„Bereid tot dienen".
Zomersproeten.
Het Dienstboden vraagstuk.
EEN KLEINTJE
EEN KWARTJE
Muggensteken.
FILMNIEUWS.
Recepten.
Een bezoek aan een der Vrouwen iverkdiensten.
„Trouw, Gehoorzaamheid en
Kameraadschap"
door TINE BKEEBAERT.
Kortgeleden ter gelegenheid van
het Gemeentecongres in Berlyn ver
toevende, ontvingen wij van de hoofd
leidster der vrouwelijke arbeidsdien
sten in Brandenburg, Frau Dr. Hildt
Lemke «en uitnoodiging om eens na
der kennis te maken met het Duit-
sche vrouwenwerk. i.
Wij werden op een heerlijke mor
gen afgehaald en na een lange auto
tocht door een groot deel van Berlijn
kwamen wij allengs op de hpulevards
die ons al aanstonds deden aanvoelen,
dat wy de voorsteden naderden en de
groote sta'dsdrukte achter ons lieten.
Langs mooie dreven, afgewisseld met
bosch en heide, ook een mooi gelegen
meer, bereikten wij tenslotte ons doel,
Fürstendam, waarin een oud land
goed ligt, één der ruim dertig vrou
wen-werkdiensten van het district
Brandenburg.
In elk dezer vrouwendiensten wor
den jonge meisjes opgenomen van 18
tot 25 jaar, tot een aantal van ten
hoogste 50, die gedurende zes maan-
- den lang practisch leeren werken, zoo
wel in- als buitenshuis. Meisjes van
verschillende stand worden in deze
groepen ingedeeld en behalve voor
degenen, die met aan een universiteit
gaan studeeren, is deze arbeidsdienst
tot nog toe vrijwillig. In de naaste
toekomst zal een hulfjaarlijksche
werkdienst voor alle jonge meisjes
op een bepaalden leeftijd verplicht
worden gesteld, evenals dit thans
reeds bij de mannelijke jeugd het ge
val is.
De bedoeling is om ieder meisje
practisch te leeren werken en om be
halve eerbied Voor den arbeid ook die
eigenschappen te kweeken, die haar
leeren zich zelf weg te cijferen en
anderen te dienen.
De hoofdleidster van dit district
Frau Dr. Hilde Lemke heeft kortge
leden een werkje geschreven ondei
den titel: „B<jreit zum dienen", waar
in een uiteenzetting vpn het principe
van het vrouwenwerk gegeven wordt.
Het zou ons te ver voeren dit te be
spreken en daarom zullen wij ons
slechts bepalen een en ander over ons
bezoek aan het tehuis voor de meis
jes, ingedeeld in het oude landgoed te
Fürstendam te vertellen.
Vanzelfsprekend zullen wij ons
moeten beperken tot hetgeen wij za
gen en men ons mededeelde. Wij be-
oordeelen daarbij deze diensten niet
en laten tevens de geestelijke achter
grond, waarop het door ons beschre
vene berust, onbesproken. De leuze,
welke voor de mannelijke jeugd geldt
Trouw, Gehoorzaamheid en Kame
raadschap wordt eveneens geëischt
van de meisjes, welke in deze diensten
fcijn ingedeeld. Zij genieten vrije kost
en inwoning, aangezien het Vrouwen
werk van Staatswege wordt gefinan
cierd en dragen in de ontspannings
uren een unnorme kleeding, bestaan
de uit donkere rok en witte blouse,
ai oi niet met slip-over. Gedurende de
weken diensttijd moeten de meis
jes, welke in een groep zyn ingedeeld
alle werkzaamheden uitvoeren, die
haar zonder aanzien des persoons,
met voorbygaan van rang en stand,
worden opgedragen, leder voert haar
steeas wisselende werkzaamheden
stipt volgens rooster uit.
in een landelijke omgeving als die
van 1' urstendam bestaat dit werk uit
het verleenen van hulp aan de boeren,
zoowel op net land als in de gezin
nen. Zy helpen zoowel met spitten,
zaaien en wieden als by hooien, mel
ken, voederen van vee en alle andere
werkzaamheden, die bij het boeren
bedrijf behooren. De boerin wordt
zoowel bij de wasch en de inmaak ais
by ander huiswerk en bij de verzor
ging der kinderen geholpen.
Ongetwijfeld leeren deze jonge
vrouwen van nabij een leven kennen,
dat de meeste harer geheel vreemd is,
en waardoor tevens eerbied voor han
denarbeid wordt aangekweekt.
Aan het hoofd van iedere dienst
staat een leidster, die speciaal voor
deze taak is opgeleid en wier op
drachten stipt en zonder een'énkele
tegenwerping worden uitgevoerd. Or
de, regelmaat en discipline zijn een
eerste eisch, waardoor echter yol-
strekt geen afbreuk gedaan wordt
aan de opgewekte geest, die hier
heerscht. v
De dag begint reeds vroeg en om
vijf uur staan de meisjes op en maken
na het wasschen en aankleeden zelf
hare slaap- en waschvertrekken in
orde. Het geheele huis, dat uilerst
eenvoudig gemeubileerd is, wordt
echter in de puntjes door haar ver
zorgd. Afwisselend hebben zij ook
hier dienst en werken, koken en was
schen voor het groote gezin.
