A
V
Als allés weei
r goed wordt.
Wetenswaardigheden.
Isola Bella en Stresa.
-L.
De nieuwe Hoedjes.
Emil Jannings vertelt.
Verschillende Recepten.
Menu's van den dag.
bekoort u met duüen-
derlei vreemde verlok
kingen, en men voelt
zich in een zaligen toe
stand."
Behalve de mooie
plantengroei bergt dit
land een groote hoe
veelheid vogels, hoen
ders, fazanten enz.
Van het hoogste der
7 terrassen heeft men
vanuit een onbewoond
kasteel een verrukkelyk
uitzicht.'
Evenals vanaf Isola
Bella geniet men temid-
De terrassen van het kasteel.
Isola Dei Pescatori
den van het meer en de
bergen die het omringen
van een heerlijk pano
rama. Aan de eene zjjde
Pallanza, de luxe stad
van hotels, villa's en tui
nen, aan den anderen
kant Baveno en Stresa
met een even schoone
ligging. En overal langs
de wegen, die de kron
kelingen van de meer-
oevers volgen, ontwaart
men een onafgebroken
reeks van huizen en par
ken zonder tal.
,,'n Aiber
Bloemen, hoornen
De lente daalt
Als alles weer goed wordt, dan kau
geen koude Oostenwind, geen nacht
vorst het optimisme van den buiten-
mensch verwoesten. Om eindelyk dat
optimisme beloond te zien met een
stralenden dag. De hemel is helder 1
blauw, de wolkjes dry ven wit en on
schuldig en de zon giet een gouden
overdaad over alles, wat op punt van
ontbotten staat, over alles wat de I
bloei ingaat. De sneeuwklopjes ben
gelden reeds lang, heel lang in de
tuintjes en de crocussen, donker
blauw, geaderd wit, fel geel, licht
blauw bloeien verrukkend onder de
nog kale takken van de linde, die bo
ven de lenteboden by na beschermend
haar armen over het grasveld uit
strekt. Doch niet alleen deze bloemen I
van den tuin bloeien open, ook bloe-
men uit de velden. De elzenkatjes
bungelen in den wind en met elke ruk
gaat er een geel wolkje de lucht in.
De wilgen zyn overstroomd met wit-
zijden katjes. Ze staan aan de kant
van een waterplas en ik kyk omhoog,
waar de takken, overladen met al die
weelde, geteekend staan tegen het
puur-blauw.
De merel zingt in de beukenboom
zyn hoogste lied, alsof er nooit een
winter is geweest, en ver weg zweeft
een reiger over het open land. Het is
ruim een maand geleden, in 't laatst
van Februari was het, toen ik van
het dorp fietsend de laan naar de
boerderij op, achter my c-enige kin
deren hoorde roepen: ,'n Aiber! 'n
AiberDaar ik zelf een langbeen ben,
dacht ik eerst aan een grapje,
doch erg daarin gelooven deed ik niet,
omdat de dorpsbengels m den laat-
sten tyd nogal zoet waren geweest.
Voorzichtig speurde ik in de lucht. j
En ja, werkelijk, daar vloog een ko
ningsvogel statig met breede vleugel
slagen door de lucht. Het was echter
geen ooievaar doch een reiger. Sinds
dién tyd heb ik den vogel herhaalde
keeren teruggezien. De zachte winter
zal hem verlokt hebben om de reis
naar het hooge Noorden te aanvaar
den, maar mogelijk ook zal hy spijt
hebben gehad, te zijn gegaan. Want
erg ruim zal zyn disch nog wel niet
zijn geweest. Zooals overal zal het
hier echter ook zyn: Na tijden komt
verblijden! Weldra zal de vogel 'zyn
nest weer opzoekèn, een vrouwtje
lokken en het telkens terugkeerend
liefdesspel beginnen. De reiger is im
mers een van de vroegst broedende
vogels onder al de trekkers in Neder
land.
