ïïsL
1
Op de landgoederen van den Koning van Ëngeland.
Anna Pavlowa.
De gang en de hall, stiefkinderen der woning.
Parfums.
Verschijllende Recepten.
Filmnieuws.
Voor de Vrouw.
Melk als bijvoeding.
II-
Koning Edward als „farmer".
Sandringham bezit de beroemde „boterkoeien"
Engeland, het land der oesterteelt.
ypbk&ik-
dient men in Engeland evenwel op
andere wijze uit te leggen dan de be-
teekenis, welke de Amerikanen er aan
hechten. Het farmer-zijn in Amerika
beteekent slechts: geld verdienen, de
arbeidsprestatie der ondergeschikten
zoo hoog mogelijk opvoeren, den vee
stapel met de jaren zien groeien. Doch
hoe geheel anders is daarby verge
leken het rustig boerenleven in Enge
land En toch wist de Engelsche land
bouw een hoogen graad van ontwik
keling te bereiken. In Engeland vindt
men vele bekroonde veesoorten. Op de
weilanden van Windsor b.v. vindt
men de schoonste kudden van het Jer
sey-ras, de beroemde „boterkoeien",
waarop de overleden vorst zoo trots
was. Deze dieren eischen een aparte
verzorging.
Op Sandringham wordt zeer veel
melk bereid. Windsor zorgt voor de
boter aan het hofSandringham zorgt
voor de melk, het rundvleesch en het
schapenvleesch. Het vleesch, afkom
stig van de koninklijke landerijen, kan
echter lang niet worden veforberd
aan het Hof, waarom jaarlijksch hon
derden kilo's van het kostelijkste
vlesch naar de ziekenhuizen van En
geland warden gebracht.
Boerenbloed in het Vorstelijk
bloed!
Sedert eeuwen hebben de Engelsche
koningen een zwak gehad voor het
„farmer-zijn". Koning George III
stond bekend als „Boer George"een
bijnaam dien hij zichzelf gaf. In vroe
ger jaren waren de koninklijke boer
derijen evenwel nog niet zoo gemodel
leerd dan thans. Onder George V heb
ben zij groote verbeteringen onder
gaan; Geqrge V maakte er model
boerderijen van door electrische ver
lichting aan te brengen, de stallen van
de meest moderne zuiveringstoestel
len te voorzien, enz. Het goede voor
beeld van den koning vond navol
ging; vele boerderijen in Engeland
werden omgeschapen in modelboerde
rijen, waar hygiëne voor mensch en
In Yorkshire, het Ehgelsche land
schap der vetste weiden en der sterk
ste runderen van geheel Engeland,
ligt het landgoed Windsor, eigendom
van den overledep Koning George V.
Als kroongoed gaat het Slot Windsor
met omliggende landeryerfJVeestapel,
plantsoenen, enz. over in handen van
den opvolger van den gestorven vorst,
Koning Edward VIII; evenzoo de tal
rijke landgoederen en vorstelijke be
zittingen in andere deelen van Groot-
Brittannië. En hiermee neemt Ed
ward VIII meteen de zorgen over voor
de modelgoederen, de boerderijen en
de vorstelijke buitens, welke door En
gelsche boeren, in dienst van het Hof,
worden geleid.
Sedert eeuwen behoorea talrijke
boerderijen tot de bezittingen der En
gelsche koningen. In geheel Europa
vindt men niet één vorst, die zooveel
landgoederen en boerenhofsteden tot
zijn eigendom mag noemen als juist
de Britsche vorst. Koning George V
was, evenals zijn zoon Edward VIII,
een bevorderaar van akkerbouw en
veeteelt. Het boeren was hem een
lust en het grootste gedeelte van zijn
vryen tijd bracht hij buiten op het
boerenland door, keuvelend met de
eenvoudige boeren en wandelend door
de vrye natuur.
Men kan gerust zeggen, dat het aan
Koning George te danken is, dat de
Britsche landbouw, ondanks de crisis
jaren, zich heeft weten staande te
houden. De vorst gaf het voorbeeld
aan de boeren. Hy sympatiseerde met
hen, sprak met hen, gaf en vroeg hen
raad, kortom, leefde met de eenvou
dige plattelanders mede en dit juist
maakte hem zoo sympathiek onder de
bevolking.
De landgoederen van Koning
De groote bezittingen in Sandring
ham en Windsor waren de liefste ver
blijven voor Koning George V, wan
neer hy zyn farmerstalenten wilde
ontplooien. De beteekenis „farmer"
dier de eerste plaats inneemt.
