zegt, dat ik oom Peter „in- gepalmd" heb. Wat dat is, weet ik niet, maar ik denk dat hy bedoelt, dat oom Peter altijd reuze aardig is tegen my. Aardiger tegen mij, dan tegen Karei ,die hy wel eens tfmauwt. Nou, meestal heeft Karei het verdient, hy is vaak erg stout en doet net P'ecies alle dingen die verboden zijn. En misschien is oom zoo aardig, omdat ik op jjjn vrouw, dus mijn tante gelijk. Tante Nine is allang dood, en misschien vind oom bet leuk om naar my te kijken, omdat ik hem aan zijn vrouw doe denken. Tenmin ste» dat zegt hij vaak, en dan kijkt hy me heel lang aan, dat maakt me wel eens ver legen. Dan komt hy naar me toe, strijkt met zyn hand over mijn haren en zegt: •Vera'tje ,kind, wat begin je toch op tante Nine te lijken "en dan beeft zijn stem een beetje. Ik moet haast altijd huilen wanneer hö dat zo zegt. Ach, ik was niet van plan om dat alle- mwl zo te vertellen. Mammy zegt, dat ik ®ltfld dingen vertel ,die ik helemaal niet vertellen wou. Dat is waar, alleen begrijp ik niet hoe ze dat weet. Zou ze het aan mijn gezicht zien? Toch eens vragen. Nou, ik wou dit keer dan ook eigenlijk vertellen van Mika, dat is de hond van oom Peter. Het was de avond dat ik aankwam, «et had zo fyn gesneeuwd, en oom Peter *as met de grote slée om me af te halen. Kwe! was er niet. Hy had een taak in de vacantie en toen mocht hij niet. Het was 10 n deerlijke rit naar de houtvesterswoning. met een alcoholisch knoflookextract verlaging van den bloeddruk kan worden verkregen. Ook inspuitingen met knoflookolie hadden eenzelfde uitwerking. Ook de hartslag schynt door knoflook gunstig te worden be- invloed. Behalve deze inwerking op den bloedsomloop is wetenschappelijk vastgesteld dat knoflook tevens anti septische en desinfecteerende eigen schappen bezit. Niet in het minst aan deze eigenschappen heeft dit gewas zyn faam als huismiddel te danken. Doch hiermede is de lyst van ver diensten nog geenszins ten einde. Een Fransch medicus meent op grond van recente onderzoekingen in knoflook een voortreffelijk voorbehoedmiddel- tegen griep ontdekt te hebben. Be kend is het voorts, dat etterende won den sneller genezen met een knof- lookbehandeling, terwyl vertier bac teriologische proeven in laboratoria hebben aangetoond, dat knoflookolie in staat is bacteriecultures, zelfs bij sterke verdunning der olie, in korten tijd te vernietigen. Een nauwe verwant van de knof look en al even „welriekend" is de ui, die een niet minder weldadige uit werking heeft. De verzachtende uit werking van het sap bij lichte ette- ringen der huid is welbekend. In de eerste plaats echter moet de opwek kende invloed van uiensap op de nie ren worden vermeld. De werkzaam heid der nieren wordt door uien bui tengewoon versterkt. Ter vermijding van de eenigszins pynljjke nevenwer king, die optreedt bij -het eten van rauwe uien, verdient het aanbeveling de volgende bereiding toe te passen- GESTOORD SAMENZIJN. gewone, rype rauwe uien 300 gfr., vloeibare honing 100 gr., witte wijn 600 gr. De uien worden tot moes ge malen, gezeefd, met de wijn en de honing tot een vloeistof vermengd, die voor het gebruik geschud moet worden. Van deze, werkelijk voor treffelijke uienwjjn neemt men twee tot vier eetlepels per dag, hetgeen met ongeveer 30 tot 60 gr. rauwe uien overéénkomt. Doch hiermede is de keukenapo theek nog niet uitgeput. Het sap van versche peterselie is een bijna onover trefbaar en bovendien volkomen on schadelijk middel tegen insecten- beeten, dat ook voor kleine kinderen uitstekend dienst kan doen. Men wrijft eenvoudig de gestoken plaats met