VOOR DE SCHOONMAAK DEZE l~l MAGGIS enuwen AROMA GOUDSCHE COURANT VRIJDAG 3 MEI 1935 - TWEEDE BLAD voor minder stroom JOe jeujte*. vaat (fyxjtifH zip*. yeeK TUmmJ/vi TresUaaqrt.lJuiayL tt&'Uo&taMat Bericht van Inzet. Wormen ..Fermitan" Het is HET EENVOUDIGST Het is HEt GEMAKKELIJKST Het is HET VOORDEELIGST ADVERTENTIE-BUREAU GOUDSCHE COURANT Markt 31 - Gouda - Tel. 2745 DE LAMP VOOR DEfcEN TIJD! Adverteert in dit Blad WEEKEND REISJES NAAR BRUSSEL met Bezoek aan de ALGEMEENE en INTERNATIONALE TENTOONSTELLING. DE REISBUREAUX LISSONE-LINDEMAN uit.... Vermoeidheid Lusteloosheid Zwakte Maagbezwaren Slapeloosheid Is bijzaaien van goede grassen naast ontwatering en bemesting bevorderlijk ter verbetering van zuur onbemest grasland ende gever, Eén ding is noodig: Ongestoorde ontwikkeling van den handel. VOOR DE GEZINSWASCH zhpkkdu» rsoort De „Bi-Arlita" lamp is de beste en zuinigste lamp, ooit door Philips vervaardigd. Wij zijn te allen tijde beschikbaarom voor iederen gloeilampen- verbruiker met den draagbaren photometer te demonstreeren, hoeveel economischer de Philips „Bi-Arlita" lamp is tegenover een zooge naamd goedkoopelamp Bij deze demonstratie zal zonneklaar blijken, dat een zoogenaamd „goedkoope" lamp gedurende haar levensduur veel meer verspilt dan de aanscha/Jingsprijs van- een Philips „Bi-Arlita" lamp bedraagt. Dubbelgespira- liseerde gloei draad. Enorme besparing op stroomkosten. De BOUWMANSWONING met 5.91.81 H.A. wei- en hooiland in het Beiersche G 83 te Stolwijk en de per- ceelen land te Moordrecht samen groot 7.23.55 H.A. gelegen langs de Kanaaldijk, staan in bod als volgt PERCEEL Iƒ4300.— II2300 m1500. IV„1350.— Samenƒ9450. PERCEEL V650.— en de nerceelen te Moordrecht: PERCEEL VI 1800.— VII „2200.— VUI „2200.— IX „1950— zooals spoel-, made en maag- wormen, zoowel bij volwassenen als bij kinderen verdrijft men zeker en snel met de beroemde Wormpoeders van Jacoba Maria Wortelboer. 85 cent per doos bij Apothekers en Drogisten. Samen ƒ8150. De afslag zal plaats hebben op Donderdag 9 Mei a.s. te 11 uur in Hotel „de Zalm" te Gouda. Notaris J. KOEMAN, Haastrecht. wanneer U in meerdere bladen advertentiën hebt te plaatsen, hetzij hier, of welk blad ook in binnen- of buitenland, dat U de opgaaf daarvan toezendt aan het VAN DE U zjjt dan in eens klaar en de plaatsing geschiedt naar wensch -r DAT gevoel van prikkelbaarheid, van vermoeidheid en lusteloos heid - al die verschijnselen van zenuwzwakte zullen als sneeuw voor de zon verdwijnen na een geregeld gebruik van Sanatogen. Sanatogen sterkt de Zenuwen omdat het de zenuwcellen voedt met phosphorus, de bouwstof van energie en kracht. „Er iPgeen voedsel, dat zóó de verloren krachten herstelt als Sanatogen" schrijft een bekend geneesheer en gij zult de waarheid van zijn woorden zelf ondervinden als gij eenmaal begonnen zijt Sanatogen te gebruiken. Uw klachten zullen verdwijnen om plaats te maken voor dat heerlijke gevoel van dóór en dóór gezond te zijn. km» m<M| H. ku> Vertrek IEDEREN ZATERDAGMIDDAG van 18 Mei t.m. 26 October organiseeren elke week WEEKEND REISJES Ij AAR BRUSSEL met bezoek aan de Algemeene en Internationale Tentoonstelling. Vertrek eiken Zaterdagmiddag. Terug Zondagavond. Reissom van en tot Roosendaal 14.50, van en tot Rottedam 16.