w. 1 Het beroemde onderzoekers-echtpaar de Johnsons. Slapeloosheid. FILMNIEUWS. Het dageljjksch brood. Recepten. Wetenswaardigheden. terventie-kwestie Dat alles schijnt hier boven nauwelijks te bestaan! En zelfs de politici, die zich in St. Moritz bevinden, om er uit te rusten, spre ken in deze prettige vacantiedagen maar liever niet over de wereldpoli tiek en hebben het liever over de pres taties der Zwitsersche hockeyspelers! Titulescu, lang en mager, wandelt rustigjes heen en weer en schijnt voor niets anders oog te hebben dan voor het schoone Zwitsersche land schap. Het is als een paradijs, wel niet „echt", maar toch een „Ersatz" waarmee men best tevreden kan zijn! Met „Zebra- en Giraffenvliegtuig" boven het (Mrwond! Op bezoek bij de dwergmenschen. Naar' uit Zuid-Amerika wordt ge meld, werd hy een ongeval met een passagiersvliegtuig, in de nabijheid van San Fernando, het beroemde vlie ger- en onderzoekersechtpaar Martij) Johnson en Osa Johnson, zwaar ge wond, en is Martin Johnson aan de gevolgen van dit ongeluk overleden. Deze menschen maakten twee jaar geleden naam door hun vorschingen in voor de blanken nog onbekende ge bieden van Centraal en Zuid-Afrika. Met het „Zebra-vliegtuig" Ruim veertien jaar hebben de heer en mevrouw Johnson in Afrika door gebracht; aanvankelijk kwamen zij er heen om goud te zoeken, latei huurden zij een farm en hadden al spoedig een grooten veestapel. Lang bleven zij nooit op één bepaalde plaats. Toen zij geld genoeg bijeen hadden, verkochten zij hun have en goed en schaften zich te Londen twee amphibieen-vliegtuigen aam Het eene vliegtuig kreeg een soort zebra-huiu men wilde het grijs verven, waarover- heen men zwarte strepen schilderde. Het andere vliegtuig geleek, met zijn bonte vlekken, meer op een giraffe Wat had het vliegers-echtpaar met deze zonderlinge beschildering voor? Was het een grap of een gril? Zeker niet, meermalen is gebleken, dat men geen betere kleuren voor de machines had kunnen kiezen! Met de vliegtuigen trok men naai Afrika; men wilde gebieden betreden, waar nog- nooit tevoren een blanke voet had gestaan. Zoo vlogen de heer en mevrouw Johnson naar het Zui den en in .twintig maanden lang hoor de de buitenwereld niets van het op avonturen beluste echtpaar. „Olifanten zien u aan!" Deze beide menschen hebben met hun oogen, met hun camera, met hun toonfilmapparaat en met hun gramo- foon giraffen en luipaarden, -leeuwen en rhinocerossen beluisterd. Het ge lukte hun echter ook jachtgebieden te ontdekken, waarvan men tot nog toe niet had gehoord. Geheel nieuwe zo nes, welke zy op de kaart vastlegden, werden op de gevoelige plaat gelegd. De geografen hebben aan het echt paar Johnson dan ook veel te danken. Op een dag had men met de „Gi raffe" een panne en men zag zich ge noodzaakt te Janden. De landing ver liep vry vlot, doch was lang niet zon der gevaar, daar men in een... olifan tendorp terecht was gekomen, watfr 400 dikhuiden te keer gingen. Het waren enkele uren van angstig af wachten in de kleine, benauwde ca bine, doch Mrs. Johnson kon het niet laten interessante foto's van de wilde olifanten te maken... Johnson's vliegtuigen zyn op de meest zonderlinge en onmogelijke plaatsen van Centraal- en Zuid-Afri ka neergestreken. In het Krügerpark van Zuid-Afrika mogen de leeuwen tam zijn als schoothondjes, in 't hart van het donkere werelddeel zijn zij dit niet. Johnson's vliegtuig diende eens een noodlanding te maken in een oer woud. Een reusachtige leeuw kwam snuffelend naderbij en wilde juist aan een der machinevleugels gaan kluiven, toen Mr. Johnson z\jn camera „knipte" en meteen in de cabine sprong. Woedend sprong het dier ter zijde. Mrs. Johnson, die enkele uren tevoren van een vriendin in Pretoria een bouquet' rozen had gekregen, wierp de ruiker naar de leeuw, die er op af vloog en met de rozen, nog in papier gewikkeld, tusschen de strui ken verdween... Vit den hemel gevallen...? In de Belgische Congo hebben Mr. en Mrs. Johnson eens een ontmoeting gehad met Pygneeën, die nauwelijks wisten hoe blanke menschen ei* uit zagen en in elk geval nog nooit een vliegtuig hadden gezien. Men hield de vliegende menschen voor een