De Yorkshire-paarden der konink
lijke landgoederen zijn wterold'be-
roemd. Sandringham omvat niet min
der dan 5000 H.A. De akkerbouw is
zóó uitgebreid, dat het geheele hof er
het geheele jaar door levensmiddelen
voor de Hoftafel vindt. In de laatste
jaren wijdde de koning zich meer in
het byzonder aan den vlasbouw. De
vlasvelden in Sandringham beslaan 60
H.A. Het gewonnen vlas wordt ge
bruikt voor verscheidene doeleinden.
Is de oogst eens byzonder groot, 'dan
mogen de boeren uit den omtrek van
Sandrigham het vlas, zonder betaling
van den akker komen snijden.
De nieuive Koning „thuis".
De Prins van Wales, thans Koning
Edward VIII, heeft zijn voorliefde
voor het land- en het boerenleven van
zyn vader geërfd. Ook hij bezit vele
stukken grond, welke hij voor land
bouwdoeleinden heeft beschikt. Op
zyn Hertogdom Cornwall bevinden
zich 250 pachtlanden.
De huidige Britsche vorst interes
seert zich ook voor de oesterteelt, wel
ke vooral in Engeland zeer groot is.
Aan de Engelschp kusten vindt men
vele „oesterbanken" en „oesterpar
ken". Talrijken hiervan behooren aan
het Hof en worden door visschers ge
pacht.
Edward VIII, die zich bijzonder in
teresseert voor de Engelsche veeteelt,
werd kort geleden lid van de Britsche
Vereeniging ter Bevordering der Vee
teelt. Deze instelling heeft aan den j
vorst een ijverig propagandist. Op
elke beduidende veetentoonstelling in
Engeland vindt men de populaire
vorst. Vee uit de koninklijke stallen
vindt men in alle deelen van Enge
land, zelfs in het buitenland. De Dart-
moor-ponny's van Wales zijn zeer be
kend. De Koning is eigenaar van een
'aantal dier beesten, die bekend zijn
om hun taai ras.
De boeren in Engeland zullen de in
teresse van Koning George sterk mis
sen. Hy was een eenvoudig mensch
onder de eenvou<ljgen en wist zich
juist daardoor zoo bemind te maken.
Doch de jonge koning zal zich in dit
opzicht niet minder populair weten te
maken.
De groote danseres herleefde.
A
1
Thans ziet men weer overal borden
aangeslagen „te koop of te huur" en
velen staat dan ook binnen korten of
langeren tyd een verhuizing te wach
ten.
Plannen worden gemaakt en krab
beltjes geteekend hoe men zich de in
deeling der kamers en plaatsing der
meubelen denkt. In den geest ziet men
het nieuwe huis reeds kant en klaar,
doch is men inderdaad aan het plaat
sen van een en ander, dan blijkt meer
malen, dat voor een tafeltje, een stoel,
kist of kast geen ruimte overblijft.
Vroeger, toen men nog flink behuisd
was, heette het„goed voor de logeer
kamer", met het gevolg, dat deze een
wonderlijk mengsel van alles werd,
dat men niet meer in zyn onmiddel
lijke omgeving kon of wilde gebrui
ken.
Thans is men veel meer op beperk
te ruimte aangewezen in de flats of
moderne huizen 'er. voor veel is geën
plaats. Heeft men nu een hall, waar
alle kamers op uitkomen, dan is de
eerste gedachte "zoo'n overcompleet
meubel daar een plaatsje te geveli, of
het er staat of niet, en deze wordt het
stiefkind der woning. Zoo'n opvatting
is echter zeer verkeerd, want de hall
of de gang geven de binnenkomende
een bepaalden indruk. Waarom vra
gen wy ons af, worden zij dan niet
me^wat meer onderscheiding behan
delt? In de eerste plaats, moet men
zorgen voor lichte verf, want aange
zien het licht in den regel slechts door
een bovenlicht van een of meer deuren
naar binnen treedt, zyn vele halls en
gangen donker. Verder kan zoo'n
gang een prachtige berging geven in
een kleine woning onder de trap van
de bovenwoning. Vooral als de keuken
geen kast heeft voor het werkmate
riaal, geeft zoo'n hóek een ideale ber
ging voor stofzuiger, strijkplank,
waschmand en nog veel meer. Men
kan alles op eenvoudige wijze aan het
oog onttrekken door een roe te laten
plaatsen, waaraan een cretonne gor-
wijn wordt opgehangen in lichte kleu
ren.
Hetzelfde geldt voor gas- en elec-
triciteitsmeters, die niet in een kast
gebouwd zijn, ook deze worden bedekt
door aardig gordijntjes van wasch-
baar materiaal. Met weinig moeite en
kosten kan men de gang en hall er
minstens even gezellig-uit doen zien,
als het overige deel van de woning.
