Het mormeldier.
Heesters en bloenjen in onzen tuin.
Meer Rozen.
Het kapsel en de mode.
FILMNIEUWS.
VOOR DE JEUGD.
„De Groene Kraai"
loopt van stapel.
Het mormeldier of de marmot
neemt in de bontwereld een veelzij
dige plaats in. Het is een dier, dat in
ons land, althans in het wild, niet
voorkomt. Toch is het daarom voor de
meesten onzer geen onbekende, üe
tijd, dat de zigeuners jongens uit Sa-
voye met een marmot van hui£ tot
huis trokken en onder een gepast lied
je en een simpel kunstje van het dier
tje, eenige penten of een boterham op
haalden, die tijd ligt reeds vele jarqp
achter ons. Het mormeldier bereikt
ongeveer een lengte van 40 c.M., zon
der den ongeveer 10 c.M. langen
staart. De pels bestaat uit kort wol-
haar en tamelijk lange bovenharen.
De kleur over den rug is bruin tot
bruinzwart met bij den kop eenige
witte slippen. De buik, de nek en de
onderkant van den staart zijn rpod-
aehtig bruin. Aan de zijkanten en van
achteren is zij weer lichter van kleur.
Oogen en klauwen zijn donker, bijna
zwart. Hiernaast treft men ook ge
heel zwarte zoowel als wit gevlekte
dieren aan. Het Europeesche mormel
dier komt het meest voor in de Zuide
lijke Alpen (iSavoye), in de Pyre
neeën en in de Karpathen. Hij zoekt
dus zooveel mogelijk zijn woonplaats
in de bergen en wordt dan ook zelden
in lagere streken gevonden. Zijn le
venswijze komt eenigszins overeen
met die van het wilde konijn. Ook van
hem kan gezegd worden: „hoe een
zamer de streek, hoe veelvuldiger hij
Voorkomt." Evenals het konijn leeft
hij in holen. Des winters houdt hij
een langen winterslaap, soms wel-van
8 tot 9 maanden. De marmot graaft
zich een zomer- en winterverblijf. De
zomerverblijven zijn hoog gelegen,
tot soms '2500 meter boven den zee
spiegel. Het zijn eenvoudige verblij-
PRACTISCH.
Zoo'n handtasch-parapluie is toch bui
tengewoon makkelijk. Tóch zou ze nog wel
een maat grooter kunnen zijn!
ven met verschillende toegangen en
vluchtopeneningen. Hier worden ook
de jongen geboren. Voor de winter
verblijf plaats wordt gewoonlijk een
aanmerkelijk lager gedeelte van het
•gebergte uitgezocht. Deze is groot en
ruim en dient voor huisvesting van de
geheele familie van 6 tot 16 stuks,
bene^^s tot bergruimte van de wm-
terproovisie. Deze bestaat voorname
lijk uit hooi. De marmot neeft een
waggelende gang, waarbij de buik
meestal eenigszins op den grond
sleept. De geoefende jager vindt dan
ook gemakkelijk zijn spoor. Het voed
sel van de marmot bestaat voorname
lijk uit^gras en planten. Men vangt
haaf het meest door middel van val
len. Er is een tijd geweest, dat het
gewone morn\elvel een groot handels
artikel was, doch deze tijd is voorbij
en andere mormelsoorten hebben zijn
plaats ingenomen. De voornaamste
daarvan is de
Petschaniky-mormel,
wplke in den tegenwoordigen tijd veel
irl naturelgevraagd wordt voor de
fabrikatie van damesmantels, be
Petschaniky-mormel heeft ongeveer
dezelfde grootte als de gewone mar
mot.
(Jok zijn levenswijze is ongeveer
gelijk, doch in tegenstelling met het
gewone mormeldier, dat uitsluitend
de hooge bergen bewoont, leeft de_
Petschaniky op het vlakke land. Zijn
woongebied vindt men van Polen en
Galicië tot over een groot gedeelte van
Centraal Azië tot aan den Amoer en
Kamschatka. Vooral in de steppen
van Centraal-Azië komt hij in groo-
ten getale voor. Zijn dichte pelfc is
grijsbruin en leent zich ook, mede
door de gunstige haarstructuur, bij
zonder goed voor het imiteeren van
biSam, nertz en sabel. Tevens worden
de lichtste tinten bewerkt en gebleekt
om na diverse andere bewerkingen
als hermelijn-imitatie te worden ver
handeld. Deze imitaties zijn werke
lijk verbluffend mooi uitgevoerd, zoo
dat zelfs een vakman zich hierover bij
herhaling kan verbazen. Van minder
waarde, doch even goed een groot
handelsartikel is de pels van de
Susliky.
Susliky is de Russische en tegelijk
de handelsnaam van de gewone ziesel.