soort van godheden, die door een vreemde vogel gedragen, uit den hemel waren gekomen. Aanvankelijk hadden de kleine menschen angst voor de blan ken, doch hun nieuwsgierigheid was grooter dan hun vrees. In haar boekwerk „Onze reis dooi' Centraal-Afrika" vertelt Mrs. John son het volgende over de Pygneeën „Hoe primitiever zij zijn, des te menschlievender gedragen zij zich! Zij zongen én dansten oin ons heen, bijna den geheelen dag. De oude, grij ze dwergen, de opa's en oma's, zijn even kinderachtig als hun kleinzoons en -dochters. Voor ons, blanken, wa ren de Pygmeeën bijzonder hartelijk. Men wilde ons op ieder uur van den dag laten eten en liefst de meest vreemdsoortige gerechten Men tveende bij het afscheid De Johnson's namen tijdens hun kort verblijf bij de dwergen op een dag een 8-jarig meisje mee de lucht in, dat een tochtje met het echtpaar mocht maken. Toen het vliegtuig op- Steeg, hieven alle Pygneeën een luid geklaag en geschrei aan. Wat was het geval Men dacht, dat het kleine meis je nooit meer terug zou keeren en mee genomen werd naar het hiernamaals. Reeds begon men met het aanheffen van doodsliederen en toen het kleine meisje levend en wel terugkeerde, be tastte men het voorzichtig. Zelfs de moeder van het kind durfde het nau welijks aanraken. Bij het afscheid van het vlieger echtpaar begonnen de Pygneeën op nieuw luide te weenen en het afschu welijk gezang der doodsliederen be geleidde het motorgeronk van de „Giraffe"... Niet te kunnen inslapen en zich uren lang van de eene op de andere z\jde omleggen is iets, waarover allen, die aan slapeloosheid lijden, mede kunnen praten. Verschillende prepa raten staan de lijders aan dit euvel ten dienste, doch deze nemen de oor zaak niet weg. In zeer vele gevallen is slapeloos heid te wijten aan nerveusiteit en nu eens tracht men door lezen den slaap te vinden, dan weer wordt het licht aan- en uitgetrokken, een slokje wa ter gedronken, en tenslotte komt het slaapmiddel aan de? beurt. Al deze menschen laten zich be- heersohen door hun zenuwen, zijn geen meester over hun wil, hierin ligt het groote geheim. De vrouw des huizes vindt het aan genaam om voordat zy naar bed gaat nog een uurtje te lezen met het resulr taat, dat zij het gelezene vóór zij gaat slapert verwerken moet en de slaap uitblijft. Anderen moeten 's avonds noodgedwongen nog naai- of verstel werk afmaken en haasten zich om klaar te komen. Door de opwinding gaat hun bloed sneller stroomen, het gevoel van moeheid verdwijnt door het drinken van een kop thee of kof fie en even later blijft de slaap uit. Is het te verwonderen, dat lichaam en geest niet de vereischte rust krijgen? Velen eten nog iets, alvorens naar bed te gaan en hierdoor heeft de maag weer werk te verrichten, hetgeen eveneens het inslapen verhindert. Opwindende conversatie prikkelt de zenuwen/die juist zooveel rust be hoeven, evenals het doen op den laten avond van allerlei spelen, die aan dacht en concentratie vragen. Wij zouden nog een lange reeks van alle mogelijke dingen kunnen opnoe men, die eenigszins nerveus aange legde menschen niet doen inslapen en ten lange leste aan een moelijk te overwinnen slapeloosheid doen lijden. Alles wijst erop, dat wjj ons maar al te gaarne laten overheerschen in- plaats den wil te sterken en afstand te doen van datgene, wat ten slotte de gezondheid geheel en al onder mijnt. In de eerste plaats moet de gedach te: „ik kan toch niet slapen", plaats maken voor: „ik wil slapen". Verder is een wandeling, desnoods van* twin tig minuten, dikwijls reeds voldoende om de gedachten af te leiden. Diepe ademhalingen voor het open venster vullen de longen met zuivere lucht en ten slotte moet men naar bed gaan, voor men zich overmoe .gevoelt. Is men over zijn moeheid heen, dan is het inslapen eveneens moeilijk. Volgt men ai deze dingen op, dan zal men inderdaad ten slotte de slape loosheid hebben overwonnen en wor den de zenuwen niet overbelast. Werklust en werkkracht worden dan tevens in groote mate opgevoèrd. PL "57b DRIE AVONDTOILETJES. Voor deze drie alleraardigste avondtoiletjes kiest men voor No. 7 witte crêpe satin met een ceintuur van lila fuweel met lange afhangende