1 Brandstof f NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN bergambacht, berkenwoudr, bodegraven, boskoop, goüderak, haastrecht, moordrecht, moercapellé, J0EUWERKERK, OUDERKERK. OUDEWATER, &EEUWUK, SCHOONHOVEN, 8T0LWUK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, en& Zaterdag 27 Februari *937 75e Jaargang. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen Gegarandeerde oplage 8000 ex. en CARILLON Regenmantels Capes I Bohlfnann Vlammende Schoonheid. Een vorm van egoïsme. Brieven uit de Hofstad. Dames- en Kinder- HO I94B8 0.25 (Wordt vervolgd). Dit nummer bMaat ait twee Nadao. EERSTE BLAD. I Enorme keuze Nieuwe Modellen Betrouwbare Kwaliteiten Nog steeds de bekende lageM prijzen it en de Ie van gebouwd, ia in Voor Prima ’n Gevoelige huid? ’n Zware baard!! „Carillon Mesjes” Goud waard! aouoA. FEUILLETON. ■Naar het Engelsch van TEMPLE BAILY. Rotterdam reden niet in den, Prov. weg. Elk dag hechtenis, erdam heeft op den tveen met een snelheid en. Er staan borden b die heeft verd. niet de gevorderd gulden weegs. len C.V. Dortmund.) E. i het Ebbe-gebergte entrale punt is van i kring van 20 K.M. I drogen tijd er voor ons, dat de belangstelling voor de muziek lieve, blauwe oogen. Hij kwam inderdaad even later, maar niet alleen, en niet in antwoord op haar boodschap. Rickey was bij hem. Uit haar schuilplaats hoorde zij hun stemmen; eerst die van Michael: Weet je waar je zuster is? Toen Rickey: Al wist ik het, dan zou ik het nog niet zeggen. Het spijt me, dat je er zoo over denkt, Farquhar. Hoe zou ik er anders over kunnen denken? Met is niet mooi van u, om Jinny uw attenties op te dringen, alleen omdat ik u duizend dollar schuldig ben. Zij hoorde Michael’s scherpen uitroep: Als. je jezelf was, zou ik je dat laten terugnemen! Ik neem niets terug, en ik ben be-* reld met u te vechten. Virginia sprong op. Zij voelde, dat zij nu moest te voorschijn komen, maar Michael’s volgende woorden hielden haar terug. Laat ons vrienden zijn, Farquhar. Dank je voor de eer. Ik zal je Je geld terugbetalen, maar ik wil niets met je tijdschriften te doen hebben, noen met Jou! Doodsche stilte, waarna Michael weer sprak: Er is geen reden, om dit onderhoud voort te zetten, is het wel? Misschien zul Je je excuus komen maken, als Je weer jezelf bent. algemeen schijnsel is van onzen tijd, valt niet te zeggen. Men zou haast geneigd zyn te gelooven dat een algemeene ver- i zij geen lust gevoelen tot bizondere inspan- I I 10 stuks Carillon Extra 10 stuks 0.50 Vraagt Uw winkelier Voor Engros I iiai tu muuei tiouoi UC. 1 Ufel 1 laaraan ue iet bruikbaar is :yn au. voor i. bpr. items ven trek gemeen, dat de egoïst alleen zich zelf ziet en nooit buiten de grenzen van zijn eigen persoonlijkheid kan uitkomen. Kan men dat nu zeggen van het kind of zelfs van de volwassene, die moeilijk iets van het zijne aan anderen afstaat? Het is ongetwij feld een egoïstische trek. Maar of hij zich al dan niet naar buiten openbaren zal, nangt van zooveel bijkomstigheden af. Er zijn wezenstrekken, waarin het egoïs me zich veel duidelijker uitspreekt en waarin we toch vaak dat egoïsme niet her kennen. En dit is wel in bizondere mate het geval bij die menschen, die men vaak als krachtige menschen en mannen van de daad pryfct en die toch in de verte of dichtby verwant zyn aan de bemoeizucht.gen en bedilzuchtigen, die ons leven verzuren. Heerschzucht, bemoeizucht, bedilzucht, het zyn alle openbaringen van een egoïsme, dat alleen zich zelf kent, zich zelf ziet en daar om anderer rechten miskent en vertrapt. In onzen 'tijd is het goed, ons daarvan re kenschap te geven. We hebben de neiging om mannen als Mussolini te bewonderen. Maar we moeten niet vergeten, dat een Mussolinie alleen mogelyk is door de ont kenning van anderer recht en anderer pei- soonlykheid. En het zijn dan ook de tal- looze kleine Mussolmis in de wereld, die den onderlingen stryd aan ons allen onver mijdelijk opdringen, zoolang we ons niet willoos onderwerpen. Maar ze