Hef SUCCES van BAKKERIJ Steenland'1 Brood- bakkerij GOUDA EN DE VOLKSHUISVESTING hebben wij te danken aan kwaliteit, lage prijs en op meest moderne, hygiënische wijze bereid brood. Ons Brood bevat de beste Voedingswaarde, niet alleen voor zieken, maar ook voor degenen, die hoofd- of handenarbeid moeten verrichten Zeer^concurreerend in prijs Zeer groote omzet Lage prijs Zeer smaakvol bereid UW en ONS profijt GOUDSCHE COURANT DONDERDAG 1 APRIL 1937 TWEEDE BLAD Gedeeltelijke Doorsnede van 3de verdieping r 2de verdieping Iste verdieping a 10ns bedrijf is op verzoek door iedereen te bezichtigen, ook voor Vereenigingenl FINANCIEELE PERSPECTIEVEN. TOESTANDEN VROEGER EN THANS. STEENUMTS GOEDKOOPST Roer- en meng- installatie Deegkamer met Zeeft-installaties Brood bereiding Automatische Opmaakmachine, Rijskast, Opbal- en Afweegmachin STEENLAND1 BAKKERIJ IIkt werkloozencijfer... de barometer van den HUIDIGEN TIJD. DE VERHOUDING TUSSCHEN RIJK EN GEMEENTE EN DE ONTWIKKELING VAN HET ECONOMISCH LEVEN ZIJN BESLISSEND VOOR DE TOEKOMST. Mr. H P. C. M. DE WITT WIJNEN. Bij een Jubi leum behooren bloemen en hoog gestemde spee - ches, ook zelts ln dezen tijd. Zoo behoort ook (een bijdrage in een Jubileum nummer nietbij voorkeur in mi neur te zijn ge steld. Het is daarom geen gemakkelij ke taak in eep Jubileumnummerte schrijven over de financieele perspectie ven van een stad, die zoo zwaar door de crisis getroffen is als Gouda. Echter zelfs aan den meest duisteren hemel is nog wel eens een enkel hoop gevend sterretje te ontdekken. Aldus ook aan het financieele firma ment van Gouda. Hiermede wil ik in dit feestnummer beginnen. Als hoopgevende ster beschouw ik de zekerheid, die ik heb en waarvan ik ook wil getuigen, dat de itnancieele toestand van Gouda in wezen, hoe arm de stad ook moge zijn, gezond is. Er is in het spraakgebruik een uit drukking. als antwoord op de vraag, hoe het iemand gaat: Gezond maar arm. Dit is ook voor Gouda van toepassing. Gouda is financieel gezond, doch arm. Wat versta ik onder financieele ge zondheid? Ik versta daaronder, dat de lasten die Gouda drukken ook duidelijk uitkomen in dê Gemeente-begrootingen en reke ningen der crisisjaren, dat er dus niet getracht is. door allerlei gemanoeuvreer en gemanipuleer met cijfers, een minder rooskleurigen toestand te verbloemen en te verdoezelen Op dit punt kan Gouda den toets der crltiek doorstaan. De budgetalre positie van onze stad steekt naar mijn meening in dit opzicht gunstig al bij tal van an dere gemeenten in ons land, Jazelfs pre- lereer ik haar boven die van het Rijk. De beroemde ..noodverbanden" Van Minister Oud, zij mogen als vondst ver nuftig zijn kan men moeilijk beschou wen als grondslag van een gezond finan cieel beheer. Wat is hiervan het gevolg en dus het Itnancieele perspectief? Dat Gouda weet. waaraan het toe is en voorts dat, indien te eeniger tijd in de komende jaren de dalende tendens van het maatschappelijk leven door een opwaartsche beweging wordt vervangen, geen verkapte lasten meer drukken als reminiscens aan de crisisjaren en aus de voordeelen van de opleving gebruikt kunnen worden tot wegneming van las ten voor de burgerij, waardoor deze bur gerij krachtiger, nationaal en interna tionaal aan de concurrentie kan deel nemen. altijd aangenomen, dat geen nieuwe uitgaven en dus nieuwe lasten, worden gecreëerd of van hoogerhand opgelegd Populair uitgedrukt, zou men kunnen zeggen: Er zit gefri verborgen oud zeer meer. Teekenend voor het Verschil in finan cieele structuur is bijv. hetgeen B en W. van Amsterdam hebben meenen te moe ten doen. Deze toch hebben toegezegd een nota te zullen verstrekken aan den Gemeenteraad van de hoofdstad naar ik meen zelfs een „geheime", o heilige democratie waarin opgesomd zouden worden diverse financieele maatregelen, die in deze jaren waren nagelaten, d®ch bij een verdwijning van de crisis fclsnog moesten getroffen worden Aan