panden; voor No. 8 zal witte zijde eveneens zeer smaakvol zijn; dit model kan men garneeren met fijne kant. Het derde model, no. 9 is een meer klassiek model van taffetas. Thalia-Theater. „Onder Spaansche vlag". La Bandera zingt den lof van het vreem delingenlegioen: al wie door de maatschap pij worden uitgeworpen, omdat zij geen werk voor hen heeft, omdat zij zich door misdrijf onmogelijk hebben gemaakt, vin den hier een toevlucht in een eigen samen leving, met eigen eer en recht, naar eigen ihoraal. Niemand wordt naar zijn verleden gevraagd; de politiespion is door trllen ver acht. De kapitein is onmeedoogend streng, maar menschelijk. In de danskroegen is nog plaats voor zuivere liefde. En er is immer de genaderijke nabijheid van den dood, waardoor wordt goedgemaakt, wat, buiten het bereik van eenige straffende hand, een kwelling van het geweLi* bleef. Zoo ongeveer is de moraal van de ge schiedenis van Pierre, die, nadat hij te Parijs een man vermoord heeft, naar Spanje vlucht, ook daar geen veiligheid -vindt en bovendien weldra van zijn weinige geld be roofd wordt en dan dienst neemt in het vreemdelingenlegioen, waar de kameraad schap van verschoppelingen en verdoemden ds en de liefde van Aischa, maar ook de voortdurende achtervolging van den politie spion, die eerst ten allerleste de solidari teit van het legioen boven den prijs, die op het hoofdi van Pierre gesteld is, leert te laten gelden. En dan tenslotte sterft Pierre den eervollen dood tegenover den vijand, dien hy gewenscht heeft. De vrouwelijke rol in deze film wordt vervuld door Anna Bella. Zy is de Marok- kaansche Aischa. Ann» Bella... Anna Bella die eigenlijk Susanne Ohar- pentier heet, is de vrouw van den bekenden Franschen acteur Jean Murat. Beiden be- hooren tot de beste Fransche acteurs, maar dikwijls gaan hun wegen verschillende kan ten uit. Anna Bella is, evenals Jean Murat, zeer bekend. Het laatst heeft mén de charmant- actrice en filmster in het Thalia-Theater kunnen zier in „Variété" met Hans Albers en Attile Hörbiger. „San Francisco". Een historische film van Erich Pommer op komst. „San Francisco" heet de film, waarop we reeds eerder de aandacht vestigden j en welke als een der hoogtepunten'van het Amerlkaansche filmselzoen wordt be- van dat alles kent, dien ik alles kan leeren. Ja... dan...zei Marianne. Drie jaren waren verloopen sinds Marianne de secretaresse van Chris- tiaan Mundt was geworden. Veel was er veranderdMarianne droe^ nu ele gante japonnen, dure schoenen. Zij verloor echter haar dankbaarheid te genover Mundt niet, en zy werkte nog even hard voor hem als op den eersten dag. Nooit eischte zij iets voor zichzelf, hoewel veel van zyn succesvolle ideeën eigenlijk van haar afkomstig was. Voor hem bleef zy het kleine ding, dat hy eens had mee genomen en nog steeds zag hy in haar het schuchtere meisje van toen, hoe wel men haar bewonderde als een elegante vrouw. Op een dag, toén zy in Parijs op een boulevard-terras zaten, zei Chris- tiaan plotseling zonder inleiding: Ik ga naar myn vaderland terug. Ik blijf waarschijnlijk een jaar in Amerika en dan ga ik twee jaar naar Japan. Wat ga jij doen? Zy begreep zijn vraag niet. Wanneer vertrekken wij vroeg ze. Ik ga morgen. En ik? Had zij het werkelijk uitgesprokeh, of was het verbeelding, had haar hart zoo fel geklopt? Jij gaat naar huis terug. Het is het beste voor je. Ik heb wat geld voor je vastgezet, je zult geen gebrek lijden. Marianne zweeg; haar hand streek telkens over het witte tafel kleedje tusschen hen in. Zij zweeg en dat zwijgen werd een klacht, een bit tere klacht. Ik kan je niet meenemen, zei Gabin. stempeld. En dat is te begrijpen, want deze film bevat alle succes-verzekerende ingrediënten uit de Hollywoodsche film- bar in een uitstekende verhouding ge- mixd door een bekenden „bar-man": regisseur W. s. van Dyke Men moet be wondering hebben voor deze Amerlkaan sche film-zakenlieden, deze vereenvoudi- gers van het leven, deze handige tech nici, die alle machten en spanningen van het leven van liefde tot geloof en van degelijkheid tot vergevorderde ver wording, op hun transformatorenstation in enkele stroom en lichtmodulaties