Handweven in Zweden.
Wat de nieuwe mode brengt.
Wollen stoffen.
Wat October in den tuin te doen geeft.
Inmaken van zuurkool.
Nuttige wenken.
RECEPTEN.
Bij uitstek vrouwelijke bezigheid.
door Mevr. G. C. Meyer-Schwencke.
In geen land wordt de weefkunst
zoozeer beoefend als wel in Zweden
en op de meeste meisjesscholen is het
in het leerplan opgenomen. Bijna in
iedere woning, op het platteland en
in de steden vindt men een weefstoe-
stel aanwezig. Vrouwen van alle stan
den stellen belang in de handweef-
- kunst en weven met groote vaardig
heid. De»meesten harer hebben een
op vakkennis gebaseerd oordeel be
treffende kwaliteit der weefsels, zoo
dat zij niet aangewezen zijn op den
prijs als bepaler van de kwaliteit.
Dank zij deze vakkennis treft men
ook nagenoeg in alle Zweedsche ge
zinnen een groote voorkeur voor het
aanschaffen van de beste soorten lin
nen aan.
In Noord-Zweden maakt ook thans
tiog de linnenkast en zijn. inhoud de
trots der huisvrouwen uit. Vol geest
drift kan men hen levendige en lange
debatten hooren voeren over drik, da
mast, linnen enz. en als bewijs van
wederzij dsche appreciatie worden
dikwijls weefpatronen, die jarenlang
in het bezit van een familie waren,
uitgewisseld.
Kleine kleedjes worden vaak nog
samengesteld uit afgedragen hand-
geweven kleedingstukken en wel op
zulk een smaakvolle wijze, dat alleen
cfë ingewijde de herkomst vast kan
stellen. Geverfd, in reepen geknipt en
keurig aan elkander verbonden ge
ven zij een levende kroniek van de
garderobe der bewoners, doch daar
naast een zeer aparte vloerbedekking,
die zich buitengewoon goed aanpast
aan moderne interieurs.
De school voor handweven heeft
een groote-bekendheid verworven, die
zij voor een groot deel. te danken
heeft aan de persoonlijkheid der leid
sters, doch tevens aan het feit, dat de
Zweedsche vrouwen zich bijzonder tot
deze techniek aangetrokken gevoe
len. Deze weefschool bevindt zich te
Sagerglatau en iedere leergang duurt
vijf maanden. De ijverige leerlingen
kunnen na afloop van dezen tijd niet
minder dan dertig verschillende weef
sels weven. Het leerprogramma om
vat: Het vervaardigen van tapijten,
met gecompliceerde patronen, het we
ven van linnen in damast, kleedjes
van gemengd materiaal, verder gor
dijnen, stoffen voor winter- en zo—
merkleeren enz. Men leert niet alleen
het weven, doch ook de voorbereiding
en behandeling van het materiaal en
alle warenkennis die verder noodig
is om een juist oordeel te vormen over
kwaliteit.
Indertijd is deze weefschool te „Sa
gerglatau door een boerendochter op
gericht in de nabijheid van de boer
derij van haar vader. Zij kwam hier
door tegemoet aan een bestaande be
hoefte, hetgeen wel bleek uit de uit
breiding, welke van jaar tot jaar noo
dig was en welke steeds tot verbete
ringen leidde.
Thans is deze school, ver over dè I
landsgrenzen bekend en beroemd.
Slechts een klein aantal leerlingen uit
het buitenland wordt tot iedere leer- j
gang toegelaten. De leerlingen dezer
school wonen meestal in de zeer klei
ne, oude huisjes, die men aantreft op
de met boomen begroeide rotsen, van
waar men een prachtig uitzicht heeft
over het land en de meren, die zich
in de omgeving bevinden. By de weef
school behoort ook een pension voor
gasten ,die hier tijdelijk verblijf hou
den. Het huis is geheel ingericht zoo
als de boerenwoningen in Dalarna en
heeft meubels, zooals men die ten
tijde der Vickingen had. De interieurs
vormen een harmonisch geheel.
Het feit, dat er centrale verwar
ming en warm water voorziening in
het huis is, werkt volstrekt niet sto
rend tegenover al deze oude herin
neringen. Het verleden en _het heden
heeft men op gelukkige wijze aan el
kander weten aan tè passen.