Het is dan ook geenszins onwil, indien
dit iriet gebeurt, doch eenvoudig om
dat men er niet aan denkt.
Er zijn vrouwen, die alle paar we-
Ken een andere parfum kiezen. Hier
vinden wij wellicht een der weinige
dingen, die niet aan de mode onder
worpen zyn, omdat ze by de persoon
lijkheid moeten passen. Het is dan
ook wel wat dwaas om steeds weer
naar eenandere geur te verlangen,
hetgeen min of meer wispelturigheid
verraadt. Men moet als het ware aan
voelen, welke parfum met persoon,
miid en haarkleur, karakter en tem
perament overeen komt. Een blonde
vrouw zal meestal een ander tempe
rament hebben dan een brunette en
daarom zullen beide andere geuren
kiezen.
Een energiek, sportief iemand,
wenscht zich weer een andere parfum
dan een kwijnende salondame.
Het beste is, dat men het eens
wordt met zichzelf over de basis der
parfum en men jasmijn, rozen, serin
gen, violettes of welke bloem ook het
meest aantrekkelijk vindt. Men be-
I hoeft volstrekt niet de zeer dure soor
ten te kiezen, indien zij maar zuiver
zijn en vry van scherpe en storende
toevoegsels. Het menschelyk organis
me is zeer gevoelig voor geuren, het
geen uit het onderstaande blijkt.
De Fransche componist Grétzy viel
in onmacht, wanneer hij rozengeur
waarnam, terwijl de Hertogin de
Camballe geen viooltjes verdragen
kon. Nero liet al zijn kamers met
rozenwater besprenkelen en Keizerin
Joséphine had een groote voorliefde
voor muscus. Napoleon gebruikte
steeds zuivere eau de cologne. Voor-
en afkeer van bepaalde geuren hangt
samen met persoonlijke herinneringen
die ten nauwste verbonden zyn met
de reukzintuigen.
Gedseleeré koper.
Geciseleerd koper wordt steeds met
citroensap of tamarinde onderhouden,
daarna afspoelen met warm water en
droog nawrijven. Gebruikt men poets-
goed, dan loopt men de kans, dat het
in de fijne groeven opdroogt, waar
door het uiterlijk aanzien zeer ver
mindert.
Gloeilampjes.
Wanneer de electrische gloeilamp
jes dof worden, schroeft men ze voor
zichtig uit de lamp, neemt ze met een
doekje met zeepsop af, daarna met
schoon water en een zachte doek. Het
schoone glas laat het licht veel beter
door.
IJzeren kachels
IJzeren kachels of fornuizen, die
niet gebruikt worden, zijn aan roes
ten onderhevig, hetgeen voorkomen
kan worden door ze met lijnolie in te
vetten. By het schoonmaken van ko
peren voorwerpen moet men couran
tenpapier inplaats van poetsdoeken
gebruiken, waarmede men het wil
beter verwijdert.
Wie ooit tot de bevoorrechten heeft
mogen behooren, die de kunst van
Anna Pavlowia in werkelijkheid heeft
gezien, zal met dankbaarheid de film
hebben aanschouwd, die onder auspi
ciën van de concertditectie van Ernst
Kraus in het theater Tusehinski in
Amsterdam bij wijze van Pavlowa-
herdenking heeft gedraaid, en weldra
in meerdere plaatsen van ons land
vertoond zal worden. Het was een
lovenswaardig idee van den heer
Kraus deze film naar Amsterdam te
brengen, de Nederlandsche hoofdstad,
die in den loop der laatste jaren blyk
gegeven heeft zoo gevoelig te zijn voor
de danskunst, dat ook de grootsten
onder de grooten het niet versmaden
hier te komen optreden. De allergroot
ste heeft Amsterdam echter slechts
éénmaal in den Stadsschouwburg mo
gen zien. Wel was de zaal bij dat ééne
optreden van Pavlowa tot het nokje
toe gevuld, maar toch zyn het nog
maar weinigen geweest, die ,'an deze
gelegenheid gebruik hebben kunnen
maken.
Het ballet moge dan voor den Ne
derlander, die op dit gebied geen tra
ditie heeft, een kunstvorm zijn, waar
in hy zich maar onwennig terecht
vindt, wanneer een Pavlowa zich in
dien kunstvorm vertoonde, vervielen
alle bezwaren. Dan Was er alleen
schoonheid van beweging, zuiverheid
van conceptie en lijnenspel, harmonie
De groote danseres in haar creatie
van de Stervende Zwaan.
en rhythme. De voor ons vertoonde
film had de grootste verdienste ons
dat weer met grooter stelligheid in
het geheugen te roepen, dan de enkele
herinnering dit zou vermogen te doen.