een handvol versche peterselie in. Het is niet doenlijk de wetenschap van de keukenkruiden in dit kort be stek het noodige recht te doen we dervaren. Wy moeten\ volstaan met de enkele vermelding van de volgende kruiden, die allen bij de samenstel ling van ons dagelijksch menu Ie ge- legenertijd ingeschakeld kunnen wor den. Wij noemen danmosterd, peper, 'paprika, gember, komijn, any?, kruidnagelen, muscaatnoot en sa- fraan. Het instinct van den mensch, om deze kruiden bij de bereiding van zijn spijzen te gebruiken, is zeker niet alleen een zoeken naar steeds weer nieuwe en andere genotmidde len en prikkels voor de smaakzenu wen. Ook de dieren weten in geval van ziekte, welke gewassen hen ge nezing kunnen brengen. Het streven om onze kennis van de oude genees krachtige kruiden uit te breiden en e weer meer te gaan toepassen be rust zonder twijfel op goede gronden en verdient alle aanmoediging. Neen Max! Niet zoo in 't publiek! Ik heb appelbollen voor je gebakken Vera'tje! zei oom. Hy wist dat ik daar zo van houd. Hoe gaat het eigenlyk met Mika, oom Mika? Vol streken, kan ik je zeggen! Hè, dan moet je vertellen oom! zei ik. Oom Peter vertelt altyd zo fyn. Ach, jongedametje, mag je oom weer vertellen, nou vooruit dan maar. Herinner je je nog Vera'tje, dat Mika altyd op myn stoel zat? Nou oom, wanneer hy er eenmaal in zit, kryg je hem er niet meer uit! zei ik, want dat is waar. Mika is een reuze eigen wijze duvel. Precies! Nou, een keer was het weer zo. Ik kwam de kamer binnen, en jawel hoor, meneertje zat. weer in myn stoel. Ik zen „Miekje"! zei ik. Wees een zoete hond en laat my daar zitten. Nou, jk had het net zo goed niet hoeven te zeggen, want ik wist van te voren dat hy het toch niet deed. Ik haalde koekjes, maar nee hoor. Toen be dacht ik iets. Ik ging voor het raam staan, en ik riep: katjes-katjes-katjes! In één sprong was meneer Mika by het raam. Van katjes geen spoor. Hy draaide zich een beetje boos om en wilde weer naar myn stoel, maar je begreep dat ik er al lang en breed weer in zat! Ik was een beetje inge- doezeld, toen ik daar opeens een reuze lawaai hoor. Ik open myn ogen en zie daar Mika hevig aan het blaffen. Hy stond met zyn voorpoten op de vensterbank en hij ging tekeer Nou, ik dacht dat er wel een vreemdeling in de tuin was, want anders gaat Mika nooit zoo te keer, hè? Goed, ik sta op. Ga naar het raam. Niemand te zien hoor. Ik draai me om, kyk naar myn stoel, wie zit daar? Mika!! gilde is haast, want ik vond het zo leuk. O, oom, net goed! En wat hebt u toen gedaan? Dat noemt ze net goed, dat mormel. Vera'tje, wat moet ik van je denken. Wat ik toen gedaan hem Lieve kind, Mika was met geen stokken uit de stoel te krygen en toen heb ik een keukenstoel Zo'n harde? vroeg ik, en ik deed net of ik erg veel medelijden had! Zo'n harde, klaagde oom, tenminste hy deed ook net alsof. Dat vind ik juist altijd zo leuk van oom, hij gaat altijd overal op in. ...en toen ben ik aan de andere kant van de haard gaan zitten. In de leunstoel links van de haard zat mijn lieve Mika en op de keukenstoel rechts van diezelfde haard zat ik. Succesrijk begin. De naam Josephine Baker oefent nog steeds op velen een fascineerende werking uit en het is dan ook te begrijpen, dat een film, waarin de Crioolsche de hoofdrol ver vult, een bijzondere attractie vormt. Dat zy overgegaan is op de film was reeds jaren lang te voorzien, want de rolprent trekt alle personen tot zich, die het tot een uitzonder lijke prestatie, op welk gebied dan ook, heb ben weten te brengeni „Zouzou", zoo luidt de titel van de film, is