Men heeft in Sagerglatau ook een
timermanswerkplaats, waar les ge
geven wordt in het timmeren en hout
snijden, hetgeen niet te verwonderen
is in een land zoo rijk aan hout. Tal
loos vele Zweden houden zich, vooral
gedurende de lange winteravonden
'bezig met deze huisvlijt. De voorwer
pen, die in deze werkplaats vervaar
digd worden, kan men toevoegen aan
die der tentoonstelling der weefschool
die permanent gehouden wordt en
waar alle werkstukken gretige koo-
pers vinden. Het kunstleven heeft,
mede door de leergangen aan boven
genoemde school, een groote vlucht
genomen in Zweden, en zeer veel klee-
den, kussens, buffet- en schoorsteen-
loopers en nog veel meer wordt uit
gevoerd naar het buitenland. Ook
veel aardewerk komt uit Zweden,
maar de omliggende en verder afge
legen landen waar men het zeer op
prijs weet te" stellen.
Ieder Zweedsch landschap ken
merkt zich door zijn bijzondere ka
rakteristieke kleuren, samenstellin
gen en motieven. De levendigste en
rijkste traditie bezit Dalarna, dat het
„hart"* van Zweden genoemd wordt. 1
In deze bergachtige omgeving hebben
Wij beelden ditmaal voor U af een mooi donkergroen jersey wandelcostuum, zeer
sportief. Zooals men ziet heeft het als eenige garneering een smal bontkraagje. Naast
dit complet ziet men afgebeeld de nieuwste coiffure. Het is hoogst modern wanneer
men zich opmaakt voor een dinertje, theater of ander feestje, een paar rozen te
bevestigen in de coiffure, zooals hier is aangegeven.
In vreedzamen wedstrijd hebben de
industrieën van verschillende landen
zich zoowel oude kunstvormen als 1 *n dienst der mode, een serie van
oude gebruiken weten te handhaven
in schier onafgebroken lijn. De bewo
ners dragen de oer-oude volksdrach
ten Zondags als zij ter kerke gaan,
hetgeen een schilderachtigen aanblik
geeft. Landgoederen vindt men in dit
deel van Zweden nagenoeg niet en de
boeren, die vroeger lijfeigenen waren,
zijn thans heer en meester van hun
land en dragers van een oude traditie.
Wat voor de Zweedsche kunst over
het algemeen geldt, n.l. dat men zich
aanpast aan de eischen des tijds, ge
schiedt evenzeer op economisch ter
rein. s
Eenige jaren geleden vond de over
heid het noodig den invoer van bui-
tenlandsche waren ten deele te beper
ken en toen brak tevens het oogenblik
aan, dat de weefschool te Sagerglatau
kon bewijzen, welk een belangrijk
werk zij kan verrichten. Wollen weef-
feels voor sportieve kleeding en man-
telcostumes werden door deze school
Sn belangrijke hoeveelheden naar
Stockholm ten verkoop gezonden. Na
dien is de vraag naar deze stoffen van
de zijde der vooraanstaande tailleurs
zoo groot, dat men de handen vol
heeft, eraan te voldoen. Zoo vormen
deze inheemsche weefsels gesponnen
van grondstoffen, gewonnen in dit
land een middel van bestaan voor ve
len en weten tevens de markt te ver
overen.
ideale wollen stoffen uitgebracht. De
bouclé's, welke geschikt zijn, zoowel
voor mantels als voor japonnen too-
nen noppen, die er als het ware dik
op liggen, fantasiestoffen toonen
knoopen op effen grond en verder ziet
men strepen in alle mogelijke des-
'sins. Al die tweeds, homelyas, che
vrons, homespuns en cheviots brengt
men in de meest levendige kleuren en
melanges. Groen, licht- en donker
grijs, wijn- en bruinrood, zijn vaak
gecombineerd met harmonieerende
icontrasttinten, zoodat men combina
ties krijgt van rood met groen, lila
toet blauw, geel met zwart, wijnrood
öiet donkergroen en beige, enz. Ver
schillende stoffen zijn doortrokken
met groote gele, vyitte en blauwe nop
pen. Men brengt veel jerseys en wol
len tricots, welke van geweven stoffen
haast niet te ondërschqiden zijn.
De practische dag-japonnen zijn
kort; voor normale figuren circa 25
a 30 c.m. van den grond en ze hebben
wat verbreede rokranden. In weerwil
van alle tegengestelde berichten, be
staat er nog steeds d<e neiging de
schouders wat te verbreeden, waar
door de heuplijn er zeer slank en ele
gant uitziet. De hoogte der taille is
normaal; voor de namiddagmodellen
soms iets verhoogd. De gracieuze,
uiterst practische jumper japonnen
van wollen jersey blijven nog even
onontbeerlijk als tot nu toe. Eén der
aardigste modellen van grijze jersey
was gemaakt met een schouderpas en
schootje vpn zwart fluweel. Zeer goed
kleeden plastrons, dassên en ceintuurs
in afwijkende kleuren en wijde, vaak
in plooien gelegde raglanmouwen.