dergelijke nota's heeft de Raad van Gouda geen behoefte. Wat zijn nu verder de perspectieven voor onze stad? Ik zou willen zeggen: Deze liggen in den schoot der goden. Indien ik deze heidensche beeldspraak doorvoer, dan is de godheid de Lands- regeerlng. gepersonifieerd in den Minis ter van Binnenlandsche Zaken Veel, zoo niet alles, zai afhangen of en in hoeverre de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten bestendigd blijft in den geest, zooals zij thans is, of. ciat de regeering bij wijze van „bezuini ging" op het Rijksbudget deze verhou ding voor de gemeenten ongunstiger zal maken. Geschiedt dit, sombere wolken zullen boven Gouda, de industrie-stad met zijn hoog. bijkans constant, werkloozencijler, samentrekken Daarnaast zal veel afhangen van de ontwikkeling van het economisch leven, zoowel internationaal als nationaal en de mate. waarin Gouda daaraan zal deelnemen en van een eventueele op leving zal proiiteeren. Tot op heden is hiervan weinig of niets te bemerken. Een der beste baro meters hiervoor, de stand der werkloos heid blijft onrustbarend om en nabij het cijfer 'AKA) zich bewegen. Het üoudsche bedrijfsleven heeft nog geen vat gekregen op de opleving, die men nationaal en internationaal meent te bespeuren, of mankeert het ons soms aan bewapeningsindustrieën? Tenslotte zullen de nieuwe wegen, in en om Gouda, de vermeerdering van: de treinverbindingen met de groote steden van ons land. een financieel perspectief voor Gouda kunnen openen. Gunstig in dien zin. dat misschien eindelijk onze industrie-terreinen, waar aan tienduizenden guldens zijn ten koste gelegd, hunne bestemming zullen berei ken en niet langer in den staat van degradatie zullen verkeeren, als speel weide en voetbalterrein. Ongunstig- door deze omstandigheid, dat de snellere verbinding langs weg en rail het forensen zal doen toenemen. Wat dit punt betreP zal deze omstan digheid zich niet slechts tot Gouda be perken. doch tal van steden in ons land treffen. Zonder wettelijke maatregelen ob dit gebied, is de kans groot, dat wij in Nederland direct gaan naar een ver- pauperizeering der industrie- en werk- gemeenten, ten behoeve van enkele ..be lasting-eilanden" Dt^gevaren, die hieraan kleven, zijn vele. Zij liggen niet slechts op financieel gebied, doch zullen kunnen groeien tot een ontwrichting van het maatschappe- liik leven., door. een verpauperIzeerlng van de zoogenaamde ..Provincie" en door de algeheele verstoring van het nood zakelijke saamhoorigheidsgevoel van stadsbestuur en bedrijfsleiding. Is toch burgerzin te verwachten van fabrikant, bedrijfsleider, of welken em ployé ook. wiens kennis van de stad. waarin zijn bedrijf gelegen is. beperkt wordt tot den weg van het station naar zijn bedrijf en wiens grootste interesse zal uitgaan naar de stationsklok voor oplossing van de vraag of het forensen treintje. waarin hij zoo gezellig met zijn lotgenooten kan „kankeren", af of niet gehhald zal worden? En toch zal burgerzin, offervaardig heid voor het algemeen belang, welk be stuur epn stad of staat ook heeft, steecfc moeten blijven de oercel voor een ge zond maatschappelijk leven Reeds heeft kenlijk de Vereeniglng van Nederlandsche Gemeenten, -blijkens de rede. welke haar directeur onlangs bij haar zilveren feest heeft gehouden, haar aandacht geschonken aan dit, ook voor Gouda, zoo belangrijke vraagstuk, dat wel eens te weinig wordt bezien als keerzijde van de medaille „prima ver bindingen". Moge de oplossing ln dien zin gevon den worden, dat ln Nederland de werk steden. zooals Gouda, ook kunnen blijven de steden, waarin men woont, zijn in komsten verteert en aan het maatschap pelijk leven deelneemt. 