Het is een sportief gezicht al die
frissdie jonge meisjes rondom de
lange tafels met smaak haar maal
tijden te zien nuttigen. Om half ze
ven wordt ontbeten en weet iedereen
wplke dagtaak haar weldra wacht, in-
of buitenshuis, welke tot twee uur
duurt, daarna gaan zij zich wasschen
en verkleeden om„tegen half drie het
middagmaal te nuttigen, nu eens
uit een voedzame soep, dan weer uit
stamppot of een ander eenvoudig
maa^bestaat. Hierop volgt een rust
tijd en moeten allen naar bed om op
een vastgesteld uur deel te nemen aan
de lessen door de leidster gegeven op
huishoudelijk en hygiënisch gebied,
kinderverzorging, e.d. Soms wordt
ook een of ander boek gelezen, waar
over dan een gedachtenwisseling
volgt. Een deel der middagen wordt
ook besteed aan zingen, het instudee-
ren van oude volksdansen en sport.
Om acht uur is de avondboterham en
om negen uur slaat het klokje van
gehoorzaamheid. Weldra verstommen
alle gesprekken en is het geheele huis
in zoete rust gedompeld...
Wij kunnen ons zeer goed indenken
dat de boeren eerst een min of meer
afwachtende houding tegenover deze*
hulp hebben aangenomen. De practyh
heeft echter bewezen, zooals wij bij
ons bezoek aan enkele boerengezinnen
mochten vernemen, dat deze jonge
vrouwen wel degelijk de handen uit
de mouwen weten te steken en moe
ten aanpakken. Zooals men ons ver
telde is menige kleine boer, die geen
hulpkrachten kan betalen, op deze
wijze door de vrouwen-werkdiensten
geholpen.
Ongetwijfeld zullen de jonge vrou
wen, die zes maanden op deze wijze
hebben leeren arbeiden, heel wat
practische kennis hebbén opgedaan,
waar zij ook in haar latere leven voor
deel van kunnen hebben.
Gevoeligheid voor zomersproeten is
dikwijls een erfelijkheidskwestie en
het eenige wat men kan doen om het
krygen ervan te voorkomen, is ver
mijden van te sterke zonnestralen.
„Moet men derhalve nimmer in de
zonloopen en alle zomersche vreug
den mijden?"
Zeker niet, is hierop ons antwoord.
Men moet echter zooveel mogelijk het
gelaat overschaduwen door een breed
gerande hoecl eif tevens een flinke
laag poeder opbrengen. Verschillende1
middeltjes heeft men by'goede dro
gisten voorhanden, die althans eenige
afweer bieden; terwijl ook eenvou
dige huismiddeltjes aangewend kun
nen worden.
Het inwrijven van de huid vóór het
naar bed gaan met plakjes citroen is
uitstekend en^ goedkoop, evenals inet
waterstof superoxyde. Het toevoegen
van borax aan het waschw^ter is
eveneens uitstékend. De sproeten ver
dwijnen wel is waar niet door ver
schillende handelingen, doch ze ver
bleken en vallen hierdoor minder op,
HIJ WIST HET AL!
RIE ZOMERAVONDJAPONNEN.
Van deze drie avondjaponnen is no. 3 gemaakt van marine taffetas met
uitte stippen. De japon heeft ivijde mouwen en een schootje. No. U is van
bleu taffetas, de taille is vol kleine plooitjes, de rok zeer ivijd. No. 5 is een
toilet van crêpe marocain, heeft een driekivart mantel van zwarte taffetas.
jy hebt Smit gezegd dat ik een ezel
ben.
Dat wist hy allang! c
De mentaliteit
dienstbode moet
De arbeid in de huishouding
van, mevrouw en
worden veranderd,
moet in eere worden hersteld.
In het tijdschrift van dén Nederl.
Werkloosheidsraad heeft de heer Th.
yan Lier, referendaris aan de afdee-
ling Werkloosheidsverzekering en
Arbeidsbemiddeling van het departe
ment van Sociale Zaken een uitvoerig
artikel gewijd aan het dienstboden-
vraagstuk. Hij zegt daarin o.a.
In 1909, bij de beroepstelling, wa
ren er 214.000 vrouwelijke dienst
boden. In 1920 bleek dit aantal te zijn
toegenomen tot 235.000. In het tijd
vak van 1920 tot 1930 is het aantal
dienstboden verder toegenomen tot
rond 266.500.
