Dierenfabels, die waar gebeurd zijn
Twee knutselwerkjes
VROUWTJE WEET-ALLES
WONDERLIJKE GESCHIEDENIS VAN TRIPJE.
ONZE DIERENTUIN
Waar Noirette heenging
RAADSELS
Voor handige meisjes,
WELK DIER IS DIT?
EVENTJES PRET.
fOOJt DB OÜDSRXN
LEGPÜZZLE
Een ree als huishond
Phoênix en het dynamiet
Dttt ging nietl
Ook mazelen 1
FEUILLETON
De bison van
Amerika.
Mooi! lachte vrouwtje Weet-Al
De wondérduif
Gotde oplossingen der raadsels
uit hèt vorige nummer
De apinnen in hun webben.
Witt je dat
S. Na dt maaltyd aagt tarnt* Camalla; Ga
mèar een* wat bultan kyfcen, maar ga niet te
war van hul*, want ja moet eerst de omgeving nog
wat taan katoen!...- En *0 «tapt ttepoetie de
dau* uit, naar buitan.
3. Jonge na, wat 1* het hier tóch fym, «6 nUMèn
In het beal Alle bomen lo^en al uit, hét fy«e, Jéh-
ge groen la overal zichtbaar.... Je ziét én mikt a1-
tan de lente 1 OepoeUa dwaalt maar wat rond aa
4. Hat le hier zo atll en rustig, da dieren lopen
reitd, by na «onder schuwheid.... Een konijn
springt ao au en dan vlak voor de voeten van
Oepoetle op en ram mat kluchtige sprongen weg,
hét boa to....
natjaa om met de feaionateek. Dan maak je op
één helft er van een poesengezicht, zoals je op ons
plaatje ziet aangegeven, met knopen voor ogen
én neus «n een paar draadjes stijf garen of dik
ke wol voor de snor. Het ls een grappig ding en
telkens als moeder het gebruikt zal ze er even
om moeten lachen.
nabyhakl van aan kleine woning, die daar een
zaam stond, aan groot rotsblok verwijderd
moest worden. Men wélde het met bebulp van
dynamiet laten springen. De eigenares van de
woning werd gewaarschuwd dat xy alle ruiten
van haar huisja moest opensettsn om het sprin.
gen van dia ramen te voorkomen en dat deed »y.
Maar.... één ding vargat ze: om de kooi met de
mooie heldergele kanarie, die zy Phoenix ge.
doopt had en die altyd voor één dier ramen
hing, weg te nemen! Arme Phoenix! Heel fleu.
rig hing hy daar ln zijn moot kooitje, waarvan
het deurtje altyd openstond, omdat Phoenix
toch niet weg vloog. In het zonnetje te zingen
en toen opeent.... een boem en een knal! Splln-
téra an ataanscherven vlogen rond!
De vrouw des hulzas. dia ta laat bedacht had,
dat ie da kom met da vogal niet tijdig had weg.
gehaald, kwam jammerend opietten, niet andera
denkend dan dat ze haar mooi* gevaderde zén.
gerij* dood en atyf in een hoekje zou vinden
liggen. Maar het waa andara! Phoenix leefde
nog, maar wel had Phoenix slch in d« verste
hoek vtn de kool verstopt en daar zat hy be
vend en bibberend, zonder.... één enkel viertje
meer aan zyn hela ïyfje. Die waren allemaal
door de kooi geztoven. Alleen op zyn kop zat nog
een onnozel plukje dons!
De vrouw was erg ontdaan: ze had het srme
diertje hit liefst in doeken gerold, maar Phoenix
wilde niet uit zyn koolhoekje komen en sat daar
verscheiden dagen. Be schok an de schrik had.
dén htm geweldig aangepakt.
Bn -toch won de natuur het op den duur! Phoe.
ntx kreeg langzaam aan nieuws veertjes an met
die nieuwe viertjes keerde ook zijn rust terug.
Hy began iyn oude maniertje» wier te herne
men en.... eindeiyk en ten laatst* zong hij zelfs
Mir tDÉérl
IN DE BOSSEN, dl* rondom bergmeren liggen,
hulzen nog heel wat reeén. Nu gebeurd* het
op een keer dat zo'n reetje, door jager* en
honden achtervolgd, door zyn angst gedreven In
bet water van een hooggelegen bergmeer sprong
an daar rondploatarda. Ban vlaier, dl* ln zijn
boot midden op het meer zat te vlaaen, ontdekt*
het diertje en viste het op. Hy roeide naar de
andere oever van'het meer an wilde het daar
Vr-ylaten, maar het jong* diertje was zo moe en
Uitgeput dat het ineen zakt* en zeker zonder ver.
borging zou zyn géstorven. Een jonge boer,
eenzaam op een klein* hoeve woonde, ontfermd*
zich over het diertje, nam het me* naar huif en
liet het in een leg* hondenmand naast het bran
dend fornuis slapen, terwyi hijself het was
neg fiks koud naast dat fornuis ging zitten le
den. Het reetje had zich behaagiyk neergeviyd.
