Opruiming
Smaakt als Elft
P.G.ScharlemanJr.
Bahlmann
Groote Seizoen
rd
Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen Gegarandeerde oplage 8000
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
BERGAMBACHT, BERKENWOUDE, BODEGRAVEN, BOSKOOP, GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLE,
NIEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWUK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
Brandstof
No 18414
Zaterdag 8 Januari 1887
75e Jaargang.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen
ex
MANTELS JAPONNEN HOEDEN
Markt 9
dag
Voor Prima
DE SCHAT.
Platteland en Vorstenhuis
in Nederland.
EERSTE BLAD.
KINDERKLEEDING io REGENMANTELS iiz.
DUIZENDEN ONGEKENDE KOOPJES
üa£
In prima
fa. SD. Boon 4 Co
Tol. 3336
L. TIENDEWEG 75 TEL. 3202.
verbeeldde, dat de brieven der „Mer-
FEUILLETON.
Daren van spanning.
op de
Machinaal dun gesneden
12 cent per ons.
MAKREEL, ZALM en PALING.
HEDEN de eerste
NIEUWE SPEKBOKKING
10 cent per stuk.
Goede gedachten zijn een onovertrof-
ten wapenrusting.
len, wanneer je rechtstreeks doorreist.
Het gevaar is nu geweken.
De resultaten van het onderzoek
van den heer Muhlheim naar den ver-
Dit nummer bestaat uit twee bladen
GOUDA
i
V mi WX* \ZVWU 4 A. UW OVXW AAK U^V.A nv,, MCAV
geen mij aanleiding gaf tot de opmer- 1 overtuiging ontbrak
45
Dit verandert mijn plan, zeide hij.
Ik zal nu tot mijn spijt niet tot Berlijn
door kunnen reizen. Op het eerstvolgen
de station verlaat ik den trein.
Maar waarom... begon Nieuwenhuis
doch de detective belette hem zelfs zijn
vraag te beëindigen.
Het spijt mij op dit oogenbllk geen
tekst en uitleg te kunnen geven, zei hij,
een reisgidsje voorschijn halende en
daarmee midden onder de lamp post
vattende. Het zou mij te veel tijd kosten
en bovendien mag ik nog niet spreken,
omdat mij de bewijzen ontbreken. Mijn
plan wordt omver geworpen door dit
briefje, dat ik niet had voorzien en dat
bewijst, dat de man zich op een andere
plaats bevindt dan ik vermoedde.
Hij bladerde haastig in ’t spoorboekje
en hield het bij een bepaalde pagina
zoo, dat het spaarzame licht van de
lamp er bovenop viel. Daarna keek hij
op zijn horloge.
Over een uur zijn wij in Schelde-
muhl. Daarna verlaat ik den trein. Ik
zal dus van deze slaapcoupé geen ge
bruik makeni Overigens zullen jullie bei
den het gerust zonder my kunnen stel-
king, dat dit deel van het Duitsche rijk
zeker heel wat meer door vreemdelingen
zou worden bezocht, wanneer het wat
Een uur lang bleef ik wakker en toen
de trein in Scheldemuhl stopte, boog ik
mij uit het venster van mijn slaapcoupé
om te zien waar Sanders bleef. Ik zag
hem den trein verlaten en zich haastig
naar den uitgang spoeden.
Ook nieuwsgierig? hoorde ik op dat
moment een stem naast mij en ik zag
het hoofd van Nieuwenhuls, dat in de
aangrenzende coupé eveneens uit het
venster stak.
cuur”-correspondentie het niet langer 1
zQnder mijn zorg zouden kunnen stellen, mij eens, maar toch, zoo liet hij er op
dachten wij er zelfs een oogenbllk over
den verderen tocht van Berlijn af maar
per vliegtuig te maken.
Nieuwenhuis begon er over, toen ik
ken. wanneer ik den tijd daartoe ge
komen acht. Daarna gaf hij ook Nieu
wenhuls de hand ten afscheid, wenschte
ons goede reis en verliet de slaapwagen. „verkehrbuch” leerde ons,
gewone werk weer te kunnen hervatten.
