Handweven in Zweden. Wat de nieuwe mode brengt. Wollen stoffen. Wat October in den tuin te doen geeft. Inmaken van zuurkool. Nuttige wenken. RECEPTEN. Bij uitstek vrouwelijke bezigheid. door Mevr. G. C. Meyer-Schwencke. In geen land wordt de weefkunst zoozeer beoefend als wel in Zweden en op de meeste meisjesscholen is het in het leerplan opgenomen. Bijna in iedere woning, op het platteland en in de steden vindt men een weefstoe- stel aanwezig. Vrouwen van alle stan den stellen belang in de handweef- - kunst en weven met groote vaardig heid. De»meesten harer hebben een op vakkennis gebaseerd oordeel be treffende kwaliteit der weefsels, zoo dat zij niet aangewezen zijn op den prijs als bepaler van de kwaliteit. Dank zij deze vakkennis treft men ook nagenoeg in alle Zweedsche ge zinnen een groote voorkeur voor het aanschaffen van de beste soorten lin nen aan. In Noord-Zweden maakt ook thans tiog de linnenkast en zijn. inhoud de trots der huisvrouwen uit. Vol geest drift kan men hen levendige en lange debatten hooren voeren over drik, da mast, linnen enz. en als bewijs van wederzij dsche appreciatie worden dikwijls weefpatronen, die jarenlang in het bezit van een familie waren, uitgewisseld. Kleine kleedjes worden vaak nog samengesteld uit afgedragen hand- geweven kleedingstukken en wel op zulk een smaakvolle wijze, dat alleen cfë ingewijde de herkomst vast kan stellen. Geverfd, in reepen geknipt en keurig aan elkander verbonden ge ven zij een levende kroniek van de garderobe der bewoners, doch daar naast een zeer aparte vloerbedekking, die zich buitengewoon goed aanpast aan moderne interieurs. De school voor handweven heeft een groote-bekendheid verworven, die zij voor een groot deel. te danken heeft aan de persoonlijkheid der leid sters, doch tevens aan het feit, dat de Zweedsche vrouwen zich bijzonder tot deze techniek aangetrokken gevoe len. Deze weefschool bevindt zich te Sagerglatau en iedere leergang duurt vijf maanden. De ijverige leerlingen kunnen na afloop van dezen tijd niet minder dan dertig verschillende weef sels weven. Het leerprogramma om vat: Het vervaardigen van tapijten, met gecompliceerde patronen, het we ven van linnen in damast, kleedjes van gemengd materiaal, verder gor dijnen, stoffen voor winter- en zo— merkleeren enz. Men leert niet alleen het weven, doch ook de voorbereiding en behandeling van het materiaal en alle warenkennis die verder noodig is om een juist oordeel te vormen over kwaliteit. Indertijd is deze weefschool te „Sa gerglatau door een boerendochter op gericht in de nabijheid van de boer derij van haar vader. Zij kwam hier door tegemoet aan een bestaande be hoefte, hetgeen wel bleek uit de uit breiding, welke van jaar tot jaar noo dig was en welke steeds tot verbete ringen leidde. Thans is deze school, ver over dè I landsgrenzen bekend en beroemd. Slechts een klein aantal leerlingen uit het buitenland wordt tot iedere leer- j gang toegelaten. De leerlingen dezer school wonen meestal in de zeer klei ne, oude huisjes, die men aantreft op de met boomen begroeide rotsen, van waar men een prachtig uitzicht heeft over het land en de meren, die zich in de omgeving bevinden. By de weef school behoort ook een pension voor gasten ,die hier tijdelijk verblijf hou den. Het huis is geheel ingericht zoo als de boerenwoningen in Dalarna en heeft meubels, zooals men die ten tijde der Vickingen had. De interieurs vormen een harmonisch geheel. Het feit, dat er centrale verwar ming en warm water voorziening in het huis is, werkt volstrekt niet sto rend tegenover al deze oude herin neringen. Het verleden en _het heden heeft men op gelukkige wijze aan el kander weten aan tè passen. Men heeft in Sagerglatau ook een timermanswerkplaats, waar les ge geven wordt in het