I)e schoonheid van den Winter. Begrootingen voor de Huisvrouw. Betere kwaliteit. Hoe kom ik bü de film FILMNIEUWS. Verschillende Recepten. Er zal wel memand zyn, die niet liouat van de Doornen 111 hun groenen, zomerachen tooi. ieder kent het ver langen naai- den zomer, dal niet alleen een Verlangen is naar zou en warmte, uocn ook êen uiting is van onbevre digd zij ii met de doodscne kaalheid, die er des winters in de natuur «eerscht. In die stille wintermaanden, ais de natuur geen kleur en pracht meer met volle handen voor ons uit spreidt, dan gaat, vooral in den t«d der korte dagen, ons verlangen reeds weer uit naar den zomer met zijn weelde van groen en bloemen, naar liet bosch met zijn dicht gebladerte, waar de wind door de boomtoppen ïuischt, want dat is voor ons eerst eigenlijk de natuur. Als wy aan een bosch denken, dan stellen "wij ons als vanzeit die overdadige pracht van dicht bebladerde kruinen voor. Ook om ,~fie verschillende boomsoorten te onderscheiden, kijken wij het eerst en het meest naar de bladeren. Zóó, mèt hun bladertooi, zijn zij ons het meest vertrouwd en het liefst. Ken den boom aan zijn vorm on gestalte. Menigeen, die U 's zomers in een bosch soort voor soort goed zal kun nen opnoemen de boomen onderschei clende aan hun bladvorm, zal in den winter staan te kijkennee, zóó is het geen doen, den boom ken je immers aan zyn bladeren. Hy ziet natuurlijk wel verschil, maar Joch valt het hem nu veel moeilijker, om zijn vrienden van den zomer alle terug te vinden. Dat komt omdat hij zich blind ge staard heeft op een deel het rijkste en overvloedigste, zeker van wat de natuur ons aan schoonheid bied* en daardoor slechts zijn vrienden van één zyde heeft leeren kennen. Hun andere zyde, hun wintersche gestalte, is hy altyd achteloos voorbijgegaan, en toch verdient die kant van de na tuur niet minder onze aandacht. En als wy dan ook in den winter met open oogen en volle opmerkzaam heid door het boself gaan, dan zullen ons allerlei eigenaardigheden, allerlei kleine kenmerken opvallen, die ons in den zomer waren ontgaan. Als we er ons eenigen tyd in oefenen, zullen we zonder veel moeite ook in den winter, als er geen .blaadje meer te bekennen valt, de verschillende boomsoorten even goed als 's zomers uit elkaar kunnen houden. Zoo zal ons dan blij ken, dat elke boom ook in den winter zyn eigen karakter heeft. Ook kaal en ontbladerd, zal een berk niet licht met een eik of populier te verwisselen zyn. Hier hebben we al zoo'n groot onder, scheid, dat het iedereen terstond op valt. Is dit al niet een reden om ons ook op het leeren kennen van de fij nere verschillen te gaan toeleggen? Wie hiermede eenmaal een begin heeft gemaakt, zal eens zien, wat een genot het verschaft, het karakter van een ahorn, van een linde, van een plataan uit vorm en gestalte van de blader- looze boomen te bestudeeren. In den zomer, als het takgestel onder dicht gebladerte schuil gaat, blyven al die fijne verschillen ons verborgen, doch in dit jaargetijde teekenen zich scherp en klaar de boomkruinen tegen dt vio lette winterlucht af ieder met zyn eigen, krakteristieke kenmerken. f j Oude boomen het meest karakte ristiek. V oor dergelijke waarnemingen lee- nen zich oudere boomen het best; zij zyn als het ware gerijpte persoonlyk- neden in hun soort, iseinen wy by- voorbeeld de trotsche gestalte van den eik, by wiens bestaan onze eigen le vensduur in het niet zinkt. Zyn breed knoestig takgestel draagt wel het ken merk van de eeuwen te kunnen trot- seeren. Geheel anders doet daarnaast de beuk aan. Ook zy is een zinnebeeld van standvastigheid en uithoudings vermogen, doch in plaats van door het stoere kenmerkt zy zich meer door het pezige en taaie. De takjes van den 1 eik staan afzonderlijk, steken spits de lucht in, by de beuk is het meer een netwerk van fjjne twijgjes, dat den koepel van de kruin in een gelijkmatig waas hult. Daarnaast doet het lak werk van de els verward en onrustig aan. De vochtige grond, waaruit zij opgroeit verraadt zich in haar som bere schoonheid. Ook de boom verandert met de jaren. De wijze van fijne vertakking aaii den rand van den kruin is in vele ge vallen een bruikbaar middel ter her kenning van de soort. Ook de vorm van de knoppen en hun plaatsing aan de takken kunnen hiervoor dienst doen. Intusschen wordt een snelle herkenning van de boomsoort weer bemoeilijkt door het feit, dat met het vorderen der jaren het silhouet van den boom als geheel dikwyls zulke ge weldige veranderingen kan onder gaan. Zoo vormt bijvoorbeeld de kruin van een jonge kastanje een ta- Bezuinig niet op alles wat voor U geestelijke waarde bezit. melyk regelmatige kegel, terwyl een' Ze ,S Nua als kind, oude boom daarentegen de schilde.