we ten om te zetten, waarmee ze groot- scheepsche effecten te voorschijn roepen en publiek trekken. En de cïïecten zijn in „San Francisco" van enorme afmetingen. Niet minder dan de ondergang van een heele stad, wordt met alle middelen van een geraf fineerde camera- en studio-techniek, in beeld gebracht om de n&leve kijjtlust, welke steeds weer bij het publiek en bij het bioscooppubliek in het bijzonder kan worden vastgesteld te bevredigen met een pracht van een knaleffect. De vreeselijke verwoesting van de groote stad door de aardbeving van 1906 dient hier als achtergrond voor een zeer simpel liefdesgeschiedenisje, waarin goed en kwaad met elkaar, zooals te doen ge bruikelijk is, om den voorrang strijden en waarin het goede dat in de gedaante van een gracieus meisjesfiguurtje over het witte doek zweeft, tenslotte „het beste van het spel" heeft om een sport- hij. Het is onmogelijk, dat moet je in zien. Wy beiden weten dat er tus schen ons beiden niets bestaat. In Europa gelooft men ons, Europa is romantischer, maar in Amerika zou men het niet begrijpen daarom moet je gaan, Marianne. Waar moet ik heengaanIk heb immers geen thuis... Ik was negen tien jaar, toen jij kwam; ik hoorde aan mijn kantoor, niet aan mezelf. En toen kwam jy' en ik behoorde aan het werk en aan de reizen, en nu laat je me alleen... Maar je bent toch anders zoo flink en zoo rustig, zei hy verwon derd. Ze lachte hulpeloos. Hoe kun je zoo blind zyn! Zie je dan niet, dat alles eigenlijk oh jou berust? Jij gaf me myn zekerheid. Ik was niet mezelf, maar Christiaan Mundt. Zie je dan niet, dat ik zonder jou een leeg omhulsel ben, dat breekt bij den minsten schok Maar... Het kan me niet schelen wat de menschen van me denken. Ik wil voor jou niets anders zijn dan het kleine ding, dat ik altijd geweest ben. En jy kunt mij ook niet missen. Jij hebt dat kleine ding noodig, dat je opzij kunt duwen, maar dat er toch steeds is. En ook daarom ga ik niet weg, Christiaan Mundt. Want ik hou van je... -r— Hou je van me Hij zag er lang niet zoo verbaasd uit, als zij verwacht had. Waarom heb je me dat niet vroe ger gezegd? Je hebt me,er nooit naar ge vraagd. Christiaan schudde het hoofd en er schitterde iets in zijn oogen, Ja, zei hij vroolyk, dan zal er niets anders op zitten, dan met je te trouwen, kleintje. Neen, o neen riep Marianne nef- tig uit. Ja zeker, zei hy vergenoegd en stak zyn pijp aan. Waarom zou ik niet met je trouwen? Wy mannen krijgen zulke goede gedachten altijd zoo laat! Jammer, zoo heb ik drie goede jaren verloren! Je hebt me die drie jaren toch altijd bij je gehad? Ja zeker. Maar het was soms verdraaid moeilijk Wat?, Om je yiet te kussen. De mensehen op de boulevard ble ven staan en verbaasden zich overliet feit, dat een man en een jonge vrouw elkander op klaarlichten dag op café-terras kusten, alsof zy aich te- samen in een donker laantje bevon den../ term te gebruiken. Het kwade, och dat ia ook zoo kwaad niet, het is eigenlijk in den grond ook goed, het heeft alleen „panne" op zijn levensweg. En aangezien de Amerikanen ervan houden alles kern achtig te doen, wordt het verloop van. de liefdesgeschiedenis, behalve door de aardbeving gestimuleerd door de noodige opstoppers, zaken, welke men in een film van het „Europeesche tempo" spoedig als te bar gaat bestempelen, maar die in de Hollywoodsche producten met merkwaardig gemak en volkomen vanzelfsprekend worden uitgedeeld en geïncasseerd. Dit is trouwens toch een van die din gen welke karakteristiek zijn voor de film in het algemeen, dat Is waar maar toch in het bijzonder voor vele producten van de Hollywoodsche film makers: alle levensuitingen doen zich bekoorlijk onproblematisch aan ons voor, het is allemaal heel eenvoudig, te een voudig naar onzen smaak misschien, maar desondanks nooit vervelend, ln tegendeel gewoonlijk meesleepend en on derhoudend Maar is niet de „fantasiemachine", met welken afschuwwekkenden naam men de filmapparatuur wel eens betitel de. in den grond Iets anders dan het vertelsel- en sprookjesboek van de tegen woordige generatie? „San Francisco" begint met een ru moerig oudejaarsfeest, waarbij een bran dend hotel een spanning