JJ..BRUNS
(■HEkBEeIAIb
f 141.600
ST. ELOY
Nielé
Mussert en Nije
ïomt, Hooit en Doideelt
m Alle verzekerden
beleren goedkoop.
spreken DINSDAG 18 AUG. 8,15 uur
in Tuin See. ONS GENOEGEN. Gouda
Een Regentendag-boek uit de 18e eeuw.
Nederland in
den oorlogstijd.
Stads- f*
PAAR-
AFE W
P A A F-
P A AF;
TADS-
PAAR-
AFE W AFE-3
Het Goudsche Taaimuseum.
Damrubriek.
i S I
MJÊJÊ
I II
CJOOi
EVEN
PARKEEREN
Toonkamers „Crabeth"
Crabctbatnut Trief. 202#
'112,51
enl 5 30
ZIET DE ETALAGE
VRIJ ENTREE
Winstaandeel
Waschmachines
Wringers
Stofzuigers
CXLV.
In het vorige artikel is medegedeeld, dat
tegelyk met het rekest van 346 „Ledematen
en Leden" ook een rekest door Ds. Smit
was gepresenteerd. Ds Smit zei in dit re
kest „dat hy op den 16den September laast-
leden op het gerugt van den aanmarsch der
Pruissische troupes, zich op reis naar Am
sterdam begeven had, om zyne huisvrouwe
tot beveiliging tegen, voor haar doodelyke
schrikken en ontsteltenissen derwaarts te
brengen, met oogmerk om s' daags na zyne
aankomst aldaar herwaarts te retourneren
(terug te keeren) doch dat zulks den
suppliant (hem, den verzoeker) uit hoofde
van de reeds hier ontstaane troubles (on
geregeldheden) en only^ten ten sterksten
aferaaden wierd:
Dat hy, hoe zeer ook van dien tyd ten
sterksten gereikhalsd had naar eene gun
stige gelegenheid om tot het hervatten van
zijne Ambts-verrigtingen in veiligheid te
kunnen wederkeeren, hy daar van telkens
door allerley schrikbaarende tijdingen wierd
afgeschrikt"
Hij was echter geenszins buiten Gouda
gebleven wegens „twee voorgevens van
welke men zich (naar de vry zekere berich
ten) voornamelijk bediend had om veelen
van de gemeente tegen hem voor in te
neemen" Die twee „voorgevens" waren,
naar hy had vernomen, „zyn honorair
(eere-) lidmaatschap van het hier gesub-
sisteerd (bestaan) hebbende genootschap
van Wapenhandel en van de oScieteit en
zijne gekantheid tegen dé (het) Oude wet
tige Constitutie (staatsbestel)". Hy be
dankte tevens de Magistraat „voor de gunst
rijke inschikkelijkheid in de opschorting
van eenige predik-beurten tot faciliteering
(vergemakkelijking) van den predik-dienst
gedurende zyne absentie (afwezigheid)" en
verklaarde ervan overtuigd te zyn, dat dit
college hem de vergunning niet zou weige
ren „om zich van bovengemelde aantijgingen
te mogen zuiveren" Hy verklaarde op zijn
woord van eer, „nooit lid van eenig genoot
schap, Sociëteit of hóe men t' ook zoude
mogen noemen" te zyn geweest met uit
zondering van het „Edams genootschap on
der de zinspreuk: Tot hut van t' algemeen".
Evenmin had hy ooit „eenig gezelschap tot
behandeling van politicque zaaken bijge
woond". Van vijandschap tegenover „het
Doorlugtig Orange Huys" was geen spra
ke. Hij beriep zich hiervoor op een van zyn
„leerredenen", waariii stond, „dat alle
waare Vaderlandsche harten met dat Vor
stelijk Huis en een welingericht Stadhou
derlijk bestuur ten nutte en tot behoud van
onze wettige constitutie recht-maatig inge
nomen zyn" Ten slotte verklaarde Ds. Smit
„deeze oude Staats- en Stadhouderlijke
Constitutie met alle zijne vermogens te zul
len helpen maintinetèn (handhaven) en
handhaven, en tot behoud daar van, zowel,
als tot bevordering van de zo wenschelyke
ruste en èendragt het zyne toe te brengen,
en zulks bij alle gepaste voorkomende gele
genheid, zo iit het openbaar, als in het bij
zonder, te bewijzen". Hy „keerde" zich aan
het einde van zyn rekest tot „Hun Wel
Edele Grqptbare", terwijl hy „ootmoedig-
lyk" verzocht hem „gelieven te stellen in
de gelegenheid om den predik-dienst, met
den aankleve van dien te mogen hervatten"
Naar onze opvattingen zou de houding
van Ds. Smit niet heldhaftig worden geoor
deeld. Maar de tijden waren toen anders.
Heerschende kerk en overheid waren ten
nauwste met elkaar verbonden. Zooals uit
het bovenstaande blijkt, moest <iit zeer een
zeer nadeeligen invloed uitoefenen op het
besef van eigenwaarde van de predikanten,
die financieel volkomen van de overheids
personen afhankelijk waren. Duidelijk ziet
men hieruit, welke slechte kanten er zijn
aan het niet gescheiden houden van kerk
en staat.
iDe Magistraat hield het rekest van de
„Ledematen", waarover in het vorige arti
kel is gehandeld, „in advis", dat wil zeg
gen, zij deed voorloopig niets. Over het
rekest van Ds. Smit werd echter wel een
beslissing genomen. Ds. Smit zou „op zyn
woord van eer, zo (zoowel) aan het collegie
van de (Magistraat dezer Stad, by geschrif
te, als daarop, by zyne eerste verschijning
op de predikstoel alhier, aan de Gemeente
bij monde moeten declareeren (Verklaren)
nooyt Lid, zelfs niet honorair (eerelid) van
eenig genootschap, Sociëteit of hoe men het
ook zoude mogen noemen, uitgezonderd al
leen het Edams genootechap onder de zin
spreuk Tot nut voor hét algemeen geweest
te zyn of ooyt enig gezelschap tot behande
ling van politicque zaken te hebben bijge
woond". „Voorders" zou hy ten einde „bij
(om) het in zyn Request voorgestelde but
(doel) te bereiken geen Swarigheid behoren
te maken, om zo (zoowel) aan de Magi
straat als aan de gemeente op gelijke wijze
als boven en dus aan hun Edele Groot Acht
bare bij geschrifte en aan de gemeente van
de Predikstoel te declareeren (verklaren),
dat hij niet alleen onder dezulken, wel
ker toeleg de vernietiging of zelfs de kren
king van het Stadhouderschap mogt wezen,
nooit heeft willen gereekend zyn en inte
gendeel, zo by geschrifte als monde heeft
vermeend aan te toonen een minnaar te zijn
van een welingerigt Stadhouderlijk bestuur
in het vorstelijk huys van Orange".
