De raad van de Torenbaas SPORTEN... TRAINING Bachakutek Inka en de post Feest omdat de poes jarig was Zaterdag IS April 1040, Best voor de vis. TOEN SNOR WEER BETER WAS Het regent al een hele poos En kleine Klaas was eerst heel boos: Wat moest hij toch beginnen t Maar eind'lijk heeft hij iets bedacht, Zijn hele snuitje straalt en lacht: Er schiet hem iets te binnen t* Hij grijpt zijn vaders das en hoed. Nu weet hij wat hy spelen moet: Hij zal zich gaan verkleden! Klaas wordt een groot en deftig heer, En vrolijk loopt hy, 'wel drie keer, Van boven naar beneden. Pa's parapluie neemt hij ook maar, En dan is Klaasje kant en klaar Om voor de dag te komen. Van boosheid is geen sprake meer, Al is het nog zulk Jelijk weer En regent, het bij stromen. Moes kijkt verbaasd, als zjj hem riet En zegt: Mijnheer, ik ken n niet, Wie mag u toch wel wezen! Klaas lacht; Ik ben nw zoon, me- vrouw! Dan bergt hij alles op en gauw Gaat hij bij Moes wat lezen. VOOR - DE - OUDEREN EB WAS EENS Mn buitengewoon geleerde kabouter. Ho* knap hy W**, kun je Je mlaaehien wel zo'n beetje voorstellen, al* Ja weet, dat by allee en alles, wat er lit da ka. louterwereM gebeurde, wiet, Ja, aalt* alen kon aan de plaat*, waar hy woonde, aonder dat hy erbij waa. HIJ wiet ook overal raad op en dik. Wij la kwam een afgezant van de kaboutve in liet boa neer hem toe, om te vragen, wat er ln den bepaald geval gedaan moeat worden. Onae kabouter had een verschrikkeiyk Inge wikkelde naam die geen ven de kabouters ont houden kon. en daarom noemden ze ham maar den torenbaai, omdat hij toch wel een beetje Mm over alle kabouter* waa en ln een toren woonde. Ja, dat waa wel vreemd met die toren, find je niet? Je dacht zeker, det alle kabou ter» in holen onder de grond woonden en ln Meaen. waar nooit mennen komen? Mis, hoor! Daze kabouter Je hebt al wel begrepen, dat fey een heel bijzondere kabouter wa« en due ook heel bijzonder* dingen deed, woonde in arn klein kamertje, heel hoog in Mn oude to. ran, (He in de bergen stond. Vroeger had er Mn kanteel bij de toren gestaan, maar dat wae al lang vervallen en er waa niets meter te vinden dan wat brokken steen, ihet mos begroeid. De torfnhaa» kwam nooit uit die toren. En #>ch wist hij alles? zul Je vragen. Ja, hij wist •Hm. Hij zat namelijk de hele dag te studeren ln dikke boeken en als by daar 's avonds laat ma* ophield en zijn ogen dichtdeed, zag hy alles, wat er onder zijn volk In het boe ge beurd was, aan zich voorbijtrekken. Den aeg hij de kabouter» werken sn sommigen zsg hij luilakken tn hun tijd verpraten. Hij zag, wat sen moeite de kabouterkoning had, om ze alle. maal hun plicht te laten doen en hij begreep best, det de koning deed wet hij kon, mear en kele heel leutige en brutale kabouters er on. mogelijk onder kon houden. Hij Mg ook, wet deze ondeugden alzo uithaalden: hij zag ze snoepen van de hazelnoten, die ze voor de eek hoorns verzamelen moesten, en ven de bessen, die bestemd waren om in te maken voor de wintervoorraad ven de kabouters zelf. HIJ zag, dat de koning 's nachts soms bijna niet slapen kon ven zorg en verdriet Over zijn ongezeglij. ke ondei-dSnen en dan bMloot hij, maar weer eens zijn knechtje te sturen, om den koning te helpen by zijn moeilijke taak. die van Guzco naar Gajamarca liep en zijn opvolger Tupak Nupanki een weg, die evenwydig aan de kust liep. De wegen voeren over diepe woes te wateren en afgronden. Voor een gedeeltd waren zij met bomen be plant. Er waren stenen en houten bruggen gebouwd om de overgatig over bergstromen mogelijk te maken terwijl over de afgronden bruggen tan een eigenaardige vorm aangetrof fen werden. Ze bestonden