VOOR DE SCHOONMAAK
DEZE l~l
MAGGIS
enuwen
AROMA
GOUDSCHE COURANT VRIJDAG 3 MEI 1935 - TWEEDE BLAD
voor minder
stroom
JOe jeujte*. vaat (fyxjtifH zip*. yeeK
TUmmJ/vi TresUaaqrt.lJuiayL tt&'Uo&taMat
Bericht van Inzet.
Wormen
..Fermitan"
Het is
HET EENVOUDIGST
Het is
HEt GEMAKKELIJKST
Het is
HET VOORDEELIGST
ADVERTENTIE-BUREAU
GOUDSCHE COURANT
Markt 31 - Gouda - Tel. 2745
DE LAMP VOOR
DEfcEN TIJD!
Adverteert in dit Blad
WEEKEND REISJES NAAR BRUSSEL
met Bezoek aan de ALGEMEENE en
INTERNATIONALE TENTOONSTELLING.
DE REISBUREAUX LISSONE-LINDEMAN
uit....
Vermoeidheid
Lusteloosheid
Zwakte
Maagbezwaren
Slapeloosheid
Is bijzaaien van goede grassen naast ontwatering en
bemesting bevorderlijk ter verbetering van
zuur onbemest grasland
ende gever,
Eén ding is noodig:
Ongestoorde ontwikkeling van den handel.
VOOR DE
GEZINSWASCH
zhpkkdu» rsoort
De „Bi-Arlita" lamp is de beste en zuinigste lamp,
ooit door Philips vervaardigd.
Wij zijn te allen tijde beschikbaarom voor iederen gloeilampen-
verbruiker met den draagbaren photometer te demonstreeren, hoeveel
economischer de Philips „Bi-Arlita" lamp is tegenover een zooge
naamd goedkoopelamp Bij deze demonstratie zal zonneklaar blijken,
dat een zoogenaamd „goedkoope" lamp gedurende haar levensduur
veel meer verspilt dan de aanscha/Jingsprijs van- een Philips
„Bi-Arlita" lamp bedraagt.
Dubbelgespira-
liseerde gloei
draad. Enorme
besparing op
stroomkosten.
De BOUWMANSWONING met
5.91.81 H.A. wei- en hooiland in het
Beiersche G 83 te Stolwijk en de per-
ceelen land te Moordrecht samen
groot 7.23.55 H.A. gelegen langs de
Kanaaldijk, staan in bod als volgt
PERCEEL Iƒ4300.—
II2300
m1500.
IV„1350.—
Samenƒ9450.
PERCEEL V650.—
en de nerceelen te Moordrecht:
PERCEEL VI 1800.—
VII „2200.—
VUI „2200.—
IX „1950—
zooals spoel-, made en maag-
wormen, zoowel bij volwassenen
als bij kinderen verdrijft men
zeker en snel met de beroemde
Wormpoeders
van
Jacoba Maria Wortelboer.
85 cent per doos bij Apothekers
en Drogisten.
Samen ƒ8150.
De afslag zal plaats hebben op
Donderdag 9 Mei a.s. te 11 uur in
Hotel „de Zalm" te Gouda.
Notaris J. KOEMAN,
Haastrecht.
wanneer U in meerdere bladen
advertentiën hebt te plaatsen, hetzij
hier, of welk blad ook in binnen- of
buitenland, dat U de opgaaf daarvan
toezendt aan het
VAN DE
U zjjt dan in eens klaar en de
plaatsing geschiedt naar wensch -r
DAT gevoel van prikkelbaarheid, van vermoeidheid en lusteloos
heid - al die verschijnselen van zenuwzwakte zullen als sneeuw
voor de zon verdwijnen na een geregeld gebruik van Sanatogen.
Sanatogen sterkt de Zenuwen omdat het de zenuwcellen voedt met
phosphorus, de bouwstof van energie en kracht.
„Er iPgeen voedsel, dat zóó de verloren krachten herstelt als Sanatogen"
schrijft een bekend geneesheer en gij zult de waarheid van zijn woorden
zelf ondervinden als gij eenmaal begonnen zijt Sanatogen te gebruiken.