Deze eischen stemden tot zoover overeen
met hetgeen Ds. Smit in zijn rekest zelf
had aangeboden te verklaren. De Magistraat
ging echter nog wat verder en eischte bo
vendien, dat Ds Smit zou „betuygen" onder
een „welingericht Stadhouderlijk bestuur"
alleen te verstaan, datgeene hetwelk in den
Jare 1747 en 1768 door hun Edele Groot
Mogenden aan de Heeren Prins Willem de
Vierde en Willem de Vijfde van Oranje en
Nassau Erfelyk is opgedragen, en dat hy
zo (zoowel) de Souvereiniteit (het over
heidsgezag) der 'Heeren Staaten, als dit
wettig opgedragen Stadhouderlijk bewind
zal helpen voorstaan, en tot behoud daar
van, zowel, als tot bevordering van de zo
wenschelyke rust, en Eendracht, het zijne
toetebrengen, en zulks by alle gepaste
voorkomende gelegenheden, zo in het open
baar als in het bijzonder bewijzen".
Indien Ds Smit aan deZe eischen voldeed,
zouden de Heeren van de Magistraat „geen
Swarigheid maken omme hem als dan we
der tot hervatting van zijne Predikdienst te
admitteeren (toe te laten)" De voorzitten
de burgemeester kreeg opdracht dit besluit
aan Ds. Smit mede te deelen.
Reeds twee dagen laterf op 13 December
1787, kon deze burgemeester in de zitting
van de Magistraat mededeelen, „dat hy
Heer Burgemeester by zich had gerequi-
reerd (ontboden) Ds Jan Arend Smit, pre
dikant in de Nederduitsche Gereformeerde
Gemeente alhier" en dezen had „gecommu
niceerd (medegedeeld), en overhandigd een
Extract (uittreksel) van bovengemelde Re
solutie (besluit) van 11 december, ten op-
zigt van Zyn Wel Eerwaarde bij dit Colle
gie genomen" Hy deelde verder mede, dat
er reeds een „adres (in dit geval: antwoord -
schryven) van Ds. Smit was ingekomen,
welk schrijven hy gemeend had zoo spoe
dig mogelijk in behandeling te moeten ne'-
men.
In het Kamerboek is dit schrijven in zyn
geheel opgenomen; Ds Smit had aan alle
hem gestelde eischen void aap.
'De Magistraat nam dan ook met dit
schrijven „volkomen genoegen, als zynde
daar door aan meergemelde Resolutie (be
sluit) van hun Ed. Gr. Achtb. voldaan;
zij besloot dan ook Ds. Smit „weder te ad
mitteeren (toe te laten) tot den Predik-
waarvan hy de Eer had mits deze kennis te
gee ven, met Communicatie (mededeeling)
dat dezelve reeds op het Stadhuis zich be-
De Magistraat kon nu niet anders doen
dan de vier „requestranten (verzoekers)" te
woord te staan. Zy besloot dan ook de ver
zoekers „voor het collegie te doen verschij
nen en uit hoofde der angstvallige tijds
omstandigheden, en om zo veel mogelijk
door eene bedaarde en allezins gematigde
inschiklijkheid alle combustien (opstootjes)
te preevenieeren (voorkomen), den Heer
Voorzittende Burgemeester te verzoeken
hun nogmaals te informeeren van de Reso
lutie (in te lichten over het besluit) van de
Magistraat, ten overvloede en ten blyke,
dat allezins aan hunne suspicie (kwaad
vermoeden) en opgevatte vrees tegemoed
gekomen is, door den Secretaris hun te doen
voorlezen, het declaratoir (de verklaring)
door den Predikant Smit geteekend en hun
onder het oog te brengen hunne verplich
ting, om in de wijze en voorzigtige Schik-
kinge van de Magistraat te berusten, niet
qlleen zelfs als regtgeaarde Ingezetenen
zich gewillig te onderwerpen atyi de (het)
billijke Resolutie (besluit) van hun Ed. Gf.
Achtb. maar ook die Ledemaaten en Leeden
door welken zy voorgeeven daartoe gequali-
ficeerd (gemachtigd) te zyn, daartoe aan
te zetten"
De „verzoekêrs" wenschten zich echter
niet te onderwerpen. Dadelijk nadat de
voorzittende burgemeester namens de ma
gistraat het hier bovenstaande had mede
gedeeld, zei Jan Nieuwland, de woordvoer
der van de verzoekers, „dat indien Ds. Jan,
Arend Smit, op die manier op den Predik
stoel weder moest komen, zy zeer bedugt
waren en niet instonden voor de droevige
gevolgen, welke ligtelyk na zigh zoude kun
nen sleepen, dat zij op gisteren den Heere
Grave van Bentinck Heere van Rhoon by
deszelfs doorpasseering door deze Stad ge
sproken, dat dezelve hun geraden had zigh
nog eens aan (tot) de Magistraat te ad-
dresseeren (wenden), en te verzoeken dat
Ds Smit niet op den predikstoel mogte ge
admitteerd (toegelaten) worden, voordat
hy volkomen aan hun verzoek zoude vol
daan hebben
dat zy dien tengevolge als nog een twee
de request overgaven, inheerende( inhou
dende) dat meergemelde Ds. J. A. Smic
mogt geinterdiceerd (verboden) worden den
Predikstoel te beklimmen, ten waare hij al
vorens aan de vermelde pointen volkomen
voldeed"
De mededeelingen van Nieuwland ver-
eischen nog een nadere" toelichting. De
Graaf van Bentinck was een van de orga
nisatoren van de prinsgezinden geweest in
den strijd tegen de patriotten; hij had bij
de oprichting van de Oranjesocieteit hier
in Gcjpda een rol gespeeld. Vandaar dat
Nieuwland en de andere onderteekenaars
zich tot dezen hadden gewend. Het is ook
zoo goed als zeker, dat Nieuwland en de
zy'nen in opdracht van, althans in nauwe
samenwerking met, Ds Metske handelden".