Snaar van tyd tot tyd stond het toch eens op en
kwam op zyn radder af getrippeld en besnuffelde
diens kleeren, alsof hy er zich van wllda verzeke
ren dat zijn vrlènd nog ateedi by hem was en
ging daarna waar liggen. Toen het bedtijd ward,
gii* da Jonge boar ln zyn aangrenzend* alaapka.
mar alapan, maar liet da daur open en kyk, ook
ln de nacht kwam de kléine re* herhaaldelijk aén
*yn bed en béenuffelde zyn gezicht en handen.
Van dat ogenblik af wllda het reetje niet méér
wyken van da tijde v*n zyn niéuwen VKémd 1 Hij
gen hem overal all een hondje achterna en werd
weldra door buren an vrienden plagend de huis
hond ven de klglne hoeve genoémd!
Het gebeurd* eveneens la de bergen dat bi de
MISSCHIEN regent het buiten een beetje?
Dan gaan wij eens wat getCUIg zitten
knutselen. Eerst gaan wt voor de aller-
klelnste pop een leuk wastafeltje maken. Hier
voor hebben wé twee leg* lucifersdoosjes nodig,
die we voorzichtig in tweeén anyden. Twee helf.
ten van de hulxjéa worden op elkaar geplakt om
het onderstuk vsn de wastafel te vormen. Het
bovenstuk ls wè*r een half doosje, met de open
kant naar voren; dat wórdt op het onderstuk
vastgelijmd. De twee laatjes worden gevormd
door twee halve doosjes, wsarbij Je eerst de zij
kant, die open is, toeplekt mét een reepje papier.
Hieraen kun je meteen een paar bolle knoopjes
vastnaaien, die dienen als knoppen Van je létt-
jas. kijk maar op het plaatje. Nu «ehuif je die
laatjes ln het opén onderstuk van 'je wastafel
tje. Beplak dan je gehele modelletje met achoon
wit papier en zet er een kommetje en ka mietje
op. Natuuriyk kun je dit wéatifèltje ook als een
Op* wild* horen of kleine Teun, die pee voor
hst eéréte jaar op school was, al enig benul van
rskènen had, en daarom zei hij:
Luister nu eens, Teun, als lk nu eens acht
bangnen kocht en ik gaf er jou en je zusje «lk
één vin, hoeveel htd lk er dan nog over
Teuntje dacht even na; toen schudde hy he.
hoofd en zei:
Pet weet ik niet. Opa, op sohooi doen wt
om* sommen altyd met appelen,.,.I
Glentje had mazelen gehad en bad geduren
de die tijd vol rode vlekken gezeten. Toen ze
waar beter waa en weer eens met moeder bui
ten wandtlde, kwamen ze een grote dog
tegen. Vol vetharing keek Glen naar de vlekken
op de huid van het dier, toen zei ze medelijdend:
Och, moesje, deze arme hond heeft bepaald
héél erg de mazelen, hé?
Hef tiet er roor utt, hi, dit plaatje. Toch hen
ik helemaal geen raar beert; ik ben erg vlug en
woon in de duinen en bonen. Daar vind ik het 't
mooist, lk tal blij rijn, als jullie mijn stukken aan
elkaar lijmt, zodat je kunt zien, wat een mooi
beest ik ben!
Probeer het maar tent. Haar netjes langt de
randjes knippen hoor en goed uitkijkén!
gewoon kastje beschouwen en dsn kan er een
heel klein poppenstrviasje of doel daarvan op
wordèn geplaatst.
«o
Nu gasn w* iets voor moeder makent een aan.
vattertj* voor ean heet strykyzer of pen. Je hebt
er eén atukj# flanel voor nodig. Knip hlei-uit ova-
te lapjes, drie of vier djk en werk die tesimtn
makkelijk uit het ratm! Maar van
nacht zullen ze wel vergeeft op haar
hebben gewacht...!
Ze lachten allebei en vrouwtje
Weet-Alles zei daarop, weer ernstig:
Maar nu moet je naar koopman
Mikaël gaan. mijn jongen, en hem
alles vertellen.
Jan-Jénnes liet zich by den koop
man aandienen en deze keek den
houthakkerezoon met gefronste wenk
brauwen aan.
Wel zo, dus Je kunt myn twee
raadsels oplossen?
Ik geloof het wel, heen!