De toeneming is merkwaardig. Bij
een bevolkingstoeneimng van ruim" 1
millioen van 1909 tot 1920, zien wij
een stijging van het aantal dienst
boden met rond 20.500, terwijl van
1920 tot 1930, toen de bevolking ook
met ongeveer 1 mijllioen toenam, het
aantal dienslboden met ruim 31.500
■is toegenomen.
De vreemde dienstboden.
Als wij nu zien, dat in 1909 er nog
slechts 2596 vreemde vrouwelijke
dienstboden in ons land werkzaam
waren, dan valt het op, dat er in 1920,
dus slechts 2 jaren na het einde vah
den oorlog, reeds 9128 vreemde meis
jes als dienstboden werkzaam waren
de groote toeneming valt binnen de
periode van 1920 tot 1930, 31 Decem
ber 1930 werden er niet minder cfèn
30.530 vrouwelijke dienstboden van
vreemde nationaliteit in ons land ge
teld.
Veel merkwaardiger is het feit, dat
terwijl van de toeneming van het aan-
tal dienstboden tusschen 1910 en 1920
om de rond 20.500 er slechts 6500
vreemdelingen waren, van 1920 tot
1930 van de rond 31.500 dienstboden
die er zijn bijgekomen, er bijna 21.500
vreemdelingen waren.
Van 1930 tot 1934 is het aantal
vreemde dienstboden nog meer toe
genomen.
Blijkens steekproeven door den
Rijksdienst der Werkloosheidsverze
kering en Arbeidsbemiddeling in 1934
genomen in Amsterdam, Rotterdam
en Den Haag en blijkens cijfers te
Haarlem en Hilversum verzameld, is
in deze steden tusschen 1930 (jaar
der beroepstelling) en 1934, het aan
tal vreemde dienstboden overal toe
genomen. Het sterkst was de toene
ming te 's-Gravenhagedaar is het
aantal van 6700 gestegen tot rond
13.500. Te Amsterdam was de toe
neming ongeveer 3000. Thans schat
ik het aantal vreemde dienstboden
voor het geheele land op 30.000
35.000. Daarvan zijn pl.m. 25.000
Duitsche, pl.m. 3000 Oostenrijksche,
pl.m. 1000 Belgische dienstboden, de
rest Duitsch sprekende Tsjechoslowa-
ken, Polen, Hongaren en Zuidslaven
De verkeerd veranderde menta
liteit.
Als voornaamste oorzaak van het
dienstbodenvraagstuk noemt de heer
Van Lier in de eerste plaats de ver
anderde mentaliteit der menschen,
zooals deze vooral na den wereldoor
log tot uiting is gekomen.
Deze mentaliteit is oorzaak, dat de
meisjes uit arbeiderskringen aan ar-
poedersuiker, sommigen gevuld met
in dunne reepjes gesneden sucade.
Van het „pan Mallorquin" is het
bruine wel smakelijk 'als men er aan
gewend is. Maar het witte is klef en
onsmakelijk. Beiden zyn stijf en hard,
zoodat men er gemakkelijk iemand
een gat mee in het hoofd kan gooieiy
want ze zijn slechts zeer weinig ge
rezen.
Ik veronderstel, dat deze brooden
nog gebakken worden in navolging
van de Mooren, die dit land jaren lang
overheerscht hebben) evenals de en-
salmada, de nationale lekkernij van
Mallorca, deze lijkt verdacht veel op
de platte koeken die men in de Ara
bische wyken van Algiers ziet.
Wy deden onze keus en voorzien
van dit nuttigste aller levensmidde
len trokken wij verder op onderzoek
uit. By een kruidenier-groenteboer
vroegen wij om boter, in de dictonaire
stond hiervoor „manteca", doch de
man gaf ons een vuilwitte pomade,
((dat reuzel bleek te zyn. Met onze ge
ringe kennis van de taal konden wy
hem niet nan het verstand brengen,
dat wy iets anders bedoelden. Verdere
ervaringen leerden ons, dat men on
derscheidt „manteca de vaca", kort
weg „mantequilla" genoemd en „ma-
teca de cerdo", reuzel.
Dien dag moesten wij het zonder
boter doen en troostten ons maar met
een blik jam, thee van zeer verdacht
allooi en een geweldige hoeveelheid
sinaasappelen. Wij voorzagen bns van
veel nuttige zaken, zonder welke geen
huisvrouw het kan stellen en waar
voor ieder woord 'opgezocht moest
worden in de dictionaire, wat zeer
belemmerend werkte op de vlugge af
wikkeling der provian<jleerir*g. Maar
daar ergerde zich niemand aan, want
Spanjaarden hebben meestal geen
haast, waarom ook? Morgen komt er
toch weer een dag-
Thuisgekomen wachtte ons een
nieuwe moeilijkheid. Om thee te zet
ten heeft men vuur nooclig. In de keu
ken hadden wy de keus tusschen twee
stookgelegenheden. Het eerste was
een soort fornuis in de rechtbank in
gemetseld. Een „economica" heet
zoo'n ding, waarom is my nog steeds
een raadsel, want na een ervaring van
3 jaar, kan ik ze nog niet economisch
vinden. Zoo'n fornuis wordt met co
kes gestookt, maar daar de vuurruim-
te zeer klein is, moet men steeds weer
bijvullen, zoodat het nooit een con
stante warmte behoudt. Door dit on
ophoudelijke bijvullen komt het dik
wijls voor, dat de cokes ook in 't eten1
terecht komt. Doch dit laatste is een
ongemak, waar men zeer spoedig aan
went.