timmeren en hout snijden, hetgeen niet te verwonderen is in een land zoo rijk aan hout. Tal loos vele Zweden houden zich, vooral gedurende de lange winteravonden 'bezig met deze huisvlijt. De voorwer pen, die in deze werkplaats vervaar digd worden, kan men toevoegen aan die der tentoonstelling der weefschool die permanent gehouden wordt en waar alle werkstukken gretige koo- pers vinden. Het kunstleven heeft, mede door de leergangen aan boven genoemde school, een groote vlucht genomen in Zweden, en zeer veel klee- den, kussens, buffet- en schoorsteen- loopers en nog veel meer wordt uit gevoerd naar het buitenland. Ook veel aardewerk komt uit Zweden, maar de omliggende en verder afge legen landen waar men het zeer op prijs weet te" stellen. Ieder Zweedsch landschap ken merkt zich door zijn bijzondere ka rakteristieke kleuren, samenstellin gen en motieven. De levendigste en rijkste traditie bezit Dalarna, dat het „hart"* van Zweden genoemd wordt. 1 In deze bergachtige omgeving hebben Wij beelden ditmaal voor U af een mooi donkergroen jersey wandelcostuum, zeer sportief. Zooals men ziet heeft het als eenige garneering een smal bontkraagje. Naast dit complet ziet men afgebeeld de nieuwste coiffure. Het is hoogst modern wanneer men zich opmaakt voor een dinertje, theater of ander feestje, een paar rozen te bevestigen in de coiffure, zooals hier is aangegeven. In vreedzamen wedstrijd hebben de industrieën van verschillende landen zich zoowel oude kunstvormen als 1 *n dienst der mode, een serie van oude gebruiken weten te handhaven in schier onafgebroken lijn. De bewo ners dragen de oer-oude volksdrach ten Zondags als zij ter kerke gaan, hetgeen een schilderachtigen aanblik geeft. Landgoederen vindt men in dit deel van Zweden nagenoeg niet en de boeren, die vroeger lijfeigenen waren, zijn thans heer en meester van hun land en dragers van een oude traditie. Wat voor de Zweedsche kunst over het algemeen geldt, n.l. dat men zich aanpast aan de eischen des tijds, ge schiedt evenzeer op economisch ter rein. s Eenige jaren geleden vond de over heid het noodig den invoer van bui- tenlandsche waren ten deele te beper ken en toen brak tevens het oogenblik aan, dat de weefschool te Sagerglatau kon bewijzen, welk een belangrijk werk zij kan verrichten. Wollen weef- feels voor sportieve kleeding en man- telcostumes werden door deze school Sn belangrijke hoeveelheden naar Stockholm ten verkoop gezonden. Na dien is de vraag naar deze stoffen van de zijde der vooraanstaande tailleurs zoo groot, dat men de handen vol heeft, eraan te voldoen. Zoo vormen deze inheemsche weefsels gesponnen van grondstoffen, gewonnen in dit land een middel van bestaan voor ve len en weten tevens de markt te ver overen. ideale wollen stoffen uitgebracht. De bouclé's, welke geschikt zijn, zoowel voor mantels als voor japonnen too- nen noppen, die er als het ware dik op liggen, fantasiestoffen toonen knoopen op effen grond en verder ziet men strepen in alle mogelijke des- 'sins. Al die tweeds, homelyas, che vrons, homespuns en cheviots brengt men in de meest levendige kleuren en melanges. Groen, licht- en donker grijs, wijn- en bruinrood, zijn vaak gecombineerd met harmonieerende icontrasttinten, zoodat men combina ties krijgt van rood met groen, lila toet blauw, geel met zwart, wijnrood öiet donkergroen en beige, enz. Ver schillende stoffen zijn doortrokken met groote gele, vyitte en blauwe nop pen. Men brengt veel jerseys en wol len tricots, welke van geweven stoffen haast niet te ondërschqiden zijn. De practische dag-japonnen zijn kort; voor normale figuren circa 25 a 30 c.m. van den grond en ze hebben wat verbreede rokranden. In weerwil van alle tegengestelde berichten, be staat er nog steeds d<e neiging de schouders wat te