In struik en boom zingen de lys-
'n Aiber!"
en vogels ontmaken
over het bosch...
ters, in het dennenbosch zitten tus-
schen de takken zwarte meezen, even
als de koolmeezen, waarop ze wel iets
gelijken, bedrijvige vogeltjes, die
prettig zijn om gade te slaan. Hoog
in het dorre hout van een den zit een
houtduif te koeren, terwijl in een
spar de goudhaantjes dartelen. All^s
is druk jn de weer en beloont een be
zoek aan het bosch ten volle.
Ook in het bosch ontwaakt weer
het plantenleven, of misschien beter
uitgedrukt, hier beginnen de planten
opnieuw te groeien. Want veel gau
wer dan in het vlakke land, waaroVer
de Oostewinden strijken, waar vorst,
sneeuw en ys vry spel hebben, blyven
in het bosch met zyn vete beschutte
plekjes, planten den winter trotsee-
ren en ontkiemt een en ander vlug
ger. Daar is b.v. de kamperfoelie. Hoe
vaak gebeurt het niet, dat deze plant,
die zich om struiken en stam, langs
wallekanten slingert, haar bladeren
niet verliest, doch groen blijft en hier
naast in het voorjaar nieuwe blade
ren krijgt. Doch ook het vlakke, vette
polderland, heeft zyn vroege voor
jaarsbode, een eigenaardig plantje,
waarbij ik eens uitvoerig wil stil
staan. Een vroege voorj aarsbode I
j Dat is voorwaar het HoefbladDage
lijks zie ik van die sterretjes, wan-
I neer de dagen beginnen te lengen en
het helder zonnig weer is. Zelfs wan-
neer er een stevige Oostenwind, guur
en koud, blaast, spreidt het Hoefblad
zyn gouden zonnetje open. Het eenige
dat daarvoor noodig is, is een beetje
licht en warmte. By triest weer, wan
neer het donker, bewolkt is, blijft het
meestal gesloten. Enkel de zon kan
het wekken en tot fleur brengen.
Ik hou van dit nietig dankbaar
bloempje. Het is er een van de vette
klei, zooals zoo straks reeds werd op
gemerkt. Op zandgronden tiert het
niet zoo weinig. Dit jaar vond ik er
twee aan den kant van een wal, waar
voorbij ik dagelijks kom én telkens
weer, iederen keer, kyk ik er met
vreugde naar. Het is zoo verkwik
kend, dat die sterretjes onbetwistbaar
de verkondigers van beter dagen zyn
dagen, die dan kiomen vol zon en
licht, ook bloed en kleur.
Het Hoefblad bloeit op het voedsel,
dat het vorig jaar na het bloeien in
den wortelstok is verzameld- Eerst
na het bloeien, wanneer vele pluisjes
'de wereld zyn in gezweefd, ontwikke
len zich de bladeren, die tijdens den
bloei klein langs den stengel zijn ge
plaatst, het geheel daardoor een cac
tusachtig uiterlijk geven.
Amor) en als merkwaardigheid toont
men u daar een laurierboom, waarin
Keizer Napoleon I vóór den slag bij
Marengo het woord „Battaglia" heeft
gestreden. Van het bovenste terras,
„Bella Vista" genaamd, geniet men
een schitterend uitzicht.
Er is nog iets, dat Isola Bella be
roemd maakt, n.]. het Palazzo, dat
echter niet geheel voltooid is. Bij een
bezoek aan het Palazzo wordt men
gevoerd door de rococoversierde
Sala dei Medagli, de Troonzaal de
schilderijen-galerij en een kamer,
waarin Napoleon I vóór den slag van
Marengo sliep.
De zalen en galerijen zijn weelde
rig en groot. De met schildpad opge
legde meubels zyn met edelgesteenten
en zilver versierd. Men vindt er Go
belins van onmetelijke waarde, artis
tieke werken, oude wapens, kostbaar
glaswerk, enz. Er zyn schilderijen
van Leonardo da Vinci, Giovanni,
Bellini, Correggio, Tiziano, Luini,
Guercino, Van Dyck, Guido Reni,
Caravaggio, Luca Giordana Proccec-
cini, en andere groote meesters. De
onderhoudskosten van dit alles wer
den volgens een opgave van 1913 ge
schat op 60.000 lires per
jaar, welk bedrag nu wel
zeer aanmerkelijk ver
hoogd zal zijn.
