;eld
ex
Stop
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
Deze Courant komt in vele duizenden gezinnen Gegarandeerde oplage 8300
ifiagenmantals
gn Qapes
dien hoest
Zaterdag 5 Februari 1938
76e Jaargang
bergambacht, berkenwoude, bodegraven, boskoop,
Nationale Feesten.
|1
eerste blad.
BoMnwnn
GOUDERAK, HAASTRECHT, MOORDRECHT, MOERCAPELLB,
Het geluk ligt in de sneeuw.
a
Jit blad verschijnt dagelijks, behalve Zon- en Feestdagen
AKKER's verstèrkte
ABDIJSIROOP
Brieven uit de Hofstad.
woningwet hier veel goeds heeft
sloffen. Prima pasvorm
K.
iden. De verlichting
Wand omhoog geklommen. Plotseling
BEETS
FEUILLETON.
Een zeldzame ochtend.
(Wordt vervolgd).
een groote hoei
Een prachtvolle collectie
in uitsluitend betrouwbare
wel een honderd -
meer. Voor die gebouwen, winkels, scholen
Dieter schrikt
Voorzichtig Is hij langs den Blauen
^riefelyk. De donkere achter
haar al te dikwijls het licht uit
soliede Boek-
>r de plaatsing
zün.
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
GOUDA.
are» op een meisjeskostschool. Vorig jaar
herfst heeft ze ontslag genomen...
Eenvoudig en slechts als terloops noemt
Dieter de feiten. Voor Petra echten, is
dat voldoende. Als Dieter zwijgt, zegt ze
Ik zie alles. Ook wat, je me niet
die feestviering ziet men een verbroede
ring als anders maar zelden voorkomt. Dan
is het of het gevoel van saamhoorigheid
zich baan breekt en men gevoelt één te zijn
in het nationale feestgevoel. Dan weet men
zich één te zijn ondanks de afscheidingen
van allerlei aard. Dat heeft ook deze gun
stige uitwerking, dat de standen elkaar voor
een oogenblik weer meer naderen. Het is
de manifestatie van de eenheid, waarvan
men zich in den grond toch altijd bewust
blijft. En het is dit gevoel van eenheid en
saamhoorigheid, dat ons tot een sterk volk
maakt.
fo._19644
(lOlIlSdIE COtRANT.
Een Wintersportroman
van
PETER KRAYENBÜHL.
(Nadruk verboden).
Na een oogenblik gaat ze plotseling
rechtop zitten, neemt Dieter’s handen,
die ze nauwkeurig bekijkt, in de hare en
vraagt:
En jij? Wat doe jij eigenlijk? Hoe
sta jij daarbuiten in die wereld, waar je
vandaan komt?
Ik sta helaas nog lapg niet; voor-
loopig krabbel ik nog maar zoo’n beetje
mee. Maar ik wil over mezelf vandaag
niet spreken. Er is ook maar weinig van
tb vertellen en dat weinigje is nog te
veel, als ik het zeg...
Petra staat op. Ik. ga nog een korte
wandeling maken... Onder die vacht daar
is een bedStraks zal ik. in de kamer
hiernaast wel een slaapplaat» voor me
zelf gereed makenGoeden nacht, Die
ter...
Dank je. Petra... Goeden nacht...
Ze geeft Bollman, die. haar volgen wil,
'n. wenk te blijven Dieter legt zich op de
hem aangewezen plaats ter ruste en
vrijwel zonder ov.ergang valt hij spoedig
in een diepe, droomlooze slaap
Ons volk heeft in de afgeloopen week in
■en spontane feestviering zijn vreugde uit
gejubeld over de geboorte van prinses Bea
trix. Het heeft daarin zeker zijn liefde voor
le Koningin en het prinselijk paar uitge-
iproken, maar daarnaast ook zyh gehecht-
leid aan het Oranjehuis, een gehechtheid,
lie, ontstaan in dagen van worsteling en
itryd, als vergroeid is met ons volksbestaan
>n die dan ook ieder Oranjefeest tot een
vaar nationaal feest maakt, dat is een feest
iat niet alleen zyn aanleiding heeft in een
iationale gebeurtenis, maar ook een mani
festatie is van den nationalen zin en het
jevoel van nationale saamhoorigheid. En
iet is deze beteekenis van nationale fees
ten, die daaraan hun groote waarde niet
inkel voor het nationale bewustzijn, maar
ook voor onze nationale en maatschappe
lijke samenleving geven.