Ook zonder het tweede rekest te hebben ge
lezen is het reeds duidelijk, dat de groep
Nieuwland Ds Smit het leven zoo zuur mo
gelijk wilde maken en dezen van den preek
stoel af wilde houden.
Over dit tweede rekest dan in het vol
gende artikel.
(Wordt vervolgd.)
Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT.
Maar hiermee was deze zaak niet afge-
loopen.
Dit bleek reeds, weer twee dagen later,
in de zitting van den 15de December 1787.
De Burgemeesters gaven toen aan de Ma
gistraat kennis, „dat zij ingevolge het aan
hun mondeling gedemandeerde (dat zij in
gevolge dei hun mondeling verstrekte op
dracht)" aan den Predikant Johannes Di-
dericus Metske „by indispositie (ongesteld
heid) van Ds Samuel Francois de Moraaz"
van het magistraatsbesluit vpn 13 Decem
ber hadden kennis gegeven. Zij deelden me
de, dat ,zy met Ds. Metske hadden „willen
in Schikking treeden, omtrend het weder
reguleeren (regelen) der predikbeurten, zo- I
dat blijvende in de plaats van de Sondag-
avond beurt de Catechisatie nog eenige tyd j
Standhouden, de Zondagmiddag in het gast
huis, en de Vrijdagavondbeurt weder In j
train (op gang) gebragt wierden, ten einde I
daar door ge-effectueerd (bewerkt) wierd,
dat de diaconie zo weinig mogelijk door het
stilstaan van eenige predikbeurten zoude 1
komen te lyden. Edog dat zij weinig gene-
genheid bij denselve bespeurd hebbende, om
hier omtrend in een onderlinge Schikking
te komen, alzo zulx door dien Predikant,
uyt hoofde van de tijdsomstandigheden ge
declineerd (afgeslagen) wierd, Submittee-
rende dezelve zich echter (hoewel deze zich
wel onderwierp aan de Stellige orders van
hun Ed. Gr. Achtb.), vermeend hadden, na
alvorens nog eene conferentie (bespreking)
gehad te hebben met de drie aanweezendc-
predikanten, Metske, de Visscher en Smit,
welke even vrugteloos was afgelopen, en
waarin Zy door den Predikant Metske van
de aanhoudende indispositie (ongesteld
heid) van Ds. de Moraaz onderrigt waren
geworden, hieromtrent geene nadere Stel
lige ordres te moeten geeven, als alleen tot
een vriendelijke en eensgezinde schikking
gequalificeerd (gemachtigd) zijnde, maar
dit te moeten brengen in den Schoot van dit
Collegie, ten einde dit (hieraan) bij eene
bepaalde Resolutie (besluit) te termineeren
(een eind te maken).
In andere omstandigheden zouden de
burgemeesters Ds. Metske dadelijk hebben
gelast diens ambtsbroeder geen hinderpalen
in den weg te stellen. Nu echter trachtten
zij een schikking tot stand te brengen. De
oorzaak van hun houding was gelegen in
het feit, dat de prinsgezinden de baas wa
ren en Ds. Metske onder de gezaghebbende
aanhangers van den Prins kon worden gere
kend/ Uit, de houding van Ds. Metske blijkt
duidelijk," dat Ds Smit tot diens politieke
tegenstanders behoorde. Dit zou zich trou
wens later, in 1795, toen het blaadje keerde
en de patriotten weer aan bod kwamen,
wreken.
Nu „de vriendelijke en eensgezinde schik
king" niet was bereikt, had de President-
Burgemeester, volgens diens „rapport" aan
de Magistraat de eerste vier onderteeke
naars van het tegen Ds Smit gerichte re
kest bij zich ontboden en
deeld, dat Ds Smit volkomen
houd van hun wensch voldaan
declaratoir (verklaring), 't gene
eerste verschijning op den predikstoel
aan de gemeente by monde zoude mededee
len". De President-Burgemeester had vol
gens het hierboven aangehaalde rapport,
hieraan toegevoegd „dat de Magistraat als
nu ook van hun verwagte, dat zy als Stille
en vreedzame Burgers, en rechtschapene
Christenen in dit geresolveerde (besluit)
van hunne wettige overigheid zouden be
rusten"
Uit de verdere verklaringen van den Pre
sident-Burgemeester blijkt, dat die vier on
derteekenaars de in hen gestelde verwach
ting hadden beschaamd. De President-Bur
gemeester besloot ten minste zyn verhaal
hieromtrent met de mededeeling „dat hier
op deze zelve Luyden gisterenavond om
halff agt Uuren zich weder ten zijne huyse
gesisteerd (vervoegd) hebbende en door
hunne discoursen (mededeelingen) tonende
geen genoegen te neemen in de handelwijze
van hun Ed. Gr. Agtb., hij heer Burge
meester dezelve aan (naar) het Collegie
zelfs (zelf) gerenvoyeerd (verwezen) had,
(Uit de gedenkschriften van de
Zelfs voor den oningewijde begon de
wijziging in de economische politiek der
oorlogvoerende partijen, in het bijzonder
van de Geallieerden, zich thans duide
lijk ai te teekenen. Waren het in den
aanvang de eigen behoeften, die werden
verdedigd; was het een soort
f economische noodweer,
di^ dwong langzamerhand kwam
dé eigen-baat de overheerschende
plaats innemen. Dat bleek echter
In zekeren zin een wapen in handen
van de N.O.T., toen deze, gebelgd over
