A V Als allés weei r goed wordt. Wetenswaardigheden. Isola Bella en Stresa. -L. De nieuwe Hoedjes. Emil Jannings vertelt. Verschillende Recepten. Menu's van den dag. bekoort u met duüen- derlei vreemde verlok kingen, en men voelt zich in een zaligen toe stand." Behalve de mooie plantengroei bergt dit land een groote hoe veelheid vogels, hoen ders, fazanten enz. Van het hoogste der 7 terrassen heeft men vanuit een onbewoond kasteel een verrukkelyk uitzicht.' Evenals vanaf Isola Bella geniet men temid- De terrassen van het kasteel. Isola Dei Pescatori den van het meer en de bergen die het omringen van een heerlijk pano rama. Aan de eene zjjde Pallanza, de luxe stad van hotels, villa's en tui nen, aan den anderen kant Baveno en Stresa met een even schoone ligging. En overal langs de wegen, die de kron kelingen van de meer- oevers volgen, ontwaart men een onafgebroken reeks van huizen en par ken zonder tal. ,,'n Aiber Bloemen, hoornen De lente daalt Als alles weer goed wordt, dan kau geen koude Oostenwind, geen nacht vorst het optimisme van den buiten- mensch verwoesten. Om eindelyk dat optimisme beloond te zien met een stralenden dag. De hemel is helder 1 blauw, de wolkjes dry ven wit en on schuldig en de zon giet een gouden overdaad over alles, wat op punt van ontbotten staat, over alles wat de I bloei ingaat. De sneeuwklopjes ben gelden reeds lang, heel lang in de tuintjes en de crocussen, donker blauw, geaderd wit, fel geel, licht blauw bloeien verrukkend onder de nog kale takken van de linde, die bo ven de lenteboden by na beschermend haar armen over het grasveld uit strekt. Doch niet alleen deze bloemen I van den tuin bloeien open, ook bloe- men uit de velden. De elzenkatjes bungelen in den wind en met elke ruk gaat er een geel wolkje de lucht in. De wilgen zyn overstroomd met wit- zijden katjes. Ze staan aan de kant van een waterplas en ik kyk omhoog, waar de takken, overladen met al die weelde, geteekend staan tegen het puur-blauw. De merel zingt in de beukenboom zyn hoogste lied, alsof er nooit een winter is geweest, en ver weg zweeft een reiger over het open land. Het is ruim een maand geleden, in 't laatst van Februari was het, toen ik van het dorp fietsend de laan naar de boerderij op, achter my c-enige kin deren hoorde roepen: ,'n Aiber! 'n AiberDaar ik zelf een langbeen ben, dacht ik eerst aan een grapje, doch erg daarin gelooven deed ik niet, omdat de dorpsbengels m den laat- sten tyd nogal zoet waren geweest. Voorzichtig speurde ik in de lucht. j En ja, werkelijk, daar vloog een ko ningsvogel statig met breede vleugel slagen door de lucht. Het was echter geen ooievaar doch een reiger. Sinds dién tyd heb ik den vogel herhaalde keeren teruggezien. De zachte winter zal hem verlokt hebben om de reis naar het hooge Noorden te aanvaar den, maar mogelijk ook zal hy spijt hebben gehad, te zijn gegaan. Want erg ruim zal zyn disch nog wel niet zijn geweest. Zooals overal zal het hier echter ook zyn: Na tijden komt verblijden! Weldra zal de vogel 'zyn nest weer opzoekèn, een vrouwtje lokken en het telkens terugkeerend liefdesspel beginnen. De reiger is im mers een van de vroegst broedende vogels onder al de trekkers in Neder land. In struik en boom zingen de lys- 'n Aiber!" en vogels ontmaken over het bosch... ters, in het dennenbosch zitten tus- schen de takken zwarte meezen, even als de koolmeezen, waarop ze wel iets gelijken, bedrijvige vogeltjes, die prettig zijn om gade te slaan. Hoog in het dorre hout van een den zit een houtduif te koeren, terwijl in een spar de goudhaantjes dartelen. All^s is druk jn de weer en beloont een be zoek aan het bosch ten volle. Ook in het bosch ontwaakt weer het