natuurlijk speciaal voor Josephine ver vaardigd, want het zou moeilijk zyn voor deze kunstenares met haar typische bekoor lijkheden en exotische eigenschappen een scenario te vinden, dat gebaseerd zou zijn op een reeds voor de -film vervaardigd ver haal, zonder dat men het oog gehad zou heb ben op deze slanke revue-ster. Haar be gaafdheid als tragedienne wordt in deze rolprent naar voren gebracht en dit werk 'bezit dan ook groote verdiensten. Op de Amerikaansche revue-films heeft het voor, dat het zich verheugen mag in een schitte rend gekozen achtergrond van het Pary- sche leven, waarin zich een ontroerende ge schiedenis afspeelt. Zouzuo en Jean, een Creoolsch meisje en een Fransch jongetje, zijn de grootste at tracties van het circus van Papa Mélé, die zijn beide pleegkinderen op de handen draagt. Als Jean echter oud genoeg is, gaat hy als matroos naar zee, doch spoedig be merkt hy, dat de zee niet zijn ideaal is en hy keert naar huis terug. Met zijn pleeg vader en met Zouzou trekt hy naar Parijs, waar zij werk vinden. Zouzou komt in dienst als strykstertje en moet waschgoed brengen naar een ster der „Folies de Paris", een be faamde music-hall, waar Jean als electri- cien werkzaam is. Hier is het ook, dat de kunst van Zouzou ontdekt wordt door den theaterdirecteur, die haar toevallig ziet dansen in een too- neelcostuum, dat de koormeisjes haar aan getrokken hebben. Naast de kunst heeft zij nog een liefde, n.l. die voor Jean, die ech ter ook door de dochter van Zouzou's werk geefster bemind wordt. Claire, deze dochter, ziet den penibelen toestand, waarin het drie tal verkeert, doch noch Jean, noch Zouzou hebben het in de gaten. Op een avond sterft Papa Mélé plotse ling en radeloos snelt de Creoolsche naaf Claire ,waar zy verneemt dar haar vrien din met Jean is gaan dansen. Zij gaat naar de dancing en naby de inrichting gekomen, ziet zij hoe bij een twist een man wordt ge dood. Op hetzelfde moment komt Jean bui ten en hy raapt den op den grond liggenden revolver van den moordenaar op. Dit wordt zyn ongeluk, want toegeschoten gendarmen verdenken hem van den moord en het is te begrijpen dat de beweringen van Zouzou, als zou een ander den moord bedreven heb ben ,niet geloofd worden. Zouzou wil nu Jean helpen in zijn benar de positie ,maar daarvoor is veel geld noo dig en zij bezit dat niet. Er gaat haar een licht op als zy aan het tooneel denkt, want daar voelt ze dat haar roeping ligt. Zij krijgt een engagement en tijdens de pre mière ziet zij in een krant de beeltenis van den, moordenaar. Onverwijld deelt zy dit de politie mee en zoo weet zij Jean's onschuld te bewijzen, terwyl zij tegelijkertijd de ova ties van het publiek in ontvangst kan nemen daar men opgetogen is over haar optreden. Den volgenden morgen wil zy Jean af halen by de gevangenis, doch als zy arri veert, ziet zij twee menschen juist weg gaan: Claire en Jean, stevig gearmd. Zou zou begrypt en berust. De twee menschen die zy liefheeft zijn gelukkig en dien avond zingt zy met des te meer gloed haar chan son „Pour moi il n'y a qu'un homme dans Paris; C'est lui..." „Deze film heeft soms bijzonder ontroe rende momenten en is een merkwaardige mengeling van vreugde en grappigheid met de harde werkelijkheid van het leven van stryderrs om het bestaan.