- dat een te moell«ke som moet maken. oude boom daarentegen de scniider achtigste vormen kan aannemen. Ter verduidelijking van onze bewering dat de knoppen als herkenningstee- ken kunnen dienen, behoeven wij slechts als voorbeeld te nemen de kas tanje met zyn dikke knoppen aan het uiteinde der takken en daarnaast de berk met haar teeren, gevederden bou.w. Heel anders van gestijte zyn weer de wilgen. De knotwilg steekt zyn dunne buigzame twy'gen als een oezem in de lucht, terwyl zijn ver want de treurwilg al op een afstand herkenbaar is aan zyn sierlijk neer hangende takken. De iep of olzu valt op door zijn fyn vertakten, als waaier- vormigen kruin. Esch en ahorn ken merken zich door recht tegenover el kaar geplaatste takken en knoppen. Met haar huishoudboek van 1935 en een blocnote gaat ze zitten en neemt ze, de kin steunende op haar potlood, een peinzende houding aan. Dat is zoowaar een moeilijke opgave, een begrooting te maken voor het ko mende jaar, van een inkomen, dat al weer geslonken is. Waarop moet ze bezuinigen? Ze draait één van haar twee kleine schemerlampjes uit, én lacht. Een goed beginElectriciteit Dan zet ze haar theewater op de ka chel: Gas! Wat volgt? Haar gedach ten gaan alle posten na: Voeding (uit gesloten, en wat eet ze heelemaal, ze i wil toch niet dik worden). Kleeding: J (onmogelijk, ze wordt ouder en kan I eenvoudig niet meer in die goedkoope japonnen ergens komen). Huur: j (neen, deze woning wil ze niet ver- laten, een heerlijk uitzicht heeft ze, vooral zomers). Zomerreis: (dat nooit, eens per jaar wil ze weg, liefst naar het goedkoope buitenland). Kap per... merkt U haar „logische" denk wijze wel op? Kapper? dat herinnert haar weer aan haar verregende ondu latie. Ze staat op, draait alle lichten aan, dje er in de kamer zijn en kijkt in de spiegel. Ergerlijk, dat onstand vastige klimaat, moet ze toch noodig morgen weer gaan Huishoudelijke- en toiletartikelen. Ze zucht! Wat valt hierop te bezuini gen? Soda en crème verminderen in het gebruik. Hoogstens een pond of een potje uitsparen per maand. Maar wat kan dat over een heel jaar uit maken Ze is bijna wanhopig, als een kind, Dan schiet haar iets te binnen. Hoera, ik ben er, zegt ze hardop. Die diverse abonnementen op dagbladen, periodieken, het lidmaatschap van kunst-, cultuur-, jeugd- en dieren vriend vereenigingen, die moeten af gezegd worden, zoo vlug mogelyk. Ik heb het gevonden, ik weet waar de fout van onze te groote uitgaven schuilt, zegt ze met een wijs gezicht aan tafel, tegen haar man. En ze ver telt wat ze uitgepuzzeld heeft. Maar de reactie is anders als zy vermoedde. In plaats van een blij ge zicht, is dat tegenover haar heel ern stig. En dan zegt een stem, met wat verwijt in de toon: Je bent er naast, wat jy opgeeft te schrappen, blijft in 1936 ook tot onze uitgaven behooren. Hoe zou het zijn, als ieder een, die het toch nog wel betalen kan, zooals wy, alles wat van geestelijke waarde is, in de eerste plaats van zich afschuift? En waarvan zouden zy, die ons deze afleiding (afleiding in den besten zin des woords) ver schaffen, moeten bestaan? Je denkt een middel gevonden te hebben, om de oorzaak van onze te groote uitgaven weg te nemen. In werkelijkheid is het middel heel wat erger dan de oorzaak. Ik vroeg je te bezuinigen, gelijkmatig bezuinigen, meende ik. Niet alleen op een serie ge lijkgerichte posten. Aile takken moe ten haar bestaansmogelijkheid heb ben. Wy zyn er om corruptie te voor komen. Dat sluit niet uit, dat Mevr. A. 50 c/c meer aan een zekere post zal besteeden, dan jij doet, en Mevr. B. b.v. weer 30 'fc minder aan een an dere post. Maar geen van ons is ge rechtigd de pers, kunst, sociale instel lingen enz. te negeeren. Zy hebben jou noodig, maar bovenal, jy hebt hen noodig om op je peil van ontwikkeling te blijven en hooger te komen. Er bleef na tafel één lampje bran den en twee hoofden zaten geboge» over een stuk papier, waar de man in* volgorde