NIEt Dit blad vei sn Terugkeel Met vork en mes. I No. 20016 V.ERGAM1 nieuwei Met den eersten schooldag vangt een nieuw leven aan. I gaarne ziet, dat de zoon of doch te i I hieromtrent een bijzondere kennis aan den dag zal leggen, leaer vrij uurtje wordt benut om met het kind in dit vak te werken en de overigens middelmatige leerling zal bij de be handeling van nieuwe stof in de klas se een groote kennis aan den dag leg gen. Waar het andere vakken betreft 'blijkt, dat hij volstrekt niet uitblinkt, soms zelfs heeft de tijd hem ontbro ken er voldoende aandacht aan te be steden. *n Kwade kans..tl ft be de van mevr Mann’s kist. Daarmede is |oopen en wanneer crematorium ver- gaat over de Azalea indica, een in de laatste jaren steeds meer gebruikte ka merplant. Afkomstig uit China, wordt dit gewas veel in Europa gekweekt en Hoe men. eertijds at .en dronk. Een zekere vorst Puckler schreef meer dan honderd jaar geleden tij dens een langdurig verblijf in Enge land: „De grootste zonde tegen de etiquette, die men zich denken kan en die zelfs maakt, dat men van uit- noodigingeu verstoken blijft is wel, indien men het mes naar den mond brengt. Suiker of asperges met de handen nemen is al even ongemanierd als op den grond spuwen.” Thans zijn deze eenvoudige wellevendheidsvor- men reeds lange jaren ingeburgerd. maar destijds behoorden zij nog tot de zeldzaamheden. Het gebruiken van een vork bij de maaltijden is van vrij jongen datum; het dateert eerst van ongeveer twee eeuwen terug. Ofschoon het tafelgerei, waarmede we ons zoovertrouwd hebben ge maakt, geen bijzondere aandacht meer wekt, heeft het toch een inte ressante ontwikkelingsgeschiedenis doorgemaakt. Ieder stuk op zichzelf is reeds lan ge jaren bekend geweest, doch als driedeelig stei, n.l. lepel, vork en mes is het bestek eerst van de latere ja ren. Het oudste stuk eetgerei is de le pel, die reeds afkomstig is uit de vroegste tijden der cultuur. Opgra vingen hebben aan het licht gebracht, dat in het Steenen tijdperk lepels ge bruikt .werden van tanden van wilde zwijnen, geweien van herten, van hout en van gebakken klei. De oude De A.N.W.B. en het kampeeren. De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B., die reeds eerder zijn belangstelling heeft getoond voor het kampeeren, o.a. door de uitgave van een boekje, bevattende een voortdurend bygewerkte lyst van kampeer- plaatsen in Nederland, welke voor toeristen in aanmerking komen, heeft gemeend de werkzaamheden van den Bond op het ge bied van het kampeeren belangrijk te moe ten uitbreiden. Het ligt in het voornemen van den A.N'. W.B., niet alleen zijn inlichtingsdienst voor het kampeertoerisme aanzienlijk uit te brei den en te perfectionneeren, als gevolg van de steeds grooter wordende vraag van een snel groeiend aiantal kampeerders, maar ook nader contact te zoeken met de kampeer ders en, als onderdeel van zijn taak om de belangen van 'het toerisme in zijn vollen'om- vang te behartigen, aan de kampeerders de noodige voorlichting te geven en mede te trachten de kampeerbeweging in goede ba nen te leiden. De A.N.W.B. verkreeg daar- Afscheid van een groot kunstenares. Overweldigende belangstelling. Vrydag heeft Nederland afscheid ge nomen van mevrouw Theo Mann—Bouw meester. Het stoffelijk overschot stond opgebaard, in den hal van den. Stads schouwburg te Amstef&am, in het ge bouw waar zij honderden triohphen heeft gevierd, waar zij door enthousiaste be wonderaars is toegejuicht uit dankbaar heid voor de kunst, die zij ons volk meer dan een halve eeuw heeft gegeven. Mevrouw Mann had in haar laatste wilsbeschikking bepaald, dat er geen 1 chapelle ardente mocht worden Inge- 1 bij de medewerking van een aantal deskun digen op kampeergebied, die den Bond van advies zullen kunnen