„Bereid tot dienen". Zomersproeten. Het Dienstboden vraagstuk. EEN KLEINTJE EEN KWARTJE Muggensteken. FILMNIEUWS. Recepten. Een bezoek aan een der Vrouwen iverkdiensten. „Trouw, Gehoorzaamheid en Kameraadschap" door TINE BKEEBAERT. Kortgeleden ter gelegenheid van het Gemeentecongres in Berlyn ver toevende, ontvingen wij van de hoofd leidster der vrouwelijke arbeidsdien sten in Brandenburg, Frau Dr. Hildt Lemke «en uitnoodiging om eens na der kennis te maken met het Duit- sche vrouwenwerk. i. Wij werden op een heerlijke mor gen afgehaald en na een lange auto tocht door een groot deel van Berlijn kwamen wij allengs op de hpulevards die ons al aanstonds deden aanvoelen, dat wy de voorsteden naderden en de groote sta'dsdrukte achter ons lieten. Langs mooie dreven, afgewisseld met bosch en heide, ook een mooi gelegen meer, bereikten wij tenslotte ons doel, Fürstendam, waarin een oud land goed ligt, één der ruim dertig vrou wen-werkdiensten van het district Brandenburg. In elk dezer vrouwendiensten wor den jonge meisjes opgenomen van 18 tot 25 jaar, tot een aantal van ten hoogste 50, die gedurende zes maan- - den lang practisch leeren werken, zoo wel in- als buitenshuis. Meisjes van verschillende stand worden in deze groepen ingedeeld en behalve voor degenen, die met aan een universiteit gaan studeeren, is deze arbeidsdienst tot nog toe vrijwillig. In de naaste toekomst zal een hulfjaarlijksche werkdienst voor alle jonge meisjes op een bepaalden leeftijd verplicht worden gesteld, evenals dit thans reeds bij de mannelijke jeugd het ge val is. De bedoeling is om ieder meisje practisch te leeren werken en om be halve eerbied Voor den arbeid ook die eigenschappen te kweeken, die haar leeren zich zelf weg te cijferen en anderen te dienen. De hoofdleidster van dit district Frau Dr. Hilde Lemke heeft kortge leden een werkje geschreven ondei den titel: „B<jreit zum dienen", waar in een uiteenzetting vpn het principe van het vrouwenwerk gegeven wordt. Het zou ons te ver voeren dit te be spreken en daarom zullen wij ons slechts bepalen een en ander over ons bezoek aan het tehuis voor de meis jes, ingedeeld in het oude landgoed te Fürstendam te vertellen. Vanzelfsprekend zullen wij ons moeten beperken tot hetgeen wij za gen en men ons mededeelde. Wij be- oordeelen daarbij deze diensten niet en laten tevens de geestelijke achter grond, waarop het door ons beschre vene berust, onbesproken. De leuze, welke voor de mannelijke jeugd geldt Trouw, Gehoorzaamheid en Kame raadschap wordt eveneens geëischt van de meisjes, welke in deze diensten fcijn ingedeeld. Zij genieten vrije kost en inwoning, aangezien het Vrouwen werk van Staatswege wordt gefinan cierd en dragen in de ontspannings uren een unnorme kleeding, bestaan de uit donkere rok en witte blouse, ai oi niet met slip-over. Gedurende de weken diensttijd moeten de meis jes, welke in een groep zyn ingedeeld alle werkzaamheden uitvoeren, die haar zonder aanzien des persoons, met voorbygaan van rang en stand, worden opgedragen, leder voert haar steeas wisselende werkzaamheden stipt volgens rooster uit. in een landelijke omgeving als die van 1' urstendam bestaat dit werk uit het verleenen van hulp aan de boeren, zoowel op net land als in de gezin nen. Zy helpen zoowel met spitten, zaaien en wieden als by hooien, mel ken, voederen van vee en alle andere werkzaamheden, die bij het boeren bedrijf behooren. De boerin wordt zoowel bij de wasch en de inmaak ais by ander huiswerk en bij de verzor ging der kinderen geholpen. Ongetwijfeld leeren deze jonge vrouwen van nabij een leven kennen, dat de meeste harer geheel vreemd is, en waardoor tevens eerbied voor han denarbeid wordt aangekweekt. Aan het hoofd van iedere dienst staat een leidster, die speciaal voor deze taak is opgeleid en wier op drachten stipt en zonder een'énkele tegenwerping worden uitgevoerd. Or de, regelmaat en discipline zijn een eerste eisch, waardoor echter yol- strekt geen afbreuk gedaan wordt aan de opgewekte geest, die hier heerscht. v De dag begint reeds vroeg en om vijf uur staan de meisjes op en maken na het