Een dier, dat in bijna het geheele
Oosten van Europa voorkomt en wel
in de beste kwaliteiten in Polen* Rus
land, Siberië, Oostenrijk en Honga
rije. De ziesel is een aardig diertje,
#vé
ongeveer even groot als de hamster
en ongeveer 25 c.M. lang, zonder den
staart, welke ongeveer 6 a 8 c.M. lang
is. In zjjn doen en laten is hij echter
aanmerkelijk vlugger en bevalligei
dan de hamster. Hij heeft een losse
sterk aanliggende pels van ietwat
stijve haren, welke geelachtig grijs
van kleur zijn met onregelmatige
donkergele golvingen. Aan den buik,
de kin en den hals bevinden zich eeni
ge eveneens onregelmatige lichte vlek
ken. Zijn levenswijze komt geheel mei
de hiervoor genoemde mormelsoorten
overeen. Hij leeft bij voorkeur op
droge, kale viakten, op uitgestrekte
grasvelden of akkers. Hij houdt van
een gemengden zand- en leembodem,
waar hem het graven gemakkelijk
valt. De dieren graven elk afzonder
lijk een hol van ongeyeer 1 a U/2 M
diepte. De wijfjes graven hun hol ge
woonlijk dieper dan de mannetjes.
Een speciale ruinate wordt gereser
veerd voor de winterprovisie, welke
als bij de andere murmelsoorten,
voornamelijk uit gras of nooi bestaat.
Overigens verschalkt de susliky ook
gaarne een' muis of een niet al te
j^rooten vogel, terwijl hij tevens eeu
liefhebber van eieren schijnt te zijn.
De susliky zelf is op zijn beurt een
welkome prooi voor de hermelijn,
bunzing, marter, valk en reiger. Maar
■zijn grootste vijand is ook hier weer
de mensch. Jaarlijks worden ze, voor
namelijk in vallen, bij groote hoeveel
heden gevangen en aan de markt ge
bracht. Vele vellen komen naturel in
den handel en worden voornamelijk
voor voeringen van mantels en jas
sen gebruikt. De betere kwaliteiten
komen als nertz-susliky of nertz-
mormel in den handel.
Als laatste der hier te noemen mor
melsoorten willen wij nog noemen de
Buranducky,
de gestreepte Siberische aard-eek
hoorn of boeroendoek. Deze is onge
veer even groot, soms iets grooter dafi
de susliky en is plomper gebouwd.
De kleur Van de ko^te, ruige, dicht
aanliggend^ vacht is aarf den kop. den
hals en de zijden van deif romp geel
achtig en bevat vele lange haren met
witte spitsen. Over den rug loopen
vijf overlangsche zwarte strepen, die
strooken van ongelijke breedte'be
grenzen. De middelste streep is boven
den ruggegraat gelegen, de beide vol
gende strekken zich van den kop tot
aan de achterpooten ilit. Daartus-
schen bevindt zich een bleekgele
strook. De buik is geelachtig wit. In
tegenstelling met de hiervoor genoem-
hierover nog in gepeins verzonken,
toen ik in de kamef naast mij aan de
deur hoorde kloppen, waarna een hel
dere, frissche meisjesstem weerklonk.
Blijkbaar had de kleine bezoek gekre
gen en ik verheugde me oprecht om
haar. Ik nam een boek en ging zittfen
lez'èn en liet dë twee daarnaast aan
hun lot over. Een tijdlang kabbeldt
het gesprek rustig voort, tot ik plot
seling heel duidelijk een opgewonden
stem depe woordert hoorde uitstooten
Als ik het geld morgen niet heb.
dan weet%ik niet wat er gebeurt...
Hoeveel is het vroeg de heldere
meisjesstem, maar ze klonk nu merk
baar bedrukt.
^Twintig mark
Twintig mark...? Er heerschle
een oogenblik stilzwijgen en toen
kwam er bedeesdIk geloof niet,
dat ik je daaraan helpen kan, maar
misschien... Doch hier brak ze af en
ik hoorde niets meer dan het ruste
looze op en neer gaan der schreden
Ik had mijn boek natuurlijk allang
terzijde gelegd. Twintig mark...?
Snel maakte ik mijn berekeningen.
Als ik op mijn begrooting nog hier en
daar iets schrapte en een paar din
gen, die ik mij had willen aanschaf
fen, tot na den eersten uitstelde, dan
zou het misschien wel gaan.
Er zou werkelijk een wonder
moeten gebeuren, zei het reetje, en ik
moest onwillekeurig lachen.
Een wonder, om in het bezit van
twintig mark te komen?
Kort en goed, ik deed mijn laatste.
zorgvuldig bewaarde briefje in een
enveloppe, adresseerde den brief aan
Fraulèrai Hannelore Scholz en bracht
hem onmiddellijk naar de post.
"ftfltuurljjk, sprak de oude pro
fessor, mie naast, mevrouw Van Heus-
den Wt en keek haar teeder aan. Hij
kende haar lang genoeg om over deze
ending van het verhaal niet verrast
te zijn. Tsh,er dan wel ooit een be-
•veest
Maétf' professortje, lachte me-
Toifw van\Heusden, en legde schert
send haar möoie., smalle hand op zijn
arm, had u zich dan die gelegenheid
laten ontgaan, om voor zoo'n arm
zalig bedrag voor wonder te mogen
spelen
Dat weet ik niet, antwoordde
hij, ik ben nog nooit in de gelegenheid
geweest. Maar. en hier wendde hij
zich nieuwsgierig naar haar toe. hoe
heeft uw reetje dat wonder toen op
genomen
O, glimlachte mevrouw Van Heus-
den, juist zooals ik het mij had voor
gesteld. Toen ze den brief in ont
vangst nam ik was er toevallig
bij draaide ze hem eerst verbaasd
en ongeloovig om en om, zonder hem
epen te maken. Toen ging ze ermee
naar haar kamer en bleef de rest van
den morgen onzichtbaar.