We behoeven ons zelven niets wys te ma
ken. Het nationale bewustzijn leeft onder
het feestvieren en de feestvierenden lang
[niet altyd zoo bijster sterk of, om het pre
cies te zeggen, de meeste feestvierenden
«enken onder het feestvieren niet of nau-
Iwelykii aan. het nationaal gebeuren, dat van
fhun feestviering de oorzaak is, en nog min
ne» aan volk, vaderland of vorst of aan
rationale waarden. Z? vieren feest om het
feestvieren met misschien nu en dan, wan
neer ze er door redevoeringen of iets anders
paan herinnerd worden, op den achtergrond
leven de gedachte aan de nationale oorzaak
fvan hun feestvieren, maar zonder dat de
roeteekenis van die oorzaak voor het natio
nale leven tot hen doordringt of hun natio
naal bewustzijn erdoor wordt verlevendigd,
pn toch hebben die nationale feesten voor
bns volksleven hun zeer bijzondere waarde,
fr^ant ze leggen duidelijk voor ieder zicht
baar even den nadruk op het nationale, be
palen de gedachten ook van wie voor dat
nationale gewoonlijk weinig gedachten over
nebben voor een oogenblik bij het nationale
niet het minst door de voorbereiding en de
herinnering, ze kunnen ook een oogenblik -J zelve toont
wel werkelijk doorvoelde geestdrift voor dat
nationale bij velen wekken en het gevoel
van verbondenheid tot bewustzijn brengen.
'Maar vooral en daarin schuilt mijns in
ziens een der grootste, zoo niet de grootste
iwaarde van deze nationale feesten ze
Ibrengen de verschillende volksdeelen, die
■rbaal blijkbaar goed
,s veroordeeld omdat
terlichtje had, maar
had er moeten staan
:hterllchtje had, dat
Ide. Daar zit verschil
it niet een rood ach-
s avonds een achter-
cht uitstraalt. Overt-
meering van den jon-
ielhij werd toch be
en kantonrechte?
te stappen voor con-
ideale oplossing,
ren. dat het licht wu
;e majeur kwamen er
ving af, anderen kre-
j varieerden tusschen
Die niet uit alles leeren wil, wil in het
reheel niets leeren.
winkels deed heel wat woonhuizen verdwij
nen en ook hierdoor werd het proces der
verschuiving in niet geringe mate bevor
derd. Het sloepen van krotten, soms bij
gansche straten tegelijk hielp óók al mede,
zoodat honderden, misschien duizenden uit
de middenstad zijn verdwenen.
Wat in Londen niet het geval schijnt te
zijp, is bij ons wel gebeurd: de oude maga
zijnen zijn in het centrum gebleven en als
winkelcentrum is het juist tot een nieuwe
ontwikkeling .gekomen. Ook de theater»
cafe’s en hotels blijven alle op de oude
plaats, al trachtte men in de buitenwijken
daar eigen centra te vormen.
Met dat al is het karakter van onze oude
stad volkomen gewijzigd en nog steeds gaat
de ftyalgtig voort. Het een voor, het andere
na valt elk pratricisch huis waaraan dik
werf een belangrijk stuk historie van ons
land is, verbonden, ten prooi aan deze om
wenteling. Naar mate dit proces ziqh uit-
breidt, versnelt het tempo. Zelfs de gezan
ten van andere landen zoeken hun heil in
de vlucht en juist dezer dagen meldden de
kranten, dat België een groote villa op
Zorgvliet heeft gekocht om daar zijn lega
tie een onderdak te geven. Jarenlang was
deze op den klassieken Vijverberg geves
tigd, van waar ze reeds verdween, haar huis
overlatend aan een bankbedrijf. Van de vele
gezantschappen die eertijds daar gevestigd
waren is allee®, het Duitsche nog gebleven.