—. Hierin is begrepen spoor 3e kl., logies, diner Zaterdag, ontbijt, lunch, diner Zondag, entrees bezienswaardigheden, fooien en geleide van den gids. Inschrijvingen voor deze reizen kunnen geschieden onder storting van de totale reissom bij de AFDÊELING REISBEMIDDELING MARKT 31 GOUDA Bij Apoth. en Drog. vanaf fl. L- par verpakking. Vraag bei Iraaic en practiache mengglas a 40 cent. we ons ledig Maggi's Aromo- flescnje opnieuw met loten vullen. Overwint door dr. K. ZIJLSTRA en dr. D. M. DE VRIES. Zure onbemeste, dikwijls slecht ontwater de hooilanden, komen nog steeds in ons land Voor. Veel van wat nu goed grasland is, is er eenmaal uit ontstaan en dat vaak nog niet zoo lang geleden: pas in de eeuw, waarin we nu leven. Dat minderwaardige grasland staat bekend als schraalland of onland; ook het echte Friesche boezemland behoort er toe. Ieder, die dergelijk land kent, weet, dat het een geheel ander plantenkleed draagt dan het goede grasland der polders, hoewel dit geenszins wil zeggen, dat de samenstel ling van de grasmat er overal precies gelyk is. Is het goede grasland in het voorjaar reeds groen, dan. is het boezemland, evenals dat met ander onbemest veen- of veenachtig land het geval is, nog geelbruin van kleur. De grasgroei moet er nog aan den gang komen. Ook in den zomer ziet dat land er geheel anders uit: niet malsch groen, zooals onze gewone graslanden, maar meer blauw groen. Men spreekt dan ook van blauwgras en blattwgrasland. Wanneer in Juni of reeds eerder het bemeste grasland gemaaid wordt, is het blauwgras nog lang niet maairijp. Dat is het pas in juli en Augustus, wan neer het Pypestrootje, de veelviildigste grassoort van deze landen, bloeit en met lijn. donkere bloeiwyzen het land violet kleurt. De onbemeste, al of niet ingepolder de graslanden zyn de echte broedplaatsen van onze weidevogels (kieviten( grutoo s, I tureluurs, enz.), er groeien merkwaardiger planten, kortom zy zyn voor den natuur- liefhebber zeer belangwekkend, maar leve ren den veehouder weinig hooi. Het gras blijft er kort, is niet malsch, doch styf, zoo dat het er geen schade van ondérvindt, wan neer men er over loopt, daar het zich dade lijk weer opricht .Slechts één snede pér jaar kan er van dat land worden gewonnen en bet ig zelfs wel voorgekomen, dat er in het geheel niet gemaaid werd, zooals dtis uit de bimpenerwaard bekend is; de opireagst loonde de moeite niet. Geen won der, dat zulk land in Z u i d-H o 11 a n d „uèrulland" en in het Noorden des land# „onland" heet, wat „slecht land" beteekeni. Hoe krijgt men zulk land in een goeden loeatwd? De voornaamste middelen bestaan in ontwatering en bemesting. Voor de laag- Üggende landen moeten deze behandelings wijzen echter met elkaar gepaard gaan. Be mesting zonder ontwatering is met recht geld in het water gooien. Vandaar, dat men in de eerste plaats de ontwatering ter hand dient te nemen. Dit is onder andere van be lang voor de provincie Friesland, waar veel boezemland vaak langen tyd onder water staat en als onbemest land met schrale oogsten weinig opbrengt. Vooral ook in een t(jd, dat men er op uit moet zyn, om door 1 veel en eiwitryk voet van eigen bedryf op j aankoop van krachtvoer te bezuinigen, is dergelijk onproductief land een schadelijk bezit. Sedert eenigen tijd poldert men in I friesland boezemland in, geeft dit dus een bemaling. Dit is op zichzelf nog niet vol- I doende om goed land te krygen. Dit moge^ «it het volgende voorbeeld blijken, waarbij I H twee vlak by elkaar gelegen landerijen beschouwen, gelegen te Beets (Fr.) op 1 luren humusrijken kléibodem. Het ééne land 1 echt boezemland, dat vrij drassig is in den zomer en een plantendek bezit dat voor een zeer groot gedeelte uit het echte blauw- pas bestaat. Dit bestaat uit de Blauwe 1 zegge, het Pijpestrootje en Veenpluis. In tegenstelling met dit perceel, dat dus noch 1 in den winter, noch in den zomer bemalen wordt, hagJÉict andere land een zomerbe- maling, fll^oor het dan ook veel droger ia geworden. Het heeft echter geenerlei be- 1 "nesting ontvangen en de bovenste bodem- j 'aaR is er meer verzuurd. Grassen met ge- ringe opbrengst, als Schapengras en Bor- de overhand gekregen, onkruid is toegenomen; de doo VERA CRAMER. zode is er vaak zoo taai, dat het g^oote moeite kost, er met de spade door te Mmen. Voorwaar geen verbetering! Die