plantenleven, of misschien beter uitgedrukt, hier beginnen de planten opnieuw te groeien. Want veel gau wer dan in het vlakke land, waaroVer de Oostewinden strijken, waar vorst, sneeuw en ys vry spel hebben, blyven in het bosch met zyn vete beschutte plekjes, planten den winter trotsee- ren en ontkiemt een en ander vlug ger. Daar is b.v. de kamperfoelie. Hoe vaak gebeurt het niet, dat deze plant, die zich om struiken en stam, langs wallekanten slingert, haar bladeren niet verliest, doch groen blijft en hier naast in het voorjaar nieuwe blade ren krijgt. Doch ook het vlakke, vette polderland, heeft zyn vroege voor jaarsbode, een eigenaardig plantje, waarbij ik eens uitvoerig wil stil staan. Een vroege voorj aarsbode I j Dat is voorwaar het HoefbladDage lijks zie ik van die sterretjes, wan- I neer de dagen beginnen te lengen en het helder zonnig weer is. Zelfs wan- neer er een stevige Oostenwind, guur en koud, blaast, spreidt het Hoefblad zyn gouden zonnetje open. Het eenige dat daarvoor noodig is, is een beetje licht en warmte. By triest weer, wan neer het donker, bewolkt is, blijft het meestal gesloten. Enkel de zon kan het wekken en tot fleur brengen. Ik hou van dit nietig dankbaar bloempje. Het is er een van de vette klei, zooals zoo straks reeds werd op gemerkt. Op zandgronden tiert het niet zoo weinig. Dit jaar vond ik er twee aan den kant van een wal, waar voorbij ik dagelijks kom én telkens weer, iederen keer, kyk ik er met vreugde naar. Het is zoo verkwik kend, dat die sterretjes onbetwistbaar de verkondigers van beter dagen zyn dagen, die dan kiomen vol zon en licht, ook bloed en kleur. Het Hoefblad bloeit op het voedsel, dat het vorig jaar na het bloeien in den wortelstok is verzameld- Eerst na het bloeien, wanneer vele pluisjes 'de wereld zyn in gezweefd, ontwikke len zich de bladeren, die tijdens den bloei klein langs den stengel zijn ge plaatst, het geheel daardoor een cac tusachtig uiterlijk geven. Amor) en als merkwaardigheid toont men u daar een laurierboom, waarin Keizer Napoleon I vóór den slag bij Marengo het woord „Battaglia" heeft gestreden. Van het bovenste terras, „Bella Vista" genaamd, geniet men een schitterend uitzicht. Er is nog iets, dat Isola Bella be roemd maakt, n.]. het Palazzo, dat echter niet geheel voltooid is. Bij een bezoek aan het Palazzo wordt men gevoerd door de rococoversierde Sala dei Medagli, de Troonzaal de schilderijen-galerij en een kamer, waarin Napoleon I vóór den slag van Marengo sliep. De zalen en galerijen zijn weelde rig en groot. De met schildpad opge legde meubels zyn met edelgesteenten en zilver versierd. Men vindt er Go belins van onmetelijke waarde, artis tieke werken, oude wapens, kostbaar glaswerk, enz. Er zyn schilderijen van Leonardo da Vinci, Giovanni, Bellini, Correggio, Tiziano, Luini, Guercino, Van Dyck, Guido Reni, Caravaggio, Luca Giordana Proccec- cini, en andere groote meesters. De onderhoudskosten van dit alles wer den volgens een opgave van 1913 ge schat op 60.000 lires per jaar, welk bedrag nu wel zeer aanmerkelijk ver hoogd zal zijn. Op Isola Madre, het grootste der 3 eilanden, heeft men eveneens terras sen, doch niet zoo vol be groeid als die van Isola Bella. De plantengrooei overtreft die van het na burige eiland, noch in schoonheid en verscheiden heid. Alles schijnt hier ge makkelijker tot bloei te kunnen komen. Dit eiland in het bijzonder wek te de bewondering vjm den schrijver Gustave Flaubert; ny zegt: „Isola Madre, aardsch paradijs, met boomen welker bladeren door de zon worden verguld! Men verwacht van achter een boschje te zien verschijnen een statigen sultan iri1 een zijden kleed, met een ryk versierde yatagan. Het is het