Of de film ook voor hen, die Pavlowa
nooit mochten aanschouwen, dezelfde
waarde zal hebben als voor de geluk
kiger vewonderaars der groote Rus
sische kunstenares, wy wagen het te
betwyfelen. Interessant echter zal het
blyven zelfs deze flauwe afstraling
van wat eens voor duizenden een hel
der licht van schoonheid was te zien,
ook voor wie nooit in de gelegenheid
waren Pavlowa zelf te bewonderen.
De film is geheel opgebouwd uit
fragmenten, die tijdens haar leven
zijn opgenomen, -aaneengeschakeld
door een „verteller", die over haar
kunst en levensloop enkele summiere
inlichtingen geeft. Vele fragmenten
dateeren uit de vroege perioden van
de filmkunst en kunnen dus niet veel
meer dan reeds bestaande herinnerin
gen scherper naar voren doen treden.
Anna Pavloioa.
Andere dansfragmenten echter, en in
het byzonder het fragment vertraagde
film, geven een scherp beeld van hel
eindeloos meesterschap der danseres,
gelijk ook het slot van de film, een
uitvoerig fragment uit den daus
„Stervende Zwaan" die wel altijd
onmiddellijk genoemd zal worden,
waar de naam Pavlowa klinkt deze
zuivere kunst in al haaft- volmaaktheid
weer voor ons wist op te roepen.
Hans P. van den Aarding herinnert
in het Utr. Dagblad aan Anna Pavlo
wa, de groote en onvergetelijke danse
res die in Mei 1927, by haar eerste
optreden in ons land, op zulk eeft ko
ninklijke wyze ontvangen werd en
nu ongeveer vyf jaar geleden, onder
wel zeer tragische omstandigheden
op een eenzame Haagsche hotelkamer,
afscheid nam van hetvleven, waarin
zij juist een poos van welverdiende
rust hoopte te gaan vinden.
Met haar, zoo schrijft hij, ging heen
de glorierijke vertegenwoordigster
van een kunst, van een levenshouding
tevens, die het merk van den geestes
adel droeg, daarom wellicht nimmer
zal sterven.
Zij, die het voorrecht gehad hebben
deze hoogst merkwaardige, maar toch
uiterst eenvoudige kunstenares, wie
in het gewone dagelyksche leven rou
ge en lippenstift even vreemd was als
onnatuurlijkheid op de planken, wat
meer van nabij te leeren kennen, zul
len niet alleen onder den indruk ge
komen zyn van haar charme en ge-
reede toegankelijkheid, maar zij zullen
zich óók met verbazing hebben afge
vraagd, hoe het mogelijk was, dat in
die nerveuze en tengere vrouw met
haar wasbleeke gezicht en donkere
pijnlijk schrijnende oogen de gewel
dige kracht huisde, die haar, nevens
haar ingeboren genialiteit, in staat
stelde door nbesten en onverflauwden
arbeid één der allergrootsten te wor
den.
Het leven van Anna Pavlowa ls
hoewel zij een „home" in Londen be
zat en in de wereldstad onder de
gaarne-geziene „upper ten" gerekend
werd eene schier ononderbroken
aaneenschakeling geweest van reizen
en trekken... van optreden en studie.
Geen land is door haar onbezocht ge
bleven.
De heer v. d. Aarding vertelt hoe
hij in 1927 de kunstenaresse ontmoet
te, die hem toen sprak óók over Rus
land, haar vaderland. Met droefheid
en met heimwee. Want Anna Pavlowa
De Keizerlijke dansschool in Petersburg.
i
11 De blouse hierboven kan in g$en
i aarderobe worden gemist, ze kan zóo-
r? %'el 's middags1 als 's avonds worden
van
een
namiddag
EENVOUDIGE LEKKERNIJEN
UIT DE KÓtÉKENPAN.
jie vooral de laatste decennia van
haar loopbaan weergalooze triomfen
geoogst heeft, was toch eigenlek een
arme bannelinge, die in haar hart een
troostelooze ruïne droeg, en die mis
schien grif haar roem ten offer ge
bracht zou hebben voor een huisje aaid
den oever der Newa... voor een dwaal
tocht door het Kremlin, waar zondei
twijfel haar schoonste en liefste her
inneringen lagen.
Anna Pavlowa heeft, zooals ze ver
telde, het geluk gehad in haar bedrij
vig bestaan een man naast zich te heb
ben, die kordaat en doostastend
haar heel wat zorgen van de schou
ders genomen heeft.
Het was haar echtgenoot Victor
Dandré, een hoffelijke Russische
prins, die b« al haar voorstellingen
aanwezig was, en beleefd, doch met
strakke beslistheid zorg droefy dat het
de danseres niet al te lastig gemaakt
werd door menschen, die haar eens
wat van dichterbij wilden „bekijken".