kwam In dertijd ook niet tot stand in de Krimpe- nerwaard( waar, na de verbetering in de bemaling, het land, dat schraal i was, schraal bleef. Hoe hooger het land u t het water lag, des te meer Pypestrootje eri min der van andere planten als Zegge, wliarby als gelukkige omstandigheid kwam, dat de zeer minderwaardige soorten Schapelngras en Borstelgras in dit gebied niet voorkomen, anders was de opbrengst nog geringtjr ge weest Sedert het begin van deze eeuvf heb ben echter kunstmest en stalmest, waar over men, door de opbloeiende varkenshou derij, in grootere hoeveelheden kon beschik ken, wonderen verricht, zoodat thans I in dit gedeelte van het laagveengebied van Holland en U'trecht pet hec tare het grootste aantal melkkoeien eh var kens wordt gehouden van het geheele land. Wanneer men by goede ontwatering' be hoorlijk bemest, herkent men binnen een jaar het schraalland niet meer. De vfaag is nu, of men de verbetering van de gfasmat, welke op bovenvehnelde wijze ontstaat, niet kan versnellen door by- zaaien van eenige goede grassen en klaver (klaver is in de zode gewenscht, omdat het op natuurlijke, dus goedkoope wyze stikstof in het land brengt.) Van tevoren kan men reeds zeggen, dat dit zaaien alleen succes kan opleveren, in dien het zaad goede kiemkracht heeft en men er gunstige groeivoorwaarden voor schept. Goed grasland kan alleen onder gun stige omstandigheden bestaan, dit moet men niet vergeten. De bestaansmogelijkheid der minderwaardige grassen moet vernietigd, althans hun weerstand gebroken worden tegenover de goede grassen, welke kieskeu riger zyn ,hoogere eischen stellen aan bodem èn behandeling. Evenmin als men nut kan verwachten van het strooien van kalkmeststof op slecht ontwaterd land, waar veenmos voortgaat den grond te verzuren, evenmiiv zal het zaaien van goede grassen en klaver succes .opleveren op onvoldoende ontwaterd en niet of weinig bemest land. Door den rijkslandbouwconsulent ir. P. A. van der Ban is het Rykslandbouwproef- station te Groningen er opmerkzaam op ge maakt dat, op eenige plaatsen in Friesland, ingepolderd boezemland was bezaaid met zaad van Engelsch raaigras, Timotheegras en Beemdlangbloem, al of niet met Witte klaver. Heeft deze bezaaiing wat opgele verd? Dit is in 1933 en 1934 te Tjerkgaast cn Beets door ons nagegaan Van Timothee en Beemdlangbloem is zoowel op het bedryf te Tjerkgaast als op dat te Beets weinig of niets terecht geko men. Of het zaad misschien niet voldoende kiemkrachtig was, is ons niet bekend. Het bijzaaien van Engelsch raaigras heeft daarentegen zeker succes opgeleverd, al thans te Tjerkgaast. Vergelijken we in de eerste plaats een te Tjerkgaast gelegen bunder land, dat by- gezaaid is in het voorjaar in 1929, met een evengroot stuk, dat er naast ligt en tege lijkertijd ingepolderd, maar niet bezaaid is. Half Mei 1933 bevatte het bezaaide land 22 gewichtsprocenten van het gedroogde gras aan Engelsch raaigras tegenover het onbe- zaaide land niets van deze soort. Een be hoorlijke bemesting is voorwaarde voor de ontwikke^ffg van Engelsch raai. In den herfst van het jaar 1932 heeft het bezaaide perceel slakkenmeel gehad en in het daar op volgende voorjaar gier. Trouwens, het zeer hooge aandeel van 25 der sterk stikstof minnende soort Ruw beemdgras wyst er reeds op, dat het land in goeden bemestingstoestand verkeerde. Op hetzelfde bedrijf is ook een kleine proef genomen met stukken land van' 40 mg oppervlak, welke al of niet bezaaid zyn met graszaad en bestrooid met kalksal- peter. De by gezaaide vakken bevatten 35 en 29 '/e Engelsch raaigras tegenover de on- bezaaide 2 en 0 De klaverontwikkeling is er zoowel door de uitbreiding van En gelsch raai als door de kalksalpeter ge drukt. Dit is een vrij algemeen bekend ver schijnsel. Zoo hebben Duitsche onderzoekin