verbreeden, waar door de heuplijn er zeer slank en ele gant uitziet. De hoogte der taille is normaal; voor de namiddagmodellen soms iets verhoogd. De gracieuze, uiterst practische jumper japonnen van wollen jersey blijven nog even onontbeerlijk als tot nu toe. Eén der aardigste modellen van grijze jersey was gemaakt met een schouderpas en schootje vpn zwart fluweel. Zeer goed kleeden plastrons, dassên en ceintuurs in afwijkende kleuren en wijde, vaak in plooien gelegde raglanmouwen. Zakken met patten zet men v^ak in tegengestelde richting aan passen en rokaanzetsels. Karakteristiek bij de nieuwe herfst- costuums zijn de getailleerde korte manteltjes van gestreepte heerenstof één dezer manteltjes had een schuin geknipt, pasvormig deel in den rug GEHAAKTE FICHU. Deze elegante fichu is gehaakt van heel fijn wit haakgaren. Men heeft hier voor noodig 6 kluwtjes en een zeer fy'ne haak- naald. Maak een losse steek zoolang als men de kraag wil maken en haak dan als volgt-. Eerste rij een vaste 4 losse en zoo vervolgens; de tweede rij 1 vaste in de eerste boog, dan 4 losse 1 vaste in de vol gende boog enz., met 6 losse keeren. Zoo vijf rijen haken en telkens bij het omkee- ren 6 losse maken. De 6e tot de 9e ry telkens een vaste in de bogen, dan 5 losse en 7 losse by het keerery de 10e tot de 13e ry' 6 losse en in elke boog 1 vaste en 8 losse bij liet keeren; 14e tot 17e ry 7 losse eir 9 losse by het keeren; 18e tot 21e ry 8 losse en 10 by het keeren en de 22e tot 32e ry 9 losse by de bogen en 11 losse by het kee ren.' Als de kraag gereed is wordt deze door suikerwater gehaald en opgestreken. en op dezelfde manier geknipte arm- kogels. Vaak ziet men costuums van schotsche of geruite stoffen. De korte rokken worden meestal nauw en slank gehouden, waarbij echter, voor een onbelemmerd gaan, wat godets of plooien zijn aangebracht. Een prima tailleurbewerking en vanzelf een per fecte coupe zorgen voor een gracieus figuur en moeten de charme der draagster zoo voordeelig mogelijk doen uitkomen. Bontgarneeringen verhoogen nog de elegance. Inktpotlood. Het z.g, inktpotlood bevat een zeer vergiftige teerkleefstof. Als hiervan slechts zeer geringe deeltjes in het oog komen, ontstaat er een ontste king waarbij het gevaar voor blind- worden lang niet uitgesloten is. Daar om moet in zoo'n geval zoo snel mo gelijk de hulp van een dokter worden ingeroepen. I r PL 41b De lute vruchten moeten goed rijpen. Geen twijfelachtig fruit in de voorraadkamer. door RUURT BORSBOOM. Een drietal uiterst gracieuse jumpermodellen van wollen jersey. Het voornaamste is nu nog het plukken ein wegleggen van de laatste vruchten. Nogmaals moet eraan her innerd worden, dat de vruchten eerst goed rijp moeten worden aan den boom, voordat ftien ze plukt. Vruch ten, die men voor den winter wil op slaan, moeten ook heelemaal gaaf we zen, dus zonder rotte plekken, insec- tenvretery enz. Daarom moeten de voorraden geregeld worden nageke ken en niet volkomen gave vruchten worden verwijderd. De bewaarplaat sen moeten vorstvrij, luchtig en niet al te licht zijn, om de vruchten niet te vroeg geschikt voor het gebruik te laten worden, zoodat ze zoo gauw mo gelijk opgemaakt moeten worden. Wanneer de lucht in de voorraadka mer te droog is, dan kan men geregeld j den vloer bevochtigen. Ingeval wij nog geen papieren ban den om de stammen der boomen heb ben gebonden en die met rupsenlijm hebben bestreken, om de naar boven kruipende wijfjes van den wintervlin- der te vangen, moeten we dat alsnog doen. Als ze zoover komen, dat ze hun eieren op de takken leggen, krijgen in het voorjaar een zeer moeilijk te bestrijden rupsenplaag. Den grond onder de boomen moer ten we los maken, opdat daar gedu rende den winter lucht en vochtigheid gemakkelijk kunnen