wasschen en aankleeden zelf hare slaap- en waschvertrekken in orde. Het geheele huis, dat uilerst eenvoudig gemeubileerd is, wordt echter in de puntjes door haar ver zorgd. Afwisselend hebben zij ook hier dienst en werken, koken en was schen voor het groote gezin. Het is een sportief gezicht al die frissdie jonge meisjes rondom de lange tafels met smaak haar maal tijden te zien nuttigen. Om half ze ven wordt ontbeten en weet iedereen wplke dagtaak haar weldra wacht, in- of buitenshuis, welke tot twee uur duurt, daarna gaan zij zich wasschen en verkleeden om„tegen half drie het middagmaal te nuttigen, nu eens uit een voedzame soep, dan weer uit stamppot of een ander eenvoudig maa^bestaat. Hierop volgt een rust tijd en moeten allen naar bed om op een vastgesteld uur deel te nemen aan de lessen door de leidster gegeven op huishoudelijk en hygiënisch gebied, kinderverzorging, e.d. Soms wordt ook een of ander boek gelezen, waar over dan een gedachtenwisseling volgt. Een deel der middagen wordt ook besteed aan zingen, het instudee- ren van oude volksdansen en sport. Om acht uur is de avondboterham en om negen uur slaat het klokje van gehoorzaamheid. Weldra verstommen alle gesprekken en is het geheele huis in zoete rust gedompeld... Wij kunnen ons zeer goed indenken dat de boeren eerst een min of meer afwachtende houding tegenover deze* hulp hebben aangenomen. De practyh heeft echter bewezen, zooals wij bij ons bezoek aan enkele boerengezinnen mochten vernemen, dat deze jonge vrouwen wel degelijk de handen uit de mouwen weten te steken en moe ten aanpakken. Zooals men ons ver telde is menige kleine boer, die geen hulpkrachten kan betalen, op deze wijze door de vrouwen-werkdiensten geholpen. Ongetwijfeld zullen de jonge vrou wen, die zes maanden op deze wijze hebben leeren arbeiden, heel wat practische kennis hebbén opgedaan, waar zij ook in haar latere leven voor deel van kunnen hebben. Gevoeligheid voor zomersproeten is dikwijls een erfelijkheidskwestie en het eenige wat men kan doen om het krygen ervan te voorkomen, is ver mijden van te sterke zonnestralen. „Moet men derhalve nimmer in de zonloopen en alle zomersche vreug den mijden?" Zeker niet, is hierop ons antwoord. Men moet echter zooveel mogelijk het gelaat overschaduwen door een breed gerande hoecl eif tevens een flinke laag poeder opbrengen. Verschillende1 middeltjes heeft men by'goede dro gisten voorhanden, die althans eenige afweer bieden; terwijl ook eenvou dige huismiddeltjes aangewend kun nen worden. Het inwrijven van de huid vóór het naar bed gaan met plakjes citroen is uitstekend en^ goedkoop, evenals inet waterstof superoxyde. Het toevoegen van borax aan het waschw^ter is eveneens uitstékend. De sproeten ver dwijnen wel is waar niet door ver schillende handelingen, doch ze ver bleken en vallen hierdoor minder op, HIJ WIST HET AL! RIE ZOMERAVONDJAPONNEN. Van deze drie avondjaponnen is no. 3 gemaakt van marine taffetas met uitte stippen. De japon heeft ivijde mouwen en een schootje. No. U is van bleu taffetas, de taille is vol kleine plooitjes, de rok zeer ivijd. No. 5 is een toilet van crêpe marocain, heeft een driekivart mantel van zwarte taffetas. jy hebt Smit gezegd dat ik een ezel ben. Dat wist hy allang! c De mentaliteit dienstbode moet De arbeid in de huishouding van, mevrouw en worden veranderd, moet in eere worden hersteld. In het tijdschrift van dén Nederl. Werkloosheidsraad heeft de heer Th. yan Lier, referendaris aan de afdee- ling Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling van het departe ment van Sociale Zaken een uitvoerig artikel gewijd aan het dienstboden- vraagstuk. Hij zegt daarin o.a. In 1909, bij de beroepstelling, wa ren er 214.000 vrouwelijke dienst boden. In 1920 bleek dit aantal te zijn toegenomen tot 235.000. In het tijd vak van 1920 tot 1930 is het aantal dienstboden verder toegenomen tot rond 266.500. De toeneming is merkwaardig. Bij een bevolkingstoeneimng van ruim" 1 millioen van 1909 tot 1920, zien wij een stijging van het aantal dienst boden met rond 20.500, terwijl van 1920 tot 1930, toen de bevolking