'Wordt dit werkelijkheid, het finan cieele perspectief van Gouda zal niet zoo somber behoeven te zijn, als de huidige tijdsomstandigheden wel eens doen ver wachten: Mr. H. P. C. M DE WITT WIJNEN. Wethouder van Financiën. •Het Kantongerecht Gouda vóór 1 Januari 1934 en daarna. Het.Kantongerecht Gouda heeft van oudsher een belangrijke plaats in de rechterlijke Indeeling ingenomen. Het is het centrum van een flink be volkte welvarende streek wat ïeeds op civielrechtelijk gebied grootcn invloed op de werkzaamheden uitoefent, doch ook op st ral recht el ijk gebied Met ingang van 1934 werd het rechts gebied van het Kanton Gouda zeer ver groot door de opheffing van de Kanton gerechten Schoonhoven en Woerden; dit bad tengevolge, dat het aantal gemeen ten. hetwelk onder dit Kanton toen res sorteerde. verdubbeld werd, n.l. van 12 op 24. Wanneer wij nu in aanmerking nemen de vele wetten en verordeningen, welke alleen re^ds de laatste jaren tengevolge van de crisis en op het gebied van het openbaar verkeer zijn uitgevaardigd en nog andere factoren op economisch ge bied. dan is het niet te verwonderen, dat de verrichtingen, zoowel civlelrech- terlijk als strafrechterlijk, zeer zijn toe genomen. niettegenstaande, ten opzichte van de civiele zaken, de tijdsomstandig heden en ten opzichte van dc strafzaken, de sinds eenige jaren bestaande regeling tot voorkoming van strafvervolging. Zoo worden thans Jaarlijks ruim 600 civiele processen behandeld en ruim 2500 strafzaken, terwijl door het groote aantal inwoners tot het Kanton behoo rende, een flink aantal extra-judicieale zake/ wekelijks worden behandeld. Mr J W R VAN Griffier De belangstel ling voor het wonen der bevol king is sinds de nu voorbijgegane vijf en zeventig Jaren wel zeer veranderd. Het was in die dagen met de volkshuisvesting niet bijster gun stig gesteld, even- E. A. POLET min als met de volksgezondheid, waarvan de eerste een onderdeel is. Bij de behandeling van de gemeente wet in de Tweede Kamer werd geciteerd uit een boekje van een Goudschen arts. Van de ïbUXX) inwoners, die onze stad telde, gebruikten 9741 inwoners bijna in het geheel geen brood. Hun voornaamste voedsel bestond uit aardappelen. De gemiddelde leeftijd te Gouda lag meer d/ua 8 Jaar beneden die van de wereldstad Pgrijs. De verhouding van de doodgeborenen tot de levend geborenen, welke in het geheele Rijk werd geacht te staan als één tot twee en twintig, was voor Gouda één tot veertien. De gotelingen voor de Nationale Militie geleken volgens bedoel de dokter: „een hoop jongens van 12 tot 14 jaren". En wat de Volkshuisvesting betreft, treffen we een ijiet malsch oordeel aan in het rapport, dat op verzoek van Koning Willem III dbor het Koninklijk Instituut van Ingenieurs in 1855 werd uitgebracht. De Oranjevorst wenschte: „te worden voorgelicht omtrent de ver- elschten en dc inrichting eener woning en omtrent de middelen welke zouden kunnen leiden tot verbetering van den hoogst ongunstigen toestand, waarin de huisvesting van de arbeidende standen verkeerden". In Gouda waren de meeste woningen vochtig door onvoldoende fundeeringen, de daken waren niet beschoten, de vloe ren lagen gelijk of lager dan de aan grenzende straten Door de geringe ruimte, die tusschen de woningen onbe bouwd gelaten werd, konden licht en lucht niet toetreden De huizen waren geplaatst in stegen en sloppen en in somüige gevallen moes ten meerdere gezinnen zich behelpen met één gemeenschappelijk privaat. Deze was dikwijls niets anders dan een uit bouwsel' boven water, dat in verbinding met een der grachtch stond. In ieder geval -kon «r öictfwèize geen- sprak* zijn van verstopte riolen. Verscheidene woningen bevatten een donkere huiskamer tegen welks blinden achterwand de bedstede getimmerd was. Onderin lag de wintervoorraad Aardap pelen. terwijl boven de slaapplaats der ouders op halve hoogte een z.g.n. „krib" was aangebracht, waarin het Jongste ge zinslid de nacht doorbracht Ziedaar een bloemlezing voor uitbreiding vatbaar van de kwalen, die menschelijke wo ningen teisterden. Voor Gouda ls er. bij de beschouwing van de woningtoestanden in de laatste helft der vorige eeuw. één