Op Isola Madre, het
grootste der 3 eilanden,
heeft men eveneens terras
sen, doch niet zoo vol be
groeid als die van Isola
Bella. De plantengrooei
overtreft die van het na
burige eiland, noch in
schoonheid en verscheiden
heid. Alles schijnt hier ge
makkelijker tot bloei te
kunnen komen.
Dit eiland in het bijzonder wek
te de bewondering vjm den schrijver
Gustave Flaubert; ny zegt: „Isola
Madre, aardsch paradijs, met boomen
welker bladeren door de zon worden
verguld! Men verwacht van achter
een boschje te zien verschijnen een
statigen sultan iri1 een zijden kleed,
met een ryk versierde yatagan. Het
is het heerlijkste oord van dit meer,
dat ik heb leeren kennen; de natuur
looze dieren, die er bestaan, vond Pe
ter, toen hij bemerkte, dat de nieuwe
sluiting aan de deur van de kooi on
danks al zijn rukken en trekken met
bek en pooten niet los te krijgen was.
Verdrietig staarde hy naar Phoenix,
die totaal ongevoelig voor het leed
daar vlak by hem, voortging met het
verorberen van zyn lekkernij. Smee-
kend drukte Peter zyn zwarte neus
tegen de tralies. Maar Phoenix dacht
waarschijnlijk dat men hem een lek
ker hapje voorhield, hy vloog er op af
en pikte er vinnig in.
Met klagelijk gehuil deinsde Peter
terug. Ach, zoo iets gevaarlijks als
dat schepsel in de kooi had hy nog
nooit meegemaakt, het had totaal
geen zin voor vriendschap! Verdrie
tig sprong Peter op den grond^^
de hond Pompon, die op hem afJH
een oorvyg en liep den tuin in,
toe te zien op den egel Ajax bij het
muizenvangen,
waar laat hij 't allemaal?
Maar de kruik gaat te water, totdat
zy barfct. Op zekeren dag schreeuw
de het dienstmeisje moordden brand:
Peter zat in de vogelkooi! Laura
kwam aanstormen. Werkelijk, daar
zat Peter met zyn pooten in de kooi!
Hoe had hy het deurtje opengekre-
Sen Hij graaide met zyn poot in het
rond, terwyl Phoenix, op zyn stokje
gezeten, het kopje schuin omlaag,
nieuwsgierig-zwijgend toekeek. Nu
trok de kater zijn pooten weer terug,
hy keek Laura deemoedig aan, toen
boog hy zich vol welbehagen over de
buit, die hij in de kooi bemachtigd
had. Het was de eierkoek, hy peu
zelde snorrend van genot, 't smaakte
enorm! Phoenix hipte van zijn stokje
en 'begon voor zijn leege schoteltje
hevig te schelden.
Menschen zijn de meest hersen-
Porselein.
Met vloeibare nagellak kunnen fijne
Srseleinen voorwerpen met succes
rpareerd worden, indien er stukjes
lebroken zyn. Men strijkt met het
borsteltje langs de randen, drukt de
deelen op eikander en iaat het drogen.
Goud en zilver lamé.
Goud en zilver lamé kunnen heel
goed aan huis gewasschen worden in
lauw vlokkensop. Zachtjes drukken, 1
waardoor alle vuil verwijderd wordt
en twee- of driemaal spoelen in lauw
water, vochtig strijken.
Kurklmoleum.
Indien kurklinojeum inplaats van
met was met lijnolie ingewreven
wordt, maakt men het schoon, doch
niet glad, hetgeen vooral uitstekend
is op kinderkamer».
- Aarden bloempotten.