- De tragiek van de Cioolsche wordt in deze rolprent scherp getoond; tegenover het uiterlijke succes van deze ster zien wy de innerlijke fijnheid en beschaving, maar menschelykheid onder alle omstandigheden en dit is vooral hetgeen, dat veler sympathie voor deze film zal doen Josephine's spel is goed, terwijl de regie van Mare Allegret alleszins te roemen valt. Naast Zouzou staan Jean en Claire, uitge beeld door Jean Gabin en Yvette Lebon, die beiden evneeens op den voorgrond treden, doch boven alles stijgt ook hier de ster Baker, voor wie de film zonder twijfel be stemd was. Het filmdebuut van Baker zal echter door talloozen met vreugde begroet worden, daar een gevoelig werk tot stand kwam. Aardappelcroqnettvn met vleesch. 500 gr. gekookte koude aardappelen, 250 gr. vleeschresten ,2 eieren, peper, zout, pa neermeel, een half ons margarine, frituur vet, 1 uitje, 1 eetlepel gehakte peterselie. We maken de aardappelen door de puree- knijper fijn en hakken het uitje «en het vleesch zeer fijn. Vermengen daarna purée, uitje, vleesch, peterselie, gesmolten boter, peper, zout en eierdooiers met een houten lepel tot een stevige massa, waardoor ten- slotte het stijfgeklopte eiwit van 1 ei wordt ken en is dit niet mogelijk, dan moet de verwijderen. Melk aan de kook brengen en hierin de suiker en daarna de gelatine op lossen, vervolgens volkomen koud laten worden en af en toe roeren om het zakken der gelatine te voorkomen. De room wordt met een tikje zout stijf geklopt en als -de melk drillerig begint te worden, hierdoor geroerd, evenals de maras quin. Het geheel wordt overgebracht in een glazen schaal om stijf te worden. Het beste ia om gelatinepudding daags tevoren te ma- gemengd. We maken van deze massa ronde balletjes of vormen er langwerpige croquet- ten van, die we eerst rollen in-het overge bleven eiwit, dat met een paar lepels water los geklopt is en daarna in paneermeel. We maken frituurvet zoo heet, dat er een blauwe damp van komt en laten er telkens eenige croquetten invallen, die we mooi bruin en croquant bakken, daarna even op papier laten uittrekken om het overtollige vet te verwijderen en op een schaaltje, waarop een papieren servetje is gevouwen, opdienen, vooral goed warm. We kunnen in het heete frituurvet nog eenige takjes peterselie laten bakken en deze om de croquetjes leggen. Saucijsjes in deeg. 4 k 5 ons saucijsjes, zout, 4 eieren, 225 gr. bloem, L. melk, 700 gram boter. De bloem wordt gezeefd en in een kom gedaan met wat zout. De eieren worden zeer schuimig geklopt en vermengd met de melk, daarna wordt een kuiltje in de bloem gemaakt en deze van het midden uit ver mengd met de vloeistof, die telkens bij kleine gedeelten wordt bijgevoegd. Het be slag wordt, nadat bloem en het eiermeng3el vermengd zyn, nog eenige minuten flink opgeklopt, daarna zetten wij het gedurende minstens een uur weg, voor we he: verder gebruiken. In een vuurvaste schotel wordt de boter gesmolten en hierin worden de saucijsjes gelegd, waarna het beslag erover heen wordt gegoten en óe schotel geduren de 35 min. in een middelmatig warmen oven wordt geplaatst, zoo noodig wordt de boven kant bedekt met beboterd papier. Deze schotel is uitstekend om met drukke dagen klaar te maken, omdat de bereiding weinig werk vereischti We geven er tutti-frutti bij, die 's avonds tevoren geweekt is en nu nog slechts even verwarmd wordt, waarna de. vruchten uitgeschept worden en in een schaal gedaan en "het vocht met een wei.ug citroensap en suiker gebonden wordt. Blanc manger. n 7 d.L. melk, 3 d.L, room, 1 dX». maras quin, 100 gr. suiker, tikje zout, 1P blaadjes witte gelatine, biscuits of wafeltjes. De gelatine wordt gedurende een minuut of 10 in koud water geweekt, daarna flink uitgeknepen om het overtollige water te pudding minstens 6 uur op een koude plaats staan om goed stijf te worden. Presenteeren met biscuits of wafeltjes. Citroenpudding. 