I)e schoonheid van den Winter.
Begrootingen voor de Huisvrouw.
Betere kwaliteit.
Hoe kom ik bü de film
FILMNIEUWS.
Verschillende Recepten.
Er zal wel memand zyn, die niet
liouat van de Doornen 111 hun groenen,
zomerachen tooi. ieder kent het ver
langen naai- den zomer, dal niet alleen
een Verlangen is naar zou en warmte,
uocn ook êen uiting is van onbevre
digd zij ii met de doodscne kaalheid,
die er des winters in de natuur
«eerscht. In die stille wintermaanden,
ais de natuur geen kleur en pracht
meer met volle handen voor ons uit
spreidt, dan gaat, vooral in den t«d
der korte dagen, ons verlangen reeds
weer uit naar den zomer met zijn
weelde van groen en bloemen, naar
liet bosch met zijn dicht gebladerte,
waar de wind door de boomtoppen
ïuischt, want dat is voor ons eerst
eigenlijk de natuur. Als wy aan een
bosch denken, dan stellen "wij ons als
vanzeit die overdadige pracht van
dicht bebladerde kruinen voor. Ook
om ,~fie verschillende boomsoorten te
onderscheiden, kijken wij het eerst en
het meest naar de bladeren. Zóó, mèt
hun bladertooi, zijn zij ons het meest
vertrouwd en het liefst.
Ken den boom aan zijn vorm
on gestalte.
Menigeen, die U 's zomers in een
bosch soort voor soort goed zal kun
nen opnoemen de boomen onderschei
clende aan hun bladvorm, zal in den
winter staan te kijkennee, zóó is het
geen doen, den boom ken je immers
aan zyn bladeren. Hy ziet natuurlijk
wel verschil, maar Joch valt het hem
nu veel moeilijker, om zijn vrienden
van den zomer alle terug te vinden.
Dat komt omdat hij zich blind ge
staard heeft op een deel het rijkste
en overvloedigste, zeker van wat
de natuur ons aan schoonheid bied*
en daardoor slechts zijn vrienden van
één zyde heeft leeren kennen. Hun
andere zyde, hun wintersche gestalte,
is hy altyd achteloos voorbijgegaan,
en toch verdient die kant van de na
tuur niet minder onze aandacht.
En als wy dan ook in den winter
met open oogen en volle opmerkzaam
heid door het boself gaan, dan zullen
ons allerlei eigenaardigheden, allerlei
kleine kenmerken opvallen, die ons in
den zomer waren ontgaan. Als we er
ons eenigen tyd in oefenen, zullen we
zonder veel moeite ook in den winter,
als er geen .blaadje meer te bekennen
valt, de verschillende boomsoorten
even goed als 's zomers uit elkaar
kunnen houden. Zoo zal ons dan blij
ken, dat elke boom ook in den winter
zyn eigen karakter heeft. Ook kaal en
ontbladerd, zal een berk niet licht met
een eik of populier te verwisselen zyn.
Hier hebben we al zoo'n groot onder,
scheid, dat het iedereen terstond op
valt. Is dit al niet een reden om ons
ook op het leeren kennen van de fij
nere verschillen te gaan toeleggen?
Wie hiermede eenmaal een begin heeft
gemaakt, zal eens zien, wat een genot
het verschaft, het karakter van een
ahorn, van een linde, van een plataan
uit vorm en gestalte van de blader-
looze boomen te bestudeeren. In den
zomer, als het takgestel onder dicht
gebladerte schuil gaat, blyven al die
fijne verschillen ons verborgen, doch
in dit jaargetijde teekenen zich scherp
en klaar de boomkruinen tegen dt vio
lette winterlucht af ieder met zyn
eigen, krakteristieke kenmerken.
f j
Oude boomen het meest karakte
ristiek.
V oor dergelijke waarnemingen lee-
nen zich oudere boomen het best; zij
zyn als het ware gerijpte persoonlyk-
neden in hun soort, iseinen wy by-
voorbeeld de trotsche gestalte van den
eik, by wiens bestaan onze eigen le
vensduur in het niet zinkt. Zyn breed
knoestig takgestel draagt wel het ken
merk van de eeuwen te kunnen trot-
seeren. Geheel anders doet daarnaast
de beuk aan. Ook zy is een zinnebeeld
van standvastigheid en uithoudings
vermogen, doch in plaats van door het
stoere kenmerkt zy zich meer door
het pezige en taaie. De takjes van den 1
eik staan afzonderlijk, steken spits de
lucht in, by de beuk is het meer een
netwerk van fjjne twijgjes, dat den
koepel van de kruin in een gelijkmatig
waas hult. Daarnaast doet het lak
werk van de els verward en onrustig
aan. De vochtige grond, waaruit zij
opgroeit verraadt zich in haar som
bere schoonheid.
Ook de boom verandert met de
jaren.
