bergambacht, berkenwoude, bodegraven, DE KAMPIOEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen Gegarandeerde oplage 7500ex. Ho 19098 Zaterdag 28 December 1939 74« Jaargang NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUD EWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen 1 OOSTHAVËN 19 TELEF. 2459 EERSTE BLAD. Het verraderlijke gezicht. Doet in 1936 als zoovelen deden in 1935 en koopt in Brieven uit de Hofstad. Laval, het kind van het volk. Plannen tot herstel van het economische leven. BERGAMBACHT, BEBKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLÉ, .i van de kosten behoeft hier niet te bestaan, misschien spreekt hij zelf even slecht als de waar kan die HAGENAAR. 4 te soliede Boek- >r de plaatsing Dit nummer' bestaat uit twee bladen. amandelen met 1 ei, >ns boter en 4 lepels nk tot een smedige ;én twee eieren bJJ Doe naar verkiezing citroen- of sjjiaas- FEUILLETON. Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. Nadruk verboden geven aan de leerlingen voor een betere be steding van hun vacantiedagen. Het organi- seeren van gemeenschappelijke tochten naar de vele Haagsche inusea, het bezichtigen van belangrijke gebouwen wellicht ware dit totografie, zoowel frafen als van de It zich snel in de ir. Onlangs intro- <odak zyn nieuwe Ié voor Smalfilm, aal bestemd voor die'mooie en een- eek dacht ik, dat toekomst met het eker geen genoe- n genomen. Nu is kleur in de film, el vast, een groo- uitingsmogelük- ’ergroot mits ik en vaardigheid )e filmcamera is h ding, dat alles- jren wat voor de j emulsie op het minder gevoelig jk oog en regis- i cameramannen ervaring geleerd door verschil in j mindere soepel- sche oog (de ca- len tegemoet ge- tiën vaak ten on- m-camera princi- in gewone zwart eerste zonder in- lera-man zelf wel iccentueeren wat* natuurlijk onzin, -procédé is een e techinsche vin- >eten leeren han- 9st te vergelijken ^teinway vleugel, ooten artist, Wel enschappen eerst loen wedervaren, daar nu eindelijk ?ren, dat Rouben vier der klepren oeela. ,ndere er op en druk Maak mef den ach- dom inkervingen op rijk den bovenkant »t een mespunt van jogen, tot ongeveer chrysant gelijkend. ten bevochtigd bak- vrij warmen oven. ;e klaar is, met poe- op een goed hette mend laten'worden. (Wordt vervolgd.) 'f beteekenis voor de gang van de internatio nale politiek geworden! Wij kennen zijn fi guur, zijn gfezicht, maar de groote massa van het publiek weet niet veel van hem af en de meesten van ons, in zooverre zij zich niet geheel en al aan de politie^ wijden, moeten bekennen, dat zij bij de verkiezing van den premier in 1931 de naam Pierre Lava! voor het eerst hoorden! In Frankrijk zélf was het anders; daar was Laval reeds langen tijd bekend en stond hij reeds jaren temidden- van den ‘politieken Nog altijd precies dezelide, Wil liam, lachte de bezoeker schamper en hij liet zich nonchalant op een stoel neer vallen. Altijd als de kippen er bij, wan neer er wat te gappen valt, maar als de dood, dat ze in de gaten krijgen, hoe die keurige mijnheer in werkelijkheid is. Neen, ik bliji. Het zal Je geest opfrls- schen gezellig met mij te praten en on- dertusschen je ooren te spitsen of je nog geen stelletje agenten op.de trap hoort! Wat Bèn je toch een zot, vervolgde hij grimmig, want Meiklejohn sprong inder- daad verschrikt op, toen in de aangren zende flatwoning een deur dicht sloeg Geloof je nu werkelijk, dat Ik blindelings het gevaar zou rlskeeren in de val te loo- pt>n? Neen, ventje, daar ben ik de man niet naar dat moest je toch wel weten. Maar man, je schijnt het niet te begrijpen, fluisterde Meiklejohn, bulten zich zelf van angst. Op de een of andere manier schijnt Scotland Yard van je be staan op de hoogte te zijn gekomen. Ze hebben ontdekt, dat je gisteravond in Henrijstreet bent geweest. Waarom zou den ze anders Rachel gearresteerd heb- ben? Dat moet je mij niet vragen. Op het moment logeer Ik in een van de grootste hotels in West-End eji daar zullen ze me nooit zoeken. Maar hoe is dat in vredesnaam mö- gelijk? Rachel vertelde me, dat je aan den grond zat? “strijd. Zelden heeft iemand in zijn jèugd zoo’n honger geledrfn als Pierre en daar hy