het niet nakomen van verschillende ver
plichtingen van het agreement door En
geland, weigerde goederen volgens af
spraak aan de Prijzenhoven terug te zen
den. En al die aangehouden prijsgoede-
rén, die zoodoende in Nederland kwamen
te liggen, werden een bron van toene
mende zorg voor de Britsche regeering,
zulke opeenhoopingen en dap het toe
nemend gebrek in Duitschland, dit werd
een gevaar voor Nederland, maar... ook
voor de Geallieerden. De Uitvoerende
Commissie jran de N.O.T. daarentegen
kon de wêrtscheiljkheld van een preven
tieve controjfe boven een repressieve niet
in ernstige Overweging nemen zonder dat
zij haar macht uit handen gaf. Zij wilde
zelf den Nederlandschen handel beoor-
deelen en beslissen in hoeverre het vor
men van voorraden een daad van wijs
beleid of minder geschikt was. En zoo
langzamerhand kwam de N.O.T., die
eveneens over een voortreffelij ken in
lichtingendienst beschikte, achter vreem
de feiten. Een zending Duitsche salver-
saan ter waarde van auu.uuo Mark ging
naar Amerika; evenzoo groote partijen
zinkwit van Duitsche herkomst en groo
te zendingen Duitsche boeken; Ja zelfs
werd door een Haarlemsche fabriek een
groote partij
Duitsch zinkwit naar Engeland
uitgevoerd, en dit alles op een oogen-
blik, dat over elk Duitsch boek, uit
Nederland verzonden, een alleronaange
naamste drukte werd gemaakt. Legde
men met onverbloemde ergernis deze fei
ten aan den Engelschen handelsattaché
voor, dan hield hij zich van den domme,
verzocht er een schrijven over, wat den
heer Van Aalst intusschen niet verhin
derde om hem maar vast mede te dee
len, dat het zoo niet langer ging. Alsof
er op een ander oogenbllk geen Duitsch
duikboot-probleem bestond, vroeg de
Britsche legatie naar aanleiding van de
opbrenging van een stoomschip naar
Embden, hoe men nu voornemens was
de daarin vervoerde prijsgoederen terug
te zenden „vlug en veilig!" De Kerst
week van 1916 bracht het aangename
Britsche regeeringstelegram, dat Indien
niet binnen een week een absoluut uit
voerverbod van specerijen, zonder de mo
gelijkheid van uitvoerconsenten, zou zijn
alle schepen met spece-
worden aangehouden om in
worden gelost, na mededee-
heer Van Aalst de ver-
weerstaan om den Brit-
schen handelsattaché erop opmerkzaam
te maken, dat Engeland
„ter bescherming der kline naties"
in den oorlog was gegaan.
Eigenlijk was nergens meer zekerheid
te verkrijgen; men kon besprekingen
houden, overeenkomsten sluiten, neer
leggen in agreements, de uitlegging er
van was overal verschillend. De stelsel-,
loosheid, die men in de eerste oorlogs
maanden bij het opbrengen van schepen
had waargenomen, mocht wat geweken
zijn, de opzettelijke stelselloosheid trad
er voor in de plaats teneinde het Neder-
iandsche handelsverkeer te hinderen
voorzoover daardoor geen Engelsche be
langen in het spel kwamen. Dat zulke
hinder, nog afgescheiden van de vertra
ging, die zij bracht; nog afgescheiden
van het fei.t dat daardoor dagen lang
kostbare scheepstonnen ongebruikt lagen»
tot hooge kosten leidde, blijkt wel uit
een staatje, dat een cacaofabrikant,
wiens cacaoboonen in
Nederlandsche Overzee Trust My.)
IV.
gelost en langen tyd waren vastgehou-
uen, aan ae w.U.T. overlegde, aangeven
de voor oeze partij een totaal van niet
minder dan ïóo.uuo.— aan kosten, waar
in net honorarium aan advocaten nog
niet eens begrepen was. Wanneer men
bedenkt met welke moeilijkheden zoowel
de N.O.T. als de handelslieden zeiven
dagelijks te vechten hadden, dan gevoelt
men, dat de
winsten in den oorlogstijd
hoog moesten zijn om niet, teneinde zich
al deze ergernis te besparen, den handel
aan de kapstok te hangen. Wéi treft men
telkenmale, vooral wanneer de veilig
heid van het scheepvaartverkeer wordt
belaagd; wanneer men in de Duitsche
maatregelen een middel meent te zien
om aan het einde van den oorlog de
concurrentie der Nederlandsche koop
vaardij vloot te hebben terzijde gesteld,
de bedreiging van oplegging der schepen
aan, maar men rekent dan, gelijk bij ge
heel het handelsverkeer, buiten den
waard, in casu de NecTerlandscKe regee
ring, die voor de levensmiddelenvoorzie
ning steeds grooter deel van de tonnen-
maat opeischte. Inderdaad regeerings-
maatregelen, die bedoelde de tormen-
maat tot het uiterste te benutten, ston
den tegenover een beweging in 't scheep
vaartbedrijf waar de omstandigheden de
gelegenheid openden tot een algeheele
verandering in de financleele positie dier
maatschappijen. Alle belangen kwamen,
hetzij ondergronds, hetzij openlijk in ver-
zet, druischten tegen elkander in, en
zochten uitwegen, waardoor ze elkander
maar al te zeer ophieven.