De wijze van fijne vertakking aaii
den rand van den kruin is in vele ge
vallen een bruikbaar middel ter her
kenning van de soort. Ook de vorm
van de knoppen en hun plaatsing aan
de takken kunnen hiervoor dienst
doen. Intusschen wordt een snelle
herkenning van de boomsoort weer
bemoeilijkt door het feit, dat met het
vorderen der jaren het silhouet van
den boom als geheel dikwyls zulke ge
weldige veranderingen kan onder
gaan. Zoo vormt bijvoorbeeld de
kruin van een jonge kastanje een ta-
Bezuinig niet op alles wat voor U
geestelijke waarde bezit.
melyk regelmatige kegel, terwyl een' Ze ,S Nua als kind,
oude boom daarentegen de schilde.- dat een te moell«ke som moet maken.
oude boom daarentegen de scniider
achtigste vormen kan aannemen. Ter
verduidelijking van onze bewering
dat de knoppen als herkenningstee-
ken kunnen dienen, behoeven wij
slechts als voorbeeld te nemen de kas
tanje met zyn dikke knoppen aan het
uiteinde der takken en daarnaast de
berk met haar teeren, gevederden
bou.w. Heel anders van gestijte zyn
weer de wilgen. De knotwilg steekt
zyn dunne buigzame twy'gen als een
oezem in de lucht, terwyl zijn ver
want de treurwilg al op een afstand
herkenbaar is aan zyn sierlijk neer
hangende takken. De iep of olzu valt
op door zijn fyn vertakten, als waaier-
vormigen kruin. Esch en ahorn ken
merken zich door recht tegenover el
kaar geplaatste takken en knoppen.
Met haar huishoudboek van 1935
en een blocnote gaat ze zitten en
neemt ze, de kin steunende op haar
potlood, een peinzende houding aan.
Dat is zoowaar een moeilijke opgave,
een begrooting te maken voor het ko
mende jaar, van een inkomen, dat al
weer geslonken is. Waarop moet ze
bezuinigen? Ze draait één van haar
twee kleine schemerlampjes uit, én
lacht. Een goed beginElectriciteit
Dan zet ze haar theewater op de ka
chel: Gas! Wat volgt? Haar gedach
ten gaan alle posten na: Voeding (uit
gesloten, en wat eet ze heelemaal, ze
i wil toch niet dik worden). Kleeding:
J (onmogelijk, ze wordt ouder en kan
I eenvoudig niet meer in die goedkoope
japonnen ergens komen). Huur:
j (neen, deze woning wil ze niet ver-
laten, een heerlijk uitzicht heeft ze,
vooral zomers). Zomerreis: (dat
nooit, eens per jaar wil ze weg, liefst
naar het goedkoope buitenland). Kap
per... merkt U haar „logische" denk
wijze wel op? Kapper? dat herinnert
haar weer aan haar verregende ondu
latie. Ze staat op, draait alle lichten
aan, dje er in de kamer zijn en kijkt
in de spiegel. Ergerlijk, dat onstand
vastige klimaat, moet ze toch noodig
morgen weer gaan
Huishoudelijke- en toiletartikelen.
Ze zucht! Wat valt hierop te bezuini
gen? Soda en crème verminderen in
het gebruik. Hoogstens een pond of
een potje uitsparen per maand. Maar
wat kan dat over een heel jaar uit
maken
Ze is bijna wanhopig, als een kind,
Dan schiet haar iets te binnen.
Hoera, ik ben er, zegt ze hardop. Die
diverse abonnementen op dagbladen,
periodieken, het lidmaatschap van
kunst-, cultuur-, jeugd- en dieren
vriend vereenigingen, die moeten af
gezegd worden, zoo vlug mogelyk. Ik
heb het gevonden, ik weet waar de
fout van onze te groote uitgaven
schuilt, zegt ze met een wijs gezicht
aan tafel, tegen haar man. En ze ver
telt wat ze uitgepuzzeld heeft.
Maar de reactie is anders als zy
vermoedde. In plaats van een blij ge
zicht, is dat tegenover haar heel ern
stig. En dan zegt een stem, met wat
verwijt in de toon: Je bent er
naast, wat jy opgeeft te schrappen,
blijft in 1936 ook tot onze uitgaven
behooren. Hoe zou het zijn, als ieder
een, die het toch nog wel betalen kan,
zooals wy, alles wat van geestelijke
waarde is, in de eerste plaats van
zich afschuift? En waarvan zouden
zy, die ons deze afleiding (afleiding
in den besten zin des woords) ver
schaffen, moeten bestaan?
Je denkt een middel gevonden te
hebben, om de oorzaak van onze te
groote uitgaven weg te nemen. In
werkelijkheid is het middel heel wat
erger dan de oorzaak. Ik vroeg je te
bezuinigen, gelijkmatig bezuinigen,
meende ik. Niet alleen op een serie ge
lijkgerichte posten. Aile takken moe
ten haar bestaansmogelijkheid heb
ben. Wy zyn er om corruptie te voor
komen. Dat sluit niet uit, dat Mevr.
A. 50 c/c meer aan een zekere post zal
besteeden, dan jij doet, en Mevr. B.
b.v. weer 30 'fc minder aan een an
dere post. Maar geen van ons is ge
rechtigd de pers, kunst, sociale instel
lingen enz. te negeeren. Zy hebben
jou noodig, maar bovenal, jy hebt hen
noodig om op je peil van ontwikkeling
te blijven en hooger te komen.
