NIEt
Dit blad vei
sn
Terugkeel
Met vork en mes.
I
No. 20016
V.ERGAM1
nieuwei
Met den eersten schooldag vangt een nieuw leven aan. I
gaarne ziet, dat de zoon of doch te i I
hieromtrent een bijzondere kennis
aan den dag zal leggen, leaer vrij
uurtje wordt benut om met het kind
in dit vak te werken en de overigens
middelmatige leerling zal bij de be
handeling van nieuwe stof in de klas
se een groote kennis aan den dag leg
gen. Waar het andere vakken betreft
'blijkt, dat hij volstrekt niet uitblinkt,
soms zelfs heeft de tijd hem ontbro
ken er voldoende aandacht aan te be
steden.
*n Kwade kans..tl
ft
be
de
van mevr Mann’s
kist. Daarmede is
|oopen en wanneer
crematorium ver-
gaat over de Azalea indica, een in de
laatste jaren steeds meer gebruikte ka
merplant. Afkomstig uit China, wordt
dit gewas veel in Europa gekweekt en
Hoe men. eertijds at .en dronk.
Een zekere vorst Puckler schreef
meer dan honderd jaar geleden tij
dens een langdurig verblijf in Enge
land: „De grootste zonde tegen de
etiquette, die men zich denken kan
en die zelfs maakt, dat men van uit-
noodigingeu verstoken blijft is wel,
indien men het mes naar den mond
brengt. Suiker of asperges met de
handen nemen is al even ongemanierd
als op den grond spuwen.” Thans zijn
deze eenvoudige wellevendheidsvor-
men reeds lange jaren ingeburgerd.
maar destijds behoorden zij nog tot
de zeldzaamheden.
Het gebruiken van een vork bij de
maaltijden is van vrij jongen datum;
het dateert eerst van ongeveer twee
eeuwen terug.
Ofschoon het tafelgerei, waarmede
we ons zoovertrouwd hebben ge
maakt, geen bijzondere aandacht
meer wekt, heeft het toch een inte
ressante ontwikkelingsgeschiedenis
doorgemaakt.
Ieder stuk op zichzelf is reeds lan
ge jaren bekend geweest, doch als
driedeelig stei, n.l. lepel, vork en mes
is het bestek eerst van de latere ja
ren.
Het oudste stuk eetgerei is de le
pel, die reeds afkomstig is uit de
vroegste tijden der cultuur. Opgra
vingen hebben aan het licht gebracht,
dat in het Steenen tijdperk lepels ge
bruikt .werden van tanden van wilde
zwijnen, geweien van herten, van
hout en van gebakken klei. De oude
De A.N.W.B. en het kampeeren.
De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B.,
die reeds eerder zijn belangstelling heeft
getoond voor het kampeeren, o.a. door de
uitgave van een boekje, bevattende een
voortdurend bygewerkte lyst van kampeer-
plaatsen in Nederland, welke voor toeristen
in aanmerking komen, heeft gemeend de
werkzaamheden van den Bond op het ge
bied van het kampeeren belangrijk te moe
ten uitbreiden.
Het ligt in het voornemen van den A.N'.
W.B., niet alleen zijn inlichtingsdienst voor
het kampeertoerisme aanzienlijk uit te brei
den en te perfectionneeren, als gevolg van
de steeds grooter wordende vraag van een
snel groeiend aiantal kampeerders, maar ook
nader contact te zoeken met de kampeer
ders en, als onderdeel van zijn taak om de
belangen van 'het toerisme in zijn vollen'om-
vang te behartigen, aan de kampeerders de
noodige voorlichting te geven en mede te
trachten de kampeerbeweging in goede ba
nen te leiden. De A.N.W.B. verkreeg daar-
Afscheid van een groot kunstenares.
Overweldigende belangstelling.