Daqjbij kwam nog, dat" Nieuwenhuis’
""n^zigheid in Haarlem thans dringend
ons volkskarakter en onze staatsopbouw
een geweldige beteekenls gehad. Ieder
burger was groot geworden in een ge
meenschap, die haar belangrijkste op
drachten verdediging tegen h£t zee
water oi atvoer van het binnenwater
zelf had te regelen; men was gewend
zijn eigen zaken te doen en er verant
woordelijk voor te zijn. En toen lang
zamerhand het saamhoorigheidsgevoêl
der verschillende deelen van ons volk
grooter werd en er provinciaal en natio
naal een centraal gezag ontstond, kon
dit slechts rusten op een samenwerking
met de Ingezetenen, niet op een over-
heerschen zonder meer. Medezegglng-
schap der burgers, erkenning Van den
volksinvloed, zie daar het oer-oude
wezenskenmerk van ons volk, de pit en
het merg van zijn grootsche traditie.
Met dat volk is nu op een tijdstip on
zer geschiedenis, ongeveer vier eeuwen
geleden, het huis van Oranje samenge
komen. En in die bijkans vier eeuwen
is er gegroeid een wonderdiepe éénheid,
een verbondenheid van volk en vorsten
huis, innig vastgelegd in de wetten des
lands, maar nog veel inniger verankerd
In de harten van volk en vorst.
Wat is nu het geheim van deze geheel
eenige saamhoorlgheid? Oranje heeft de
eeuwen door den vrijheidszin, het besef
van burgerwaarde in ons volk zuiver
aangevoeld en er steeds naar gestreefd
te regeeren door innerlijk overwicht en
niet door uiterlijke machtsbevoegdheid.
De band tusschen Nederland en Oran
je is gelegd door Prins Willem, den
Vader des Vaderlands, die uit zijn Ver
bond met den Potentaat der Potentaten
de kracht heeft geput zich zelf, zijn
leven voor onze zaak te geven. En die
traditie is Oranje trouw gebleven; steeds
opkomende voor een gezonde machts
vorming in ons gemeenebest. En in dien
strijd voor een gezonden volksinvloed, in
de bestrijding van alle groepsoverheer-
sching is Oranje geworden de bondge
noot der verdrukten, ook de voorvechter
der plattelandsbelangen. Of wij denken
aan den strijd in de zeventiende eeuw
tegen de macht der groote koopsteden,
met name Amsterdam, of aan dien in
de achttiende eeuw tegen de machtige
regentenfamilies, steeds was het mede
een strijd voor een beter beheer, en
Oranjes gefundeerd in de liefde en de j
overgave van ons volk. De strijd, dien
wij als volk hebben te voeren voor onze
politieke, economische en geestelijke
zelfstandigheid, wordt geleid door het
Koninklijke wachtwoord: wij willen ons
zelf zijn en ons zelf blijven. En als xe-
ÜÜUNJIE (MHUVL
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, overal waar de
bezorging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie en Redactie Telef.
latere. 2745. Postrekening 48400.
betere bestaansvoorwaarden over en
voor de plattelandsbevolking. Men denke
maar eens aan het jaar 1748; ook het
landvolk in de prov. Groningen kwam
in opstand tegen de misbruiken der
regentenregeering. Eén van hun eischen
was: het erfstadhouderschap opdragen
aan den Prins van Oranje. Ook hier
moest het bestuur van Oranje uitkomst
brengen voor het platteland
En personen en toestanden mogen ver
anderen, de verhouding van Oranje en
ons platteland blijft dezelfde tot op den
huldigen dag. Ik moge hier nog een voor
beeld aanhalen uit den Jongsten tijd, uit
het voorjaar van 1932. in snel tempo
stortten na de akker bouw voortbreng
selen de prijzen der veehouderijpro-
ducten ineen en hopeloos was het heden
en hopeloos scheen de toekomst. On
danks sterken aandrang van de land
bouworganisaties talmde de regeering
met het verleenen van hulp, hoewel haar
uitgewerkte plannen waren voorgelegd.