dienen en is voorne mens een zeer uitvoerige en volledige hand leiding voor alle vormen van kampeeren uit te geven, samengesteld door Ton Koot, be kend in padvinders- en kampeerderskringen en bij uitstek deskundig op dit gebied. Deze handleiding kan er stellig toe by dragen, het kampeeren op de juiste wijze te doen ge schieden, waarmede zoowel de kampeerders zelf, als de geheele, steeds groeiende kam peerbeweging gebaat zullen zyn. Egyptenaren gebruikten meer dan vjjf duizend jaren geleden reeds rijk versierde lepels. Eeuwen lang deed de lepel dienst om de gerechten' uit potten in kom men of schalen te scheppen en had een zeer „roemloos” gestaan, ‘totdat ten slotte een modegril, n.l. die der groote Cragen, hem aan fcijn nederig bestaan ontrukte en in het volle leven bracht. Nog in de 14e eeuw werden aan her Fransche hof soepen en sauzen uit kommen gedronken, terwijl de lepel gebruikt werd voor zoete nagerech ten. Men maakte niet alleen lepels van edele metalen, doch ook van ivoor, koraal en kristal en de gasten brachten, behalve een eigen mes, ook een lepel mede. In later jaren gaven de rijke Hollandsche patriciërs den toon aan ten opzichte van, het tafel zilver en men ging zelfs zoover, dat bij feestmaaltijden zes tot acht zilve ren lepeW naast ieder bord gelegd werden. Soep, sauzen en andere ge rechten -werden met* steeds wisselen de lepels genuttigd. De trol van mes en vork. Nog grootere rol dan de lepel heeft het mes in het leven der volken ge speeld eh de primitieve oervorm was van vuursteen. Eerst veel later heeft men bronzen en ijzeren messen ver vaardigd, die vooral door Grieken en Romeinen zeer kunstzinnig gemaakt werden. Iedereen droeg een mes, bij zich in wilsbeschikking bepaald, chapelle ardente mocht richt. Eenvoudig stond de donkere ma honiehouten kist onder het witte licht van de lampen opgesteld in een groote glaZen kelk achter de baar. Op de kist een wit satijnen kussen met de ordetee- kens van de actrice, het officierskruis van de Oranje Nassauorde en dat van de JTnstrüction Publlque. Om de kist ston den en' lagen de honderden bloemstukken opgesteld, bloemstukken van acteurs en In uw wagen moet u niets wagen autorijden nüg geen kansspel zijn: op den weg moet u het zéker wetenI het zesjarige kind heel verwonderd is, wanneer het op een van zijn ontc1- bare vragen ten antwoord krijgt: „Ik weet het nieft4***- Vader is niet meer degeen, tot wie als tegen een berg wordt opgezien, omdat hij zooveel weet en kan en fei telijk tot dusverre als het hoogste ge zag gold. In de school opent zich een nieuwe wereld, en deze is een schakel van een zeer lange keten, die „het leven” heet. Waarom zien vele moeders dan eenigszins bezorgd haar kinderen dien eersten stap in het leven doen? Laten we eerlijk zijn: wij hebben in onze jeugd menigmaal ervaren, dat wij niet tot de eersten en besten der klas behoorden en vele ouders verlangen van hun kinderen meer dan zij zelf konden presteeren. Deze verkeerde eerzucht doet de kinderen meer kwaad dan goed. Natuurlijk wil len wij gaarne vlijtige kinderen heb ben, maar wij mogen nooit eischen, dat de begaafdheid van vaders- of moeders zijde, mogelijk van beiden, voor honderd procent door de kinde ren aan den dag gelegd wordt. Slechts in zeer weinige gevallen zal men dit zelfs waarnemen. Kinderen zjjp een product der ouders, hetgeen volstrekt niet wil zeg- gen dat zij volkomen aan hen gelijk zijn, want de wetenschap heeft ons geleerd hoe het jonge leven ook beïn vloed wordt door vorige generaties. Vaak komt het voor, dat een ouder die uitblinkt in een of ander vak, ook Het verstandigste is, dat ouders hun kinderen niet onnoodig belasten en hen in alles mee laten gaan met 't onderwijs, dat de klassegenooten ont vangen. Extra lessen van