I De zorgen, die de N.O.T. ad voor ver-
I schillende producten, toonden een by-
kans gelijk beeld. Als een bewijs, dat het
I eigenaardig kan loopen, geldt, dat de
drastische regeling voor de metalen terug
kwam op de neus van dengene, die den
i slag had uitgedeeld Immers tengevolge
j van den tusschenkomst der Engelsche
regeering werden regelingen, die verede-
lingsverkeer mogelijk maakten, verhln-
j derd, en zoo liep zij in den val, die zij
1 voor een ander had uitgezet. Maar me-
I nigmaal ook had de N.O.T. of eenige an-
I dere autoriteit, op dit gebied werkzaam,
met slechts een-heel klein deel der be-
langhebbenden, ja zelfs soms met een
I enkele te vechten. Zoo was het met het
I geval ten opzichte van de cacao, waar
i één tegenwerkende fabriek was, die de
helft van allen uitvoer naar Duitschland
exploiteerde Maar deze, zoo bleek gedu-
i rende de besprekingen, beweerde niet
zelf te koopen, dat geschiedde door een
J zelfstandig werkende fabriek onder den-
zelfden naam, maar gezeteld even over
de grenzen. Aangezien de regeering zich
bleef stellen op het standpunt, dat, werd
I een uitvoerveifeod uitgevaardigd, de
i regeering niet anders dan onzijdig kon
I blijven en naar beide zijden de consen-
j ten tot uitvoer zou verleenen, bleef er
slechts een, reeds beproefde oplossing
I over: De fabrikanten zouden zich onder
ling moeten verbinden om geen consent
naar de centralen té vragen. En nu wei
gerde de bewuste fabriek natuurlijk
medewerking daartoe, en lag de zaak
stil. Maar de andere fabrikanten wilden
nu ook meer vrijheid behouden! Een ge
val uit de velen, die de N.O.T zoo maar
eens eventjes had op te lossen. En toch
werd het op geen enkel gebied zoo erg
als bij de rubber. Daarbij waren voor
Nederland niet de grootste belangen be
trokken; tabak en koffie telden veel ster
ker. Maar rubber was een contrabande
artikel bij uitnemendheid, rubber was
gemakkelijk te vervoeren en te verkoo-
pen, ja te smokkelen. Naar rubber snak
ten de centralen, omdat het het meest
j perfecte isolatiepiiddel is, onmisbaar
voor alle oorlogvoering, zoodat alleen
voor rubber een leger van handelaars ln
Nederland ln het getouw was om haar
zelfs in den vorm van speelballen, zui-
gellngsspenen in dorpen en gehuchten te
bemachtigen, om ze van oude rijwiel-
in onschuldig uitziende voorwer
pen om te tooveren.
Er bestond
geen uitvoerverbod op rubber
te meer niet omdat de rijwielindm-
trie en handel door de rijwielbanden-
overeenkomst van li October 1915 reeüi
geholpen was. Nu bleek echter dat men
er niet tegen op zou zien om een partij
met consent van de N.O.T. aangevoerde
rubber, in de Veemen opgeslagen, weder
rechtelijk te bemachtigen. De eerste po
ging faalde, want de aangeboden schrif
telijke autorisatie tot aflevering bleek
niet in orde. Een tweede poging evenzeer
want de handteekening bleek vervaischt,
Een derde poging bestond in, uiteraard
vergeefsche aanbiedingen van financi-
eelen aard aan den Directeur van het
betrokken Veem, dat de rubber zonder
schriftelijke goedkeuring van de N.O.T.
niet mocht afleveren. Via den Hoofdcom
missaris van Politie te Amsterdam kwam
een vierde poging aan het licht, in den
vorm van een
valsch consent tot afieverini
van een bepaalde partij rubberr En
als vijfde aanval trachtte men den chef
van de Veemenafdeellng van de N.O.T.
om te koopen, waarvoor men hem 4 ton
bij medewerking, zelfs 6 ton bij gelukken
van de beoogde ontvreemding, beloofde,
-terwijl men hem ook een onderpand ln
den vorm van een aantal ceelen rijst ter
waarde van bijna 2 ton ter beschikking
stelde, Deze N.O.T.-beambte was be
trouwbaar, gelijk van alle N.O.T.-beamb-
ten gezegd mocht worden. Hij rappor
teerde alles en te zijnen huize werd nu
een samenkomst met den opkooper geor
ganiseerd, waarbij bekwame rechercheurs
van politie zich verdekt zouden opstellen.
Het geheele plan werd er door de omkoo-
pers bloot gelegd; toen traden de recher
cheurs plotseling te voorschijn, namen
verhoor ai, eisehten alle stukken op. De
omkoopers moeten den samenhang niet
verondersteld hebben, want den volger
den dag zetten zij hun spel voort; ook
toen werd het vervalschte stuk niet ge
vonden. Eenigen tijd later bleken in een
partij rubber in een bepaald Veem 5 pak
ken te ontbreken; later bleek die partij
ontstaan te zijn uit
als tabak vermomde rubber.
Op de officleele documenten was
het tabak, waarop men invoerrechten
moest betalen en rubber, die nog vrij was.
Waar moest nu de verdwenen tabhk e
de uit het niet opgekomen rubber heen?
Zoo dook er telkens bewijs op, dat er in
derdaad rubber in omloop was. Ja zelfs
in een advertentie werd N.O.T.-rubber
te koop aangeboden. De Inspecteurs van
de N.O.T gingen er achterheen; van
gelsche zijde scheen men tjalken, die
bulten N.O.T.-controle om, Nederland
bereikten, niet waar te nemen. Voor
Dental-rubber, die de tandartsen
noodig hadden, betaalde men thans HO
voor een half pond; vroeger 3.50. Blijf
bij zulke verleiding eens eerlijk! Tenslot
te heeft men de vijf ontvreemde kisten
rubber gevonden; zij bleken óntvreemd
door twee timmerlieden uit het Gemeen
telijk handelsentrepot en een paar be
dienden uit het Leidsche Veem, die op
den vloer van de timmerloods 100 K.O.
rubber hadden verstopt. Gevolg van
slechte raamafslulting, een te dicht nabij
het dok staand loodsje, gebrek aan
plaatsruimte, die een dergelijke bewaar
plaats noodzakelijk had gemaakt En
ondertusschen ging men ijverig door te
zoeken, want er bleef rubber ln omloc
Zelfs heette het, dat er een pakhuis was,
waar zoowel rubber als rijwielbanden op-
BANK^J
boekjes
BUSJES
B ANK
JOUWE 2 - hoek Wijdstr. - GOUDA
Afhaling aan hui* van Spaar-
gestapeld lagen en heimelijk steeds wer
den aangevuld door verkoop van sommi
ge fabrikanten. De N.O.T. kon niet voor
zichtig genoeg zijn, maar de N.O.T. kreeg
ook zooveel zonderlinge verhalen! Toch
stelde zij een hooggeplaatst oud-militair
aan, en het is onder diens leiding, dat
het rubberdrama, gelijk men geneigd
het te noemen, zich ten einde heeft on-
gespee;d.