begrijpen niet, dat het hun fel egoïsme is, dat deze stryd veroorzaakt. Zy zien feitelyk alleen zich zelf en kunnen daarom niet begrijpen dat hun inzicht, hun meening, hun verlan gen, zoo ze voor hen zelf al beslissend zyn, niet voor anderen dezelfde beteekenis heb ben. Dat wanbegrip maakt, dat ze anderer inzicht en meening en levenswijze niet kunnen eerbiedigen en anderer leven naar hun opvatting willen regelen. Die regeling achten ze de best denkbare. En ze zien daar om niet in, dat hun dryven de sterkste vorm van egoïsme is, die zich denWen laat. Ze willen juist het beste voor die anderen, heet het. Maar in werkelijkheid willen ze slechts eigen wil doorzetten, eigen opvat- L ting doen zegevieren. En dat ze dit niet begrijpen, als een zoeken van zich zelven alleen bewijst juist, hoe diep dit egoïsme in het wezen zelf wortelt. Want ze zien met meer buiten zich zelf, kunnen niet meer buiten zich zelf zien. Dat er andère men schen naast hen zyn met dezelfde rechten, zullen ze in woorden erkennen, maar in hün diepste wezen feitelyk niet begrijpen. Want het is niet enkel, dat ze anderen naar zooals jij bent. Hij is niet kwaad, maar hij is op het verkeerde pad, en jij kan hem op het goede brengen. Ik wil zijn --i—-ut Ar*. cnHulzi wan arawan Hit. ning. Misschien ook zyn de gebieden alle afgegraasd en uitgeput, zoodat er niets nieuws meer valt te oogsten. Het leven dat men met een algemeene term, het cultureel leven pleegt te noemen, ligt voor een goed deel stil. Eén der oorzaken daarvan is wel, dat de financieele steun er aan hoe langer hoe meer wordt onthouden als gevolg van de algemeene bezuiniging op ieder gebied. Tot deze conclusie móet men wel komen als men hoort hoe alle vereenigingen op cultureel gebied lamgeslagen liggen als gevolg van den achteruitgang van het leden-aantal en de groote daling der inkomsten ,die er het gevolg van is. juist om wat hij voor Cynthia was, dat ik weet, wat hij voor jou zou kunnen Hij was altijd heel teeder en be- doen is, wordt door de aanwezigen nog eens extra bezuinigd door geen gebruik te ma ken van de vestiaire, geen programma te koopen en geen kopje koffie in de pauze te verschalken. Vroeger zoo vertelde hy ons, telden wij het aantal aanwezigen en daar naar regelden wy de hoeveelheid consump tie in de pauze. Tachtig procent van de aan wezigen maakte daarvan gebruik. Thans is dat percentage tot de helft en nog minder gedaald. Er heeft een opschuiving plaats gehad naar de goedkoope rangen. In vele theaters is het aantal dure plaatsen al gehalveerd; de laatste ryen daaTvan zyn by de daarop volgende pryzen-groep ingedeeld en zoo is vooral de midden-soort aanmerkelijk toege nomen. De opbrengst der vermakelijkheids belasting is in 1936 wel hooger geweest dan in 1985, maar daaruit blijkt niet op welke wyze het geld is besteed. Men moet ook al tijd in aanmerking nemen, dat de bevolking ook met een zeker percentage is toegeno men. De voortdurende daling van het tram verkeer is een teeken dat meer zegt voor den gang van zaken. Het is niet gering, het verschil in dit opzicht. Er is één tyd ge weest de hoogste punten dat er in een maand vijf en een half millioen menschen per tram werden vervoerd. Dit is thaïis tot precies de helft, n.l. twee en driekwart mil lioen gedaald. In een interview dat de leider van het Residentie-Orkest, Dr. Peter van Anrooy dezer dagen gaf, klaagde hy over gemis aan belangstelling voor de muziek, met name by de jongeren en hy weet dit aan de overlading by het onderwijs, waardoor hun de lust werd ontnomen en zy liever opper- ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, overal waar de bezorging per looper ,geschi^dt._^Franco_ per_ post per_kwartaal^ 3.15. "Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA, bij onze agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren. Onze bureaux zyn dagelijks geopend van 96 uur. Administratie en Redactie 'Delef. Interne. 