Zakken met patten zet men v^ak in
tegengestelde richting aan passen en
rokaanzetsels.
Karakteristiek bij de nieuwe herfst-
costuums zijn de getailleerde korte
manteltjes van gestreepte heerenstof
één dezer manteltjes had een schuin
geknipt, pasvormig deel in den rug
GEHAAKTE FICHU.
Deze elegante fichu is gehaakt van heel
fijn wit haakgaren. Men heeft hier voor
noodig 6 kluwtjes en een zeer fy'ne haak-
naald. Maak een losse steek zoolang als
men de kraag wil maken en haak dan als
volgt-. Eerste rij een vaste 4 losse en zoo
vervolgens; de tweede rij 1 vaste in de
eerste boog, dan 4 losse 1 vaste in de vol
gende boog enz., met 6 losse keeren. Zoo
vijf rijen haken en telkens bij het omkee-
ren 6 losse maken. De 6e tot de 9e ry
telkens een vaste in de bogen, dan 5 losse
en 7 losse by het keerery de 10e tot de 13e
ry' 6 losse en in elke boog 1 vaste en 8 losse
bij liet keeren; 14e tot 17e ry 7 losse eir 9
losse by het keeren; 18e tot 21e ry 8 losse
en 10 by het keeren en de 22e tot 32e ry
9 losse by de bogen en 11 losse by het kee
ren.' Als de kraag gereed is wordt deze door
suikerwater gehaald en opgestreken.
en op dezelfde manier geknipte arm-
kogels. Vaak ziet men costuums van
schotsche of geruite stoffen. De korte
rokken worden meestal nauw en
slank gehouden, waarbij echter, voor
een onbelemmerd gaan, wat godets of
plooien zijn aangebracht. Een prima
tailleurbewerking en vanzelf een per
fecte coupe zorgen voor een gracieus
figuur en moeten de charme der
draagster zoo voordeelig mogelijk
doen uitkomen. Bontgarneeringen
verhoogen nog de elegance.
Inktpotlood.
Het z.g, inktpotlood bevat een zeer
vergiftige teerkleefstof. Als hiervan
slechts zeer geringe deeltjes in het
oog komen, ontstaat er een ontste
king waarbij het gevaar voor blind-
worden lang niet uitgesloten is. Daar
om moet in zoo'n geval zoo snel mo
gelijk de hulp van een dokter worden
ingeroepen.
I
r PL 41b
De lute vruchten moeten goed rijpen.
Geen twijfelachtig fruit in de
voorraadkamer.
door RUURT BORSBOOM.
Een drietal uiterst gracieuse jumpermodellen van wollen jersey.
Het voornaamste is nu nog het
plukken ein wegleggen van de laatste
vruchten. Nogmaals moet eraan her
innerd worden, dat de vruchten eerst
goed rijp moeten worden aan den
boom, voordat ftien ze plukt. Vruch
ten, die men voor den winter wil op
slaan, moeten ook heelemaal gaaf we
zen, dus zonder rotte plekken, insec-
tenvretery enz. Daarom moeten de
voorraden geregeld worden nageke
ken en niet volkomen gave vruchten
worden verwijderd. De bewaarplaat
sen moeten vorstvrij, luchtig en niet
al te licht zijn, om de vruchten niet
te vroeg geschikt voor het gebruik te
laten worden, zoodat ze zoo gauw mo
gelijk opgemaakt moeten worden.
Wanneer de lucht in de voorraadka
mer te droog is, dan kan men geregeld
j den vloer bevochtigen.
Ingeval wij nog geen papieren ban
den om de stammen der boomen heb
ben gebonden en die met rupsenlijm
hebben bestreken, om de naar boven
kruipende wijfjes van den wintervlin-
der te vangen, moeten we dat alsnog
doen. Als ze zoover komen, dat ze hun
eieren op de takken leggen, krijgen
in het voorjaar een zeer moeilijk
te bestrijden rupsenplaag.
Den grond onder de boomen moer
ten we los maken, opdat daar gedu
rende den winter lucht en vochtigheid
gemakkelijk kunnen indringen. Het
beste is, wanneer onder de boomen
dicht gras groeit, om den omtrek van
den stam een eind om te spitten. Als
dit beslist niet te doen is, graaf dan
tenminste een greppel rondom de boo
men heen.