Vrydag heeft Nederland afscheid ge
nomen van mevrouw Theo Mann—Bouw
meester. Het stoffelijk overschot stond
opgebaard, in den hal van den. Stads
schouwburg te Amstef&am, in het ge
bouw waar zij honderden triohphen heeft
gevierd, waar zij door enthousiaste be
wonderaars is toegejuicht uit dankbaar
heid voor de kunst, die zij ons volk meer
dan een halve eeuw heeft gegeven.
Mevrouw Mann had in haar laatste
wilsbeschikking bepaald, dat er geen 1
chapelle ardente mocht worden Inge- 1
bij de medewerking van een aantal deskun
digen op kampeergebied, die den Bond van
advies zullen kunnen dienen en is voorne
mens een zeer uitvoerige en volledige hand
leiding voor alle vormen van kampeeren uit
te geven, samengesteld door Ton Koot, be
kend in padvinders- en kampeerderskringen
en bij uitstek deskundig op dit gebied. Deze
handleiding kan er stellig toe by dragen, het
kampeeren op de juiste wijze te doen ge
schieden, waarmede zoowel de kampeerders
zelf, als de geheele, steeds groeiende kam
peerbeweging gebaat zullen zyn.
Egyptenaren gebruikten meer dan
vjjf duizend jaren geleden reeds rijk
versierde lepels.
Eeuwen lang deed de lepel dienst
om de gerechten' uit potten in kom
men of schalen te scheppen en had
een zeer „roemloos” gestaan, ‘totdat
ten slotte een modegril, n.l. die der
groote Cragen, hem aan fcijn nederig
bestaan ontrukte en in het volle leven
bracht.
Nog in de 14e eeuw werden aan her
Fransche hof soepen en sauzen uit
kommen gedronken, terwijl de lepel
gebruikt werd voor zoete nagerech
ten. Men maakte niet alleen lepels
van edele metalen, doch ook van
ivoor, koraal en kristal en de gasten
brachten, behalve een eigen mes, ook
een lepel mede. In later jaren gaven
de rijke Hollandsche patriciërs den
toon aan ten opzichte van, het tafel
zilver en men ging zelfs zoover, dat
bij feestmaaltijden zes tot acht zilve
ren lepeW naast ieder bord gelegd
werden. Soep, sauzen en andere ge
rechten -werden met* steeds wisselen
de lepels genuttigd.
De trol van mes en vork.
Nog grootere rol dan de lepel heeft
het mes in het leven der volken ge
speeld eh de primitieve oervorm was
van vuursteen. Eerst veel later heeft
men bronzen en ijzeren messen ver
vaardigd, die vooral door Grieken en
Romeinen zeer kunstzinnig gemaakt
werden.
Iedereen droeg een mes, bij zich in
wilsbeschikking bepaald,
chapelle ardente mocht
richt. Eenvoudig stond de donkere ma
honiehouten kist onder het witte licht
van de lampen opgesteld in een groote
glaZen kelk achter de baar. Op de kist
een wit satijnen kussen met de ordetee-
kens van de actrice, het officierskruis
van de Oranje Nassauorde en dat van de
JTnstrüction Publlque. Om de kist ston
den en' lagen de honderden bloemstukken
opgesteld, bloemstukken van acteurs en
In uw wagen moet u niets wagen
autorijden nüg geen kansspel zijn:
op den weg moet u het zéker wetenI
het zesjarige kind heel verwonderd
is, wanneer het op een van zijn ontc1-
bare vragen ten antwoord krijgt: „Ik
weet het nieft4***-
Vader is niet meer degeen, tot wie
als tegen een berg wordt opgezien,
omdat hij zooveel weet en kan en fei
telijk tot dusverre als het hoogste ge
zag gold.
In de school opent zich een nieuwe
wereld, en deze is een schakel van een
zeer lange keten, die „het leven” heet.
Waarom zien vele moeders dan
eenigszins bezorgd haar kinderen
dien eersten stap in het leven doen?