Er bleef na tafel één lampje bran
den en twee hoofden zaten geboge»
over een stuk papier, waar de man in*
volgorde alles opschreef, waaraan een
mensch voor lichaam en geest be
hoefte heeft, en geen potlood schrapte
een geheele post, neen, de cijfers ach
ter elke post worden zooveel mogelijk
naar evenredigheid verlaagd.
En de vrouw begreep haar fout en
erkende ditEn alle vrouwen, die zijn
als zij, moeten erkennen dat econo
mie, op de juiste wijze moet worden
aangebracht, om onnoodige inzinkin
gen te voorkomen.
EEN DRIETAL TAILLEURS.
Van deze tailleurs is de eerste van
wijnroode stof gemaakt met kraagje
en ceintuur van donkere tint; de
tweede is een sportmodel van donker
groen fluweel, terwijl de derde ge
maakt is van Engelsche stof met losse
cape Dit laatste model is heel prac-
tiseh, daqr men bij zachter weer
cape en robe samen kan dragen, ter-
icijl bij koud weer de mantel er bij
kan worden aangedaan.
De goede smaak in onze woning.
Een binnenhuis-architect in de
Vrouwen post, schrijvend over goeden
smaak in on?e woning, toont aan hoe
de I9e eeuw {iet verband tusschen den
mensch en het gemaakte voorwerp
heeft verbroken.
Voorbereid do<?i een sentimenteele
kunst, op elk gebied onecht en gema
niëreerd, vohd de nieuwe massa-in
dustrie een vruchtbaren bodem voor
Ook in den boomgaard is het surrogaten en smakeloosheden. Zoo
's winters mooi. a^s de schilderkunst werkelijke onder-
Ook de gekweekte boomen in onze W€1'Pen £af„ maar op belachelijke
tuinen, de vruchtboomen in den boom- wÜ*e geïdealiseerd, zoo werden wer-
gaard kunnen 's winters een schil- i kelyke gebruiksvoorwerpen op even
derachtig effect maken, als de oudé belachelijke wijze „mooi" gemaakt, d.
knoestige appelboomen met al hun i w- 'Ldwaas versierd,
grillige vormen zich helder tegen de I Schilderijen van Menzel Danhau-
iucht afteekenen, met als tegenstel- I ser» ^egas hebben de interieurs en de
ling daarnaast de sterke, rechtop- ho,le levenshouding van dien tyd voor
groeiende pyramiden van de pereboo- j ons vastgelegd. Wy zien gefingeerde
fragmenten uit het levenhet bezoek
van een vorst aan een sober schilders-
men, de sierlijk vertakte kersenboo-
men of de noteboomen, los van bouw.
Deze winterschoonheid in de natuur
dringt zich ongetwijfeld minder op,
zij is stiller, minder luidruchtig dan
de bonte, kleurige, overdadige zomer
weelde. Doch wie er eenmaal oog voor
heeft gekregen, die zal zich den gan-
schen winter door verlustigen aan het
nu eens forsche, dan weer teere lij
nenspel der takken tegen den grau
wen winterhemel.
HEELEMAAL ALLEEN!
Is er niemand bij je aan de telefoon?
Neen hoor, ik ben heelemaal alleen, schat!
atelier; een familiegroep van voor
j beeldige menschenhet zielsgelukkige
j ouderpaar in het bezit van vlytig-
bordurende dochters met kleine kin-
i deren op schoot, eqn spelend hondje
J aan de voeten en daarby nog een boek
lezend. Je ware acrobatiek van een
gelukkig gezin. Uiterlijk fatsoen en
innerlijke bloedeloosheid ontnemen
aan het leven de opbouwende vitali
teit. IVIet den smaak is het treurig ge
steld. Elk voorwerp moet iets anders
voorstellen dan het werkelijk is, elk
materiaal krygt een aanzien van een
ander en kostbaarder materiaal. Elk
j mensch, elk huis en elk ding moet
meer lijken dan het is. De fabrieken
j werken onder hoogen druk om te
I voorzien in de behoefte aan nage-
maakte weelde. Men heeft de voeling
verloren met de productie, men kent
de vervaardiging niet meer, men kent
j de materialen niet meer die verwerkt
i* worden en daarmee is ook het begrip
„kwaliteit" en „stijl" .verloren ge
gaan. Oliepapier wordt tgraag geac-
i cepteerd voor gebrandschilderd glas,
gipsvormen geven de illusie van kost
baar snijwerk, gestansde en gepreste|
vormen komen in de plaats vah drijf
werk. Het hoogtepunt van smakeü
loosheid en namaak zyn de beroemde
Makart-bouquetten van kunstbloe
men, die nog niet geheel van den aard
bodem verdwenen zyn. Het verschil
tussohen den hoepelrok waarmee men
een voettochtje gaat maken in 1880
en de reform-corsetlooze kleeding van
1900 is groot, ook het verschil tus
schen het bonheur-du-jour meubel
voor de pronkkamer met zijn spiegel
tjes, galerijtjes en opzetten en h'etl
tegenwoordige kastmeubel voor del
berging met zyn vierkantigheid, maar
het kwaliteitsbgrip én het stijlgevoel
vertoont nog een akeligen bijsmaak
uit de vorige eeuw.