Eerst om zes uur kwam ze weer
binnen, totaal veranderd, met blozen
de wangen en stralende oogen.
En toen u zult het misschien
vreemd vinden van zoo'n gesloten en
zwijgzaam menschenkind toen
barstte ze als 't ware los,( en- we kre
gen het heele verhaal te hooren. Van
het wonder, dat haar overkomen was
en dat ze er geen flauw vermoeden
van had, wië haar die weldaad be
wezen kon hebben, 't Was echt en
daarbij lachte ze een heldere, stra
lende- kinderlach écht een wonder
En daar bleef het bij vroeg de
oude professor, en het was duidelijk
aan hem te merken, dat hjj met deze
ontknooping geenszins tevreden was.
Neen, daarbij bleef het niet,
antwoordde mevrouw Van Heusden
glimlachend en trok haar shawl dich
ter om haar smalle schouders. Want
toen ik jaren later bij toeval het
reetje nog eens ontmoette, toen stel
de ze mij plotseling de verrassende
vraag
Weet u eigenlijk wel, wie inder
tijd die onbekende gever was?
Neen, loog ik en deed mijn best
er zoo onbevangen mogelijk uit te
ziën, ik heb er geen flauw idee van.
De jonge Andreas, verklaarde
ze, die toen in het pension aan tafel
naast mij zat.
Ach, is 't waar? deed ik en was
oprecht verbaasd.
Ja, knikte ze, en nu zijn we al
drie jaar getrouwd...
Ons gelach klonk ver over het
meer.
Drie fantasie-ensembles van lichtkleurige stof.
Bij deze jeugdige costuums vormen bednikte moksseline blouses een
smaakvol geheel.
de susliky, bewoont de buranducky bij
voorkeur de wouden en komt zoowel
in beukenbossohen als dennenbos-
schen voor. Hij voedt zich met plan
ten en zaden en graaft evenals de a»^
dere mormelsoorten een hol voor'zich
als woning. Het vel van den buran
ducky wordt veel voor imitaties van
andere velsoorten gebruikt. Tevens
ziet men het dikwijls als voering van
mantels en jassen. Ook wbrden hier
van wel goedkoope bontmantels ge
fabriceerd, terwijl, wanneer dit mode
is, buranducky eveneens als zomer-
bont een groot artikel kan zijn. We
beweerden dan ook niet te veel, door
te zeggen, dat de mormelsoorten een
veelzijdige plaatsjn den bonthandel
innemen.
Zoowel naturel als veredeld zien wjj
de mormels verwerkt in einde/ooze
variaties, voor mantels en shawls,
voor moffen en kragen, voor voerin
gen en garneeringen. Het mormelvel.
heeft een gemiddelde levensduur van
ongeveer 6 jaar. De petschaniky gaat
veel langer mee, doch de susliky daar
entegen haalt de zes jaar alleen in de
betere kwaliteiten. /KTén kan den
levensduur van eventueele stukken
als van susliky b.v. wel aanmerkelyk
rekken door deze met een dunne stof
op de velzijde te doen pikeeren of ver
sterken.
De Manufacturier.
NESSE
Pt. N'241
Enkele modellen van practische schoenen. Wandelschoenen, strand-
schoenen, sportschoenen met platte hakken, avondschoentjes met hooge
hakken. f 1
Indien men een vrjj grooten tuin
heeft, geven verschillende heesters
een uitstekende aanvulling. Zij heb
ben tevens het groote voordeel, dat
zij van jaar tot jaar voller worden en
bij goede verzorging rijker bloeien.
Wh kunnen afwisselend groenblij-
vende en bloeiende heesters in onzen
tuin planten en "wat de laatste betreft
zullen wjj een ruime keuze moeten-
uitzoeken, zóó dat wij gedurende den
bloeitijd telkens Weer wat anders heb
ben.
Wij moeten rekening houden met
de ligging van onzen tuin, daar som
mige soorten meer, andere minder
zon noodig hebben om te gedijen.
^Ook wét betreft de verdere beplan
ting moeten wij zoo oordeelkundig
mogelijk te werk gaan en b.v. op laag
gelegen, vochtigen grond geen rots-
tuin aanleggen, daar de planten welke
hierbij passen, droge grond verlan
gen.
Heesters kunnen zoowel in het
voor- als najaar geplaatst worden,
doch niet wanneer zij reeds blad heb
ben. Bollen worden in October in den
grond gezet, evenals planten, welke
reeds vroeg in het voorjaar bloëien
of wortels hebben, welke diep in den
grond groeien.
Heesters moeten met zorg geplaatst
worden en wel zoo, .dat de hoogerê
soorten den achtergrond vormen-
hiervoor komen lage heesters en vaste
planten.
Heesters welke pas in den grond
gezet zijn, moeten flink begoten wor
den, zoodat de omringende aard-* nat
blijft.