troost, n.ldat er geen kelderwoningen bestonden. Vol gens Ir. Keppler waren er in 1874 in Amsterdam 49H1 uit een enkele verdie ping bestaande, afzonderlijk bewoonae verblijven, gelegen 11 A 1 meter benedtn de aangrenzende straten. Het is mij bekend, dat in het in 1896 verschenen rapport van de Maatschappij Tot Nut van het Algemeen, over het vraagstuk der Volkshuisvesting, als oor zaak van de bestaande misstanden ge wezen werd op het feit, dat de meeste Hollandsche steden voorheen vestingen waren en dientengevolge geen ruimte voor stadsuitbreiding boden, met als ge volg het volbouwen van alle beschikbare ruimte. Daarmede is echter niet verklaard de volgens de tegenwoordige opvattingen volkomen onjuiste wijze waarop de bouw buiten de Singels, ongeveer na 1866, plaats vond. Zoo werd b.v. de Boom gaardstraat die nog geen 5 M. breed is. aan belde zijden bebouwd Hoewel er vólop ruimte was. werden woningen ge zet van even 3 M. breedte. Gelukkig werd langzamerhand, mede als gevolg van de meerdere volksontwik keling, de bestudeering - in het laatste kwartdeel der vorige eeuw van de maat schappelijke vraagstukken, meer aan dacht gewijd aan de vraag, op welke wijze een betere huisvesting mogelijk was. In 1901 kwam de Woningwet van Minister Goeman Borgesius met mede werking van alle partijen tot stand. Ook Gouda's gemeentebestuur heeft de door deze wet opgelegde verplichtingen uil ge voerd en van de gegeven rechten gebruik gemaakt. De verordeningen op den wo ningbouw kwamen tot stand, uitbrei dingsplannen werden vastgesteld, voor een betere rioleeclng werden plannen ontworpen Hadden onze voorvaderen eeuwen geleden reeds, gezorgd voor een bijkans kosteloos werkend spoelsysteem. waarbij door het inlaten van versch IJselwater alle grachten en riolen wer den ..geschuurd", bij den aanleg van de straten* bulten de Singels werden de huisriolen eenvoudig naar de aanwezige sloten gelegd Tot welke onggwenschte toestanden dit in den loop der Jaren leidde, ls vastgelegd op een hierbij afge drukte illustratie. Geheel gevuld met HOE HET WAS! Hoe de loozing der riolen op de slooten dezt deed vervuilen, toopt dit onaestaetiseh plaatje van do sloot gelfgen tusschen P. Bothstraat en Graaf van Bloiss'.raat faecaliën enander vuil veroorzaakte deze sloot, gelegen tusschen P. C. Both straat en Graal van Bloisstraat'een ver pestende stank Op welke wijze het ge meentebestuur aan deze onhygiënische toestanden een einde wist te maken toont de andere afbeelding. Ook van de bevoegdheid tot opruiming van krotwoningen is gebruik gemaakt. In dit verband moet met dankbaarheid den arbeid der Gezondheidscommissie worden herdacht. Nog onlangs nam de Gemeenteraad met algemeene stemmen het besluit, tot onbewoonbaar verklaring van een aaneengebouwd complex. Kan op deze wijze worden voortgegaan en volgt na onbewoonbaar verklaring af braak van de oude en herbouw van moderne woningen, dan zal worden voor komen het ontstaan van minder fraaie stadsgedeelten in de binnenstad. Werd voor den oorlog bijna uitsluitend door particulieren in den aanbouw van woningen voorzien, na 1914 kwam deze nijverheid nagenoeg tot stilstand. In die jaren moest wel door de Overheid wor den ingegrepen. Voor 80 pet. werd door Rijk en gemeenten in de woningproduc tie voorzien. De snelle aanbouw werkte het duurder worden der woningen nog in de hand. Zeer tereqht is door Dr. Wibaut ln dit verband opgemerkt: „Dat het In die dagen wel scheen of geld geen rol speelde" In geen land ter wereld wërfl naar^verhouding gedaan, wat Ne derland deed Het Rijk gaf aan voor schotten de som van 909 millioe^i gulden uit. waarvoor aan den bouw van 225(XX) woningen steun verleend werd. De bouw kosten per woning waren ln 1920 geste gen tot gemiddeld f 5500.of het drie dubbele van die in 1914 Een economische huur was op den duur van deze wonin gen niet te verwachten en daarom volg de op het bouwprobleena een huurpro- bleem. De bijslagregelingen werden in gevoerd. De jaarlijksche bijdragen uit de openbare kassen steeg tot 2UOen in sommige gevallen zelfs tot f 300.