Deze inspecteur verzegelde na wD
steeds onverwachte, in tijdstippen afwis
selende bezoeken zelf de ruimten, waar
binnen de rubber geborgen was.
nieuw bewijs hoezeer de N.O.T. haar rub
ber tegen diefstal verdedigde. Nu ont
dekte men, dat rubber, afgeleverd voor
solutie, bij een boekdrukker niet ln de
soliftie was gebruikt, maar dat er zeker
aüu K.G. gemist werd. Zoo zocht men naai
deze 3üü K.G. Einde September werd het
bepaalde pakhuis ontdekt, maar de tus-
schenpersoon was met zijn wetenschap
reeds naar de Britsche legatie gegaan
Deze zaak ontwikkelde zich tot een de
tective roman, die het Gedenkboek ons
uitvoerig verhaalt. Telefoongesprekken
tusschen het hoofd van de politie en een
der leden van de Uitvoerende Commissie
schenen afgeluisterd! De tusschenperso-
nen bleken ongunstig uitziende Duit-
schers te zijn. Maanden gingen intus
schen voorbij, berichten kwamen binnen
over verkoop van tandrubber, over indi
viduen die rubber te koop boden, over
rubber die langs verboden wegen Neder
land zou verlaten. En nieuwe feiten
\oegden zich bij de oude, totdat half
Januari 1917 een N.O.T.-ambtenaar be
naderd werd door een individu, die hem
ruim drie ton bood, Indien hij twee be
paalde partijen rubber uit een Veem
wilde vrijmaken en uitleveren aan twee
Dultschers, die zich gesteund heetten
door de Duitsche regeering Het ging hier
om een hoeveelheid van bijna 100.®»
K.G., onder de oude bepalingen opge
slagen. De N.O.T.-ambtenaar zette op
aanraden en verzoek' van zijn cheis de
onderhandelingen voort, werd uitgenoo-
digd den chei der Controle-aideeüng,
zonder wiens bijzijn geen rubber afge
leverd mocht worden,
om te koopen.
Toen hij antwoordde dat dit moeilijk zou
gaan, werd te dien aanzien gelijk ook
tegen hem persoonlijk reeds was geschied,
de bedreiging geuit dat men dan wei
•korte metten met hem zou maken-
De N.O.T.-ambtenaar, die begrijpelijker
wijze zenuwachtig begon te worden, ver
zocht om rechercheurs, die hem werden
verstrekt. Men vreesde gewelddaden, want
de ontdekingen, die men al gaandeweg
deed, wezen op een uitgebreide organi
satie. Zelis de Minister werd op de hoog
te gebracht. Het bij het water' gelegen
pakhuis werd bewaakt door rechercheurs
verkleed als personeel van de Gemeen
telijke Waterleiding, die er quasi lekken
repareerden. Nu was het vooral de be
doeling om de schuldigen op heeterdaad
te betrappen, teneinde de organisatie te
leeren kennen, maar ook teneinde' een
wapen tegen de Dultschers in handen
te hebben, indien deze werkelijk van ot-
llcieele zijde werd gesteund. Tegelijker
tijd nocht de N.O.T.-ambtenaar geen
gevaar loopen .f 4
5 Medeplichtigheid
in de gevangenis te koyjep, waarop men
het van Duitsche zijde'wilde $oen aan
komen, aangezien hij tot het vervalschte
tormulier zyn medewerking zou moeten
verleenen. De chef van de Controle-a/-
deeling, koelbloedig ond-m(üitairJ(feld
zich als gewoonlijk, wapende zich met
niets anders dan met een merktang,
waarmede hij de controleloodjes op de
sloten aanbracht en waarvan hij zich
tot het einde van den oorlog rustig is
blijven bedienen. Op 30 Januari 1917
men wist den datum vooruit bleek
het voornemen om
brand in het pakhuis
te stichten en dan ln de verwarring de
rubber weg te werken. Men was voorbe- -
reld, maar op het betreffende oogenbllk
greep al de politie in, zette straten af en
arresteerde op vrij groote schaal, doch
men schoot mis en de ergste delinquen
ten ontkwamen. De beraamde diefstal
echter was op niets uitgeloopen en de
ïuu.uuo K.G. rubber zijn er blijven liggen
tot aan het einde van den ooiTog!
Minder romantisch ging het met de
beveiljging van
buitenlandsche waardepapieren.
Ook op dit gebied lieten de oorlogvoe
renden elkander niet met rust. Had men
maar even vermolm, dat een dergelijke
zending een nog zbo verwijderd belang
van de andere partij kon dienen, dan
was men er als de kippen bij om het in
te rekenen. De eene postzending na de
andere werd aangehouden, ln den be
ginne wat aarzelend, later stelselmatig.
Toen werd de N.O.T. ook hierbij inge
schakeld. dank zij de Vereeniging voor
den Geldhandel eenerzijds. het Cornhill
Committee, de Vereeniging van Bankiers
die de Britsche regeering van raad dien
de, anderzijds. En men schiep, met me
dewerking van de voornaamste Neder
landsche lichamen op financieel gebied,
een financleele afdeeling van de
N.O.T.,
die fondsen, coupons, transverten, zicht-
wisseis en alle andere denkbare waarde
papieren hielp verzenden. Een groote
verantwoordelijkheid eenerzijds, een
groote berg van werk anderzijds.-En dit
te meer, omdat ook dit werk gelijk al
het andere, kiein begonnen, zich al spoe
dig uitbreidde. Had men bij de impor
teurs de zwarte lijsten, die niemand,
maar dan ook Inderdaad niemand spaar
den, hier werden, gegevens omtrent in
stellingen en personen op zwarte of gry-
ze lijsten verzameld. Het eigenaardige is
ook hier, dat men wellicht, omdat men
er op uit was de eigen belangen naar
behooren te dienen, de andere partij ln
de hand werkte De Duitsche groote
bankinstellingen hadden zoowel in Ne
derland als in Noord- en Zuld-Amerika
weldra haar waren naam en betrekkin
gen vervangen door pseudo-namen cu
stroomarmen. De voortreffelijk werken
de Britsche spionnagedienst mocht doen
wat zl] kon, zij kon ook niet door alles
heen zien. De Britsche regeering echter
had van de N.O.T.-controle zorgvuldig
uitgezonderd alle fondsen en coupons,
welke in Engeland en Frankrijk gereali
seerd zouden kunnen worden. Zij meen
de dat de censuur een voldoende con
trole uitoetende op alle binnenkomende
waarden, terwijl bovendien de weg van
Engeland naar Amerika vrij was. Het
gevolg daarvan is nu geweest, dat cou
pons en losbare stukken, welke ook daar
gerealfseerd konden worden vanuit Ne
derland, naar de Britsche bankiers wer
den gezonden, hetgeen voor de houdere
voordeelig was, omdat men de uiteraard
omslachtige controle van de financleele
afdeeling der N.O.T. ontging. Maar deze
voelde de dwaasheid om te werken Vol
gens het agreement met zijn strenge
bepalingen, terwijl talrijke Nederland
sche kantorenhaar instelling op deze
wijze konden voorbijgaan. Immers die
bankiers aanvaardden al de coupons op
de bloote verklaring hunner cliënten,
dat ze geen vijandelijk belang dienden,
en dit zonder verder onderzoek. In toe
nemende mate verschenen advertenties
in de provinciale bladen, waarbij bemid
deling werd aangeboden voor verzilve
ring te Londen.
