JJ..BRUNS (■HEkBEeIAIb f 141.600 ST. ELOY Nielé Mussert en Nije ïomt, Hooit en Doideelt m Alle verzekerden beleren goedkoop. spreken DINSDAG 18 AUG. 8,15 uur in Tuin See. ONS GENOEGEN. Gouda Een Regentendag-boek uit de 18e eeuw. Nederland in den oorlogstijd. Stads- f* PAAR- AFE W P A A F- P A AF; TADS- PAAR- AFE W AFE-3 Het Goudsche Taaimuseum. Damrubriek. i S I MJÊJÊ I II CJOOi EVEN PARKEEREN Toonkamers „Crabeth" Crabctbatnut Trief. 202# '112,51 enl 5 30 ZIET DE ETALAGE VRIJ ENTREE Winstaandeel Waschmachines Wringers Stofzuigers CXLV. In het vorige artikel is medegedeeld, dat tegelyk met het rekest van 346 „Ledematen en Leden" ook een rekest door Ds. Smit was gepresenteerd. Ds Smit zei in dit re kest „dat hy op den 16den September laast- leden op het gerugt van den aanmarsch der Pruissische troupes, zich op reis naar Am sterdam begeven had, om zyne huisvrouwe tot beveiliging tegen, voor haar doodelyke schrikken en ontsteltenissen derwaarts te brengen, met oogmerk om s' daags na zyne aankomst aldaar herwaarts te retourneren (terug te keeren) doch dat zulks den suppliant (hem, den verzoeker) uit hoofde van de reeds hier ontstaane troubles (on geregeldheden) en only^ten ten sterksten aferaaden wierd: Dat hy, hoe zeer ook van dien tyd ten sterksten gereikhalsd had naar eene gun stige gelegenheid om tot het hervatten van zijne Ambts-verrigtingen in veiligheid te kunnen wederkeeren, hy daar van telkens door allerley schrikbaarende tijdingen wierd afgeschrikt" Hij was echter geenszins buiten Gouda gebleven wegens „twee voorgevens van welke men zich (naar de vry zekere berich ten) voornamelijk bediend had om veelen van de gemeente tegen hem voor in te neemen" Die twee „voorgevens" waren, naar hy had vernomen, „zyn honorair (eere-) lidmaatschap van het hier gesub- sisteerd (bestaan) hebbende genootschap van Wapenhandel en van de oScieteit en zijne gekantheid tegen dé (het) Oude wet tige Constitutie (staatsbestel)". Hy be dankte tevens de Magistraat „voor de gunst rijke inschikkelijkheid in de opschorting van eenige predik-beurten tot faciliteering (vergemakkelijking) van den predik-dienst gedurende zyne absentie (afwezigheid)" en verklaarde ervan overtuigd te zyn, dat dit college hem de vergunning niet zou weige ren „om zich van bovengemelde aantijgingen te mogen zuiveren" Hy verklaarde op zijn woord van eer, „nooit lid van eenig genoot schap, Sociëteit of hóe men t' ook zoude mogen noemen" te zyn geweest met uit zondering van het „Edams genootschap on der de zinspreuk: Tot hut van t' algemeen". Evenmin had hy ooit „eenig gezelschap tot behandeling van politicque zaaken bijge woond". Van vijandschap tegenover „het Doorlugtig Orange Huys" was geen spra ke. Hij beriep zich hiervoor op een van zyn „leerredenen", waariii stond, „dat alle waare Vaderlandsche harten met dat Vor stelijk Huis en een welingericht Stadhou derlijk bestuur ten nutte en tot behoud van onze wettige constitutie recht-maatig inge nomen zyn" Ten slotte verklaarde Ds. Smit „deeze oude Staats- en Stadhouderlijke Constitutie met alle zijne vermogens te zul len helpen maintinetèn (handhaven) en handhaven, en tot behoud daar van, zowel, als tot bevordering van de zo wenschelyke ruste en èendragt het zyne toe te brengen, en zulks bij alle gepaste voorkomende gele genheid, zo iit het openbaar, als in het bij zonder, te bewijzen". Hy „keerde" zich aan het einde van zyn rekest tot „Hun Wel Edele Grqptbare", terwijl hy „ootmoedig- lyk" verzocht hem „gelieven te stellen in de gelegenheid om den predik-dienst, met den aankleve van dien te mogen hervatten" Naar onze opvattingen zou de houding van Ds. Smit niet heldhaftig worden geoor deeld. Maar de tijden waren toen anders. Heerschende kerk en overheid waren ten nauwste met elkaar verbonden. Zooals uit het bovenstaande blijkt, moest <iit zeer een zeer nadeeligen invloed uitoefenen op het besef van eigenwaarde van de predikanten, die financieel volkomen van de overheids personen afhankelijk waren. Duidelijk ziet men hieruit, welke slechte kanten er zijn aan het niet gescheiden houden van kerk en staat. iDe Magistraat hield het rekest van de „Ledematen", waarover in het vorige arti kel is gehandeld, „in advis", dat wil zeg gen, zij deed voorloopig niets. Over het rekest van Ds. Smit werd echter wel een beslissing genomen. Ds. Smit zou „op zyn woord van eer, zo (zoowel) aan het collegie van de (Magistraat dezer Stad, by geschrif te, als daarop, by zyne eerste verschijning op de predikstoel alhier, aan de Gemeente bij monde moeten declareeren (Verklaren) nooyt Lid, zelfs niet honorair (eerelid) van eenig genootschap, Sociëteit of hoe men het ook zoude mogen noemen, uitgezonderd al leen het Edams genootechap onder de zin spreuk Tot nut voor hét algemeen geweest te zyn of ooyt enig gezelschap tot behande ling van politicque zaken te hebben bijge woond". „Voorders" zou hy ten einde „bij (om) het in zyn Request voorgestelde but (doel) te bereiken geen Swarigheid behoren te maken, om zo (zoowel) aan de Magi straat als aan de gemeente op gelijke wijze als boven en dus aan hun Edele