Het mormeldier. Heesters en bloenjen in onzen tuin. Meer Rozen. Het kapsel en de mode. FILMNIEUWS. VOOR DE JEUGD. „De Groene Kraai" loopt van stapel. Het mormeldier of de marmot neemt in de bontwereld een veelzij dige plaats in. Het is een dier, dat in ons land, althans in het wild, niet voorkomt. Toch is het daarom voor de meesten onzer geen onbekende, üe tijd, dat de zigeuners jongens uit Sa- voye met een marmot van hui£ tot huis trokken en onder een gepast lied je en een simpel kunstje van het dier tje, eenige penten of een boterham op haalden, die tijd ligt reeds vele jarqp achter ons. Het mormeldier bereikt ongeveer een lengte van 40 c.M., zon der den ongeveer 10 c.M. langen staart. De pels bestaat uit kort wol- haar en tamelijk lange bovenharen. De kleur over den rug is bruin tot bruinzwart met bij den kop eenige witte slippen. De buik, de nek en de onderkant van den staart zijn rpod- aehtig bruin. Aan de zijkanten en van achteren is zij weer lichter van kleur. Oogen en klauwen zijn donker, bijna zwart. Hiernaast treft men ook ge heel zwarte zoowel als wit gevlekte dieren aan. Het Europeesche mormel dier komt het meest voor in de Zuide lijke Alpen (iSavoye), in de Pyre neeën en in de Karpathen. Hij zoekt dus zooveel mogelijk zijn woonplaats in de bergen en wordt dan ook zelden in lagere streken gevonden. Zijn le venswijze komt eenigszins overeen met die van het wilde konijn. Ook van hem kan gezegd worden: „hoe een zamer de streek, hoe veelvuldiger hij Voorkomt." Evenals het konijn leeft hij in holen. Des winters houdt hij een langen winterslaap, soms wel-van 8 tot 9 maanden. De marmot graaft zich een zomer- en winterverblijf. De zomerverblijven zijn hoog gelegen, tot soms '2500 meter boven den zee spiegel. Het zijn eenvoudige verblij- PRACTISCH. Zoo'n handtasch-parapluie is toch bui tengewoon makkelijk. Tóch zou ze nog wel een maat grooter kunnen zijn! ven met verschillende toegangen en vluchtopeneningen. Hier worden ook de jongen geboren. Voor de winter verblijf plaats wordt gewoonlijk een aanmerkelijk lager gedeelte van het •gebergte uitgezocht. Deze is groot en ruim en dient voor huisvesting van de geheele familie van 6 tot 16 stuks, bene^^s tot bergruimte van de wm- terproovisie. Deze bestaat voorname lijk uit hooi. De marmot neeft een waggelende gang, waarbij de buik meestal eenigszins op den grond sleept. De geoefende jager vindt dan ook gemakkelijk zijn spoor. Het voed sel van de marmot bestaat voorname lijk uit^gras en planten. Men vangt haaf het meest door middel van val len. Er is een tijd geweest, dat het gewone morn\elvel een groot handels artikel was, doch deze tijd is voorbij en andere mormelsoorten hebben zijn plaats ingenomen. De voornaamste daarvan is de Petschaniky-mormel, wplke in den tegenwoordigen tijd veel irl naturelgevraagd wordt voor de fabrikatie van damesmantels, be Petschaniky-mormel heeft ongeveer dezelfde grootte als de gewone mar mot. (Jok zijn levenswijze is ongeveer gelijk, doch in tegenstelling met het gewone mormeldier, dat uitsluitend de hooge bergen bewoont, leeft de_ Petschaniky op het vlakke land. Zijn woongebied vindt men van Polen en Galicië tot over een groot gedeelte van Centraal Azië tot aan den Amoer en Kamschatka. Vooral in de steppen van Centraal-Azië komt hij in groo- ten getale voor. Zijn dichte pelfc is grijsbruin en leent zich ook, mede door de gunstige haarstructuur, bij zonder goed voor het imiteeren van biSam, nertz en sabel. Tevens worden de lichtste tinten bewerkt en gebleekt om na diverse andere bewerkingen als hermelijn-imitatie te worden ver handeld. Deze imitaties zijn werke lijk verbluffend mooi uitgevoerd, zoo dat zelfs een vakman zich hierover bij herhaling kan verbazen. Van minder waarde, doch even goed een groot handelsartikel is de pels van de Susliky. Susliky is de Russische en tegelijk de handelsnaam van de gewone ziesel. Een dier, dat in bijna het geheele Oosten van Europa voorkomt en wel in de beste kwaliteiten in Polen* Rus land, Siberië, Oostenrijk en Honga rije. De ziesel is een aardig diertje, #vé ongeveer even groot als de hamster en ongeveer 25 c.M. lang, zonder den staart, welke ongeveer 6 a 8 c.M. lang is. In zjjn doen en laten is hij echter aanmerkelijk vlugger en bevalligei dan de hamster. Hij heeft