alles opschreef, waaraan een mensch voor lichaam en geest be hoefte heeft, en geen potlood schrapte een geheele post, neen, de cijfers ach ter elke post worden zooveel mogelijk naar evenredigheid verlaagd. En de vrouw begreep haar fout en erkende ditEn alle vrouwen, die zijn als zij, moeten erkennen dat econo mie, op de juiste wijze moet worden aangebracht, om onnoodige inzinkin gen te voorkomen. EEN DRIETAL TAILLEURS. Van deze tailleurs is de eerste van wijnroode stof gemaakt met kraagje en ceintuur van donkere tint; de tweede is een sportmodel van donker groen fluweel, terwijl de derde ge maakt is van Engelsche stof met losse cape Dit laatste model is heel prac- tiseh, daqr men bij zachter weer cape en robe samen kan dragen, ter- icijl bij koud weer de mantel er bij kan worden aangedaan. De goede smaak in onze woning. Een binnenhuis-architect in de Vrouwen post, schrijvend over goeden smaak in on?e woning, toont aan hoe de I9e eeuw {iet verband tusschen den mensch en het gemaakte voorwerp heeft verbroken. Voorbereid do<?i een sentimenteele kunst, op elk gebied onecht en gema niëreerd, vohd de nieuwe massa-in dustrie een vruchtbaren bodem voor Ook in den boomgaard is het surrogaten en smakeloosheden. Zoo 's winters mooi. a^s de schilderkunst werkelijke onder- Ook de gekweekte boomen in onze W€1'Pen £af„ maar op belachelijke tuinen, de vruchtboomen in den boom- wÜ*e geïdealiseerd, zoo werden wer- gaard kunnen 's winters een schil- i kelyke gebruiksvoorwerpen op even derachtig effect maken, als de oudé belachelijke wijze „mooi" gemaakt, d. knoestige appelboomen met al hun i w- 'Ldwaas versierd, grillige vormen zich helder tegen de I Schilderijen van Menzel Danhau- iucht afteekenen, met als tegenstel- I ser» ^egas hebben de interieurs en de ling daarnaast de sterke, rechtop- ho,le levenshouding van dien tyd voor groeiende pyramiden van de pereboo- j ons vastgelegd. Wy zien gefingeerde fragmenten uit het levenhet bezoek van een vorst aan een sober schilders- men, de sierlijk vertakte kersenboo- men of de noteboomen, los van bouw. Deze winterschoonheid in de natuur dringt zich ongetwijfeld minder op, zij is stiller, minder luidruchtig dan de bonte, kleurige, overdadige zomer weelde. Doch wie er eenmaal oog voor heeft gekregen, die zal zich den gan- schen winter door verlustigen aan het nu eens forsche, dan weer teere lij nenspel der takken tegen den grau wen winterhemel. HEELEMAAL ALLEEN! Is er niemand bij je aan de telefoon? Neen hoor, ik ben heelemaal alleen, schat! atelier; een familiegroep van voor j beeldige menschenhet zielsgelukkige j ouderpaar in het bezit van vlytig- bordurende dochters met kleine kin- i deren op schoot, eqn spelend hondje J aan de voeten en daarby nog een boek lezend. Je ware acrobatiek van een gelukkig gezin. Uiterlijk fatsoen en innerlijke bloedeloosheid ontnemen aan het leven de opbouwende vitali teit. IVIet den smaak is het treurig ge steld. Elk voorwerp moet iets anders voorstellen dan het werkelijk is, elk materiaal krygt een aanzien van een ander en kostbaarder materiaal. Elk j mensch, elk huis en elk ding moet meer lijken dan het is. De fabrieken j werken onder hoogen druk om te I voorzien in de behoefte aan nage- maakte weelde. Men heeft de voeling verloren met de productie, men kent de vervaardiging niet meer, men kent j de materialen niet meer die verwerkt i* worden en daarmee is ook het begrip „kwaliteit" en „stijl" .verloren ge gaan. Oliepapier wordt tgraag geac- i cepteerd voor gebrandschilderd glas, gipsvormen geven de illusie van kost baar snijwerk, gestansde en gepreste| vormen komen in de plaats vah drijf werk. Het hoogtepunt van smakeü loosheid en namaak zyn de beroemde Makart-bouquetten van kunstbloe men, die nog niet geheel van den aard bodem verdwenen zyn. Het verschil tussohen den hoepelrok waarmee men een voettochtje gaat maken in 1880 en de reform-corsetlooze kleeding van 1900 is groot, ook het verschil tus schen het bonheur-du-jour meubel voor de pronkkamer met zijn spiegel tjes, galerijtjes en opzetten en h'etl tegenwoordige kastmeubel voor del berging met zyn vierkantigheid, maar het kwaliteitsbgrip én het stijlgevoel vertoont nog een akeligen bijsmaak uit de vorige eeuw. Wij denken onzen „eigen" smaak te volgen, terwyl wij de marionetten zijn waarbij aan de touwtjes woidt ge