LUE BAND
JRIK
Wol!
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, ene.
KLEINTJE
BERGAMBACHT,BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP,
jïIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN,
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen
lGE.
1RING.
r
KWARTJE
>RDEN VOOR
VOND 6 UUR
LEEDING.
3.
iouda
ererschool.
ag 20 October
De ramp met de „Van der Wjjck”.
75e Jaargang
kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, overal waar de
goed beladen
i
RUK AAN VITAMINEN
;en spotprijzen.
v’«r de jeugd
is *t beste goed genoeg.
PHILIPS-en
Adres:
grijp Je. is; zoo dat men ernstig met hem
(Wor-H
•v l-'l.
►LLE GARANTIE,
itsen.
zich uitstrek t
ig naar keuze.
;en, waardoor niet
moet worden afge-
van werk.
aanbesteding is aan
ontenbal alhier den
i een woonhuis voor
n de afd Bloemen-
k is opgedragen aan
I
I
I
I
«lachte BETER oi
Ida’s oudste firma
aan
54.
verpleging.
ie ziekenhulsverple-
i Raad het verzoek
ie te betuigen aan
t door de Regeertnj
verp Ziekenhuw-
ellen aan den Raad
iet verzoek te betui
JMENTEN,
JLEF. 2110
van Erres en
Reddingsbrigade,
ie heeft tegen Vrij
Van Rietschoten een
tgeschreven. Op de
voor bespreking tot
den va^ een cursus
winter; opgave tot
vergadering worden
ig tot het aanschaf-
Hy rende naar zyn, hut terug en wist nog
juist twee zwemvesten te bemachtigen,
waarvan hij er een aan zyn vrouw gaf.
Toen sloeg het schip om en iedereen ge
braakte te water.
Wie van de geredden men <x>K, spreekt,
passagiers of leden van dte 'bemanning allen
wijzen telkens weer opnieuw op het bui
tengewoon snelle verloop van deze ramp.
Verklaringen van den gezagvoerder.
Kapitein Akkerman verklaarde: ,,De oör-
zaak van de ramp is een volmaakt myste
rie".
Binnen entkelé minuten was alles afge-
loopen. De eerste stuurman legde eenzelfde
verklaring af.
Wij hebben een kort onderhoud gehad
met den gezagvoerder, den heer B. C. Ak
kerman, die tezamen met 3 stuurlieden met
1 een taxi uit Brondong te Soerabaja arri
veerde.
De gezagvoerder was slechts gekleed in
een pyame-broek e*. een borstrok, terwijl
hy evenals de andere geredden, geheel
doorweekt was van olie, die na het zinken
van het) schip aan de oppervlakte kwam
drijven. In totaal, zoo vertelde kapitein
.Akkerman, heb ik 7 uhr in het water ge
legen. Rond my dreef alles wat van hei
schip was weggespoeld, zooals tafels, stoe
len, zwemvesten en defgelyk». Na eenigen
tyd bemerkte ik mevr. Hartman met een
baiby. Ik heb deze daarna zoo goed en zoo
kwaad alg het ging aan mjj vastgebonden,
zoodat zij niet konden afdrijven.
To tl tweemaal toe passeerde ons een vis-
schersprauw, die reeds boordevol geladen
was, doch tenslotte werden wy door een
derde prauw opgenomen en aan Jand ge
bracht.
Onder de geredden is er slechts één mee-
ning: „De equipage heeft zich Uiterst flink
gehouden en deed wat nog mogelyk was."
Hartroerende tooneelen speelden zich af
op zee, toen de massa drenkelingen zich
trachtte drijvende te houden, zich vast
klampend aan alles wat zy maar ondier hun
bereik kalden krijgen.
Ooggetuigen verhalen hoe bijna iedereen
voorjaar zooveel langer geworden, dat er
een kleine tusschenrulmte is ontstaan
tusschen dag en nacht En te wandelen
langs schemerige, lente-achtlge wegen
I met iemand, met wlen men ernstig kan
spreken, daarvan hou ik Frlgaard, be- i
arifn Ia la inn rtat. mpn pmstfC met. hem
haa^ lyk thané is aangespoeld.
De marconist tot het laatste oogen.
blik op zijn poet.