ook met ongeveer 1 mijllioen toenam, het aantal dienslboden met ruim 31.500 ■is toegenomen. De vreemde dienstboden. Als wij nu zien, dat in 1909 er nog slechts 2596 vreemde vrouwelijke dienstboden in ons land werkzaam waren, dan valt het op, dat er in 1920, dus slechts 2 jaren na het einde vah den oorlog, reeds 9128 vreemde meis jes als dienstboden werkzaam waren de groote toeneming valt binnen de periode van 1920 tot 1930, 31 Decem ber 1930 werden er niet minder cfèn 30.530 vrouwelijke dienstboden van vreemde nationaliteit in ons land ge teld. Veel merkwaardiger is het feit, dat terwijl van de toeneming van het aan- tal dienstboden tusschen 1910 en 1920 om de rond 20.500 er slechts 6500 vreemdelingen waren, van 1920 tot 1930 van de rond 31.500 dienstboden die er zijn bijgekomen, er bijna 21.500 vreemdelingen waren. Van 1930 tot 1934 is het aantal vreemde dienstboden nog meer toe genomen. Blijkens steekproeven door den Rijksdienst der Werkloosheidsverze kering en Arbeidsbemiddeling in 1934 genomen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag en blijkens cijfers te Haarlem en Hilversum verzameld, is in deze steden tusschen 1930 (jaar der beroepstelling) en 1934, het aan tal vreemde dienstboden overal toe genomen. Het sterkst was de toene ming te 's-Gravenhagedaar is het aantal van 6700 gestegen tot rond 13.500. Te Amsterdam was de toe neming ongeveer 3000. Thans schat ik het aantal vreemde dienstboden voor het geheele land op 30.000 35.000. Daarvan zijn pl.m. 25.000 Duitsche, pl.m. 3000 Oostenrijksche, pl.m. 1000 Belgische dienstboden, de rest Duitsch sprekende Tsjechoslowa- ken, Polen, Hongaren en Zuidslaven De verkeerd veranderde menta liteit. Als voornaamste oorzaak van het dienstbodenvraagstuk noemt de heer Van Lier in de eerste plaats de ver anderde mentaliteit der menschen, zooals deze vooral na den wereldoor log tot uiting is gekomen. Deze mentaliteit is oorzaak, dat de meisjes uit arbeiderskringen aan ar- poedersuiker, sommigen gevuld met in dunne reepjes gesneden sucade. Van het „pan Mallorquin" is het bruine wel smakelijk 'als men er aan gewend is. Maar het witte is klef en onsmakelijk. Beiden zyn stijf en hard, zoodat men er gemakkelijk iemand een gat mee in het hoofd kan gooieiy want ze zijn slechts zeer weinig ge rezen. Ik veronderstel, dat deze brooden nog gebakken worden in navolging van de Mooren, die dit land jaren lang overheerscht hebben) evenals de en- salmada, de nationale lekkernij van Mallorca, deze lijkt verdacht veel op de platte koeken die men in de Ara bische wyken van Algiers ziet. Wy deden onze keus en voorzien van dit nuttigste aller levensmidde len trokken wij verder op onderzoek uit. By een kruidenier-groenteboer vroegen wij om boter, in de dictonaire stond hiervoor „manteca", doch de man gaf ons een vuilwitte pomade, ((dat reuzel bleek te zyn. Met onze ge ringe kennis van de taal konden wy hem niet nan het verstand brengen, dat wy iets anders bedoelden. Verdere ervaringen leerden ons, dat men on derscheidt „manteca de vaca", kort weg „mantequilla" genoemd en „ma- teca de cerdo", reuzel. Dien dag moesten wij het zonder boter doen en troostten ons maar met een blik jam, thee van zeer verdacht allooi en een geweldige hoeveelheid sinaasappelen. Wij voorzagen bns van veel nuttige zaken, zonder welke geen huisvrouw het kan stellen en waar voor ieder woord 'opgezocht moest worden in de dictionaire, wat zeer belemmerend werkte op de vlugge af wikkeling der provian<jleerir*g. Maar daar ergerde zich niemand aan, want Spanjaarden hebben meestal geen haast, waarom ook? Morgen komt er toch weer een dag- Thuisgekomen wachtte ons een nieuwe moeilijkheid. Om thee te zet ten heeft men vuur nooclig. In de keu ken hadden wy de keus tusschen twee stookgelegenheden. Het eerste was een soort fornuis in de rechtbank in gemetseld. Een „economica" heet zoo'n ding, waarom is my nog steeds een raadsel, want na een ervaring van 3 jaar, kan ik ze nog niet economisch vinden. Zoo'n fornuis wordt met co kes gestookt, maar daar de vuurruim- te zeer klein is, moet men steeds weer bijvullen, zoodat