indringen. Het beste is, wanneer onder de boomen dicht gras groeit, om den omtrek van den stam een eind om te spitten. Als dit beslist niet te doen is, graaf dan tenminste een greppel rondom de boo men heen. Najaarssnoel Direct na den oogst beginnen we de vruchtboomen te snoeien. Daar door bevorderen we het uitgroeien van het jonge hout. De vruchtknop pen kunnen zich beter zetten en ont wikkelen en het werk in het volgend voorjaar wordt erdoor vergemakke lijkt. Ook kunnen we nu, terwijl dfe boomen nog in blad staan, beter on-v derscheiden welke twijgen te dicht op elkaar staan. De stammen en dikkere takken worden ontdaan van mos, zwammen en losse schors, waarin de insecten larven een onderkomen voor den win ter hebben gevonden. Alles wat van de schors afgehaald is, wordt ver brand. Als er groote wonde^ zijn ont staan, voorzien we de boomen van een leemverband, kleinere bestrijken we met boom was. Ook andere werkjes, waarvoor men lenige en niet door kou verstijfde vingers noodig heeft, moe ten nu zooveel mogelijk worden gé- daan. In den groententuin. Behalve de groenten die dienen voor het voorjaar, wordt in deze maand ongeveer alles in den moestuin geoogst. Afgezien dus van boerenkool, selderij, spruitjes en andere winter harde planten. Selderij moet vooral niet te vroeg geplukt wordenals het weer eenigszins gunstig blijft, groeien de knollen dooi' tot in November. Een beetje nachtvorst schaadt ze niet. Ook prei laten we, na ze een beetje aangeaard te hebben, zoo lang moge lijk staan. Spruitjes kunnen al heel wat vorst verdragen, ze hebben alleen ^fteTijden bij plotseling ontdooien. Daarentegen kan men ze beschermen door dennetakken, die men aan den kant waar de zon schijnt, rondom de bedden in den grond steekt. Alle lee- ge bedden moeten, voor zoover het in bet kweekplan uitkomt, goed bemest worden met stalmest en in grove klui ten worsen omgespit. Van de kool bedden verzamelen we de stronken welke we verbranden, om daardoor- de ziektekiemen en insectenlarven die er op zouden kunnen zitten, te ver nietigen. Voor den grooten oogst van winter groenten treffen we nu de noodige voorbereidingen voor de overwinte ring. Er moeten kuilen gegraven wor den, waarin wortel- en koolgroenten de meestal voor het einde van de maand geoogst moeten zijn, ingekuild worden en in den kelder wordt het latwerk gemaakt, waarop later de witte en roodq kooien en de bloemkool komen te liggen. Voor den oogst van het volgend jaar kunnen nu al gezaaid worden: wortels, schorseneeren, spinazie, ci chorei en peterselie, het is aan te be velen om het zaad in rijen te zaaien, om later, in het voorjaar, de bedden gemakkelijk te kunnen uitdunnen. In den bloementuin. De geraniums, de fuchsia's en de heliotroop worden nu weer in potten gezeten de overblijfselen van de uit gebloeide eenjarige planten worden verwijderd. Dahlia's, gladiolen, knol begonia's, canna's en de daaraan ver wante planten laat men de eerste vorst doormaken, om hun groei van den volgenden zomer door het afster ven der bladeren zin te geven. Na het afsnijden van bladeren en stengels, moeten ze in een droog, vorstvrij ver trek worden bewaard. De bollen, die het volgend voorjaar weer zullen bloeien, worden nu in den grond ge bracht, zooals tulpen, crocus, sneeuw klokjes, narcissen, scylla en zoo meer. Eea lichte bedekking bij strenge vorst is aan te bevelen. Grasperken gaan kortgeknipt den winter in, omdat lang gras gauw gaat rotten. Met het dekken van de rozen kan men nog wel even wachten. Een lichte nachtvorst schaadt nog niet di rect. De rozenstruiken worden een beetje aangeaard, om de wortels te beschutten. Naaldhout en altijdgroene loofboomen, vooral de rhododendron, moet men nog eens grondig begieten, voordat de grond bevriest. Maar mis schien