trokken door invloeden, waarvan wij ons niet bewust zijn. Wat wy vermo gen te onderscheiden is de pry's, niet de wezenlijke waarde van de dingen uit ons dagelyksch leven. De produc tie was vroeger directde ambachts man maakte dingen voor een verbrui ker, dien hij kende en die hem kende de gebruikswaarde van de dingen be paalde de waardeering. Nu vervaar digen fabrieken voorwerpen die door- vreemden aan vreemden verkocht moeten worden. Allerlei attracties, die met de gebruikswaarde niets te doen hebben, dienen den verkoop te bevorderen. Hopeloos onkundig staat de kipper tegenover den overvloed, die him wordt aangeboden. In het Stedelyk Museum te Amsterdam zal in Februari een expositie plaats vin den van machinaal vervaardigde goe de gebruiksvoorwerpen. Het kwali teitsbegrip kan alleen aangekweekt worden als de belangstelling van het koopend publiek gericht wordt op de beteekenis van het verwerkte mate riaal, de afwterking van het voorwerp en de doelmatigheid van den vorm ten opzichte van de bruikbaarheid. De „mooiheid" van een gebruiksvoor werp ligt niet in de versiering, in een décor, maar in den edelen grondvorm, die een innig verband moet houden met het materiaal en de wyze waarop het voorwerp gehanteerd wordt in het gebruik. Wy behoeven geenszins te behooren tot een nuchtere groep menschen, die meenen, dat „modern" den aangenamen, verzorgden, bekoor lijken vorm uitsluit, om toch niet te verlangen dat een gebruiksvoorwerp per sé iets moet hebben, dat de func tie van het voorwerp t verdoezelt. Evenmin als een telefoontoestel of een radiotor versierd behoeft te zijn om êen plaats waardig te worden in onze woning, behoeft een meubel, een lamp, en bloemvaas, een koffiekop en een melkkan voorzien te zyn van een or nament. De tentoonstelling, die door de V. A. N. K. (Vereenigingvoorambachts- en ny verheidskunst) wordt georgani seerd, wil een collectie samenbrengen an uitstekende gebruiksvoorwerpen en aan de hand van deze collectie aan- toonen, hoe belangrijk de makelij, het materiaal en de doelmatige vorm is voor het gebruiksvooiwerp. De leden van deze vereeniging houden zich be zig met 't ontwerpen van ook machi naal te vervaardigne voorwerpen voor de woning; zy hebben reeds vele ma len in het museum proeven van be kwaamheid afgelegd. Dezen keer. staan de zalen echter open ook voor producten, die niet door een „ontwer per" zyn geschapen, mits de produc ten maar gqed zyn van kwaliteit en uit het product blykt, dat de fabri kant gevoel had voor juiste materiAal toepassing en doelmatige vormgeving. Door middel van foto's en beschrijvin gen wil men het publiek op de hoogte brengen van de eischen, die aan ma chinaal vervaardigde gebruiksvoor werpen in de woning te stellen zyn. De medewerking van onze fabrikan ten is in de eerste plaats noodig om de tentoonstelling te kunnen laten slagen. Telkens als er in de filmwereld een nieuwe ster opduikt, als een tot dus ver onbekende naam door de film critici in hun beoordeeling van een première met bijzondere waardeering wordt genoemd, slaat er een golf van hoop en verwachting door duizenden harten, die het verlangen koesteren, ook nog eens tot de uitverkorenen te behooren, „by de film" te kunnen komen. By de filmmaatschappijen is dit altijd te bemerken in een lawine van brieven met aanvragen, aanbie dingen, verzoeken, afkomstig van per- soneri, die meenen de pas ontdekte ster wel te kunnen eéenaren, zoo niet te overtreffen. Het sprookje van het geluk. Om al deze brieven te schiften en het enkele goudkorreltje tusschen deze lawine van meestal vermeend talent te ontdekken, heeft de Ufa, de bekende Duitsche filmmaatschappij te Neubabelsberg een „plaatsings bureau" opgericht. Hier komen dage lijks gemiddeld 50 brieven binnen en een menigte geflatteerde en geretou cheerde (en daardoor meestal on bruikbare) foto's. Verder moeten hier per dag nog een dertig telefoon gesprekken met filmenthousiasteiï af gehandeld worden, terwyl er noaeen stuk of twintig andere artisten in \ppé, mannen zoowel als vrouwen persi lyk hun opwachting komen mak' En als ik nu onmiddellijk hierna cei sprookje laat volgen, dat het voordeel heeft van waar te zijn, dan zult U on getwijfeld zeggen, dat die dagelij k^che stormloop op het plaatsingsbureau van de IJ fa toch wel zyn reden van bestaan heeft! In een copieerinrich- ting