dezijde der ouders, ontnemen den kinderen hun vrijen tijd, die zij lieve» op andere wijze hadden door gebracht. Andere kinderen weer blinken in z.g. wetenschappelijke vakken geens zins uit, doch zijn no. één waar het teekenen of zingen betreft of hand werken-. Deze kinderen hebben een onmiskenbaren aanleg voor deze vak ken en worden geenszins door kort zichtige ouders op een terrein gedre ven, dat hun absojjiut niet ligt. Wie in het practische leven staat, weet, dat men het kind den tijd moet geven zijn gaven te leeren kennen en dat het geen angstcomplexen moet krijgen, indien zijn rapport niet aan de hooggespannen verwachtingen be antwoordt. We moeten steeds met alle omstan digheden rekening weten te houden en het verschil tusschen niet kunnen en niet willen weten te onderschei- den- j Ongemerkt zullen we ons op de hoogte houden van het doen en laten der kinderen en er op letten of aan de opgegeven schooltaak inderdaad ge noeg zorg besteed wordt. Dankbaar mogen we zijn, indien we merken, dat de kinderen gemakkelijk en vlug leeren, doch laten we nooit trachten het doorsneekind te krteden volgens een voor oogen gesteld vooi- beeld. Het eenige dat wij de kinderen op den eersten stap in hun nieuwe leven tje kunnen meegeven is zin voor orde en netheid en ook moeten we hen lee ren hun gedachten op een- bepaald punt te concentreeren, d.w.z. niet van den hak op den tak te springen. Ook Coult JJENDER&ON ii Ijjn. De Brit de bezetting van de Duitsche troepi boden om „verslaj op zijn post, terv deur ‘e Londen o? zijn standplaats I Ook de Franscl londre, is weer o] Dipbmatiek wc gpmaf.kt aan de p stemming" over Praag. Welke b Biitsche regeern Neville Hendersor te doen terugkeer In het Lagerhi een desbetreffend, woord, dat aan d ville Henderson moet worden toeg Chamberlain vo derson teruggeroi te brengen, en ds lof had gekrege- afgeloopen. Tharj ambtsbezigheden Op een vraag somg beteekende, ere wijze de anne kiie erkende, a Zeer zeker niet. Kharbliikeliik waarde ann, in d» de Duitsche hooi woordiiren door maat, diP orgetw ten nersoonliikên wind heb lx rs in ht slechts omdat hy der is van eene 1 ring op „compler belangrijke rede, i dit jaar. kort voo crisis, te Keulen unibasfk.deur op I tarm’.ë als ster DuitscHand als rondheid elkaar basis voor overeen wanneer zy elkaa teeren. Hoewel Sir niet openlijk aan consequentie van c Brittannië eri Dui hand moeten laten kingsspheer: En; overzee, het Derde Oost-Europa. Beteekent de te naar Berlyn, da.1 deze zienswijze h< dat zij op den we, ingeslagen, ondan de laatste maand» Tenslotte kan in lingen terugkeer i gezien een reactn velt’s boodschap, verbonden kunnen Onaangenaam zou< Sir Neville Hen kwaamste Britsch oen zoo belangrijk wachten valt. Ree< in diplomatieken t antwoordejyke poi hü benoemd i als Sint Petersburg. Buenos Aires. Te Ï015 den terugtoc Voor de Oostenrj; mede. Behalve in 8en> waar hy lang< korteren tyd werk Henderson is c persoonlijke opva staf houdt h hü verzorgt al he mot zeer groote z< r v*n zijn carrière i ABONNEMEN bezorging p» Abonnementen btf onze agenten Onze bureaux z latere 2745. Post Vele moeders zien min of meer op tegen den eersten schooldag haver kinderen. Een geheel nieuw leven breekt aan voor de kleinen €jn hoe zul len zij hierop reageeren? Zullen zij de „primus” of „prima” der klasse worden of slechts met moeite en in spanning het onderwijs kunnen vol gen. Iedere moeder zal zich onge twijfeld reeds met dergelijke vragen bezig houden en vooral waar het haar oudste geld, maakt zij zich onnoodige zorgen. Deze eerste schoolgang maakt te vens den band met het ouderlijk huis eenigszins losser. De ouders verlie zen iets van den stralenkrans, die hen in het kinderoog omgaf, omdat hun belangstelling op heel veel anders ge