Laten we eerlijk zijn: wij hebben
in onze jeugd menigmaal ervaren,
dat wij niet tot de eersten en besten
der klas behoorden en vele ouders
verlangen van hun kinderen meer
dan zij zelf konden presteeren. Deze
verkeerde eerzucht doet de kinderen
meer kwaad dan goed. Natuurlijk wil
len wij gaarne vlijtige kinderen heb
ben, maar wij mogen nooit eischen,
dat de begaafdheid van vaders- of
moeders zijde, mogelijk van beiden,
voor honderd procent door de kinde
ren aan den dag gelegd wordt. Slechts
in zeer weinige gevallen zal men dit
zelfs waarnemen.
Kinderen zjjp een product der
ouders, hetgeen volstrekt niet wil zeg-
gen dat zij volkomen aan hen gelijk
zijn, want de wetenschap heeft ons
geleerd hoe het jonge leven ook beïn
vloed wordt door vorige generaties.
Vaak komt het voor, dat een ouder
die uitblinkt in een of ander vak, ook
Het verstandigste is, dat ouders
hun kinderen niet onnoodig belasten
en hen in alles mee laten gaan met 't
onderwijs, dat de klassegenooten ont
vangen.
Extra lessen van dezijde der
ouders, ontnemen den kinderen hun
vrijen tijd, die zij lieve» op andere
wijze hadden door gebracht.
Andere kinderen weer blinken in
z.g. wetenschappelijke vakken geens
zins uit, doch zijn no. één waar het
teekenen of zingen betreft of hand
werken-. Deze kinderen hebben een
onmiskenbaren aanleg voor deze vak
ken en worden geenszins door kort
zichtige ouders op een terrein gedre
ven, dat hun absojjiut niet ligt.
Wie in het practische leven staat,
weet, dat men het kind den tijd moet
geven zijn gaven te leeren kennen en
dat het geen angstcomplexen moet
krijgen, indien zijn rapport niet aan
de hooggespannen verwachtingen be
antwoordt.
We moeten steeds met alle omstan
digheden rekening weten te houden
en het verschil tusschen niet kunnen
en niet willen weten te onderschei-
den- j
Ongemerkt zullen we ons op de
hoogte houden van het doen en laten
der kinderen en er op letten of aan de
opgegeven schooltaak inderdaad ge
noeg zorg besteed wordt.
Dankbaar mogen we zijn, indien we
merken, dat de kinderen gemakkelijk
en vlug leeren, doch laten we nooit
trachten het doorsneekind te krteden
volgens een voor oogen gesteld vooi-
beeld.
Het eenige dat wij de kinderen op
den eersten stap in hun nieuwe leven
tje kunnen meegeven is zin voor orde
en netheid en ook moeten we hen lee
ren hun gedachten op een- bepaald
punt te concentreeren, d.w.z. niet van
den hak op den tak te springen.
Ook Coult
JJENDER&ON ii
Ijjn. De Brit
de bezetting van
de Duitsche troepi
boden om „verslaj
op zijn post, terv
deur ‘e Londen o?
zijn standplaats I
Ook de Franscl
londre, is weer o]
Dipbmatiek wc
gpmaf.kt aan de p
stemming" over
Praag. Welke b
Biitsche regeern
Neville Hendersor
te doen terugkeer
In het Lagerhi
een desbetreffend,
woord, dat aan d
ville Henderson
moet worden toeg
Chamberlain vo
derson teruggeroi
te brengen, en ds
lof had gekrege-
afgeloopen. Tharj
ambtsbezigheden
Op een vraag
somg beteekende,
ere wijze de anne
kiie erkende, a
Zeer zeker niet.