heerlijkste oord van dit meer, dat ik heb leeren kennen; de natuur looze dieren, die er bestaan, vond Pe ter, toen hij bemerkte, dat de nieuwe sluiting aan de deur van de kooi on danks al zijn rukken en trekken met bek en pooten niet los te krijgen was. Verdrietig staarde hy naar Phoenix, die totaal ongevoelig voor het leed daar vlak by hem, voortging met het verorberen van zyn lekkernij. Smee- kend drukte Peter zyn zwarte neus tegen de tralies. Maar Phoenix dacht waarschijnlijk dat men hem een lek ker hapje voorhield, hy vloog er op af en pikte er vinnig in. Met klagelijk gehuil deinsde Peter terug. Ach, zoo iets gevaarlijks als dat schepsel in de kooi had hy nog nooit meegemaakt, het had totaal geen zin voor vriendschap! Verdrie tig sprong Peter op den grond^^ de hond Pompon, die op hem afJH een oorvyg en liep den tuin in, toe te zien op den egel Ajax bij het muizenvangen, waar laat hij 't allemaal? Maar de kruik gaat te water, totdat zy barfct. Op zekeren dag schreeuw de het dienstmeisje moordden brand: Peter zat in de vogelkooi! Laura kwam aanstormen. Werkelijk, daar zat Peter met zyn pooten in de kooi! Hoe had hy het deurtje opengekre- Sen Hij graaide met zyn poot in het rond, terwyl Phoenix, op zyn stokje gezeten, het kopje schuin omlaag, nieuwsgierig-zwijgend toekeek. Nu trok de kater zijn pooten weer terug, hy keek Laura deemoedig aan, toen boog hy zich vol welbehagen over de buit, die hij in de kooi bemachtigd had. Het was de eierkoek, hy peu zelde snorrend van genot, 't smaakte enorm! Phoenix hipte van zijn stokje en 'begon voor zijn leege schoteltje hevig te schelden. Menschen zijn de meest hersen- Porselein. Met vloeibare nagellak kunnen fijne Srseleinen voorwerpen met succes rpareerd worden, indien er stukjes lebroken zyn. Men strijkt met het borsteltje langs de randen, drukt de deelen op eikander en iaat het drogen. Goud en zilver lamé. Goud en zilver lamé kunnen heel goed aan huis gewasschen worden in lauw vlokkensop. Zachtjes drukken, 1 waardoor alle vuil verwijderd wordt en twee- of driemaal spoelen in lauw water, vochtig strijken. Kurklmoleum. Indien kurklinojeum inplaats van met was met lijnolie ingewreven wordt, maakt men het schoon, doch niet glad, hetgeen vooral uitstekend is op kinderkamer». - Aarden bloempotten. Gewone aarden bloempotten, die vlekkerig of schimmelachtig gewor den zyn aan den buitenkant, worden met een doek met petroleum afge nomen. j Fluweelen jongenspakjes. Fluweelen jongenspakjes, waarop vlekken zitten, waarvan men de her komst niet weet, kunnen schoonge maakt worden met eucalyptusolie, daarna worden er verwarmde zeme len op gestrooid, die over de vlekken worden gewreven, met een stevigen borstel uitwrijven of de kleeren met een rottanstokje uitslaan. Vrucht envlekken. Vruchten vlekken uit tafellinnen kunnen verwijderd worden met wa terstof superoxyde, daarna uitwas- schen in warm water en dubbel kool zure soda. Het is een heerlijke streek, die Mus solini heeft uitgekozen voor de be spreking tusschen Engeland, Frank rijk en Italië over den poiitieken toe stand in Europa. Het is de westelijke bocht van het Laggo Maggiore, een van de bekoorlijkste plekjes van de Italiaansche meren. Hier liggen de Borromeesche eilanden, wier omge ving misschien niet zoo g^otsch is, als die van het meer van Como, maar deze aan lieflijkheid zekei nog over treft In deze sprookjesachtig schoo ne omgeving zullen de besprekingen over het wel en wee van zekere lan den gehouden worden. Isola Bella dankt evenals de andere eilandjes in het wonderschoone Lago Maggiore zyn naam aan de familie Borromea, die de eilanden reeds se dert de 13de eeuw in bezit had. De eilanden heeten: Isola