Groot Acht bare bij geschrifte en aan de gemeente van de Predikstoel te declareeren (verklaren), dat hij niet alleen onder dezulken, wel ker toeleg de vernietiging of zelfs de kren king van het Stadhouderschap mogt wezen, nooit heeft willen gereekend zyn en inte gendeel, zo by geschrifte als monde heeft vermeend aan te toonen een minnaar te zijn van een welingerigt Stadhouderlijk bestuur in het vorstelijk huys van Orange". Deze eischen stemden tot zoover overeen met hetgeen Ds. Smit in zijn rekest zelf had aangeboden te verklaren. De Magistraat ging echter nog wat verder en eischte bo vendien, dat Ds Smit zou „betuygen" onder een „welingericht Stadhouderlijk bestuur" alleen te verstaan, datgeene hetwelk in den Jare 1747 en 1768 door hun Edele Groot Mogenden aan de Heeren Prins Willem de Vierde en Willem de Vijfde van Oranje en Nassau Erfelyk is opgedragen, en dat hy zo (zoowel) de Souvereiniteit (het over heidsgezag) der 'Heeren Staaten, als dit wettig opgedragen Stadhouderlijk bewind zal helpen voorstaan, en tot behoud daar van, zowel, als tot bevordering van de zo wenschelyke rust, en Eendracht, het zijne toetebrengen, en zulks by alle gepaste voorkomende gelegenheden, zo in het open baar als in het bijzonder bewijzen". Indien Ds Smit aan deZe eischen voldeed, zouden de Heeren van de Magistraat „geen Swarigheid maken omme hem als dan we der tot hervatting van zijne Predikdienst te admitteeren (toe te laten)" De voorzitten de burgemeester kreeg opdracht dit besluit aan Ds. Smit mede te deelen. Reeds twee dagen laterf op 13 December 1787, kon deze burgemeester in de zitting van de Magistraat mededeelen, „dat hy Heer Burgemeester by zich had gerequi- reerd (ontboden) Ds Jan Arend Smit, pre dikant in de Nederduitsche Gereformeerde Gemeente alhier" en dezen had „gecommu niceerd (medegedeeld), en overhandigd een Extract (uittreksel) van bovengemelde Re solutie (besluit) van 11 december, ten op- zigt van Zyn Wel Eerwaarde bij dit Colle gie genomen" Hy deelde verder mede, dat er reeds een „adres (in dit geval: antwoord - schryven) van Ds. Smit was ingekomen, welk schrijven hy gemeend had zoo spoe dig mogelijk in behandeling te moeten ne'- men. In het Kamerboek is dit schrijven in zyn geheel opgenomen; Ds Smit had aan alle hem gestelde eischen void aap. 'De Magistraat nam dan ook met dit schrijven „volkomen genoegen, als zynde daar door aan meergemelde Resolutie (be sluit) van hun Ed. Gr. Achtb. voldaan; zij besloot dan ook Ds. Smit „weder te ad mitteeren (toe te laten) tot den Predik- waarvan hy de Eer had mits deze kennis te gee ven, met Communicatie (mededeeling) dat dezelve reeds op het Stadhuis zich be- De Magistraat kon nu niet anders doen dan de vier „requestranten (verzoekers)" te woord te staan. Zy besloot dan ook de ver zoekers „voor het collegie te doen verschij nen en uit hoofde der angstvallige tijds omstandigheden, en om zo veel mogelijk door eene bedaarde en allezins gematigde inschiklijkheid alle combustien (opstootjes) te preevenieeren (voorkomen), den Heer Voorzittende Burgemeester te verzoeken hun nogmaals te informeeren van de Reso lutie (in te lichten over het besluit) van de Magistraat, ten overvloede en ten blyke, dat allezins aan hunne suspicie (kwaad vermoeden) en opgevatte vrees tegemoed gekomen is, door den Secretaris hun te doen voorlezen, het declaratoir (de verklaring) door den Predikant Smit geteekend en hun onder het oog te brengen hunne verplich ting, om in de wijze en voorzigtige Schik- kinge van de Magistraat te berusten, niet qlleen zelfs als regtgeaarde Ingezetenen zich gewillig te onderwerpen atyi de (het) billijke Resolutie (besluit) van hun Ed. Gf. Achtb. maar ook die Ledemaaten en Leeden door welken zy voorgeeven daartoe gequali- ficeerd (gemachtigd) te zyn, daartoe aan te zetten" De „verzoekêrs" wenschten zich echter niet te onderwerpen. Dadelijk nadat de voorzittende burgemeester namens de ma gistraat het hier bovenstaande had mede gedeeld, zei Jan Nieuwland, de woordvoer der van de verzoekers, „dat indien Ds. Jan, Arend Smit, op die manier op den Predik stoel weder moest komen, zy zeer bedugt waren en niet instonden voor de droevige gevolgen, welke ligtelyk na zigh zoude kun nen sleepen, dat zij op gisteren den Heere Grave van Bentinck Heere van Rhoon by deszelfs doorpasseering door deze Stad ge sproken, dat dezelve hun geraden had zigh nog eens aan (tot) de Magistraat te ad- dresseeren (wenden), en te verzoeken dat Ds Smit niet op den predikstoel mogte ge admitteerd (toegelaten) worden, voordat hy volkomen aan hun verzoek zoude vol daan hebben dat zy dien tengevolge als nog een twee de request overgaven, inheerende( inhou dende) dat meergemelde Ds. J. A. Smic mogt geinterdiceerd (verboden) worden den Predikstoel te beklimmen, ten waare hij al vorens aan de vermelde pointen volkomen voldeed" De mededeelingen van Nieuwland ver- eischen nog een nadere" toelichting. De Graaf van Bentinck was een van de orga nisatoren van de prinsgezinden geweest in den strijd tegen de patriotten; hij had bij de oprichting van de Oranjesocieteit hier