Wanneer de aanvrage om een 'gesprok
voor den heer Dandré serieus werd
geacht, dan was hij een en al bereid
willigheid en bracht hij u naar, gelijk
hij haar bij voorkeur noemde, „la per-
sonne artiatique".
„De Groene Domino" i
De nieuwste UtafUm. 4
Domino", de nieuwste Ufa-
iilm die gedurende drie avonden in de
Schouwburgbioscoop wordt vertoond, j
ontleent zijn gegeven aan den onlangs
verschenen roman van Erich Ebermayer
„Der Fall Claasen", waarnaar Harald
Bratt een behoorlijk draaiboek vervaar
digde. Het gegeven is zeer sensationeel
en gecompliceerd. Het alleszins
vaardbare scenarlö komt hierop
dat een moord, twintig jaar geleden
pleegd, thans weer opgerakeld wordt
aan het licht te brengen, dat de privaat?
docent dr. Burck onschuldig tot een
levenslange gevangenisstraf werd ver
oordeeld Een veroordeeling, welke hij
zelf in de hand had gewerkt door vrij
willig de schuld van het misdrijf op zich
emen, in de veronderstelling den
van zijn geliefde te redden, die hij
de moordenares aanziet, doch ach-
vQlkomen onschuldig blijkt te zijn.
wist dr. Burck niet, daar hij in den
an zijn gevangenschap alle verbin-
met de buitenwereld verbrak, dat
hata. Deze.
l'IT EEN KINDERMON
Kleine jongen: Grootvader, wa.scht U
Uw gezicht of kamt U het alleen?
bei
an twinl
van haar
huid van
eeh dochter gekregen
een lieftallig meisje, jsrai
slaagt er in, met behmp
lenden adyocaat, de dnscl
ha vader aan te tooneri; ïzoodat men
;en beklemmende geschjpdenis toch
H de verzekering van een geluk-
jiteinde huiswaarts karukeeren.
neeft In een boeiend jjWhalen-
rant deze historie in beel&ebracht.
koos hierhffe de meer ajfligewerrite
ïmvertelilngii het meisje;; komt bij
r fidvocaat| die haar de tragedie
v^jhaalt, m^t welke vprtelling de film
ga^t. Ia/ldo advocaat uitgesprokfen,
komt opk de film in den tegenwoor-
tijd jerüg, zooalS men van een
nachtmerrie in de werkelijk-
na ;en t
noi mpt
zal sAlti
t ifain
de trant
Hi koos
ilijke na
vfealal d
„Ochtendgloren".
Drama va.n werkeloosheid.
Een Tsjechische film in
Tsjechische taal.
Van de Tsjechische filmproductie zijn
reeds enkele in de Zondagochtendvoor
stellingen in de Schouwburgbioscoop ge
geven. De film die nu aandacht vraagt
ls getiteld „Ochtendgloren" en deze
Tsjechische film wordt vertoond in de
oorspronkelijke versie, dus met Tsjech!-
schen dialoog. Ook hier blijkt de invloed
de avant-gardepogingen van eenige
aren geleden, nog zeer sterk te zijn en
de film een karakter te verleenen, dat
zich op merkwaardige wijze onderscheidt
van wat thans het gros van de bioscoop
programma's vult.
in '„Ochtendgloren" ontmoet men ze
eer alle, de uitdrukkingsmiddelen van
de avant-gardisten, niet op bizonder
nieuwe, maar over het geheel wel op
artistieke verantwoorde wijze toegepast:
de symbolische, „absolute" beeldenreek
die het dagbegin, den arbeid of het
ggen van den arbeid aanduiden, de
;ografie onder den z.g.Russischen
b^feldhoek, de rhythmische montage,
'.ral van bewegende machine-onder
den, de beeldvermengingen en beeld-
dubbelingen, enz. Ook van het geluid
Hielt de regisseur, V. Kubasek, e$n op
merkelijk gebruik gemaakt. De zeer mo
dern klinkende muziek vay E. F. Burian
heeft een sterke werking en is voor de
dynamiek van de film een belangrijke
factor. Verschillende spreekkoren, die,
de „symbolische" gedeelten onderstree-
pend, den arbeid verheerlijken of het
gebrek aan arbeid becommentarleerpn,
worden in deze film toegepast.
Brigitte Helm niet meer op de film.
Moeder geworden van een zoon.
De Duitsche filmster Brigitte Helm
heelt het leven geschonken aan een
zoon, genaamd Pieter Johann
Op verzoek van haar echtgenoot zal
Brlgittte Helm voortaan niet meer voor
de film spelen en ook niet meer op het
tooneel verschijnen.