Bella, Isola Madre, Isola Dei Pescatori en Isola San Giovanni, van welke Isola Bella het mooiste is. Isola Bella en Isola Madre zyn op kunstmatige wijze door het bouwen van terrassen (Isola Bella heeft er 10) boven het niveau van het meer uitgebouwd. De bouw hiervan duurde pl.m. 50 jaren en werd voltooid in 1671. De oorspronkelijke naakte rotsen danken hun tooverachtige bekoorlijk heid aan Graaf Vitaliano Borromeo, die met groote kosten de kunstvolle aanleg tot stand bracht. Een dezer eilanden werd naar zyn moeder ge noemd en heette alzoo eerst: „Isa bella", doch werd later door de groote schoonheid ervan bekend onder den naam „Isola ^Bella" (schoon eiland). Het eilandje is pl.m. 320 M. lang en pl.m. 180 M. breed. Het stijgt op in 10 terrassen, die ten deele dooi groote gewelven, sterke pijlers en grondmuren worden gedragen. De plantengroei kan bijna tropisch ge noemd worden, ofschoon elke handvol aarde moest worden aangedragen. De meest vreemde planten wisselen el- Isola Bella. kaar af; men vindt er de cypressen van den Libanon en het Himalaya- gebeurgte; kurkeiken, laurier-, ci troen-, en myrtenboomen, en zelfs koffie- en theestruikenpalmen, agaven, aloë's enz. Ook de kunst is hier vertegenwoor digd; men vindt er een aantal stand beelden en kunstmatige grotten. Een bekoorlijk bloemen terras heet „Giardirio d'Amore" (de tuin van - Zou het moord of zelfmoord zijn? Isola Bella, gezien vanaf de boideva rd te Stresa. Zijn nieuwe costuum! Onder de modellen voor namiddag en avond, welke door de groote Ber- srasche ateliers gorden gebracht, val len vooral de \jahnen met breederen rand op. Ze z#n veelal met bloemen- touffes gegarneerd en deze tnotieven „orden dan als garneering op het b« jen hoed gedragen toilet herhaald. loo vormen witte camelia's de gar neering van een japon van zware crêpe, welke tot hoog aan den hals gesloten is en waarbij een groote jwarte hoed wordt gedragen, getooid met dezelfde bloemen. Een marine blauwe hoed van „bowen" is met smal ripslint van hetzelfde genre zoo danig gegarneerd, dat hij hoog op staand den bol van aohteren hooger laat schjjnen dan van voren. Zeer smaakvol zjjn de grootere en kleinere bretons, die men met recht de favo rieten van het seizoen mag noemen. Een modegril, die slechts tot zjjn recht komt bij een zeer jeugdig ge laat, vormt de schuit, die zeer roman tisch herinnerend aan den Bieder- jneiertjjd, toch ook een typische ge lijkenis vertoont Met den hoed van de vrouwelijke heilsoldaten. Zoo zagen we een dergelijk model van lichtblauw gesponnen glas, dat als een modern, doorschijnend weef se}' eeUigszins aan fjjn glas herinnert. Betrekkelijk groot isf het aantal hoeden met van voren opgeslagen rand, welke het gelaat op charmante wjjze omlijsten en welke van achteren ver omlaag staan. Hier wordt de gar neering gewoonlijk door lint ge vormd, dat in kleine lusjes gelegd, met de lijn van den hoed uitstekend harmonieert en van achteren in een klein strikje eindigt. Als materiaal voor de namiddag en avondhoeden brengt men 'naast fyne sisolvlechtsels als nouveauté olifantshuid, voornamelijk in zwart en wit. Een zeer aparte vorm is een hoed, welke er uit ziet als een hoed met opgeslagen rand, doch bij nadere beschouwing een kap blijkt te zijn van zwart alpaccastroo met stipdes- sin, en van achteren in een -smalle MODERNE HOEDJES EN COMPLETS VOOR HET VOORJAAR. plooi Uitloopt. Onder de nieuwe vormen dient voorts de tropenhelm te worden ge noemd, welke "zijn naam ontleent aan de kleine verhooging midden op den bol, waardoor een frappante gelijke nis met den bekenden tropenhelm inderdaad ontstaat. Overigens heeft de vorm echter niets krijgshaftigs en geeft zelfs met de groote