Wij denken onzen „eigen" smaak te
volgen, terwyl wij de marionetten zijn
waarbij aan de touwtjes woidt ge
trokken door invloeden, waarvan wij
ons niet bewust zijn. Wat wy vermo
gen te onderscheiden is de pry's, niet
de wezenlijke waarde van de dingen
uit ons dagelyksch leven. De produc
tie was vroeger directde ambachts
man maakte dingen voor een verbrui
ker, dien hij kende en die hem kende
de gebruikswaarde van de dingen be
paalde de waardeering. Nu vervaar
digen fabrieken voorwerpen die door-
vreemden aan vreemden verkocht
moeten worden. Allerlei attracties,
die met de gebruikswaarde niets te
doen hebben, dienen den verkoop te
bevorderen. Hopeloos onkundig staat
de kipper tegenover den overvloed,
die him wordt aangeboden. In het
Stedelyk Museum te Amsterdam zal
in Februari een expositie plaats vin
den van machinaal vervaardigde goe
de gebruiksvoorwerpen. Het kwali
teitsbegrip kan alleen aangekweekt
worden als de belangstelling van het
koopend publiek gericht wordt op de
beteekenis van het verwerkte mate
riaal, de afwterking van het voorwerp
en de doelmatigheid van den vorm
ten opzichte van de bruikbaarheid. De
„mooiheid" van een gebruiksvoor
werp ligt niet in de versiering, in een
décor, maar in den edelen grondvorm,
die een innig verband moet houden
met het materiaal en de wyze waarop
het voorwerp gehanteerd wordt in
het gebruik. Wy behoeven geenszins
te behooren tot een nuchtere groep
menschen, die meenen, dat „modern"
den aangenamen, verzorgden, bekoor
lijken vorm uitsluit, om toch niet te
verlangen dat een gebruiksvoorwerp
per sé iets moet hebben, dat de func
tie van het voorwerp t verdoezelt.
Evenmin als een telefoontoestel of een
radiotor versierd behoeft te zijn om
êen plaats waardig te worden in onze
woning, behoeft een meubel, een lamp,
en bloemvaas, een koffiekop en een
melkkan voorzien te zyn van een or
nament.
De tentoonstelling, die door de V.
A. N. K. (Vereenigingvoorambachts-
en ny verheidskunst) wordt georgani
seerd, wil een collectie samenbrengen
an uitstekende gebruiksvoorwerpen
en aan de hand van deze collectie aan-
toonen, hoe belangrijk de makelij, het
materiaal en de doelmatige vorm is
voor het gebruiksvooiwerp. De leden
van deze vereeniging houden zich be
zig met 't ontwerpen van ook machi
naal te vervaardigne voorwerpen voor
de woning; zy hebben reeds vele ma
len in het museum proeven van be
kwaamheid afgelegd. Dezen keer.
staan de zalen echter open ook voor
producten, die niet door een „ontwer
per" zyn geschapen, mits de produc
ten maar gqed zyn van kwaliteit en
uit het product blykt, dat de fabri
kant gevoel had voor juiste materiAal
toepassing en doelmatige vormgeving.
Door middel van foto's en beschrijvin
gen wil men het publiek op de hoogte
brengen van de eischen, die aan ma
chinaal vervaardigde gebruiksvoor
werpen in de woning te stellen zyn.
De medewerking van onze fabrikan
ten is in de eerste plaats noodig om
de tentoonstelling te kunnen laten
slagen.
Telkens als er in de filmwereld een
nieuwe ster opduikt, als een tot dus
ver onbekende naam door de film
critici in hun beoordeeling van een
première met bijzondere waardeering
wordt genoemd, slaat er een golf van
hoop en verwachting door duizenden
harten, die het verlangen koesteren,
ook nog eens tot de uitverkorenen te
behooren, „by de film" te kunnen
komen. By de filmmaatschappijen is
dit altijd te bemerken in een lawine
van brieven met aanvragen, aanbie
dingen, verzoeken, afkomstig van per-
soneri, die meenen de pas ontdekte
ster wel te kunnen eéenaren, zoo niet
te overtreffen.
Het sprookje van het geluk.
Om al deze brieven te schiften en
het enkele goudkorreltje tusschen
deze lawine van meestal vermeend
talent te ontdekken, heeft de Ufa, de
bekende Duitsche filmmaatschappij
te Neubabelsberg een „plaatsings
bureau" opgericht. Hier komen dage
lijks gemiddeld 50 brieven binnen en
een menigte geflatteerde en geretou
cheerde (en daardoor meestal on
bruikbare) foto's. Verder moeten
hier per dag nog een dertig telefoon
gesprekken met filmenthousiasteiï af
gehandeld worden, terwyl er noaeen
stuk of twintig andere artisten in \ppé,
mannen zoowel als vrouwen persi
lyk hun opwachting komen mak'
En als ik nu onmiddellijk hierna cei
sprookje laat volgen, dat het voordeel
heeft van waar te zijn, dan zult U on
getwijfeld zeggen, dat die dagelij k^che
stormloop op het plaatsingsbureau
van de IJ fa toch wel zyn reden van
bestaan heeft! In een copieerinrich-
ting viel den leider van 't Ufa-bureau
een bekoorlijk meisje op. Verbaasde
vragen, of nog niemand proefopna-
men van haar had gemaakt. Even
verbaasde ontkenning en besliste af
wijzing van het voorstel. Doch den
volgenden morgen verscheen ze toch
op het bureau... Vragen, aan den tand
voelen, proefdraaien en ze beviel
nog beter dan „in werkelijkheid". Bo
vendoen kon ze, wat vele anderen niet
kunnen, haar frissche natuurlijkheid1
bewaren. Nu heeft ze al lang een con
tract in den zak.