Maar zoover waren wij den eersten
dag nog niet, want er was geen cokes
in huis, dus zagen wij van de „eco
nomica" af en onderzochten de an
dere stookgelegenheid. Deze bestond
uit een klein ijzeren roostertje. Ge
lukkig hadden de vorige bewoners
wat van deze nuttige brandstof ach-
l tergelaten, zoodat wij pogingen kon
den doen om vuur te maken.
Nu kende ik alleen houtskool van
teekenles en in Indië had ik de baboe
een strijkbout gevuld met houtskool
zien aanwaaien. Het eenige wat ik er
dus van wist, was, dat er gewaaid
moest worden. In geen Spaansche
huishouding ontbreekt dan ook het
onontbeerlijke waaiertje van Espar-
to-gras. Met dit instrument en de
laatste Hollandsche kranten trachtten
wij de houtskool in gloed te krygen.
In onze onkunde veroorzaakten wy
rook, veel rook, tranende oogen, doch
slechts zeer weinig vuur.
Toch slaagden wy er eindelijk in
water aan de kook te krygen en thee
te zetten, die natuurlijk naar rook
smaakte. Toch bleek ons by lange er
varing, dat een houtskoolvuurtje de
ware „economica" is. Men moet dan
echter zorgen, steeds in een bakje
met asch een doof kooltje te bewaren.
Hiermee kan men dan zonder veel
moeite en rook het vuur weer aan
maken.
Dien middag brachten wij na veel
getob op het houtskoolvuurtje een
middageten tot stand. Terwijl de een
met pannen jongleerde en een andere
ijverig waaide, opdat het vuur niet
zou dooven, verspreidde zich een fyne
aschregen door de keuken. Alles werd
er mee bedekt en ook het eten werd
er mee bestrooid. Doch wij hadden
PLAATS
VOOR
OPGAVEN WORDEN VOOR
DONDERDAGAVOND 6 UUR
INGEWACHT
honger en stoorden ons niet aan zulke
kleinigheden en al was de biefstuk
taai als zoolleer en de sla wat hard, de
heerlijke sinaasappelen maakten veel
goed.
Met veel moeite brachten wij dien
avond het heele gezin in de 3 kleine
kamertjes onder de wol, waarbij wij
gymnastische toeren verrichtten bij
het overspringen en -klimmen der
vele koffers, welke het kleine huisje
nauwelijks plaats bood. En nog waren
de groote koffers niet gearriveerd.
Bezorgd keken wij elkaar aan en kwa
men tot de slotsom, dat eilanden ont
dekken in de Middellandsche Zee toch
niet zoo onverdeeld prettig is als wy
ons hadden voorgesteld.
beid op de fabriek de voorkeur geven
boven die in de huishouding.
Men kan hier verschillende fac
toren onderscheiden. Ik volsta met de
voornaamste op te noemen, als drang
naar grootere vrijheid en onafhanke
lijkheid, genotzucht, gemakzucht, ma-
terieele overwegingen ten aanzien
van het loon en dergelijke.
De meisjes uit den kleinen midden
stand zoeken betrekkingen als winkel
bedienden, typisten en dergelijke be
roepen.
Hierby speelt het vakonderwijs,
dat binnen het bereik van groote
groepen der bevolking komt, een
groote rol.
De handenarbeid wordt door velen
als iets minderwaardigs beschouwd.
De veranderde mentaliteit ondergaan
niet slechts de groepen der jonge
meisjes, die arbeid zoeken, maar ook
de huisvrouwen, die hulp behoeven
bij het voeren der huishouding.
De arbeid in de huishouding is in
waarde gedaald niet slechts, omdat de
jeugd, die na den oorlog op de ar
beidsmarkt kwam, er den neus voor
ophaalde, maar eveneens omdat de
huisvrouw het werk in de huishou
ding niet meer zoo waardeert als
vroeger.
De gemakzucht en de genotzucht
hebben ook de huisvrouwen aange
tast. De zorg voor de huishouding is
verminderd. De kennis van het voe
ren van een huishouding is dikwijls
onvoldoende aanwezig, omdat men in
de jeugd geen ambitie of geen tyd had
deze te leeren. Deze mentaliteit heeft
gemaakt, dat de dienstbode in de mo
derne huishouding in steeds sterker
mate wordt beschouwd als een soort
arbeidskracht in de fabriek. Vroeger
werd de dienstbode veel meer behan
deld als mensch en huisgenoote.