Uw klachten zullen verdwijnen om plaats te maken voor dat heerlijke
gevoel van dóór en dóór gezond te zijn. km» m<M| H. ku>
Vertrek IEDEREN ZATERDAGMIDDAG van 18 Mei t.m. 26 October
organiseeren elke week WEEKEND REISJES Ij AAR BRUSSEL
met bezoek aan de Algemeene en Internationale Tentoonstelling.
Vertrek eiken Zaterdagmiddag. Terug Zondagavond.
Reissom van en tot Roosendaal 14.50, van en tot Rottedam 16.—.
Hierin is begrepen spoor 3e kl., logies, diner Zaterdag, ontbijt, lunch,
diner Zondag, entrees bezienswaardigheden, fooien en geleide van
den gids.
Inschrijvingen voor deze reizen kunnen geschieden onder storting
van de totale reissom bij de AFDÊELING REISBEMIDDELING
MARKT 31 GOUDA
Bij Apoth. en Drog. vanaf fl. L- par verpakking.
Vraag bei Iraaic en practiache mengglas a 40 cent.
we ons ledig
Maggi's Aromo-
flescnje opnieuw met
loten vullen.
Overwint
door dr. K. ZIJLSTRA en dr. D. M. DE VRIES.
Zure onbemeste, dikwijls slecht ontwater
de hooilanden, komen nog steeds in ons land
Voor. Veel van wat nu goed grasland is, is
er eenmaal uit ontstaan en dat vaak nog
niet zoo lang geleden: pas in de eeuw,
waarin we nu leven. Dat minderwaardige
grasland staat bekend als schraalland of
onland; ook het echte Friesche boezemland
behoort er toe.
Ieder, die dergelijk land kent, weet, dat
het een geheel ander plantenkleed draagt
dan het goede grasland der polders, hoewel
dit geenszins wil zeggen, dat de samenstel
ling van de grasmat er overal precies gelyk
is. Is het goede grasland in het voorjaar
reeds groen, dan. is het boezemland, evenals
dat met ander onbemest veen- of veenachtig
land het geval is, nog geelbruin van kleur.
De grasgroei moet er nog aan den gang
komen. Ook in den zomer ziet dat land er
geheel anders uit: niet malsch groen, zooals
onze gewone graslanden, maar meer blauw
groen. Men spreekt dan ook van blauwgras
en blattwgrasland. Wanneer in Juni of reeds
eerder het bemeste grasland gemaaid wordt,
is het blauwgras nog lang niet maairijp.
Dat is het pas in juli en Augustus, wan
neer het Pypestrootje, de veelviildigste
grassoort van deze landen, bloeit en met
lijn. donkere bloeiwyzen het land violet
kleurt. De onbemeste, al of niet ingepolder
de graslanden zyn de echte broedplaatsen
van onze weidevogels (kieviten( grutoo s, I
tureluurs, enz.), er groeien merkwaardiger
planten, kortom zy zyn voor den natuur-
liefhebber zeer belangwekkend, maar leve
ren den veehouder weinig hooi. Het gras
blijft er kort, is niet malsch, doch styf, zoo
dat het er geen schade van ondérvindt, wan
neer men er over loopt, daar het zich dade
lijk weer opricht .Slechts één snede pér jaar
kan er van dat land worden gewonnen en
bet ig zelfs wel voorgekomen, dat er in het
geheel niet gemaaid werd, zooals dtis uit
de bimpenerwaard bekend is; de
opireagst loonde de moeite niet. Geen won
der, dat zulk land in Z u i d-H o 11 a n d
„uèrulland" en in het Noorden des land#
„onland" heet, wat „slecht land" beteekeni.