in Gcjpda een rol gespeeld. Vandaar dat Nieuwland en de andere onderteekenaars zich tot dezen hadden gewend. Het is ook zoo goed als zeker, dat Nieuwland en de zy'nen in opdracht van, althans in nauwe samenwerking met, Ds Metske handelden". Ook zonder het tweede rekest te hebben ge lezen is het reeds duidelijk, dat de groep Nieuwland Ds Smit het leven zoo zuur mo gelijk wilde maken en dezen van den preek stoel af wilde houden. Over dit tweede rekest dan in het vol gende artikel. (Wordt vervolgd.) Nadruk verboden. Dr. Mr. J. SMIT. Maar hiermee was deze zaak niet afge- loopen. Dit bleek reeds, weer twee dagen later, in de zitting van den 15de December 1787. De Burgemeesters gaven toen aan de Ma gistraat kennis, „dat zij ingevolge het aan hun mondeling gedemandeerde (dat zij in gevolge dei hun mondeling verstrekte op dracht)" aan den Predikant Johannes Di- dericus Metske „by indispositie (ongesteld heid) van Ds Samuel Francois de Moraaz" van het magistraatsbesluit vpn 13 Decem ber hadden kennis gegeven. Zij deelden me de, dat ,zy met Ds. Metske hadden „willen in Schikking treeden, omtrend het weder reguleeren (regelen) der predikbeurten, zo- I dat blijvende in de plaats van de Sondag- avond beurt de Catechisatie nog eenige tyd j Standhouden, de Zondagmiddag in het gast huis, en de Vrijdagavondbeurt weder In j train (op gang) gebragt wierden, ten einde I daar door ge-effectueerd (bewerkt) wierd, dat de diaconie zo weinig mogelijk door het stilstaan van eenige predikbeurten zoude 1 komen te lyden. Edog dat zij weinig gene- genheid bij denselve bespeurd hebbende, om hier omtrend in een onderlinge Schikking te komen, alzo zulx door dien Predikant, uyt hoofde van de tijdsomstandigheden ge declineerd (afgeslagen) wierd, Submittee- rende dezelve zich echter (hoewel deze zich wel onderwierp aan de Stellige orders van hun Ed. Gr. Achtb.), vermeend hadden, na alvorens nog eene conferentie (bespreking) gehad te hebben met de drie aanweezendc- predikanten, Metske, de Visscher en Smit, welke even vrugteloos was afgelopen, en waarin Zy door den Predikant Metske van de aanhoudende indispositie (ongesteld heid) van Ds. de Moraaz onderrigt waren geworden, hieromtrent geene nadere Stel lige ordres te moeten geeven, als alleen tot een vriendelijke en eensgezinde schikking gequalificeerd (gemachtigd) zijnde, maar dit te moeten brengen in den Schoot van dit Collegie, ten einde dit (hieraan) bij eene bepaalde Resolutie (besluit) te termineeren (een eind te maken). In andere omstandigheden zouden de burgemeesters Ds. Metske dadelijk hebben gelast diens ambtsbroeder geen hinderpalen in den weg te stellen. Nu echter trachtten zij een schikking tot stand te brengen. De oorzaak van hun houding was gelegen in het feit, dat de prinsgezinden de baas wa ren en Ds. Metske onder de gezaghebbende aanhangers van den Prins kon worden gere kend/ Uit, de houding van Ds. Metske blijkt duidelijk," dat Ds Smit tot diens politieke tegenstanders behoorde. Dit zou zich trou wens later, in 1795, toen het blaadje keerde en de patriotten weer aan bod kwamen, wreken. Nu „de vriendelijke en eensgezinde schik king" niet was bereikt, had de President- Burgemeester, volgens diens „rapport" aan de Magistraat de eerste vier onderteeke naars van het tegen Ds Smit gerichte re kest bij zich ontboden en deeld, dat Ds Smit volkomen houd van hun wensch voldaan declaratoir (verklaring), 't gene eerste verschijning op den predikstoel aan de gemeente by monde zoude mededee len". De President-Burgemeester had vol gens het hierboven aangehaalde rapport, hieraan toegevoegd „dat de Magistraat als nu ook van hun verwagte, dat zy als Stille en vreedzame Burgers, en rechtschapene Christenen in dit geresolveerde (besluit) van hunne wettige overigheid zouden be rusten" Uit de verdere verklaringen van den Pre sident-Burgemeester blijkt, dat die vier on derteekenaars de in hen gestelde verwach ting hadden beschaamd. De President-Bur gemeester besloot ten minste zyn verhaal hieromtrent met de mededeeling „dat hier op deze zelve Luyden gisterenavond om halff agt Uuren zich weder ten zijne huyse gesisteerd (vervoegd) hebbende en door hunne discoursen (mededeelingen) tonende geen genoegen te neemen in de handelwijze van hun Ed. Gr. Agtb., hij heer Burge meester dezelve aan (naar) het Collegie zelfs (zelf) gerenvoyeerd (verwezen) had, (Uit de gedenkschriften van de Zelfs voor den oningewijde begon de wijziging in de economische politiek der oorlogvoerende partijen, in het bijzonder van de Geallieerden, zich thans duide lijk ai te teekenen. Waren het in den aanvang de eigen behoeften, die werden verdedigd; was het een soort f economische noodweer, di^ dwong langzamerhand kwam dé eigen-baat de overheerschende plaats innemen. Dat bleek echter In zekeren zin een wapen in handen van de N.O.T., toen deze, gebelgd over het niet nakomen van verschillende ver plichtingen van het agreement door En geland, weigerde goederen volgens af spraak aan de Prijzenhoven terug te zen den. En al die aangehouden prijsgoede- rén, die zoodoende in Nederland kwamen te