Najaarssnoel
Direct na den oogst beginnen we
de vruchtboomen te snoeien. Daar
door bevorderen we het uitgroeien
van het jonge hout. De vruchtknop
pen kunnen zich beter zetten en ont
wikkelen en het werk in het volgend
voorjaar wordt erdoor vergemakke
lijkt. Ook kunnen we nu, terwijl dfe
boomen nog in blad staan, beter on-v
derscheiden welke twijgen te dicht op
elkaar staan.
De stammen en dikkere takken
worden ontdaan van mos, zwammen
en losse schors, waarin de insecten
larven een onderkomen voor den win
ter hebben gevonden. Alles wat van
de schors afgehaald is, wordt ver
brand. Als er groote wonde^ zijn ont
staan, voorzien we de boomen van een
leemverband, kleinere bestrijken we
met boom was. Ook andere werkjes,
waarvoor men lenige en niet door kou
verstijfde vingers noodig heeft, moe
ten nu zooveel mogelijk worden gé-
daan.
In den groententuin.
Behalve de groenten die dienen
voor het voorjaar, wordt in deze
maand ongeveer alles in den moestuin
geoogst. Afgezien dus van boerenkool,
selderij, spruitjes en andere winter
harde planten. Selderij moet vooral
niet te vroeg geplukt wordenals het
weer eenigszins gunstig blijft, groeien
de knollen dooi' tot in November. Een
beetje nachtvorst schaadt ze niet.
Ook prei laten we, na ze een beetje
aangeaard te hebben, zoo lang moge
lijk staan. Spruitjes kunnen al heel
wat vorst verdragen, ze hebben alleen
^fteTijden bij plotseling ontdooien.
Daarentegen kan men ze beschermen
door dennetakken, die men aan den
kant waar de zon schijnt, rondom de
bedden in den grond steekt. Alle lee-
ge bedden moeten, voor zoover het in
bet kweekplan uitkomt, goed bemest
worden met stalmest en in grove klui
ten worsen omgespit. Van de kool
bedden verzamelen we de stronken
welke we verbranden, om daardoor-
de ziektekiemen en insectenlarven die
er op zouden kunnen zitten, te ver
nietigen.
Voor den grooten oogst van winter
groenten treffen we nu de noodige
voorbereidingen voor de overwinte
ring. Er moeten kuilen gegraven wor
den, waarin wortel- en koolgroenten
de meestal voor het einde van de
maand geoogst moeten zijn, ingekuild
worden en in den kelder wordt het
latwerk gemaakt, waarop later de
witte en roodq kooien en de bloemkool
komen te liggen.
Voor den oogst van het volgend
jaar kunnen nu al gezaaid worden:
wortels, schorseneeren, spinazie, ci
chorei en peterselie, het is aan te be
velen om het zaad in rijen te zaaien,
om later, in het voorjaar, de bedden
gemakkelijk te kunnen uitdunnen.
In den bloementuin.
De geraniums, de fuchsia's en de
heliotroop worden nu weer in potten
gezeten de overblijfselen van de uit
gebloeide eenjarige planten worden
verwijderd. Dahlia's, gladiolen, knol
begonia's, canna's en de daaraan ver
wante planten laat men de eerste
vorst doormaken, om hun groei van
den volgenden zomer door het afster
ven der bladeren zin te geven. Na het
afsnijden van bladeren en stengels,
moeten ze in een droog, vorstvrij ver
trek worden bewaard. De bollen, die
het volgend voorjaar weer zullen
bloeien, worden nu in den grond ge
bracht, zooals tulpen, crocus, sneeuw
klokjes, narcissen, scylla en zoo meer.
Eea lichte bedekking bij strenge
vorst is aan te bevelen.
Grasperken gaan kortgeknipt den
winter in, omdat lang gras gauw gaat
rotten. Met het dekken van de rozen
kan men nog wel even wachten. Een
lichte nachtvorst schaadt nog niet di
rect. De rozenstruiken worden een
beetje aangeaard, om de wortels te
beschutten. Naaldhout en altijdgroene
loofboomen, vooral de rhododendron,
moet men nog eens grondig begieten,
voordat de grond bevriest. Maar mis
schien komt het wel niet eens zoover,
dat dit noodig is.
Zuurkool is smakelijk, gezond en
licht verteerbaar en kan als groente
zoowel als stamppot gegeten worden,
b|j voorkeur met varkensvleesch.