Hoe krijgt men zulk land in een goeden
loeatwd? De voornaamste middelen bestaan
in ontwatering en bemesting. Voor de laag-
Üggende landen moeten deze behandelings
wijzen echter met elkaar gepaard gaan. Be
mesting zonder ontwatering is met recht
geld in het water gooien. Vandaar, dat men
in de eerste plaats de ontwatering ter hand
dient te nemen. Dit is onder andere van be
lang voor de provincie Friesland, waar veel
boezemland vaak langen tyd onder water
staat en als onbemest land met schrale
oogsten weinig opbrengt. Vooral ook in een
t(jd, dat men er op uit moet zyn, om door 1
veel en eiwitryk voet van eigen bedryf op j
aankoop van krachtvoer te bezuinigen, is
dergelijk onproductief land een schadelijk
bezit. Sedert eenigen tijd poldert men in I
friesland boezemland in, geeft dit dus een
bemaling. Dit is op zichzelf nog niet vol- I
doende om goed land te krygen. Dit moge^
«it het volgende voorbeeld blijken, waarbij I
H twee vlak by elkaar gelegen landerijen
beschouwen, gelegen te Beets (Fr.) op 1
luren humusrijken kléibodem. Het ééne land 1
echt boezemland, dat vrij drassig is in
den zomer en een plantendek bezit dat voor
een zeer groot gedeelte uit het echte blauw-
pas bestaat. Dit bestaat uit de Blauwe 1
zegge, het Pijpestrootje en Veenpluis. In
tegenstelling met dit perceel, dat dus noch 1
in den winter, noch in den zomer bemalen
wordt, hagJÉict andere land een zomerbe-
maling, fll^oor het dan ook veel droger
ia geworden. Het heeft echter geenerlei be- 1
"nesting ontvangen en de bovenste bodem- j
'aaR is er meer verzuurd. Grassen met ge-
ringe opbrengst, als Schapengras en Bor-
de overhand gekregen,
onkruid is toegenomen; de
doo VERA CRAMER.
zode is er vaak zoo taai, dat het g^oote
moeite kost, er met de spade door te Mmen.
Voorwaar geen verbetering! Die kwam In
dertijd ook niet tot stand in de Krimpe-
nerwaard( waar, na de verbetering in
de bemaling, het land, dat schraal i was,
schraal bleef. Hoe hooger het land u t het
water lag, des te meer Pypestrootje eri min
der van andere planten als Zegge, wliarby
als gelukkige omstandigheid kwam, dat de
zeer minderwaardige soorten Schapelngras
en Borstelgras in dit gebied niet voorkomen,
anders was de opbrengst nog geringtjr ge
weest Sedert het begin van deze eeuvf heb
ben echter kunstmest en stalmest, waar
over men, door de opbloeiende varkenshou
derij, in grootere hoeveelheden kon beschik
ken, wonderen verricht, zoodat thans I in dit
gedeelte van het laagveengebied
van Holland en U'trecht pet hec
tare het grootste aantal melkkoeien eh var
kens wordt gehouden van het geheele land.
Wanneer men by goede ontwatering' be
hoorlijk bemest, herkent men binnen een
jaar het schraalland niet meer.
De vfaag is nu, of men de verbetering
van de gfasmat, welke op bovenvehnelde
wijze ontstaat, niet kan versnellen door by-
zaaien van eenige goede grassen en klaver
(klaver is in de zode gewenscht, omdat het
op natuurlijke, dus goedkoope wyze stikstof
in het land brengt.)
Van tevoren kan men reeds zeggen, dat
dit zaaien alleen succes kan opleveren, in
dien het zaad goede kiemkracht heeft en
men er gunstige groeivoorwaarden voor
schept. Goed grasland kan alleen onder gun
stige omstandigheden bestaan, dit moet men
niet vergeten. De bestaansmogelijkheid der
minderwaardige grassen moet vernietigd,
althans hun weerstand gebroken worden
tegenover de goede grassen, welke kieskeu
riger zyn ,hoogere eischen stellen aan
bodem èn behandeling. Evenmin als men
nut kan verwachten van het strooien van
kalkmeststof op slecht ontwaterd land, waar
veenmos voortgaat den grond te verzuren,
evenmiiv zal het zaaien van goede grassen
en klaver succes .opleveren op onvoldoende
ontwaterd en niet of weinig bemest land.
Door den rijkslandbouwconsulent ir. P.