Malva's, stokrozen, delphiniums,
margarieten, zonnebloemen, he'ean-
then (de kleine soorten) mogen even*
4
min als de doodgewone goudsbloemen
ontbreken, verder komt de oucerwet-
sche duizendschoon ook weer meer in
t?ek. Ook akelei heeft men lang niet
gezien, doch wordt meer en meer in
stadtuinen geplant en ze zijn met hun
elegant gevormde bloemen inderdaad
een sieraad. In het voorjaar vergeten
wij evenmin violen, vergeet-my -niet
jes, madeliefjes, primula's e.a. De
lichtpaarse violen^' de cornula's komen
ieder jaar weer op en vermenigvul
digen zich op goeden grond sterk.
Riddersporen met hun diepblauwe
tint, digatales, phloxen en herfst-
asters mogen evenmin als de mooi ge
kleurde lupinen ontbreken. Het zijn
vrijwel alle vaste planten en zij heb
ben het voordeel, dat wij ze na erkele
jaren kunnen schepren.
In Mei worden de dahlia's in den
grond gezet en indien mogelijk
groepsgewijze, de mignon-dhalia's
komen weer meer op den voorgrond,
omdat deze laag blijven. Het zijn zeer
dankbare bloeisters en staan altijd
decoratief.
Rozen als heesters zooals spi
raea's, vlier en jasmijn dat zien
we nog veel te weinig in onze tuinen.
Hoogstammen en veredelde struik
rozen zijn hiervoor natuurlijk niet te
gebruiken, maar het rozendomein is
gelukkig nog heel wat grooter; men
moet het alleen maar weten te ont
dekken. De wilde roos, met haar weel
derige .rijke bloemenpracht, dat is de
aangewezen soort, om als bloeiende
heester in onze tuin gekweekt te wor-
.den. Bestand tegen vorst, krachtig in
groei, rijkbloeiend en mooi in blad al3
ze zijn, is het eigenlijk een wonder,
dat deze planten nog niet veel meer
als heesters in de tuinen gebruikt
worden, temeer daar zij zich in hel
najaar nog tooien met de kleurige
bottels. In borders of alleenstaand op
de hoeken van een gazon, met een
muur of met donkergroene naaldhout
als achtergrond, overal kunnen ze
dienst doen. Ook vele klimrozen kan
men als struik vrijuit laten groeien.
Men raadplege Hiervoor een goeden
rozenkweeker, die gaarne de geschik
te soorten zal opgeven. Wie eenmaal
de roos als heester in zijn tuin heef'
ingevoerd, zal haar niet spoedig weer
willen missenMaar haast U er mee,
want het is nu hoog tijd. Ze kunnen
nu nog gepant worden.
Onderhoud van rieten meubelen.
Indien oude rieten stoelen een diep
doorgezakte zitting hebben, zitten ze
ongemakkelijk, doch wij kunnen hier^
in op eenvoudige wijze verbetering
brengen.
Wij keeren den stoel om, met de
zitting op de keukentafel drukken
het ingezakte deel zooveel mogelijk
terug en bestrijken het met een op
lossing van 10 gram zwavelzuur op
1 Liter water (vooral het riet goed
nat maken^ en zullen na net drogen
bemerken, dat de zitting weer geheel
recht getrokken is.
Laten bij rieten serremeubelen
sommige deelen los, dan koopt men
eenige bosjes raffia en omwikkelt
hiermede reeds in den aanvang de be
schadigde deelen; liefst iets breeder,
dan de te repareeren §tukken. üe uit
einden worden met kleine spijkertjes
vastgezet. Het is een kleine moeite
om de voorwerpen te repareeren, zoo
dra zich slijtage vertoont en men
voorkomt niet alleen reparatiekosten,
doch de meubelen kunnen véél langer
mee.
Naturel pitrieten stoelen worden
schoongemaakt met een vlokkenzeep-
sopje en in de schaduw buiten ge
droogd; door te snel drogen krijgt
men onaangenaam krakende stoelen.
Op den duur worden lichte rieten
meubels, vooral als ze veel gebruikt
worden er niet mooier op, doch dan
kunnen wij ze op gemakkelijke wijze
verven met lakverf in een of andere
lichte kleur, waardoor ze een geheel
nieuw aanzien krijgen. Donkere rot-
tan meubels aanvaarden dankbaar een
dek je van blanke vernis.
Het spreekt vanzelf, dat de ont
werpers der hoeden bij het creëeren
hunner nieuwste producten, zoo mo
gelijk rekening houden met 't kapsel,
waaraan door de dames de voorkeur
wordt gegeven. Of wel, het kapsel
wordt aangepast a&n de nieuwe hoe-
denmo'de. Dit laatste is thans het ge
val, althans in Parijs, van waaruit de
mode over geheel Europa wordt ge-
decrèteerd. De kapsels worden ont
worpen "naar ideeën uit lang vervlo
gen tijden en handige vingers vormen
het haar der dames in den stijl van
den Biedermeier-tijd tot omvangrijke
krullen, welke opzij tegen 't hoofd
"worden gelegd, of tot sierlijke korte
lokjes, die het voorhoofd overdekken
en die ons de mode der 80-er jaren in
herinnering brengen. Nooit werd de
laatste jaren aan het haar zooveel
zorg besteed als thans, vooral wat de
kleur betreft en fta&st de oude ideeën
zien we natuurlijk ook de moderne
kapsels, welke het haar in sierlijke
golven over het hoofd drapeeren of
den nek bedekken met postiches (aan
gestoken deelen) welke speciaal voor
den avond zijn bedoeld.