Gevaren van de planken.
Natuurlijk, de alledagswerkelijk
heid van het plaatsingsbureau ziet er
anders uit. Dikwijls is een min of
meer succesvolle tooneelloopbaan de
eerste schrede naar het filmatelier.
En het is voor den leider van hel
plaatsingsbureau veel gemakkelijker,
zyn ontdekkingen in de theaters van
de hoofdstad of van andere steden te
zoeken, dan onder volslagen leeken
een geschik filmtalent te vinden.
Eerste vereischte, vooral bij vrou
wen, is een goede verschijning en voor
alles een regelmatig gezicht. Heeft de
tooneelloopbaan dus zijn voordeelen,
hy brengt ook zijn gevaren met zich
mede. Het tooneel vergt van zijn spe
lers een bijzonder nadrukkelijke ges
tie en mimiek en een zeer gearticu-
leerden uitspraak. Gewoonten, die
menig tooneelspeler tot een tweede
natuur zijn geworden. Wanneer hy
deze overgroote duidelijkheid nu niet
meer kan afwennen, datf zijn zijn
kansen bij de film voorgoed verkeken.
Ondanks dit geVaar van te groote
tooneelmatigheid, die niet meer in het
voor de film vereischte spel is te ver
anderen, keeren zich elk seizoen vele
nieuwe filmenthousiasten van het
tooneel af en trachten zich een plaats
te veroveren in de wereld van het
witte doek.
De lens kent geen genade.
De sollicitanten, die niet van het
tooneel komen, zyn er wat dit betreft
beter aan toe. Of eigenlijk: maar be
trekkelijk. Want wat de geroutineerde
tooneelspeler te veel geeft, dat geven
zij doorgaans te weinig. En nog iets
is er, dat de optimistische filmgega
digden zich niet kunnen voorstellen:
de opname-camera is geen „spiegelt.,
spiegeltje aan den wand..." Zelfs wie
gèwend is door vrienden en kennissen
bewonderd en opgehemeld te wor
den, moet hier meermalen ervaren,
dat de camera zijn (of haar) ver
meende schoonheid men zou haast
zeggen: een tot dusver onzichtbaar
gebleven masker afrukt. Want de ca
mera onthult alles; de kleinste on
regelmatigheden van het gelaat, van
tanden of lippen, blijken bij de pro
jectie van een close-up, zóó vergroot
en vergroofd, dat ze een vonnis be-
teekenen, omdat ze het gelaat zyn ef
fect en zyn uitdrukkingsmogelijk
heden benemen. Reeds menigeen
heeft zich bij het aanschouwen van
zijn gefilmde conterfeitsel op het wit
te doek vol afschuw afgewend en zon
der er een woord aan te verspillen de
film den rug toegekeerd.
Niettemin, 'zoo totaal zonder uit
zicht is de weg naar de film nu ook
weer niet. Er worden zelfs heel ijve
rig proefopnamen gemaakt, ofschoon
daarmee alleen nog niets gewonnen
is. Als de eerste indruk den leider van
het plaatsingsbureau niet onmiddel
lijk zegt, dat hier een talent zonder
eenig uitzicht voor de film voor hem
staat, dan laat hy den sollicitant iets
declameeren of eenvoudigweg spre
ken.
De vuurproef van de toekomstige
star.
De opname wordt meestal onder
een ongedwongen gesprek met den
chef van het bureau gemaakt, dikwijls
ook aan de telefoon, om verlegenheid
zooveel mogelijk te vermijden. Na
tuurlijk is er ook een speelproef noo
dig, die alles bij elkaar op niet min
der dan ongeveer 200 gulden komt.
Dan komt het groote oogenblik van de
projectie van de opnamen. Voor velen
j is het aanhooren en aanzien van hun
i eerste film een ware kwelling. Het
onschuldige projectielokaal is daar-
door tot een ware martelkamer ge-
worden. Bijna ieder vindt hier zijn
eigen stemgeluid vreemd en onwerke
lijk en dan de wijze waarop men zich
beweegt en de houding! Zelfs iemand,
die zich in een dertigjarigen tooneel
loopbaan een uitstekenden naam had
verworven, riep by het zien van zijn
eerste filmopname ontsteld uit:
„Groote genade, en zóó heb ik dertig
jaar op de planken gespeeld!"