liggen, werden een bron van toene mende zorg voor de Britsche regeering, zulke opeenhoopingen en dap het toe nemend gebrek in Duitschland, dit werd een gevaar voor Nederland, maar... ook voor de Geallieerden. De Uitvoerende Commissie jran de N.O.T. daarentegen kon de wêrtscheiljkheld van een preven tieve controjfe boven een repressieve niet in ernstige Overweging nemen zonder dat zij haar macht uit handen gaf. Zij wilde zelf den Nederlandschen handel beoor- deelen en beslissen in hoeverre het vor men van voorraden een daad van wijs beleid of minder geschikt was. En zoo langzamerhand kwam de N.O.T., die eveneens over een voortreffelij ken in lichtingendienst beschikte, achter vreem de feiten. Een zending Duitsche salver- saan ter waarde van auu.uuo Mark ging naar Amerika; evenzoo groote partijen zinkwit van Duitsche herkomst en groo te zendingen Duitsche boeken; Ja zelfs werd door een Haarlemsche fabriek een groote partij Duitsch zinkwit naar Engeland uitgevoerd, en dit alles op een oogen- blik, dat over elk Duitsch boek, uit Nederland verzonden, een alleronaange naamste drukte werd gemaakt. Legde men met onverbloemde ergernis deze fei ten aan den Engelschen handelsattaché voor, dan hield hij zich van den domme, verzocht er een schrijven over, wat den heer Van Aalst intusschen niet verhin derde om hem maar vast mede te dee len, dat het zoo niet langer ging. Alsof er op een ander oogenbllk geen Duitsch duikboot-probleem bestond, vroeg de Britsche legatie naar aanleiding van de opbrenging van een stoomschip naar Embden, hoe men nu voornemens was de daarin vervoerde prijsgoederen terug te zenden „vlug en veilig!" De Kerst week van 1916 bracht het aangename Britsche regeeringstelegram, dat Indien niet binnen een week een absoluut uit voerverbod van specerijen, zonder de mo gelijkheid van uitvoerconsenten, zou zijn alle schepen met spece- worden aangehouden om in worden gelost, na mededee- heer Van Aalst de ver- weerstaan om den Brit- schen handelsattaché erop opmerkzaam te maken, dat Engeland „ter bescherming der kline naties" in den oorlog was gegaan. Eigenlijk was nergens meer zekerheid te verkrijgen; men kon besprekingen houden, overeenkomsten sluiten, neer leggen in agreements, de uitlegging er van was overal verschillend. De stelsel-, loosheid, die men in de eerste oorlogs maanden bij het opbrengen van schepen had waargenomen, mocht wat geweken zijn, de opzettelijke stelselloosheid trad er voor in de plaats teneinde het Neder- iandsche handelsverkeer te hinderen voorzoover daardoor geen Engelsche be langen in het spel kwamen. Dat zulke hinder, nog afgescheiden van de vertra ging, die zij bracht; nog afgescheiden van het fei.t dat daardoor dagen lang kostbare scheepstonnen ongebruikt lagen» tot hooge kosten leidde, blijkt wel uit een staatje, dat een cacaofabrikant, wiens cacaoboonen in Nederlandsche Overzee Trust My.) IV. gelost en langen tyd waren vastgehou- uen, aan ae w.U.T. overlegde, aangeven de voor oeze partij een totaal van niet minder dan ïóo.uuo.— aan kosten, waar in net honorarium aan advocaten nog niet eens begrepen was. Wanneer men bedenkt met welke moeilijkheden zoowel de N.O.T. als de handelslieden zeiven dagelijks te vechten hadden, dan gevoelt men, dat de winsten in den oorlogstijd hoog moesten zijn om niet, teneinde zich al deze ergernis te besparen, den handel aan de kapstok te hangen. Wéi treft men telkenmale, vooral wanneer de veilig heid van het scheepvaartverkeer wordt belaagd; wanneer men in de Duitsche maatregelen een middel meent te zien om aan het einde van den oorlog de concurrentie der Nederlandsche koop vaardij vloot te hebben terzijde gesteld, de bedreiging van oplegging der schepen aan, maar men rekent dan, gelijk bij ge heel het handelsverkeer, buiten den waard, in casu de NecTerlandscKe regee ring, die voor de levensmiddelenvoorzie ning steeds grooter deel van de tonnen- maat opeischte. Inderdaad regeerings- maatregelen, die bedoelde de tormen- maat tot het uiterste te benutten, ston den tegenover een beweging in 't scheep vaartbedrijf waar de omstandigheden de gelegenheid openden tot een algeheele verandering in de financleele positie dier maatschappijen. Alle belangen kwamen, hetzij ondergronds, hetzij openlijk in ver- zet, druischten tegen elkander in, en zochten uitwegen, waardoor ze elkander maar al te zeer ophieven. I De zorgen, die de N.O.T. ad voor ver- I schillende producten, toonden een by- kans gelijk beeld. Als een bewijs, dat het I eigenaardig kan loopen, geldt, dat de drastische regeling voor de metalen terug kwam op de neus van dengene, die den i slag had uitgedeeld Immers tengevolge j van den tusschenkomst der Engelsche regeering werden regelingen, die verede- lingsverkeer mogelijk maakten, verhln- j derd, en zoo liep zij in den val, die zij 1 voor een ander had uitgezet. Maar me- I nigmaal ook had de N.O.T. of eenige an- I dere autoriteit, op dit gebied werkzaam, met slechts een-heel klein deel der be- langhebbenden, ja zelfs soms met een I enkele te vechten. Zoo was het met het I geval ten opzichte van de cacao, waar i één