Door het bleeken der haren ver
krijgt men allerlei nuances in de
kleur, waarbij blond nog steeds bij de
dames de voorkeur heeft. De matte
zilverglans en de levendige stralende
gouden lokken zullen in den zomer
het ideaal vormen der moderne
vrouw. 1
„Ik was een spion".
De verfilming van Martha Cnockaerts
levensgeschiedenis.
Thalia-Theater.
In het Thalia-Theater wordt vanaf n;or-
geftavond vertoond het phenomenale film
werk „lk was een spion", de verfilming van
Martha Cnockaerts levensgeschiedenis.
Martha Cnockaert was een Beigiscne ver
pleegster, die tydens Men oorlog achter het
Duitsche front Duitsche gewonden verpleeg
de, doch tegelijkertijd haar land door spion-
nage diende. Het Belgische meisje wilde
aanvankelyk er niets van weten om de
Duitsche gewonden te helpen en by te staan,
maar de Duitsche dokter die haar fiulp in
riep, deed een beroep op haar menschlie-
Martha was de eenige vrouwelijke ver
pleegster, zy kweet zich uitnemend van
haar taak en zou wellicht nooit er toe ge
komen zijn haar leven in de waagschaal te
stellen, als zy niet ontmoet had een lid van
een geheimen dienst der geallieerden, die
haar er toe bracht haar hulp aan dezen
dienst te verleenen. Toen het meisje een
maal haar hulp had toegezegd was er geen
ijveriger en stoutmoediger agent dan Mar
tha. Overdag in het hospitaal en 's nachts
in het café van haar vader hoort en ziet zy
veel. Zy sluit vriendschap met een hospi
taalsoldaat, die afkomstig uit den Elzas.
de Duitschers vreeselyk haat.
In het café hoort Martha het eerste be
langrijke nieuws. De aanwezigheid van een
opslagplaats precies boven de oude stads-
riolen, waar lange stalen cylinders rechtop
staan, kan Stephan niet verklaren. Wat zit
hier achter? Stephan en Marie besluiten de
opslagplaats op te blazen. Juist op den dag
dat Martha ontdekt, dat er chloorgas in de
cylinders zit, wordt er een groote aanval
beraamd. Zy barricadeeren de gang en bla
zen het depot op. Dit voorval verontrtust de
Duitsohers. De aanblik echter van al die
door gas vergiftigde Belgen en Engelschen
spoort Martha aan tot verdere pogingen.
Op zekeren dag vertelt een oude bromme
rige Duitsche soldaat in het café dat er bul
ten de stad een kerkparade gehouden zal
worden. Martha brengt het nieuws aan het
Engelsche Hoofdkwartier over en de parade
wordt vanuit vliegmachines gebombardeerd.
Voor de buitengewone diensten die zy dien
vreeselyken dag bewijst, ontvangt zy van
den Stadscommandant, die zich zeer inte-
resseerd voor de mooie verpleegster, het
ijzeren kruis. Zij werkt te hard, zegt hij en
heeft rust noodig. Hy vraagt haar hem
naar Brussel te vergezellen. Aangezien
Martha in Brussel waarsohijnlyk de juiste
datum van het a.s. bezoek van den Keizer
te weten kan komen, stelt zien haar vader
landsliefde boven haar eer en gaat mee me£
den commandant. Het gericht dat de Keizer-
den volgenden Zondag om 11 uur zal komen,
geeft zy op de gebruikelijke wijze door.
Maar Zondagmorgen om 11 uur is Martha
in gezelschap van den commandant. Zij
wordt betrapt en hy twijfelt er niet aan
of zy is schuldig. Hy belooft haar te zullen
redden als zy de namen van haar mede
plichtigen noemt. Martha ontkent alles. Het
feit dat haar horloge in de nabijheid van
de opslagplaats gevonden is, doet haar niet
bekennen. De cjjpmandant is woedend op
het weerspannige meisje en laat haar ar
resteeren. Haar schuld wordt onweerlegbaar
bewezen door de Krijgsraad en het dood
vonnis wordt uitgesproken. Maar de com
mandant wenscht het meisje niet op deze
wyze te zien sterven wil het Hof het
vonnis niet veranderen jn levenslange ge
vangenisstraf als zy haar medeplichtigen
verraadt? De Krijgsraad stemt toe. Maar
Martha volhardt in haar stilzwijgen en het
doodvonnis wordt gehandhaafd. Nu bekent
Stephan om "het leven van het meisje dat
hy liefheeft te redden, zijn medeplichtig
heid en wordt ter dood veroordeeld, terwijl
Martha wegkwijnt in de gevangenis tot den
dig waarop zy het fluiten van de Schotsche
pyperfe hoort. Zou dit nog in staat zijn de
zwaar getroffen Martha op te beuren en
haar den moed te geveh het leven opnieuw
te beginnen?