4 eieren, 160 gr. suiker, sap van 2 i 3 citroenen, 1 d.L. water, 6 bladen witte gela tine. De gelatine wordt een minuut of 10 in koud water geweekt. Intusachen kloppen wij 1 de dooiers met de suiker totdat ze schui mig zyn, voegen er de gezeefde citroensap en de suiker by en brengen de massa roe rende aan de kook, met een asbestplaatje onder de pan om te voorkomen, dat de groote warmtetoevoer de eieren doet schif ten. Zoodra de eieren dik gebonden zyn nemen we de pan van het vuur, lossen er de goed ZONDAG: Pouletsoep, ribstuk, raapstelen, aardappelen, rabarber en appelgelei. MAANDAG: Aardappelcroquetten met vleesch, spaghetti met tomatensaus en stukjes spek, sinaasappel. DINSDAG: Geldersche worst .snyboonen en witte boonen .aardappelen. WOENSDAG: Runderlapjes, worteltjes, aardappelen, griesmeelpudding met amandeltjes. DONDERDAG: Erwtensoep, saucijsjes m deeg, tutti-frutti. VRIJDAG: Gebakken bokking, andijvie en bietensla, gebakken aardappelen, appel flensjes. ZATERDAG: Gebakken spek, capucyners, aardappelen, appelmoes. VASTENRECEPTEN. Selderij soep (magere), rijstschotel met to maten, gebakken uien, roereieren. Gekookte tong, botersaus, aardappelen, kropsla, watergruwel. Gekookte eieren, gemengde koude sla, ge bakken aardappelen, citroenvla. uitgeknepen gelatine in op en laten alles afkoelen en zien we ,dat het geheel drillerig wordt, dan wordt het wit der eieren goed stijf geklopt met een tikje zout en daarna bij de crème gevoegd. Is alles voorzichtig dooreen gemengd, dan wordt de pudding in een omgespoelde steenen vorm gedaan om volkomen koud en styf te worden. Presen teeren met een wafeltje. „Oranje" pudding. 7 d.L. melk, 3 d.L. room, 100 gr. suiker, vanille suiker, 1% ons abrikozen. 1 eet lepel suiker, 10 bladen gelatine (witte). De abrikozen worden gekookt met de sui ker en de vanillesuiker, daarna nemen we de pan van het vuur en 'ossen er de in koud water geweekte en gfad uitgeknepen gela tine in op, laten de vloeistof koud en dril lerig worden, roeren van t(jd tot tijd om het zakken van de gelatine te voorkomen en doen de massa daarna in een met koud water omgespoelde vorm. Als de pudding goed stijf is storten, en het geheel overgieten met de abrikozen- purée, in het midden wordt een groote abri- kooB gelegd, terwijl de overigen met de platte kant naar buiten tegen de pudding worden gezet. Pannekoekjes. 150 gr. bloem, Vt L. melk, 1 groot of twee kleine eieren, sap van 1 citroen, zout, bas terd suiker, boter, delfrite of slaolie om te bakken. We zeeven de bloem, doen ze in een kom, voegen wat zout by en maken in het midden een opening met een houten lepel, waarin we het eierdooier laten vallen en dit met een weinig melk van het midden uit met de omringende bloem vermengen tot een ge lijkmatig beslag, waarbij van tij(j tot tijd een weinig melk gevoegd wordt, totdat deze geheel gebruikt is. We blijven bet beslag nog wat naklop- pen en zetten het een of twee uur weg voor we gaan bakken, daarna wordt het eiwit stijf geklopt en op bet laatste oogenblik door het beslag gedaan. In een koekepan wordt zooveel marga rine, olie of delfrite verwarmd, totdat de bodem bedekt is en als er rook van opstygt wordt een deel van bet beslag in de pan gedaan en aan beide kanten licht bruin ge bakken en met een pannekoekenmes op een besuikerd vel' boterhampapier gelegd, be druppeld met wat citroensap en bestrooid met basterdsuiker, en in drieën gevouwen een bord of schaal gestapeld, die warm op gehouden water. wordt op

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 4