Platina-Blonde is brunette geworden.
Jean Harlow begint haar zesde con-
tractjaar met Metro-Goldwyn-fMayer als
brunette in „Riff-Raff, geregeerd door
J. Walter Ruben. Het is nu vijlt jaar ge
leden, dat tótwee jonge spelers 'een kans
werd gegeven in „The Secret Six (met
Wallace Beery in de hoofdrol), n.l. Clark
Oabie en Jean Harlow. Dit duo speelde
later samen in „Tropenstormen", „De
sterkste band" en nog onlangfe in „Op
weg naar Singapore". Een nieuwe Har-
low-Gable film is in ploductle, met
Myrna Loy als derde hoofdrolvertolk
ster: „Wife versus Secretary", onder
ragie van Clarence Brown.
erikaansche „thriller" kenmerkt
zlÉi vèqlal door revolver* en ruwheid,
deze Duitsche door een psychologische
vérfijncjheld. „Der Grünp Dominè" ont
leent baai" kwaliteiten aan de m^nsche-
lijkheid en aan he
inzicht, waarmee
de figuren,«j^le
m levend awerc
t zich hiej* «fis een uiterst befr
rgaafd k? r^akterspeler. Zijn,
zelfs grditer verdienste da
het juiste psychologische
de stof verfilmd werd
,,)<ye als uit eeh boelenden
roman levend Ikrerden. Carl Ludwig Diehl
toopt zich hief
en
heel!
„Episode"
Ook Brigittj
worden en
van haar spel
bekwaam
spel
dan in
Horney moet genoemd
md om de zuiverheid
een scene uitf ac Fox-Film „De Delicatessen-prinses
MARTINE WITTOP KONING.
Melk als dagelyksche „bijvoeding"
voor het kind in de leerplichtige jaren
liefst zelfs nog wat langer), moet als
zeer belangrijk vrijwel als noodza
kelijk worden beschouwd: dat was
in hoofdzaak de conclusie van ons
laatste artikel.
Die bijvoeding kan het best op
school worden verstrekt.
Waarom
Ten eerste, omdat dan ieder leer
plichtig kind door den maatregel
wordt bereikter is, om zoo te zeggen,
geen ontkomen aan... terwijl bij moe
der thuis daarentegen de gevallen vaai
„ontduiking" legio plegen te zijn.
Melkdrinken wordt daardoor een
even dagelyksche plicht als het naar-
school-gaan zelfieder kind weet niet
beter of het hoort zoo... en daar moet
het juist heen!
Ook moeten we daarbij den invloed
van het „klassikale" melkgebruik niet
gering tellen. Een kind doet graag na
wat het anderen ziet doen en het goe
de voorbeeld van één of meer klasge-
ledig betalen. Zelfs zou de prijs hier
iets naar boven afgerond kunnen wor
den, immers in 't gezin is de melk ook
duurder dan op school en voor het
extra bedragje kan dan weer eenige
toeslag gegeven worden aan de min
der welgestelden.
De gemeente misschien voorloo-
pig nog in verschillende gevallen het
betrokken schoolbestuur of wel de een
of andere vereeniging, die zich de
„melkverstrekking" tot doel stelt
contracteert dus op voordeelige wijze
met den melkleverander, ontvangt
een deel van den kostenden prijs terug
door de gegoede leerlingen, maar vult
in 't belang van de algemeene ge
zondheidszorg voor de on- en mift-
vermogenden het ontbrekepde dan ge
heel of gedeeltelijk aan.
Zoo zou voor het meerendeel van
onze schoolbevolking b.v. de oplossing
kunnen zijn, dat elk kind dagelijks
zyn „melkcent" afdroeg en daarvoor
recht had op Vi L. melk, terwyl wat
aan den werkelyken prys dan nog
nootjes die melk weten te waardeeren J ontbrak, op bovengenoemde wyze kon
trekt heel wat aarzelenden en zelfs
on willigen geleidelijk in den kring
van overtuigde melkdrinkers... méér,
dan er thuis bereikt zouden worden
door redeneering, dreigementen of
misschien wel straf.
Op school gaat 't dus vanzelf.
"Ja maar", hoor ik vragen, „komt
het geld voor die melk óók vanzelf?"
Hat natuurlijk niet; ik geef toe, dat
m meeste gevallen de. oplossing van
dat vraagstuk wel de grootste moei-
Ikheid zal vormen. Toch kunnen we I
steeds maatregelen noemen in bin- I
ben- er buitenland -die in dit ver-
hand met succes zijn toegepast.
Oe kosten voor L. gepasteuri
seerde melk per leerling zouden 2 h
2,/4 cent bedragen. (We houden hier
bij natuurlyk rekening met de groote
leverantie ineens, die den leverancier
m staat zal stellen tot verlaging van
den prys.)