Doch als de indruk van de proef-
opname gunstig uitvalt, dan wordt
het „singalement" van de(n) sollici
tant in het archief van het bureau ge
borgen, waar ongeveer 1000 collega's
reeds wachten. Ook de proefopname,
wordt naar de archieven verwezen bij
een driehonderdtal oudere scortge-
nooten. Want het moet als een bijzon
der buitenkansje beschouwd worden,
als er juist een rol vry zou zijn, die
geknipt is voor de(n) pas ontdekte(n)
nieuweling(e). In verreweg de mees
te gevallen begint nu een tijd van ein
deloos wachten, tot zich een gelegen
heid voor een of ander klein rolletje,
zelden slechts voor een belangrijke rol
voordoet. Men kan van de regisseurs
en spelleiders ook nauwelijks anders
verwachten dan dat zy liever van be
proefde krachten gebruik maken, dan
zich met waaghalzerige experimenten
in te laten, die misschien wel op een
mislukking zullen uitloopen. Toch
geeft juist de Ufa tegenwoordig de
nieuwe talenten wel een kans.
„Fientje Peters Poste Restante"
Schouw burg-Bioscoop.
„Fientje Peters Poste Restante", de
nieuwste Nederlandsche film, die gemaakt
werd in Neubabelsberg, in de filmstudio's
van de Ufa te Berlijn, en die reeds in ver
schillende theaters in Amsterdam, Rotter
dam en Den Haag met succes werd vertoond,
zal vanaf hedenavond in de Schouwburg-
Bioscoop worden gedraaid. Het draaiboek
voor deze film is vervaardigd naar een Duit
sche novelle K. R. Neubert en door Dinah
Nelken samengesteld. De regie is van Vik
tor Janson.
De intrige van de novelle berust op aar
dig toegepaste vondsten van persoonsver
wisseling. Het jonge echtpaar Van Noort
krijgt eenige tweken na hun huwelijk en kort
voor de verwachte aankomst van Inez' papa
uit Indië, die zich van het jong geluk wil
komen overtuigen, over de keuze van een
secretaresse voor Philip zoo hevige ruzie,
dat Philip uit het hotel waar zij de witte
broodsweken doorbrengen, vlucht naar de
voor hen in aanbouw zijnde, maar nog niet
gereed gekomen villa. Hun vriend, mr. Wil
lem van Scheltema wojrdt als advocaat in de
zaak gemoeid eri verlieft zich op het eerste
WAT AL TE HAASTIG.
Haar Vader: W'at ben ik blij de verloofde van mijn dochter hier
te zien. U doet maar precies alsof U thuis zijt.
De Verloofde: Dank U zeer! Maar zou het niet beter zyn even
te wachten tot we getrouwd zijn om hier te komen wonen?
ruzie voor hem wil verheimelijken, den toe
vallig by haar op bezoek zijnden Willem
zich voor den gelukkigen echtgenoot uit te
geven. Deze toestand leidt natuurlijk tot de
noodige verwikkelingen en misverstanden,
die op verblijdende wijze een einde nemen in
een ouderwets „happy end".
De rol van Fientje Peters, de secretaresse
waarom eigeJtlyk de twist ontstaat, wordt
gespeeld door Dolly Bouwmeester, die reeds
eerder filmde in „De familie van mijn
vrouw". Louis Borel, die de Hollandsche
Wolf Albach Retty wordt genoemd, flimde
reeds in verschillende Nederlandsche films,
o.a. „Malle Gevallen" en „Suikerfreule". Hij
is hier de ongetrouwde advocaat.
De overige rollen worden vervuld door
Fientje Berghegge, Cor Hermus, Herman
Tholen, Rob Milton, Hilde Alexander, Alex
de Meester Jr., Marie Faassen e.a.
De pers was bij de première van deze
Louis Borel en Fientje Berghegge,
een Haagsch meisje dat voor het eerst voor
de film speelde.
gezicht op Fientje Peters, de secretaresse
van Philips' keuze en dus onbewust de steen
des aanstoots in het jong geluk der Van
Noorts. Door de onverwachte aankomst van
Papa Van Huizenbeek dwingt Inez, die de
Cor Hermus, Dolly Bouwmeester, Fientje
Berghegge en Louis Borel in „Fientje
Peters Poste restante".
nieuwe Nederlandsche rolprent unaniem vol
lof over „Fientje Peters", men noemde het
een gezellig vlot gespeelde amusements
film.
V „Mynheer zoekt zyn woning:".
Kert'Oostenrijksche kluchtige verwikkelings-
comedie.
Réunie-Bioscoop.
De nieuwe constellatie in de Europeesche
filmwereld, die een gevolg was van de ge
wijzigde toestanden in Duitschland, heeft
van de veelbezongen Donaustad Weenen een
filmproductie-centrum gemaakt, dat zich
zeer snel een reputatie veroverde. Stond
men aanvankelijk nogal sceptisch tegenover
deze Weensche productieplannen... een paar
groote films (o.a. Willy Forst's „Maske
rade") deden met vertrouwen de toekomst
tegemoet zien.
Een der grootste producenten, de Projec-
tograph-Film, die bereids demonstreerde
uitmuntend werk te kunnen leveren, brengt
nu „Mynheer zoekt een woning", een come-
die van malle situaties en wonderlijke ver
wikkelingen, die niet alleen kan bogen op
een flinke dosis geest, maar die bovendien
twee belangrijke dingen l^ezit, welke een
goede film nu eenmaal fcroodnoodig heeft:
een draaiboek vol pittigheid en een reeks
artisten, die het vreemde geval van den me
neer, die zijn woning zoekt met een kenne
lijk behagen, hebben gespeeld. De film heeft
een sfeer, die dat voelt men onmiddellijk.