Voor het inmaken wordt witte kool
gebruikt, liefst stevige groote exem
plaren van de beste kwaliteit. Zooals
'n alles, heeft men ook in groenten
verschillende kwaliteiten en de beste
Jool geeft de meeste waarborgen, dat
'eur en smaak aan de hoogste
eischen zullèn voldoen.
De kooien worden gewasschen eiv
*an buitenste bladeren ontdaan,
aarna °P een droge, luchtige plaats
gelegd om het overtollige water te
'alen verdampen.
De kool wordt met een koolmes fijn
gesneden, nadat eerst de dikke stronk
jerwjjderd is, hetgeen men het best
J doen, door hem eerst in twee
e i te verdeelen met een groot
Greta Garbo en Robert Taylor in „Marguerite
Gautier".
MARGUERITE GAUTIER.
in het Thalia-Theater.
Het Thalia-Theater brengt vanaf heden
avond .de Metro Goldwyn-Mayer film
„Marguerite Gautier" de voortreffelijke
filmversie van „La Dame aux Camélias",
het onsterfelijke meesterwerk van den jon
gen Dumas. Greta Garbo speelt in deze film
de rol zooals zy verbonden was aan den
naam van Sarah Bernhardt en Elionore
Duse.
Het is eigenlijk precies negentig jaar ge
leden, dat de jonge Dumas het bekend
gewortlen verhaal van de „Dame met de
Camelia's" uit zijn eigen herinnering op
schreef: een thema, dat voorbestemd was
om generatie na generatie te verrukken, als
drama ,als melodrama, als roman, als ope
ra (Verdi's „La Traviata") en tenslotte als
film.
Het is oorspronkelijk het waarachtige
verhaal van Alphonsine Duplessis, Pary-
sche courtisane, een vrouw, die door Dumas
werd beschreven als een frêle verschijning,
geestig en gevat. In haar leven speelde
Alexandre Dumas de rol van Armand Du-
val: hy was arm en kon haar niet aanbieden
wat zy noodig had. Zyn afscheidsbrief aan
Mile Duplessis is bewaard gebleven: deze
bevat bijna woordelijk dezelfde motieven als
de latere geromantiseerde Armand Duval in
het stuk en ook in de film naar voren
brengt. Alleen was de Père Duval in de be
roemde scène, die steeds door groote acteurs
van den ouden stempel gespeeld pleegt te
worden, niet te vergelijken met den levens-
lustigen en uitbundigen Père Dumas'. Maar
men leefde in een romantischen tijd en aan
de intens tragische afloop van de „Dame
met de Camelia's" dankt het stuk zelfs voor
een groot deel zijn onvergankelyken roem.
De beide Dumas' kenden het „métier du
theatre" en het was dan ook geen wonder,
dat vrijwel terstond de grootste Fransche
actrices letterlijk vochten om deze rol, die
haar zooveel virtuoze spelkansen bood. Een
der beroemdste interpretaties gaf Rachel,
gevolgd door die van Sarah Bernhardt, die
deze rol zelfs tot op hoogen leeftijd speel
de, ja zelfs na de amputatie van haar been,
waardoor zy zich op het tooneel niet kon
bewegen. Gravin Helen iModjeska, een Pool-
Bche .maakte de rol beroemd door het uit-
groote J
i bleef Is
gaf
;ste 1
'jverbonden is,
de wereld,
iers, die de
zonderlijke temperament en de
ve, waarmee zy haar speelde. Zy
haar met een levende kanarie, die
dersteld werd, tydens een der tee<
nes te zingen en dat gewoonlijk
Maar by de Amerikaansche p:
het diertje er de brui
eensklaps in de sterfscène hét
uit te galmen! Geïrriteerd sme<
jeska het beest met kooi en al
lissen, waarop een groot
stond, dat eerst tot rust kw&m
putatie van journalisten deh
kon constateeren, dat het
overkomen was en het heuöch
kanarie was!
Elionore Duse, wier naam
de „Dame met de Camelia'
speelde haar in alle landen
inclusief Amerika, en met
beroemde zinnen soms in hun^eigen lands
taal spraken, terwyl La Duse haar rol in
het Italiaansch speelde.
Nazimova speelde haar in de eerste film
versie der Metro-Goldwyn-Mayer, toen Ru
dolph Valentino haar partner was als Ar
mand Duval.