uit plan- ken, die met elkaar verbonden waren en op, uit. lianen gevlochten touwen gelegd waren, die aan geweldige gro te rotsblokken waren vastgemaakt. Deze brug zou alleen geschikt zijn voor mensen, die nooit duizelig zyp. Aan deze wegen, die op bevel van den Inka door onderworpen Indianen gebouwd waren, werden een soort herbergen opgericht, waar de Inka op zijn tochten kon overnachten, maar ook zijr, boodschappers, die berichten moesten dverbrengen. Deze „sneldien- sten" waren uitstekend georgani seerd, die herbergen stonden niet al leen aan de hoofdwegen, maar ook aan de zijwegen. Als zoo n ijlbode vermoeid aankwam, gaf hij eenvou dig zijn boodschap over aan een bo de die al in de herberg was en het Bericht dan verder bracht. Het enige voedsel; dat de ijlboden op hun lange reizen bij zich hadden was een bun deltje met maïskorrels. Tot slot nog een paar woorden over de manier waarop de berichten wei* den overgebracht. Dat gebeurde mon deling, of wel door de quipu, lange uit wol gevlochten draden waarvan verscheidene kleine touwtjes naar beneden hingen. Die kleine touwtjes waren in verschillende kleuren ge verfd. Door een systeem van knopen en kleuren was het den Inka's gelukt alle mogelijke berichten over te bren- gen. Slechts weinigen kenden het ge heim, om de quipu te lezen. Hieruit blijkt alweer we'.lt een hoge cultuur de Inka's hadden be reikt. IN VEEL opzichten ïykt het leven in Amerika niet op dat van on6, in het oude Europa'. Het it er byvoorbeeld dikwyis veel uitbun diger. Wat zouden jullie er van zeg gen als jongens uit Mn dorp Mns weken en weken allerlei dingen be denken moesten om te bewijzen dat zij de knapete of behendigste van allemaal zijn, om daarmee te verdie nen dat ze byvoorbeeld gedurende een „jonbensweek't, die zo nu en dan gehouden wofüt, „burgemeester" worden van een jongenskamp of •wyk? Of wanneer er jaariyks zeer ernstlg-behahdelde renw*d strijden gehouden werden met auto'tjes. dio door jongens eigenhandig uit zeep. kistjes worden gemaakt? Het ge beurde nu eens, niet no'lang gele» den, dat de burgemeester van een Amerikaans stadje een uitnodiging kreeg, waarin hy gevraagd werd op de vierentwintigste verjaardag van Tommy Clark. Nadat de burgemees ter gehoord had, dat zelf» president Roosevelt ook zo'n uitnedlging ge kregen had, aarzetde hy niet de In vitatie aan te nemen. Het werd een geweldig feMt Er waren talrijke gasten en journalis ten en de bewoners van het stadje hadden zelfs een fakkeloptocht geor ganiseerd. En dit was alles ter gelegenheid van Tommy Clark, die... Mn kater bleek te zyn, die de hoge poesen! eef- tijd van 24 jaar bereikt had.._ President Roosevelt had „wegens dringende staatszaken" voor de uit nodiging bedankt Hy had zich se- ker van ivoren wat beter over da aard van de feestelijkheden laten in- lichten dan de goedgelovige burg» meeeter! TUSSEN de 13de en 16de eeuw ont wikkelde zich op het tegenwoor dige hoogland van Peru het rijk der Inka's. De heersers van dat rijk onderwierpen de naburige Indianen stammen. en zo werd het ryk steeds groter. Toen de Spanjaarden dit land ontdekten, strekte het tnkarijk zich uit van de kust ven dé Stille Zuidzee tot aan de sneeuwbergen van de Cor- dllleren (Andes). Hoe ii«i het ryk zich uitbreidde, hoe meer de heersers er naar streef den een poetverbinding tot stand te brengen die eerst alleen.de bevelen en berichten van den Inka zelf, maar later ook voor de gewone mensen be stemd was. We weten niet precies on der wie van de twaalf Inka's die het rijk geregeerd hebben, van Manko La- pak, den stichter van liet rijk af tot de beide broers Huaskar en Atahualga toe, de poetvet-binding