tegenwerkende fabriek was, die de helft van allen uitvoer naar Duitschland exploiteerde Maar deze, zoo bleek gedu- i rende de besprekingen, beweerde niet zelf te koopen, dat geschiedde door een J zelfstandig werkende fabriek onder den- zelfden naam, maar gezeteld even over de grenzen. Aangezien de regeering zich bleef stellen op het standpunt, dat, werd I een uitvoerveifeod uitgevaardigd, de i regeering niet anders dan onzijdig kon I blijven en naar beide zijden de consen- j ten tot uitvoer zou verleenen, bleef er slechts een, reeds beproefde oplossing I over: De fabrikanten zouden zich onder ling moeten verbinden om geen consent naar de centralen té vragen. En nu wei gerde de bewuste fabriek natuurlijk medewerking daartoe, en lag de zaak stil. Maar de andere fabrikanten wilden nu ook meer vrijheid behouden! Een ge val uit de velen, die de N.O.T zoo maar eens eventjes had op te lossen. En toch werd het op geen enkel gebied zoo erg als bij de rubber. Daarbij waren voor Nederland niet de grootste belangen be trokken; tabak en koffie telden veel ster ker. Maar rubber was een contrabande artikel bij uitnemendheid, rubber was gemakkelijk te vervoeren en te verkoo- pen, ja te smokkelen. Naar rubber snak ten de centralen, omdat het het meest j perfecte isolatiepiiddel is, onmisbaar voor alle oorlogvoering, zoodat alleen voor rubber een leger van handelaars ln Nederland ln het getouw was om haar zelfs in den vorm van speelballen, zui- gellngsspenen in dorpen en gehuchten te bemachtigen, om ze van oude rijwiel- in onschuldig uitziende voorwer pen om te tooveren. Er bestond geen uitvoerverbod op rubber te meer niet omdat de rijwielindm- trie en handel door de rijwielbanden- overeenkomst van li October 1915 reeüi geholpen was. Nu bleek echter dat men er niet tegen op zou zien om een partij met consent van de N.O.T. aangevoerde rubber, in de Veemen opgeslagen, weder rechtelijk te bemachtigen. De eerste po ging faalde, want de aangeboden schrif telijke autorisatie tot aflevering bleek niet in orde. Een tweede poging evenzeer want de handteekening bleek vervaischt, Een derde poging bestond in, uiteraard vergeefsche aanbiedingen van financi- eelen aard aan den Directeur van het betrokken Veem, dat de rubber zonder schriftelijke goedkeuring van de N.O.T. niet mocht afleveren. Via den Hoofdcom missaris van Politie te Amsterdam kwam een vierde poging aan het licht, in den vorm van een valsch consent tot afieverini van een bepaalde partij rubberr En als vijfde aanval trachtte men den chef van de Veemenafdeellng van de N.O.T. om te koopen, waarvoor men hem 4 ton bij medewerking, zelfs 6 ton bij gelukken van de beoogde ontvreemding, beloofde, -terwijl men hem ook een onderpand ln den vorm van een aantal ceelen rijst ter waarde van bijna 2 ton ter beschikking stelde, Deze N.O.T.-beambte was be trouwbaar, gelijk van alle N.O.T.-beamb- ten gezegd mocht worden. Hij rappor teerde alles en te zijnen huize werd nu een samenkomst met den opkooper geor ganiseerd, waarbij bekwame rechercheurs van politie zich verdekt zouden opstellen. Het geheele plan werd er door de omkoo- pers bloot gelegd; toen traden de recher cheurs plotseling te voorschijn, namen verhoor ai, eisehten alle stukken op. De omkoopers moeten den samenhang niet verondersteld hebben, want den volger den dag zetten zij hun spel voort; ook toen werd het vervalschte stuk niet ge vonden. Eenigen tijd later bleken in een partij rubber in een bepaald Veem 5 pak ken te ontbreken; later bleek die partij ontstaan te zijn uit als tabak vermomde rubber. Op de officleele documenten was het tabak, waarop men invoerrechten moest betalen en rubber, die nog vrij was. Waar moest nu de verdwenen tabhk e de uit het niet opgekomen rubber heen? Zoo dook er telkens bewijs op, dat er in derdaad rubber in omloop was. Ja zelfs in een advertentie werd N.O.T.-rubber te koop aangeboden. De Inspecteurs van de N.O.T gingen er achterheen; van gelsche zijde scheen men tjalken, die bulten N.O.T.-controle om, Nederland bereikten, niet waar te nemen. Voor Dental-rubber, die de tandartsen noodig hadden, betaalde men thans HO voor een half pond; vroeger 3.50. Blijf bij zulke verleiding eens eerlijk! Tenslot te heeft men de vijf ontvreemde kisten rubber gevonden; zij bleken óntvreemd door twee timmerlieden uit het Gemeen telijk handelsentrepot en een paar be dienden uit het Leidsche Veem, die op den vloer van de timmerloods 100 K.O. rubber hadden verstopt. Gevolg van slechte raamafslulting, een te dicht nabij het dok staand loodsje, gebrek aan plaatsruimte, die een dergelijke bewaar plaats noodzakelijk had gemaakt En ondertusschen ging men ijverig door te zoeken, want er bleef rubber ln omloc Zelfs heette het, dat er een pakhuis was, waar zoowel rubber als rijwielbanden op- BANK^J boekjes BUSJES B ANK JOUWE 2 - hoek Wijdstr. - GOUDA Afhaling aan hui* van Spaar- gestapeld lagen en heimelijk steeds wer den aangevuld door verkoop van sommi ge fabrikanten. De N.O.T. kon niet voor zichtig genoeg zijn, maar de N.O.T. kreeg ook zooveel zonderlinge verhalen! Toch stelde zij een