Op het Lange Voorhout, eens de voor
naamste plek van den Haag met een we-
reldreputatie hangt nog een historische
sfeer, omdat de buitenkant der oude woon
huizen, dank zij de monumenten-wet, is ge
handhaafd, maar achter die gevels is van
het oude klassieke niet veel meer te vin
den, althans niet van de sfeer. Er zijn boe
ken- en eethuizen, muziek- en bridgegele-
genheden, er zijn kantoren en showrooms te
vinden; er zitten ambtenaren op bureaux,
er is zelfs een zij het dan heel deftige kleer
maker, dié er zijn affaire drijft. De gra
ven, baronnen en jonkheeren zijn verdwe
nen en hun geest is er niet meer, 's Avonds
hij naar buiten om gezicht en armen
met sneeuw af te wrijven. Herhaaldelijk
echter keeren zijn gedachten terug naar
de fantastische verschijning in zijn
droomzóózeer nemen zij hem in beslag,
dat ze hem van zijn daden afleiden.
Peinzend staart hij voor zich uit zonder
iets te zien, tot hij zich eindelijk met
een ruk vrij maakt van het .fantoom en
zich vastberaden in de werkelijkheid
werpt. Daar voor hem ligt in al zijn
pracht het panorama van een wlntersch
berglandschap, overgoten door de gou
den stralen van de ochtendzon.
Hij rekt zich in zijn volle lengte uit
en vult z’n longen met de zuivere, van
vorst doortrokken winterlucht. Het is,
of de scherpe punten van de Schlehen-
kamm tot in z’n botten doordringen.
De Annenfluh steekt zijn ronde kruin
door den wazigen ochtendnevel, de An-
tonshöhe verheft zich dreigend als de
vuist van een reus, onweerstaanbaar
lokt daarachter het glinsterende Satans-
horn en op don Blauen Wand ligt een
rust ademende glans.
In het dal beneden hem ontwaart Die
ter de huizen van St. Valentin, als tot
een vraagteeken gerangschikt. Er glijdt
een schaduw over zijn gelaat: dan gaat
hij naar de hut terug?
Petra? roept hij zachtjes. Geen ant
woord.
Petra? herhaalt hij nog eens, iets
luider ditmaal, hoewel hij reeds weet,
dat het tevergeefs is.
jeltelijk steuntrekker,
eel te missen.
t roode achterlichtje,
s-verbalen over het
de achterlichtje" zijn
n. De kantonrechter
derenswaardige lank,
mtschuldlglngen aan.
n-den, dat het onmo-
itsend te constateer»
serde de geldboete
s op 10 dagen. j
Wie zal dat betalen'
•uwenaar had op J
?n met aan’ de een»
1 aan de andere M
een stilstaande wd
hij het verkeer in e='
i wielrijder die fa»
was gebracht.
?reden en kreeg daar I
n rijwiel en kleedim
ed hebben.
i beetje doof. De
d hij niet, maar toen
lem vertelde, dat h|
suUl
nfet een dergelyke behuizing af te
Een enkel maal in de achteraf ge-
oude straten van het-oude gedeelte
vindt! men dezen toestand nog wel eens te
rug, imaar geleidelijk zal deze ongezonde
toestlnd toch verdwenen.
‘Hefr waren inderdaad de winkeliers die
het eerst zelf de oude stad in den steek
lieten en een beter woonhuis aan den bui
tenkant zochten. Sedert de winkelsluitings
wet hen dwong 's avonds te sluiten, is dit
elders wonen vergemakkelijkt. Ook hier is
het den invloed ‘der sociale maatregelen ge
weest, die een gunstig effect hadden.
In de derde plaats is het de steeds ver
scherpte concurrentie geweest, die veel ver
beteringen aanbracht. Als de één ging mo-
derniseeren, was de ander genoodzaakt om
niet achter te blijven. De uitbreiding der
ADVERTENTIEPRIJS: Uit Gouda en omstreken (behoorende tot den bezorgkring)
15 regels ƒ1.80, elke regel meer ƒ0.25. Van buiten Gouda en den bezorgkring:
l-r-5 regels 1.55, elke regel meer 0.30. Adverténtiën in het Zaterdagnwmmer 20
bijslag op den prjjs. Liefdadigheids-advertentiën de helft van den prijs.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN: 1-4 regels ƒ2.25, elke regel meer ƒ0.50. Op
de voorpagina 50 hooger
Gewone advertentiën en ingezonden mededeelingen by contract tot zeer gereduceerden
prjjs. Groote letters en randen worden berekend naar plaatsruimte.