viel den leider van 't Ufa-bureau een bekoorlijk meisje op. Verbaasde vragen, of nog niemand proefopna- men van haar had gemaakt. Even verbaasde ontkenning en besliste af wijzing van het voorstel. Doch den volgenden morgen verscheen ze toch op het bureau... Vragen, aan den tand voelen, proefdraaien en ze beviel nog beter dan „in werkelijkheid". Bo vendoen kon ze, wat vele anderen niet kunnen, haar frissche natuurlijkheid1 bewaren. Nu heeft ze al lang een con tract in den zak. Gevaren van de planken. Natuurlijk, de alledagswerkelijk heid van het plaatsingsbureau ziet er anders uit. Dikwijls is een min of meer succesvolle tooneelloopbaan de eerste schrede naar het filmatelier. En het is voor den leider van hel plaatsingsbureau veel gemakkelijker, zyn ontdekkingen in de theaters van de hoofdstad of van andere steden te zoeken, dan onder volslagen leeken een geschik filmtalent te vinden. Eerste vereischte, vooral bij vrou wen, is een goede verschijning en voor alles een regelmatig gezicht. Heeft de tooneelloopbaan dus zijn voordeelen, hy brengt ook zijn gevaren met zich mede. Het tooneel vergt van zijn spe lers een bijzonder nadrukkelijke ges tie en mimiek en een zeer gearticu- leerden uitspraak. Gewoonten, die menig tooneelspeler tot een tweede natuur zijn geworden. Wanneer hy deze overgroote duidelijkheid nu niet meer kan afwennen, datf zijn zijn kansen bij de film voorgoed verkeken. Ondanks dit geVaar van te groote tooneelmatigheid, die niet meer in het voor de film vereischte spel is te ver anderen, keeren zich elk seizoen vele nieuwe filmenthousiasten van het tooneel af en trachten zich een plaats te veroveren in de wereld van het witte doek. De lens kent geen genade. De sollicitanten, die niet van het tooneel komen, zyn er wat dit betreft beter aan toe. Of eigenlijk: maar be trekkelijk. Want wat de geroutineerde tooneelspeler te veel geeft, dat geven zij doorgaans te weinig. En nog iets is er, dat de optimistische filmgega digden zich niet kunnen voorstellen: de opname-camera is geen „spiegelt., spiegeltje aan den wand..." Zelfs wie gèwend is door vrienden en kennissen bewonderd en opgehemeld te wor den, moet hier meermalen ervaren, dat de camera zijn (of haar) ver meende schoonheid men zou haast zeggen: een tot dusver onzichtbaar gebleven masker afrukt. Want de ca mera onthult alles; de kleinste on regelmatigheden van het gelaat, van tanden of lippen, blijken bij de pro jectie van een close-up, zóó vergroot en vergroofd, dat ze een vonnis be- teekenen, omdat ze het gelaat zyn ef fect en zyn uitdrukkingsmogelijk heden benemen. Reeds menigeen heeft zich bij het aanschouwen van zijn gefilmde conterfeitsel op het wit te doek vol afschuw afgewend en zon der er een woord aan te verspillen de film den rug toegekeerd. Niettemin, 'zoo totaal zonder uit zicht is de weg naar de film nu ook weer niet. Er worden zelfs heel ijve rig proefopnamen gemaakt, ofschoon daarmee alleen nog niets gewonnen is. Als de eerste indruk den leider van het plaatsingsbureau niet onmiddel lijk zegt, dat hier een talent zonder eenig uitzicht voor de film voor hem staat, dan laat hy den sollicitant iets declameeren of eenvoudigweg spre ken. De vuurproef van de toekomstige star. De opname wordt meestal onder een ongedwongen gesprek met den chef van het bureau gemaakt, dikwijls ook aan de telefoon, om verlegenheid zooveel mogelijk te vermijden. Na tuurlijk is er ook een speelproef noo dig, die alles bij elkaar op niet min der dan ongeveer 200 gulden komt. Dan komt het groote oogenblik van de projectie van de opnamen. Voor velen j is het aanhooren en aanzien van hun i eerste film een ware kwelling. Het onschuldige projectielokaal is daar- door tot een ware martelkamer ge- worden. Bijna ieder vindt hier zijn eigen stemgeluid vreemd en onwerke lijk en dan de wijze waarop men zich beweegt en de houding! Zelfs iemand, die zich in een dertigjarigen tooneel loopbaan een uitstekenden naam had verworven, riep by het zien van zijn eerste filmopname ontsteld uit: „Groote genade, en zóó heb ik dertig jaar op de planken gespeeld!" Doch als de indruk van de proef- opname gunstig uitvalt, dan wordt het „singalement" van de(n) sollici tant in het archief van het bureau ge borgen, waar ongeveer 1000 collega's reeds wachten. Ook de proefopname, wordt naar de archieven verwezen bij