Toen werd in den nood weer de aloude
gedachte geboren: uitkomst zoeken bij
Oranje. De voorzitters der drie Centrale
Landbouworganisaties vroegen gehoor
bij de Koningin en deze ontving hen
bijna onmiddeliijk. De Koningin had
den nood reeds aangevoeld en enkele
dagen na deze audiëntie bezocht zij de
tuinbouwgebieden van Noord-Holland en
enkele eenvoudige veehoudersfamilies in
Friesland. Korten tijd daarna zijn zeer
belangrijke landbouwcrisiswetten inge
diend en tot wet verheven. Zonder dat
de Koningin een oogenbllk bulten haar
taak van constitutioneel vorstin is ge
treden heeft haar invloed voor ons plat
teland snelle hulpyerleening bevorderd.
De Kroon telt nog wel degelijk mee in
Neerland’s staatsbestel en niet zonder
zegen gaat het waakzaam en moeder
lijk oog van Koningin Wilhelmina over
al de nooden en de vreugden van haar
volk.
Moet ik nog meer feiten aanhalen om
te toonen de innige verbondenheid van
Oranje en ons platteland? Ik zou nog
kunnen wijzen op de vele bezoeken, die
de Koningin, soms vergezeld door Prin
ses Juliana, aan ons platteland heeft ge
bracht. ik herinner mij van.1913, 1919,
alleen uit mijn eigen provincie die van
1920, 1929 en 1934; uit menig voorval bleek
daarbij de groote gehechtheid onzer be
volking aan haar Vorstenhuis en bleek
ook de daadwerkelijke belangstelling der
Koningin in alles wat zij zag.
Hechter dan ooit staat de troon der I
Onze verdere fels naar Holland had
slechts één bezwaar, n.l. dat zij te lang
duurde. Nu wij door Sanders eenvoudig
uitgeschakeld waren en wij dus voor-
loopig geen aandeel meer zouden heb
ben in den loop der dingen, gevoelden
wij merkwaardigerwijze belden nog
slechts behoefte zoo- spoedig mogeiyk het
van gedachten te doen vei
eindelijk gaf ik het dan ooi
1 Bahders zou zelf moeten bei_T_.
meer 'onder de aandacht van het publiek i zijn principaal zich in hem Vergist had.
I
I
komt voor een belangrijk deel van de
eeuwenoude, traditie, van een groot ver
leden. Maar dat komt ook voor een niet
minder belangrijk deel van de wijsheid,
de toewijding en de gevende liefde onzer
Koningin zelf en van haar dochter onze
Kroonprinses Juliana. Want dat is de
heerlijke zekerheid, die wij in ons dra
gen: wij vertrouwen, dat eens <nze
Kroonprinses de waardige traditie der
Oranjes zal weten voort te zetten. Die
zekerheid is in ons, en zij wordt groo
ter, nu haar het voorrecht ten deel valt
den man harer keuze te hebben ontmoet
en zij niet alleen, maar samen met haar
man, zich kan voorbereiden op de taak,
die haar wacht. Wij hebben immers pas
nog in Engeland kunnen zién, dat de
koningskroon te zwaar kan zijn voor
een, mensch alleen. Zoo is er vreugde in
ons aller hart, nu onze Prinses is ge
trouwd.