Gewone aarden bloempotten, die
vlekkerig of schimmelachtig gewor
den zyn aan den buitenkant, worden
met een doek met petroleum afge
nomen. j
Fluweelen jongenspakjes.
Fluweelen jongenspakjes, waarop
vlekken zitten, waarvan men de her
komst niet weet, kunnen schoonge
maakt worden met eucalyptusolie,
daarna worden er verwarmde zeme
len op gestrooid, die over de vlekken
worden gewreven, met een stevigen
borstel uitwrijven of de kleeren met
een rottanstokje uitslaan.
Vrucht envlekken.
Vruchten vlekken uit tafellinnen
kunnen verwijderd worden met wa
terstof superoxyde, daarna uitwas-
schen in warm water en dubbel kool
zure soda.
Het is een heerlijke streek, die Mus
solini heeft uitgekozen voor de be
spreking tusschen Engeland, Frank
rijk en Italië over den poiitieken toe
stand in Europa. Het is de westelijke
bocht van het Laggo Maggiore, een
van de bekoorlijkste plekjes van de
Italiaansche meren. Hier liggen de
Borromeesche eilanden, wier omge
ving misschien niet zoo g^otsch is,
als die van het meer van Como, maar
deze aan lieflijkheid zekei nog over
treft In deze sprookjesachtig schoo
ne omgeving zullen de besprekingen
over het wel en wee van zekere lan
den gehouden worden.
Isola Bella dankt evenals de andere
eilandjes in het wonderschoone Lago
Maggiore zyn naam aan de familie
Borromea, die de eilanden reeds se
dert de 13de eeuw in bezit had. De
eilanden heeten: Isola Bella, Isola
Madre, Isola Dei Pescatori en Isola
San Giovanni, van welke Isola Bella
het mooiste is.
Isola Bella en Isola Madre zyn op
kunstmatige wijze door het bouwen
van terrassen (Isola Bella heeft er
10) boven het niveau van het meer
uitgebouwd. De bouw hiervan duurde
pl.m. 50 jaren en werd voltooid in
1671.
De oorspronkelijke naakte rotsen
danken hun tooverachtige bekoorlijk
heid aan Graaf Vitaliano Borromeo,
die met groote kosten de kunstvolle
aanleg tot stand bracht. Een dezer
eilanden werd naar zyn moeder ge
noemd en heette alzoo eerst: „Isa
bella", doch werd later door de groote
schoonheid ervan bekend onder den
naam „Isola ^Bella" (schoon eiland).
Het eilandje is pl.m. 320 M. lang
en pl.m. 180 M. breed. Het stijgt op
in 10 terrassen, die ten deele dooi
groote gewelven, sterke pijlers en
grondmuren worden gedragen. De
plantengroei kan bijna tropisch ge
noemd worden, ofschoon elke handvol
aarde moest worden aangedragen. De
meest vreemde planten wisselen el-
Isola Bella.
kaar af; men vindt er de cypressen
van den Libanon en het Himalaya-
gebeurgte; kurkeiken, laurier-, ci
troen-, en myrtenboomen, en zelfs
koffie- en theestruikenpalmen,
agaven, aloë's enz.
Ook de kunst is hier vertegenwoor
digd; men vindt er een aantal stand
beelden en kunstmatige grotten.
Een bekoorlijk bloemen terras heet
„Giardirio d'Amore" (de tuin van
- Zou het moord of zelfmoord zijn?
Isola Bella, gezien vanaf de boideva rd te Stresa.
Zijn nieuwe costuum!
Onder de modellen voor namiddag
en avond, welke door de groote Ber-
srasche ateliers gorden gebracht, val
len vooral de \jahnen met breederen
rand op. Ze z#n veelal met bloemen-
touffes gegarneerd en deze tnotieven
„orden dan als garneering op het b«
jen hoed gedragen toilet herhaald.
loo vormen witte camelia's de gar
neering van een japon van zware
crêpe, welke tot hoog aan den hals
gesloten is en waarbij een groote
jwarte hoed wordt gedragen, getooid
met dezelfde bloemen. Een marine
blauwe hoed van „bowen" is met
smal ripslint van hetzelfde genre zoo
danig gegarneerd, dat hij hoog op
staand den bol van aohteren hooger
laat schjjnen dan van voren. Zeer
smaakvol zjjn de grootere en kleinere
bretons, die men met recht de favo
rieten van het seizoen mag noemen.