Het kind uit de gegoede klasse kan
dit bedrag uit den aard der zaak vol-
worden aangevuldonveryiogenden
zouden geheel vrijstelling moeten heb
ben.
Een „dure maatregel" in dezen tijd
van bezuiniging?
Als we de som, die er in 't geheel
mee gemoeid is, zouden noemen, ja,
dan stelt die zeker een gróót bedrag
voor. Maar laten we niet vergeten,
dat die som heel wat andere onkosten
noodzakelyk voor 3e verzorging en
verpleging van zieken en zwakken
overbodig maakt.
Of zoo'n huiselijke melkvoorziening
op school geen bezwiaren zal meebren
gen voor het onderwijs?
Die vraag kan ontkennend beant
woord worden.
De ervaring heeft reeds geleerd, dat
door de samenwerking van school per
soneel en melkleveranciers de zaak ge
makkelijk zóó is te regelen, dat de les
sen er volstrekt niet onder lijden
integendeeli
De kist met de fleschjes gepasteu
riseerde melk wordt, voorzien van het
overeengekomen klassenummer, des
ochtends even vóór schooltijd in het
lokaal afgeleverd, waar door*de be
trokken onder wij skraóht een bon voor
de afgifte wordt getèfekend én de be
stelling voor den volgenden dag wordt
meegegeven tegëlyk met de kist leege
flesschen van den vorigen dag.
De dagelyksche bonnen leveren het
materiaal voor de periodieke afreke
ning; voor niet gebruikte fleschjes
door afwezigheid van leerlingen
wordt bepaald, dat ze mogen worden
teruggegeven, zoodat melk van een
vorigen dag nooit in gebruik kan ko
men. r
In het vrije kwartier worden de
fleschjes met de bybehoorende rietjes
uitgedeeld, en elk kind kan zoodoende
zonder omhaal van beker of glas den
inhoud van het fleschje „opzuigen"...
tegelijkertijd een methode, die het be
hoorlijk langzaam opnemen van de
melk waarborgt.
Kunnen er van de „melkvoorziening
op school" al resultaten worden ver
meld?
Zeer zeker.
Uit Engeland vernemen wë, dat in
1928 een proef werd genomen met 157
kinderen, verdeeld in een groep
„melkdrinkers" en een groep „niet-
melkdrinkers". Gemiddeld groeiden
de melkdrinkers 23 meer dan de
anderen, terwyl de gewichtstoene-
neming 45 grooter was.
Een andere proef, gedurende twee
jaar volgehouden met 220 jongens,
wees uit, dat onder de melkdrinkende
leerlingen ziekte in het geheel niet
w8# voorgekomen, terwijl bij hen, die
geen melk dranken, het ziektepercen
tage iets hooger bleek te zyn dan het
normale. Verder werd geconstateerd,
dat op de speelplaats de „melkdrin
kers" duidelijk te herkennen waren
van de anderen ze zagen er gezonder
uit en ze waren actiever.
Drukknoopen.
Indien men drukknoopen na het
wasschen van japonnen of kindergoed
door de wringer haalt, gebeurt het
vaak dat de uitstekende kant plat
wordt en de drukkers niet meer slui
ten. Men voorkomt dit door ze op el
kander te drukken vóór het wringen.
de pannek
meer dergelijk
is Februari de maand van
de- flensjps, de beignets e'n
lein gebak, dat bjj iedereen
in den smaak yqlt.
Gewoonlijk rangschikken we ulke bak-
seltjes onder de zoete gerechten, die óf aan
het slot van het middagmaal worden ge
geven óf als avondtractaties worden be
schouwd.
In tegenstelling daarmee willen wy van
daag wy'zen op eenige voorbeelden van „h3r-
tigehapjes", die ook aan de koekenpan zjjn
ontleend en die o.a. ook in verband met den
„vastentijd" goede diensten kunnen bewijzen
by middagmaal of bij twaalfuurtje.
Ze geven ons bovendien een goede gele
genheid, om het een of ander restje uit de
vliegenkast met succes in een nieuwen vorm
weer op tafel te brengen.
Dat er voor het beslag één of meer eieren
worden gebruikt, kan in dezen tijd van het
jaar geen groot bezwaar zijn: de prijs van
de eieren loopt nu langzamerhand in dalende
lijn!
Pannekoekjes met ham of garnalen
(ongeveer 8 stuks).
200 gr. tarwebloem, 2 eieren, Vz L. melk,
wat peper en zout, 2 theelepeltjes Maggi's
Aroma, 100 gr. garnalen of fijngehakte ham,
ongeveer 50 gr. boter.