Kharbliikeliik
waarde ann, in d»
de Duitsche hooi
woordiiren door
maat, diP orgetw
ten nersoonliikên
wind heb lx rs in ht
slechts omdat hy
der is van eene 1
ring op „compler
belangrijke rede, i
dit jaar. kort voo
crisis, te Keulen
unibasfk.deur op I
tarm’.ë als ster
DuitscHand als
rondheid elkaar
basis voor overeen
wanneer zy elkaa
teeren. Hoewel Sir
niet openlijk aan
consequentie van c
Brittannië eri Dui
hand moeten laten
kingsspheer: En;
overzee, het Derde
Oost-Europa.
Beteekent de te
naar Berlyn, da.1
deze zienswijze h<
dat zij op den we,
ingeslagen, ondan
de laatste maand»
Tenslotte kan in
lingen terugkeer i
gezien een reactn
velt’s boodschap,
verbonden kunnen
Onaangenaam zou<
Sir Neville Hen
kwaamste Britsch
oen zoo belangrijk
wachten valt. Ree<
in diplomatieken t
antwoordejyke poi
hü benoemd i als
Sint Petersburg.
Buenos Aires. Te
Ï015 den terugtoc
Voor de Oostenrj;
mede. Behalve in
8en> waar hy lang<
korteren tyd werk
Henderson is c
persoonlijke opva
staf houdt h
hü verzorgt al he
mot zeer groote z<
r v*n zijn carrière i
ABONNEMEN
bezorging p»
Abonnementen
btf onze agenten
Onze bureaux z
latere 2745. Post
Vele moeders zien min of meer op
tegen den eersten schooldag haver
kinderen. Een geheel nieuw leven
breekt aan voor de kleinen €jn hoe zul
len zij hierop reageeren? Zullen zij
de „primus” of „prima” der klasse
worden of slechts met moeite en in
spanning het onderwijs kunnen vol
gen. Iedere moeder zal zich onge
twijfeld reeds met dergelijke vragen
bezig houden en vooral waar het haar
oudste geld, maakt zij zich onnoodige
zorgen.
Deze eerste schoolgang maakt te
vens den band met het ouderlijk huis
eenigszins losser. De ouders verlie
zen iets van den stralenkrans, die hen
in het kinderoog omgaf, omdat hun
belangstelling op heel veel anders ge
richt zal zijn.
De moeder is niet meer de eenige,
bij name in Gent vindt men uitgestrekte die alles weet en de tijd is voorbij chit
kweekerijen. Dit laatste houdt verband
met den Gentschen boschgrond, welke
voor het kweeken uitermate geschikt
bleek. Nu deze grond vrijwel is opge
teerd, tracht men een surrogaat te vor
men, door het mengen van grove turf-
molm, oude koemest, wat roet en wat
houtasch, en met succes.
Voor hen, die willen weten hoe deze
planten worden vermeerderd en of ze
door stek zijn te kweeken, dienc, dat
deze Azalea’s worden geënt in speciaal
daarvoor ingerichte kweekerijen. Stekken
gaat niet, evenmin als een andere kunst
matige voortkweek. De vele duizenden
Azalea’s, welke elk jaar in ons land wor
den in bloei getrokken en verkocht, ko
men in hoofdzaak uit bovengenoemd
Belgisch kweekerscentrum, waar men ze
vele tientallen jaren met succes kweekt.
Ieder, die een bloeiende Azalea koopt
of cadeau krijgt, staat verrukt over den
bloemrijkdom en de kleurenpracht. Van
zelf komt dan de wensch naar voren, de
plant over te houden, om haar
weer in bloei te krijgen.
Dit laatste is niet moeilijk: zeer vele
voorbeelden zijn er, waarbij dit vele
jaren aaneen zelfs gelukt met dezelfde
jrtant. En dat dit gewas vrij „taai" is en
irog al wat uithoudingsvermogen heelt,
getuigt wel bovengenoemde mededeeling.