— per woning! Het zal wel voor leder duidelijk zijn. dat dit niet zoo kon doorgaan. Intusschen was het in onze gemeente gegaan als elders. Eind 1936 waren er ln onze stad 7098 woningen, (huurwoningen, ambtswoningen en eigendommen), waar van 209 woningen onbewoond. Verder 1049 woningen met nering of bedrijf, waarvan 30 woningen onbewoond. In het cijfer 71-98 zijn begrepen de door de ge meente en de vereenigingen gebouwde 760 woningen voor de totale' som van rond 4 millioen gulden. 3979476,62). De gemiddelde kostprijs per woning was dus f 5236,15. Het goedkoopste complex was dat aan de Karnemelksloot, bijtijds gebouwd in 1914" (eenvoudige woningen voor kleine gezinnen bestemd). Deze 76 woningen kasten gemiddeld 1598,80 per stuk. Heel wat ongunstiger zijn de cijfers van St. Joseph, n.l.. 176 woningen ge bouwd in 1921 voor f 1492989,95, of per woning l 8482,90. De z.g.n. economische huur (8 pet.) zou moeten zijn pl.m. f 13.per week. De huidige huur is echter gemiddeld pl.m 4.6b per week. De kroon spanden de woningen van het tweede complex Kort Haarlem, getxjuwd in 1922, zijnde 104 woningen 9312,86. De economische huur zou moeten zijn 14.30 per week. De huur is nu gemiddeld 4.70 per week. Zooals uit deze opgaven blijkt, waren ln het algemeen ook by deze, woningen de bouwkosten abnormaal hoog. Daaren boven zijn groote bedragen uitgegeven om het geleverde knoeiwerk op te knap pen. Op een enkele uitzondering na, worden ook hier jaarlijks duizenden, guldens bij gepast, om tot een sluitende exploitatie ie komen. Met de aanpassing van de huren aan de zeer verlaagde loonstandaard, is het gemeentebestuur zeer goed geslaagd. De uit dien hooide ontstane texorten wor den voor i door het Rijk gedragen, voor het andere i door de gemeente. Voor heen voorkomende verhezen door huur- derving bij ledigstaan der woningen, be hooren na de verlagingen tot het ver leden. Meer dan in menige grootere gemeente ls na de oorlogsjaren de aanoouw door particulieren ter hand genomen. Daarbij zijn loffelijke voorbeelden vah gedurfd initiatief als b.v. de woningen met bom vrije kelders aan de Burgvnetkade, die zich dan ook in de belangstelling van deskundigen uit stad en land mogen verneugsn. Ook voor de toekomst is aanbouw in het gevolgde tempo, met het oog op de bevolkingstoename van onze stad, ver antwoord. In de „Volkswoning" schreef de Hoofd inspecteur van de Volksgezondheid (Volkshuisvesting): „Het is steeds dui delijker geworden, dat zonder de mede werking van de particuliere bouwnijver heid, overwinning van den woningnood nimmer zal gelukken." Het ls ter stimu leering van deze nijverheid, dat de ge meente Gouda haar bouwrijpe gronden verkoopt tegen den zelfkostenden prijs, in ieder geval aanmerkelijk goedkooper dan andere vergelijkbare gemeenten. Natuurlijk is met al wat hierboven werd geschreven, het vraagstuk niet uit geput. Niemand weet, wat de toekomst ons brengen zal. Maar wei staat ook voor de toekomst vast de groote beteekenis van een goede huisvesting voor de ontwikkeling en de welvaart van ons volk. Aan het oude spreekwoord, dat slechts in een gezond lichaam een gezonde ziel kan huizen, is wel eens toegevoegd, dat slechts in een goede woning een gezond lichaam gedijen kan. Er zijn menschen, die in de beste wo ningen mislukken. Er zijn bevoorrechte naturen, die ook in de slechtste krotwoning mensch blij ven. Voor de meerderheid geldt wat Prof. Biesterveld eenmaal schreef: „Er is een mate van welstand, ook voor den nede- rigsten van noode. om aan de roeping als mensch Gods te kunnen voldoen". E. A POLET. Wetho.uder van Gemeentewerken en Volkshuisvesting HET RIOLEERINGSWERK dat aan de verontreiniging der slooten een einde heeft gemaakt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1937 | | pagina 3