A. van der Ban is het Rykslandbouwproef-
station te Groningen er opmerkzaam op ge
maakt dat, op eenige plaatsen in Friesland,
ingepolderd boezemland was bezaaid met
zaad van Engelsch raaigras, Timotheegras
en Beemdlangbloem, al of niet met Witte
klaver. Heeft deze bezaaiing wat opgele
verd? Dit is in 1933 en 1934 te Tjerkgaast
cn Beets door ons nagegaan
Van Timothee en Beemdlangbloem is
zoowel op het bedryf te Tjerkgaast als op
dat te Beets weinig of niets terecht geko
men. Of het zaad misschien niet voldoende
kiemkrachtig was, is ons niet bekend. Het
bijzaaien van Engelsch raaigras heeft
daarentegen zeker succes opgeleverd, al
thans te Tjerkgaast.
Vergelijken we in de eerste plaats een te
Tjerkgaast gelegen bunder land, dat by-
gezaaid is in het voorjaar in 1929, met een
evengroot stuk, dat er naast ligt en tege
lijkertijd ingepolderd, maar niet bezaaid is.
Half Mei 1933 bevatte het bezaaide land 22
gewichtsprocenten van het gedroogde gras
aan Engelsch raaigras tegenover het onbe-
zaaide land niets van deze soort. Een be
hoorlijke bemesting is voorwaarde voor de
ontwikke^ffg van Engelsch raai. In den
herfst van het jaar 1932 heeft het bezaaide
perceel slakkenmeel gehad en in het daar
op volgende voorjaar gier. Trouwens, het
zeer hooge aandeel van 25 der sterk
stikstof minnende soort Ruw beemdgras
wyst er reeds op, dat het land in goeden
bemestingstoestand verkeerde.
Op hetzelfde bedrijf is ook een kleine
proef genomen met stukken land van' 40
mg oppervlak, welke al of niet bezaaid zyn
met graszaad en bestrooid met kalksal-
peter. De by gezaaide vakken bevatten 35 en
29 '/e Engelsch raaigras tegenover de on-
bezaaide 2 en 0 De klaverontwikkeling
is er zoowel door de uitbreiding van En
gelsch raai als door de kalksalpeter ge
drukt. Dit is een vrij algemeen bekend ver
schijnsel. Zoo hebben Duitsche onderzoekin
gen op in cultuur gebrachten veengrond,
waarop veel klaver groeide, aangetoond, dat
zulk land door stikstofbemesting niet ver
betert, echter wel phosphor- en kalibemes
ting noodzakelijk is. Verder hebben te
Tjrekgaast Engelsch raai en kalksalpeter
beide het onkruid sterk doen afnemen, het
geen ook met andere ervaringen strookt.
Tusschen genoemd hooiland en de boer
derij ügt de fen (fenne of ven) waaronder
in Friesland en in Groningen het beste gras
land vlak by huis verstaan wordt, dat vaak
nog voortdurend beweid wordt. Bedoelde
weide bleek zeer rijk aan Witte klaver
(19 hoewel het land er niet mee be
zaaid was. Ook de bemeste landerijen van
het bedryf te Beets bevatten vrij wat kla
ver. Deze klaverrjjkdom wordt door de ge
bruikers van dit land -wel toegeschreven aan
het gebruik van terpaarde, welke al of niet
met stalmest wordt toegediend. Hoe dit ook
zy, het lykt onnoodig om op dergelijk land 1
Witte klaver te
Het congres, dat vier jaren na den
wapenstilstand bijeen kwam in een na
burige staat, ten einde plannen te be
ramen om de wereld op te heffen uit de
verwoestingen van den wereldoorlog, is
mij altijd in heriïthering gebleven. In de
eerste zitting klonken plechtig en op
recht gemeend de volgende woorden„Op
dezen dag wenschen de vertegenwoordi
gers van zes en twintig landen, bijeen
gekomen uit nabije en verafgelegen ge
bieden, een boodschap te brengen aan de
geheele wereld. Een boodschap van Vrede
van verzoening, van herstel en van hoop,
Ons aller oog zij gericht op herstel van
de vernieling welke de oorlog ons bracht."