Het is thans Greta Garbo, die deze rol
nog eenmaal in de volle glorie van Dumas'
schepping speelt. Als partner stelde de Me-
tro-Goldwyn-Mayer haar den jongsten ster
ter zyde: Robert Taylor, die zich op mees
terlijke wyze kweet van zyn moeilijke rol:
den jongen, onervaren, gevoeligen minnaar
Armand Duval. Lionel Barrymore speelt in
deze Metro-Goldwyn-Mayer film de rol van
den père Duval in de fameuze scène tus-
schen vader en geliefde. Irf het bijzonder
uitgebreidis de rol van deh rijken mede
dinger, Baron de Varville, waarin men de
figuur van den „coming man" Henry Da-
niell zal kunnen bewonderen.
„DE DROOMER"
met Emile Jannings.
Schouwburg-Bioscopp.
Schouwburg-Bioscoop vertoont
verlaat heimelijk het huls. van een
I 's Middags in het stamcafé, waar de no-
I tabelen van het stadje samenkomen, werpt
landraad Kannewurf den directeur van het
gymnasium, Niemeyer, het nieuwste schan
daaltje, dat zyn leerling von Zedlitz in ge
zelschap van de touneelspeelster in een be
rucht lokaal „De Gouden Pauw" gezien is,
voor de voeten. Niemeyer kan het niet ge-
looven, doch de bewijzen rijn zoo sterk, dat
I hy' besluit de zaak grondig te onderzoeken.
Ku»t von Zedliti geeft het bezoek aan „De
Gouden Pauw" toe, doch verzwijgt, dat hij
later met de tooneelspeelster naar huis is
gegaan. Dit doet hy op aanraden van Frits,
een zoon uit Nieireyer't eerste huwelijk.
Fiits is het type van din eeuwigen student,
die meer aan kroegjolen dan aan examens
denkt. Hy staat met z'n stiefmoeder, een
vi C/uw, ver beneden den ft and van den dï-
i rt.teur, op zeldzaam vertrouwden voet en
leent op de mees- onbeschaamde wyze geld
van ,iaar. Dienzelfden Zondag zal cr een
monument onthuld worden in tegenwooraig-
held van den Keizer. De kostjongens van
Niemeyer trekken party van het verslapte
toezicht ten houden ondanks het strenge ver
bod, toch een vergadering van hun school -
jongensbond: „Anyi Ty#annia". De politie
lucht van gekregen en op bevel
van Kannewurf worden zy opgebracht. Zed-
litz is, ondanks het kamerarrest, dat Nie
meyer hem als straf opgelegd had, ook naar
de vergadering gegaan, om z'n kameraden
te bewegen, den bond op te heffen. Als de
politie komt, wordt ook hy naar het politie-
posthuis gebracht, waar het tevens uitkomt
dat hy' den nacht by Lydia doorbracht.
Niemeyer is totaal verpletterd door de
treurige ervaring, dat juist de jongen waar
voor hy z'n hand in het vuur zou steken',
hem belogen heeft. De wereld stort voor
hem in!
In mateloozen toorn, laat hy zich ver
leiden, hem, die eens zijn meest geliefde
leerling was, de hevigste verwyten te doen.
Geheel terneergeslagen kan Kurt zich niet
meer tegenover zyn leeraar verontschuldi
gen en stormt het bureau uit. Het komt tot
een zeer' opgewonden scène tusschen Nie
meyer en von Kannewurf. Deze, angstig
geworden, geeft bevel den jongen Zedlitz na
te |aan. Ook Niemeyer zelf, tot inzicht ge
komen, dat hy den jongen te hard is ge-
vallen, maakt zich ernstig ongerust.
Bij z'n vrouw vindt Niemeyer niet het
minste medegevoel en leert ook dan pas
haar ware aard kennen. In dezen nacht
Wordt het den „droomer" duidelijk, dat zy"n
idealisme in de practyk niet opgaat. Hy
erkent volmondig, tekort geschoten te zijn
en als von Zedlitz terug mocht komen, zal
hy een nieuw leven beginnen. Het is hem
niet gegeven! Aan Zedlitz' baar geeft „de
droomer" temidden van z'n leerlingen z'n
laatste les: „We hebben dit leven niet ont
vangen, om het te ontvluchten,
het te overwinnen!"
maar om
De
een
iet Emil Jan-
Carl Fröhlich-film der Tobis
nings in de hoofdrol.
Het filmverhaal begint op een guren Ja-'
nuari-Zondagmorgen om 6 uur. Von Zedlitz,
intern leerling van het Koninklijk Gymna-
DE GETEMDE DRAAK
met Adèle Sandrock.
Réunie-Bioscoop.
Hoewel verheugd over de toenemende ex
port van zyn bier, moet brouwer Carsten
Sr. toch toegeven, dat zijn afzet in het bin
nenland den laatsten tyd sterk terugloopt.