tot stand is ge komen. Ti oordelen near de verschil lende geschriften is het de op vier na de laatste Inka Bachakutek Inka ge- weeet, die niet alleen het gehele land georganiseerd doch oqk de postver binding ingesteld heeft.' Deze Bacha kutek heeft natuurlijk alleen de grondvorm aangegeven; in de loop der jaren heeft het poetwezen zich omwikkeld. Een goede verbinding was dee te moeiiyker te verkrijgen, omdat het land zo bergachtig was. Er is slechte één vlakke strove en;wel tussen de see en bet Andesgebergte, wear .te vens nog verschillende bergstromen doorstromen. De Inka's zijn abvroeg begonnen te trachten deze moei lijkheden te overwinnen en hebben straten en bruggen, gebouwd. Onder de eerste heerzere varen al enige klei ne strater. gebouwd; maar Bachaku tek liet een geweldige weg aanleggen. Is deze rivier goed voor vis?, vroeg de ene hengelaar aan den andere. Best man, was het antwoord. Zó best, dat geen één hem verlaten will achter elkaar gebeurd en totnogtoe was alles goed gegaan. Zie je wel, dacht Snuffeltje Moeder Is ook altijd se bangHet gaat best, en ledereen kykl ine aan, omdat ik so mooi ben. SPORT IS IETS, waar de jeugd byna zonder uitzondering van houdt, En het is verba zingwekkend wat jongelui op sportgebied kunnen presteren. Hardlopen, vèrgooien, hoog- »n vèrspringen en zwemmen, waar de meisjes ook een goed figuur slaan, Ja, de sport is bestemd voor de jeugd, wat na- tuuriyk niet wU zeggen, dat de ouderen er niets aan kunnen, willen of hoeven te doen. Maar om werkelijk veel op sportwedstrijden e.d. te pres. teren, moet je doorgaans jong zijn. Er zijn ver scheidene mensen, die een echt „sportfiguur" of een bijsonder lichamelijke kracht hebben. En zo iemand voorspelt men vaak een grote sport- toekomst. En toch gaat dit lang niet altijd op. Br zijn natuurlijk enige takken van sport, die een byzonder gunstige lichaamsontwikkeling eisen. Maar deze gevallen zijn nogal zeldzaam en bovendien worden lang niet alle zg. „mensen met aanleg" sportwonderen. Je kunt zelfs zeg gen dat van 100 „mensen met sportaanleg" er misschien S bijzondere sportprestaties zullen verrichten, de rest duikt even vlug in de massa van middelmatigen, als se er bovenuit gekomen zijn. Want om veel te kunnen en blijven, pres teren heb Je niet alleen „aanleg" nodyLmaar je moet voortdurend aan je eigen lichaam* werken, om je kracht op peil te houden, IJxeren wilskracht nodig Br «yn maar weinig mensen, die als zij een. maal met een training begonnen zijn, volhouden, wamt het trainen brengt grote ongemakken en ontberingen met zich mee en vergt een Ijzeren wilskracht. paavo Nurml, de grote Finse hardloper, heeft meer dan 10 Jaar onafgebroken aan zichzelf ge. werkt an zich alle genoegens ontzegd, voordat hij aijn eerste grote prestatie leverde. Van toen af aan, heeft hij meer dan 12 Jaar alleen voor de sport geleefd. Zomer en winter trainde hij, om op hetzelfde peil te biyven. Max Sehmeling ,te ook alléén door hard werken Mn goed bok. «werden, Vóór eiken wedstrijd ging I* naaj angstig-eeherpe klauwen greep nog aehter Snuf feltje aan. Die was nu ln veiligheid. Maar hoef Doodmoe en ziek van de schrik zat hy in een hoekje te tril len. Nu had moeder wel kunnen zeggen: Dan had Je maar niet zo eigenwijs moeten zjjn en beter naar me moeten luisteren! Maar dat deed ze niet. Ze zag wel aan Snuffel* tjes gezicht, dat hij een goede les had gehad en toen ze hem even later, toen hy Mn beetje byge- komen was, het broekje zag uittrekken en ln het verste, donkerste hoekje wegstoppen, begreep ae, dat haar toontje voortaan wel wat minder'eigen-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 11