gen op in cultuur gebrachten veengrond, waarop veel klaver groeide, aangetoond, dat zulk land door stikstofbemesting niet ver betert, echter wel phosphor- en kalibemes ting noodzakelijk is. Verder hebben te Tjrekgaast Engelsch raai en kalksalpeter beide het onkruid sterk doen afnemen, het geen ook met andere ervaringen strookt. Tusschen genoemd hooiland en de boer derij ügt de fen (fenne of ven) waaronder in Friesland en in Groningen het beste gras land vlak by huis verstaan wordt, dat vaak nog voortdurend beweid wordt. Bedoelde weide bleek zeer rijk aan Witte klaver (19 hoewel het land er niet mee be zaaid was. Ook de bemeste landerijen van het bedryf te Beets bevatten vrij wat kla ver. Deze klaverrjjkdom wordt door de ge bruikers van dit land -wel toegeschreven aan het gebruik van terpaarde, welke al of niet met stalmest wordt toegediend. Hoe dit ook zy, het lykt onnoodig om op dergelijk land 1 Witte klaver te Het congres, dat vier jaren na den wapenstilstand bijeen kwam in een na burige staat, ten einde plannen te be ramen om de wereld op te heffen uit de verwoestingen van den wereldoorlog, is mij altijd in heriïthering gebleven. In de eerste zitting klonken plechtig en op recht gemeend de volgende woorden„Op dezen dag wenschen de vertegenwoordi gers van zes en twintig landen, bijeen gekomen uit nabije en verafgelegen ge bieden, een boodschap te brengen aan de geheele wereld. Een boodschap van Vrede van verzoening, van herstel en van hoop, Ons aller oog zij gericht op herstel van de vernieling welke de oorlog ons bracht." Toen werd er dagen lang beraadslaagd, een ieder met de overtuiging, dat één- drachtige samenwerking móest leiden tot, verwezenlijking van het ideaal: Herstel Om tot de fen te Tjerkgaast terug te keeren, hierop is graszaaid gezaaid ip April 1931. Er kwam echter in Augustus 1934 maar 8 Engelsch raai in het gewas voor, wat ongunstig afsteekt by het hooge aan deel van deze soort in het bezaaide hooi land. Dit treft te meer, daar beweiding ge noemd gras sterk bevoordeelt en onder gun stige ontwaterings- en bemestingsvoor- waarden doet toenemen. Dit le^jft ons by^ voorbeeld het laagveengebied in ge K r i mT penerwaard, waar het permanente weiland grooténdeels uit Engelsch raaigras bestaat. Behalve de besproken fen te Tjerkgaast brengt ook de reeds oude fen van het be dryf te Beets een betrekkelijk geringe hoe veelheid raaigras voort, slechts 14 De weide te Tjerkgaast bevat 37 Ruw beemdgras en 14 Fioringras, die te Beets onderscheidenlijk 20 en 27 van deze soor ten, welke beide vochtlievend zyn. Hierbij komt, dat zoowel op het oudste perceel la mest hooiland als op de fenweide te Beets veel Geknikte Vossenstaart is gevonden, welke soort in het algemeen vooral voor komt in en langs greppels, op natte en vast- getrapte plaatsen. Het lykt er dus op, dat het op bedoelde perceelen te Tjerkgaast en Beets met de ontwatering nog niet al te best gesteld is. De bodem bestaat .hier ook niet uit veen, maar uit venigen kleigrond, welke uiteraard moeilijker water door Iaat zakken. Te Tjerkgaast bestaat alleen de oppervlakkige grondlaag van de fen uit klei, waaronder men injje greppels reeds het vee» ziet. Deze oppervlakkige kleilaag mindert sner in dikte van de hofstede af in de richting van het hooiland, dat, zooals we gezien hebben, wel veel Engelsch raai be vat. Op het bedryf te Beets zijn ook eenige jonge weiden met graszaad bezaaid. Wan neer we het bovenstaande in aanmerking nemen, doet het niet vreemd a,an, dat er na onderzoek maar weinig Engelsch raai ih de grasmat aangetroffen is. Wel veel min derwaardige grassen en andere planten, die 1 op onbemesten of weinig bemesten veen- 1 grond plegen voor te komen, zoodat het zeer waarschijnlijk is, dat aan den eysch van een behoorlijke ontwatering, gepaard met