Uitbundige vreugde naar buiten, inner
lijke vreugde naar binnen. En Neder
land, stad en land, Oost en West voelt
zich toegerust in hoofd en leden voor
de taak, die ons volk wacht, een taak,
die zoo kernachtig door wijlen Koningin
Emma is vastgelegd in de klassieke
woorden: laat ons groot zijn in_ alles
sultaat van een bijna veertigjarig wijs
en krachtig regeeren smaakt Koningin
Wilhelmina de groote voldoening, dat
mede door haar beleid, de laatste groote
groep, die der S.D.A.P., die in ons volk
nog mln of meer afzijdig stond van het
koningschap, thans tot haar troon en
haar persoon steeds meer nadert Oranje
geeft ons nationale leven een middel
punt en een bestendigheid door geen
anderen staatsvorm te evenaren. Dat
Ons platteland is deel van ons volk,
in den opbouw van ons grondgebied,
van onzen cultuurgrond openbaart zich
Immers één van de vele grootsche
scheppingen van ons volk. Groot van
bouw en, bedrijvigheid waren en zijn
onze steden, was en is ons zeewezen, was
en is ons koloniaal rijk, om te zwijgen
van alles wat onze natie heeft gewrocht
op het gebied van wetehschap en kunst.
Maar grootsch is ook de wording van
ops platteland. Zeide niet eens een
Franschman: God schiep de wereld
maar Nederland zijn eigen grondgebied.
In een eeuwenlange worsteling met de
zee, met de rivieren, moerassen, veen en
heide veroverde en bevestigde ons volk
zijn bestaansgrond. En in dien nog nooit
geëlndigden strijd groeide onze éénheid,
werd ons volkskarakter gestaald.
Moge ik dat hier met één voorbeeld
aantoonen: ons zijn bewaard gebleven
de z.g. Rüstringer Rechtsregels, oude
Friesche wetten, vermoedelijk dateeren-
de uit het begin der 12e eeuw. Men ziet
in de volgende aanhaling hoe de ver
dediging tegen de zee een gemeenschap
schiep met hen, die ver in het binnen
land woonden:
Dit is ook landrecht: dat wij Friezen
hebben een zeeburg te stichten en te
beheeren, een gouden band, die om ge
heel Friesland ligt, waarin elke dijks-
roede gelijk is aan de andere, en waar
de zoute zee beide des daags en des
nachts tegen aanzwelt; deswege zullen
zoowel de buitenst als de binnenst wo
nenden plichtlg zijn des winters en des
zomers langs de wegen te trekken met
slede en wagen, opdat de een den ander
daar op den dijk moge ontmoeten
Ook zullen wij Friezen ons land hou
den met drieërlei tuig: met de spade
en met de burrie en met de vork; ook
zullen wij ons land weren met zwaard
en met speer en met het bfulne schild
tegen dqn hoogen helm en tegen het
roode schild en tegen de onrechtmatige
heerschappij. Alzoo zullen wij Friezen
houden ons land van boven tot bulten,
indien God ons wil helpen en Sint
Petrus”. 1)
Terecht zegt prof. Thlery in de rede,
waarmede hij in 1930 het hoogleeraars-
ambt aan onze Technische Hoogeschool
te Delft aanvaardde, dat hier in een
voudige woorden de grondwet eener volks
gemeenschap wordt opgesteld, zoo ver-
heven grootsch en bondig, als slechts
zelden of nooit weer is bereikt. I
Deze wordingsgeschiedenis heeft voor j
werd gebracht.
Nieuwenhuls bleek dit volkomen met
mij eeiïs, inaar toch, zoo liet hij er op
volgen, hoop ik er nooit meer te komen,
De herinnering aan hetgeen zich in dat
land der 3000 meren heeft afgespeeld, zal
mij m’n geheele levert bijblijven.
niet aan mededeelzaamheid zal ontbre- cjeI1 volgenden morgen aan het ontbijt
tegenover hem zat, maar een zorgvul- I -
1™a...j-__a__ borgen schat konden echter wel eens
van dien aard zijn, dat uw overkomst
noodzakelijk is, merkte ik op. Maar Nieu
wenhuis bleek daarvan voorioopig niet
te willen hooren.