een losse sterk aanliggende pels van ietwat stijve haren, welke geelachtig grijs van kleur zijn met onregelmatige donkergele golvingen. Aan den buik, de kin en den hals bevinden zich eeni ge eveneens onregelmatige lichte vlek ken. Zijn levenswijze komt geheel mei de hiervoor genoemde mormelsoorten overeen. Hij leeft bij voorkeur op droge, kale viakten, op uitgestrekte grasvelden of akkers. Hij houdt van een gemengden zand- en leembodem, waar hem het graven gemakkelijk valt. De dieren graven elk afzonder lijk een hol van ongeyeer 1 a U/2 M diepte. De wijfjes graven hun hol ge woonlijk dieper dan de mannetjes. Een speciale ruinate wordt gereser veerd voor de winterprovisie, welke als bij de andere murmelsoorten, voornamelijk uit gras of nooi bestaat. Overigens verschalkt de susliky ook gaarne een' muis of een niet al te j^rooten vogel, terwijl hij tevens eeu liefhebber van eieren schijnt te zijn. De susliky zelf is op zijn beurt een welkome prooi voor de hermelijn, bunzing, marter, valk en reiger. Maar ■zijn grootste vijand is ook hier weer de mensch. Jaarlijks worden ze, voor namelijk in vallen, bij groote hoeveel heden gevangen en aan de markt ge bracht. Vele vellen komen naturel in den handel en worden voornamelijk voor voeringen van mantels en jas sen gebruikt. De betere kwaliteiten komen als nertz-susliky of nertz- mormel in den handel. Als laatste der hier te noemen mor melsoorten willen wij nog noemen de Buranducky, de gestreepte Siberische aard-eek hoorn of boeroendoek. Deze is onge veer even groot, soms iets grooter dafi de susliky en is plomper gebouwd. De kleur Van de ko^te, ruige, dicht aanliggend^ vacht is aarf den kop. den hals en de zijden van deif romp geel achtig en bevat vele lange haren met witte spitsen. Over den rug loopen vijf overlangsche zwarte strepen, die strooken van ongelijke breedte'be grenzen. De middelste streep is boven den ruggegraat gelegen, de beide vol gende strekken zich van den kop tot aan de achterpooten ilit. Daartus- schen bevindt zich een bleekgele strook. De buik is geelachtig wit. In tegenstelling met de hiervoor genoem- hierover nog in gepeins verzonken, toen ik in de kamef naast mij aan de deur hoorde kloppen, waarna een hel dere, frissche meisjesstem weerklonk. Blijkbaar had de kleine bezoek gekre gen en ik verheugde me oprecht om haar. Ik nam een boek en ging zittfen lez'èn en liet dë twee daarnaast aan hun lot over. Een tijdlang kabbeldt het gesprek rustig voort, tot ik plot seling heel duidelijk een opgewonden stem depe woordert hoorde uitstooten Als ik het geld morgen niet heb. dan weet%ik niet wat er gebeurt... Hoeveel is het vroeg de heldere meisjesstem, maar ze klonk nu merk baar bedrukt. ^Twintig mark Twintig mark...? Er heerschle een oogenblik stilzwijgen en toen kwam er bedeesdIk geloof niet, dat ik je daaraan helpen kan, maar misschien... Doch hier brak ze af en ik hoorde niets meer dan het ruste looze op en neer gaan der schreden Ik had mijn boek natuurlijk allang terzijde gelegd. Twintig mark...? Snel maakte ik mijn berekeningen. Als ik op mijn begrooting nog hier en daar iets schrapte en een paar din gen, die ik mij had willen aanschaf fen, tot na den eersten uitstelde, dan zou het misschien wel gaan. Er zou werkelijk een wonder moeten gebeuren, zei het reetje, en ik moest onwillekeurig lachen. Een wonder, om in het bezit van twintig mark te komen? Kort en goed, ik deed mijn laatste. zorgvuldig bewaarde briefje in een enveloppe, adresseerde den brief aan Fraulèrai Hannelore Scholz en bracht hem onmiddellijk naar de post. "ftfltuurljjk, sprak de oude pro fessor, mie naast, mevrouw Van Heus- den Wt en keek haar teeder aan. Hij kende haar lang genoeg om over deze ending van het verhaal niet verrast te zijn. Tsh,er dan wel ooit een be- •veest Maétf' professortje, lachte me- Toifw van\Heusden, en legde schert send haar möoie., smalle hand op zijn arm, had u zich dan die gelegenheid laten ontgaan, om voor zoo'n arm zalig bedrag voor wonder te mogen spelen Dat weet ik niet, antwoordde hij, ik ben nog nooit in de gelegenheid geweest. Maar. en hier wendde hij zich nieuwsgierig naar haar toe. hoe heeft uw reetje dat wonder toen op genomen O, glimlachte mevrouw Van Heus- den, juist zooals ik het mij had voor gesteld. Toen ze den