De marconist Uytfermarctk bleef tot op
het laatste ©ogenblik op zijn post en be
hoor ook tot de vermisten. De passagiers
kwamen in het water terecht en hebben
daar urenlang op tafels, stoelen fen andere
drijvende voorwerpen, die van het dek wa
ren gespoeld, rondgedreven.
Een dikke olielaag op het water hield ge
lukkig de haaien op een af stangt Vferschei
dene opvarenden zijn gered door visschers-
prauwien, die hen aan land brachten. Ande
ren ,o.w. de kapitein, hebben 7 uur en lan
ger rondgedreven. De uitgerukte vliegtui
gen konden n.l. in het donker de drenke
lingen niet ontdekken. Toen het licht werd,
zagen zij eerst dat de drenkelingen niei
verdwenen waren, doch dat er vele opvaren
den in) sloepen of op stukken wrakhout in
liet water dreven. De groote Domier-vlleg-
k «’tuigen hebbbn 68 drenkelingen opgepikt en
naar Soerabaja gebracht.
Zes-en-tachtig opvarenden zyn door vis-
schers dan wel in sloepen te Brondong, een
pietsje op de Noordkust van Java by Toe
ban, geland en vandaar per autd naar Soe
rabaja vervoerd.
Ee» machinist vertelt.
Hoe het in zijn werk ging, blijkt uit het
relaas van een der geredde machinisten,
die in zijn hut lag te slapen en plotaelirg
wakker werd daar het schip zware slagzij
maakte. Hy liep zoo gauw mogelyk naar
•boven en zag daar juist, dat de gezagvoer
der met de stoomfluit het alarmsignaal
gaf. Toen was het reeds afgieloopen. Het
schip kapseisde en ieder die kon, klom over-
iboond. Ook dp gezagvoerder zag men in het
water springen.
Ervaringen van een passagier.
Een passagier de heer Kamer, vertelde,
dat hy zich met izijn échbgenoote in zijn
hut bevond toen, het schip plosteling zwaar
begon over t® hellen. Zij werden ongerust
en begaven) zich aan dek. Daar zag de heer
l Kamer dat er iets ernstigs ging gebeuren.
lingen van ons belden geven den ande
ren stof te over tot praatjes. Den heelen
langen dag plagen ze me Erger dan erg
werd het, toen Laurense er achter kwam,
dat ik room stal om in zijn glas te doen.
Je begrijpt, dat ik hetzelfde gedaan zou
hebben. Wanneer Oil en Andreas den
haiven nacht zaten te studeeren na den
heelen dag hard te hebben gewerkt.
Tegen het voorjaar kreeg hij zulke inge
vallen wangen, maar lachte enkel, toen
ik hem voorstelde, levertraan te nemen.
Mannen zijn zoo onverstandig; als ik ze
misschien daar straks wat opgehemeld
heb, bedoel ik daarmee werkelijk niet,
dat ze op eigen beenen kunnen staan.
Opdat de stakkéir niet louter vel over
been zou worden, moest ik de zaak wel
in handen nemen Daarom deed Ik voort
durend stilletjes room in z’n melk, en
lachte in mezelf toen Frlgaard nader
hand beweerde, dat de melk den laat-
sten tijd zoo vreemd smaakte, terwijl
Laurense. die partij trok voor de koelen,
verklaarde dat Je nergens in Noorwegen
zulke beste melk kreeg. Maar op een^dag
ontdekte Laurense m’n krijgslist en toen
had je de poppen aan ’t dansen Het hin
dert niet of ze me een beetje plagen, als
ze hem maar met rust laten. Ik laat
niets op me zitten. réken maar; ik ken
de zwakke punten, en als ik.ze niet op
een andere manier tot zwijgen kan bren
gen. dan trek ik met een gerust ha^t
partij van wat ik weet. Minder fijn,
maar op z'n tijd noodzakelijk in deze
booze wereld.
veilige haven»kan binnenstoomen. Wie zyn
oogen in onze havens de kost geelt, zal
wel eeaiss hebben waargenomen, dat na
zwaar weer een schip met vervaarljjae slag
zij voor anker ging liggen. Zelden komt het
echter voor, dati een schip in zoo n geval de
behouden haven niet meer kan bereiken e.i
een onzer zegslieden meende, dat zulks
voor de Nederlandsche kust sinds 1883(1)
niet meer was gebeurd.