In deze magnifieke film, die geheel in
Engeland werd opgenomen, worden de
hoofdrollen vervuld door ftjadeleine Carrol,
Conradt Veidt en Herbert Marshall. De
regie is van Victor Saville.
Marlène Dietrich
in „Tsarina van Rusland".
Schouwburg-
Onder den titel „Tsarina van Rusland"
brengt de Paramount een verfilming van
het leven van Catharina de Groote. De regie
is van Joseph von Sternberg. Met Mariene
Dietrich treden in deze film in de hoofd
rollen op John Lodge, Jan Jaffe en Louise
Dresser.
In „Tsarina van Rusland" wordt in beeld
gebracht de episode der Russische geschie
denis voorafgaande aan de troonsbestijging
van Catharina de Tweede.
Eén en ander is op groote schaal verfilmd
in diverse scènes treden duizenden figuran
ten op, de aankleeding is in alle opzichten
af en de décors werken in groote mate mede
tot het scheppen van de grootsche, doch
primitieve en ruwe sfeer van het Russiche
hof dier dagen. De geheele film spreekt van
Von Sternberg's meesterschap, het is een
juweeltje van regie en ook de fotografie is
De begeleidende muziek speelt een be
langrijke rol er zijn groote stukken film
waarop geen woord gesproken wordt en
deze muziek is meesterlijk gekozen en aan
gepast bjj de handeling.
Mariene Dietrich is prachtig als altijd en
speelt de Catharina op de haar eigen in
getogen wyze. Het is verbluffend, zoo jong
zij er in den aanvang, wanneer zij een ze
ventienjarig meisje speelt, uitziet, en zeer
knap is de overgang van het meisje tot de
ervaren vrouw uiigebeeld.
„Tsarina van Rusland" is eert meester
werk vjj.n afeet en verplaatst den toeschou
wer naar het achttiende-eeuwsche, Russische
hof op een wijze, die de werkelijkheid vol
komen doet vergeten.
Men zal zich herinneren dat de Schouw
burg-Bioscoop in het begin van het seizoen
Elisabeth Bergner in de rol van Catharina
de Groote heeft gebracht met Douglas Fair
banks Jr. in de rol van den deerniswaardi-
OP DE HOOGTE.
Muller: Hoor jk daar het brandalarm
Jansen: - Alarm is dat niet, want ik verwacht het.
gen dwazen vorst, die verteerd door jalouzie
en wantrouwen het leven van zijn jongs
schoone gemalin tot een hel maakte. Deze
film van de groote Bergner werd vervaar
digd door een Engelsche filmmaatschappij
De film werd in Duitschland verboden om
dat de niet-arische Elisabeth Bergner er de
hoofdrol in speelde. Het was wel frappan:
dat juist de Ufa dit Engelsche product r.
haar eigen theaters bracht.
Men zal zich herinneren hoe schitterend
deze begenadigde kunstenares, bekend ook
uit „Der traumende Mund", de rol van de
groote keizerin speelde en groote schoon
heid verleende aan dit historisch filmwerk.
Thans kan men Mariene Dietrich, even
eens een Duitsche kunstenares in deze rol
bewonderen. Wjj herinneren eraan dat Mar
iene Dietrich haar groote kans heeft ge
kregen toen von Sternberg, uitgeleend door
de Paramount, voor de Ufa een film kwam
m^ken („De Blauwe Engel" met Emil Jan-
nings) en lang tevergeefs zocht naar een
vertolkster van de vrouwelijke hoofdrol, die
mooi, beschaafd en muzikaal moest zyn en
Engel sch moest kunnen spreken.
Von Sternberg zorgde ervoor, dat na af
loop van de opnamen de Paramount Mar
iene Dietrich een contract aanbood en bij
gevolg stak zy in April 1930 naar Amerika
over. In enkele jaren is zy daar tot een on
geëvenaarde wereldroem geklommen met
films als „Marokko", „Onteerd", „Shanghai
Express", „Blonde Venus", „Song of Songs"
en thans „Tsarina van Rusland".
Sigvard Bernadotte bij Metro-Goldwyn.
Het Handelsblad verneemt uit Holly
wood. dat Sigvard Bernadotte, ex-prins
van Zweden, tot technisch adviseur 1s
benoemd van Edward Sedgwick, die de
regie voert van de Metro-Goldwyn-Mayer
film „Murder in the Fleet". De Zweed-
sche prins ging naar Amerika ha erva
ring te hebben opgedaan in verschillende
Europeesche studio's, en teekende een
contract met Metro-Goldwyn-Mayer. Zijn
kennis van internationale navigatie-
aangelegenheden leidde hiertoe; bedoel
de film. een detective-geschiedenis, speelt
namelijk aan boord van een oorlogsschip.
Iets voor voetbalclubs 7
Toen James Flood met Cary Grant, Myr-
na Loy en opnamestaf op het vliegveld
Mines Field aankwamen om opnamen te
maken voor de Paramount-vliegfilm „Wings
in the Dark", moesten zy tot hun groote
teleurstelling constateeren, dat de aanhou
dende regens het veld in een soort moeras
hadden omgezet.