brief in ont vangst nam ik was er toevallig bij draaide ze hem eerst verbaasd en ongeloovig om en om, zonder hem epen te maken. Toen ging ze ermee naar haar kamer en bleef de rest van den morgen onzichtbaar. Eerst om zes uur kwam ze weer binnen, totaal veranderd, met blozen de wangen en stralende oogen. En toen u zult het misschien vreemd vinden van zoo'n gesloten en zwijgzaam menschenkind toen barstte ze als 't ware los,( en- we kre gen het heele verhaal te hooren. Van het wonder, dat haar overkomen was en dat ze er geen flauw vermoeden van had, wië haar die weldaad be wezen kon hebben, 't Was echt en daarbij lachte ze een heldere, stra lende- kinderlach écht een wonder En daar bleef het bij vroeg de oude professor, en het was duidelijk aan hem te merken, dat hjj met deze ontknooping geenszins tevreden was. Neen, daarbij bleef het niet, antwoordde mevrouw Van Heusden glimlachend en trok haar shawl dich ter om haar smalle schouders. Want toen ik jaren later bij toeval het reetje nog eens ontmoette, toen stel de ze mij plotseling de verrassende vraag Weet u eigenlijk wel, wie inder tijd die onbekende gever was? Neen, loog ik en deed mijn best er zoo onbevangen mogelijk uit te ziën, ik heb er geen flauw idee van. De jonge Andreas, verklaarde ze, die toen in het pension aan tafel naast mij zat. Ach, is 't waar? deed ik en was oprecht verbaasd. Ja, knikte ze, en nu zijn we al drie jaar getrouwd... Ons gelach klonk ver over het meer. Drie fantasie-ensembles van lichtkleurige stof. Bij deze jeugdige costuums vormen bednikte moksseline blouses een smaakvol geheel. de susliky, bewoont de buranducky bij voorkeur de wouden en komt zoowel in beukenbossohen als dennenbos- schen voor. Hij voedt zich met plan ten en zaden en graaft evenals de a»^ dere mormelsoorten een hol voor'zich als woning. Het vel van den buran ducky wordt veel voor imitaties van andere velsoorten gebruikt. Tevens ziet men het dikwijls als voering van mantels en jassen. Ook wbrden hier van wel goedkoope bontmantels ge fabriceerd, terwijl, wanneer dit mode is, buranducky eveneens als zomer- bont een groot artikel kan zijn. We beweerden dan ook niet te veel, door te zeggen, dat de mormelsoorten een veelzijdige plaatsjn den bonthandel innemen. Zoowel naturel als veredeld zien wjj de mormels verwerkt in einde/ooze variaties, voor mantels en shawls, voor moffen en kragen, voor voerin gen en garneeringen. Het mormelvel. heeft een gemiddelde levensduur van ongeveer 6 jaar. De petschaniky gaat veel langer mee, doch de susliky daar entegen haalt de zes jaar alleen in de betere kwaliteiten. /KTén kan den levensduur van eventueele stukken als van susliky b.v. wel aanmerkelyk rekken door deze met een dunne stof op de velzijde te doen pikeeren of ver sterken. De Manufacturier. NESSE Pt. N'241 Enkele modellen van practische schoenen. Wandelschoenen, strand- schoenen, sportschoenen met platte hakken, avondschoentjes met hooge hakken. f 1 Indien men een vrjj grooten tuin heeft, geven verschillende heesters een uitstekende aanvulling. Zij heb ben tevens het groote voordeel, dat zij van jaar tot jaar voller worden en bij goede verzorging rijker bloeien. Wh kunnen afwisselend groenblij- vende en bloeiende heesters in onzen tuin planten en "wat de laatste betreft zullen wjj een ruime keuze moeten- uitzoeken, zóó dat wij gedurende den bloeitijd telkens Weer wat anders heb ben. Wij moeten rekening houden met de ligging van onzen tuin, daar som mige soorten meer, andere minder zon noodig hebben om te gedijen. ^Ook wét betreft de verdere beplan ting moeten wij zoo oordeelkundig mogelijk te werk gaan en b.v. op laag gelegen, vochtigen grond geen rots- tuin aanleggen, daar de planten welke hierbij passen, droge grond verlan gen. Heesters kunnen zoowel in het voor- als najaar geplaatst worden, doch niet wanneer zij reeds blad heb ben. Bollen worden in October in den grond gezet, evenals planten, welke reeds vroeg in het voorjaar bloëien of wortels hebben, welke diep in den grond groeien. Heesters moeten met zorg geplaatst worden en wel zoo, .dat de hoogerê soorten den achtergrond vormen- hiervoor komen lage heesters en vaste planten. Heesters welke pas in den grond gezet zijn, moeten flink begoten wor den, zoodat de omringende aard-* nat