Houdt men er dam ook rekening mede,
dat de „Van der Wijck" een zeer bekwame
officiersstai had, dat ghet schip op een
kalme zee voer en dat het ongeluk met
groote snelheid heeft plaats gehad, dan
moet men tot de conclusie komen, dat kap-
seisen door een verkeerd stuwen xan de
fading uitgesloten is.
Blyft dan intusschen nog de mogelijk
heid, dat het schip zelf niet stabiel was en
dientengevolge kapseisde. Maar ook deze
mogelijkheid acht men niet zeer aanneme
lijk. De „Van der Wyck” was een in 1R21
op de werf van de Maatschappij Feyenoord
gebouwd schip, dat nog nimmer een onge
luk had gehad en als zeer stabiel bekend
stond. Op 21 September had het schip nog
in het dok te Tandjong Priok voor een al-
geheele schoonmaak en inspectie gelegen.
Op 13 October kreeg het/ schip weer een
nieuw passagier s-certificaat, waarmede
men over het algemeen werkelijk niet roe
keloos omspringt.
Met het oog op het bovenstaande meent
men in scheepvaartkringen <jan ook, dat
tyen kapseisen niet als op zichzielf staande
Oorzaak van het ongeluk mag beschouwen
en dht men zyn uiteindelyk oordeel zal
moeten opschorten tot er meer gegevens
bekend zyn.
ABONNEMENTSPRIJS: pd l w
bewrging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUD.4.
bjj onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 9—6 uur. Administratie en Redactie Telef.
[nttrc. 2745. Postrekening 48400.
interesseert.
Als huwelijk bemiddelaarster heb ik
werkelijk zeer groote verdienste. Het is
hierbij al net als bij alles: aanpakken
en niet terugdeinzen voor groote zelf
opofferingen. Twee keer ben ik nu met
Laurense naar de jeugd-bijeenkomst ge
weest; en ik hoop, dat de jongelui het
nu spoecjig zonder mij zullen afkunnen.
In Mei is het groote Jaarfeest; tij prooi
weer buiten bij regen in het lokaal; en
ik geloof, dat een Jaarfeest met Weeper
gebak, koffie, limonade en feeststemming
gunstig kan wérken op hun Jonge liefde.
Vanwege den aanstaanden uitgang laat
ze een nieuwe mouseline japon naaien
lila fond met groote, gele bloemen. De
naaister heet juffrouw Svingen, Olene
Svlngen, dip weet, wat ze wil en vastbe
sloten is, alle moderne dwaasheden met
kracht te bestrijden. Haar ontvankelijk
heid voor" invjoeden van buitenaf is
waarschijnlijk een twintig Jaar geleden
opgehouden; wat na dien tijd gekomen
is. is uit den bhoze Op alles wat Ik voor
stel, antwoordt ze: ik kan, het best op
die manier maken, maar ik kan het een
voudig niet uitstaan En wee haar, die
durft kiezen, wat juffrouw Svlngen niet
kan. uitstaan!
Gelukkig is het etmaal nu met het
Is kapseisen de oorzaak van de ramp van de „Van der Wijck”?
De meening van eenige deskundigen.
(Van onzen V .1<B.-correspondent).
iet ziekenverlof.
mejuffr Kreeft is
d. De dienst van
dans waargenomen
en te Gouda.
één Lente.
Zou dit mijn Lente zijn, met hóófd
letters. Nooit heb ik ze schooner gezien,
nimmer heb ik de natuur zoo intens
^aangevoeld aJs dit jaar. lederen avond
vind ik het een heel ding, naar bed te
gaan. De tijd gaat al gauw genoeg, 'ook
zonder dien te verslagen. Het is het licht
wat het hem doet; het heerlijke, "hoor-
delljke licht. Nu is het de beurt van an
dere menschen. op de globe te zoeken;
nu hebben zij alle reden te wijzen naar
dien langen vinger, die zich uitstrekt
naar de pool, en te zeggen; 'tjonge, wa
ren we maar daar!