Dus de opnamen een paar weken uitstel
len? Och, kom, nog nooit zijn filmmenschen
voor zulke kleine moeilijkheden terugge
deinsd. Mr. Flood is getrouwd en herinner
de zich nu hoe zyn vrouw heur haar pleegt
te drogen met een föhn-apparaat. Zyn vin
dingrijk brein vond de oplossing en binnen
enkele minuten waren enkele vliegtuigen
bezig rondjes te taxiën over het veld.
Een uur later konden de opnamen begin
nen. Alle plassen en meertjes- waren ver
dwenen, de schroefwind der vliegtuigen had
ze weggeblazen!
1 RECHTZAKEN
Zware mishandeling.
Student tot vier maanden gevan-
genisstraf veroordeeld.
De 21-Jarige student G. C. V., uit Rot
terdam, laatstelijk wonende in Bingen
(DJ, heeft terecht gestaan terzake van
poging tot doodslag, doordat hij in den
nacht van 5 Februari j.l. op den Rotter-
damscheweg onder Delft getracht heeft,
twee agenten van politie met een door
hem bestuurde auto te overrijden Zij
konden het gevaar slechts ontkomen,
door snel ter zijde te springen. V., die
deswege tien maanden gevangenisstraf
tegen zich hoorde elschen, werd op de
1 terechtzitting in arrest gesteld, doch
j eenige dagen later op verzoek van zijn
I verdediger. Jhr. mr. Sandberg. in vrijheid
gesteld
1 De rechtbank, gisteren vonnis Wijzend,
veroordeelde verdachte tot vier maanden
I gevangenisstraf, wegens poging tot zware
I mishandeling.
Een verhaal van Hollandse Indianen.
Van een Blaehttrog die een oorlogsschip
werd,
door JAN VAN DEN BERG.
Het was Woensdag en dus haden we vrij
van school. Onze hele stam was bijeen ge
komen by Frans Gull, want we hadden af
gesproken om te gaan zwemmen en te zon
nebaden op het eiland midden in de rivier
waaraan ons dorp ligt.
Het was echt fijn weer, voor het eerst na
een tyd, en in een oogwenk waren we in
bet water en zwommen om het hardst. Na
tuurlijk won Frick het. Hij doet altyd aan
wedstrijden mee, en altyd wint hy de èerste
prijs. We waren al lang en breed uit het
water, en we lagen zo'n beetje te dommelen
in de zon, toen er opeens een reuze lawaai
in de lucht was. Het was een geroep en
geschreeuw, en ik wist direct dat het de
vijandelijke stam was van de Zwarte Ade
laars, die ons altyd en overal komen opzoe
ken om het ons lastig te maken. Ze wonen
in het dorp, een)kwartier van ons vandaan.
Ik kon eerst niets zien toen ik mijn ogen
opendeed, door de zon, maar toen ik weer
zag, dacht ik dat ik droomde. De hele stam
van de Zwarte Adelaars zag ik op ons eiland
staan springen en gillen, en het mooiste
was dat zy allemaal droge kleren hadden!
Hoe waren zij dan op het eiland gekomen?
Ik zag het al gauw: ze hadden een hele
vloot hoe ze déér aan kwamen was «lij
een raadsel en dus moesten wy zorgen
óók gauw zo'n vloot te hebben. Dat was het
eerste wat ik bedacht. Wy waren in de min
derheid, dus we lagen er al spoedig onder,
hoe hard we ook vochten. Misschien kwam
hetfcok doordat we nog half sliepen.
Toen we weer alleen waren in de verte
zagen we de vloot van de Zwarte Adelaars
onder triomphantelyk: „Wè-wèü" geroep
van de bemanning de stroom afdrijven
gingen we beraadslagen.
Natuurlijk .waren we het er allemaal over
eens dat we ons moesten wreken en dat we
óók een vloot moesten hebben.
Hoe komen we er aan, peinsde Karei,
die altijd nogal praetisch is.
Dat verzinnen we wel, zei ik, we moe
ten het er nu eerst over eens zyn dat we
een vloot moeten hebben.
Dat zijn we toch immers allang, zei
Vic.
Dan moeten we er allemaal over gaan
nadenken hóe we er aan, moeten komen, zei
ik waardig.
Nadenken lui! beval Tom, die mij altijd
voor de gek houdt.
Maar ik ben verstandig en let er niet op.
Toen gingen we weer allemaal zonne
baden en nadenken, want we waren ver
schrikkelijk lui, dus we hadden geen zin
om op jacht te gaan.
Er gingen eey paar dagen voorbij, en nog
steeds wisten we niet hoe we ons moesten
wreken en hoe we konden komen aan een
vloot. Want zonder vloot konden we de
Zwarte Adelaars niet te lift gaan, daar wa-
ren we het allemaal over eens.
Die paar dagen gingen echter saai voor
bij. We zaten in de repetities, dat kwam er
nog by ook. Echt vervelend. En wanneer
we niet werkten, zaten we te denkeen, te
denken...! En toen kreeg ik een idee! Dat
kun je zoo opeens hebben hè? Ik vond het
vrij dom van mezelf dat ik er niet eerder
aan gedacht had.