richt zal zijn. De moeder is niet meer de eenige, bij name in Gent vindt men uitgestrekte die alles weet en de tijd is voorbij chit kweekerijen. Dit laatste houdt verband met den Gentschen boschgrond, welke voor het kweeken uitermate geschikt bleek. Nu deze grond vrijwel is opge teerd, tracht men een surrogaat te vor men, door het mengen van grove turf- molm, oude koemest, wat roet en wat houtasch, en met succes. Voor hen, die willen weten hoe deze planten worden vermeerderd en of ze door stek zijn te kweeken, dienc, dat deze Azalea’s worden geënt in speciaal daarvoor ingerichte kweekerijen. Stekken gaat niet, evenmin als een andere kunst matige voortkweek. De vele duizenden Azalea’s, welke elk jaar in ons land wor den in bloei getrokken en verkocht, ko men in hoofdzaak uit bovengenoemd Belgisch kweekerscentrum, waar men ze vele tientallen jaren met succes kweekt. Ieder, die een bloeiende Azalea koopt of cadeau krijgt, staat verrukt over den bloemrijkdom en de kleurenpracht. Van zelf komt dan de wensch naar voren, de plant over te houden, om haar weer in bloei te krijgen. Dit laatste is niet moeilijk: zeer vele voorbeelden zijn er, waarbij dit vele jaren aaneen zelfs gelukt met dezelfde jrtant. En dat dit gewas vrij „taai" is en irog al wat uithoudingsvermogen heelt, getuigt wel bovengenoemde mededeeling. Na den bloei worden de bloemresten geheel weggenomen, dus ook de vruch tjes; dit voorkomst uitputting van de plant door zaadvormlng. De plant blijft tot begin of half Mei in huis, liefs in een ongestookt, geregeld gelucht vertrek. De grootste nadeelen worden aan dit gewas toegebracht door droge lucht. Niet alleen vallen de blaadjes vaak af, ook onge dierte als thrips en spint zal optreden en veel schade doen. Niet ieder jaar be hoeft een grootere pot gegeven. Doet men dit wel, dan kan bovengenoemd grondmengsel dienst doen, of wel men haalt wat geschikte aarde bij een bloe mist. Op een zonnig plekje, liefst voor ‘kouden wind beschut, wordt de pot tot den rand in den grond gegraven. Hoofd zaak is nu, dat dagelijks water wordt ge geven, wanneer de regen hierin niet voorziet en bij warm zomerweer is het zelfs goed met een broes op den gTeter een paar maal per dag over de bladeren ■'te sproeien. Eens in de twee of drie we ke?» geeft men de plant in water ver dunden koemest of speciaal daarvoor in den handel gebrachte bloemenmest. Men geve niet meer dan wordt voórgeschrq- ven en bedenke, dat het beter is wat vaker te mesten met een <upne oplos sing, dan. ineens veel te geven. Bij boven genoemde behandeling zal de plant een mooie groene kleur krijgen, maar tevens nieuwe scheuten vormen Een snoei hoeft niet te worden toegepast; kroontjes groeien vrij langzaam. Half September komt de pot in de aarde te staan en geven we dagelijks water. Eind September, begin October zet men de Azalea in huis, goed in ’t licht. Dage lijks het vertrek een uurtje luchten is aan te bevelen. Moet de kachel aange maakt, dan brenge men deze plant in een ongestookt, maar vorstvrij vertrek. Gedurende den winter houde men de aarde geregeld .vochtig. Het is goed, de pot eenmaal in de veertien dagen ge durende een half uur in ’t water te zet ten. Het spreekt varizelf, dat de eene soort het betru- doet dan dé andere. Zeer ster ke versjbeidenheden zijn: Mad. me Van der Cruyssen, prachtig rozerood. Mad. me Van Houtte, rood met witte rand. Candldissima, zuiver wit; Deut sche perle, dubbel witV e r v o en e- a n a, roze met wit. Deze soorten zijn alle geschikt (en nog meer andere) om in huis te tweeken. Wanneer in het voor- jaar de bloemknoppen gaan zwellen, ge beurt het niet zelden, dat zich naast de knoppen Jonge scheutjes en het is goed deze te verwijderen, daar de groei gaat ten koste van de bloem. een scheede; en