komt het wel niet eens zoover, dat dit noodig is. Zuurkool is smakelijk, gezond en licht verteerbaar en kan als groente zoowel als stamppot gegeten worden, b|j voorkeur met varkensvleesch. Voor het inmaken wordt witte kool gebruikt, liefst stevige groote exem plaren van de beste kwaliteit. Zooals 'n alles, heeft men ook in groenten verschillende kwaliteiten en de beste Jool geeft de meeste waarborgen, dat 'eur en smaak aan de hoogste eischen zullèn voldoen. De kooien worden gewasschen eiv *an buitenste bladeren ontdaan, aarna °P een droge, luchtige plaats gelegd om het overtollige water te 'alen verdampen. De kool wordt met een koolmes fijn gesneden, nadat eerst de dikke stronk jerwjjderd is, hetgeen men het best J doen, door hem eerst in twee e i te verdeelen met een groot Greta Garbo en Robert Taylor in „Marguerite Gautier". MARGUERITE GAUTIER. in het Thalia-Theater. Het Thalia-Theater brengt vanaf heden avond .de Metro Goldwyn-Mayer film „Marguerite Gautier" de voortreffelijke filmversie van „La Dame aux Camélias", het onsterfelijke meesterwerk van den jon gen Dumas. Greta Garbo speelt in deze film de rol zooals zy verbonden was aan den naam van Sarah Bernhardt en Elionore Duse. Het is eigenlijk precies negentig jaar ge leden, dat de jonge Dumas het bekend gewortlen verhaal van de „Dame met de Camelia's" uit zijn eigen herinnering op schreef: een thema, dat voorbestemd was om generatie na generatie te verrukken, als drama ,als melodrama, als roman, als ope ra (Verdi's „La Traviata") en tenslotte als film. Het is oorspronkelijk het waarachtige verhaal van Alphonsine Duplessis, Pary- sche courtisane, een vrouw, die door Dumas werd beschreven als een frêle verschijning, geestig en gevat. In haar leven speelde Alexandre Dumas de rol van Armand Du- val: hy was arm en kon haar niet aanbieden wat zy noodig had. Zyn afscheidsbrief aan Mile Duplessis is bewaard gebleven: deze bevat bijna woordelijk dezelfde motieven als de latere geromantiseerde Armand Duval in het stuk en ook in de film naar voren brengt. Alleen was de Père Duval in de be roemde scène, die steeds door groote acteurs van den ouden stempel gespeeld pleegt te worden, niet te vergelijken met den levens- lustigen en uitbundigen Père Dumas'. Maar men leefde in een romantischen tijd en aan de intens tragische afloop van de „Dame met de Camelia's" dankt het stuk zelfs voor een groot deel zijn onvergankelyken roem. De beide Dumas' kenden het „métier du theatre" en het was dan ook geen wonder, dat vrijwel terstond de grootste Fransche actrices letterlijk vochten om deze rol, die haar zooveel virtuoze spelkansen bood. Een der beroemdste interpretaties gaf Rachel, gevolgd door die van Sarah Bernhardt, die deze rol zelfs tot op hoogen leeftijd speel de, ja zelfs na de amputatie van haar been, waardoor zy zich op het tooneel niet kon bewegen. Gravin Helen iModjeska, een Pool- Bche .maakte de rol beroemd door het uit- groote J i bleef Is gaf ;ste 1 'jverbonden is, de wereld, iers, die de zonderlijke temperament en de ve, waarmee zy haar speelde. Zy haar met een levende kanarie, die dersteld werd, tydens een der tee< nes te zingen en dat gewoonlijk Maar by de Amerikaansche p: het diertje er de brui eensklaps in de sterfscène hét uit te galmen! Geïrriteerd sme< jeska het beest met kooi en al lissen, waarop een groot stond, dat eerst tot rust kw&m putatie van journalisten deh kon constateeren, dat het overkomen was en het heuöch kanarie was! Elionore Duse, wier naam de „Dame met de Camelia' speelde haar in alle landen inclusief Amerika, en met beroemde zinnen soms in hun^eigen lands taal spraken, terwyl La Duse haar rol in het Italiaansch speelde. Nazimova speelde haar in de eerste film versie der Metro-Goldwyn-Mayer, toen Ru dolph