Na den bloei worden de bloemresten
geheel weggenomen, dus ook de vruch
tjes; dit voorkomst uitputting van de
plant door zaadvormlng. De plant blijft
tot begin of half Mei in huis, liefs in een
ongestookt, geregeld gelucht vertrek. De
grootste nadeelen worden aan dit gewas
toegebracht door droge lucht. Niet alleen
vallen de blaadjes vaak af, ook onge
dierte als thrips en spint zal optreden
en veel schade doen. Niet ieder jaar be
hoeft een grootere pot gegeven. Doet
men dit wel, dan kan bovengenoemd
grondmengsel dienst doen, of wel men
haalt wat geschikte aarde bij een bloe
mist. Op een zonnig plekje, liefst voor
‘kouden wind beschut, wordt de pot tot
den rand in den grond gegraven. Hoofd
zaak is nu, dat dagelijks water wordt ge
geven, wanneer de regen hierin niet
voorziet en bij warm zomerweer is het
zelfs goed met een broes op den gTeter
een paar maal per dag over de bladeren
■'te sproeien. Eens in de twee of drie we
ke?» geeft men de plant in water ver
dunden koemest of speciaal daarvoor in
den handel gebrachte bloemenmest. Men
geve niet meer dan wordt voórgeschrq-
ven en bedenke, dat het beter is wat
vaker te mesten met een <upne oplos
sing, dan. ineens veel te geven. Bij boven
genoemde behandeling zal de plant een
mooie groene kleur krijgen, maar tevens
nieuwe scheuten vormen Een snoei
hoeft niet te worden toegepast;
kroontjes groeien vrij langzaam.
Half September komt
de pot in de aarde
te staan en geven we dagelijks water.
Eind September, begin October zet men
de Azalea in huis, goed in ’t licht. Dage
lijks het vertrek een uurtje luchten is
aan te bevelen. Moet de kachel aange
maakt, dan brenge men deze plant in
een ongestookt, maar vorstvrij vertrek.
Gedurende den winter houde men de
aarde geregeld .vochtig. Het is goed, de
pot eenmaal in de veertien dagen ge
durende een half uur in ’t water te zet
ten.
Het spreekt varizelf, dat de eene soort
het betru- doet dan dé andere. Zeer ster
ke versjbeidenheden zijn:
Mad. me Van der Cruyssen,
prachtig rozerood.
Mad. me Van Houtte, rood met
witte rand.
Candldissima, zuiver wit; Deut
sche perle, dubbel witV e r v o en e-
a n a, roze met wit. Deze soorten zijn
alle geschikt (en nog meer andere) om
in huis te tweeken. Wanneer in het voor-
jaar de bloemknoppen gaan zwellen, ge
beurt het niet zelden, dat zich naast de
knoppen Jonge scheutjes en het is goed
deze te verwijderen, daar de groei gaat
ten koste van de bloem.
een scheede; en dit deed niet alleen
dienst als wapen, doch tevens bij het
eten. Het mes als tafelgerei ontstond
in de zestiende eeuw en werd in den
aanvang eerst algemeen op den disch
der voorname lieden gevonden. Men
had evenwel voorsnijmessen en deze
waren weer van representatieven
aard. Aan den vorstelijken disch nam
de voorsnijder het voorsnijmes met
sierlijk gebaar uit het foudraal en
kuste het heft voordat hij het vleesch
aansneed, dat hij met de vingers der
linkerhand moest vasthouden, iets
waar geen der tafelgenooten iets on
gewoons in zag.
De vork heeft het wel héél moeilijk
gehad een plaats te veroveren; en
eerst heel langzaam gelukte het haar
de gelijkwaardige van het mes te wor
den en met jiit onmisbare voorwerp*
op tafel te mogen verschijnen. Lange
eeuwen heeft men de vork deze plaats
niet waardig gekeurd; en zelfs in de
14de eeuw telde de schatkamer van
koning Karel V van Frankrijk slechts
12 vorken, ondanks het feit, dat deze
vorst van veel pracht en praal aan
tafel hield.