strik, welke van dit model van de achterzijde om laag valt, hieraan -ëen uitgesproken vrouwelijke noté. Zeer apart werkt een £roote avond- hoed van het fijnste paardenhaar, die als heel dichte kant genaaid, een be wijs levert voor de hooge trap, waar op het handwerk in de hoedenbranche zich bevindt. En hoe de fabrieken zich oók zullen vervolmaken, nooit zullen machines iets dergelijks kun nen produceeren, steeds zal het hand werk het monopolie dei; individuali teit behouden. Het bkfempje zelf is meer dan een beschouwing waard, omdat het ons, weer voor den zooveelsten keer toont, hoe prachtig de natuur in elkaar zit en hoe alles in de natuur als het ware een bestemming heeft. Het Hoefblad behoort tot de familie der Composi- tae of samengesteld-bloemigen. Wan neer we een bloempje onder het ver grootglas nader beschouwen, dan zien we heel duidelijk dat het bloempje be staat uit een aantal afzonderlijke bloempjes, die tezamen op een ge- meenschappelyken bloembodem zijn ^geplant. By het Hoefblad is dit heel gemakkelijk te zien, doch bij nauw keuriger beschouwing ontdekt men bovendien, dat er hier twee soorten bloemen aanwezig zijn, n.l. de bloem pjes, die buisvormig en bloempjes die lintvormig zijn. De eerste zijn verre weg in de minderheid. Een plantkun dige, die alle bloempjes eens had ge teld, beweerde ongeveer 30 buis- bloempjes en bijna 400 lintbloempjes te hebben geteld. Getallen, die ons zeer zeker met bewondering vervul- 'en, wanneer we zien, dat de ruimte voor al deze bloempjes nog geen vier kante centimeter is. Van kolensjouwer tot filmster. Zijn zucht naar romantiek dreef hem naax^ zee. Ontnuchterd door de werkelijkheid zocht hij zijn troost bij het tooneel. door H. W. ROLaND. AARDIG GEBREID BABY-MANTELTJE. In het salon van zyn huis te Ber lijn staan op de schoorsteenmantel tijdgenooten, maar daar staat ook een reisschrjjfbureau, liggen actenmap- pen en filmmanuscripten opgehoopt. Uit de aangrenzende kamer, waar blijkbaar ontbeten wordt, klinkt reeds gedempt de welbekende stem van Emil Jannings in een opgewondèn gesprek met Gussy Holl, zijn vrouw. Eenige oogenblikken later komt hy de kamer binnen, zwaar en massief, neemt na de begroeting plaats en laat zich 20 minuten lang gewillig uitvragen, d.w.z. eerst zouden het slechts 10 minuten zyn, maar het wordt toch 25 minuten. Op mijn verzoek vertelt Jannings dan hoe hy aan 'het tooneel is geko men. „Als kind voelde ik my reeds -bui tengewoon tot het tooneel aangetrok ken, sedert ik op tien jarigen leeftijd de Freischlitz had gezien. Myn moe der wilde niets weten van mijn ro mantische aanleg, zooals zij het noem de. Daar ik geen tooneelspeler mocht worden, besloot ik naar zee te gaan. Wat ik als zeeman meemaakte was vreeselyk. Ik kwam op een zeilschip, een driemaster, -kreeg een manches terbroek en moest het werk doen van kolensjouwer. Toen ontwaakte eerst recht mijn verlangen naar het too neel. Goethe's en Schiller's werken had ik bij me aan boord en dat ik den Wallenstein-monoloog voor mezelf de- 1 clameerde, heeft my vaak voor ver twijfeling behoed. Een jaar later ging ik toch naar het tooneel. In Bohemen begon ik. In dorpen, urenver verwijderd van ieder station speelde ik de grootste rollen! Na vijf jaren zwerven kwam ik voor de eerste keer te Glogan aan een stadstheater, daarop volgden Halle en Königsberg, de eerste grootere ste den waar ik speelde. Hoe ik bij de film kwam? Dat was tijdens den oorlog. In 1914 had Bern hardt my in Darmstadt gezien ^n voor Berlijn geëngageerd. Onze gage in den oorlogstijd bedroeg 100 mark. En zoo kwam ik* uit armoede tot de film. Ik zat in een café en^wist niet hoe ik myn kop koffie moest betalen. Toen verscheen Robert