het nooit een con stante warmte behoudt. Door dit on ophoudelijke bijvullen komt het dik wijls voor, dat de cokes ook in 't eten1 terecht komt. Doch dit laatste is een ongemak, waar men zeer spoedig aan went. Maar zoover waren wij den eersten dag nog niet, want er was geen cokes in huis, dus zagen wij van de „eco nomica" af en onderzochten de an dere stookgelegenheid. Deze bestond uit een klein ijzeren roostertje. Ge lukkig hadden de vorige bewoners wat van deze nuttige brandstof ach- l tergelaten, zoodat wij pogingen kon den doen om vuur te maken. Nu kende ik alleen houtskool van teekenles en in Indië had ik de baboe een strijkbout gevuld met houtskool zien aanwaaien. Het eenige wat ik er dus van wist, was, dat er gewaaid moest worden. In geen Spaansche huishouding ontbreekt dan ook het onontbeerlijke waaiertje van Espar- to-gras. Met dit instrument en de laatste Hollandsche kranten trachtten wij de houtskool in gloed te krygen. In onze onkunde veroorzaakten wy rook, veel rook, tranende oogen, doch slechts zeer weinig vuur. Toch slaagden wy er eindelijk in water aan de kook te krygen en thee te zetten, die natuurlijk naar rook smaakte. Toch bleek ons by lange er varing, dat een houtskoolvuurtje de ware „economica" is. Men moet dan echter zorgen, steeds in een bakje met asch een doof kooltje te bewaren. Hiermee kan men dan zonder veel moeite en rook het vuur weer aan maken. Dien middag brachten wij na veel getob op het houtskoolvuurtje een middageten tot stand. Terwijl de een met pannen jongleerde en een andere ijverig waaide, opdat het vuur niet zou dooven, verspreidde zich een fyne aschregen door de keuken. Alles werd er mee bedekt en ook het eten werd er mee bestrooid. Doch wij hadden PLAATS VOOR OPGAVEN WORDEN VOOR DONDERDAGAVOND 6 UUR INGEWACHT honger en stoorden ons niet aan zulke kleinigheden en al was de biefstuk taai als zoolleer en de sla wat hard, de heerlijke sinaasappelen maakten veel goed. Met veel moeite brachten wij dien avond het heele gezin in de 3 kleine kamertjes onder de wol, waarbij wij gymnastische toeren verrichtten bij het overspringen en -klimmen der vele koffers, welke het kleine huisje nauwelijks plaats bood. En nog waren de groote koffers niet gearriveerd. Bezorgd keken wij elkaar aan en kwa men tot de slotsom, dat eilanden ont dekken in de Middellandsche Zee toch niet zoo onverdeeld prettig is als wy ons hadden voorgesteld. beid op de fabriek de voorkeur geven boven die in de huishouding. Men kan hier verschillende fac toren onderscheiden. Ik volsta met de voornaamste op te noemen, als drang naar grootere vrijheid en onafhanke lijkheid, genotzucht, gemakzucht, ma- terieele overwegingen ten aanzien van het loon en dergelijke. De meisjes uit den kleinen midden stand zoeken betrekkingen als winkel bedienden, typisten en dergelijke be roepen. Hierby speelt het vakonderwijs, dat binnen het bereik van groote groepen der bevolking komt, een groote rol. De handenarbeid wordt door velen als iets minderwaardigs beschouwd. De veranderde mentaliteit ondergaan niet slechts de groepen der jonge meisjes, die arbeid zoeken, maar ook de huisvrouwen, die hulp behoeven bij het voeren der huishouding. De arbeid in de huishouding is in waarde gedaald niet slechts, omdat de jeugd, die na den oorlog op de ar beidsmarkt kwam, er den neus voor ophaalde, maar eveneens omdat de huisvrouw het werk in de huishou ding niet meer zoo waardeert als vroeger. De gemakzucht en de genotzucht hebben ook de huisvrouwen aange tast. De zorg voor de huishouding is verminderd. De kennis van het voe ren van een huishouding is dikwijls onvoldoende aanwezig, omdat men in de jeugd geen ambitie of geen tyd had deze te leeren. Deze mentaliteit heeft gemaakt, dat de dienstbode in de mo derne huishouding in steeds sterker mate wordt beschouwd als een soort arbeidskracht in de fabriek. Vroeger werd de dienstbode veel meer behan deld als mensch en huisgenoote. De plattelandsstreken van Fries land, Zeeland en Gelderland b.v., waaruit vroeger zoovele dienstboden naar de groote steden trokken, zijn voor de voorziening van