Toen werd er dagen lang beraadslaagd,
een ieder met de overtuiging, dat één-
drachtige samenwerking móest leiden tot,
verwezenlijking van het ideaal: Herstel
Om tot de fen te Tjerkgaast terug te
keeren, hierop is graszaaid gezaaid ip April
1931. Er kwam echter in Augustus 1934
maar 8 Engelsch raai in het gewas voor,
wat ongunstig afsteekt by het hooge aan
deel van deze soort in het bezaaide hooi
land. Dit treft te meer, daar beweiding ge
noemd gras sterk bevoordeelt en onder gun
stige ontwaterings- en bemestingsvoor-
waarden doet toenemen. Dit le^jft ons by^
voorbeeld het laagveengebied in ge K r i mT
penerwaard, waar het permanente
weiland grooténdeels uit Engelsch raaigras
bestaat.
Behalve de besproken fen te Tjerkgaast
brengt ook de reeds oude fen van het be
dryf te Beets een betrekkelijk geringe hoe
veelheid raaigras voort, slechts 14 De
weide te Tjerkgaast bevat 37 Ruw
beemdgras en 14 Fioringras, die te Beets
onderscheidenlijk 20 en 27 van deze soor
ten, welke beide vochtlievend zyn. Hierbij
komt, dat zoowel op het oudste perceel la
mest hooiland als op de fenweide te Beets
veel Geknikte Vossenstaart is gevonden,
welke soort in het algemeen vooral voor
komt in en langs greppels, op natte en vast-
getrapte plaatsen. Het lykt er dus op, dat
het op bedoelde perceelen te Tjerkgaast en
Beets met de ontwatering nog niet al te
best gesteld is. De bodem bestaat .hier ook
niet uit veen, maar uit venigen kleigrond,
welke uiteraard moeilijker water door Iaat
zakken. Te Tjerkgaast bestaat alleen de
oppervlakkige grondlaag van de fen uit
klei, waaronder men injje greppels reeds
het vee» ziet. Deze oppervlakkige kleilaag
mindert sner in dikte van de hofstede af in
de richting van het hooiland, dat, zooals we
gezien hebben, wel veel Engelsch raai be
vat.
Op het bedryf te Beets zijn ook eenige
jonge weiden met graszaad bezaaid. Wan
neer we het bovenstaande in aanmerking
nemen, doet het niet vreemd a,an, dat er
na onderzoek maar weinig Engelsch raai ih
de grasmat aangetroffen is. Wel veel min
derwaardige grassen en andere planten, die
1 op onbemesten of weinig bemesten veen-
1 grond plegen voor te komen, zoodat het zeer
waarschijnlijk is, dat aan den eysch van een
behoorlijke ontwatering, gepaard met een
goeden bemestingstoestand, hier niet vol
daan is. Hjjt zaaien van een goed gras als
Engelsch'raai kan alleen slagen, wanneer
beide Voorwaarden vervul'd zyn en dit was
hier blijkbaar niet het geval. Beweidiyg be
vordert onder genoemde omstandigheden de
uitbreiding van dit goede gras; nu heeft op
deze perceelen te Beets het minderwaardig
Kruipend struisgras er voordeel van ge
trokken.
Samenvattend, komen we tot de gevolg
trekking, dat het zaaien van Engelsch raai
gras succes belooft, wanneer men het land
v.an het economisch bestaan van alle
volkeren.
Daarna zijn allen uiteengegaan. Een
ieder terug naar eigen land. En zoo ge
beurde het, dat de weg naar den ern-
stigen toestand, waarin wij ons thans be
vinden, met goede, voornemens werd ge
plaveid.
Want, twaalf jaren zijn voorbij gegaan
en nog kent de wereld geen vrede, nog
weten de volkeren niet van verzoening;
nog is er geen vooruitzicht op herstel. De
hoop is het eenige wat er overbleef. De
hoop om ééns uit de puinhoopen van
haat en krakeel het heerlijk gebouw der
volkeren-eenheid te zien verrijzen.