Wiene, die later als regisseur de Caligari draai de. Hy zag my daar zoo triestig zit ten en vroeg my of ik geen lust had met Erna Morena samen te filmen. Ik stemde zonder nadenken toe en was den volgenden dag bij de film. Er werd een stuk gespeeld naar Ohrtets Fromont jeune et Risler ainé. Ik nam het filmen toen nog niet ernstig op. Ik dacht slechts aan het .geld, dat ik daarbij kon verdienen. Den volgenden morgen werden de opnamen afgedraaid. Nooit was ik zoo ontsteld als toen voor het witte doek. Wat, zei ik tot mijzelf, dat ben jij, zoo'n dom gezicht trek jij. Ik ver klaarde eenvoudig, dat ik dat niet meet* zou kunnen doen, dat ik van mijn geld afzag en liep weg. By de Hallische poort werd ik met de auto ingehaald'en het werd mij duidelijk gemaakt, dat ik mij aan myn contract van tien dagen moest houden. Toen bleef my niets anders over dan terug te keeren en mij in myn lot te schik ken. Wat ik nooit gedacht had, de film werd een succes, ook de critiek was gunstig. En het filmen ging verder. Toen tertijd was er bij Reinhardt een too neelspeler, die blijspelen begon te draaien en dit zeer ernstig aanpakte. Dat was Lubitsch. Later draaide hij Madame Dubarry met Pola Negri en ik speelde daarin voor Lodewijk XV. Dat was het begin van mijn wereld- roeig." Emil Jannings is zoo aan 't praten geraakt, dat hij heelemaal niet merkt dat de 10 minuten, die hy oorspron kelijk aan het interview wilde wijden, al zijn omgevlogen. Dan begint hij over Amerika te spreken. Met onver holen vreugde-vertelt hij, hoe hij in Amerika gevierd werd, en dat hem als de beste acteur door de Academie voor Kunst en Wetenschap de eerste prijs werd gegeven, wat een zeldzame eer was. Daarna geeft hij zijn mee ning te kennen over de* Amerikaan- sche filmproductie. „De mentaliteit der Amerikanen is voor ons moeilijk te vatten. Zij ver langen een happy ending, want zij willen geen onverkwikkelijke herin neringen mee naar huis nemen. Deze Amerikaansche stelling heeft my het filmen daar in 't begin zeer moeilijk gemaakt. Een der beste films is „Het laatste commando" en in de „Patriot", die ik samen met Lubitsch draaide, heb jk voor mijzelf het hoogtepunt van mijn carrière bereikt. De Amerikaansche filmacteur mist alle tooneelmatigheid en dat is in zekeren zin een voordeel. Hij komt niet van het tooneel, hy houdt niet vast aan bepaalde vormen, hij doet zijn invloed gelden door zijn verschij ning. Men heeft mooie tanden of is een mooi meisje. Daar komt het op aan. Mij beschouwden zij als een won der. Dat ik achter elkaar voor bur ger, souteneur, tsaar, grootvorst en kellner speelde en toch mijn eigen ik behield, was onbegrijpelijk voor hen." Daarmee is het interview'met Emil Jannings, den Jupiter der filmgoden en filmafgoden, geëindigd. Snuggere reiziger. jg v» een Spoorwegongeluk heeft in den goorste en de achterste wagen het te lijden. trek ^aarom ze die dan voor het ver- Van ^en trein niet afkoppelen? Macaronischoteltje met tuttifrutti. 200 gr. macaroni (liefst lint), 3 eieren-, L. melk, 50 gr. suiker, zout, 250 gr. tutti-frutti, 50 gr. suiker, botervlokjes, pa- De macaroni wordt in kokend water met zout gedurende 20 minuten gekookt, daarna in de vergiet gedaan en overgoten met warm water, dat we zooveel mogelijk laten uit lekken; de macaroni wordt in stukjes van 2 a 3 cJd. gesneden. De tutti-frutti, die liefst van tevoren geweekt heeft, wordt zoo noodig nog even opgeweld en bestrooid met de suiker. We zetten een vuurvast scho teltje in en leggen nu laag om laag maca roni en gestoofde vruchten, terwijl de bovenste laag uit macaroni moet bestaan; vp kloppen de eieren met de suiker en melk en gieten dit mengsel over de maca roni, strooien er paneermeel over en leggen er botervlokjes op, plaatsen het schoteltje 20 A 30 minuten in den oven en dienen het wprm op. Rabarber en appelgelei. 