dienstboden thans nog slechts van weinig beteeke- nis. Nog niet zoo lang geleden vond men in de groote steden Zeeuwsche, Friesche en Geldersche dienstboden- bureaux, zóó groot was de trek van meisjes uit deze provinciën. Een opmerkelijk verschijnsel is ver der, dat in vele plattelandsstreken van ons land duizenden meisjes haar jonge jaren doorbrengen met niets doen. Men parasiteert niet zelden op de ouders, zelfs als vader werkeloos is en steun ontvangt. De meesten leeren niet eens de huishouding, ge steld dat moeder wat van de huishou- dihg kent, zoodat de dochters thuis wat kunnen leeren. Het gebrek aan huishoudkennis bij vele huismoeders uit den arbeiders- of kleinen midden stand is eveneens een ongunstige fac tor. Zoolang de huisvrouw geschikte dienstboden, die opleiding hebben ge had in de huishouding, hetzy bij moe der thuis of by vreemden en op huis houdscholen, uit het buitenland kan halen, zal zy zich niet veel moeite ge ven om inheemsche meisjes in dienst te nemen, die geen volleerde dienst boden zyn. Omstreeks het begin van October a.s. zal men weten hoeveel vreemde dienstmeisjes er alsdan in Nederland zijn, alsmede in welke plaatsen zy werkzaam zijn. Deze „inventarisatie" is van belang voor de beoyrdeeling van het dienstbodenvraagstuk, ook in venband met de opleiding van Neder- landsche meisjes en met de intercom munale verplaatsing van dienstboden. Men moet n.l. in het oog houden, dat wij niet beschikken over exacte ge gevens betreffende het aantal vreem de dienstboden. Mijn cijfers zyn slechts ramingen gebaseerd op de uit komsten der bewysstelling, op in 1934 genomen steekproeven en op het ver loop in sommige groote steden. Het ligt n.l. in de bedoeling de reeds werkzaam zynde en nog aan te stel len vrouwelijke bemiddelaarsters ook te belasten met hulp bij de intercom munale verplaatsing van dienstboden. Wat de toepassing van het vergun ningsstelsel voor dienstboden betreft, dient er voor te worden gewaar schuwd, dat niet de bedoeling hier van is? zooals trouwens ook niet voor vreemde werkkrachten in het alge meen, om de vreemde dienstboden zoo spoedig mogelijk „op te ruimen". De Minister van Sociale Zaken heeft reeds vroeger gezegd, dat reke ning zal worden gehouden met de be langen der Nederlandsche huismoe ders c.q. de Nederlandsche gezinnen. Het vergunningsstelsel kan de ont wikkeling op de arbeidsmarkt voor dienstboden corrigeeren en in een be paalde richting stimuleeren, juist in verband met het groote verloop onder de vreemde dienstboden. Het ligt in de bedoeling voor de vreemde dienstboden, die op het tijd stip van de afkondiging van het Ko ninklijk besluit inzake de vreemde werknemers (dat is 9 Juni 1936) by een bepaalden werkgever in dienst waren, aan dezen werkgever vergun ning te verleenen. Dat komt dus neer oplaat zitten wat zit. Maarer blyft niet zitten wat zit, door het groote verloop. Eenige jaren geleden be droeg dat verloop onder vreemde dienstboden in sommige groote steden zelfs byna 50 in den laatsten tyd is dit verminderd. Men zal verdér in de groote steden in Noord- en Zuid-Holland en in TWEE AARDIGE MIDDAGTOILETTEN. No. 1 lis van marine taffetas, is geheel gesloten dan den hals en heeft n n XU ^le*n kraagje. No. 2 is gemaald van fantasie wollen stof De grojote revers zijn het origineele van dit toilet. Utrecht, alsmede in groote wooncen- tra (omgeving van Haarlem, het Gooi enz.) alsmede in een gedeelte van Gel derland, na 1 October e.k. vergunnin gen voor vreemde dienstboden, die in dienst worden genomen, moeten blij ven verleenen zoolang er niet vol doende aanbod is van Nederlandsche meisjes. Geen „geheel vrije" buitenland- sche dienstboden meer. Een uitzondering zal hier dienen te worden gemaakt t.w. voor vreemde meisjes, die alleen of met andere meisjes niet in het gezin wonen, doch een kamertje huren en als dagdienst bode werken ten einde des avonds „geheel vrij" te zijn. Er komen klach ten over dit soort dagdienstboden uit de groote steden. Vooral in Den Haag en Amsterdam schy'nt dit verschijn sel zich in vrij groote mate voor te doen onder de vreemde dienstboden. Daarentegen