Een modegril, die slechts tot zjjn
recht komt bij een zeer jeugdig ge
laat, vormt de schuit, die zeer roman
tisch herinnerend aan den Bieder-
jneiertjjd,
toch ook een typische ge
lijkenis vertoont Met den hoed van de
vrouwelijke heilsoldaten. Zoo zagen
we een dergelijk model van lichtblauw
gesponnen glas, dat als een modern,
doorschijnend weef se}' eeUigszins aan
fjjn glas herinnert.
Betrekkelijk groot isf het aantal
hoeden met van voren opgeslagen
rand, welke het gelaat op charmante
wjjze omlijsten en welke van achteren
ver omlaag staan. Hier wordt de gar
neering gewoonlijk door lint ge
vormd, dat in kleine lusjes gelegd,
met de lijn van den hoed uitstekend
harmonieert en van achteren in een
klein strikje eindigt.
Als materiaal voor de namiddag
en avondhoeden brengt men 'naast
fyne sisolvlechtsels als nouveauté
olifantshuid, voornamelijk in zwart
en wit. Een zeer aparte vorm is een
hoed, welke er uit ziet als een hoed
met opgeslagen rand, doch bij nadere
beschouwing een kap blijkt te zijn
van zwart alpaccastroo met stipdes-
sin, en van achteren in een -smalle
MODERNE HOEDJES EN COMPLETS
VOOR HET VOORJAAR.
plooi Uitloopt.
Onder de nieuwe vormen dient
voorts de tropenhelm te worden ge
noemd, welke "zijn naam ontleent aan
de kleine verhooging midden op den
bol, waardoor een frappante gelijke
nis met den bekenden tropenhelm
inderdaad ontstaat. Overigens heeft
de vorm echter niets krijgshaftigs en
geeft zelfs met de groote strik, welke
van dit model van de achterzijde om
laag valt, hieraan -ëen uitgesproken
vrouwelijke noté.
Zeer apart werkt een £roote avond-
hoed van het fijnste paardenhaar, die
als heel dichte kant genaaid, een be
wijs levert voor de hooge trap, waar
op het handwerk in de hoedenbranche
zich bevindt. En hoe de fabrieken
zich oók zullen vervolmaken, nooit
zullen machines iets dergelijks kun
nen produceeren, steeds zal het hand
werk het monopolie dei; individuali
teit behouden.
Het bkfempje zelf is meer dan een
beschouwing waard, omdat het ons,
weer voor den zooveelsten keer toont,
hoe prachtig de natuur in elkaar zit
en hoe alles in de natuur als het ware
een bestemming heeft. Het Hoefblad
behoort tot de familie der Composi-
tae of samengesteld-bloemigen. Wan
neer we een bloempje onder het ver
grootglas nader beschouwen, dan zien
we heel duidelijk dat het bloempje be
staat uit een aantal afzonderlijke
bloempjes, die tezamen op een ge-
meenschappelyken bloembodem zijn
^geplant. By het Hoefblad is dit heel
gemakkelijk te zien, doch bij nauw
keuriger beschouwing ontdekt men
bovendien, dat er hier twee soorten
bloemen aanwezig zijn, n.l. de bloem
pjes, die buisvormig en bloempjes die
lintvormig zijn. De eerste zijn verre
weg in de minderheid. Een plantkun
dige, die alle bloempjes eens had ge
teld, beweerde ongeveer 30 buis-
bloempjes en bijna 400 lintbloempjes
te hebben geteld. Getallen, die ons
zeer zeker met bewondering vervul-
'en, wanneer we zien, dat de ruimte
voor al deze bloempjes nog geen vier
kante centimeter is.