blijft. Malva's, stokrozen, delphiniums, margarieten, zonnebloemen, he'ean- then (de kleine soorten) mogen even* 4 min als de doodgewone goudsbloemen ontbreken, verder komt de oucerwet- sche duizendschoon ook weer meer in t?ek. Ook akelei heeft men lang niet gezien, doch wordt meer en meer in stadtuinen geplant en ze zijn met hun elegant gevormde bloemen inderdaad een sieraad. In het voorjaar vergeten wij evenmin violen, vergeet-my -niet jes, madeliefjes, primula's e.a. De lichtpaarse violen^' de cornula's komen ieder jaar weer op en vermenigvul digen zich op goeden grond sterk. Riddersporen met hun diepblauwe tint, digatales, phloxen en herfst- asters mogen evenmin als de mooi ge kleurde lupinen ontbreken. Het zijn vrijwel alle vaste planten en zij heb ben het voordeel, dat wij ze na erkele jaren kunnen schepren. In Mei worden de dahlia's in den grond gezet en indien mogelijk groepsgewijze, de mignon-dhalia's komen weer meer op den voorgrond, omdat deze laag blijven. Het zijn zeer dankbare bloeisters en staan altijd decoratief. Rozen als heesters zooals spi raea's, vlier en jasmijn dat zien we nog veel te weinig in onze tuinen. Hoogstammen en veredelde struik rozen zijn hiervoor natuurlijk niet te gebruiken, maar het rozendomein is gelukkig nog heel wat grooter; men moet het alleen maar weten te ont dekken. De wilde roos, met haar weel derige .rijke bloemenpracht, dat is de aangewezen soort, om als bloeiende heester in onze tuin gekweekt te wor- .den. Bestand tegen vorst, krachtig in groei, rijkbloeiend en mooi in blad al3 ze zijn, is het eigenlijk een wonder, dat deze planten nog niet veel meer als heesters in de tuinen gebruikt worden, temeer daar zij zich in hel najaar nog tooien met de kleurige bottels. In borders of alleenstaand op de hoeken van een gazon, met een muur of met donkergroene naaldhout als achtergrond, overal kunnen ze dienst doen. Ook vele klimrozen kan men als struik vrijuit laten groeien. Men raadplege Hiervoor een goeden rozenkweeker, die gaarne de geschik te soorten zal opgeven. Wie eenmaal de roos als heester in zijn tuin heef' ingevoerd, zal haar niet spoedig weer willen missenMaar haast U er mee, want het is nu hoog tijd. Ze kunnen nu nog gepant worden. Onderhoud van rieten meubelen. Indien oude rieten stoelen een diep doorgezakte zitting hebben, zitten ze ongemakkelijk, doch wij kunnen hier^ in op eenvoudige wijze verbetering brengen. Wij keeren den stoel om, met de zitting op de keukentafel drukken het ingezakte deel zooveel mogelijk terug en bestrijken het met een op lossing van 10 gram zwavelzuur op 1 Liter water (vooral het riet goed nat maken^ en zullen na net drogen bemerken, dat de zitting weer geheel recht getrokken is. Laten bij rieten serremeubelen sommige deelen los, dan koopt men eenige bosjes raffia en omwikkelt hiermede reeds in den aanvang de be schadigde deelen; liefst iets breeder, dan de te repareeren §tukken. üe uit einden worden met kleine spijkertjes vastgezet. Het is een kleine moeite om de voorwerpen te repareeren, zoo dra zich slijtage vertoont en men voorkomt niet alleen reparatiekosten, doch de meubelen kunnen véél langer mee. Naturel pitrieten stoelen worden schoongemaakt met een vlokkenzeep- sopje en in de schaduw buiten ge droogd; door te snel drogen krijgt men onaangenaam krakende stoelen. Op den duur worden lichte rieten meubels, vooral als ze veel gebruikt worden er niet mooier op, doch dan kunnen wij ze op gemakkelijke wijze verven met lakverf in een of andere lichte kleur, waardoor ze een geheel nieuw aanzien krijgen. Donkere rot- tan meubels aanvaarden dankbaar een dek je van blanke vernis. Het spreekt vanzelf, dat de ont werpers der hoeden bij het creëeren hunner nieuwste producten, zoo mo gelijk rekening houden met 't kapsel, waaraan door de dames de voorkeur wordt gegeven. Of wel, het kapsel wordt aangepast a&n de nieuwe hoe- denmo'de. Dit laatste is thans het ge val, althans in Parijs, van waaruit de mode over geheel Europa wordt ge- decrèteerd. De kapsels worden ont worpen "naar ideeën uit lang vervlo gen tijden en handige vingers vormen het haar der dames in den stijl van den Biedermeier-tijd tot omvangrijke krullen, welke opzij tegen 't hoofd "worden gelegd, of tot sierlijke korte lokjes, die het voorhoofd overdekken en die ons de mode der 80-er jaren in herinnering brengen. Nooit werd de laatste jaren aan het haar zooveel zorg besteed als thans, vooral wat de kleur betreft en fta&st de oude ideeën zien we natuurlijk ook de moderne kapsels, welke het haar in sierlijke golven over het hoofd drapeeren of den nek bedekken met postiches (aan gestoken deelen) welke speciaal voor den avond zijn bedoeld. Door het bleeken der haren ver krijgt men allerlei nuances in de kleur, waarbij blond nog steeds bij de dames de voorkeur heeft. De matte zilverglans en de levendige stralende gouden lokken zullen in den zomer het ideaal vormen der moderne vrouw. 