verwekkenden achtergrond vormt en tevens Mary, de heldin van het verhaal, dakloos maakt zoodat ze bij Blackie den eigenaar van een cabaret, bij wlen ze weldra als zan geres een baantje krijgt, een toevlucht moet zoeken. Mary is een plattelandsmeisje, onbe dorven en rein en met een stem als een nachtegaal en Blackie heeft niet veel tijd noodig om even hard vlam te vatten als het hotel, waar Mary vandaan komt en het spreekt ook vanzelf, dat het schoone en talentrijke meisje spoedig de noodige beroemdheid heeft verworven. Dan komt de aardbeving en vernietigt de stad, de gebouwen, het cabaret en op het eerste gezicht vreest men niet an ders dan dat ook alle menschen als slachtoffer zullen vallen. De opnamen van de ontzettende verwoesting in de stad, waar gebouwen in brokken vallen, waar diepe afgronden zich in de straten openen, het is alles overweldigend en gedurfd van opzet cn geslaagd van uit voering en een uitstekend staaltje van effecten, welke de moderne filmtechniek bereiken kan. Met een, maximum aan effect en een maximum aan middelen is een resultaat bereikt, dat inderdaad indrukwekkend is, Jeanette MacDonald en Clark Gable, twee van de sterren, die tot degenen be- hooren ,die tegenwoordig wel het meeste bewondering bij het publiek wekken, vervullen de hoofdrollen, met dien ver stande, dat Jeanette een deel van de hare zingt, èn verdienstelijk, zooals we dat van haar verwachten Dat er ten- slotte nog een happy end is, temidden van de puinhoopen van de stad, welnu, dat gunnen we de geschrokken en ge ruïneerde menschen graag. Werkelijk, het zou moeilijk zijn een film te bedenken met grootscher effec ten, met kllnkender namen, met meer attracties bijeen dan deze, die zelfs voor de, wat humbug betreft, toch anders niet spoedig verschrokken nazaten van Uncle Sam er een is, welke aandacht moet trekken. Albei's te midden van oude bekenden en nieuwe gezichten. Dezer dagen zal een nieuwe Albers-Ucic- ky-film der Ufa „Verboden Lading" in Am sterdam, Botterdam en den Haag en spoe dig daarna ook elders, haar première be leven. Het is een film, waaraan liefhebbers van ademlbeklemmende spanning en sensgtie pleizier beleven zullen. Hans Albers speelt voor kapitein van een schip, geladen met pianokisten. Midden op zee ontdekt men echter dat deze kisten machinegeweren voor een vreemde mogendheid bevatten. Dan wordt getracht het schip tot zinken te bren gen. Het water stroomt naar binnen. Het schip maakt hevig sl&gzy. Er breekt een onbeschrijfelijke paniek uit. Doch Albers weet haar te onderdrukken en het schip be houden binnen te brengen. Onder de mannelijke tegenspelers van Hans Albers zien we er drie, die reeds eer der met hem hebben samengespeeld. Daar is in de eerste plaats Eberhard Leithoff, de man, die het schip, waarop zich het verhaal afspeelt, tot zinken tracht te brengen. Hem hebben wy gezien als de begaafde tegen speler van Albers in „Goud". In „Verboden Lading" treden eveneens op René Deltgen en Alexander Engel. Deze •beide spelers hebben wy reeds gezien in „Savoy-Hotel 217", de film, waarmee Al bers by de Ufa terugkeerde. Onder de vrou welijke partners zien we geen oude beken den. Het zyn er vier: Ida Turay, Erna Fentsch, Lotte Lang en Ellen Frank. Ida Turay is de dochter va^ een. bekend Hongaarsch kunstschilder, die op het too- neel in haar vaderland reeds veel succes geoogst heeft. Ze heeft gestudeerd aan de tooneelacademie te Boedapest en geldt sinds jaren als de ongekroonde koningin van het Hongaarsche tooneel. Ze had- rlog niet voor de film gespeeld. Erna Fentsch is ook van het tooneel afkomstig. Haar föto- 'genieke verschijning viel echter spoedig op. Ook Lotte Lang en Ellen Frank debutee- ren in, „Verboden Lading" en het feit, dat zij in hun eerste film met Hans Albers wor den samengebracht voorspelt reeds veel Een tweede „Garbo"? De Ufa heeft de hand weten te leggen op de bekende Zweedsche /actrice en echt- genoote van den intendant van het „Ki>- nigliche Theater" in Stockholm, Zarah leander. Zy is voor eenige jaren vast aan deze maatschappij verbonden. De Ufa had den journalisten reeds medegedeeld, dat het hier de belangrijkste ontdekking sinds vele jaren