een goeden bemestingstoestand, hier niet vol daan is. Hjjt zaaien van een goed gras als Engelsch'raai kan alleen slagen, wanneer beide Voorwaarden vervul'd zyn en dit was hier blijkbaar niet het geval. Beweidiyg be vordert onder genoemde omstandigheden de uitbreiding van dit goede gras; nu heeft op deze perceelen te Beets het minderwaardig Kruipend struisgras er voordeel van ge trokken. Samenvattend, komen we tot de gevolg trekking, dat het zaaien van Engelsch raai gras succes belooft, wanneer men het land v.an het economisch bestaan van alle volkeren. Daarna zijn allen uiteengegaan. Een ieder terug naar eigen land. En zoo ge beurde het, dat de weg naar den ern- stigen toestand, waarin wij ons thans be vinden, met goede, voornemens werd ge plaveid. Want, twaalf jaren zijn voorbij gegaan en nog kent de wereld geen vrede, nog weten de volkeren niet van verzoening; nog is er geen vooruitzicht op herstel. De hoop is het eenige wat er overbleef. De hoop om ééns uit de puinhoopen van haat en krakeel het heerlijk gebouw der volkeren-eenheid te zien verrijzen. Heeft de gereld de eerlijke, dp drin gende boodschap van toen niet verstaan? Of heeft zij er niet naar willen hande len? Helaas, er zijn aanwijzingen genoeg om dit laatste te vreezen. De boodschap, die alle volkeren had willen te zamen brengen als broeders tot elkaar, die bood schap werd vergeten. Eerst luid en overal verstaanbaar, vervaagde langzaam haar klank en dra verstomden geheel de Woor den van vrede en verzoening, riet woord herstel was nog wel op aller lippenmaar Duisterend werd het uitgesproken, opdat de tegenstander, neen, niet langer de broeder, het zoude hooren en verijdelen zou de plannen, gesmeed binnen de enge grenzen van eigen dierbr'n grond. Want er was een ander woord gekomen en dat woord was autarkie. Eri vergeten was de boodschap van internationale vrede, van verzoening, van verbroedering. Zoo zijn wij dan thans gekomen in een toestand, die ons tot ernstig nadenken dwingt. De economische ontwrichting gaat voort alle volkeren te verontrusten. Er voltrekt zich een omwenteling aller dingen, waarbij die der economische ver houdingen het allermeest de aandacht vraagt. De wereld van thans is vol van politieke, sociale en economische moei lijkheden. En als vanzelf gaan de gedach ten terug naar den tijd vóór den wereld oorlog, toen Europa één economisch ge heel vormde; toen ook de oude en nieu we wereld door hechte banden verbon den waren, zoodat de handel opbloeide aan belde zijden van den Oceaan. Wat voor den oorlog vernietigd werd, moet weder worden opgebouwd. Het ideaal, dat ons voor oogen moet staan, is %dat van den vrede door de verbroedering. *Het hart van alle volkeren moet één en een goede bemaling geeft', de bodem goed doorlatend is en men dparby flink bemest, waarby een sterke beweiding slechts voor- deelig kan zyn. Engelsch raai en stikstof- bemesting belemmeren de klaverontwikke ling. Wenscht men het land dus klaverrijk te houden, dan doet men bef,er hoófdzakelyk met phosphaat (bijvoorbeeld slakkenmeel) en kali te bemesten en geen Engelsch raai gras te zaaien. Byzaaieh van de grassen Timothee en Beemdlangbloem lijkt, gezien de negatieve uitkomst van deze proeven, niet raadzaam. Het toestemming van de schrijvers over genomen uit „De Nieuwe Veldbode" 1935, No. 24. dezelfde taai leerea spreken als uiting van dezelfde beginselen. Dan volge op deze eensgezindheid het schoon gebaar, dat voor altijd het boek van haat en oor log sluit, zooals eertijds de tempel in het oude Latium gesloten werd, zoodra de vrede beklonkèn was. Kan het worden ontkend, dat in ieder menschenhart het verlangen sluimert naar den vrede? ^1 Welaan danhet verleden zij het ver leden. Opnieuw de handen aan den ploeg. Opnieuw een samenkomen van de knap ste mannen van alle