En dat, terwyl zyn brouwerij „De Zon" voor
het modernst ingerichte bedryf geldt. Vele
van zijn geregelde afnemers gaan over naar
de Brakensteinsche Brouwerij, waarover de
oude gravin Rosemarie von Drakenstein het
beheer voert. Dat deze brouwerij binnen-
Emil Jannings.
in „De Droomer".
kort haar 300-jarig bestaan zal vkren,
maakt haar niet tot zoo'n ernstige concur
rente voor „de Zon", maar wel het feit, dat
de gravin een brouwmeester heeft, die met
recht een meester in zyn vak genoemd mag
worden, 't Is dus brouwmeester Bachmeier,
die de situatie beheerscht en wat wel het
grootste wonder is, ook Rosemarie, zyn gra
felijke bazin.
Carsten Jr. besluit er op uit te gaan, oni
persoonlijk een kijkje te nemen in het vijan
delijke kamp. Hij begeeft zich naar Draken
stein, installeert zich daar in een hotel en
geeft zich uit voor tooneelspeler op vacan-
tie. Zyn ware bedoeling is echter dien be-
faamden brouwmeester voor <ten neus van
de gravin weg te snoepen. Maar Bachmeier
denkt er niet aan zyn positie in Draken
stein op te geven. Dan besluit nicht Trude,
die eveneens lid van de firma is, haar neef
te hulp te komen. Zy meent met vrouwe
lijke list en sluwheid te kunnen bereiken,
wat hem niet gelukt is. Ook Trude verzwijgt
haar ware naam en afkomst en tracht als
juffrouw Flink met den brouwmeester op
vriendschappel ij ken voet te komen. Zy geeft
voor ,dat zy op zoek is naar een betrekking
en Bachmeier recommandeert haar bij de
gravin, die haar in dienst neemt als huis
houdster op het kasteel.
Boven dit alles troont argeloos d$ oude
gravin Rosemarie, die zich kostelijk ver
heugt over het feit, dat zy steeds meer de
brouwerij „de Zon" concurrentie aandoet,
't Is maar goed, dat zy' niet weet, hoever
haar concurrent reeds op haar eigen terrein
is doorgedrongen.
Nader en nader komt de dag van het ju
bileum. Reeds wacht heel Drakenstein in
feestkleedij op de verrassingen, die komen
zullen.
Bachmeier, Trude, Comtesse Helena en
Frits zyn allemaal druk doende met de
feestopvoering. De grappige rijmpjes van
het ridderspel worden handig verdraaid en
vervormd om de oude gravin zoetjes aan
voor te bereiden op de aanstaande samen
smelting der beide brouweryen. Nu volgt
een laatste en hevige botsing tusschen alle
partijen, maar eindelijk wint de jeugd het
toch van de ouderdom. Er wordt een com
promis getroffen voor een voordeelige sa
menwerking van beide zaken, waarin ook
de vier jonge menschen,. Comtesse Helena,
Trude, Bachmeier en Frits nu echter als
twee gelukkige paartjes een werkzaam
aandeel zullen nemen.
inmaakpot, die
dewêrk
van poreus aar-
moet zijn en bij iedere huis-'
l °UW bekend is( moet met heet wa-
ren soda uitgeborsteld zijn en goed
"«Wpoeld worden.
vooa?^JeS en steen wor(*en eveneens
'n keet sodawater gereinigd,
to .3nneer men ee11 deel van de kool
heeft, strooit men hierover
enzout en gaat steeds verder na
han^n'eUWe ^aag h°°l met een klein 1
^je zout. j
d! na8!enoe£ vol, dan drukt
Ik» aanwez'g€ kool telkens naar
SÏ* €r steeds nieuwe voor-
Men zal bemerken, dat zich dan
door het stevige aandrukken "reeds
pekel begint te vormen.
Op een vat van 100 litêr inhoud re
kent men pl.m. 1 K.G. zout.
Naar smaak kan men een gesnip
perde ui, zure druiven of gesnipperde
zure appels hieraan toevoegen, terwijl
velen tusschen de lagen peperkorrels
strooien.
De bovenste laag wordt het sterkst
gezouten en daarna afgedekt met
koolbladeren, hierop komen de plank
jes, die meest uit twee aaneen passen
de helften bestaan en tenslotte de
steen.