Valentino haar partner was als Ar mand Duval. Het is thans Greta Garbo, die deze rol nog eenmaal in de volle glorie van Dumas' schepping speelt. Als partner stelde de Me- tro-Goldwyn-Mayer haar den jongsten ster ter zyde: Robert Taylor, die zich op mees terlijke wyze kweet van zyn moeilijke rol: den jongen, onervaren, gevoeligen minnaar Armand Duval. Lionel Barrymore speelt in deze Metro-Goldwyn-Mayer film de rol van den père Duval in de fameuze scène tus- schen vader en geliefde. Irf het bijzonder uitgebreidis de rol van deh rijken mede dinger, Baron de Varville, waarin men de figuur van den „coming man" Henry Da- niell zal kunnen bewonderen. „DE DROOMER" met Emile Jannings. Schouwburg-Bioscopp. Schouwburg-Bioscoop vertoont verlaat heimelijk het huls. van een I 's Middags in het stamcafé, waar de no- I tabelen van het stadje samenkomen, werpt landraad Kannewurf den directeur van het gymnasium, Niemeyer, het nieuwste schan daaltje, dat zyn leerling von Zedlitz in ge zelschap van de touneelspeelster in een be rucht lokaal „De Gouden Pauw" gezien is, voor de voeten. Niemeyer kan het niet ge- looven, doch de bewijzen rijn zoo sterk, dat I hy' besluit de zaak grondig te onderzoeken. Ku»t von Zedliti geeft het bezoek aan „De Gouden Pauw" toe, doch verzwijgt, dat hij later met de tooneelspeelster naar huis is gegaan. Dit doet hy op aanraden van Frits, een zoon uit Nieireyer't eerste huwelijk. Fiits is het type van din eeuwigen student, die meer aan kroegjolen dan aan examens denkt. Hy staat met z'n stiefmoeder, een vi C/uw, ver beneden den ft and van den dï- i rt.teur, op zeldzaam vertrouwden voet en leent op de mees- onbeschaamde wyze geld van ,iaar. Dienzelfden Zondag zal cr een monument onthuld worden in tegenwooraig- held van den Keizer. De kostjongens van Niemeyer trekken party van het verslapte toezicht ten houden ondanks het strenge ver bod, toch een vergadering van hun school - jongensbond: „Anyi Ty#annia". De politie lucht van gekregen en op bevel van Kannewurf worden zy opgebracht. Zed- litz is, ondanks het kamerarrest, dat Nie meyer hem als straf opgelegd had, ook naar de vergadering gegaan, om z'n kameraden te bewegen, den bond op te heffen. Als de politie komt, wordt ook hy naar het politie- posthuis gebracht, waar het tevens uitkomt dat hy' den nacht by Lydia doorbracht. Niemeyer is totaal verpletterd door de treurige ervaring, dat juist de jongen waar voor hy z'n hand in het vuur zou steken', hem belogen heeft. De wereld stort voor hem in! In mateloozen toorn, laat hy zich ver leiden, hem, die eens zijn meest geliefde leerling was, de hevigste verwyten te doen. Geheel terneergeslagen kan Kurt zich niet meer tegenover zyn leeraar verontschuldi gen en stormt het bureau uit. Het komt tot een zeer' opgewonden scène tusschen Nie meyer en von Kannewurf. Deze, angstig geworden, geeft bevel den jongen Zedlitz na te |aan. Ook Niemeyer zelf, tot inzicht ge komen, dat hy den jongen te hard is ge- vallen, maakt zich ernstig ongerust. Bij z'n vrouw vindt Niemeyer niet het minste medegevoel en leert ook dan pas haar ware aard kennen. In dezen nacht Wordt het den „droomer" duidelijk, dat zy"n idealisme in de practyk niet opgaat. Hy erkent volmondig, tekort geschoten te zijn en als von Zedlitz terug mocht komen, zal hy een nieuw leven beginnen. Het is hem niet gegeven! Aan Zedlitz' baar geeft „de droomer" temidden van z'n leerlingen z'n laatste les: „We hebben dit leven niet ont vangen, om het te ontvluchten, het te overwinnen!" maar om De een iet Emil Jan- Carl Fröhlich-film der Tobis nings in de hoofdrol. Het filmverhaal begint op een guren Ja-' nuari-Zondagmorgen om 6 uur. Von Zedlitz, intern leerling van het Koninklijk Gymna- DE GETEMDE DRAAK met Adèle Sandrock. Réunie-Bioscoop. Hoewel