betrof. Thans lezen wy in de Zweed sche en Duitsche pers artikelen, waarin Zarah Leander „de tweede Garbo" wordt genoemd en waarin de Ufa met dit con tract geluk gewenscht wordt. By de Bavaria te München wordt weder om een nieuwe film met Benjamino Gigli in de hoofdrol opgenomen, onder regie van Carl Hednz Martin. De vrouwelyke hoofdrol speelt ditmaal Geraldine Katt, die daarmee in haar tweede film optreedt, nadat zij met zooveel succes debuterde in Rinhold Schün- zel's film „Zestien jaar". De titel van deze Gigli-film is „Der San ger ihrer Hoheit"; in de verdere rollen tre den op: Gustav Waldau, Frits Odemar, Jo seph Eich'heim, Gina Falckenberg, enz. In Weenen werden de opnamen van een groote revue-film „Première" getiteld, be ëindigd. Deze film is zeer groot opgezet, er treden driehonderd figuranten in op, terwijl acht en veertig dansspecialiteiten uit Lon den, Parys, Berlijn en andere steden wer den gehaald om onder regie van Géza von Bolvary hun nummers uit te voeren. In an dere opzichten is deze revue-film niet Ame- rikaansch, doeh meer speelfilm, in het genre ,;Maskerade" en „Burgtheater". In de hoofdrollen debuteeren twee artisten van het tooneel: Karl Martell, een Oostenrijker, en Zarah Leander, een Zweedsche. LOET BARNSTIJN'g FILMSTAD. Ook een speciale afdeeling voor smalfilms. Eenigen tyd geleden is gemeld, dat in Loet C. Barnstyn's Filmstad ook een spe ciale afdeeling voor smalfilm zou worden opgericht. Deze nieuwe uitbreiding is thans een feit geworden. Het groote laboratorium heeft een niet onaanzienlijke verbouwing ondergaan en het werd verrijkt met een groot aantal nieuwe machines. „Smalfilm- stad" is thans niet alleen uitstekend ge outilleerd voor het afdrukken en het ont wikkelen, doch ook op het gebied der z.g. omkeerfilm volledig ingericht, zoowel voor den handel als voor particulieren, terwijl bijzondere aandacht is besteed aan het ver kleinen van 35 mm. film op 16 mm. film. De geluids-smalfilm heeft de speciale at tentie van de ingenieurs van het laborato rium. Het is niet alleen mogelijk om van een normale geluidsfilm, zooals die in de bioscooptheaters vertoond wordt, een ge- luids-smalfilm te maken, doch kwalitatief is hierin ook geen onderscheid te bemerken. Zoowel Nederlandsche als buitenlandsche speelfilms zullen in het laboratorium op smalfilm worden omgezet. Een afdeeling voor het leveren van amusements-smalfilms, teekenfilms, speelfilms en actualiteiten is dan ook in voorbereiding. Het is de bedoe ling om door een perfecte organisatie op smalfilmgebied tegemoet te komen aan de steeds groeiende belangstelling van het Ne derlandsche publiek voor smalfilms. Verwerkt alle resten. De bede, die in het „Onze Vader" voorkomt, om het dagelijksch brood, geeft er een heilige beteekenis aan, zonder dat wij ons hiervan wellicht bewust zyn. Het dagelyksche brood, dat de mensch zoozeer behoeft, dat het een deel van zyn voeding uit maakt. Wie brood, dat over is, weg gooit, doet dan ook zeer verkeerd en deze opvatting werd ons dan* ook reeds van onze jeugd ingeprent. Wanneer wy in later jaren wellicht eens een snede brood in de hand had- den en op het punt stonden deze in de vuilnisemmer te deponeeren, dan was het alsof we terugschrikten en dach ten: „Neen, geen brood weggooien." Is het U in .dit opzicht wel niet eens hetzelfde gegaan, lezeressen? Hebt ge U ook niet meermalen afgevraagd wanneer ge 's morgens op straat liep en de vuilnisemmers stonden gereed langs de stoepen om geledigd te wor den, waarom er zoovele sneden ach teloos op lagen?... De eerbied voor het dagelijksch brood is nog lang niet diep genoeg'in- geworteld by alle menschen, anders ware het niet mogelijk, dat zij dit zouden weg werpen. De moeder moet het hare kinderen ^prenten, dat zelfs een korstje brood niet mag worden weggeworpen, ten zij voor de dieren. De huisvrouw kan al het overge bleven brood verwerken wat bij een zorgvuldige berekening van de hoeveelheid per dag nooit zóó veel kan zijn. Zelfs de ongebruikte korsten wor den gedroogd in den oven en voor pa neermeel gebruikt. Enkele sneedjes igeven met een citroenschilletje, mèlk 'i'én suiker een voeilzame toespijs. Sneed jes