Van kolensjouwer tot filmster.
Zijn zucht naar romantiek dreef hem naax^ zee.
Ontnuchterd door de werkelijkheid zocht hij zijn troost bij het tooneel.
door H. W. ROLaND.
AARDIG GEBREID BABY-MANTELTJE.
In het salon van zyn huis te Ber
lijn staan op de schoorsteenmantel
tijdgenooten, maar daar staat ook een
reisschrjjfbureau, liggen actenmap-
pen en filmmanuscripten opgehoopt.
Uit de aangrenzende kamer, waar
blijkbaar ontbeten wordt, klinkt reeds
gedempt de welbekende stem van
Emil Jannings in een opgewondèn
gesprek met Gussy Holl, zijn vrouw.
Eenige oogenblikken later komt hy
de kamer binnen, zwaar en massief,
neemt na de begroeting plaats en
laat zich 20 minuten lang gewillig
uitvragen, d.w.z. eerst zouden het
slechts 10 minuten zyn, maar het
wordt toch 25 minuten.
Op mijn verzoek vertelt Jannings
dan hoe hy aan 'het tooneel is geko
men.
„Als kind voelde ik my reeds -bui
tengewoon tot het tooneel aangetrok
ken, sedert ik op tien jarigen leeftijd
de Freischlitz had gezien. Myn moe
der wilde niets weten van mijn ro
mantische aanleg, zooals zij het noem
de. Daar ik geen tooneelspeler mocht
worden, besloot ik naar zee te gaan.
Wat ik als zeeman meemaakte was
vreeselyk. Ik kwam op een zeilschip,
een driemaster, -kreeg een manches
terbroek en moest het werk doen van
kolensjouwer. Toen ontwaakte eerst
recht mijn verlangen naar het too
neel. Goethe's en Schiller's werken
had ik bij me aan boord en dat ik den
Wallenstein-monoloog voor mezelf de-
1 clameerde, heeft my vaak voor ver
twijfeling behoed.
Een jaar later ging ik toch naar
het tooneel. In Bohemen begon ik. In
dorpen, urenver verwijderd van ieder
station speelde ik de grootste rollen!
Na vijf jaren zwerven kwam ik
voor de eerste keer te Glogan aan een
stadstheater, daarop volgden Halle en
Königsberg, de eerste grootere ste
den waar ik speelde.
Hoe ik bij de film kwam? Dat was
tijdens den oorlog. In 1914 had Bern
hardt my in Darmstadt gezien ^n
voor Berlijn geëngageerd. Onze gage
in den oorlogstijd bedroeg 100 mark.
En zoo kwam ik* uit armoede tot de
film. Ik zat in een café en^wist niet
hoe ik myn kop koffie moest betalen.
Toen verscheen Robert Wiene, die
later als regisseur de Caligari draai
de. Hy zag my daar zoo triestig zit
ten en vroeg my of ik geen lust had
met Erna Morena samen te filmen.
Ik stemde zonder nadenken toe en
was den volgenden dag bij de film.
Er werd een stuk gespeeld naar
Ohrtets Fromont jeune et Risler ainé.
Ik nam het filmen toen nog niet
ernstig op. Ik dacht slechts aan het
.geld, dat ik daarbij kon verdienen.
Den volgenden morgen werden de
opnamen afgedraaid. Nooit was ik
zoo ontsteld als toen voor het witte
doek. Wat, zei ik tot mijzelf, dat ben
jij, zoo'n dom gezicht trek jij. Ik ver
klaarde eenvoudig, dat ik dat niet
meet* zou kunnen doen, dat ik van
mijn geld afzag en liep weg. By de
Hallische poort werd ik met de auto
ingehaald'en het werd mij duidelijk
gemaakt, dat ik mij aan myn contract
van tien dagen moest houden. Toen
bleef my niets anders over dan terug
te keeren en mij in myn lot te schik
ken. Wat ik nooit gedacht had, de
film werd een succes, ook de critiek
was gunstig.