verheugd over de toenemende ex port van zyn bier, moet brouwer Carsten Sr. toch toegeven, dat zijn afzet in het bin nenland den laatsten tyd sterk terugloopt. En dat, terwyl zyn brouwerij „De Zon" voor het modernst ingerichte bedryf geldt. Vele van zijn geregelde afnemers gaan over naar de Brakensteinsche Brouwerij, waarover de oude gravin Rosemarie von Drakenstein het beheer voert. Dat deze brouwerij binnen- Emil Jannings. in „De Droomer". kort haar 300-jarig bestaan zal vkren, maakt haar niet tot zoo'n ernstige concur rente voor „de Zon", maar wel het feit, dat de gravin een brouwmeester heeft, die met recht een meester in zyn vak genoemd mag worden, 't Is dus brouwmeester Bachmeier, die de situatie beheerscht en wat wel het grootste wonder is, ook Rosemarie, zyn gra felijke bazin. Carsten Jr. besluit er op uit te gaan, oni persoonlijk een kijkje te nemen in het vijan delijke kamp. Hij begeeft zich naar Draken stein, installeert zich daar in een hotel en geeft zich uit voor tooneelspeler op vacan- tie. Zyn ware bedoeling is echter dien be- faamden brouwmeester voor <ten neus van de gravin weg te snoepen. Maar Bachmeier denkt er niet aan zyn positie in Draken stein op te geven. Dan besluit nicht Trude, die eveneens lid van de firma is, haar neef te hulp te komen. Zy meent met vrouwe lijke list en sluwheid te kunnen bereiken, wat hem niet gelukt is. Ook Trude verzwijgt haar ware naam en afkomst en tracht als juffrouw Flink met den brouwmeester op vriendschappel ij ken voet te komen. Zy geeft voor ,dat zy op zoek is naar een betrekking en Bachmeier recommandeert haar bij de gravin, die haar in dienst neemt als huis houdster op het kasteel. Boven dit alles troont argeloos d$ oude gravin Rosemarie, die zich kostelijk ver heugt over het feit, dat zy steeds meer de brouwerij „de Zon" concurrentie aandoet, 't Is maar goed, dat zy' niet weet, hoever haar concurrent reeds op haar eigen terrein is doorgedrongen. Nader en nader komt de dag van het ju bileum. Reeds wacht heel Drakenstein in feestkleedij op de verrassingen, die komen zullen. Bachmeier, Trude, Comtesse Helena en Frits zyn allemaal druk doende met de feestopvoering. De grappige rijmpjes van het ridderspel worden handig verdraaid en vervormd om de oude gravin zoetjes aan voor te bereiden op de aanstaande samen smelting der beide brouweryen. Nu volgt een laatste en hevige botsing tusschen alle partijen, maar eindelijk wint de jeugd het toch van de ouderdom. Er wordt een com promis getroffen voor een voordeelige sa menwerking van beide zaken, waarin ook de vier jonge menschen,. Comtesse Helena, Trude, Bachmeier en Frits nu echter als twee gelukkige paartjes een werkzaam aandeel zullen nemen. inmaakpot, die dewêrk van poreus aar- moet zijn en bij iedere huis-' l °UW bekend is( moet met heet wa- ren soda uitgeborsteld zijn en goed "«Wpoeld worden. vooa?^JeS en steen wor(*en eveneens 'n keet sodawater gereinigd, to .3nneer men ee11 deel van de kool heeft, strooit men hierover enzout en gaat steeds verder na han^n'eUWe ^aag h°°l met een klein 1 ^je zout. j d! na8!enoe£ vol, dan drukt Ik» aanwez'g€ kool telkens naar SÏ* €r steeds nieuwe voor- Men zal bemerken, dat zich dan door het stevige aandrukken "reeds pekel begint te vormen. Op een vat van 100 litêr inhoud re kent men pl.m. 1 K.G. zout. Naar smaak kan men een gesnip perde ui, zure druiven of gesnipperde zure appels hieraan toevoegen, terwijl velen tusschen de lagen peperkorrels strooien. De bovenste laag wordt het sterkst gezouten en daarna afgedekt met koolbladeren, hierop komen de plank jes, die meest uit twee aaneen passen de helften bestaan en tenslotte de steen. Men laat de pot eenige dagen op een matig warme plaats staan om het gis tingsproces floor te maken, waarna zich een