hooggeplaatst oud-militair aan, en het is onder diens leiding, dat het rubberdrama, gelijk men geneigd het te noemen, zich ten einde heeft on- gespee;d. Deze inspecteur verzegelde na wD steeds onverwachte, in tijdstippen afwis selende bezoeken zelf de ruimten, waar binnen de rubber geborgen was. nieuw bewijs hoezeer de N.O.T. haar rub ber tegen diefstal verdedigde. Nu ont dekte men, dat rubber, afgeleverd voor solutie, bij een boekdrukker niet ln de soliftie was gebruikt, maar dat er zeker aüu K.G. gemist werd. Zoo zocht men naai deze 3üü K.G. Einde September werd het bepaalde pakhuis ontdekt, maar de tus- schenpersoon was met zijn wetenschap reeds naar de Britsche legatie gegaan Deze zaak ontwikkelde zich tot een de tective roman, die het Gedenkboek ons uitvoerig verhaalt. Telefoongesprekken tusschen het hoofd van de politie en een der leden van de Uitvoerende Commissie schenen afgeluisterd! De tusschenperso- nen bleken ongunstig uitziende Duit- schers te zijn. Maanden gingen intus schen voorbij, berichten kwamen binnen over verkoop van tandrubber, over indi viduen die rubber te koop boden, over rubber die langs verboden wegen Neder land zou verlaten. En nieuwe feiten \oegden zich bij de oude, totdat half Januari 1917 een N.O.T.-ambtenaar be naderd werd door een individu, die hem ruim drie ton bood, Indien hij twee be paalde partijen rubber uit een Veem wilde vrijmaken en uitleveren aan twee Dultschers, die zich gesteund heetten door de Duitsche regeering Het ging hier om een hoeveelheid van bijna 100.®» K.G., onder de oude bepalingen opge slagen. De N.O.T.-ambtenaar zette op aanraden en verzoek' van zijn cheis de onderhandelingen voort, werd uitgenoo- digd den chei der Controle-aideeüng, zonder wiens bijzijn geen rubber afge leverd mocht worden, om te koopen. Toen hij antwoordde dat dit moeilijk zou gaan, werd te dien aanzien gelijk ook tegen hem persoonlijk reeds was geschied, de bedreiging geuit dat men dan wei •korte metten met hem zou maken- De N.O.T.-ambtenaar, die begrijpelijker wijze zenuwachtig begon te worden, ver zocht om rechercheurs, die hem werden verstrekt. Men vreesde gewelddaden, want de ontdekingen, die men al gaandeweg deed, wezen op een uitgebreide organi satie. Zelis de Minister werd op de hoog te gebracht. Het bij het water' gelegen pakhuis werd bewaakt door rechercheurs verkleed als personeel van de Gemeen telijke Waterleiding, die er quasi lekken repareerden. Nu was het vooral de be doeling om de schuldigen op heeterdaad te betrappen, teneinde de organisatie te leeren kennen, maar ook teneinde' een wapen tegen de Dultschers in handen te hebben, indien deze werkelijk van ot- llcieele zijde werd gesteund. Tegelijker tijd nocht de N.O.T.-ambtenaar geen gevaar loopen .f 4 5 Medeplichtigheid in de gevangenis te koyjep, waarop men het van Duitsche zijde'wilde $oen aan komen, aangezien hij tot het vervalschte tormulier zyn medewerking zou moeten verleenen. De chef van de Controle-a/- deeling, koelbloedig ond-m(üitairJ(feld zich als gewoonlijk, wapende zich met niets anders dan met een merktang, waarmede hij de controleloodjes op de sloten aanbracht en waarvan hij zich tot het einde van den oorlog rustig is blijven bedienen. Op 30 Januari 1917 men wist den datum vooruit bleek het voornemen om brand in het pakhuis te stichten en dan ln de verwarring de rubber weg te werken. Men was voorbe- - reld, maar op het betreffende oogenbllk greep al de politie in, zette straten af en arresteerde op vrij groote schaal, doch men schoot mis en de ergste delinquen ten ontkwamen. De beraamde diefstal echter was op niets uitgeloopen en de ïuu.uuo K.G. rubber zijn er blijven liggen tot aan het einde van den ooiTog! Minder romantisch ging het met de beveiljging van buitenlandsche waardepapieren. Ook op dit gebied lieten de oorlogvoe renden elkander niet met rust. Had men maar even vermolm, dat een dergelijke zending een nog zbo verwijderd belang van de andere partij kon dienen, dan was men er als de kippen bij om het in te rekenen. De eene postzending na de andere werd aangehouden, ln den be ginne wat aarzelend, later stelselmatig. Toen werd de N.O.T. ook hierbij inge schakeld. dank zij de Vereeniging voor den Geldhandel eenerzijds. het Cornhill Committee, de Vereeniging van Bankiers die de Britsche regeering van raad dien de, anderzijds. En men schiep, met me dewerking van de voornaamste Neder landsche lichamen op financieel gebied, een financleele afdeeling van de N.O.T., die fondsen, coupons, transverten, zicht- wisseis en alle andere denkbare waarde papieren hielp verzenden. Een groote verantwoordelijkheid eenerzijds, een groote berg van werk anderzijds.-En dit te meer, omdat ook dit werk gelijk al het andere, kiein begonnen, zich al spoe dig uitbreidde. Had men bij de impor teurs de zwarte lijsten, die niemand, maar dan ook Inderdaad niemand spaar den, hier werden, gegevens omtrent in stellingen en personen op zwarte of gry- ze lijsten verzameld. Het eigenaardige is ook hier, dat men wellicht, omdat men er op uit was de eigen belangen naar behooren te dienen, de andere partij ln de hand werkte De Duitsche groote bankinstellingen hadden zoowel in Ne derland als in Noord- en Zuld-Amerika weldra haar waren naam en betrekkin gen vervangen door pseudo-namen cu stroomarmen. De voortreffelijk werken de Britsche spionnagedienst mocht doen wat zl] kon, zij kon ook niet door alles heen zien. De Britsche regeering echter had van de N.O.T.