Advertentiën kunnen worden ingezonden door tusschenkomst van
handelaren, Advertentiebureaux en onze agenten en moeten daags vóói
aan het Bureau zijn ingekomen, teneinde van opname verzekerd te
toewijzing aerflEUWERKERK, OUDERKERK, OUDEWATER, REEUWIJK, SCHOONHOVEN, STOLWIJK, WADDINXVEEN, ZEVENHUIZEN, enz.
n bedrage van 6s
n tong: „Dat kan t) -
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal ƒ2.25, per week 17 cent, overal waar de
worging per looper geschiedt. Franco per post per kwartaal ƒ3.15.
Ah^Twononten worden dagelijks aangenomen aan ons Bureau: MARKT 31, GOUDA,
bjj ffF— agenten en loopers, den boekhandel en de postkantoren.
Onze bureaux zijn dagelijks geopend van 9—5 uur. Administratie en Redactie Telef.
Interne. 2745. Postrekening 48400.
Petra zit op een voetenbankje bij de
naard met haar rug naar Dieter en
staart in. den laaienden gloed. Op een
in den hoek brandt een kleine
Petroleumlamp met een. blikken reflec
tor. Door de kleine ruiten glinsteren de
sterren in het duister van den midwln-
ternacht. Het is nieuwe maan.
Is je vader dood?
Zijn blik is op Petra’s rug
»®v^tlgd. Ze is te vertrouwen, denkt hij.
Nochtans.
Petras bruine hals ligt eèn rose
ho de weerscbljn van het vuur in den
nf» Ze 8teunt hftar kln ln de hand
J*eter ha£dt zlJn portefeuille te voor
schijn.
Dit hier is m’n moeder.
h legt de foto °P haar knie- Het
viifH ?Tortret van een vrouw over de
*yjtlg. Het haar is geheel grijs, -als de
llndenh°ut. Een zeer ernstig,
hai i d gelaat, zonder één rimpel:
mAtiJk tt van een zeer evenwichtig
wn?fChi voorho°fd toont een onge
wone reinheid van geest; de kin verraadt
vrjjwel gescheiden plegen te leven, weer tot
elkaar.
De gedeeldheid, waarin we leven, is in
ons volk niet tot een verdeeldheid gewor
den in dien zin, dat we in het dagelyksch
leven vijandig tegenover elkaar staan. Bij
ons is het vrijwel ondenkbaar, dat men po
litieke tegenstanders doodschiet. We gaan
zelfs elkaar niet om meeningsverschillen te
lijf, 'al is dan de N.S.B. den laatsten tyd
bezig haar zeer onnationale methoden voor
het voeren van den politieken strijd in te
voeren. Maar- we leven wel min of meer
gescheiden en naast elkaar in tal van groe-
peeringen. Die groepeeringen worden niet
alleen door politieke of godsdienstige, maar
ook door maatschappelijke kenmerken be
paald. En men zou zelfs kunnen zeggen,
dat in ons dagelyksch omgangsleven de
groepeering naar politieke beginselen nog
het minst tot uiting komt. Wel daarentegen
doet de groepeering naar godsdienstige op
vattingen zich duidelyk voelen. Vrijzinnige
protestanten, rechtzinnige protestanten en
katholieken houden zich in den dagelyk-
schen omgang en in het gezellig verkeer
hoofdzakelyk ieder bij hun eigen groep,
waarbij dan de rechtzinnige protestanten
van de Ned. Herv. Kerk en die van de Ge
reformeerde Kerken nog weer ieder een min
of meer afzonderlijk staande groep plegen
te voripen. Maar nog volstrekter is de af
scheiding .in maatschappelijke .standen. In
al deze afscheidingen, die wel in ieder land
eenigszins bestaan, maar in ons land zich
toch wel hyzonder sterk doen gelden, dreigt
de eenheid teloor te gaan. Maar bij natio
nale feesten worden deze afscheidingen
doorbroken en herstelt de eenheid zich in
een gevoel van onderlinge saamhoorigheid.