een driehonderdtal oudere scortge- nooten. Want het moet als een bijzon der buitenkansje beschouwd worden, als er juist een rol vry zou zijn, die geknipt is voor de(n) pas ontdekte(n) nieuweling(e). In verreweg de mees te gevallen begint nu een tijd van ein deloos wachten, tot zich een gelegen heid voor een of ander klein rolletje, zelden slechts voor een belangrijke rol voordoet. Men kan van de regisseurs en spelleiders ook nauwelijks anders verwachten dan dat zy liever van be proefde krachten gebruik maken, dan zich met waaghalzerige experimenten in te laten, die misschien wel op een mislukking zullen uitloopen. Toch geeft juist de Ufa tegenwoordig de nieuwe talenten wel een kans. „Fientje Peters Poste Restante" Schouw burg-Bioscoop. „Fientje Peters Poste Restante", de nieuwste Nederlandsche film, die gemaakt werd in Neubabelsberg, in de filmstudio's van de Ufa te Berlijn, en die reeds in ver schillende theaters in Amsterdam, Rotter dam en Den Haag met succes werd vertoond, zal vanaf hedenavond in de Schouwburg- Bioscoop worden gedraaid. Het draaiboek voor deze film is vervaardigd naar een Duit sche novelle K. R. Neubert en door Dinah Nelken samengesteld. De regie is van Vik tor Janson. De intrige van de novelle berust op aar dig toegepaste vondsten van persoonsver wisseling. Het jonge echtpaar Van Noort krijgt eenige tweken na hun huwelijk en kort voor de verwachte aankomst van Inez' papa uit Indië, die zich van het jong geluk wil komen overtuigen, over de keuze van een secretaresse voor Philip zoo hevige ruzie, dat Philip uit het hotel waar zij de witte broodsweken doorbrengen, vlucht naar de voor hen in aanbouw zijnde, maar nog niet gereed gekomen villa. Hun vriend, mr. Wil lem van Scheltema wojrdt als advocaat in de zaak gemoeid eri verlieft zich op het eerste WAT AL TE HAASTIG. Haar Vader: W'at ben ik blij de verloofde van mijn dochter hier te zien. U doet maar precies alsof U thuis zijt. De Verloofde: Dank U zeer! Maar zou het niet beter zyn even te wachten tot we getrouwd zijn om hier te komen wonen? ruzie voor hem wil verheimelijken, den toe vallig by haar op bezoek zijnden Willem zich voor den gelukkigen echtgenoot uit te geven. Deze toestand leidt natuurlijk tot de noodige verwikkelingen en misverstanden, die op verblijdende wijze een einde nemen in een ouderwets „happy end". De rol van Fientje Peters, de secretaresse waarom eigeJtlyk de twist ontstaat, wordt gespeeld door Dolly Bouwmeester, die reeds eerder filmde in „De familie van mijn vrouw". Louis Borel, die de Hollandsche Wolf Albach Retty wordt genoemd, flimde reeds in verschillende Nederlandsche films, o.a. „Malle Gevallen" en „Suikerfreule". Hij is hier de ongetrouwde advocaat. De overige rollen worden vervuld door Fientje Berghegge, Cor Hermus, Herman Tholen, Rob Milton, Hilde Alexander, Alex de Meester Jr., Marie Faassen e.a. De pers was bij de première van deze Louis Borel en Fientje Berghegge, een Haagsch meisje dat voor het eerst voor de film speelde. gezicht op Fientje Peters, de secretaresse van Philips' keuze en dus onbewust de steen des aanstoots in het jong geluk der Van Noorts. Door de onverwachte aankomst van Papa Van Huizenbeek dwingt Inez, die de Cor Hermus, Dolly Bouwmeester, Fientje Berghegge en Louis Borel in „Fientje Peters Poste restante". nieuwe Nederlandsche rolprent unaniem vol lof over „Fientje Peters", men noemde het een gezellig vlot gespeelde amusements film. V „Mynheer zoekt zyn woning:". Kert'Oostenrijksche kluchtige verwikkelings- comedie. Réunie-Bioscoop. De nieuwe constellatie in de Europeesche filmwereld, die een gevolg was van de ge wijzigde toestanden in Duitschland, heeft van de veelbezongen Donaustad Weenen een filmproductie-centrum gemaakt, dat zich zeer snel een reputatie veroverde. Stond men aanvankelijk nogal sceptisch tegenover deze Weensche productieplannen... een paar groote films (o.a. Willy Forst's „Maske rade") deden met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. Een der grootste producenten, de Projec- tograph-Film, die bereids demonstreerde uitmuntend werk te kunnen leveren, brengt nu „Mynheer zoekt een woning", een come- die van malle situaties en wonderlijke ver wikkelingen, die niet alleen kan bogen op een flinke dosis geest, maar die bovendien twee belangrijke dingen l^ezit, welke een goede film