volkeren "der we reld, die inzien, dat alle landen econo misch van elkander afhankelijk zijn en die er zich van bewust zijn, dat de eco nomische toekomst van de wereld op ^hechte samenwerking berust; mannen, met een varheven geest van recht vaardigheid het waarachtig verlangen koesteren den menschheid terug te lel den naar welvaatrt en geluk. Een Inter nationale samenwerking behoeft niet te wijzen op een verslapping van de natio nale gezindheid. De versregel van Vondel zei het reeds: „De liefde voor zijn land is ieder aangeboren". Een beleid echter, dat alleen gericht is op de belangen van het eigen land. kan slechts eindigen in een catastrophe. Zij, die tot deze taak geroepen zullen worden en bezield zijn met een sterk en groot geloot in het welslagen van hun plan, zullen enorme moeilijkheden te overwinnen krijgen. De arbeid, die hen wacht, zaimaar ai te dikwijls kunnen vergeleken worden bij den steen vari Sisyphus, die steeds weer naar beneden rolde, als het hoogste punt van den berg bijna was bereikt. Maar grooten dank der volkeren zal uitgaan naar hen, die den weg zullen vinden naar den top. Het stilliggen van den handel mag terecht den grondslag worden genoemd van het groote leêd, dat de wereld thans te dragen heeft. Onze tijd kenmerkt zich door desorga nisatie van den handel en industrie, ver oorzaakt door het gemis aan éénheid. Want de vrede door eenheid beteekent voorspoed in den handel, als voornaam ste bron van het maatschappelijk welzijn. Moge er door de afgezanten aller volkeren spoedig een nieuwe boodschap aan de wereld gezonden worden. De tijd daarvoor is thans aangebroken. Nieuwe hoop doorstroomt' aller harten, bij het ontluiken overal van het nieuwe leven. Als onze schepen weer varen, onze pro ducten weer koopers vinden^ als werk- grage handen weder aan den arbeid kun nen gaan. dan zal dé nieuwe bladzijde in het boek der geschiedenis, die met gou den letters de wereldvrede inleidt, ons méér kunnen vervullen met rechtmati- gen trots, dan alle roemrijke daden van het verleden. Het „laisser faire, laisser passer" moge opnieuw de sleutel van de welvaart zijn, het „Sesam, open U" voor den wereld vrede. Het wantrouwen, dat de volkeren ver deelt. make plaats voor wederzijdsch ver trouwen. waarvan meer voordeel mag worden verwacht, dan van bedacht zijn op eigen behoud. Deze lang verbeide vrede moge het resultaat zijn van den ernstlgen arbeid van menschen van goeden wil, die bin nen weinige weken in Brussel te zamen komen teneinde tusschen de verschillen de landen de grooist mogelijke toenade ring te brengen. Moge hun oproep aan de riegeeringen een welwillend gehoor vinden. I Wij nemen met voldoening kennis van het feit, dat onder de talrijke persoon- j lijkheden uit diverse landen, die aan het Conferes zullen deelnemen, ook genoemd wordt Ir. A. Plate, voorzitter van de i scheepvaartvereenlglng Zuid te Rotter- Het gesprek kwam op onbekende floers en hoeveel gepuzzei en hoofd! breken zy menigmaal hun gunstelin verooraaken. Ja, daar heb ik ook eens een van ondervonden, merkte me- ^ouw Van Heusden op en draaide i^ttlaehend aan de prachtige gouden rïn8> die zy aan haar linkerhand droeg. Toe, vertelt u dat eens, verzocK- wy en kwamen nieuwsgierig dich- fer om haar heen zitten. Wy zaten op de veranda van een eih landelyk villaatje. Beneden aan bet strand sloegen de golven van het bfeine meejtje tegen den witten aan- ®8Steiger. Een vriendelijke maan glimlachend op ons neer, ergens venveg in het dorp zong een luid- "Preker zyn lied. Het gebeurde, zoo begon me- vr°Uw Van Heusden haar verhaal, nu f1 beel wat jaren geleden, maar ik an my alles nog als den dag van gis teren herinneren. Ik woonde destijds in München, in een klein pension niet ver van den Engelschen Tuin. De eigenares, een lieve oude dame, die in haar