een harde jeugd achter den rug heeft, is hij ook later hard gebleven. Maar een goed hart en medegevoel voor de armen, waarvoor hy steeds gevochten en gezorgd heeft, zijn zyn hoofdeigenschappen. Want... hy weet wat armoede beteekent en steeds en overal tracht hij de ellende te verminderen, te verzach ten. De leeraar te Chateldon trok zich het lot van den jongen, die steeds in lompen ge huld op school kwam en door de grootere jongens steeds geslagen en geplaagd werd, aan en daar hij terecht inzag, dat deze opgewekte en levendige jongen de andere kinderen in alle opzichten voorbijstreefde, wijdde hij zyn volle aandacht aan hem. De ouders stierven tamelyk vroeg, maar Pierre vond eenige dorpsbewoners (waar vacantie leenen zich .daarvoor in het bijzon der. Vacanti beteekent op dit «ogenblik voor de kinderen niet veiel meer dan lanterfan ten en de psychologie leert, dajf juist dat misbruik van den tyd niet geschikt is om den geest te verkwikken. Het nuttig bezighouden van de"geest op een andere wijze dan men gewoonlijk doet, is de beste verfrisSching daarvan. De Minister van Onderwijs heeft onlangs in de Tweede Kamer meegedeeld, dat hij nu ernst zal' maken met verbetering van het Meiklejohn spande al zijn geestkracht in, om geen emotie te laten blijken en slaagde daar in vrij goed. Hij verschoof achteloos enkele papieren op tafel en zei toen, met toch wel even een lichte tril ling in zijn stem: Laat mijnhéer Voles binnen komen en denk er aan, ;ik ben verder voor nie mand te spreken, Johnson Het was te bégrijpen, dat de slappe, bleeke bediende zich eenigszlns bevreesd had getoond voor den bezoeker, die na enkele seconden mr. Meiklejohri’s kamer binnen trad. Hij was forsch en breedge schouderd, nog heel heel wat grooter en robuster dan de afgevaardigde van North Loajnshire, die toch ook een rijzig man was met een werkelijk imponeerende ge stalte. Wilde, wreede kracht sprak uit zijn trekken, die tegelijkertijd toch ook MCOCJOI. Het nieuwe museum geopend. Sedert het nieuwe museum geopend is, is de toeloop van kunstbeigeerigen ongetwij feld toegenomen. Er gaat nu ook meer van het museum zelf uit; ef worden bizondere tentoonstellingen georganiseerd en er wor den bizondere muziekavonden gehouden. Of aan deze laatste nu behoefte bestond, is eenigermate te betwijfelen. Ze hebben wel iswaar een eenigszins ander karakter, want het zyn de oude instrumenten die er be speeld worden, doch aan bevordering van de muzikale kunst in het algemeen behoefde het museum zich heusch niet te bezondigen. Als het al zijn krachten concentreert op het wekken en trekken van belangstelling voor de schilderkunst, waaraan het overgroote deel van het museum is gewijd, dan is het al zeer voldoende. We hebben meermalen onze teleurstelling er over uitgesproken, dat deze kunst te wei nig belangstelling heeft en wy kunnen ons er dus over verheugen, dat moeite gedaan wordt om die te vergiföoten. Er zijn daar voor allerlei middelen, waarbij de uitgangs- gedachte moet zyn het publiek eenige ken nis by te brengen en door toelichting te lok ken. Dat doet men inderdaad met ijver. Nu is hierin stellig nog uitbreiding te brengen door nauwer contact té zoeken met ae mid delbare scholen. In de fraaie Daiton-H.B.S. is een speciaal expositiezaaltje gebouwd en daar heeft men dus gelegenheid om een centrum van belangstelling te vormen. Veei moet men er niet Van verwachten, want het onderwijs is aan alle .kanten «verladen met meer of minder gewichtige vakken en het is volkomen begrijpelijk dat men uiterst hui-' verig ervoor is om dié uit te breiden. Trou wens als men met iets nieuws aankomt, da vert het aanstonds aan alle kanten van die overlading en men weert principieel alles af. Maar.., steeds i aandacht kunnen besteden aan de vraag of het ook op hun weg ligt eenige leiding te 14 Ja, ik dacht, wel, dat ik Rachel kon mompelde hij en liet zich vermoeid'in een lagen stoel bij ’t raam neervallen. Het verhoor scheen zijn zenuwen op een zware proef gesteld te hebben. Een poosje scheen hij ten prooi aan /wanhoop of wellicht aan berouw. Zijn bediende^ kwam, binnen om voor de lunch te dekken, maar Meiklejohn verzocht hem heen te gaan en