En het filmen ging verder. Toen
tertijd was er bij Reinhardt een too
neelspeler, die blijspelen begon te
draaien en dit zeer ernstig aanpakte.
Dat was Lubitsch. Later draaide hij
Madame Dubarry met Pola Negri en
ik speelde daarin voor Lodewijk XV.
Dat was het begin van mijn wereld-
roeig."
Emil Jannings is zoo aan 't praten
geraakt, dat hij heelemaal niet merkt
dat de 10 minuten, die hy oorspron
kelijk aan het interview wilde wijden,
al zijn omgevlogen. Dan begint hij
over Amerika te spreken. Met onver
holen vreugde-vertelt hij, hoe hij in
Amerika gevierd werd, en dat hem
als de beste acteur door de Academie
voor Kunst en Wetenschap de eerste
prijs werd gegeven, wat een zeldzame
eer was. Daarna geeft hij zijn mee
ning te kennen over de* Amerikaan-
sche filmproductie.
„De mentaliteit der Amerikanen is
voor ons moeilijk te vatten. Zij ver
langen een happy ending, want zij
willen geen onverkwikkelijke herin
neringen mee naar huis nemen. Deze
Amerikaansche stelling heeft my het
filmen daar in 't begin zeer moeilijk
gemaakt.
Een der beste films is „Het laatste
commando" en in de „Patriot", die
ik samen met Lubitsch draaide, heb
jk voor mijzelf het hoogtepunt van
mijn carrière bereikt.
De Amerikaansche filmacteur mist
alle tooneelmatigheid en dat is in
zekeren zin een voordeel. Hij komt
niet van het tooneel, hy houdt niet
vast aan bepaalde vormen, hij doet
zijn invloed gelden door zijn verschij
ning. Men heeft mooie tanden of is
een mooi meisje. Daar komt het op
aan. Mij beschouwden zij als een won
der. Dat ik achter elkaar voor bur
ger, souteneur, tsaar, grootvorst en
kellner speelde en toch mijn eigen ik
behield, was onbegrijpelijk voor hen."
Daarmee is het interview'met Emil
Jannings, den Jupiter der filmgoden
en filmafgoden, geëindigd.
Snuggere reiziger.
jg v» een Spoorwegongeluk heeft in den
goorste en de achterste wagen het
te lijden.
trek ^aarom ze die dan voor het ver-
Van ^en trein niet afkoppelen?
Macaronischoteltje met tuttifrutti.
200 gr. macaroni (liefst lint), 3 eieren-,
L. melk, 50 gr. suiker, zout, 250 gr.
tutti-frutti, 50 gr. suiker, botervlokjes, pa-
De macaroni wordt in kokend water met
zout gedurende 20 minuten gekookt, daarna
in de vergiet gedaan en overgoten met warm
water, dat we zooveel mogelijk laten uit
lekken; de macaroni wordt in stukjes van
2 a 3 cJd. gesneden. De tutti-frutti, die
liefst van tevoren geweekt heeft, wordt zoo
noodig nog even opgeweld en bestrooid met
de suiker. We zetten een vuurvast scho
teltje in en leggen nu laag om laag maca
roni en gestoofde vruchten, terwijl de
bovenste laag uit macaroni moet bestaan;
vp kloppen de eieren met de suiker en
melk en gieten dit mengsel over de maca
roni, strooien er paneermeel over en leggen
er botervlokjes op, plaatsen het schoteltje
20 A 30 minuten in den oven en dienen het
wprm op.
Rabarber en appelgelei.
2 pond rabarber, 1 pond moesappelen, 150
gr. suiker, 30 gr. gelatine (is gelijk aan 15
blaadjes), 4 eetlepels kokend water, mes
punt dubbelkoolzure soda (zoo noodig).