2 pond rabarber, 1 pond moesappelen, 150 gr. suiker, 30 gr. gelatine (is gelijk aan 15 blaadjes), 4 eetlepels kokend water, mes punt dubbelkoolzure soda (zoo noodig). De rabarberstelen worden van de blade ren ontdaan en de uiteinden aan den ande ren kant afgesneden, daarna snijden we ze in stukjes van ongeveer 2 c.M„ wasschen deze en doen ze in een pan, waarbij wij tevens de in stukjes gesneden appelen voe gen en zooveel water als juist noodig is om alles gaar te' koken, suiker er in oplossen en indien de compöte nog te zuur is een mespunt dubbelkoolzure solda bijvoegen en de massa door een paardeharen zeef wrij ven. De geweekte gelatine uitknijpen en in 4 lepels kokend water oplossen en door de compote roeren ,die als ze afgekoeld is in een met koud water omgespoelden vorm wordt gedaan. Deze gelei moet daags te voren gemaakt worden, daar de vrij groote hoeveelheid gelatine anders wel eens een smaakje geeft, hetgeen verdwijnt als ze ge- ruimen tijd heeft gestaan. Appelschoteltje. 3 appelen, beschuitkruim of paneermeel, 30 gr. boter, 2 flinke eetlepels huishoud- stroop, 2 eetlepels bruine suiker, sap van 1 citroen, 1% d.L. water, kaneel. De appelen worden dun geschild, met de appelboor steken wij de klokhuizen uit en snijden ze aan plakken. We vetten een vuur vast schoteltje met boter in, leggen hierin een laag appelen, strooien er paneermeel of beschuitkruim en kaneel overheen, weer appels enz. De bovenste laag bestrooien we flink met paneermeel. Het water wordt warm gemaakt, de stroop er bijgevoegd, I evenals de citroensap en de suiker, waarna I dit mengsel over de appels wordt gegoten. Hier en daar leggen we een stukje boter en plaatsen het scholteltje 20 A 25 minuten in den oven. Gpmberviwóhtencake. 200 gr. geglaceerde gember, 225 gr. boter, 350 gr. bloem, 225 gr. lichte basterdsuiker 3 eieren, Vt plat theelepeltje gemberpoeder, 1 theekopje gehakte sunmaidrozijnen, theekopje koffie-extract, 2 eetlepels bak- ZONDAG: Groentensoep, ossenhaas, dop erwten en worteltjes, blanc manger met Paascheitjes. MAANDAG: Koud vleesch, princesse boo- nen (blik), aardappelen, roomrijst, fruit. DINSDAG: Gebakken lever, zoete appeltjes, aardappelen, havermout. WOENSDAG: Wortelsoep, witte boonen met tomatensaus, beschuit met kaas. DONDERDAG: Rundergehakt, atoofsla, aardappelen, appelschoteltje. VRIJDAG: Gebakken schol, sla, gebakken aardappelen, watergruwel. ZATERDAG: Magere erwtensoep, maca ronischoteltje met tutti-frutti. tikj[e zout. We beginnen een groot of twee kleinere bakblikken in te vetten en te voeren met beboterd papier. Is er slechts één blik voorhanden, dan kan de helft va# de ingre diënten gebruikt worden. Boter en suiker worden in een verwarm de (niet te warme) ko*n tot room geroerd, waarna de eieren zoolang geklopt worden, totdat ze goed schuimig zijn. We kloppen liever iets langer en besteden tevens de noodige tijd aan het maken van het beslag, want naarmate we meer lucht in het deeg brengen, zal het gebak smakelijker zijn. De bloem, zout en gemberpoeder worden gezeefd, b.v. op een stuk boterhampapier. Afwisselend wordt de botercrême nu ver mengd met een lepel bloem, dan weer met een deel van het eiermengsel, waarna we steeds weer flink kloppen. Het laatst wor den de gehakte rozijnen, koffie-extract en de aan stukjes gesneden gember door het beslag geroerd, waarna dit in de vorm(en) wordt gedaan en ongeveer dertig minuten in den oven geplaatst, die voorgewarmd is en daarna by het bakken getemperd wordt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 4