zal men in streken, waar Nederlandsche dienstboden kunnen worden gerecruteerd, of waar de opleiding voor geregelden „toe voer" zorgt, zooals b.v. in Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, een groot gedeelte van Gelderland en Utrecht, en in Zeeland, Noord-Bra bant en Limburg, benevens de Zuid- Hollandsche eilanden, na 1 October e.k. voor vreemde meisjes, die nieuw in dienst worden genomen in vele ge vallen geen vergunning behoeven te geven, omdat de meisjes grootendeels uit de omgeving kunnen worden ge haald. Vóór alles zal echter moeten wor den gestreefd naar verandering der nog heerschende mentaliteit bij een groot gedeelte des volks, bij „me vrouw" zoowel als „dienstbode", ojd- dat het beroep van dienstbode in eere worde hersteld. Iedere zomer weer opnieuw worden vele volwassenen en kinderen ge plaagd door steken van verschillende insecten, die lang niet altyd even on schuldig blijken te zyn. Hoe vaak doet zich door het openkrabben der plekken geen infectie voor. Men moet zelfs trachten te voorkomen door muggenbeten jeukende bulten te kry gen. Heeft een mug reeds gestoken, dan moet men met een vochtig ge maakt klontje spiker krachtig over de gestoken plek wry ven, waardoor reeds de eerste hulp verleend is ge worden. Dezelfde diensten bewijst het inwrijven met een stukje soda of met een weinig ammoniak. Wespen- en bijensteken zyn dik wijls Van ernstiger aard en hier moet eerst met een gedesinfecteerde pincet de angel uit hef wondje worden ge trokken alvorens men verkoelende omslagen oplegt met een of ander ver koelend water, b.v. eau de Goulard. Het komt zelfs wel voor, dat kin deren een wespensteek in den mond krygen, hetgeen licht kan gebeuren, wanneer zy b.v. vruchtengebak eten, als zij een dagje uit zijn. De spoedig optredende zwelling kan zoo ernstig zijn, dat gevaar voor verstikking aan wezig is. Gorgelen met wijnazijn is hier het eerste middel, dat aange wend dient te worden, terwijl het kau wen op plakken ui zeer goed is, daar het sterke sap hiervan het zwellen tegen gaat. Met de weinig aangename smaak kan geen rekening gehouden worden, indien men erger voorkomen kan. j Het is inderdaad wel een zeer eigen aardig verschijnsel, dat sommige menschen insecten bepaald aantrek ken, daarom is het aan te bevelen, dat zij zich 's morgens en 's avonds in wrijven met sterkriekende olie, b.v. vendel, laurier, eucalyptus, nagelolie, e. d. Kleinigheden. Wanneer men een Iade heeft, waar in alle mogelijke kleinigheden be waard wtfPU^n, kan men het best klei ne" kartonnen\doosjes naast elkander zetten, zender! deksel, waardoor men onmiddellijk een overzicht van den inhoud krygt. Dolores Del Rio. Als Implores Del Rio geen filmloopbaan had gekozen, zou ze nu ergens door den een of anderen uithoek der wereld zwerven, want reizen is haar lust en haar leven. Deze jonge vrouw werd te Durango in Mexico op den 3en Augustus 1905 geboren. Haar meisjesnaam is Dolores Ascunsolo, haar vader was een bekend Mexicaansch bankier. Durango is toevallig ook de stad waar Ramon Novarro geboren werd en is de geboorteplaats van Pancho Villa. Del Rio is de naam van haar eerste echtgenoot en zjj heeft dezen naam behouden. Ofschoon haar ouders beide in Mexico geboren zyn, is zij van Spaansche afkomst. Als eenig kind van rijke ouders had zjj practisch gesproken alles wat zy wenschte en toen zij haar groote liefde voor het dansen kenbaar maakte, een liefde, die zich openbaarde, na dat zy op een Zondagmiddag met haar moeder de onvergetelijke Paglowa zag dan sen, stonden haar de beste leermeesters ten dienste. Gedeeltelijk voltooide ze haar opvoeding te Parijs. Een liefdadigheidsbal was aan leiding, dat zjj in het huwelijk trad met Ja mes del Rio, een zeer rijke en vooraan- staande figuur in Mexico. Met hem reisde ze veel en werd ter gelegenheid van een dezer reizen aan het Spaansche hof geïn troduceerd. Door de vriendschappelijk e ver houding met den gezant te Washington, Senor Pesuiera, maakte ze kennis met Ed win Carewe, een Hollywoodsche regisseur, die zijn vacantie bij vrienden in Mexico City doorbracht. Carewe