-controle zorgvuldig uitgezonderd alle fondsen en coupons, welke in Engeland en Frankrijk gereali seerd zouden kunnen worden. Zij meen de dat de censuur een voldoende con trole uitoetende op alle binnenkomende waarden, terwijl bovendien de weg van Engeland naar Amerika vrij was. Het gevolg daarvan is nu geweest, dat cou pons en losbare stukken, welke ook daar gerealfseerd konden worden vanuit Ne derland, naar de Britsche bankiers wer den gezonden, hetgeen voor de houdere voordeelig was, omdat men de uiteraard omslachtige controle van de financleele afdeeling der N.O.T. ontging. Maar deze voelde de dwaasheid om te werken Vol gens het agreement met zijn strenge bepalingen, terwijl talrijke Nederland sche kantorenhaar instelling op deze wijze konden voorbijgaan. Immers die bankiers aanvaardden al de coupons op de bloote verklaring hunner cliënten, dat ze geen vijandelijk belang dienden, en dit zonder verder onderzoek. In toe nemende mate verschenen advertenties in de provinciale bladen, waarbij bemid deling werd aangeboden voor verzilve ring te Londen. De Engelsche legatie werd gewaarschuwd, maar pas begin 1918 greep zij in, toen er heel wat ten bate van den „vijand" verzilverd was. Hoe streng zij aan den anderen kant op Ame- rikaansche waarden toezag, ondervond de vice-president van de New-York Trust Company, die zich in November 1916 met enkele kisten obligaties van de Interna tional Mercantile Marine Trust inscheep te, ter waarde van 8 millioen, om deze naar Nederland over te brengen. Hij had daarvoor geen N.O.T.-consent, maar de Engelsche autoriteiten waren gewaar schuwd Wat, niettegenstaande op dat oogenbllk alles werd gedaan om Amerika aan den oorlog te doen deelnemen, toch niet verhinderde, dat deze vooraanstaan de man op financieel gebied vanuit Amerika heel wat moeilijkheden had te overwinnen, voordat hij te Falmouth met zfjn 8 millioen weer mocht vertrek ken en in Nederland zijn bezit aan de N.O.T. mocht overdragen. Dat de N.O.T. groeide in deze#omstan- digheden, wie betreurde het wellicht meer dan de Uitvoerende Commissie zel ve? Men was begonnen in een enkel pand, men had ln het centrum van Den Haag steeds opnieuw panden bij gekocht, dik werf met groote kosten, omdat in dien fijd van woningnood de hulzen met sprongen omhoog gingen. Waar men liep door de vroeger zoo voorname woonge deelten der Residentie, bijkans overal trof men de N.O.T.-schilden aan de deur. Is het te verbazen, dat einde 1916 voor een bedrag van ongeveer vijf ton alleen besteed was aan kachels, tafels, stoe len, water, vuur, licht, bediening, e. d. kosten; dat meer dan een ton aan post zegels en aan zegelkosten, bijkans 1 mil lioen aan salarissen, meer dan 2| ton aan kantoorbehoeften werd uitgegeven. Maar de N.O.T. met geheel haar appa raat van aldeelingen voor de belangrijke artikelen, van Commissièn voor overleg met de voornaamste takken van belang hebbenden. met statistici ter controle van de gedragingen der aangesloten im porteurs, was dan ook op voorbeeldige wijze toegerust. Telkenmale was het een sterk wapen in haar hand, dat zij de Engelsche legatie, waakzaam ais geen andere, kon aanbieden zelf haar controle apparaat te inspecteeren. Dat kan ge schieden ook met de rubber, toen de ge vallen van diefstal rechtstreeks ter ken nis van het Britsche gezantschap waren gebracht, en met het resultaat, dat men deze controle als bijkans perfect erkende. Toch bleet het verkeer met deze lega tie het moeilijkst en het meest veel- 'elschend. Men had in het Westeinde de tactiek om dikwerf op de ernstigste brieven geen rechtstreeksch antwoord te gevenmen maakte er zich met een zin netje af, roerde het onderwerp niet aan oi ving, in afwachting van wat er vol gen zou, reeds een nieuw hoofdstuk aan. Joost van Vilienhoven had tot gewoonte om brieven, die hem te kras waren, niet te aanvaarden, en terug te sturen; hij legde er ook wel in een laadje en ant woordde er eerst latet op. Menigmaal ook gebeurde het dat de beide partijen elkander duidelijk maakten wat er in zulk een briei gezegd mocht worden en wat en hoe niet; men wisselde dan de concepten uit, die later brieven werden. Soms bleek het niet reageeren op brieven diplomatieker Maar soms het Ge denkboek gaf ons gelegenheid een paar teekenende gevallen aan te halen steeg de opwinding zoo hoog, dat ze tot uitbarstingen leidde Moeilijke gesprek ken, die soms op kookhitte werden ge houden, werden door den heer Van Aalst als „geanimeerde conversaties" betiteld En animo heerschte er ongetwijfeld in alle N.O.T.