nu eenmaal fcroodnoodig heeft: een draaiboek vol pittigheid en een reeks artisten, die het vreemde geval van den me neer, die zijn woning zoekt met een kenne lijk behagen, hebben gespeeld. De film heeft een sfeer, die dat voelt men onmiddellijk. één en al enthousiasme ademt en de han dige regisseur E. W. Emo heeft van. deze geestesstemming bij zijn troep dankbaar gebruik gemaakt. „Mijnheer zoekt een Woning" kan bogen op «en rolbezetting, die vrijwel ideaal is. Drie mannen en vijf vrouwen hebben van dit tooneelstuk van Oesterreicher en Jen- bach op knappe wijze voor de film be werkt door Julius Horst een rolprent ge maakt, die geen pretenties heeft van Kunst met een groote K, maar die alleen wil amu seeren. Drie mannen: Hermann Thimig, Paul Hörbiger en Leo Slezak. vyf vrouwen: Hilde von Stolz, Hanna Waag, Adèle San- drock, Lizzi Holzschuh en Karin Evans, voorwaar een keuroollectie van bekende en zeer bekende namen. Over Hermann Thimig behoeven we na tuurlijk niet veel meer te vertellen. Het aan tal films, dat men in de laatste jaren van hem heeft kunnen zien, loopt in de tien tallen. De sappige Wiener Paul Hörbiger heeft een „aanhang", die niet geringer zal zijn. Konijn met kerrymus en rijst 1 konijn, 100 gr. boter, 2 uien, 1 appel, pl.m. 5 d.L. water, 1 dessertlepel kerry, 1 eetlepel bloem, sap van een citroen, zout naar smaak. Het konyn wordt gewasschenl gedroogd en in kleine stukken verdeeld,-the met zout worden ingewreven. De boter wordt warm gemaakt en hierin worden de stukken vleesch lihtbruin gefruit, daarna zoolang op een bord gelegd. In dezelfde boter wor den de gesnipperde uien gefruit, totdat ze lichtbruin van kleur zijn, kerry-poeder en bloem toevoegen en ongeveer 5 d.L. water, de saus daarna even doorkoken en de stuk ken vleesch en gesnipperde appel bijvoegen, daarna alles nog een uurtje latén stoven en voor het opdoen het citroensap toevoegen. Opdienen op een verwarmde schaal en het vleesch bedekken met de gezeefde saus. Droge rijst apart opdienen. Kaaspasteitjes. 100 gr. bloem, klein half theekopje water, 'vulsel: 100 gr. geraspte kaas, 40 gr. boter, peper, 1 ei, Va d.L. melk. Boter en bloem worden met de vinger toppen tot een fyn kruimelige massa ver deeld en onder toevoeging van het water tot een deeg gekneed, dat daarna dun uitgerold wordt om er kleine ingevette vormpjes mede te voeren, b.v. rechte soufflépotjes. Het mid den wordt aangevuld met een mengsel, dat gemaakt wordt, door het ei met peper en melk goed te kloppen, daarna de geraspte kaas er door roeren en over dè deegbakjes verdeelen, gedurende 15 k 20 minuten in een matig warmen oven bakken en warm opdienen. Gemberpudding. L. melk, 4 blaadjes witte gelatine, 75 gr. witte suiker, 2 eieren, geraspte citroen schil, geconfijte stukjes gember, b.v. Vu ons. Gelatine weeken in koud water, in een zeefje doen om het water te laten wegdrup- pelen. De melk aan de kook brengen en de suiker er in oplossen, daarna een gedeelte ervan met een dun straaltje b(j de inmid dels geklopte eieren voegen, alles terug doen in de pan en deze op een kleine pit aai» de kook brengen, steeds blijven kloppen, niet door laten koken ,doch de pan van het vuur nemen en er de gelatine in oplossen. Af laten koelen en af en toe roeren om te voorkomen, dat de gelatine zakt en als de massa koud en drillerig wordt, de aan kleine stukjes gesneden gember er door roe ren en alles overbrengen in een glazen schaal. Daagt» tevoren klaar maken. „Der dritte im Bunde" is de ex-opera zanger Leo Slezak, die na een periode van groote successen op vocaal gebied in vrywel alle groote Europeesche steden een soort van tweede carrière is begonnen op filmge bied. Slezak, wiens machtige geluid eens groote concertzalen vulde, werd enkele jaren geleden alleen om zyn stem in een groote Duitsche zangfilm opgenomen en sindsdien heeft hy in vele films gespeeld, omdat hy... over zoo'n uitstekend komisch talent be schikte. „Mijn „Doublé" en ik" door Viktor de Kowa, die de hoofd rol vervult in de Film „Meisjes aan 't roer". Toen ik onlangs één myner collega's ver telde, dat ik in de film „Meisjes aan 't roer" een double had, merkte hy uit de hoogte op: „Ook al!", maar zijn eenigszins minachtende reactie op my'n eenvoudige op merking liet my steenkoud, want myn „doublé" was een heel bijzondere. Als een bekend actrice een „doublé" heeft, dan heeft deze niets anders te doen dan zooveel mo gelyk óp de actrice te gelyken. Met myn „doublé" was het heel anders. Hij is niet van my persoonlijk afhankelijk en lijkt ook heelemaal niet op me. Zelfs af- gezien van een groote, hoornen bril, die ik trouwens ook draag als ik thuis zit te lezen. Bovendien moest myn „doublé" niet alleen in heel eenvoudige scènes optreden, doch had een zeer actief aandeel in de filmop namen. Hij speelde eigenlijk de moeilijkste scènes en, wat de hoofdzaak is, myn „dou blé" is geen onbekende. Hy heeft zelfs in sportkringen een zeer groote naam. Wat hy niet kan, kan ik; wat ik niet kan, kan hy! Hy was in deze film eigenlijk mijn tweede ik, of beter gezegd, myn noodzakelijke aan vulling en het verschil tusschen ons is, dat ik veilig op den grond bleef, terwijl hy uit sluitend door de lucht zweefde. Men ziet hem slechts zeer van verre en kan hem dus niet herkennen, wat ook de bedoeling was van den regisseur Herbert Selpin, want men moet de indruk krijgen, dat ik zélf door de wolken vlieg. Maar aan zoo'n bedrog doe ik niet mee en daarom heb ik alles verraden. Als U de door Lumina in Holland uitge brachte film „Meisjes aan 't roer" ziet, denk dan by het aanschouwen van de enorme prestaties op het gebied van zweefvliegen er aan, dat dit voor U vertoond wordt door één der pioniers van deze sport: Wolf Hirth. „De nacht dei terechtstellinKen". Thalia-Theater. „De nacht der terechtstellingen" of wel „Manhattan Melodrama" is een film rnet vele en goede kwaliteiten die uitmunt door de zeer goede regie van W. S. van Dijke. Het verhaal is goed gevondien al helt het naar het melodramatische. Het behandelt het leven van twee vrien den, die beiden hij een scheepsramp ouder loos zijn gewortien en daarna samen zyn op gevoed. Helder wordt de geheele film door het contrast tusschen hun beider karakters geschilderd. De eene is van kindsaf aan een succesvol speler; hij houdt er een speelzaal op na en staat in veihinding met de gang- sterkringen van New-York; de ander is ern stig en ijverig en brengt het tot officier van justitie, later tot prociireur-generaal en zelfs tot gouverneur. Zijn onkreukbaarheid wondt zwaar beproefd als hy een moordzaak te behandelen krygt waarin zyn vriend be trokken is. Wegens gebrek aan bewijs moet deze worden vrijgesproken. Nog zwaarder wordt het voot Jim (William Powell), als zyn vriend Blaokie (4ark Gable) verdacht wordt van een moora op den man, die trachtte zyn candidatuur voor het gouver neurschap te ondermijnen. In het belang van de rust in den staat veroordeelt Jim zijn besten vriend ter dood en weigert hem gra tie te verleenen. Zyn doorzetten en hard heid in deze zaak bezorgt hem het gouver neurschap, maar vervreemdt hem van zijn vrouw (Myrna Lcty), de vroegere geliefde van Blackie. In den nacht van de terecht stelling gaat hy Blackie dan toch gratie aanbieden, maiar deze verkiest den electri- achen stoel boven levenlange gevangenis straf (of weigert hy uitsluitend om zijn vriend niet te compromitteerenJim ge voelt met het aanbieden van gratie een zwakheid te hebben begaan en hy neemt zijn ontslag als gouverneur, waarmee hij zich dan weer de liefde van zyn vrouw te rugwint. Ondanks haar over het geheel sensatio- neelerj inhoud, is het een film met een ent- ■naar tot het laatst toe VOOR DE KOFFIETAFEL. Cornedbeef-salade. 200 gr. cornedbeef (één stuk), twee ge kookte aardappelen, een biet, een hard ge kookt ei, olie, een appel, azyn, peper en zout, uitje, 1 krop sla of fijn gesneden an dijvie. De krop sla wordt aan stukjes verdeeld, gewasschen, uitgelekt en aangemaakt mei een weinig olie en azyn, een weinig peper en op den bodem van een niet te groote glazen slabak gelegd. De cornedbeef wordt in kleine vierkante blokjes gesneden, even als de aardappel en een deel van de biet (de rest hiervan wordt aan smalle reepjes ge sneden voor garneering, evenals de appel: het uitje wordt zeer fyn gesnipperd en al deze ingrediënten in een kom gedaan, ver mengd met olie, azyn, peper en zout en met een paa* houten lepels door elkaar ge schept, daarna op de sla gelegd, naar het midden toe hooger, garneeren met zeer fijn gehakt eiwit en reepjes biet, waarna de dooier door een zeefje gewreven en er over heen wordt f

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1936 | | pagina 4