Heeft de gereld de eerlijke, dp drin
gende boodschap van toen niet verstaan?
Of heeft zij er niet naar willen hande
len? Helaas, er zijn aanwijzingen genoeg
om dit laatste te vreezen. De boodschap,
die alle volkeren had willen te zamen
brengen als broeders tot elkaar, die bood
schap werd vergeten. Eerst luid en overal
verstaanbaar, vervaagde langzaam haar
klank en dra verstomden geheel de Woor
den van vrede en verzoening, riet woord
herstel was nog wel op aller lippenmaar
Duisterend werd het uitgesproken, opdat
de tegenstander, neen, niet langer de
broeder, het zoude hooren en verijdelen
zou de plannen, gesmeed binnen de enge
grenzen van eigen dierbr'n grond. Want
er was een ander woord gekomen en dat
woord was autarkie. Eri vergeten was
de boodschap van internationale vrede,
van verzoening, van verbroedering.
Zoo zijn wij dan thans gekomen in een
toestand, die ons tot ernstig nadenken
dwingt. De economische ontwrichting
gaat voort alle volkeren te verontrusten.
Er voltrekt zich een omwenteling aller
dingen, waarbij die der economische ver
houdingen het allermeest de aandacht
vraagt. De wereld van thans is vol van
politieke, sociale en economische moei
lijkheden. En als vanzelf gaan de gedach
ten terug naar den tijd vóór den wereld
oorlog, toen Europa één economisch ge
heel vormde; toen ook de oude en nieu
we wereld door hechte banden verbon
den waren, zoodat de handel opbloeide
aan belde zijden van den Oceaan.
Wat voor den oorlog vernietigd werd,
moet weder worden opgebouwd. Het
ideaal, dat ons voor oogen moet staan, is
%dat van den vrede door de verbroedering.
*Het hart van alle volkeren moet één en
een goede bemaling geeft', de bodem goed
doorlatend is en men dparby flink bemest,
waarby een sterke beweiding slechts voor-
deelig kan zyn. Engelsch raai en stikstof-
bemesting belemmeren de klaverontwikke
ling. Wenscht men het land dus klaverrijk
te houden, dan doet men bef,er hoófdzakelyk
met phosphaat (bijvoorbeeld slakkenmeel)
en kali te bemesten en geen Engelsch raai
gras te zaaien. Byzaaieh van de grassen
Timothee en Beemdlangbloem lijkt, gezien
de negatieve uitkomst van deze proeven,
niet raadzaam.
Het toestemming van de schrijvers over
genomen uit „De Nieuwe Veldbode" 1935,
No. 24.
dezelfde taai leerea spreken als uiting
van dezelfde beginselen. Dan volge op
deze eensgezindheid het schoon gebaar,
dat voor altijd het boek van haat en oor
log sluit, zooals eertijds de tempel in het
oude Latium gesloten werd, zoodra de
vrede beklonkèn was.
Kan het worden ontkend, dat in ieder
menschenhart het verlangen sluimert
naar den vrede? ^1
Welaan danhet verleden zij het ver
leden. Opnieuw de handen aan den ploeg.
Opnieuw een samenkomen van de knap
ste mannen van alle volkeren "der we
reld, die inzien, dat alle landen econo
misch van elkander afhankelijk zijn en
die er zich van bewust zijn, dat de eco
nomische toekomst van de wereld op
^hechte samenwerking berust; mannen,
met een varheven geest van recht
vaardigheid het waarachtig verlangen
koesteren den menschheid terug te lel
den naar welvaatrt en geluk. Een Inter
nationale samenwerking behoeft niet te
wijzen op een verslapping van de natio
nale gezindheid. De versregel van Vondel
zei het reeds: „De liefde voor zijn land
is ieder aangeboren". Een beleid echter,
dat alleen gericht is op de belangen van
het eigen land. kan slechts eindigen in
een catastrophe.