De plattelandsstreken van Fries
land, Zeeland en Gelderland b.v.,
waaruit vroeger zoovele dienstboden
naar de groote steden trokken, zijn
voor de voorziening van dienstboden
thans nog slechts van weinig beteeke-
nis. Nog niet zoo lang geleden vond
men in de groote steden Zeeuwsche,
Friesche en Geldersche dienstboden-
bureaux, zóó groot was de trek van
meisjes uit deze provinciën.
Een opmerkelijk verschijnsel is ver
der, dat in vele plattelandsstreken
van ons land duizenden meisjes haar
jonge jaren doorbrengen met niets
doen. Men parasiteert niet zelden op
de ouders, zelfs als vader werkeloos
is en steun ontvangt. De meesten
leeren niet eens de huishouding, ge
steld dat moeder wat van de huishou-
dihg kent, zoodat de dochters thuis
wat kunnen leeren. Het gebrek aan
huishoudkennis bij vele huismoeders
uit den arbeiders- of kleinen midden
stand is eveneens een ongunstige fac
tor.
Zoolang de huisvrouw geschikte
dienstboden, die opleiding hebben ge
had in de huishouding, hetzy bij moe
der thuis of by vreemden en op huis
houdscholen, uit het buitenland kan
halen, zal zy zich niet veel moeite ge
ven om inheemsche meisjes in dienst
te nemen, die geen volleerde dienst
boden zyn.
Omstreeks het begin van October
a.s. zal men weten hoeveel vreemde
dienstmeisjes er alsdan in Nederland
zijn, alsmede in welke plaatsen zy
werkzaam zijn. Deze „inventarisatie"
is van belang voor de beoyrdeeling
van het dienstbodenvraagstuk, ook in
venband met de opleiding van Neder-
landsche meisjes en met de intercom
munale verplaatsing van dienstboden.
Men moet n.l. in het oog houden, dat
wij niet beschikken over exacte ge
gevens betreffende het aantal vreem
de dienstboden. Mijn cijfers zyn
slechts ramingen gebaseerd op de uit
komsten der bewysstelling, op in 1934
genomen steekproeven en op het ver
loop in sommige groote steden.
Het ligt n.l. in de bedoeling de reeds
werkzaam zynde en nog aan te stel
len vrouwelijke bemiddelaarsters ook
te belasten met hulp bij de intercom
munale verplaatsing van dienstboden.
Wat de toepassing van het vergun
ningsstelsel voor dienstboden betreft,
dient er voor te worden gewaar
schuwd, dat niet de bedoeling hier
van is? zooals trouwens ook niet voor
vreemde werkkrachten in het alge
meen, om de vreemde dienstboden zoo
spoedig mogelijk „op te ruimen".
De Minister van Sociale Zaken
heeft reeds vroeger gezegd, dat reke
ning zal worden gehouden met de be
langen der Nederlandsche huismoe
ders c.q. de Nederlandsche gezinnen.
Het vergunningsstelsel kan de ont
wikkeling op de arbeidsmarkt voor
dienstboden corrigeeren en in een be
paalde richting stimuleeren, juist in
verband met het groote verloop onder
de vreemde dienstboden.
Het ligt in de bedoeling voor de
vreemde dienstboden, die op het tijd
stip van de afkondiging van het Ko
ninklijk besluit inzake de vreemde
werknemers (dat is 9 Juni 1936) by
een bepaalden werkgever in dienst
waren, aan dezen werkgever vergun
ning te verleenen. Dat komt dus neer
oplaat zitten wat zit. Maarer blyft
niet zitten wat zit, door het groote
verloop. Eenige jaren geleden be
droeg dat verloop onder vreemde
dienstboden in sommige groote steden
zelfs byna 50 in den laatsten tyd
is dit verminderd.
Men zal verdér in de groote steden
in Noord- en Zuid-Holland en in
TWEE AARDIGE MIDDAGTOILETTEN.
No. 1 lis van marine taffetas, is geheel gesloten dan den hals en heeft
n n XU ^le*n kraagje. No. 2 is gemaald van fantasie wollen stof
De grojote revers zijn het origineele van dit toilet.
Utrecht, alsmede in groote wooncen-
tra (omgeving van Haarlem, het Gooi
enz.) alsmede in een gedeelte van Gel
derland, na 1 October e.k. vergunnin
gen voor vreemde dienstboden, die in
dienst worden genomen, moeten blij
ven verleenen zoolang er niet vol
doende aanbod is van Nederlandsche
meisjes.
Geen „geheel vrije" buitenland-
sche dienstboden meer.
Een uitzondering zal hier dienen te
worden gemaakt t.w. voor vreemde
meisjes, die alleen of met andere
meisjes niet in het gezin wonen, doch
een kamertje huren en als dagdienst
bode werken ten einde des avonds
„geheel vrij" te zijn. Er komen klach
ten over dit soort dagdienstboden uit
de groote steden. Vooral in Den Haag
en Amsterdam schy'nt dit verschijn
sel zich in vrij groote mate voor te
doen onder de vreemde dienstboden.