niemand meer bij hem toe te laten. Geen vijf minuten later werd een tele gram bezorgd. De bediende, hoewel bang voor pen uitbrander, durfde het toch niet achterhouden en ging er met een ver legen gezicht ftiee naar zijn meester. Mr. Meiklejohn las het bericht. Het was van lady Helen. ,.VoeI me doodelijk verlaten. Waarom ^ent u mij niet komen opzoeken?” Hij schreef 't antwoord: „Te verbijsterd om eerder te komen. Wacht mij vanavond.” ,w Toen hij dit gedaan had, begon hij systematisch zijn papieren uit te zoeken. Uren achtereen was hij daarmee bezig, totdat de haard tenslotte vol lag met de asch van vernietigde documenten. Toen de schemering begon te vallen, keek hij op zijn horloge. De zitting van het Lager huis zou weldra beginnen. Zou hij zijn 1 medeleden onder de oogen komen? Zou zijn wegblijven niet angst verraden voor het kruisvuur van vragen, dat hem te wachten stond, voor de vriendschappe lijke nieuwsgierigheid, waarmee hij zou worden bejegend half-uitgesproken verbazing, dat hij, de onberispelijke, in zoo’n sinistere geschiedenis verwikkeld was geraakt? Weer zocht hij zijd troost bij de cog- nacflesch.' Verdraaid, waarom ben ik zoo beverig! praatte hij in zich zelf. Ik heb Tower immers niet vermoord. En toch eén ondoordachte stap kan mijn heelê leven verwoesten. Hij kon het nog steeds niet met zich- zelf eens worden, of hij naar het parle- den onmlskenbaren stempel van opvoe- ment zou gaan of niet als hij weg bleef, moest hij het nu direct den frac tievoorzitter laten weten met het oog op eventueele stemmingen - toen Johnson, de bediende, weer,binnen kwam. Er is iemand voor u, mijnheer, die u beslist wil spreken Hij, eh hij maakt een beetje heftigen Indruk. Hij zei, dat, wanneer Ik hem niet aandien de. ^Vle is ’t, vlei Meiklejohn den be- c diende In de rede. Éij gaf den naam Voles op. Voles? Ja, mijnheer, maar hij zei er bij, dat u hem beter aan zijn initialen zou her kennen R. V. Wie is^aval? Wie kende hem in 1931, toen hy midden in den nacht gekozen werd tot minister-president van'Frankryk Na dien hebben wij hem honderdmaal afgebeeld gezien met Briand, Brüning, Hoover, Eden, Mussolini, Hoare... ach eigenlijk met alle groote staatslieden ter wereld, wqnt Laval is tegenwoordig speciaal sedert het Abes o rrsijnsche avontuur een man van groote er zijn vacanties en de vraag rijst meer of de scholen niet eens meer Li 1U„4 1 ding en goede geboorte droegen. Als hij zwart was geweest erv uitgedost als een» Zoeloe-opperhoofd, zou zijn ver schijning meer In overeenstemming zijn geweest met hetgeen de diepste kern van zijn persoonlijkheid moest zijn. De harde, scherpe lijnen van zijp gezicht waren als uit steen gehouwen. Een paar donkere oogen gloeiden onder zware, borstelige, overhangende wenkbrauwen. Het hooge voorhoofd, de vierkante, mas sieve kin en de’ mooi gevormde neus gaven het gezicht een zweem van intel lectualiteit, die echter door de brutale, sfensueele trekken om den mond weer werd te niet gedaan. In ieder opzicht was de binnen tredende iemand, die de aan- Een wantrouwend, doch eerlijk niensch. door PAUL ARLANTAIRE—M1N0N. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, overal waar d» bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15. Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bfj onza agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zjjn dagelijks geopend van 9B uur. Administratie en Redactie Telef. latere. 2745. Postrekemng 484'00. De stroom van litteratuur omtrent maatregelen, die wenschelijk zouden zijn voor economisch herstel, houdt ononderbro ken aan. Er is geen sprake van, dat iemand in de gelegenheid zou kunnen zyn om alles te lezen, wat op dit gebied wordt gepubli ceerd. Wy willen dan ook slechts „een enkel werk onder de loupe nemen, niet omdat het zoo by Zonder goed is, maar omdat heit naar onze meening zoo duidelijk de consequenties 'geeft, waartoe iedere dWunpolitiek op den duur zal moeten leiden. In een boekje met de bescheiden titel van Nationale Economie geeft ir. Wol tpr beek zyn meening over verschillende quaesties, die met de crisisbestryding samenhangen. Zooals by dlle verklaringen van het'crisis verschijnsel is nu