1 „Ik was een spion". De verfilming van Martha Cnockaerts levensgeschiedenis. Thalia-Theater. In het Thalia-Theater wordt vanaf n;or- geftavond vertoond het phenomenale film werk „lk was een spion", de verfilming van Martha Cnockaerts levensgeschiedenis. Martha Cnockaert was een Beigiscne ver pleegster, die tydens Men oorlog achter het Duitsche front Duitsche gewonden verpleeg de, doch tegelijkertijd haar land door spion- nage diende. Het Belgische meisje wilde aanvankelyk er niets van weten om de Duitsche gewonden te helpen en by te staan, maar de Duitsche dokter die haar fiulp in riep, deed een beroep op haar menschlie- Martha was de eenige vrouwelijke ver pleegster, zy kweet zich uitnemend van haar taak en zou wellicht nooit er toe ge komen zijn haar leven in de waagschaal te stellen, als zy niet ontmoet had een lid van een geheimen dienst der geallieerden, die haar er toe bracht haar hulp aan dezen dienst te verleenen. Toen het meisje een maal haar hulp had toegezegd was er geen ijveriger en stoutmoediger agent dan Mar tha. Overdag in het hospitaal en 's nachts in het café van haar vader hoort en ziet zy veel. Zy sluit vriendschap met een hospi taalsoldaat, die afkomstig uit den Elzas. de Duitschers vreeselyk haat. In het café hoort Martha het eerste be langrijke nieuws. De aanwezigheid van een opslagplaats precies boven de oude stads- riolen, waar lange stalen cylinders rechtop staan, kan Stephan niet verklaren. Wat zit hier achter? Stephan en Marie besluiten de opslagplaats op te blazen. Juist op den dag dat Martha ontdekt, dat er chloorgas in de cylinders zit, wordt er een groote aanval beraamd. Zy barricadeeren de gang en bla zen het depot op. Dit voorval verontrtust de Duitsohers. De aanblik echter van al die door gas vergiftigde Belgen en Engelschen spoort Martha aan tot verdere pogingen. Op zekeren dag vertelt een oude bromme rige Duitsche soldaat in het café dat er bul ten de stad een kerkparade gehouden zal worden. Martha brengt het nieuws aan het Engelsche Hoofdkwartier over en de parade wordt vanuit vliegmachines gebombardeerd. Voor de buitengewone diensten die zy dien vreeselyken dag bewijst, ontvangt zy van den Stadscommandant, die zich zeer inte- resseerd voor de mooie verpleegster, het ijzeren kruis. Zij werkt te hard, zegt hij en heeft rust noodig. Hy vraagt haar hem naar Brussel te vergezellen. Aangezien Martha in Brussel waarsohijnlyk de juiste datum van het a.s. bezoek van den Keizer te weten kan komen, stelt zien haar vader landsliefde boven haar eer en gaat mee me£ den commandant. Het gericht dat de Keizer- den volgenden Zondag om 11 uur zal komen, geeft zy op de gebruikelijke wijze door. Maar Zondagmorgen om 11 uur is Martha in gezelschap van den commandant. Zij wordt betrapt en hy twijfelt er niet aan of zy is schuldig. Hy belooft haar te zullen redden als zy de namen van haar mede plichtigen noemt. Martha ontkent alles. Het feit dat haar horloge in de nabijheid van de opslagplaats gevonden is, doet haar niet bekennen. De cjjpmandant is woedend op het weerspannige meisje en laat haar ar resteeren. Haar schuld wordt onweerlegbaar bewezen door de Krijgsraad en het dood vonnis wordt uitgesproken. Maar de com mandant wenscht het meisje niet op deze wyze te zien sterven wil het Hof het vonnis niet veranderen jn levenslange ge vangenisstraf als zy haar medeplichtigen verraadt? De Krijgsraad stemt toe. Maar Martha volhardt in haar stilzwijgen en het doodvonnis wordt gehandhaafd. Nu bekent Stephan om "het leven van het meisje dat hy liefheeft te redden, zijn medeplichtig heid en wordt ter dood veroordeeld, terwijl Martha wegkwijnt in de gevangenis tot