De Engelsche legatie
werd gewaarschuwd, maar pas begin 1918
greep zij in, toen er heel wat ten bate
van den „vijand" verzilverd was. Hoe
streng zij aan den anderen kant op Ame-
rikaansche waarden toezag, ondervond
de vice-president van de New-York Trust
Company, die zich in November 1916 met
enkele kisten obligaties van de Interna
tional Mercantile Marine Trust inscheep
te, ter waarde van 8 millioen, om deze
naar Nederland over te brengen. Hij had
daarvoor geen N.O.T.-consent, maar de
Engelsche autoriteiten waren gewaar
schuwd Wat, niettegenstaande op dat
oogenbllk alles werd gedaan om Amerika
aan den oorlog te doen deelnemen, toch
niet verhinderde, dat deze vooraanstaan
de man op financieel gebied vanuit
Amerika heel wat moeilijkheden had te
overwinnen, voordat hij te Falmouth
met zfjn 8 millioen weer mocht vertrek
ken en in Nederland zijn bezit aan de
N.O.T. mocht overdragen.
Dat de N.O.T. groeide in deze#omstan-
digheden, wie betreurde het wellicht
meer dan de Uitvoerende Commissie zel
ve? Men was begonnen in een enkel pand,
men had ln het centrum van Den Haag
steeds opnieuw panden bij gekocht, dik
werf met groote kosten, omdat in dien
fijd van woningnood de hulzen met
sprongen omhoog gingen. Waar men liep
door de vroeger zoo voorname woonge
deelten der Residentie, bijkans overal
trof men de N.O.T.-schilden aan de
deur. Is het te verbazen, dat einde 1916
voor een bedrag van
ongeveer vijf ton alleen
besteed was aan kachels, tafels, stoe
len, water, vuur, licht, bediening, e. d.
kosten; dat meer dan een ton aan post
zegels en aan zegelkosten, bijkans 1 mil
lioen aan salarissen, meer dan 2| ton
aan kantoorbehoeften werd uitgegeven.
Maar de N.O.T. met geheel haar appa
raat van aldeelingen voor de belangrijke
artikelen, van Commissièn voor overleg
met de voornaamste takken van belang
hebbenden. met statistici ter controle
van de gedragingen der aangesloten im
porteurs, was dan ook op voorbeeldige
wijze toegerust. Telkenmale was het een
sterk wapen in haar hand, dat zij de
Engelsche legatie, waakzaam ais geen
andere, kon aanbieden zelf haar controle
apparaat te inspecteeren. Dat kan ge
schieden ook met de rubber, toen de ge
vallen van diefstal rechtstreeks ter ken
nis van het Britsche gezantschap waren
gebracht, en met het resultaat, dat men
deze
controle als bijkans perfect
erkende.
Toch bleet het verkeer met deze lega
tie het moeilijkst en het meest veel-
'elschend. Men had in het Westeinde de
tactiek om dikwerf op de ernstigste
brieven geen rechtstreeksch antwoord te
gevenmen maakte er zich met een zin
netje af, roerde het onderwerp niet aan
oi ving, in afwachting van wat er vol
gen zou, reeds een nieuw hoofdstuk aan.
Joost van Vilienhoven had tot gewoonte
om brieven, die hem te kras waren, niet
te aanvaarden, en terug te sturen; hij
legde er ook wel in een laadje en ant
woordde er eerst latet op. Menigmaal
ook gebeurde het dat de beide partijen
elkander duidelijk maakten wat er in
zulk een briei gezegd mocht worden en
wat en hoe niet; men wisselde dan de
concepten uit, die later brieven werden.
Soms bleek het niet reageeren op brieven
diplomatieker Maar soms het Ge
denkboek gaf ons gelegenheid een paar
teekenende gevallen aan te halen
steeg de opwinding zoo hoog, dat ze tot
uitbarstingen leidde Moeilijke gesprek
ken, die soms op kookhitte werden ge
houden, werden door den heer Van Aalst
als „geanimeerde conversaties" betiteld
En animo heerschte er ongetwijfeld in
alle N.O.T.-gebouwen, leven en beweging
te over, Waartoe vanzelf de steeds be
langrijker positie van de N.O.T. leidde!
Maar ook de feiten en de cijfers, de fei
ten, dat de oorlogvoerenden het nut van
de N O.T. steeds meer moesten erkennen;
dat de wereld van nandel en nijverheid
in Nederland haar bestaan als onmis
baar ging beschouwen; dat de belang
hebbenden inzagen wat het beteekende
op de zwarte lyst van een of meer der
oorlogvoerenden te worden geplaatst. De
cijfers van de boeten reeds spraken
boekdeelenniet minder dan 9 ton kon
in den loop van 1916 aan het Koninklijk
Nederlandsch Steuncomité dientengevol
ge worden afgedragen. Maar de cijfers
spraken ook een andere taal, en wel
deze, dat het' handelsverkeer van Neder
land niet meer achteruit ging, maar op
bepaalde tilden achteruit holde. De to-
taalinvoer der goederen ln Nederland be
droeg over Januari 1916 482 millioen K.G.,
vond zijn diepste punt, tengevolge van
de aanhoudingen, in Maart d.a.v. met
415 millioen K.G.; steeg tot 633 millioen
in December 1916 om reeds ln Februari,
als gevolg van den
onverbiddelijke!) duikbootoorlog;,
tot 121 millioen K.G. te dalen.