troebele, schuimige massa zal vormen, die men afschept. De kool bladeren worden eveneens verwijderd en de bovenkant afgedekt met een schoone, witte doek, waarbovenop plankjes en een steen komen. Men moet de kool wekelijks nazien en het vat in den kelder of op een andere koele plaats gedurende de win termaanden bewaren. De doek, plankjes en steen worden grondig ufgewasschen, opdat zich geen kim vormt. Na drie weken kan men de kool reeds gebruiken. [Schoonmaken van tweed. Tweed rokken, die men veel gedra gen heeft en welke vuil geworden zijn kan men op eenvoudige wijze schoon maken met warme zemelen. Vooraf borstelt en klopt men het kleedingstuk goed uit, zoodat alle stof verwijderd is, daarna legt men het op een plat vlak, b.v. op een keukentafel en be handelt'deel voor deel door er warme zemelen over te wrijven. Men kan deze laatste in den oven op een bak blik warmen of in een ijzeren pan op het gas. Men moet telkens, nadat men een plekje schoongewreven heeft, nieuwe zemelen gebruiken. Tenslotte wordt de rok goed uitge klopt ep de behandeling zoo noodig Herhaald. Aardappelen en kaas. 250 gram aardappelen (gekookte), 60 gr. geraspte parmezaansche kaas, 2 eieren, 2 eetlepels melk, paneermeel, klontjes boter. Aardappelen over een rasp wry ven of door een grove zeef. Boter smelten, geklop te eierdooiers, kaas en melk toevoegen, eventueel peper en de aardappelen, daarna alle ingrediënten goed dooreen mengen. Witten tot zeer styVe sneeuw kloppen en luchtig door het mengsel scheppen. Bakvorm of vuurvast schoteltje goed in vetten en met paneermeel bestrooien, meng sel er in doen, waarna de vorm met het oog op heb ry'zen, niet meer dan gevuld mag zyn. Pl.m. 30 minuten in den oven bakken, en warm opdienen. Gestoofde uien met gehakt. 500 gram gehakt, 1 uitje, 2 eetlepels ge smolten boter, zout, peper en noot, 1 eet- lep'el tomatenpurée, 1 K.G. uien, 60 gram boter,water, zout, Va citroen, bloem. Het gehakt wordt met het geklopte d, de gesnipperde ui, gesmolten boter en krui den gekneed en in zes gelijke deelen ver deeld, die tot balletjes worden gevormd. Uien, die gelijk van grootte moeten zy'n, Wijlen Adèle Sandrock. worden schoongemaakt en in weinig water byna gaar gesmoord, daarna doet men er de balletjfes gehakt by en stooft deze nog pl.m. 20 minuten met de uien mee. Vervol gens .schept men gehakt en uien uit en legt ze op een verwarmden schaal, maakt de saus af met de boter, sap van citroen en tomatenpurée en bindt deze met wat bloem, giet ze over de uien en het gehakt. Opdienen met rijst. Hamschoteltje. Fruit een uitje in 2 eetlepels boter, voeg er 14 L. melk ol bouillon bij, wat peper en zout en 2 eetlepels aangemengde maizena. Roer hierdoor 2 onB fijngehakte gekookte gerookte ham, laat alles samen even goed doorkoken op een zacht vuurtje en roer er even voor het opdoen (goed heet) nog een eetlepel gehakte peterselie door. Viscftsio. 1 blikje crab, 1 ons garnalen, 1 kopje vol aan kleine blokjes gesneden komkommer, 14 kopje met koude gekookte aardappelen, eveneens aan blokjes verdeeld, enkele ca- pertjes, peper, zout, mayonnaise, gehakte peterselie. De crab wordt uit het blikje gehaald en aan kleine stukjes verdeeld, vocht laten wegvloeien en de viscb in een kom doen, hierbij de gehalveerde garnalen voegen, de-y komkommer en aardappelen en alles om en om scheppen, eventueel naar smaak peper en zout ey daarna eenige lepels mayonnaise met dé massa vermengen en deze verdeelen over schelpen, bestrooien met peterselie en er eenige capertjes op leggent Rand garneeren met halve plakjes to maat. Men kan dit vischmengsel ook serveeren in uitgeholde tomaten, waarvan de pulp dan voor een sausje b.v. over bloemkool wordt gebruikt.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1937 | | pagina 4