één en al enthousiasme ademt en de han
dige regisseur E. W. Emo heeft van. deze
geestesstemming bij zijn troep dankbaar
gebruik gemaakt.
„Mijnheer zoekt een Woning" kan bogen
op «en rolbezetting, die vrijwel ideaal is.
Drie mannen en vijf vrouwen hebben van
dit tooneelstuk van Oesterreicher en Jen-
bach op knappe wijze voor de film be
werkt door Julius Horst een rolprent ge
maakt, die geen pretenties heeft van Kunst
met een groote K, maar die alleen wil amu
seeren. Drie mannen: Hermann Thimig, Paul
Hörbiger en Leo Slezak. vyf vrouwen:
Hilde von Stolz, Hanna Waag, Adèle San-
drock, Lizzi Holzschuh en Karin Evans,
voorwaar een keuroollectie van bekende en
zeer bekende namen.
Over Hermann Thimig behoeven we na
tuurlijk niet veel meer te vertellen. Het aan
tal films, dat men in de laatste jaren van
hem heeft kunnen zien, loopt in de tien
tallen. De sappige Wiener Paul Hörbiger
heeft een „aanhang", die niet geringer zal
zijn.
Konijn met kerrymus en rijst
1 konijn, 100 gr. boter, 2 uien, 1 appel,
pl.m. 5 d.L. water, 1 dessertlepel kerry, 1
eetlepel bloem, sap van een citroen, zout
naar smaak.
Het konyn wordt gewasschenl gedroogd
en in kleine stukken verdeeld,-the met zout
worden ingewreven. De boter wordt warm
gemaakt en hierin worden de stukken
vleesch lihtbruin gefruit, daarna zoolang
op een bord gelegd. In dezelfde boter wor
den de gesnipperde uien gefruit, totdat ze
lichtbruin van kleur zijn, kerry-poeder en
bloem toevoegen en ongeveer 5 d.L. water,
de saus daarna even doorkoken en de stuk
ken vleesch en gesnipperde appel bijvoegen,
daarna alles nog een uurtje latén stoven en
voor het opdoen het citroensap toevoegen.
Opdienen op een verwarmde schaal en het
vleesch bedekken met de gezeefde saus.
Droge rijst apart opdienen.
Kaaspasteitjes.
100 gr. bloem, klein half theekopje water,
'vulsel: 100 gr. geraspte kaas, 40 gr. boter,
peper, 1 ei, Va d.L. melk.
Boter en bloem worden met de vinger
toppen tot een fyn kruimelige massa ver
deeld en onder toevoeging van het water tot
een deeg gekneed, dat daarna dun uitgerold
wordt om er kleine ingevette vormpjes mede
te voeren, b.v. rechte soufflépotjes. Het mid
den wordt aangevuld met een mengsel, dat
gemaakt wordt, door het ei met peper en
melk goed te kloppen, daarna de geraspte
kaas er door roeren en over dè deegbakjes
verdeelen, gedurende 15 k 20 minuten in
een matig warmen oven bakken en warm
opdienen.
Gemberpudding.
L. melk, 4 blaadjes witte gelatine, 75
gr. witte suiker, 2 eieren, geraspte citroen
schil, geconfijte stukjes gember, b.v. Vu ons.
Gelatine weeken in koud water, in een
zeefje doen om het water te laten wegdrup-
pelen. De melk aan de kook brengen en de
suiker er in oplossen, daarna een gedeelte
ervan met een dun straaltje b(j de inmid
dels geklopte eieren voegen, alles terug
doen in de pan en deze op een kleine pit aai»
de kook brengen, steeds blijven kloppen,
niet door laten koken ,doch de pan van het
vuur nemen en er de gelatine in oplossen.
Af laten koelen en af en toe roeren om
te voorkomen, dat de gelatine zakt en als
de massa koud en drillerig wordt, de aan
kleine stukjes gesneden gember er door roe
ren en alles overbrengen in een glazen
schaal. Daagt» tevoren klaar maken.
„Der dritte im Bunde" is de ex-opera
zanger Leo Slezak, die na een periode van
groote successen op vocaal gebied in vrywel
alle groote Europeesche steden een soort
van tweede carrière is begonnen op filmge
bied. Slezak, wiens machtige geluid eens
groote concertzalen vulde, werd enkele jaren
geleden alleen om zyn stem in een groote
Duitsche zangfilm opgenomen en sindsdien
heeft hy in vele films gespeeld, omdat hy...
over zoo'n uitstekend komisch talent be
schikte.
„Mijn „Doublé" en ik"
door Viktor de Kowa, die de hoofd
rol vervult in de Film „Meisjes aan
't roer".
Toen ik onlangs één myner collega's ver
telde, dat ik in de film „Meisjes aan 't
roer" een double had, merkte hy uit de
hoogte op: „Ook al!", maar zijn eenigszins
minachtende reactie op my'n eenvoudige op
merking liet my steenkoud, want myn
„doublé" was een heel bijzondere. Als een
bekend actrice een „doublé" heeft, dan heeft
deze niets anders te doen dan zooveel mo
gelyk óp de actrice te gelyken.