Daarentegen zal men in streken,
waar Nederlandsche dienstboden
kunnen worden gerecruteerd, of waar
de opleiding voor geregelden „toe
voer" zorgt, zooals b.v. in Groningen,
Friesland, Drenthe, Overijssel, een
groot gedeelte van Gelderland en
Utrecht, en in Zeeland, Noord-Bra
bant en Limburg, benevens de Zuid-
Hollandsche eilanden, na 1 October
e.k. voor vreemde meisjes, die nieuw
in dienst worden genomen in vele ge
vallen geen vergunning behoeven te
geven, omdat de meisjes grootendeels
uit de omgeving kunnen worden ge
haald.
Vóór alles zal echter moeten wor
den gestreefd naar verandering der
nog heerschende mentaliteit bij een
groot gedeelte des volks, bij „me
vrouw" zoowel als „dienstbode", ojd-
dat het beroep van dienstbode in eere
worde hersteld.
Iedere zomer weer opnieuw worden
vele volwassenen en kinderen ge
plaagd door steken van verschillende
insecten, die lang niet altyd even on
schuldig blijken te zyn. Hoe vaak
doet zich door het openkrabben der
plekken geen infectie voor. Men moet
zelfs trachten te voorkomen door
muggenbeten jeukende bulten te kry
gen. Heeft een mug reeds gestoken,
dan moet men met een vochtig ge
maakt klontje spiker krachtig over de
gestoken plek wry ven, waardoor
reeds de eerste hulp verleend is ge
worden. Dezelfde diensten bewijst het
inwrijven met een stukje soda of met
een weinig ammoniak.
Wespen- en bijensteken zyn dik
wijls Van ernstiger aard en hier moet
eerst met een gedesinfecteerde pincet
de angel uit hef wondje worden ge
trokken alvorens men verkoelende
omslagen oplegt met een of ander ver
koelend water, b.v. eau de Goulard.
Het komt zelfs wel voor, dat kin
deren een wespensteek in den mond
krygen, hetgeen licht kan gebeuren,
wanneer zy b.v. vruchtengebak eten,
als zij een dagje uit zijn. De spoedig
optredende zwelling kan zoo ernstig
zijn, dat gevaar voor verstikking aan
wezig is. Gorgelen met wijnazijn is
hier het eerste middel, dat aange
wend dient te worden, terwijl het kau
wen op plakken ui zeer goed is, daar
het sterke sap hiervan het zwellen
tegen gaat.
Met de weinig aangename smaak
kan geen rekening gehouden worden,
indien men erger voorkomen kan.
j Het is inderdaad wel een zeer eigen
aardig verschijnsel, dat sommige
menschen insecten bepaald aantrek
ken, daarom is het aan te bevelen, dat
zij zich 's morgens en 's avonds in
wrijven met sterkriekende olie, b.v.
vendel, laurier, eucalyptus, nagelolie,
e. d.
Kleinigheden.
Wanneer men een Iade heeft, waar
in alle mogelijke kleinigheden be
waard wtfPU^n, kan men het best klei
ne" kartonnen\doosjes naast elkander
zetten, zender! deksel, waardoor men
onmiddellijk een overzicht van den
inhoud krygt.
Dolores Del Rio.
Als Implores Del Rio geen filmloopbaan
had gekozen, zou ze nu ergens door den
een of anderen uithoek der wereld zwerven,
want reizen is haar lust en haar leven.
Deze jonge vrouw werd te Durango in
Mexico op den 3en Augustus 1905 geboren.
Haar meisjesnaam is Dolores Ascunsolo,
haar vader was een bekend Mexicaansch
bankier. Durango is toevallig ook de stad
waar Ramon Novarro geboren werd en is
de geboorteplaats van Pancho Villa. Del Rio
is de naam van haar eerste echtgenoot en
zjj heeft dezen naam behouden. Ofschoon
haar ouders beide in Mexico geboren zyn, is
zij van Spaansche afkomst. Als eenig kind
van rijke ouders had zjj practisch gesproken
alles wat zy wenschte en toen zij haar
groote liefde voor het dansen kenbaar
maakte, een liefde, die zich openbaarde, na
dat zy op een Zondagmiddag met haar
moeder de onvergetelijke Paglowa zag dan
sen, stonden haar de beste leermeesters ten
dienste.
Gedeeltelijk voltooide ze haar opvoeding
te Parijs. Een liefdadigheidsbal was aan
leiding, dat zjj in het huwelijk trad met Ja
mes del Rio, een zeer rijke en vooraan-
staande figuur in Mexico. Met hem reisde
ze veel en werd ter gelegenheid van een
dezer reizen aan het Spaansche hof geïn
troduceerd. Door de vriendschappelijk e ver
houding met den gezant te Washington,
Senor Pesuiera, maakte ze kennis met Ed
win Carewe, een Hollywoodsche regisseur,
die zijn vacantie bij vrienden in Mexico
City doorbracht.