De hand als natuurlijke vork.
Verhaal^ wordt, dat de gemalin
van den doge Domenico Silvia in de
elfde eeuw met een gouden vork at.
Toen zulks in Venetië bekend werd,
wekte dit feit de verontwaardiging
van het volk en de geestelijkheid
moest deze hooge Vrouwe doen be
loven, dat zij voortaan, zooals ieder
ander mensch met de vingers zou
eten. De vork verdween van het top-
neel en trachtte eerst in de zestiende
eeuw weer pogingen te doen zich meer
populair te maken. In 1550 gelukte
dit eenigermate en sporadisch ge
bruikte men dit thans onmisbaar ge
worden eetgerei, dat in Italië zoo
verluidt zijn oorsprong vond. In
dep aanvang was de vorm zeer be
scheiden en had de vork slechts twee
tanden, was klein en sierlijk en werd
hoofdzakelijk gebruikt om fruit aan
te prikkelt Later, in het barok tijd
perk, wijzigde zich de vorm; de vork r
behield de twee tanden doch kreeg
een zeer langen steel, welke diende
om te voorkomen dat de zeer groote
kragen, dei men droeg, vuil zouden
worden.
Tot dien tijd had men steeds met de
vingers gegeten, die bij de rijken
althans aan groote servetten wer
den afgeveegd. In de 18e eeuw kreeg
men vorken met drie en vervolgens
met vier tanden.
Toen de vork aan het Fransche hof
in gebruik’genomen werd, heeft men
heel wat spotdichten hierop gemaakt.
Het volk was van meening, dat de
menschen een natuurlijke vijfvinge
rige vork hadden en men bespotte dit
practische uit Italië overgenomen
gebruiksvoorwerp. Lange jaren be-
schouwde men de vork als een luxe
artikel, dat slechts op den disch van
vorsten behoorde, en patriciërs en
burgers bleven,zich van hun vijf vin
gers bedienen.
Eindelijk heeft de vork haar moei
zame pogingen bekroond gezien en in
de 18de eeuw versche&n ze zegevie
rend op ieders tafel. Nadien heeft
men steeds meer getracht den vorm
aan practische eischen te doen beant
woorden en vervaardigde men vorken
en lepels niet uitsluitend van edele
metalen, doch ook in allerlei andere
uitvoeringen. Zilver spant natuurlijk
steeds de kroon en is ongetwijfeld de
trots van vele huisvrouwen. De uit
voering van zilveren couverts kan
hoogst eenvoudig zjjn, omdat de mat
te glans van dit edele metaal het alle
recht doet wedervaren. Toch zyn er
ook vele andere fabrikaten, die meer
onder het algemeen bereik vallen en
niet alleen een sieraad van de gedek
tafel zün, doch tevens aan practische
eischen voldoen. Zoo heeft dan e
driemanschap lepel, vork en mes
een vaste plaats weten te verov -
ren op de tafel van arm en r«k e
niemand zal er een oogenblik aan dei -
ken het deze plaats te betwisten, i -
tegendeel, we kunnen niet meer zo
de^ onze bestekken.
Behandeling van de Azalea.
Een lezer schrijft ons: „Ik heb een
Azalea met wel 250 bloemen en nog vele
knoppen. Kan ik de uitgebloeide bloe-
mei> verwijderen, of moeten die blijven
zitten on geel worden? Het aardige is
nog mee te deelen, dat ik het boompje
in een oude sloot heb gevonden en het
leek of het geheel dood was. Ik heb het
meegenomen en in goede aarde gezet,
.u-Ai clvwuio v** regelmatig gesproeid en met verdunden
actrices, bloemen van vrienden en be- 1 koemest gemest. Hoe nu te handelen?”