dit deed niet alleen dienst als wapen, doch tevens bij het eten. Het mes als tafelgerei ontstond in de zestiende eeuw en werd in den aanvang eerst algemeen op den disch der voorname lieden gevonden. Men had evenwel voorsnijmessen en deze waren weer van representatieven aard. Aan den vorstelijken disch nam de voorsnijder het voorsnijmes met sierlijk gebaar uit het foudraal en kuste het heft voordat hij het vleesch aansneed, dat hij met de vingers der linkerhand moest vasthouden, iets waar geen der tafelgenooten iets on gewoons in zag. De vork heeft het wel héél moeilijk gehad een plaats te veroveren; en eerst heel langzaam gelukte het haar de gelijkwaardige van het mes te wor den en met jiit onmisbare voorwerp* op tafel te mogen verschijnen. Lange eeuwen heeft men de vork deze plaats niet waardig gekeurd; en zelfs in de 14de eeuw telde de schatkamer van koning Karel V van Frankrijk slechts 12 vorken, ondanks het feit, dat deze vorst van veel pracht en praal aan tafel hield. De hand als natuurlijke vork. Verhaal^ wordt, dat de gemalin van den doge Domenico Silvia in de elfde eeuw met een gouden vork at. Toen zulks in Venetië bekend werd, wekte dit feit de verontwaardiging van het volk en de geestelijkheid moest deze hooge Vrouwe doen be loven, dat zij voortaan, zooals ieder ander mensch met de vingers zou eten. De vork verdween van het top- neel en trachtte eerst in de zestiende eeuw weer pogingen te doen zich meer populair te maken. In 1550 gelukte dit eenigermate en sporadisch ge bruikte men dit thans onmisbaar ge worden eetgerei, dat in Italië zoo verluidt zijn oorsprong vond. In dep aanvang was de vorm zeer be scheiden en had de vork slechts twee tanden, was klein en sierlijk en werd hoofdzakelijk gebruikt om fruit aan te prikkelt Later, in het barok tijd perk, wijzigde zich de vorm; de vork r behield de twee tanden doch kreeg een zeer langen steel, welke diende om te voorkomen dat de zeer groote kragen, dei men droeg, vuil zouden worden. Tot dien tijd had men steeds met de vingers gegeten, die bij de rijken althans aan groote servetten wer den afgeveegd. In de 18e eeuw kreeg men vorken met drie en vervolgens met vier tanden. Toen de vork aan het Fransche hof in gebruik’genomen werd, heeft men heel wat spotdichten hierop gemaakt. Het volk was van meening, dat de menschen een natuurlijke vijfvinge rige vork hadden en men bespotte dit practische uit Italië overgenomen gebruiksvoorwerp. Lange jaren be- schouwde men de vork als een luxe artikel, dat slechts op den disch van vorsten behoorde, en patriciërs en burgers bleven,zich van hun vijf vin gers bedienen. Eindelijk heeft de vork haar moei zame pogingen bekroond gezien en in de 18de eeuw versche&n ze zegevie rend op ieders tafel. Nadien heeft men steeds meer getracht den vorm aan practische eischen te doen beant woorden en vervaardigde men vorken en lepels niet uitsluitend van edele metalen, doch ook in allerlei andere uitvoeringen. Zilver spant natuurlijk steeds de kroon en is ongetwijfeld de trots van vele huisvrouwen. De uit voering van zilveren couverts kan hoogst eenvoudig zjjn, omdat de mat te glans van dit edele metaal het alle recht doet wedervaren. Toch zyn er ook vele andere fabrikaten, die meer onder het algemeen bereik vallen en niet alleen een sieraad van de gedek tafel zün, doch tevens aan practische eischen voldoen. Zoo heeft dan e driemanschap lepel, vork en mes een vaste plaats weten te verov - ren op de tafel van arm en r«k e niemand zal er een oogenblik aan dei - ken het deze plaats te betwisten, i - tegendeel, we kunnen niet meer zo de^ onze bestekken. Behandeling van de Azalea. Een lezer schrijft ons: „Ik heb een Azalea met wel 250 bloemen en nog vele knoppen. Kan ik de uitgebloeide