brood, geweekt in melk en ei en gebakken in boter, bestrooid met suiker zijn niet minder smakelijk. Waarom op vleeschlooze dagen niet een broodschoteltje gemaakt van twee lagen brood met een laagje gesnip perde appels ertusschen en het geheel overgoten met 3 a 4 kopjes melk, 2 eieren en eenige eetlepels suiker, daarna een half uurtje in den oven geplaatst. Broodkoekjes, broodommelet met jam bestreken zijn heerlijk, terwijl sneed jes oud brood geroosterd of in boter gebakken een smakelijk voor gerechtje geven met wat garnalen, zalm, een plak tomaat en ei, roerei en nog enkele andere beleggingen. Waar zoo vele mogelijkheden be staan om „maar een paar sneedjes brood te verwerken" op een of andere wijze, is het toch zeker wel zonde om 2e achteloos weg te werpen. Moeders, leert Uw kinderen eerbied hebben voor het dagelijksch brood en ziet toe, dat ook maar niet minste on benut wordt weggedaan. Tomatensoep met groene kruiden. 1 kalf spoot of wat kalfsbeentjes, 1% L. water, 1 dubbel busje tomatenpurée, sap van lA citroen, laurierblad, peterselie (eenige takjes), 1 uitje, 2 kruidnagels, een wortel, peper, zout, 50 gram boter, 50 gram bloem, 1 eetlepel gehakte kervel en 1 eetlepel ge hakte peterselie. Het kalfspootje (of de beentjes) wordt opgezet met ruim 1V6 L. water, laurierblad, kruidnagelen, peterselie, uitje, worteltje, en zout en dit laten we tesamen trekken ge durende minstens een uur, vooral niet hard koken ,doch is de bouillon aan de kook ge- oracht, dan blyft ze daarna slechts <om het 1 Kookpunt. Boter en bloem worden verwarmd en by gedeelten 'by de gezeefde bouillon roerende toegevoegd, daarna vermengen we de vloeistof met de tomatenpurée en het citroensap, laten de soep nog een minuut of vyftien doorkoken en doen er even voor het opdoen de gehakte peterselie en kervel door. Naar verkiezing kunnen we er een schaaltje met in boter gebakken brooddob- Dolsteentjes bijgeven. Gestoofd vleesch met mosterdsaus. 5 h 6 ons runderstaartstuk, 1 L. water, 1 wortel, 1 laurierblad, 1 kruidnagel, 1 uitje, eenige takjes peterselie. Voor de saus: L. bouillon, 75 gram boter, 50 gram bloem, 1 lepels mosterd. We zetten het gewassohen vleesch op met 1 liter kokend water, zout en de kruiden en zorgen dat het vleesc'n in een goed gesloten pan zachtjes blyft koken gedurende 2 urn-. We halen het vleesch uit de bouillon en zeeven de laatste, terwyl de hoeveelheid vocht pl.m. L. moet zyn. We maken nu de saus en smelten de boter, die wy met de bloem vermengen en hier bü kleine hoe veelheden tegelijk de bouillon bijvoegen, waarna wy de saus ongeveer 5 min. laten doorkoken, daarna de pan van het vuur nemen en de mosterd erdoor roeren. Het vleesch wordt aan niet te dunne plakken gesneden, op een verwarmde schotel gelegd en bedekt met een gedeelte van de saus, de rest kan apart in een sauskom worden ge presenteerd. Crème Bruxellaiae. Ws ons bitterkoekjes, 2 eieren, L. melk, 1 pakje vanillesuiker, 30 gram mai- zena, 75 gram suiker, 50 gram rose en witte schuimpjes, een flinke lepel abrikozen- of andere jam. De bitterkoekjes worden met jam bestre ken en in een glazen vlaschoteltje gelegd. De melk wordt aan de kook gebracht met sui ker eh vanillesuiker en de eieren met de niaizena tot een papje geroerd, waarbij lepel voor lepel een deel van de heete melk gevoegd wordt en daarna komt alles terug in de pan; de vla moeten wy dan onder goed roeren nog even laten doorkoken, waarna deze wat moet bekoelen; daarna wordt de vla over de bitterkoekjes gegoten. Is alles koud geworden, dan wordt de op pervlakte afwisselend met rose en witte schuimpjes gegarneerd. We kunnen deze schuimpjes ook zelf ma ken door 4 of 5 eiwitten met 3 lepels poe dersuiker en een pakje vanillesuiker zeer pl m MODERNE AVONDJAPON om zelf te maken. Dit eenvoudige, .smaakvolle avondtoilet kan men heel ge- makkeiyk zelf maken. Maak de rok van zwarte glanzende zijde, de lange blouse van gewerkte zyde of zwarte kant. Kiest men het laatste, dan moet aan de rok een glad de ondertaille gemaakt worden. Figuur 1 is het voorstuk, plaats de rechte naad tegen de vouw van de stof. Doe dit ook voor figuur 2 de ba=.qua, even zoo oor fig. 3 de rug en fig de achterkant van de basque. en 6 brengen in beeld <le voor- en achterbaan *an de rok. Hier voor cid stof breed ui vouwen, geheel schuin en hec patroon tegen ae schuine vouw van de stof leggen. Figuur 5bis is het aparte stukje dat aan de zynaad wordt genaaid voor de ruime plooi van de rok, evenzoo fig. 6bis. Figuu. 