Nu, probeer het. Raadsel num
mer één luidt: „Waar gaat mijn
paard Iedere nacht heen en wie be-
rydt Noirette tot aan het ochtend
gloren, zodat het dier overdag dood
moe ls?"
Niemand berydt Noirette, heer,
maar iedere nacht komt een wit
paard het roepen en dan draven ze
Jemen door de bossen tot de zon
weer opgaat!
<to, zo. Nu. dan zal lk dat witte
paard laten vangen, zei de koopman,
weltevreden. Maar nu raadsel num
mer twee: Hoe ken myn dochter
iedere nacht het huis verlaten om te
gaan dansen, terwyi de deuren op,
elot zyn?
Omdat ze met een touwladder
vtn zyde door het raam naar buiten
klimt, heer. wes het onverwachte ant
woord. Kyk, hier l s zo'n laddertje! i
En Jan-Jannes overhandigde koop
man Mikaël het zijden laddertje, dat
hy onder de duivenvlerk had uitge
haald, met een buiginkje.
Nu waren de raadsels opgelost. Dn
knechten van den koopman vingen
reeds diezelfde nacht het witte paard.)
dat Iedere nacht Noirette kwam weg-j
lokken en brachten het ln koopman)
Mikaële stallen. Wat Suzette betrol.
die moest toegeven dat Jan-Jannel j
de waarheid had verteld. Maar tt
denet* toch ook zó graag....! En ze
iloot een overeenkomst met haar va
der, waarbij haar werd toegestaan 1
om voortaan per week twee avonden
uit dansen te gaan; de overige J'I
zou ze dan braaf thulabiyven en bor-J
duren, zoals een Jongedame be-j
taamde,
En Jan-Jannee! Die kreeg de uit-1
geloofde grote beloning, maar hij]
deelde die eeriyk met vrouwtje Weet-I
Allee, omdat hy zonder héér toe» J
V*f zou hebben eotdekt!
■mN-JANNES, jullie herinneren je
I wel, de houthakkerszoon, die lo-
J geerde by het verstandige vrouw
tje Weel-Allee, nadat hij er op uit
was gegaan om te ontdekken wat er
leder* nacht toch gebeurde met het
zwarte paard Noirette en het lieve
dochtertje Suzette, dat zoveel van
danztn hield, van den ryken koop
man Mikaël, was dus in bed gestapt.
Maar.... het bed was lang niet zacht,
hoor! Jan-Jannes was niet verwend,
thuis sliep hy óók maar op etroo.
doch dat was vers en goed geschud.
D11 bed, daartegenover, ut vol klon
ters en bobbeis!
Ik ïyk wel de prlnsee op da
erwt, zei Jen-Jennez tegen zichzelf,
toen hij zeker voor de tiende maal
waa opgestaan om te proberen zijn
matras wat plat te schudden. Maar
het lukte niet en eindelijk besloot hij
het ongastvry* bed te verlaten en
maar voor het venster te gaan zitten.
Hét wes een mooie nicht, met helder
maanlicht en Jan-Jennes keek uit
over de groene weilanden, die het
bos omzoomden.
Ik ga tot duizend tellen, mis-
■ëhien va) lk dén in slaap, dacht hy.
Maar toen hij by zeshonderd,vier en
tevétltig was gekomen en juist wat
dommelde, schrok hy opeens op van
een hlnnekénd geluid. En wat denk
Je dat hy vanuit ayn venster ug?
Over de groene wei kwam ln het
maanlicht een prachtig apierwit
paard aangedraafd. Het atak de kop
op. echudde de blanke manen en hin
nikte, driemaal achter elkaar.' En
toen... toén kwam uit de verder gele
gen wei, waar het altijd mocht gra
zen, een fraai zwart paard aange
draafd. Jan-Jannee herkende het da
delijk: het wa« Noirette ven koopman
Mikaël. Samen draafden de paarden,
het witte en het zwarte, toen weg,
het boa In.
Welvoldaan ging Jan-Jannes weer
verder tellen en by aeven honderd
één en veertig wu hy vut in slaap.
De volgend* morgen vroeg vrouw
tje Weet-Alles hem: Bn... heeft de af
gelopen nacht Je iet* geleerd?
Dat hééft hy, zei Jen-Jannea
vergenoegd. Want nu weet lk waar
het zwart* paard Noirett* das nacht*
heengaat!
les, meer op één beén kun je
ijjet lopen! Je bént hiér geko
men om twéé raadsels opgelost
te krygen en due moet je nog
een nacht by my logeren!