Klop de eieren met het zout, de peper en
de Maggi's Aroma, voeg er 1 d.L. van de
melk by, strooi er de geheele hoeveelheid
bloem in en klop dan alles samen tot een
stevig, gelijk deegje. Verdun dit geleidelijk
met de rest van de melk en roer er tenslotte
de fijngehakte ham of de garnalen door.
Laat in de koekenpan een klontje boter
heet worden (niet bruin), giet er wat beslag
in en bak het pannekoekje aan weerskanten
goudbruin. Stapel de koekjes op elkaar of
rol ze ieder afzonderlijk op en schik ze naast
elkaar op den schotel.
(In plaats van ham of garnalen laten zich
ook allerlei fijngehakte vleeschresten ge-
bruiken).
Panne koek met vischvulsel (i A
personen
100 gr. tarwebloem, 3 d.L. melk, 3 eieren,
wat zont, ongeveer 200 gr. ontgrate visch-
resten, 1 d.L. overgehouden vischsaus (of
1 d.L. melk met 14 afgestreken eetlepel
bloem en 14 afgestreken eetlepel boter), wat
peper en nootmuskaat, 1 eetlepel gehakte
peterselie, 1 theelepel Maggi's Aroma, onge-
veer 20 gr. boter.
Klop de eieren met wat zout, roer daarin
de bloem glad en verdun dan het mengsel
langzamerhand met de melk.
Laat de helft van de boter in de koeken
pan heet worden (niet bruin), giet er de
bak dit op een
vuur» (liefst met een deksel op de
Vlen onderkant lichtbruin en door
en door gaar (aeker niet korter dan 101 mi
nuten).
Verzorg in dien tusschentijd het vulsel.
Verdeel daarvóór de ontgrate visch in kleine
yeu/uye/i. isv lu." f
satijn, de middelste van goud of zi
lamé of zuxwJf broché, de onderste
'wit taffetas an past uitstekend bij
tailleur.
et lpeslag in en
stukjes, vermeng ze met het restje saus en
warm ze voorzichtig op; of wel, verwarm,
j als geen restje saus beschikbaar zou zyn,
den halven lepel bloem met den halven lepel
boter tot een gjlad mengsel, verdun dit lang
zamerhand m^t de d.L. melk en laat dit
sausje even doorkoken, alvorens er de visch
mee te vermengen. Maak het vulsel op
smaak af met peper, nootmuskaat, zout en
Linzensoep.
Snyd den pannekoek bij het voordienen
van het midden uit in punten.
(Als geen vischresten beschikbaar zyn,
kunnen garnalen de visch vervangen; in dat
geval is 1 a 1% ons garnalen voldoende),
hier in de linzen, de uien en de seldexy en
wrijft dat door de zeef, voegt het kooknat
erby, dat aangevuld moet worden met water
tot iVt L. In de eerste pan smelt men de
boter, vermengt dezê met de volle eetlepel
bloem en giet langzaam roerende het vocht
erby, dat met de puree is vermengd, laat
de soep een minuut of vyf doorkoken, neemt
de pan van het vuur en roer er de melk en
het zout naar smaak bij.
Men presenteert by deze soep reepjes
toast of dobbelsteentjes gebakken brood.
Gevulde sinaasappelen.
6 sinaasappelen, 2 citroenen, 150 gr. lichte
basterdsuiker, 1 eetlepel likeur of 1 eetlepel
rum, 5 blaadjes roode gelatine, 3 blaadjes
witte gelatine.
We snyden d« sinaasappelen in twee ge
lijke helften en persen ze voorzichtig uit,
zóódat de schil niet beschadigd wordt. De
bakjes maken we voorzichtig schoon, zoodat
alle vezels en velletjes verwijderd worden
en wij een. mooie gave schil overhouden.
De gelatine wordt in ruitn water ongeveer
15 minute geweekt.
Het sin .asappel- en citroensap wordt nu
verwaimd en hierin eerst de suiker, daarna
de goed-uitgeknepen gelatine opgelost,
waarna de vloeistof gezeefd wordt door een
fyne zeef of door een flanellen lapje en de
likêur of rum erby gevoegd. We roeren van
tijd t?t tijd in de vloeistof, om te voor
komen, dat de gelatine zakt en zien we, dat
ze iets dikker begint te worden, dan wor
den de bakjes gevuld en op een koele plaats
gezét om geheel en al stijf te worden.
We kunnen de sinaasappel-helften in hun
geheel opdienen en dan garneeren met slag
room, die we er in kleine dotjes opspuiten.
Veelal worden ook de helften met een zeer
scherp mes doorgesneden en in partjes op
gediend.
We kunnen er lichte wafeltjes bij presen
teeren.