Men laat de pot eenige dagen op een
matig warme plaats staan om het gis
tingsproces floor te maken, waarna
zich een troebele, schuimige massa zal
vormen, die men afschept. De kool
bladeren worden eveneens verwijderd
en de bovenkant afgedekt met een
schoone, witte doek, waarbovenop
plankjes en een steen komen.
Men moet de kool wekelijks nazien
en het vat in den kelder of op een
andere koele plaats gedurende de win
termaanden bewaren.
De doek, plankjes en steen worden
grondig ufgewasschen, opdat zich
geen kim vormt.
Na drie weken kan men de kool
reeds gebruiken.
[Schoonmaken van tweed.
Tweed rokken, die men veel gedra
gen heeft en welke vuil geworden zijn
kan men op eenvoudige wijze schoon
maken met warme zemelen. Vooraf
borstelt en klopt men het kleedingstuk
goed uit, zoodat alle stof verwijderd
is, daarna legt men het op een plat
vlak, b.v. op een keukentafel en be
handelt'deel voor deel door er warme
zemelen over te wrijven. Men kan
deze laatste in den oven op een bak
blik warmen of in een ijzeren pan op
het gas.
Men moet telkens, nadat men een
plekje schoongewreven heeft, nieuwe
zemelen gebruiken.
Tenslotte wordt de rok goed uitge
klopt ep de behandeling zoo noodig
Herhaald.
Aardappelen en kaas.
250 gram aardappelen (gekookte), 60 gr.
geraspte parmezaansche kaas, 2 eieren, 2
eetlepels melk, paneermeel, klontjes boter.
Aardappelen over een rasp wry ven of
door een grove zeef. Boter smelten, geklop
te eierdooiers, kaas en melk toevoegen,
eventueel peper en de aardappelen, daarna
alle ingrediënten goed dooreen mengen.
Witten tot zeer styVe sneeuw kloppen en
luchtig door het mengsel scheppen.
Bakvorm of vuurvast schoteltje goed in
vetten en met paneermeel bestrooien, meng
sel er in doen, waarna de vorm met het oog
op heb ry'zen, niet meer dan gevuld mag
zyn. Pl.m. 30 minuten in den oven bakken,
en warm opdienen.
Gestoofde uien met gehakt.
500 gram gehakt, 1 uitje, 2 eetlepels ge
smolten boter, zout, peper en noot, 1 eet-
lep'el tomatenpurée, 1 K.G. uien, 60 gram
boter,water, zout, Va citroen, bloem.
Het gehakt wordt met het geklopte d,
de gesnipperde ui, gesmolten boter en krui
den gekneed en in zes gelijke deelen ver
deeld, die tot balletjes worden gevormd.
Uien, die gelijk van grootte moeten zy'n,
Wijlen Adèle Sandrock.
worden schoongemaakt en in weinig water
byna gaar gesmoord, daarna doet men er
de balletjfes gehakt by en stooft deze nog
pl.m. 20 minuten met de uien mee. Vervol
gens .schept men gehakt en uien uit en legt
ze op een verwarmden schaal, maakt de
saus af met de boter, sap van citroen en
tomatenpurée en bindt deze met wat bloem,
giet ze over de uien en het gehakt.
Opdienen met rijst.
Hamschoteltje.
Fruit een uitje in 2 eetlepels boter, voeg
er 14 L. melk ol bouillon bij, wat peper en
zout en 2 eetlepels aangemengde maizena.
Roer hierdoor 2 onB fijngehakte gekookte
gerookte ham, laat alles samen even goed
doorkoken op een zacht vuurtje en roer er
even voor het opdoen (goed heet) nog een
eetlepel gehakte peterselie door.
Viscftsio.
1 blikje crab, 1 ons garnalen, 1 kopje vol
aan kleine blokjes gesneden komkommer,
14 kopje met koude gekookte aardappelen,
eveneens aan blokjes verdeeld, enkele ca-
pertjes, peper, zout, mayonnaise, gehakte
peterselie.
De crab wordt uit het blikje gehaald en
aan kleine stukjes verdeeld, vocht laten
wegvloeien en de viscb in een kom doen,
hierbij de gehalveerde garnalen voegen, de-y
komkommer en aardappelen en alles om en
om scheppen, eventueel naar smaak peper
en zout ey daarna eenige lepels mayonnaise
met dé massa vermengen en deze verdeelen
over schelpen, bestrooien met peterselie en
er eenige capertjes op leggent
Rand garneeren met halve plakjes to
maat.
Men kan dit vischmengsel ook serveeren
in uitgeholde tomaten, waarvan de pulp
dan voor een sausje b.v. over bloemkool
wordt gebruikt.