den dig waarop zy het fluiten van de Schotsche pyperfe hoort. Zou dit nog in staat zijn de zwaar getroffen Martha op te beuren en haar den moed te geveh het leven opnieuw te beginnen? In deze magnifieke film, die geheel in Engeland werd opgenomen, worden de hoofdrollen vervuld door ftjadeleine Carrol, Conradt Veidt en Herbert Marshall. De regie is van Victor Saville. Marlène Dietrich in „Tsarina van Rusland". Schouwburg- Onder den titel „Tsarina van Rusland" brengt de Paramount een verfilming van het leven van Catharina de Groote. De regie is van Joseph von Sternberg. Met Mariene Dietrich treden in deze film in de hoofd rollen op John Lodge, Jan Jaffe en Louise Dresser. In „Tsarina van Rusland" wordt in beeld gebracht de episode der Russische geschie denis voorafgaande aan de troonsbestijging van Catharina de Tweede. Eén en ander is op groote schaal verfilmd in diverse scènes treden duizenden figuran ten op, de aankleeding is in alle opzichten af en de décors werken in groote mate mede tot het scheppen van de grootsche, doch primitieve en ruwe sfeer van het Russiche hof dier dagen. De geheele film spreekt van Von Sternberg's meesterschap, het is een juweeltje van regie en ook de fotografie is De begeleidende muziek speelt een be langrijke rol er zijn groote stukken film waarop geen woord gesproken wordt en deze muziek is meesterlijk gekozen en aan gepast bjj de handeling. Mariene Dietrich is prachtig als altijd en speelt de Catharina op de haar eigen in getogen wyze. Het is verbluffend, zoo jong zij er in den aanvang, wanneer zij een ze ventienjarig meisje speelt, uitziet, en zeer knap is de overgang van het meisje tot de ervaren vrouw uiigebeeld. „Tsarina van Rusland" is eert meester werk vjj.n afeet en verplaatst den toeschou wer naar het achttiende-eeuwsche, Russische hof op een wijze, die de werkelijkheid vol komen doet vergeten. Men zal zich herinneren dat de Schouw burg-Bioscoop in het begin van het seizoen Elisabeth Bergner in de rol van Catharina de Groote heeft gebracht met Douglas Fair banks Jr. in de rol van den deerniswaardi- OP DE HOOGTE. Muller: Hoor jk daar het brandalarm Jansen: - Alarm is dat niet, want ik verwacht het. gen dwazen vorst, die verteerd door jalouzie en wantrouwen het leven van zijn jongs schoone gemalin tot een hel maakte. Deze film van de groote Bergner werd vervaar digd door een Engelsche filmmaatschappij De film werd in Duitschland verboden om dat de niet-arische Elisabeth Bergner er de hoofdrol in speelde. Het was wel frappan: dat juist de Ufa dit Engelsche product r. haar eigen theaters bracht. Men zal zich herinneren hoe schitterend deze begenadigde kunstenares, bekend ook uit „Der traumende Mund", de rol van de groote keizerin speelde en groote schoon heid verleende aan dit historisch filmwerk. Thans kan men Mariene Dietrich, even eens een Duitsche kunstenares in deze rol bewonderen. Wjj herinneren eraan dat Mar iene Dietrich haar groote kans heeft ge kregen toen von Sternberg, uitgeleend door de Paramount, voor de Ufa een film kwam m^ken („De Blauwe Engel" met Emil Jan- nings) en lang tevergeefs zocht naar een vertolkster van de vrouwelijke hoofdrol, die mooi, beschaafd en muzikaal moest zyn en Engel sch moest kunnen spreken. Von Sternberg zorgde ervoor, dat na af loop van de opnamen de Paramount Mar iene Dietrich een contract aanbood en bij gevolg stak zy in April 1930 naar Amerika over. In enkele jaren is zy daar tot een on geëvenaarde wereldroem geklommen met films als „Marokko", „Onteerd", „Shanghai Express", „Blonde Venus", „Song of Songs" en thans „Tsarina van Rusland". Sigvard Bernadotte bij Metro-Goldwyn. Het Handelsblad verneemt uit Holly wood. dat Sigvard Bernadotte, ex-prins van Zweden, tot technisch adviseur 1s benoemd van Edward Sedgwick, die de regie voert van de Metro-Goldwyn-Mayer film „Murder in the Fleet". De Zweed- sche prins ging naar Amerika ha erva ring te hebben opgedaan in verschillende Europeesche studio's, en teekende een contract met Metro-Goldwyn-Mayer. Zijn kennis van internationale navigatie- aangelegenheden leidde hiertoe; bedoel de film. een detective-geschiedenis, speelt namelijk aan boord van een oorlogsschip. Iets voor voetbalclubs 7 Toen James Flood met Cary Grant, Myr- na Loy en opnamestaf op het vliegveld