In de voorbereiding door comité’s en bij de
feestviering zelve nemen allen gezamenlijk
als een volk deel. Op een Veluwsch dorp
had bij deze feestviering een samenkomst
plaats in het kerkgebouw der Ned. Herv.
Gemeente, waarin achtereenvolgens de vrij
zinnige Ned. Herv. predikant, de pastoor,
de voorganger der rechtzinnig hervormden
en de predikant der Gereformeerde gerheen-
te het woord voerden en zanggezelschappen
van de verschillende gezindten' zich lieten
hooren. Maar vooral ook de feestviering
een doorbreking van alle af
scheidingen. In de groote steden is de ge
deeltelijke opheffing van het standsverschil
minder duidelyk merkbaar, maar op de dor
pen en in de stadjes dansen de vrouw van
den burgemeester en die van den dokter
en die van andere notabelen op eenzelfde
bal met den slager en den kruidenier. Bij
iets dergelijks voor den wil en haar neus
is bij de vleugels even fijn geteekend als
die van Dieter.
Onderwijzeres?
Goed geraden...
Kom eens naast me zitten...
kom jij bij mij. Ik mag graag van
hier door het raam kijken Wat is dat
voor een sterrebeeld daar boven de Kal- vertelt hebt. En meer don je weet,
serspitze?
De Orion, zegt Petra, terwijl ze
naast hem op de vacht hurkt én haar
hoofd tegen den houten wand achter
haar laat rusten. Ze sluit haar oogen.
Vertel me eens wat van je moeder
en van je zelf!
En Dieter vertelt, terwijl hij onafge
broken naar het sterrebeeld daar boven
de Keiserspitae staart.
Ze heeft haai’ ouders vroeg ver
loren. Een tante heeft zich over haai’
ontfermd, maar daar moet zij een harde
jeugd hebben gehad. Ze spreekt er zel
den over. Slechts af en toe, als ze iets
verschikkelijks leest of ziet, zegt ze: net
als bij tante Margueritte... Maar ze wist
toch door te zetten, dat ze op de kweek
school kwam en onderwijzeres werd. Ze
hield zich altijd zeer afzijdig. Of de kin
deren van haar hielden, weet ik niet. Ze
was te ernstig, te zeer in zichzelf gekeerd
met buien van zwaarmoedigheid en me
lancholie. Later veranderde dat plotse
ling. Ze had vijf jaar schooldlenst ach
ter zich, toen haar het verlangen naar
een eigen kind te machtig werd Zóózeer
was het haar om dat kind te doen, dat
ze haar man vergat. Na een kort huwe
lijk van enkele Jaren, stierf m’n vader;
verre van
kamer, die
den winkel/moest ontvangen, was een be
kend verschijnsel. Hoogstens was er een
somber, naargeestig binnenplaatsje waarop
de kamer] uitzicht gaf. En in die kamer
leefde het jgansche gezin. Niet zelden gaven
de goederen in den winkel bizondere geuren
af, die de/atmosfeer in de kamer nog slech
ter maakten. Het kan niet ontkend worden,
dat -de
uitgeweAt en menig gezin een dienst be
wees
keurei
legen/
welke U overdag kwelt en ’s nachts belet
te slapen. Stop dien hoest direct, maar
bedenk dat die hardnekkige hoest-buien
alleen maar kunnen worden verdreven door
een krachtig en doeltreffend werkend mid
delde nieuwe verstèrkte Abdijsiroop.
Abdijsiroop is vanouds een natuurlijk kruiden-
middel, bereid uil oude beproefde geneeskruiden,
welker verrassende werking op aandoeningen der
ademhalings organen wordt erkend en geroemd.
Bovendien echter is in de nieuwe Abdijsiroop nu
nog toegevoegd de krachtigste hoest-bedwingen-
de stof welke er bestaat, namelijk de ..codeïne'
De nieuwe versterkte Akker’s Abdijsiroop ver-
eenigt dus nu in zich de zachte maar grondige
werking der geneeskruiden en de snelle zeer
krachtige werking der codeïne en daarom noemt
men Abdijsiroop ..’s Werelds béste Hoest-slroop".