wonderaars. Eenvoudige bloemen en De lezers zullen begrijpen, dat het hier
groote stukken in fleurige bloemen, want
mevrouw Mann had als haar wensch te
kennen gegeven, dat slechts kleurige
bloemen en geen sombere kransen haar
baar zouden dekken. Bloemstukken van
de gemeente Amsterdam, van den Stads-
schouwburg, van de leden van het Ne-
derlandsch Tooneel, van den Grooten 1
Schouwburg te Rotterdam, van het Cen-
traal-Tooneel, van de maatschappij
Apollo, van het Centraal Theater, de too-
neelgroep „De Schakel”, van het gezel
schap „Frltz Kirsch”, den Kon. Schouw
burg te Den Haag, het bestuur van A.V.
S., van den senaat van het Amsterd.
Studentencorps en van vele andere cor-
poratiès stonden als een bloeiende tuin
om de kist.
In een eindelooze rij werd gedurende
anderhalf uur langs de baar gedéfileerd.
Vier suppoosten van den stadsschouw
burg hielden de eerewacht.
Daarna werd gesproken door Theo
Frenkel, de zoon van de overledene, en
door wethouder Boekman.
Op het Leidscheplein hadden duizen
den belangstellenden zich opgesteld om
getuige te zijn van de uitvaart van de
actrice, die zij in zoovele hoofdrollen
hebben toegejuicht. De politie had het
verkeer tijdelijk stopgezet en achter de
afzetting verdrong zich een dichte me
nigte.
Het was ruim half twaalf toen de stoet
zich in beweging zette. Achter de met
bloemen bedekte baar werd door een
corporatie van het A.S.C. het vaandel
van dit corps gedragen. Daarachter
volgden leerlingen van de Tooneelschool
en vrijwel alle Nederlandsche tooneelis-
ten. Naast de auto met het stoffelijk
overschot liepen aan de rechterzijde me
vrouw Annie van Ees, Lilly Bouwmeester
en Wlesje Bouwmeester Ter linkerzijde
gingen Ju||a Cuypers, mevr. Baumgarten
Bouwmeester en Else Mauhs.
Honderden volgden den stoet, die een
oogenblik halt hield bij de firma Hirsch
en Cie, tegenover den Stadsschouwburg.
Van den Schouwburg werd stapvoets
gereden, tusschen twee hagen van dicht
opeen staand publiek, over de Wetering
schans tot bij het Rijksmuseum; in de
Jan Luykenstraat hield de stoet even,
stil voor de vaandels der studentenorga/
nlsaties, die hier stonden opgesteld. Zij
die den stoet hadden gevolgd bleven hidr
achter en in snel tempo reden de autojs
naar Westerveld.
Kort voor één uur reed de stoet het
kerkhof Westerveld op.
In de Aula heerscht eerbiedige stilte
en er werd slechts fluisterend gespro
ken.
Het duurt bijna drie kwartier voordat
de kist met het stoffelijk overschot naar
binnen wordt gedragen
De lijkbaar is gedekt met een helder
wit kleed en op dat kleed ligt een kus
sen met de twee ordeteekenen. Daar
naast een orchidee, meer niet. Langzaam
en plechtig klimt de lange stoet den weg
op naar het op een duin gelegen crema
torium, waarna zij de aula binnengaan.
De organist, George Robert, improviseert
op het orgel. Plechtig klinkt de muziek
in de stampvolle aula en wanneer allen
zijn gezeten, neemt Theo Frenkel het
woord.
„Een van Neerlands grootste dochters",
zoo Zegt hij, „is heengegaan”. „Ik dank
U allen voor uw belangstelling”.
Meer sprekers zij/ er niet, dat heeft
mevrouw Mann nie|l gewild. Terwijl de
heer Robert op het/ orgel „Jonge- liefde”
speelt, een composir
echtgenoot, daalt
de plechtigheid aft
de genoodigden hl
laten speelt het orgel een boertig volks
lied „Van een mulderinneke”, eveneens
een compositie van Gottfried Mann.