Mines Field aankwamen om opnamen te maken voor de Paramount-vliegfilm „Wings in the Dark", moesten zy tot hun groote teleurstelling constateeren, dat de aanhou dende regens het veld in een soort moeras hadden omgezet. Dus de opnamen een paar weken uitstel len? Och, kom, nog nooit zijn filmmenschen voor zulke kleine moeilijkheden terugge deinsd. Mr. Flood is getrouwd en herinner de zich nu hoe zyn vrouw heur haar pleegt te drogen met een föhn-apparaat. Zyn vin dingrijk brein vond de oplossing en binnen enkele minuten waren enkele vliegtuigen bezig rondjes te taxiën over het veld. Een uur later konden de opnamen begin nen. Alle plassen en meertjes- waren ver dwenen, de schroefwind der vliegtuigen had ze weggeblazen! 1 RECHTZAKEN Zware mishandeling. Student tot vier maanden gevan- genisstraf veroordeeld. De 21-Jarige student G. C. V., uit Rot terdam, laatstelijk wonende in Bingen (DJ, heeft terecht gestaan terzake van poging tot doodslag, doordat hij in den nacht van 5 Februari j.l. op den Rotter- damscheweg onder Delft getracht heeft, twee agenten van politie met een door hem bestuurde auto te overrijden Zij konden het gevaar slechts ontkomen, door snel ter zijde te springen. V., die deswege tien maanden gevangenisstraf tegen zich hoorde elschen, werd op de 1 terechtzitting in arrest gesteld, doch j eenige dagen later op verzoek van zijn I verdediger. Jhr. mr. Sandberg. in vrijheid gesteld 1 De rechtbank, gisteren vonnis Wijzend, veroordeelde verdachte tot vier maanden I gevangenisstraf, wegens poging tot zware I mishandeling. Een verhaal van Hollandse Indianen. Van een Blaehttrog die een oorlogsschip werd, door JAN VAN DEN BERG. Het was Woensdag en dus haden we vrij van school. Onze hele stam was bijeen ge komen by Frans Gull, want we hadden af gesproken om te gaan zwemmen en te zon nebaden op het eiland midden in de rivier waaraan ons dorp ligt. Het was echt fijn weer, voor het eerst na een tyd, en in een oogwenk waren we in bet water en zwommen om het hardst. Na tuurlijk won Frick het. Hij doet altyd aan wedstrijden mee, en altyd wint hy de èerste prijs. We waren al lang en breed uit het water, en we lagen zo'n beetje te dommelen in de zon, toen er opeens een reuze lawaai in de lucht was. Het was een geroep en geschreeuw, en ik wist direct dat het de vijandelijke stam was van de Zwarte Ade laars, die ons altyd en overal komen opzoe ken om het ons lastig te maken. Ze wonen in het dorp, een)kwartier van ons vandaan. Ik kon eerst niets zien toen ik mijn ogen opendeed, door de zon, maar toen ik weer zag, dacht ik dat ik droomde. De hele stam van de Zwarte Adelaars zag ik op ons eiland staan springen en gillen, en het mooiste was dat zy allemaal droge kleren hadden! Hoe waren zij dan op het eiland gekomen? Ik zag het al gauw: ze hadden een hele vloot hoe ze déér aan kwamen was «lij een raadsel en dus moesten wy zorgen óók gauw zo'n vloot te hebben. Dat was het eerste wat ik bedacht. Wy waren in de min derheid, dus we lagen er al spoedig onder, hoe hard we ook vochten. Misschien kwam hetfcok doordat we nog half sliepen. Toen we weer alleen waren in de verte zagen we de vloot van de Zwarte Adelaars onder triomphantelyk: „Wè-wèü" geroep van de bemanning de stroom afdrijven gingen we beraadslagen. Natuurlijk .waren we het er allemaal over eens dat we ons moesten wreken en dat we óók een vloot moesten hebben. Hoe komen we er aan, peinsde Karei, die altijd nogal praetisch is. Dat verzinnen we wel, zei ik, we moe ten het er nu eerst over eens zyn dat we een vloot moeten hebben. Dat zijn we toch immers allang, zei Vic. Dan moeten we er allemaal over gaan nadenken hóe we er aan, moeten komen, zei ik waardig. Nadenken lui! beval Tom, die mij altijd voor de gek houdt. Maar ik ben verstandig en let er niet op. Toen gingen we weer allemaal zonne baden en nadenken, want we waren ver schrikkelijk lui, dus we hadden geen zin om op jacht te gaan. Er gingen eey paar dagen voorbij, en nog steeds wisten we niet hoe we ons moesten wreken en hoe we konden komen aan een vloot. Want zonder vloot konden we de Zwarte Adelaars niet te lift gaan, daar wa- ren we het allemaal over eens. Die paar dagen gingen echter saai voor bij. We zaten in de repetities, dat kwam er nog by ook. Echt vervelend. En wanneer we niet