April, April is als de glimlach van een
meisje, staat in Laurense’s poëziealbum
geschreven: een bron, waaruit ik telkens
weeraan put. Om den anderen dag heb
ben we regen en zonneschijn. Het is of
de Aprilregen Vriéndelijk gezind is, in
tegenstellen met den herfst-regen, en
dan is het „goud waard voor net land",
zooals vader zegt wanneer ik begin te
hiQpperen.
De vöorwaarde voor het beleven van
groote» avonturen ontbreekt eigenlijk bij
een kamermeisje, dat werken moet van
's morgens- 7 tot 's avonds half 9; nee,
dan heeft een tperlstê in het vroolijke
Parijs andere kansen. Maar toch ge
beurt het. dat er Iets gebeurt. Nu beeft
bijv. Diana juist Jongen gekregen, en zij
zijn werkelijk schattig. Kalveren komen
er telkens, maar de slager haalt ze
haast even gauw weg als dat ze geboren
worden. Eerstdaags g^an de koelen van
stal, het bosch In; ik weet niet, of Je dit
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstrekep (behoorende tot den bezorgkring):
15 regels 1^30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring
5 regels 1.65, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnmmer 20
bijslag op den prys. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prjjs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.26, elke regel meer 0.50.’Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden
prys. Groote letters en randen worden betekend naar plaatsruimte^
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren, Advertentdebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aa het Bureau zyn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zyn.
Naar aanleiding van ue ontzettend^
ramp, die <te »»Van der \vycx v^n de Ko-
nmidyke Pakeuvaart Maacschappy getrof-
fen heeft, hebben wy ons gewend tot eeni-
ge in de residentie wonende gepensioneer-
de zeeofficieren met de vraag, of inder-
daad kapeeisen zooals in de' eerste tele-
grammen uit Indië werd verklaard de I
oorzaak van het ongeluk zou kunnen zyn. 1
Daar nadere gegevens nog geheel ontbra-
ta, kon men zich hierover natuurlijk nog j
moeilijk uitlaten, maar algemeen was 'men
vw> oordeel, dat men kapseizen niet zonder
meer als de oorzaak van de ramp mocht
aannenen.
Ben schip kapseist,, wanneer de lading 1
niet goed gestuwd is en daardoor in wer- 1
Icing kant. Dit kan natuurlijk zoowel aan
stuur- als aan bakboord gebeuren. Kapsel-
zen van schepen komt vooral op Neder-
landsche schepen, met hun. over het alge
meen uitstekende equipage, slechts spora-
disch voor. Het stuwen van de lading staat
meestal onder het oppertoezicht van den
eersten stuurman, dus een officier, die
re«te in den loop der jaren in het vas
doorkneed is. Slechts by zeer zwaar weer
kan het dan ook slechts gebeuren, dat <le j
lading ondanks alle genomen voorzorgen
k werking komt, maar by goed weer, dat 1
de „Van der Wijok’ haar verluidt moet
heteen gehad, is dit wel uitgesloten. Hier
bij moet nog worden opgemerkt, dat het
shiwen van stukgoed over hot algemeen
veel lastiger is, dan dat van. z.g. gestort
goed.
Maar zélfs, indien een schip met stuk-
i zwaar weer treft en er komt
’«dong in de lading, gaat dit meestal zoo
langzaam in zjjn wePk, dat het schip nog
voordat) er werkelijk gevaar ontstaat een
FEUILLETON.
Helga’s Weddenschap.
Uit het Noorsch door
SIGRID BOO
iiTzieh8^11 betrof- waarschijnlijk had
door hof den °P hol laten brengen
’rouw RP8h°Ote Prlvé-vermogen van me -
’oorbit st. Maar nu 18 die geschiedenis
Bech is vertr°kken en mevrouw
penstin n de waPens neergelegd: lip-
S nnHZ Hoe heb ik hem da* *e-
®et ti'pn der betzelide dak te wonen
ttoof ininÜ ^teSTiJPelijk, hoe een zoo
ton wezon tehaar als mensch zoo klein
groots rf0?011 01118 een Probleem voor
ftet een w»? het °°8enbuk zelf, maar
telkenT^en nasmaa* Zoo heb Ik
“‘fc ons hJhh0*10, als Laurense’ Oisa
’’Uitende riïeni v^m®Pt in gissingen
on‘MetbLdeze zaak’ - en - laat Ik
llJk ÖJn dv°°retellen dan we werke-
tenia fni 8 meermalen geweest.
de op de lonte. Weet
tt*1Ucto^S<lb!zltter Beeh zegt: Een
vele lentes, doch slechts
De kapitein van het schip verklaart:
,.De ramp een volmaakt mysterie”.