2745. Postrekening 48400. liet menschentype is eindeloos geva rieerd. Dat orengt de groote verscheiden heid in het leven en met die verscheidenheid ook den rijkdom en de scnoonneid. Maar het orengt ook de tegenstellingen en den stryd en den haat. Overal waar verschil is, diep gaand verschil, is stryd onvermydelyK. «Want nieansJld kan eigen aaïd verloochenen, en aan anderer aard volkomen recht laten wedervaren. Maar bovendien dringt de bi zondere geaardheid van sommigen dien Elryd als met onweerstaanbare kracht aan ieder op. Wy onderscheiden wel in net leven de vredelievenden en de oorlogszucntigen, de meegaanden en de onvergetelyken, de ireedzamen en de ruziezoekers. Maar het u> met deze onderscheiding, die ons helpen Kan de groote tegenstelling te begrypen. die we op het oog nebben, wanneer we zeg gen, dat sommiger geaardheid den stryd aan anderen als opdringt. Al zyn ruziezoekers en oorlogszuchtigen gevaarlijker voor den vrede dan de vreed- zamen, het gevaar, dat ze opleveren, kan nog vaak bezworen worden, wanneer men hun zoo veel mogelijk uit den weg gaat, hen geheel met rust laat. Het groote gevaar dreigt van een heel anderen kant, van den kant van hen, die een ander niet met rüst laten, niet omdat ze zoo graag ruzie zoe ken, maar in den grond der zaak omdat ze alleen zich zelf zien. De verscheidenheid der menschen brengt allerlei tegenstellingen, die scherper of minder scherp tegenover elkaar staan. Maar dit is wel een der scherpste tegen stellingen die tusschen hen, die altyd en overal alleen zich zelf zien en hen, die ook voor anderen en anderer rechten, anderer zienswijze, anderer verlangens, anderer leed en anderer vreugde oog en oor hebben. Egoïsten zyn we ten slotte in diepste^ zin allemaal. Maar toch weten en voelen en zien we, dat er verschil bestaat, niet enkel gering gradueel verschil, maar essentieel verschil tusschert wat we in het dagelyksch leven egoïsten noemen en hun tegenvoeters. Alleen onderscheiden we meestal niet op juiste gronden. De egoïsten, dat zijn niet zy, die niets of weinig missen'kunnen voor anderen en de niet-egoïsten de mededeelza- men. De grens loopt dieper. En het egoïsme openbaart zich daardoor in tal van vormen. Maar in eiken vorm heeft het die wezens- Elk van onze daden wordt beloond of gestraft, wij zien dat evenwel niet in, omdat de belooning ons altijd te gering en de straf ons te groot lijkt. hun inzichten willen doen handelen en le ven. Ze erkennen ook feitelyk geen ander inzicht naast het hunne. Daarom willen ze ook dat inzicht tot wereldwet maken. Vaak is het niet eens eigen oorspronkelijk in zicht, waaraan ze die beteekenis geven. Maar wat eenmaal langs welken weg dan ook hun opvatting geworden is, achtten ze maatgevend voor de wereld. Er is natuurlyk onder hen een groot verschil, ook in hun heerschzucht of be moeizucht. Een man als Mussolini ziet de wereld natuurlyk oneindig ruimer dan een bedilzieke oude tante. Maar dit moeten ze gemeen hébben, dat ze zich zelf met mis kenning van anderer persoonlijkheid, als de uitdrukking van den wereldwil zien; omdat ze in diepste wezen alleen zich zelf zien. En doordat ze dien eigen wil aan anderen willen opleggen in het groote en in het kleine, wekken ze den Böoit eindigenden strijd. moeder er niet de schuld van geven, dit is nu eenmaal haar wereld en zij zou er niet bulten kunnen. De schuld ligt bij mij, ik had mijn idealen moeten opgeven maar ze aan Tony moeten voorhouden. O, je hoeft mij niet te vertellen, lieve Virginia, dat jij in het leven gelooft en in de liefde en in alle andere mooie goe- j de dingen, waar zoovelen van ons mee spotten. i I Rij zweeg en staarde naar het schil- I derlj vóór hem. Dat Is mijn huisgezin, tien Jaar na mijn huwelijk geschilderd. Virginia keek naar het groote schil- derlj. Zij had het dien middag niet ge zien. Het stelde Jane Bleecker voor, in een statig blauw sleeptoilet, met een hoog kapsel, waarin een diamanten dia deem fonkelde. Zij zat In een gebeeld- houwden armstoel, en haar echtgenoot stond achter de leuning ervan De oude Anthony