Zij, die tot deze taak geroepen zullen
worden en bezield zijn met een sterk en
groot geloot in het welslagen van hun
plan, zullen enorme moeilijkheden te
overwinnen krijgen. De arbeid, die hen
wacht, zaimaar ai te dikwijls kunnen
vergeleken worden bij den steen vari
Sisyphus, die steeds weer naar beneden
rolde, als het hoogste punt van den berg
bijna was bereikt. Maar grooten dank
der volkeren zal uitgaan naar hen, die
den weg zullen vinden naar den top.
Het stilliggen van den handel mag
terecht den grondslag worden genoemd
van het groote leêd, dat de wereld thans
te dragen heeft.
Onze tijd kenmerkt zich door desorga
nisatie van den handel en industrie, ver
oorzaakt door het gemis aan éénheid.
Want de vrede door eenheid beteekent
voorspoed in den handel, als voornaam
ste bron van het maatschappelijk welzijn.
Moge er door de afgezanten aller
volkeren spoedig een nieuwe boodschap
aan de wereld gezonden worden. De tijd
daarvoor is thans aangebroken. Nieuwe
hoop doorstroomt' aller harten, bij het
ontluiken overal van het nieuwe leven.
Als onze schepen weer varen, onze pro
ducten weer koopers vinden^ als werk-
grage handen weder aan den arbeid kun
nen gaan. dan zal dé nieuwe bladzijde in
het boek der geschiedenis, die met gou
den letters de wereldvrede inleidt, ons
méér kunnen vervullen met rechtmati-
gen trots, dan alle roemrijke daden van
het verleden.
Het „laisser faire, laisser passer" moge
opnieuw de sleutel van de welvaart zijn,
het „Sesam, open U" voor den wereld
vrede.
Het wantrouwen, dat de volkeren ver
deelt. make plaats voor wederzijdsch ver
trouwen. waarvan meer voordeel mag
worden verwacht, dan van bedacht zijn
op eigen behoud.
Deze lang verbeide vrede moge het
resultaat zijn van den ernstlgen arbeid
van menschen van goeden wil, die bin
nen weinige weken in Brussel te zamen
komen teneinde tusschen de verschillen
de landen de grooist mogelijke toenade
ring te brengen. Moge hun oproep aan
de riegeeringen een welwillend gehoor
vinden.
I Wij nemen met voldoening kennis van
het feit, dat onder de talrijke persoon-
j lijkheden uit diverse landen, die aan het
Conferes zullen deelnemen, ook genoemd
wordt Ir. A. Plate, voorzitter van de
i scheepvaartvereenlglng Zuid te Rotter-
Het gesprek kwam op onbekende
floers en hoeveel gepuzzei en hoofd!
breken zy menigmaal hun gunstelin
verooraaken.
Ja, daar heb ik ook eens een
van ondervonden, merkte me-
^ouw Van Heusden op en draaide
i^ttlaehend aan de prachtige gouden
rïn8> die zy aan haar linkerhand
droeg.
Toe, vertelt u dat eens, verzocK-
wy en kwamen nieuwsgierig dich-
fer om haar heen zitten.
Wy zaten op de veranda van een
eih landelyk villaatje. Beneden aan
bet strand sloegen de golven van het
bfeine meejtje tegen den witten aan-
®8Steiger. Een vriendelijke maan
glimlachend op ons neer, ergens
venveg in het dorp zong een luid-
"Preker zyn lied.
Het gebeurde, zoo begon me-
vr°Uw Van Heusden haar verhaal, nu
f1 beel wat jaren geleden, maar ik
an my alles nog als den dag van gis
teren herinneren.
Ik woonde destijds in München, in
een klein pension niet ver van den
Engelschen Tuin. De eigenares, een
lieve oude dame, die in haar jeugd
zelf ook-geschilderd had, en voor de
kunst en haar volgelingen een warm
hart had, had mij op zeer bescheiden
condities in haar huis opgenomen, en
ik had 't er ook uitstekend naar myn
zin. Overdag ging ik in het atelier
van Professor W. schilderen en des
avonds wijdde ik mij over het alge
meen aan myn vrienden. Van de
overige pensiongasten kreeg ik dus
weinig te zien, alleen met de oude
dame Biber heette ze, Angelica
Biber - was ik de bitete Vrienden ge
worden. Ze legde vólor mijn werk het
groojst mogelijke begrijpen en mede
leven aan den dhg en wy hadden me
nig prettig gesprek met elkaar.