Jan-Jannes trok wel even eén
scheef gezicht (want hij dacht aan
het harde bed) en vrouwtje Weet-Al
les scheen hem ook wel te blgrypen
ze echoot tenminste in een gulle
lach! maar Jan-Jannes zei toch
niet: Neen! Heel de dag hielp hij
vrouwtje Weet-Alles weer met haar
werk, nu trokken ze urnen drénkjès
tegen de - verkoudheid ven Sllérlei
krulden en vulden kleine zakjes met
deze krulden, zakjes die hielpen tegen
hoofdpijn of vermoeidheid of droe
vige gedachten.
'i Avonds trok Jan-Jannet weer
naar het kamertje onder het ttrodék.
Zo mogeiyk wis het bed dat voor
hem gespreid wu. nóg akeliger dén
de vorige avond! Niet alleen dat het
vol knobbelt en bobbelt sat, maar da
gastvrouw had ar ook nog «en sékja
erwten in lteggeechtid, dit J*n-J*fi
nes overal staken. Hy hield het dén
ook ditmaal ln het béd niet uit en ba-
sloót om maar wéér voor het venster
t* gaan zitten en tot duizend te
tellen.
waer wu het een mooie maanlich
te avond an jan-JSnnes kaék uit over
da groan welden. Aan da horizon
zag hy zich da vorm vla aén huls af-
tekentn; dUr wOóóde kóópman
Mikaël
Tarwyi hy zat en telde, hoorde hy
speeds vleugelgeklepper en da*r
kwam een móóie grote «pierwltt#
duif uitgevlogen. Eerst ging hy in
de richting v*n het huls van dan
koopman, méar toén zag hy Jan-Jan-
nu aan het Open venster zitten an,
omdat hij moe schéén te zyn, vloog
hij op dit koiyn af en zatte er zich
neer. Zachtjes streelde Jan-Jannes de
mooie witte wiekjes, maar opeens
warden zijn ogen groot van verba-
«ing. Géén wonder dst deze duif moe
we»onder zijn linkervleugel droeg
hij iétseen opgerold ding! Jén-
Jannes haëlde het er uit en wat wie
het.-...? Een touwladdertje. maar van
da fijnst* zijd* gesponnen, hèel dun
en héél licht, dur toch heel Merkt
Aha, iel Jen-Jtnnés tegen zich
zelf. Hier hebben we dan de oplos
sing van het tweede raadsel.
Hy stek de touwladder by zich en
dt duif, biy vén de lut bevrijd ta
*yn, vlóóg wég.
Nu e'.lep Jan-Jannet byna onmid
dellijk In;
Da velgandt morgen verteld* hy al
ias aén vrouwtje weet-AUes. die wy»
niét het heefd knikte.
Nét wét ik décht, zei ze, de
dtnsvrièndlnnén en -vrienden van
Susette eturln heer déze poet-
duif Met hét syden laddertje, zodat
se siOh toch iédere avond by hen tan
voegen, ondanke de gesloten deur.
Sogettt klimt den namelijk heel ge-
Bltr ie vriend Eisen,
de buffet van Amerika,
vèbr onze dierentuin.
Op de békende manier
uitknippen langt de
buitenlijnen, dan de
plaat dubbelvouwen en
de rugzijden tegen el-
koer aanplakken tot on-
géve er bij het punt
waar het pijltje met A
erop stabt aangegeven.
De onderen gedeelten
kun je nu wat van el
kaar trekken en dan
kan de bison staan!
Wiet je. yet Borneo, ln ons* Nedet*
lindsch* Archipel gelegen, het groot-
Tstë eiland ter wereld is? Natuurlijk
weet je. dat een gedeelte van dit
eiland Brita ie, maar wist je ook dat
het eén oppervlakte heeft van
5.540.000 vierkante kilometer en zo
groot ia au rrgnkrykt
Wiet je dat reedt in de 13de eeuw
ten Engelsman, Hoger Bacon ge
naamd, een toestel ontwierp, bedoeld
om ermee door de lucht te kunnen
Vliegen (wat toen nog niet lukte) en
de beroemde schilder I^onardo da
Vinei een poosje later plannen ont-
wlerp dat toast al t* "verbeteren met
bemitp van een schroef? Maar ook Da
t inei s vliegende vogel kon nog niet
echt vliegen. De Engeleman Malmee-
bury, dit in de lide eeuw ten vlieg-
mtehine ontwierp, brak »yn beide
benen by een vliegproef. Pas ln 1905
maakten de proeven van de gebroe
ders Wright en van Santo-Dumont,
dat er warkaiyk gevlogea ken worden.
Mfln 1st* helft 1a zoet* bty, myn tweed* «en
bewoner van ean eiland ln Wett Eurepa an myn
Mseel ia onmMbaar voor wie least of «ebryft.
Wat sou dat zyn?