Carewe getroffen door haar schoonheid
en charme, stelde haar voor om naar Cali-
fornië te komen. Haar man, die wist, dat
Dolores zich in Mexico City doodelijk ver
veelde, vergezelde haar naar Californië,
heilig overtuigd als hy was, dat zy binnen
een maand weer naar Mexico City zouden
terugkeeren en dat Dolores' filmplannen
dan weer tot het verleden zouden behooren.
Hoe geheel anders kwam alles echter uit,"
want haar eerste film „Joanna", waarin ze
met Dorothy MacKaill samenspeelde, be-^c
wees duidelijk het talent van de schoone
Mexicaansche. Haar opkomst voltrok zich
dan ook in een zeer snel tempo. Haar be
langrijkste «rol was die als Charmaine in de
stille film „What Price Glory", een rol, die
zy te spelen kreeg naar aanleiding van een
kennismaking met Raoul Walsh, toen hy
op zoek was naar een meisje, dat voor deze
rol in aanmerking kon komen.
Vanaf dat oogenblik was haar naam ge
maakt. In 1928 stierf haar man, eenige jaren
later hertrouwde ze met Cedric Gibbons.
Zy bewonen een schitterend huis te Santa
Monica Canyon. Toen kwam echtende spre-
Gestoofde komkommers.
5 6 komkommers^. 1 d.L. melk of room,
30 gram bloem, gehakte peterselie, 60 gram
boter, 3% d-L. kooknat, sap van 1 citroen,
peper en zout.
De komkommers schillen en in de lengte in
vieren verdeelen, waarna het eventueele
zaad verwijderd wordt en wfc de vierde dee-
len in gelijken stukken snijden en daarna
.met niet te ruim water met zout pl.m. 20
minuten zachtjes gaar koken. Op een ver
giet laten uitlekken en pl.m. 3% d.L. van
het kooknat bewaren voor de saus. Boter
en bloem roerende met elkaar vermengen
en op een kleine pit verwarmen, daarna
langzaam het kooknat van de komkommers
toevoegen en ook de room en dit sausje
pl.m. 5 minuten zachtjes laten koken, peper,
zout en citroensap naar smaak en de kom
kommers nog even door laten stooven en
opdjenen bestrooid met peterselie.
Rabarber met vla en biscuits.
500 gr. rabarberstelen, Va pakje vanille-
custard, ruim 100 gr. suiker, 1 ons zachte
biscuits, b.v. bonne-mère.
Wy willen de rabarber gecombineerd met
vla en biscuits opdienen en gebruiken ge
makshalve een half pakje goede custard-
poeder .waarvan wy een vla maken door
3 d.L. melk te koken, desnoods één lepel
suiker toevoegen en de custard met een
klein half kopje melk aanmengen en bij
de kokende melk voegen, daarna alles nog
even door laten koken en flink opkloppen
met een klontje boter, de vla wint dan aan
smaak en wordt luchtiger.
De rabarber hebben wy onderdehand ook
gekookt, na ze eerst aan kleine stukjes te
hebben gesneden, gewasschen en met het
aanhangende water en 100 gram suiker
gaar gekookt, daarna met 10 15 gram
maïzena gebonden te hebben.
Op een kristallen schotel hebben we de
biscuits gelegd, daarna komt de rabarber
sr op en het laatst de afgekoelde vla, des
noods eenige biscuits achterhouden en deze
gekruimeld over de bovenlaag strooien.
Evenveeltjes.
2 eieren en het gewicht hiervan aan lichte
basterd suiker, zelfrijzend bakmeel, boter,
geraspte citroenschil, fleschje vruchtensaus.
We kunnen ongeveer rekenen, dat een
middelmatig ei vijftig gram weegt en nemen
100 gram suiker, 100 gram bakmeel en
100 gram- boter, waarna we de boter eerst
in een verwarmde pan doen en daarna zoo
lang roeren met de suiker totdat een roomige
massa ontstaat, waarby de schuimig ge
klopte eierdooiers worden gevoegd en lepels-
gew\jze het gezeefde bakmeel en de ge
raspte citroen, tfleine beboterde vormpjes
kende film, waarvoor zy niet geschikt bleek
te zyn. Ze trok zich gedurende een heel
jaar van de film terug, liever dan een rol
te vertrolken, die haar niet lag en waarvan
zij van te voren wist, dat zy er geen per
fecte uitbeelding van kon geven.