De rabarberstelen worden van de blade
ren ontdaan en de uiteinden aan den ande
ren kant afgesneden, daarna snijden we ze
in stukjes van ongeveer 2 c.M„ wasschen
deze en doen ze in een pan, waarbij wij
tevens de in stukjes gesneden appelen voe
gen en zooveel water als juist noodig is om
alles gaar te' koken, suiker er in oplossen
en indien de compöte nog te zuur is een
mespunt dubbelkoolzure solda bijvoegen en
de massa door een paardeharen zeef wrij
ven.
De geweekte gelatine uitknijpen en in 4
lepels kokend water oplossen en door de
compote roeren ,die als ze afgekoeld is in
een met koud water omgespoelden vorm
wordt gedaan. Deze gelei moet daags te
voren gemaakt worden, daar de vrij groote
hoeveelheid gelatine anders wel eens een
smaakje geeft, hetgeen verdwijnt als ze ge-
ruimen tijd heeft gestaan.
Appelschoteltje.
3 appelen, beschuitkruim of paneermeel,
30 gr. boter, 2 flinke eetlepels huishoud-
stroop, 2 eetlepels bruine suiker, sap van
1 citroen, 1% d.L. water, kaneel.
De appelen worden dun geschild, met de
appelboor steken wij de klokhuizen uit en
snijden ze aan plakken. We vetten een vuur
vast schoteltje met boter in, leggen hierin
een laag appelen, strooien er paneermeel of
beschuitkruim en kaneel overheen, weer
appels enz. De bovenste laag bestrooien we
flink met paneermeel. Het water wordt
warm gemaakt, de stroop er bijgevoegd,
I evenals de citroensap en de suiker, waarna
I dit mengsel over de appels wordt gegoten.
Hier en daar leggen we een stukje boter
en plaatsen het scholteltje 20 A 25 minuten
in den oven.
Gpmberviwóhtencake.
200 gr. geglaceerde gember, 225 gr. boter,
350 gr. bloem, 225 gr. lichte basterdsuiker
3 eieren, Vt plat theelepeltje gemberpoeder,
1 theekopje gehakte sunmaidrozijnen,
theekopje koffie-extract, 2 eetlepels bak-
ZONDAG: Groentensoep, ossenhaas, dop
erwten en worteltjes, blanc manger met
Paascheitjes.
MAANDAG: Koud vleesch, princesse boo-
nen (blik), aardappelen, roomrijst, fruit.
DINSDAG: Gebakken lever, zoete appeltjes,
aardappelen, havermout.
WOENSDAG: Wortelsoep, witte boonen
met tomatensaus, beschuit met kaas.
DONDERDAG: Rundergehakt, atoofsla,
aardappelen, appelschoteltje.
VRIJDAG: Gebakken schol, sla, gebakken
aardappelen, watergruwel.
ZATERDAG: Magere erwtensoep, maca
ronischoteltje met tutti-frutti.
tikj[e zout.
We beginnen een groot of twee kleinere
bakblikken in te vetten en te voeren met
beboterd papier. Is er slechts één blik
voorhanden, dan kan de helft va# de ingre
diënten gebruikt worden.
Boter en suiker worden in een verwarm
de (niet te warme) ko*n tot room geroerd,
waarna de eieren zoolang geklopt worden,
totdat ze goed schuimig zijn. We kloppen
liever iets langer en besteden tevens de
noodige tijd aan het maken van het beslag,
want naarmate we meer lucht in het deeg
brengen, zal het gebak smakelijker zijn.
De bloem, zout en gemberpoeder worden
gezeefd, b.v. op een stuk boterhampapier.
Afwisselend wordt de botercrême nu ver
mengd met een lepel bloem, dan weer met
een deel van het eiermengsel, waarna we
steeds weer flink kloppen. Het laatst wor
den de gehakte rozijnen, koffie-extract en
de aan stukjes gesneden gember door het
beslag geroerd, waarna dit in de vorm(en)
wordt gedaan en ongeveer dertig minuten
in den oven geplaatst, die voorgewarmd is
en daarna by het bakken getemperd wordt.