jeugd zelf ook-geschilderd had, en voor de kunst en haar volgelingen een warm hart had, had mij op zeer bescheiden condities in haar huis opgenomen, en ik had 't er ook uitstekend naar myn zin. Overdag ging ik in het atelier van Professor W. schilderen en des avonds wijdde ik mij over het alge meen aan myn vrienden. Van de overige pensiongasten kreeg ik dus weinig te zien, alleen met de oude dame Biber heette ze, Angelica Biber - was ik de bitete Vrienden ge worden. Ze legde vólor mijn werk het groojst mogelijke begrijpen en mede leven aan den dhg en wy hadden me nig prettig gesprek met elkaar. Op zekeren avond ze zat juist weer bij me en we hadden vol vuur over de nieuwe tentoonstelling in de Kunstzaal gediscussieerd, hoorde ik in de aangrenzende kamer, die reeds geruimen tijd leeg stond, leven en be roep op dit brave hart vergeefs ge- weging, alsof iemand daar heen en weer liep en bezig was het een of an der te doen. Ik keek mevrouw Biber vragend aan. Ze knikte, een weinig verlegen naar het mij toescheen en er gleed een haast onmerkbare glim lach over haar gelaat. We hebben er een huisgenoote |jy gekregen, zei ze en keek peinzend langs my heen het raam uit, een klein schilderesje, dat hier vreemd is in d<* stad en hier eerst een beetje uit komt rusten. Ik hoop, dat je een goede buur voor haar zult zijn, zul je? Ik knikte. Natuurlijk' zou ik een goede buur zijn voor dat arme wurm. Want dat het een arm wurm was, daaraan twijfelde ik geen oogenblik. Pension Biber had reeds mëhige ver dwaalde vogel onderdak verschaft en dit geval zou zeker geen uitzondering op den regel zyn. Voorloopig echter kreeg ik nog geen gelegenheid om mijn buurvrouw mijn vriendschappelijke gevoelens te bewijzen, want in de eerste dagen hoorde of zag ik niets van onze nieu we gast. Als ik'thuislflvam, was ze blijkbaar al naar bed en alleen een j paar zeer nederige schoentjes voor de deur verrieden haar aanwezigheid. Ik had zoodoende nog heelemaal J ber twee menschen naast elkaar zette geen voorstelling van haar en toen ik maar ook hij had haar tot dusver op zekeren dag op de trap een groot, kon vinden. Ze had haar aan tafel al speciaal naast de jonge Andreas ge zet en het was altyd met een voor opgezette bedoeling, als mevrouw Bi- slank meisje tegenkwam, meende ik al dat zij het was. Doch heel spoedig daarna, toen wij aan elkaar voorge steld werden, bleek, dat ze een klein sierlijk ding met heldere bruine oogen j was, die eenigszins aan die van een J mijn kamer te houden en daar kreeg ree deden denken. nog niet aan het praten kunnen krij gen. Ze* was eenzelvig en gesloten eiï ging blijkbaar gebukt onder een hei melijk verdriet. In die dagen gebeurde het, (Jat ik door een verkoudheid gedwongen yas Mevrouw Biber noemde haar daar om ook nooit anders da# het „reetje" maar in werkelijkheid heette ze Scholz, Hannelore Schólz, en ze kwam van het raam naar de deur, en meer- ik toen eindelijk de gelegenheid iets meer van het reetje te hooren. Rus teloos liep ze in haar hamertje op en neer, van de deur naar het raam en ergens uit het Oldenburgsche van daan. Dat was alles wat ik van haar afwist en ik ben ook, nooit meer iets over haar te weten gekomen. Ik hield my, «ooals gezegd, over het algemeen zeer weinig in het, pen sion op en hoorde altijd alleen maar van mevrouw Biber, hoe schuw het reetje was en hoe ze maar heelemaal «een contact met de overige gasten malen meende ik zogiets als een on derdrukt snikken te hooren. Ik overlegde wat ik zou doen. Naar haar toe gaan en probeeren met haar te praten? Maar, en dat viel me nog te rechter tijd in, zou ze mij dan in haar vertrouwen nemen, als ze zich* reeds voor een lieve, moederlijke vriendin als mevrouw Biber terug trok en in zichzelf opsloot? Ik was

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 3