was toen nog een Jonge An thony, en hij leek zóó sprekend op Tony dat Virginia er bijna van schrok. Tony, een jongetje van acht jaar, zat op een kussen aan zijn moeder’s voeten en tegen Jane Bleecker’s knie geleund stond een klein meisje in een wit jurkje Het kleine meisje was ons dochter tje, verklaarde Anthony. Zij stierf, toen zij vijf Jaar was. Zij heette naar mijn grootmoeder uit Maryland, Cynthia Ho ward. Tony aanbad haar. Ik geloof, dat hfl er nooit overheen is gekomen. Het is K Want de oude Anthony hield van de dingen van het hart en den geest, maar in de zakenwereld en in de wereld, waar in zijn vrouw hem noodzaakte te leven, telden die dingen absoluut niet. Het eenige, wat daarin telde, waren aandee- len en effecten, sport en plelzler Vertel mij eens, onderbrak hij Vir ginia plotseling. Ben Je van plan met Tony te trouwen? Waarom vraagt u dat? - Omdat hij je liefheeft, en omdat ik net erg prettig zou vinden. Maar ik houd niet van hem, zei ze eenvoudig. Zou Je het ook niet kunnen op den duur? Ik geloof van niet. Is er een ander? Zij hield haar adem in. Ja O, dat spijt mij. Ztf zaten een oogenblikje zwijgend, wen begon hij weer. Het- «Filjt mij meer, dan Ik Je kan ^gen. Tcfny moet een vrouw hebben zijn. scherménd. Zij legde haar hand op zijn arm. Ik wou dat het waar kon zijn. Kun Je onmogelijk? Zij schudde het hoofd. Ik geef toch alle hoop niet op, zei hij glimlachend. Ik zou niemand liever als de meesteres van Derekdale willen zien... De meesteres van Derekdale, de mees teres van Derekdale... Tony’s woorden schoten haar weer te binnen en zij had wéér het gevoel van een dreigend onheil. Een stem in de deur zelde: Anthony! Het was Jane Bleecker. Zij droeg een tulen, bleekrose avondtoilet, dat glin sterde van de opgestikte kralen. Zij zag er jong genoeg uit, om voor de klein dochter van de dame op het portret te kunnen doorgaan. Over een paar minuten gaan wij soppeeren, kom je niet beneden, An thony? En tegen Virginia? Michael McMillan vroeg naar u. Zij zei niet, dat Toily ook naar haar vroeg. Zij is weggeloopen van onze mistle toe cotillon, Jane, legde haar man haar uit. Het was een beetje te luidruchtig naar haar smaak... Jane haalde haar schouders op. Beste Anthony, wij leven niet meer ,A. VINGERLING Til. 3336 f». S. D. Boon t Co Wanneer de graanprijzen stjjgen en de eieren niet onmiddellyk mee gaan in dien stijgende ly'n, besteedt de Tweede Kamer er een gansche dag aan om pleidooien te hou den voor steunverleening aan de kippen- houders. Is er echter op cultureel gebied een dito malaise, dan hoort men daar geen woord over. Dat kan wel wachten, is de al gemeene opinie. Hoe zwaar is de strijd van duizenden en tienduizenden werkers in allerlei beroepen en hoe weinig notitie neemt <ïe Regeering daarvan! Wy zullen het haar niet al te zeer euvel duiden, maar het is toch wel heel hard, als men hoort en ziet hoe de geheele groep van kunstenaars op ieder gebied een zwaren strijd heeft te voeren, die nog tel kens door verhooging van de levenskosten en de belastingen wordt verzwaard en daar naast voor iederen handelaar in welk ar tikel ook de medewerking en de steun van de openbare kas wordt gevraagd als de levensstrijd zwaarder wordt. Er wordt in politieke kringen geklaagd over gebrek aan belangstelling, over toenemend verzet en de groeiende ontevredenheid, maar men laat na daarvan de oorzaken op te sporen Als men op dit gebied eens iets verder ging speuren dan zynneus lang is, zou men misschien heel wat slechter toestanden vinden, dan in tal van bedrijven en indus trieën het geval is. Er gebeurt weinig op cultureel gebied, zeiden wij, en vooral valt er niets nieuws te signaleeren. Men kan het onder anderen zoo merkwaardig bespeuren als men er op uitgaat om voor het een of ander doel een vergaderlokaal te huren. Nog niet zoo lang is het geleden, dat wij moesten klagen over een tekort van dergelyke lokaliteiten. Soms moest men maanden tevoren al bespreken om een zaaltje machtig te worden. Nu be merkt men, dat er overal te kust en te keur open is, omdat er veel en véél minder ge beurt dan vroeger. Dit is wel een frappant verschijnsel, waaruit blijkt hoe het cultureele leven in de versukkeling is geraakt en zijn vleugels niet meer kan uitslaan. MCOCLXIV. Vereenigingen op cultureel gebied. Het is opmerkelijk hoe weinig nieuws er op ieder gebied voorvalt. Of het aan de tijdsomstandigheden is te wijten dan wel i een r’-J_ I moeidheid de menschen heeft bevangen van het O.M. vond h.. ive s patroon eens te hoo aak daarvoor voor on^. ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda pn omstreken (behoorende tot den bezorgkring) 15 regels ƒ1.30, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring: 15 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Advertentiën in het Zaterdagnuinmer 20 bijslag op den prijs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1-4 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0.50. Op de voorpagina 50 hooger Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden prijs. Groote letters en randen worden berekend npar plaatsruimte. Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van soliede Boek handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóór de plaatsing aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te zijn. treding vuurwapenwei Uier te Gouda stom rtreding det vuurwapen, el heelt hu patrone„ u h®t Heette, dom naar net voor een u m.M. tllu. met preeie» t. wek* ho( ut, uuar men er op iuet goed weg mee wist “C1 U.M. me.xte uat het juer om e#u v uurwapenwet interpretatie, voor vuur- veiUacute stratbatr ”ocr v uurwapem eischte met hevel tot ver nietiging van de pa- sloot zich by het laat de straf voorwaardeljjk d van een jaar. /.onder ijcnt gere(jen, looimoven neeit met een waaivan net achter- v eruacnte zeiue, dit m« zien» suos. 2x2 dagen. Vou- i. 2 x; 1 dag. zonaer licht kreeg G. J. J 1.— subs. 1 dag en »n en ryden met etn treilt kroeg G. II. te subs, i dag. wee vai> het verkeer. juda reed met zyn auto t toen hy vanaf den n Bleekerssingel wilde rderde voor deze ver. .0.subs, 4 dagen. De te het schappelijk en tot 2.-subs, 1 dag. •degraven heeft niet op len en kreeg nu 5.— hechtenis. rkerk a. d. IJasel be- n wagen, met voorzien icht en een siechts aan nde lantaarn aan de eerste feit kreeg hy voor het tweede 0^0 Het gevolg is, dat de prijzen voor de huur van allerlei lokaliteiten zeer is gedaald. Eén dier verhuurders vertelde ons hoe hy ook op vlakkig vermaak zoeken. Of dat nu juist is, andere wyze had te lyden onder de alge- laten wy in het midden, maar wel ly'kt het meene bezuinigingen Als er nog iets tc Koian<ra+aili„o- vnnr H» miwiak in den tijd van koningin Victoria! Virginia had een scherp antwoord op haar lippen, maar zij hield zich in. I Uw man heelt mij uw schilderij laten zien, mrs. Bleeckers. U ziet er nu Jonger uit dan toen. Dat komt deor hetx korte haar en mijn kieeren, zei Jane. Zij keek op naar de dame in het blauw en plotseling rust ten haar oogen op het meisje in het wit. Als Cynthia er nog was, zou zij nu bijna twintig zijn, zei ze, en het leek Vir ginia of haar stem zachter klonk. Zij vroeg zich af, of er ook een mistletoe- cotlilon zou zijn geweest als de dochter van Jane Bleecker dit Kerstbal had mee gemaakt. Jane wendde zich af van het schil derij. Kom Anthony, wij moeten naar be neden. Met hun drieën gingen zij de trap af. Maar bij de deur van de balzaal verliet Virginia hen en begaf zich naar de biblio theek. Vóór zij er binnentrad, sprak zij in de hall een bediende aan Kent u mr. McMillan? En toen de man bevestigend ant woordde: Zoudt u hem willen vragen om in de bibliotheek te komen, bij miss Farqu har? Toen de man zich omdraaide, voelde Virginia haar wangen gloeien. Wat zou hij wel van haar denken? Zij zette zich op den divan achter het scherm en wachtte. Dadelijk zou hij voor haar staan, haar toelachen met zijn 601ID8GHE ailRAM.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1937 | | pagina 1