Flacon 90 ct., f f2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeellger het gebruik.
MCDXII.
De uittocht uit de binnenstad.
Van een Engelsche correspondent in een
onzer groote dagbladen trof ons onlangs
het verhaal omtrent de verlatenheid, die in
het ouder gedeelte van Londen heerscht.
Al sedert vele jaren heeft een uittocht
plaats uit dit benauwde centrum naar den
buitenkant der stad. Het gevolg daarvan
is veel grooter dan men op het oog zou ver
moeden. Bijna een millioen menschen zyn
geleidelyk uit dit gedeelte vertrokken om
dat aan den rand, in de voorsteden veel ge
riefelijker woningen zijn te vinden.
Het gevolg daarvan is vooral zoo vér
gaand omdat tal van gebouwen daardoor
ook buiten gebruik moeiden wojden gesteld.
De winkels verloren hun geregelde klanten,
voor de scholen zyn geen kinderen meer
aanwezig, tal van kerken de correspon
dent schatte alleen het aantal van deze op
trekken geen hoorders
- -gebouwen, winkels, scholen
en kerken zyn geen gegadigden meer om
ze over te nemen en zoo staan zij daar dan j
verlaten. i
Hetzelfde proces, zij het dan op veel klei-
ner schaal, maar in wezen volkomen iden
tiek, kunnen wy in onze stad waarnemen.
Eenig verschil maakt het wel, n.l. dat hier
al spoedig aan afbraak op groote schaal is
begonnen ten einde betere verkeerswegen
te verkrygen. Het zou echter wel eens zeer
interessant wezen als men eens kon nagaan
hoeveel menschen vyftig jaar geleden bin
nen de toenmalige stad woonden en hoe-
velen er thans in dit gedeelty nog over zijn.
Het zou spoedig blyken, da’t ettelijke dui
zenden er uit vertrokken zijn. Pit op zich-
•.zelf heeft een diepgaande verandering ten
gevolge.
In de eerste plaats zijn' het de winkeliers
geweest, die zelf het voorbeeld gaven van
uittocht naar de periferie. In overoude ty-
den woonde iedere winkelier in zyn winkel,
althans er achter of er boven. Prettig was
dit gewoonlijk niet, want de behuizing was I
ik kon toen nauwelijks praten. M’n moe-
der vond weer een betrekking als leer- splijt deze vaneen en uit het binnenste
-i TT—vau jen berg treedt een hooge gestalte
naar voren in een zilveren wapenrusting
en omstraald door een groenachtig licht.
In de half opgeheven rechterhand
houdt de gestalte een klopip aarde, zwa
re, vette, vruchtbare aarde. Met de lin
kerhand klapt zij het vizier omhoog;
door den berg trilt een geluld als van
een vioolsnaar.
Dieter blijft als aan den grond gena
geld staan; het verbaast hem niet als
de zilveren verschijning met een majes
tueus gebaar de aardklomp met een
boog achterwaarts werpt. Het klinkt als
een paukenslag.
Waarom vraagt Dieter zich af. Diep
in hein brandt het verlangen de reden
te weten van dezen merkwaardigen worp
in het onbekende.
En met deze vraag ontwaakt hij. Een
oogenblik zit hij verbaasd op den rand
van het bed, terwijl hij zich de oogen
uitwrijft. Slechts langzaam keert hij tot
de werkelijkheid terug.
Wat is er gebeurd? In zijn gedachten
hangen nog vaag een paar herinnerin
gen, die hij krampachtig tracht vast te
houden. Raadselachtig, maar toch vol
•van beteekenis lijkt hem de droom, die
zijn ontwaken vooraf ging.
Door het kleine ruitje blijft Dieter’s
blik pen oogenblik gericht op den Kai-
zerspitze, die reeds in rooden gloed staat.
Dat doet hem denken aan den tijd.
Haastig zoekt hij z’n horloge.
Acht uur al acht uur pas? In en
kele minuten is hij gekleed; dan gaat