Ik maak mij dienaangaande geen
illusies, zei hij. Eerlijk gezegd, heb ik
m’n vertrouwen in de geheele zaak ver
loren en niets was mij liever dan dat ik
haar bij mijn aankomst in Haarlem voor
Ik geloof
niet, dat de heer Muhlheim met zijn
opgravingen iets zal bereiken hij zelf
bleek trouwens ook verre van optimis
tisch en wat de bemoeiingen van den
heer Sanders betreft, ook te dien in
zien koester ik weinig hoop op een goe
den uitslag, hoe graag ik ook zou willen
dat de dader van den moordop mijn
compagnon zijn gerechte straf ontving-
Ik voelde mij gedrongen mijn vriend
tegen dit gebrek aan vertrouwen in be
scherming te nemen, maar tenslotte be
sefte ik zeer wel, dat mij de kracht der
t om Nieuwenhuls
Proflteart nu van onze
Ik had nog een vraag op de lippen, i aanl^
maar sprak deze niet uit. Sanders be- noodzakelijk was en waar ook ik mij
merkte evenwel mijn aarzeling en hij
scheen mijn gedachten te raden' Hij
reikte mij de hand en zei: Hoe lang
ik nog noodlg zal hebben om achter de
waarheid te komen, weet ik nblet, Miel.
Het spijt me, dat ik je zoo mqet laten
gaan, maar ik verzeker je, dat het mij I
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
15 regels ƒ1.30, elke regel meer >0^25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentien in het Zaterdagnmmer 20
by slag op den pry's. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den pry's.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1—4 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger.
Gewone advertenitiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerd»
prys. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentien kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek
handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing
aa het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zyn.
A. VINGERLING
dlge bestudeering van het door den kell-
ner van den restauratiewagen bezorgde
1dat wij in
Berlijn onmiddeliijk aansluiting zouden
hebben aan den D-trein naar Holland,
terwijl met een rit naar het vliegveld.
Tempelhof en het vertrek van het eerst- j
volgende vliegtuig naar Amsterdam nog
minstens vier uren gemoeid zouden zijn. j
Dies besloten wij de reis per trein voort 1 7ou "kunnen" vergeten.”
te zetten, maar toen wij ons een half -
uur later met een flinke hoeveelheid lec
tuur in een hoekje van de coupé instal
leerden, kostte het ons toch eenige
moeite vrede te hebben met het vooruit
zicht nu nog eens een geheelen dag tus
schen de wielen te moeten doorbrengen.
Het onderwerp, dat ons nu bijna een
week lang had bezig gehouden, werd
vrijwel niet meer aangeroeM. Het kwam
slechts even ter sprake, toen ik in de
„Berliner Hlustrirte’’ een afbeelding zag
van een landschap in Oost-Prulsen, het-
jranderen en
10k maar op.
Banders zou zelf moeten belwijzen, d^t
----
En diep in mij leefde de hoop, dat hem
dit inderdaad zou mogen gelukken.
Op het Centraal Station te Amster-
dam namen wij afscheid van ielkaar. Het
werd een vluchtige begroeiing, daar
Nieuwenhuis slechts enkele minuten tijd
had om de aansluiting naar Haarlem te
halen.
Ik hoop u spoedig met den heer
Sanders bij mij te zien, zei hij en ik on
derschreef dezen wensch volkomen, daar
zeker slechts in dat geval vah een vol
ledig succes van den detective sprake
zou zijn.
Den volgenden morgen zat ilk weer op
m’n bureau, brieven openend i als voor
heen, na ettelijke dozijnen nieuwsgierige
vragen van m’n collega’s met ben niets
zeggend schouderophalen te hebben be
antwoord. inderdaad: ik was inlet veel
wijzer dan toen ik bijna een iweek ge
leden Sanders naar Haarlem vergezelde
om daar het eerste avontuur in deze
duistere zaak te beleven. Ook' later op
den ochtend moest ik tegenover m’n
hoofdredacteur tot deze erkenning to
men.
In ieder geval hebt u voldoende stof
verzameld voor een paar pakkende ar
tikelen, zei deze, toen ik hem in korte
trekken van mijn belevenissen
hoogte had gesteld.
(W&rdt vervolg.)
*4