Met myn „doublé" was het heel anders.
Hij is niet van my persoonlijk afhankelijk
en lijkt ook heelemaal niet op me. Zelfs af-
gezien van een groote, hoornen bril, die ik
trouwens ook draag als ik thuis zit te lezen.
Bovendien moest myn „doublé" niet alleen
in heel eenvoudige scènes optreden, doch
had een zeer actief aandeel in de filmop
namen. Hij speelde eigenlijk de moeilijkste
scènes en, wat de hoofdzaak is, myn „dou
blé" is geen onbekende. Hy heeft zelfs in
sportkringen een zeer groote naam. Wat hy
niet kan, kan ik; wat ik niet kan, kan hy!
Hy was in deze film eigenlijk mijn tweede
ik, of beter gezegd, myn noodzakelijke aan
vulling en het verschil tusschen ons is, dat
ik veilig op den grond bleef, terwijl hy uit
sluitend door de lucht zweefde. Men ziet
hem slechts zeer van verre en kan hem dus
niet herkennen, wat ook de bedoeling was
van den regisseur Herbert Selpin, want men
moet de indruk krijgen, dat ik zélf door de
wolken vlieg. Maar aan zoo'n bedrog doe ik
niet mee en daarom heb ik alles verraden.
Als U de door Lumina in Holland uitge
brachte film „Meisjes aan 't roer" ziet, denk
dan by het aanschouwen van de enorme
prestaties op het gebied van zweefvliegen
er aan, dat dit voor U vertoond wordt door
één der pioniers van deze sport: Wolf Hirth.
„De nacht dei terechtstellinKen".
Thalia-Theater.
„De nacht der terechtstellingen" of wel
„Manhattan Melodrama" is een film rnet
vele en goede kwaliteiten die uitmunt door
de zeer goede regie van W. S. van Dijke.
Het verhaal is goed gevondien al helt het
naar het melodramatische.
Het behandelt het leven van twee vrien
den, die beiden hij een scheepsramp ouder
loos zijn gewortien en daarna samen zyn op
gevoed. Helder wordt de geheele film door
het contrast tusschen hun beider karakters
geschilderd. De eene is van kindsaf aan een
succesvol speler; hij houdt er een speelzaal
op na en staat in veihinding met de gang-
sterkringen van New-York; de ander is ern
stig en ijverig en brengt het tot officier van
justitie, later tot prociireur-generaal en
zelfs tot gouverneur. Zijn onkreukbaarheid
wondt zwaar beproefd als hy een moordzaak
te behandelen krygt waarin zyn vriend be
trokken is. Wegens gebrek aan bewijs moet
deze worden vrijgesproken. Nog zwaarder
wordt het voot Jim (William Powell), als
zyn vriend Blaokie (4ark Gable) verdacht
wordt van een moora op den man, die
trachtte zyn candidatuur voor het gouver
neurschap te ondermijnen. In het belang
van de rust in den staat veroordeelt Jim zijn
besten vriend ter dood en weigert hem gra
tie te verleenen. Zyn doorzetten en hard
heid in deze zaak bezorgt hem het gouver
neurschap, maar vervreemdt hem van zijn
vrouw (Myrna Lcty), de vroegere geliefde
van Blackie. In den nacht van de terecht
stelling gaat hy Blackie dan toch gratie
aanbieden, maiar deze verkiest den electri-
achen stoel boven levenlange gevangenis
straf (of weigert hy uitsluitend om zijn
vriend niet te compromitteerenJim ge
voelt met het aanbieden van gratie een
zwakheid te hebben begaan en hy neemt
zijn ontslag als gouverneur, waarmee hij
zich dan weer de liefde van zyn vrouw te
rugwint.
Ondanks haar over het geheel sensatio-
neelerj inhoud, is het een film met een ent-
■naar tot het laatst toe
VOOR DE KOFFIETAFEL.
Cornedbeef-salade.
200 gr. cornedbeef (één stuk), twee ge
kookte aardappelen, een biet, een hard ge
kookt ei, olie, een appel, azyn, peper en
zout, uitje, 1 krop sla of fijn gesneden an
dijvie.
De krop sla wordt aan stukjes verdeeld,
gewasschen, uitgelekt en aangemaakt mei
een weinig olie en azyn, een weinig peper
en op den bodem van een niet te groote
glazen slabak gelegd. De cornedbeef wordt
in kleine vierkante blokjes gesneden, even
als de aardappel en een deel van de biet (de
rest hiervan wordt aan smalle reepjes ge
sneden voor garneering, evenals de appel:
het uitje wordt zeer fyn gesnipperd en al
deze ingrediënten in een kom gedaan, ver
mengd met olie, azyn, peper en zout en met
een paa* houten lepels door elkaar ge
schept, daarna op de sla gelegd, naar het
midden toe hooger, garneeren met zeer fijn
gehakt eiwit en reepjes biet, waarna de
dooier door een zeefje gewreven en er over
heen wordt f