eenmaal zoo gecompliceerd onvolledig en gedeeltelijk foutief. Het crisis verschijnsel is nu eenmaal zoo geccjyliceera dat men geen bepaalde hoofdoorzaken kan aanwyzen met verwaarloozing van andere factoren, zonder een verdraaid beeld van de werkelijkheid te geven. Daarby komt, dat de heer Wolterbeek een scheiding maakt tusschen kapitaalintensieve bedryven en arbeidsintensieve bedrijven, die hy dan gelijk stelt met industrieën ter pro ductie van machine^ en met industrieën ter productie van verbruiksgoederen. Deze ver- deeling klopt niet met de werkelijkheid. De textielindustrie is,b.v. zeer kapitarijinten- k sief, en door technische verbeteringen zjjn er hoe langer hoe minder arbeiders in die industrie noodig. Toch worden verjbruiks- goederen vervaardigd.' Evenzoo kan men volop voorbeelden aanhalen van industrieën, welke machines pfoduceeren, waarin juist naai’ verhouding veel arbeiders werkzaam 'z(jn en die dus zeer arbeidsintensief moe ten worden genoemd. Wanneer de heer Wolterbeek dan ook de oorzaak der crisis hierin zoekt, dat de kos ten in de bedrijven van verbruiksgoederen niet voldoende gedaald zyn om gelijken tred te houden met de kostenverlaging in de ka-f pitaalintensieve» bedrijven, dan geloóven wy dat hiertegen vele gegronde aanmerkingen zijn te maken. Niet echter om deze theoretische overwe gingen vestigen wij de aandacht pp zijn- boek, maar om zijn practische voorstellen. De heer Wolterbeek is het niet eens met Daar alleen heerscht ware liefde en vriendschap, waar de een zich naar den an der weet te schikken. de vaak gehoorde t conclusie dat de loonen omlaag moeten en dat daarna alles terecht zal komen. Hy is van oordeel dathoogerc loonen grootere koopkracht beteekenen, en dat deze grootere koopkracht ook noodig is, I wanneer onsvolk de producten van eigen bodem en van eigen industrie vpor een be langrijk deel zal moeten gebruiken. Zeer juist is zijn opmerking, dat een lager levens peil voor ons land zou beteekenen, dat wij meer moeten exporteeren om ons bedrijfs leven gaande te houden, en export worden geplaatst? ’Deze schrijver wil dan ook het levens- niveau in ons land handhaven, en stelt daartdte voor ook voor het bedrijfsleven bui ten den landbouw een soortgelijk fonds als het Landbouwcrisisfonds te stichten, waarin dit fonds kan worden opgenomen. Evenals bij het Landbouwcrisisfonds mpeten de ex- portverliezen op de industrie dan ook uit die gelden worden bestjeden door subsidies, ook het Werkfonds zal hierin moeten worden op genomen en de nieuwe kapitaalsuitgaven zullen 'Pruit moeten worden bekostigd, enz. Wat fle crisis in het bouwbedrijf betreft, wordt voorgesteld om op groote schaal oude en minder goede wóningen op te koopen en te sloopen en deze door niquwe, betere wo ningen te vervangen. Het klinkt allemaal heel eenvoudig, en het pleit ook voor het sociale gevoel van den schrijver, dat hy dergelyke oplossingen voorstelt. Het is ook, naar onze meening, het logische gevolg van de handlfaving van den gouden standaard door ons land. Wil men de munteenheid niet dan de groote ons omringende landen aanpassen, dan zal die aanpassing door exportsubsidies verkregen moeten worden, en wel door subsidies over de geheele lijn. Wat evenwel in de beschouwingen van den schryver ontbreekt is een berekening van de kosten. Wij weten, dat het Land bouwcrisisfonds een jaarlijksche, begrooting van over de 2'00 millioen gulden heeft. Wij weten, dat het Werkfonds ongeveer een 100 millioeiM gulden per jaar verlangt. Wat zal een dergelyke subsidie voor onzen export te overwegen. Vooral een Kerst- en Paasch- kosten in industrieel opzicht, en waar zul len de bedragen vandaan moeten komen, die hiervoor noodig zyn? Natuurlijk: uit heffingen in het binnenlandop de indus- trieele producten, gelijk die thans op land bouw producten bestaan. Denkt men dit al les door, dan blijken dergelyke plannen toch verschillende minder aantrekkelijke zijden te hebben en dient men te overwegen, of er geen andere uitweg bestaat. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkringji 15 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnummer 25 bijslag op den prys. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEbt MEDEDEEUNGEN: 1—4 regeb f226 dke regel meer /O.M. Op de voorpagina 50 booger. Gewone advertentiën en ingezonden mededeelmgen bjj contract tot zeei gereduceerden prfis. Groote letters en raaiden worden berekend naar plaatsruimte. Advertentiën kunnen wprden ingebonden door tusschenkomst van handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóói aan het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te z(jm (lOIOSCIlE COURANT onderwijs in <ja Nederland^che taal op de scholen en dat daarbij ook ernstig gestreefd zal worden naar instelling van onderwijs in het spreken- Inderdaad, als er iets dringend noodzakelajk is, dan is het wel dit onderwijs. Er is geen land waar zoo erbarmelijk slecht gesproken wordt als het onze. Men heeft schijnbaar nooit begrepen, dat een kind even goed spreken moet leeren als het lezen en schrijven moet leeren. We zitten helaas in den moeilijken cirkel, dat dit spreken ge leerd moet worden door de ouders, die het( echter in c-- -- De eenige manier om uit^lien noodlottigen cirkel te geraken, is op de scholen een ver plicht spreekonderwijs in te voeren. Al leert; voorshands maar tien procent het beter, dan zyn wij al een heel eind. Het is dan ook een voortreffelijk middel, dat de Maatschappij tot bevordering van Woordkunst de stichting van de groote voordrachtkunstenaar Albert Vogel op gezette tijden wedstrijden organiseert voor jongelui van de middelbare scholen. Dit maal werd in den Haag in de Kerstvacan- tie weer een dergelijke wedstrijd gehouden en wij hopen er de volgende week iets over te vertellen. Dat denkbeeld kon in iedere ge meente wotden! nagevolgd. De eeuwige vraag dacht moest trekken, maar wiens uiter- lijk tegelijkertijd niet kon nalaten anti pathie en zelfs vrees in te boezemen de soort man, die men liever niet des avonds op een eenzamen weg tegenkomt. Hij sloot de deur achter zlcli ^n lachte schor. Je wordt hier schitterend bewaakt, broertjellef, dat moet ik zeggen! spotte hij. De aangesprokene steunde met zijn handen op de tafel, die tusjschen hen in stond. Zijn gezicht was spookachtig bleek en vertrokken; de zelfbeheersching van straks scheen hem thans geheel ver laten te hebben. Jij! stiet hij uit. Ben Je nu heele- maal stapel’ krankzinnig om hier .komen? Hm. De ander haalde bruusk de schouders oq. Het is niet do eerste keer, dat je me voor gek verslui]t! Maar het risico, man, het verschrik kelijke risico! Ze weten van af Rachel Is al gearresteerd. Een paar uur geleden had ik een detective hier. Het zal me niet verwonderen als het huls door de politie in 't oog gehouden wordt. Bh! was de onverschillige repliek. Ik ben al zoo lang opgejaagd, dat het mij de keel gaat uithangen. Voor de veran dering wil ik nu eens hier voor jager spelen! Waar Is 't geld, dat je Rachel beloofd hebt? Meiklejohn haalde het bundeltje pa pieren uit zijn portefeuille. Er was iets van een automaat in zijn bewegingen. Hier en nu in ’s hemels naam... van ue iLvavcn ucuueii. luci mei ue ueawHui, want er is in de vacantie -altyd wel een lo kaal van onderwijs beschikbaar. J Hier ligt nu eens een schoone roeping I voor den leeraar in de Nederlandsche taal. Misschien wil het toeval dat hy zelf behoor lijk Nederlandsch spreekt en dat hy de be teekenis ervan voor het onderwijs inziet; misschien spreekt hij zelf even slecht als I negen tiende der bevolking, maar ziet hij de i noodzakelijkheid van verbetering in. Het is v wvauc» W i te hopen, dat de toezegging van den Minis- den regel zelf ook niet kunnen.1 ter spoedig effect sorteert en dat nu einde lijk eens een krachtig begin wordt gemaakt met dit buitengewoon gewichtig element voor ons gansche volk. Wie eenmaal wat gehoor voor göed spre ken heeft verworven, zal iederen dag kun nen constateeren hoe erbarmelyk er in ons land gesproken wordt zelfs door hen, voor wie het gesproken woord één der voornaam ste instrumenten van hun beroep is. De ra dio heeft ons met heel wat sprekers in con tact gebracht, maar dan ook geleerif hoe het nog veel erger is dan wy vroeger wel ver moeden konden. Zal het beter worden?

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1935 | | pagina 1