getroffen door haar schoonheid en charme, stelde haar voor om naar Cali- fornië te komen. Haar man, die wist, dat Dolores zich in Mexico City doodelijk ver veelde, vergezelde haar naar Californië, heilig overtuigd als hy was, dat zy binnen een maand weer naar Mexico City zouden terugkeeren en dat Dolores' filmplannen dan weer tot het verleden zouden behooren. Hoe geheel anders kwam alles echter uit," want haar eerste film „Joanna", waarin ze met Dorothy MacKaill samenspeelde, be-^c wees duidelijk het talent van de schoone Mexicaansche. Haar opkomst voltrok zich dan ook in een zeer snel tempo. Haar be langrijkste «rol was die als Charmaine in de stille film „What Price Glory", een rol, die zy te spelen kreeg naar aanleiding van een kennismaking met Raoul Walsh, toen hy op zoek was naar een meisje, dat voor deze rol in aanmerking kon komen. Vanaf dat oogenblik was haar naam ge maakt. In 1928 stierf haar man, eenige jaren later hertrouwde ze met Cedric Gibbons. Zy bewonen een schitterend huis te Santa Monica Canyon. Toen kwam echtende spre- Gestoofde komkommers. 5 6 komkommers^. 1 d.L. melk of room, 30 gram bloem, gehakte peterselie, 60 gram boter, 3% d-L. kooknat, sap van 1 citroen, peper en zout. De komkommers schillen en in de lengte in vieren verdeelen, waarna het eventueele zaad verwijderd wordt en wfc de vierde dee- len in gelijken stukken snijden en daarna .met niet te ruim water met zout pl.m. 20 minuten zachtjes gaar koken. Op een ver giet laten uitlekken en pl.m. 3% d.L. van het kooknat bewaren voor de saus. Boter en bloem roerende met elkaar vermengen en op een kleine pit verwarmen, daarna langzaam het kooknat van de komkommers toevoegen en ook de room en dit sausje pl.m. 5 minuten zachtjes laten koken, peper, zout en citroensap naar smaak en de kom kommers nog even door laten stooven en opdjenen bestrooid met peterselie. Rabarber met vla en biscuits. 500 gr. rabarberstelen, Va pakje vanille- custard, ruim 100 gr. suiker, 1 ons zachte biscuits, b.v. bonne-mère. Wy willen de rabarber gecombineerd met vla en biscuits opdienen en gebruiken ge makshalve een half pakje goede custard- poeder .waarvan wy een vla maken door 3 d.L. melk te koken, desnoods één lepel suiker toevoegen en de custard met een klein half kopje melk aanmengen en bij de kokende melk voegen, daarna alles nog even door laten koken en flink opkloppen met een klontje boter, de vla wint dan aan smaak en wordt luchtiger. De rabarber hebben wy onderdehand ook gekookt, na ze eerst aan kleine stukjes te hebben gesneden, gewasschen en met het aanhangende water en 100 gram suiker gaar gekookt, daarna met 10 15 gram maïzena gebonden te hebben. Op een kristallen schotel hebben we de biscuits gelegd, daarna komt de rabarber sr op en het laatst de afgekoelde vla, des noods eenige biscuits achterhouden en deze gekruimeld over de bovenlaag strooien. Evenveeltjes. 2 eieren en het gewicht hiervan aan lichte basterd suiker, zelfrijzend bakmeel, boter, geraspte citroenschil, fleschje vruchtensaus. We kunnen ongeveer rekenen, dat een middelmatig ei vijftig gram weegt en nemen 100 gram suiker, 100 gram bakmeel en 100 gram- boter, waarna we de boter eerst in een verwarmde pan doen en daarna zoo lang roeren met de suiker totdat een roomige massa ontstaat, waarby de schuimig ge klopte eierdooiers worden gevoegd en lepels- gew\jze het gezeefde bakmeel en de ge raspte citroen, tfleine beboterde vormpjes kende film, waarvoor zy niet geschikt bleek te zyn. Ze trok zich gedurende een heel jaar van de film terug, liever dan een rol te vertrolken, die haar niet lag en waarvan zij van te voren wist, dat zy er geen per fecte uitbeelding van kon geven. Zy maakte reizen naar Europa met de bedoeling, den indruk, die de sprekende film op het publiek maakte, te bestudeeren en kwam tot het besef, dat de sprekende film een eind maakte aan haar loopbaan en besloot in Europa te blijven. Op een tea maakte zy kennis met een jongen man, die van meening" was, dat haar stem te zwak was, doch dat er een bijzondere bekoring in lag. Ofschoon deze mededeeling onbe langrijk leek, keerde