Op zekeren avond ze zat juist
weer bij me en we hadden vol vuur
over de nieuwe tentoonstelling in de
Kunstzaal gediscussieerd, hoorde ik
in de aangrenzende kamer, die reeds
geruimen tijd leeg stond, leven en be
roep op dit brave hart vergeefs ge-
weging, alsof iemand daar heen en
weer liep en bezig was het een of an
der te doen. Ik keek mevrouw Biber
vragend aan. Ze knikte, een weinig
verlegen naar het mij toescheen en
er gleed een haast onmerkbare glim
lach over haar gelaat.
We hebben er een huisgenoote
|jy gekregen, zei ze en keek peinzend
langs my heen het raam uit, een klein
schilderesje, dat hier vreemd is in d<*
stad en hier eerst een beetje uit komt
rusten. Ik hoop, dat je een goede buur
voor haar zult zijn, zul je?
Ik knikte. Natuurlijk' zou ik een
goede buur zijn voor dat arme wurm.
Want dat het een arm wurm was,
daaraan twijfelde ik geen oogenblik.
Pension Biber had reeds mëhige ver
dwaalde vogel onderdak verschaft en
dit geval zou zeker geen uitzondering
op den regel zyn.
Voorloopig echter kreeg ik nog
geen gelegenheid om mijn buurvrouw
mijn vriendschappelijke gevoelens te
bewijzen, want in de eerste dagen
hoorde of zag ik niets van onze nieu
we gast. Als ik'thuislflvam, was ze
blijkbaar al naar bed en alleen een j
paar zeer nederige schoentjes voor de
deur verrieden haar aanwezigheid.
Ik had zoodoende nog heelemaal J ber twee menschen naast elkaar zette
geen voorstelling van haar en toen ik maar ook hij had haar tot dusver
op zekeren dag op de trap een groot,
kon vinden. Ze had haar aan tafel al
speciaal naast de jonge Andreas ge
zet en het was altyd met een voor
opgezette bedoeling, als mevrouw Bi-
slank meisje tegenkwam, meende ik
al dat zij het was. Doch heel spoedig
daarna, toen wij aan elkaar voorge
steld werden, bleek, dat ze een klein
sierlijk ding met heldere bruine oogen j
was, die eenigszins aan die van een J mijn kamer te houden en daar kreeg
ree deden denken.
nog niet aan het praten kunnen krij
gen. Ze* was eenzelvig en gesloten eiï
ging blijkbaar gebukt onder een hei
melijk verdriet.
In die dagen gebeurde het, (Jat ik
door een verkoudheid gedwongen yas
Mevrouw Biber noemde haar daar
om ook nooit anders da# het „reetje"
maar in werkelijkheid heette ze
Scholz, Hannelore Schólz, en ze kwam van het raam naar de deur, en meer-
ik toen eindelijk de gelegenheid iets
meer van het reetje te hooren. Rus
teloos liep ze in haar hamertje op en
neer, van de deur naar het raam en
ergens uit het Oldenburgsche van
daan. Dat was alles wat ik van haar
afwist en ik ben ook, nooit meer iets
over haar te weten gekomen.
Ik hield my, «ooals gezegd, over
het algemeen zeer weinig in het, pen
sion op en hoorde altijd alleen maar
van mevrouw Biber, hoe schuw het
reetje was en hoe ze maar heelemaal
«een contact met de overige gasten
malen meende ik zogiets als een on
derdrukt snikken te hooren.
Ik overlegde wat ik zou doen. Naar
haar toe gaan en probeeren met haar
te praten? Maar, en dat viel me nog
te rechter tijd in, zou ze mij dan in
haar vertrouwen nemen, als ze zich*
reeds voor een lieve, moederlijke
vriendin als mevrouw Biber terug
trok en in zichzelf opsloot? Ik was