Over 1915 waren ruim 9 milliard K.G.
binnengekomen, over 1916 slechts 6 mil
liard K.G., en voor 1917 zag het er niet
beter uit. Want de horizont had zich
Versomberd en was van een zoodanige
dreiging, dat men opnieuw het einde van
de N.O.T.-bemoelingen, midden ln den
oorlogstijd, nabij zag!
lv
No. 154 'n Roedoe
'n Ruwe boosaardige man, die ieder in
z'n omgeving schrik injaagt.
No. 155 'n Koteres.
'n Man of vrouw, die zonder idioot te
zyn, zich door zijn (of haar) onbeholpen op
treden niet door de wereld weet te slaan.
No. 156 Pypenwinkel.
Beteekent fabriekje van pypen. De „pij
pen winkels" in de oude beteekenis zyn ver
dwenen. Het woord „winkel" wordt door
ouderwetsche menschen nog wel meer voor
„werkplaats" gebruikt. Zoo spreekt men
ook nog van „timmermanswinkel".
Alle Goudsche ingezetenen en oud
ingezetenen worden uitgenoodigd uit
drukkingen van den aard als hier
boven is aangegeven, zoo mogelijk
vergezeld van toelichtingen, schrif
telijk in te zenden.
Brieven onder niotto „Het Goudsche
Taaimuseum" aan het kantoor van
Mrs. SMIT, Lange Tiendeweg 51,
Gouda.
Onder redactie van de Damclub „Gouda".
Secretaris: Lange Tiendeweg 6. Lokaal
der club: Markt 49.
Probleem No. 1015.
Zwart schyven op: 9, 10/14, 18/20, 26.
Wit schyven op: 27/29, 33, 35, 37, 39, 40,
42, 44.
Probleem No. 1016.
Zwart schyven op: 7, 8, 19, 22, 24, 25, 27^
29, dam op 26.
Wit schyven op: 30, 35/38, 41, 42, 44, 49,
dam op 50.
Oplossing van probleem no. 1011.
Wit speelt: 34-29, 39—33, 36 7, 7—2,
2 35.
Oplossing van probleem no. 1012.
Wit speelt: 2933, 27 18, 3430,
44—40, 32—28, 4819, 41—3-7, 37-^-32,
31 24.
ADVERTENTIëN.
'k Ben aan 't einde van myn stof;
'k Moet eerst met vacantie.
Als ik weg ben leest ge hier
Pennevrucht van Fransie.
Negen en tachtig is de prijs.
Zoo lang ikzelf nog ben op reis.
Als 'k terug ben denk ik niet,
Dat ik voor dien prijs 't U biedt.
't Is ongehoord, 't kan niet bestaan,
Zoo'n zaak gaat zeker naar de maan.
Een „SUPER" voor zoo'n prijs te levéren
Is aanslag op het eigen leven.
Wijst Uw logé's op de mogelijk
heid een aardig SOUVENIR
met het Wapen van Gouda te
koopen iit de TOONKAMERS
CRABETH.
LEERWERK speciaal voor ons
vervaardigd.
BEKLEEDE WIEG,
prima stroovlechtwerk
met aardige beklee
ding in zalm, f i flfl
rose of bleu .I
BEKLEEDE WIEG,
pitriet gevlochten, mo
dern model, fijne zach
te zalmkleurige I n r§
bekleeding I u.uB
Deze WIEG, geheel met pitriet bewerkt, bekleed met aardige gebloemde zalmkleurige
gordijntjes, flink forsch model met vaste bekleede kap en strikken, kost 6 50
BEKLEEDE WIEG, mooi blank pitriet
vlechtwerk, geheel apart salon
model, keurige bekleeding
BEKLEEDE WIEG, stroomlijn wagen
model op wielen, iet» aparts met|
aardige bekleeding
Ook in KINDERLEDLKANTJES brengen wij een enorme Sorteering, in alle prijzen,
maten en modellen in de fijnste kleuren rose, zalm, crème, bleu.
KINDERLEDIKANTJE 55 x 110 laag mo
del in zalm, rose en crème gelaktj J
KINDERLEDIKANTJE 55 x 110 apart
model, gelakt in zalmkleur metj t rn
crème afwerking I
KINDERLEDIKANT 55 x 110 met afklap-
baar extra hooge zystukken inj p nn
diverse kleuren
KINDERLEDIKANT 55 x 110 extra zwaar
model in twee kleuren gelakt, af-l n nn
klapbaar zy stuk 1 0»#8
Wij hebben voorradig een ruime keuze KINDERKLAPWAGENS in diverse uitvoeringen
tegen exceptioneel lage pry zen. Ziet onze speciale etalage.
KINDERKLAPWAGEN met gummiban
den, licht rijdend, model in 3| i on
kleuren I 4.ÖU
KINDERKLAPWAGEN op zware gummi-
wielen, nikkelen beugel en arm-| n pn
legger Pü
KINDERKLAPWAGEN, geheel opvouw
baar, nikkelen beugel, geslotenj
discuswielen
KINDERKLAPWAGEN, zitting, rug en
zijkanten van extra zware linnen stof
op extra zware gummiwielen,|
ebonieten beugel
Bijna lVa ton
werd dezer dagen
als
zijnde 10 der
betaalde premies
verdeeld onder
VEREENIGING VAN LEVENSVERZEKERING
Hoofdk. R'dam - Goudschcsingcl 230, tel. 53205.
Geen aansprakelijkheid van de verzekerden en
wel driejaarlijksche winstverdecling in contanten.
Verzekerde Kapitalen 13.850.804,50 Zeer ruime reserves.
Denkt U er om —St. Eloy verzekert ook U!
En gij deelt mede in de winst.