ze naar Amerika terug om alsnog een poging te wagen. Door de kennismaking met Daniel Reed, leerde zy de dictie en uitspraak van het Engelscb perfect kennen, waardoor zy met deze taa- geen verdere moeilijkheden meer onder vond en zy voor Warner Bros kon optreden in films als „Wonder Bar" en in de cos- tuumfilm „iMadame Dubarry" en thans in „Caliente", de film die vanaf heden draait in de Réunie-Bioscoop. Een proces om Freddie Bartholomew's dollars. Freddie Bartholomew verdient veel geld, waarover zyn ouders, naar zy meenden, konden beschikken, zoolang hy minderjarig is. Freddie Bartholomew heeft zyn roem en geld te danken aan een voortvarende tante, Milicent Mary Bartholomew, door wier ini tiatief en moeite de jongen in de filmate liers terecht is gekomen. De ouders echter meenden nu dat de tante niet meer noodig was nadat Freddie's naam eenmaal was gemaakt, zij wenschten haar af te schepen met een klein bedrag, wat deze dame maar niet zoo over haar kant liet gaan. Zij begon een proces en vroeg vaststelling by rechterlijke uitspraak van haar honorarium en bovendien een verbod van willekeurige beschikking over het geld door de ouders. In hoogste instantie is op 30 Juni j.l. pitspraak gedaan door den Su perior Judge in Los Angelos, die tot de overtuiging werd gebracht dat de ouders inderdaad niet de aanwezige behartigers zijn van de belangen van Freddie. De tante won het proces en de volgende bepalingen treden vanaf genoemden datum in werking: Freddie Bartholomew en zyn tante, die zyn manager blyft, ontvangen 800 dollar per maand voor levensonderhoud, de ouders ontvangen 400 dollar per maand. Freddies twee zusters Eileen en Hilda 5 CU van alles wat hun beroemd broertje verdient, zynde 1200 dollar per week en nog eenige honder den dollars voor zijn radio-voordrachten, gramofoonplaten enz. Wat daarna overblijft mag niemand aan raken tot Freddie's meerderjarigheid, ter wijl de Union Bank Trust Co. is benoemd tot beheerder van Freddie's vermogen. worden voor gevuld met het deeg en 20 min. in een middelmatig warmen oven ge bakken, daarna gestort, opgediend met heet water. Over elk gebakje wordt een weinig saus gegoten. Heel goed kan men ook fleseh- jes saus gebruiken. Kremlin crème. 2 eetlepels fijngehakte amandelen, 2 eet lepels fijngehakte dadels, vanillesuiker, 2 dX. room, kopje koud water, 1 lepel fijngehakte noten, 1 pakje geleipudding (citroen), 1 theelepel poeder of 2 bladen gelatine, 2 eetlepels suiker, abrikozen. De geleipudding wordt volgens de aan wijzing op het pakje gemaakt meestal zyn de inhoud plus kokend water tesamen Vt d.L. Een steenen vorm, liefst b.v. een rijstrand wordt met koud water omgespoeld en hier in wordt een laagje van dit mengsel ge goten. De poeder gelatine wordt opgelost in het water en by de rest van de oplos sing gevoegd (blad gelatine in heet water oplossen), daarna roeren we er de noten, amandelen en dadels doorheen en als de massa stijf begint te worden tenslotte de stijfgeklopte room, waarby de suiker en vanille is gevoegd en alles op het laagje in de puddingvorm gieten en het geheel stijf laten worden. Storten op glazen borden, garneeren met gehalveerde versche abri kozen of uit het blik. Indien de pudding niet gemakkelijk loslaat dan wordt de vorm enkele seconden in warm water gehouden. Citroenlimonade van versche vruchten. 8 citroenen, K.G. suikei, waarvan b.v. 100 gr. tabletten, 25 gram citroenzuur, water. De citroenen worden afgeborsteld en daarna raspt men met de klontjes over de schil, zoodat de fijne aroma volkomen in de suiker trekt. Vruchten uitpersen en het verkregen sap zeeven en in een steenen kom doen en daar na zooveel water byvoegen totdat men een Vz liter vloeistof heeft, waarbij men de sui ker en het citroenzuur voegt en alles dicht- gedekt laat staan totdat suiker en citroen zuur zyn opgelost. Af en toe roeren met een houten of zilveren lepel. Tenslotte zeeven en in een vooraf met sodawater schoongemaakte of uitgekookte flesch bewaren, die met een kurk gesloten en daarna dichtgelakt wordt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1936 | | pagina 4