Binnen enkele minuten was alles af-
geloopen.
,'uehêei inuie xs opgeschrikt door de be
richten, fbetreften|de de vreeselywe ramp,
aiuus teieioneert een byzonaere corres
pondent te boerabaja aan de Haagse he
Courant. Wij kuiuien nauwelyks gelooven,
dat zulk een groote ramp met een groot
passagiersschiptegenwoordig nog kou ge
schieden. Eemgiei uren heeft men geschom
meld Vusschen hoop en vrees, totdat tegen
8 uur het noodlottige bericht kwam: De
„Van der Wyck’1! hg op den bodem van de
zee. Het is verbijsterend, dat zoo'n zee
waardig schip op de Hu&t van onze rustige
Indische wateren kon vergaan.
De „Van der Wijck’’ was ’s avonds tegen
9 uur met 226 kóppen aan boord naar Ba
tavia vertrokken!
Het schip passeerde op normale wyze het
lichtschip. Slechte om 10.03 uur werd door
de radio te Soerabaja het volgende bericht
bekend: „S.OJS., zware helling!”
Daarna werd (iiets meer vemQmas van
het schip. Wat er precies op zee\s gebeurd,
is op dit oogenblik nog een mysterie.
Uit alle mededeelingen, der aangebrachte
geredden blyikt, dat het schip is omgesla
gen en dat dit by zonder onverwacnt in zijn
werk is gega|an. Htet schip begon te
zwaaien, fje hellen, sloeg om en, binnen en
kele minuten was alles afgeloopen.
De kapitein maakt alarm.
By het) alarm, dat de kapitein binnen en
kele seconden door middef van de stoom
fluit heeft kunnen geven, hébben velen zich
naar het dek kunnen spoeden. De kapitein
heeft de fluit vastlgehouden, totdat hij
overboord werd gespoeld.
Voornamelijk! de passagiers, die hun hut
ten aan stuurboordzijde hadden, hebben
zich blijkbaar niet kunrten redden.
In verband met twijfelachtige berichten
omtrent het lot van de passagier mevrouw
Wisse vernemen wy, dat aanvankelijk nog
op haar redding werd gehoopt, doch dat
kan praten zonder zich te geneeren. Bij
tijden krijg ik er genoeg van' m’n om
geving humoristisch te beschouwen; en
dan is het weldadig, doodelijk ernstig te
zijn. En we praten over zaken en dingen
en niet altijd over personen, zooals vrou
wen doen, wanneer ze Samen zijnAb’ri-
gaard weet alles, dat verzeker ik of
laat ik zeggen bijna alles, om niet den
schijn op me te laden, dat ik overdrijf.
Als hij maar eerst ontdooid is, kan
een wandeling met hem langs den ver-
velendsten, meest kalen weg allergenoe
glijkst zijn. Hij kent de namen van alle
steensoorten hier in de buurt; hij neemt
hier een stuk steen op en een eind ver
der nog- een, en vertelt er je een massa
van. Het kleinste plantje of onaanzien
lijkste mos. het nietigste beestje worden
belangrijk door zijn woorden, en met
leder vogelgeluidje is hij vertrouwd. Hij
weet, hoe de dingen zijn, en waarom ze
zoo zijn. Hij weet een massa interessants
van de streek, waar we wandelen; van
de rivier en het bosch en de bodemge
steldheid. hoe deze zoo geworden is en
welke kansen ze den menschen biedt.
Wat weet ik, na hier een heelen winter
te hebben gewoond? Ja. dat het paadje
langs de beek het llëfdesweggetje ge
noemd wordt, en dat de naakte takken
■van de heesterafrasteringen rond de.ak
kers in het avondlicht doen denken aan
paars-gekleurde nevel Ja, en dat een
van de dienstmeisjes uit de buurt een
kleine verwacht. Zulke dingen weet ik.
Bah, wij vrouwen
Maar deze kleine, onschuldige wande-