-gebouwen, leven en beweging te over, Waartoe vanzelf de steeds be langrijker positie van de N.O.T. leidde! Maar ook de feiten en de cijfers, de fei ten, dat de oorlogvoerenden het nut van de N O.T. steeds meer moesten erkennen; dat de wereld van nandel en nijverheid in Nederland haar bestaan als onmis baar ging beschouwen; dat de belang hebbenden inzagen wat het beteekende op de zwarte lyst van een of meer der oorlogvoerenden te worden geplaatst. De cijfers van de boeten reeds spraken boekdeelenniet minder dan 9 ton kon in den loop van 1916 aan het Koninklijk Nederlandsch Steuncomité dientengevol ge worden afgedragen. Maar de cijfers spraken ook een andere taal, en wel deze, dat het' handelsverkeer van Neder land niet meer achteruit ging, maar op bepaalde tilden achteruit holde. De to- taalinvoer der goederen ln Nederland be droeg over Januari 1916 482 millioen K.G., vond zijn diepste punt, tengevolge van de aanhoudingen, in Maart d.a.v. met 415 millioen K.G.; steeg tot 633 millioen in December 1916 om reeds ln Februari, als gevolg van den onverbiddelijke!) duikbootoorlog;, tot 121 millioen K.G. te dalen. Over 1915 waren ruim 9 milliard K.G. binnengekomen, over 1916 slechts 6 mil liard K.G., en voor 1917 zag het er niet beter uit. Want de horizont had zich Versomberd en was van een zoodanige dreiging, dat men opnieuw het einde van de N.O.T.-bemoelingen, midden ln den oorlogstijd, nabij zag! lv No. 154 'n Roedoe 'n Ruwe boosaardige man, die ieder in z'n omgeving schrik injaagt. No. 155 'n Koteres. 'n Man of vrouw, die zonder idioot te zyn, zich door zijn (of haar) onbeholpen op treden niet door de wereld weet te slaan. No. 156 Pypenwinkel. Beteekent fabriekje van pypen. De „pij pen winkels" in de oude beteekenis zyn ver dwenen. Het woord „winkel" wordt door ouderwetsche menschen nog wel meer voor „werkplaats" gebruikt. Zoo spreekt men ook nog van „timmermanswinkel". Alle Goudsche ingezetenen en oud ingezetenen worden uitgenoodigd uit drukkingen van den aard als hier boven is aangegeven, zoo mogelijk vergezeld van toelichtingen, schrif telijk in te zenden. Brieven onder niotto „Het Goudsche Taaimuseum" aan het kantoor van Mrs. SMIT, Lange Tiendeweg 51, Gouda. Onder redactie van de Damclub „Gouda". Secretaris: Lange Tiendeweg 6. Lokaal der club: Markt 49. Probleem No. 1015. Zwart schyven op: 9, 10/14, 18/20, 26. Wit schyven op: 27/29, 33, 35, 37, 39, 40, 42, 44. Probleem No. 1016. Zwart schyven op: 7, 8, 19, 22, 24, 25, 27^ 29, dam op 26. Wit schyven op: 30, 35/38, 41, 42, 44, 49, dam op 50. Oplossing van probleem no. 1011. Wit speelt: 34-29, 39—33, 36 7, 7—2, 2 35. Oplossing van probleem no. 1012. Wit speelt: 2933, 27 18, 3430, 44—40, 32—28, 4819, 41—3-7, 37-^-32, 31 24. ADVERTENTIëN. 'k Ben aan 't einde van myn stof; 'k Moet eerst met vacantie. Als ik weg ben leest ge hier Pennevrucht van Fransie. Negen en tachtig is de prijs. Zoo lang ikzelf nog ben op reis. Als 'k terug ben denk ik niet, Dat ik voor dien prijs 't U biedt. 't Is ongehoord, 't kan niet bestaan, Zoo'n zaak gaat zeker naar de maan. Een „SUPER" voor zoo'n prijs te levéren Is aanslag op het eigen leven. Wijst Uw logé's op de mogelijk heid een aardig SOUVENIR met het Wapen van Gouda te koopen iit de TOONKAMERS CRABETH. LEERWERK speciaal voor ons vervaardigd. BEKLEEDE WIEG, prima stroovlechtwerk met aardige beklee ding in zalm, f i flfl rose of bleu .I BEKLEEDE WIEG, pitriet gevlochten, mo dern model, fijne zach te zalmkleurige I n r§ bekleeding I u.uB Deze WIEG, geheel met pitriet bewerkt, bekleed met aardige gebloemde zalmkleurige gordijntjes, flink forsch model met vaste bekleede kap en strikken, kost 6 50 BEKLEEDE WIEG, mooi blank pitriet vlechtwerk, geheel apart salon model, keurige bekleeding BEKLEEDE WIEG, stroomlijn wagen model op wielen, iet» aparts met| aardige bekleeding Ook in KINDERLEDLKANTJES brengen wij een enorme Sorteering, in alle prijzen, maten en modellen in de fijnste kleuren rose, zalm, crème, bleu. KINDERLEDIKANTJE 55 x 110 laag mo del in zalm, rose en crème gelaktj J KINDERLEDIKANTJE 55 x 110 apart model, gelakt in zalmkleur metj t rn crème afwerking I KINDERLEDIKANT 55 x 110 met afklap- baar extra hooge zystukken inj p nn diverse kleuren KINDERLEDIKANT 55 x 110 extra zwaar model in twee kleuren gelakt, af-l n nn klapbaar zy stuk 1 0»#8 Wij hebben voorradig een ruime keuze KINDERKLAPWAGENS in diverse uitvoeringen tegen exceptioneel lage pry zen. Ziet onze speciale etalage. KINDERKLAPWAGEN met gummiban den, licht rijdend, model in 3| i on kleuren I 4.ÖU KINDERKLAPWAGEN op zware gummi- wielen, nikkelen beugel en arm-| n pn legger Pü KINDERKLAPWAGEN, geheel opvouw baar, nikkelen beugel, geslotenj discuswielen KINDERKLAPWAGEN, zitting, rug en zijkanten van extra zware linnen stof op extra zware gummiwielen,| ebonieten beugel Bijna lVa ton werd dezer dagen als zijnde 10 der betaalde premies verdeeld onder VEREENIGING VAN LEVENSVERZEKERING Hoofdk. R'dam - Goudschcsingcl 230, tel. 53205. Geen aansprakelijkheid van de verzekerden en wel driejaarlijksche winstverdecling in contanten. Verzekerde Kapitalen 13.850.804,50 Zeer ruime reserves. Denkt U er om —St. Eloy verzekert ook U! En gij deelt mede in de winst.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1936 | | pagina 4