bloe- mei> verwijderen, of moeten die blijven zitten on geel worden? Het aardige is nog mee te deelen, dat ik het boompje in een oude sloot heb gevonden en het leek of het geheel dood was. Ik heb het meegenomen en in goede aarde gezet, .u-Ai clvwuio v** regelmatig gesproeid en met verdunden actrices, bloemen van vrienden en be- 1 koemest gemest. Hoe nu te handelen?” wonderaars. Eenvoudige bloemen en De lezers zullen begrijpen, dat het hier groote stukken in fleurige bloemen, want mevrouw Mann had als haar wensch te kennen gegeven, dat slechts kleurige bloemen en geen sombere kransen haar baar zouden dekken. Bloemstukken van de gemeente Amsterdam, van den Stads- schouwburg, van de leden van het Ne- derlandsch Tooneel, van den Grooten 1 Schouwburg te Rotterdam, van het Cen- traal-Tooneel, van de maatschappij Apollo, van het Centraal Theater, de too- neelgroep „De Schakel”, van het gezel schap „Frltz Kirsch”, den Kon. Schouw burg te Den Haag, het bestuur van A.V. S., van den senaat van het Amsterd. Studentencorps en van vele andere cor- poratiès stonden als een bloeiende tuin om de kist. In een eindelooze rij werd gedurende anderhalf uur langs de baar gedéfileerd. Vier suppoosten van den stadsschouw burg hielden de eerewacht. Daarna werd gesproken door Theo Frenkel, de zoon van de overledene, en door wethouder Boekman. Op het Leidscheplein hadden duizen den belangstellenden zich opgesteld om getuige te zijn van de uitvaart van de actrice, die zij in zoovele hoofdrollen hebben toegejuicht. De politie had het verkeer tijdelijk stopgezet en achter de afzetting verdrong zich een dichte me nigte. Het was ruim half twaalf toen de stoet zich in beweging zette. Achter de met bloemen bedekte baar werd door een corporatie van het A.S.C. het vaandel van dit corps gedragen. Daarachter volgden leerlingen van de Tooneelschool en vrijwel alle Nederlandsche tooneelis- ten. Naast de auto met het stoffelijk overschot liepen aan de rechterzijde me vrouw Annie van Ees, Lilly Bouwmeester en Wlesje Bouwmeester Ter linkerzijde gingen Ju||a Cuypers, mevr. Baumgarten Bouwmeester en Else Mauhs. Honderden volgden den stoet, die een oogenblik halt hield bij de firma Hirsch en Cie, tegenover den Stadsschouwburg. Van den Schouwburg werd stapvoets gereden, tusschen twee hagen van dicht opeen staand publiek, over de Wetering schans tot bij het Rijksmuseum; in de Jan Luykenstraat hield de stoet even, stil voor de vaandels der studentenorga/ nlsaties, die hier stonden opgesteld. Zij die den stoet hadden gevolgd bleven hidr achter en in snel tempo reden de autojs naar Westerveld. Kort voor één uur reed de stoet het kerkhof Westerveld op. In de Aula heerscht eerbiedige stilte en er werd slechts fluisterend gespro ken. Het duurt bijna drie kwartier voordat de kist met het stoffelijk overschot naar binnen wordt gedragen De lijkbaar is gedekt met een helder wit kleed en op dat kleed ligt een kus sen met de twee ordeteekenen. Daar naast een orchidee, meer niet. Langzaam en plechtig klimt de lange stoet den weg op naar het op een duin gelegen crema torium, waarna zij de aula binnengaan. De organist, George Robert, improviseert op het orgel. Plechtig klinkt de muziek in de stampvolle aula en wanneer allen zijn gezeten, neemt Theo Frenkel het woord. „Een van Neerlands grootste dochters", zoo Zegt hij, „is heengegaan”. „Ik dank U allen voor uw belangstelling”. Meer sprekers zij/ er niet, dat heeft mevrouw Mann nie|l gewild. Terwijl de heer Robert op het/ orgel „Jonge- liefde” speelt, een composir echtgenoot, daalt de plechtigheid aft de genoodigden hl laten speelt het orgel een boertig volks lied „Van een mulderinneke”, eveneens een compositie van Gottfried Mann.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1939 | | pagina 4