Zy maakte reizen naar Europa met de
bedoeling, den indruk, die de sprekende
film op het publiek maakte, te bestudeeren
en kwam tot het besef, dat de sprekende
film een eind maakte aan haar loopbaan en
besloot in Europa te blijven. Op een tea
maakte zy kennis met een jongen man, die
van meening" was, dat haar stem te zwak
was, doch dat er een bijzondere bekoring
in lag. Ofschoon deze mededeeling onbe
langrijk leek, keerde ze naar Amerika terug
om alsnog een poging te wagen. Door de
kennismaking met Daniel Reed, leerde zy
de dictie en uitspraak van het Engelscb
perfect kennen, waardoor zy met deze taa-
geen verdere moeilijkheden meer onder
vond en zy voor Warner Bros kon optreden
in films als „Wonder Bar" en in de cos-
tuumfilm „iMadame Dubarry" en thans in
„Caliente", de film die vanaf heden draait
in de Réunie-Bioscoop.
Een proces
om Freddie Bartholomew's dollars.
Freddie Bartholomew verdient veel geld,
waarover zyn ouders, naar zy meenden,
konden beschikken, zoolang hy minderjarig
is. Freddie Bartholomew heeft zyn roem en
geld te danken aan een voortvarende tante,
Milicent Mary Bartholomew, door wier ini
tiatief en moeite de jongen in de filmate
liers terecht is gekomen.
De ouders echter meenden nu dat de tante
niet meer noodig was nadat Freddie's naam
eenmaal was gemaakt, zij wenschten haar
af te schepen met een klein bedrag, wat
deze dame maar niet zoo over haar kant
liet gaan. Zij begon een proces en vroeg
vaststelling by rechterlijke uitspraak van
haar honorarium en bovendien een verbod
van willekeurige beschikking over het geld
door de ouders. In hoogste instantie is op
30 Juni j.l. pitspraak gedaan door den Su
perior Judge in Los Angelos, die tot de
overtuiging werd gebracht dat de ouders
inderdaad niet de aanwezige behartigers zijn
van de belangen van Freddie. De tante won
het proces en de volgende bepalingen treden
vanaf genoemden datum in werking:
Freddie Bartholomew en zyn tante, die
zyn manager blyft, ontvangen 800 dollar
per maand voor levensonderhoud, de ouders
ontvangen 400 dollar per maand. Freddies
twee zusters Eileen en Hilda 5 CU van alles
wat hun beroemd broertje verdient, zynde
1200 dollar per week en nog eenige honder
den dollars voor zijn radio-voordrachten,
gramofoonplaten enz.
Wat daarna overblijft mag niemand aan
raken tot Freddie's meerderjarigheid, ter
wijl de Union Bank Trust Co. is benoemd
tot beheerder van Freddie's vermogen.
worden voor gevuld met het deeg en 20
min. in een middelmatig warmen oven ge
bakken, daarna gestort, opgediend met heet
water. Over elk gebakje wordt een weinig
saus gegoten. Heel goed kan men ook fleseh-
jes saus gebruiken.
Kremlin crème.
2 eetlepels fijngehakte amandelen, 2 eet
lepels fijngehakte dadels, vanillesuiker, 2
dX. room, kopje koud water, 1 lepel
fijngehakte noten, 1 pakje geleipudding
(citroen), 1 theelepel poeder of 2 bladen
gelatine, 2 eetlepels suiker, abrikozen.
De geleipudding wordt volgens de aan
wijzing op het pakje gemaakt meestal zyn
de inhoud plus kokend water tesamen Vt d.L.
Een steenen vorm, liefst b.v. een rijstrand
wordt met koud water omgespoeld en hier
in wordt een laagje van dit mengsel ge
goten. De poeder gelatine wordt opgelost
in het water en by de rest van de oplos
sing gevoegd (blad gelatine in heet water
oplossen), daarna roeren we er de noten,
amandelen en dadels doorheen en als de
massa stijf begint te worden tenslotte de
stijfgeklopte room, waarby de suiker en
vanille is gevoegd en alles op het laagje in
de puddingvorm gieten en het geheel stijf
laten worden. Storten op glazen borden,
garneeren met gehalveerde versche abri
kozen of uit het blik. Indien de pudding
niet gemakkelijk loslaat dan wordt de vorm
enkele seconden in warm water gehouden.
Citroenlimonade van versche
vruchten.
8 citroenen, K.G. suikei, waarvan b.v.
100 gr. tabletten, 25 gram citroenzuur,
water.
De citroenen worden afgeborsteld en
daarna raspt men met de klontjes over de
schil, zoodat de fijne aroma volkomen in de
suiker trekt.
Vruchten uitpersen en het verkregen sap
zeeven en in een steenen kom doen en daar
na zooveel water byvoegen totdat men een
Vz liter vloeistof heeft, waarbij men de sui
ker en het citroenzuur voegt en alles dicht-
gedekt laat staan totdat suiker en citroen
zuur zyn opgelost. Af en toe roeren met
een houten of zilveren lepel.
Tenslotte zeeven en in een vooraf met
sodawater schoongemaakte of uitgekookte
flesch bewaren, die met een kurk gesloten
en daarna dichtgelakt wordt.