7 stelt voor het pu- troo.i van de mouw. Voor dit toilet heeft men noodig 4 Meter Stof van 80 c.m. of 90 c.m. breed, voor taille 42 ■m 44. stijf te kloppen; van de helft leggen we kleine hoopjes op een stuk papier en de andere helft kleuren wij met een paar drup pels plantenrood rose en komt eveneens in kleine hoopjes op het papier en daarna in een zeer lau/wen oven; zyn de schuimpjes droog, wat wel eenigen tijd duurt, dan wor den zij voorzichtig van het papier afgehaald en op de vla gelegd. Handige kooksters kunnen het eiwit in torentjes op het papier spuiten met de gar- neerspuit. Stevige winterkost jes. „Stevige winterkost" dan denken we in de eerste plaats aan de Oud-Holiandsche stamppotten en de eveneens in Nederland van oudsher bekende erwtensoep. Maar weet u wel, dat er nog een heel ander type bestaat, waarvan de oorsprong óók in het verre verleden ligt en dat in het stadsleven tenminste op den achter grond is geraakt? In die streken van ons land, waar men het nog wèl is blyven ge bruiken, spreekt men er niets dan goeds van, en het kan dus van belang zyn, dat we er ook anderen mee in kennis stellen. Het meest bekende voorbeeld van dit type vormt de „andyvie-sla", maar daarnaast komen ook voor de verschillende soorten „koolsla" (witte-, savoye- of roode kool). En nu moet u niet denken, dat onder „sla" hier bedoeld wordt de koude, met olie en azijn aangemaakte groente, want daarop is de betiteling van stevige winterkost nu niet juist toepasselijk. Het gerecht bestaat eigen lijk uit alle bestanddeelen, die ook in den stamppot voorkomen alleen, ze worden op een andere manier by elkaar gebracht en de groente wordt niet meegekookt, maar héél fjjn gesnipperd en rauw gebruikt. Voor een gezin van 4 personen zouden we het volgende recept kunnen gebruiken voor Andijviesla of koolsla. 4 struikjes, gele andyvie of ongeveer 500 gram roode-, witte- of savoye kool, 2 K.G. aardappelen, wat zout, 1 uitje, 250 gram rookspek, 3 afgestreken eetlepels bloem, 1a L. water, 2 Maggi's bouillonblokjes. Maakt de groente schoon, snipper ze zoo fyn mogelyk (de kool kan ook over een grove rasp worden gestreken) en zorg er voor, dat ze volkomen droog in de slabak wordt gedaan. Kook de aardappelen op de gewone wyze gaar en schud ze kruimig. Bak terwyl de aardappelen koken, het spek zachtjes uit, laat er het gesnipperde uitje even in meebakken en giet er dan het water by met de daarin opgeloste bouillon blokjes; bind de saus met de aangemengde bloem, laat ze een oogenblik zachtjes door koken en breng ze over in de sauskom. Breng desverkiezende afwisseling in het gerecht door by de andyviesla een schaaltje gesnipperde Wet te geven of door de ge raspte of geschaafde kool te vermengen met een gesnipperd preitje. Of wel, vervang het gebakken spek door b.v. 100 gram boter of mélange en maak dus in plaats van een speksaus een botersaus by het gerecht; geef er in dat geval ter verhooging van de voedingswaarde een schaaltje gekookte witte boonen by ,of, indien vleesch ge wenscht wordt, per persoon 50 gram gesne den ham of corned beef. Losse heften van messen zyn bui tengewoon hinderlyk in het gebruik en deze kan men repareeren voor ge lijke -deelen aluin en zilverzand te mengen en boven een vlam te smelten, daarna in de opening van het heft gieten, dat men met een nyptang vasthoudt, het lemmet er stevig indu wen en het mes vervolgens eenige dagen buiten gebruik houden, zoodat het mengsel inderdaad hard kan wor den. Messen, waarvan het staal een wei nig ongely'k is aan het snijvlak, wor den heet gemaakt boven de gasvlam, daarna scherpt men ze met het snij vlak van een oude schaar, daarna daarna worden ze op de slijpplank of in de machine geslepen en schoonge maakt. Deze behandeling geldt alleen voor niet roestvrij staal.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1937 | | pagina 4