De grote slachttrog voor onze kermisvar-
kpns, dat was een pracht vaartuig.
Ons dorp telt dertig boerderijen, dus we
kunnen een vloot van dertig schepen bij el-
naar krijgen.
Ik kreeg het idee op school, tydens het
vrye kwartier, en toen ik thuis kwam, rende
ik meteen naar de schuur, waar vader's
slachttrog rustig stond, naast de oude ploeg.
Vic en Karei waren met me mee geko
men en we begonnen vlug de trog te ver
anderen in een oorlogsschip. Er kwamen een
paar banken in, een mast in het midden.
Van groote korenscheppen -- vader had ze
pas nieuw gekocht maakten we bruik
bare riemen.
Klaar! 's Middags gingen we de hele stam
bij elkaar halen en trots toonden we ons
werk. Iedereen was verrukt!
Maar hij moet een naam hebben! zei
Karei, terwijl hy nadenkend over de ban
ken streek.
Pas op voor splinters, waarschuwde
Vic. Ja, je hebt gelijk jo, hjj moefeen naam
Zeezwaluw, stelde ik voor.
Ja, voor een oorlogsschip! hoonde Tom.
Rivierkreeft, zei Vic.
Alligator, zei Karei.
Het schip heet „Othello", zei Peter
kort en bondig.
In een oude kalender had hij die mooie
naam
„Othello!" Ja, dat is een reuze naam!
riepen wij allemaal.
Maar toen riep er opeens é*n uit de stam,
wie het was wist ik niet: Othello is een
Mijn oom heeft een hond, die
Dus die naam niet. Mismoedig zochten
we naar een andere.
Nadenken, lui! zei Tom. Hy sloeg me
hardhandig op mijn^ schouder.
Ik weet er één! riep Vic opeens, zó
hard, dat we ons allemaal ik weet niet wat
schrokken.
Groene kraai! stjlde hy voor met een
stralend gezicht.
Werkelijk wel aardig, meende Tom
goedkeurend. Gelukkig dachten we er alle
maal zo over! f
Nu waren we klaar. Het was nog vroeg,
dus tijd genoeg om de „Groene Kraai" van
stapel te laten, lopen.
Dus trokken we allemaal naar de rivier.
Het schip werd op de glo'oiende oever ge
zet en Karei en ik schoven hem naar be
neden, tot hij zwaar in het water neer
kwam.
Hoera! Daar ga je! schreeuwden we
om het hardst.
Omdat Vic, Karei en ik de Groene Kraai
.gebouwd" hadden,'mochten w(j de proef
tocht maken die ons overigens niet mee
viel! Zó vohnaakt was het ding nu ook niet
en toen we instapten kiepte hij gevaarlijk
naar stuur- en bakboord! En toen we er
goed en wel inzaten begon hij als maar in
de rondte te draaien.
Hé, je zit verkeerd Vic! schreeuwde ik.
Ach, je zit zelf verkeerd, riep die terug.
Toe, ga nu een beetje meer niar bin
nen zitten, riep nu ook Karei ,die het hoofd
van onze stam is, en dns moest Vic wel
hoor, bij een schuchtere po
ging van Vic om te gaan verzitten, kwam
er opeens een schep water over de rand van
het trotse vaartuig heen! Eu in minder dan
geen tijd lagen wij in het water. De Groene
Kraai dreef al ondersteboven in het midden
van de rivier...
Met moeite kwamen we aan de kant. Toen
zagen we de Groene Kraai al niet eens
meer.
Jö.daar gaat je vaders slachttrog!
riep Vic.
En je vader's roeispanen! zei Tom.
Blij dat ik jou niet ben, vond Peter.
Ik keek wel wat sip, want erg leuk vond
j ik mijn positie niet. Veen kans om de
Groene Kraai terug te krijgen was er ook
et. Die dreef de Rijn af en vast en zeker
kkm hy morgen of overmorgen in de
Noordzee terecht. Ik zag vaders woedende
blikUl Wat moest ik doen?
I had niet de moed om het vader te ver-
telleiOVertellen zou ik het, in ieder getfal.
Dat wasSBc vast van plan, maar Maandag,
of Dinsdag* Haast was er niet bij.
Maandag zaten we net thee te drinken
toen Lucas, onze knecht, thuis kwam van
de molenaar. De wagen was zwaar beladen
met zakken meel; Bles had zwaar trekken!
Maar wat lag daar bovenop al die zak
ken? Als een reuzenschlldpad De „Groene
Kraai".
-A Hé, wat brengt Lucas nou mee zei
vadfcr stomverbaasd.
Lucas kwam binnen en achter hem aan
trok hij ons oorlogsschip. Duidelijk kon je
de letters lezen „Groene Kraai".
Baas, zei Lucas, Muller (dat was de
molenaar) laat zeggen dat hy dit in het riet
heeft gevonden. Het is onze slachttrog, zie
je wel?
Vader keek, nog steeds zeer verbaasd,
naar mijn zondaars gezicht De volgende
ogenblikken beschrijf liever niet; ze
wpren „pijnlijk" en ik denk er niet graag
aan terug!