werkten, zaten we te denkeen, te denken...! En toen kreeg ik een idee! Dat kun je zoo opeens hebben hè? Ik vond het vrij dom van mezelf dat ik er niet eerder aan gedacht had. De grote slachttrog voor onze kermisvar- kpns, dat was een pracht vaartuig. Ons dorp telt dertig boerderijen, dus we kunnen een vloot van dertig schepen bij el- naar krijgen. Ik kreeg het idee op school, tydens het vrye kwartier, en toen ik thuis kwam, rende ik meteen naar de schuur, waar vader's slachttrog rustig stond, naast de oude ploeg. Vic en Karei waren met me mee geko men en we begonnen vlug de trog te ver anderen in een oorlogsschip. Er kwamen een paar banken in, een mast in het midden. Van groote korenscheppen -- vader had ze pas nieuw gekocht maakten we bruik bare riemen. Klaar! 's Middags gingen we de hele stam bij elkaar halen en trots toonden we ons werk. Iedereen was verrukt! Maar hij moet een naam hebben! zei Karei, terwijl hy nadenkend over de ban ken streek. Pas op voor splinters, waarschuwde Vic. Ja, je hebt gelijk jo, hjj moefeen naam Zeezwaluw, stelde ik voor. Ja, voor een oorlogsschip! hoonde Tom. Rivierkreeft, zei Vic. Alligator, zei Karei. Het schip heet „Othello", zei Peter kort en bondig. In een oude kalender had hij die mooie naam „Othello!" Ja, dat is een reuze naam! riepen wij allemaal. Maar toen riep er opeens é*n uit de stam, wie het was wist ik niet: Othello is een Mijn oom heeft een hond, die Dus die naam niet. Mismoedig zochten we naar een andere. Nadenken, lui! zei Tom. Hy sloeg me hardhandig op mijn^ schouder. Ik weet er één! riep Vic opeens, zó hard, dat we ons allemaal ik weet niet wat schrokken. Groene kraai! stjlde hy voor met een stralend gezicht. Werkelijk wel aardig, meende Tom goedkeurend. Gelukkig dachten we er alle maal zo over! f Nu waren we klaar. Het was nog vroeg, dus tijd genoeg om de „Groene Kraai" van stapel te laten, lopen. Dus trokken we allemaal naar de rivier. Het schip werd op de glo'oiende oever ge zet en Karei en ik schoven hem naar be neden, tot hij zwaar in het water neer kwam. Hoera! Daar ga je! schreeuwden we om het hardst. Omdat Vic, Karei en ik de Groene Kraai .gebouwd" hadden,'mochten w(j de proef tocht maken die ons overigens niet mee viel! Zó vohnaakt was het ding nu ook niet en toen we instapten kiepte hij gevaarlijk naar stuur- en bakboord! En toen we er goed en wel inzaten begon hij als maar in de rondte te draaien. Hé, je zit verkeerd Vic! schreeuwde ik. Ach, je zit zelf verkeerd, riep die terug. Toe, ga nu een beetje meer niar bin nen zitten, riep nu ook Karei ,die het hoofd van onze stam is, en dns moest Vic wel hoor, bij een schuchtere po ging van Vic om te gaan verzitten, kwam er opeens een schep water over de rand van het trotse vaartuig heen! Eu in minder dan geen tijd lagen wij in het water. De Groene Kraai dreef al ondersteboven in het midden van de rivier... Met moeite kwamen we aan de kant. Toen zagen we de Groene Kraai al niet eens meer. Jö.daar gaat je vaders slachttrog! riep Vic. En je vader's roeispanen! zei Tom. Blij dat ik jou niet ben, vond Peter. Ik keek wel wat sip, want erg leuk vond j ik mijn positie niet. Veen kans om de Groene Kraai terug te krijgen was er ook et. Die dreef de Rijn af en vast en zeker kkm hy morgen of overmorgen in de Noordzee terecht. Ik zag vaders woedende blikUl Wat moest ik doen? I had niet de moed om het vader te ver- telleiOVertellen zou ik het, in ieder getfal. Dat wasSBc vast van plan, maar Maandag, of Dinsdag* Haast was er niet bij. Maandag zaten we net thee te drinken toen Lucas, onze knecht, thuis kwam van de molenaar. De wagen was zwaar beladen met zakken meel; Bles had zwaar trekken! Maar wat lag daar bovenop al die zak ken? Als een reuzenschlldpad De „Groene Kraai". -A Hé, wat brengt Lucas nou mee zei vadfcr stomverbaasd. Lucas kwam binnen en achter hem aan trok hij ons oorlogsschip. Duidelijk kon je de letters lezen „Groene Kraai". Baas, zei Lucas, Muller (dat was de molenaar) laat zeggen dat hy dit in het riet heeft gevonden. Het is onze slachttrog, zie je wel? Vader keek, nog steeds zeer verbaasd, naar mijn zondaars gezicht De volgende ogenblikken beschrijf liever niet; ze wpren „pijnlijk" en ik denk er niet graag aan terug!

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 4