NARVIK: 3 VAN VISSCHERS- TOT ERTS- EN OORLOGSHAVEN Mevrouw Harrimans rapport gepubliceerd. Vechten voorbereiden en afwachten. KONING HAAKON GEÏNTERVIEWD. Quisling toch nog niet op den achtergrond. Grondtoewüzing in Finland. Hansson en Hambrp voor hun volken. Felle brand in de haven van Gent. FEUILLETON Hij bljjft tot het laatste. Nieuwe Duitsche troepen ontscheept. DER Dl BLAD PAGINA 1 GOUDSCHE COURANT ZATERDAG 13'APRIL 19<tf Voor de Karelische berooiden. Opbeurende woorden in uren van beproeving. En Hambro \ÜOR 40 JAAR EEM GEHECHT HOE HET GROEIDE DOOR 23 TUNNELS Schade: 30 millioen francs. Noonrhe en Zmeitche haast: Bij den buurman i TlS De Finsche president Kallto heeft Vrijdag avond een radiotoespraak gehouden, waarin hij zich vooral richtte tot hen die grond bezitten, waarop boerderijen voor de Karelische boeren, die hun haardsteden hebben moeten verlaten, zouden kunnen worden Ingericht. Alles moet ge daan worden, aldus Kallio. om er voor te zor- gtn. dat deze menschen weer onafhankelijke boe ren worden. Wij moeten tot een onteigeningswetgeving onze toevlucht kunnen nemen, doch het zou beter rijn. wanneer een vrijwillige activiteit, door den staat aangemoedigd, aan de toepassing an een dergelijKe wet voorafging. Die methode heeft tn Finland altijd goede resultaten gehad en voor alles moet de staat het oorbeeld geven door voor de beroofde burgers zekere terreinen af te staan. Hoe de Vcetjjord xtrtd» nauwer wordt naar Kartik toe. D» Zvre,edsch* minlstrr-presldent Hanson hpeft Vrijdagavond een radiotoespraak gehouden, waar in hij zeide: Wij bevinden on* opnieuw in een periode tan beproeving en deze I* erger dan n i.j sinds een eeuw hebben gekend. Voor onze deur wordt oor- log gevoerd. Ik behoef geen uitdrukking te geven aan onze gevoelens over het leed onzer huren. Het gaaf thans om ons zelf en wij zijn vastbeslo ten onze vrijheid, ons land en onze eer te behoe den. Wij hebben alles gedaan om onze neutraliteit te bewaren. Wij kunneh evenwel geen enkel land toestaan zich voor zijn eigen belangen van ons grondgebied te bedienen. Gelukkig werd dienaan gaande geen enkel verzoek gedaan. .Indien zulk een vraag zou komen, zouden wij den eisch moe ten afwijzen. Ik kan il verzekeren, dat wij er voor waken, elementen, Eie vreemde elementen dienen, te ver hinderen hot land te benadeelen. Ik heb.een onwrikbaar vertrouwen, dat wij er door een ecnhei 1 en vastbeslotenheid in zullen •lagen het land door de'moeilljkheden te brengen. Indien het ongeluk ons zou treffen, zouden wij in staat zijn te beschermen, heigeen óns het dier baarst is: de viijheid en onafhankelijkheid van Zweden. In de rede. due hij voor de. radio in Zweden zou hebben uitgesproken, verklaarde de voorzitter van het Noorsche parlement. Hambro, p.m.. dat ï^jn bedoeling eenvoudig was uitdrukking te ge ven aan de ï-tandvastige en eensgezinde vastbera denheid en aan het vertrouwen, dat het Noorsche parlement en de regeering bezielt. Ondanks alle. onmetelijke moeilijkheden, schrijdt de mobilisatie voort. Pc bevolking wordt bereikt door de Iglders van liet. land en in alle Noorsche legaties heerscht een voortdurende acti viteit. Nergens in l.et land ziet men eenigerlei teeken van terugwijken. Overweldigende stroo- men vrijwilligers komen zich ijlings aanmelder, bij de Noorsche- legaties, vooral in Finland, w aar de jonge veteranen van dfe heldhaftige Finsche defens.e bereid zijn nogmaals te strijden voor de vrijheid der volken en der nationale onafhaiiKtr- ljjkheid. Het Noorsche volk is zijn dagen van beproeving Ingegaan. Hoe lang deze beproeving ot>k moge du ren, zij zal kort zijn, vergeleken niet bet leven van het volk. Het Noorsche land zendt groeten aan ieder en "allen een .vereonigd, sterk volk. dat tastend zijn weg zoekt door duisternis en nood en nadrukke lijk vertrouwt op den toekomstiggn dag. waarop het reent zal overhoerschen en het vplk. weer vrij zal zijn. Narvik, het kleine plaatsje in het noordwesten V^n Noorwegen, dat tot het begin van den oorlog eigenlijk alleen bekendheid genoot in scheepvaart- kringen. heeft door de jongste gebeurtenissen een wereldvermaardheid gekregen. Het heeft zijn op komst te danken aan de verscheping van het üw eedschc erts. Reeds voor den oorlog was de reis naar Narvik geen kleinigheid, wanneer men die niet per vlieg tuig deed. Natuurlijk kon men er per spoor ko men. van Z\veden uit. doch dit was w^el een zeer lange omweg, indien men niet toevallig om ande re redenen in Zweden moest zijn. Men moest te Ofslo den trein nemen naar Trondhjem. de histo rische roningss-tad vari Noorwegen. Daar stapte men over op een van de snelle kustbooten. welke in het noorden practised de eenige verbinding tus- sehen de verschillende plaatsen vormen. Aan weerszijden van het vaarwater verheffen zie hemeihooge met sneeuw bedekte bergen, die steil uit het water omhoog Rijzen. Voor de küst ligge; tallooze kleine en groote eilandjes, als steencn door een reuzenhand omlaag gesmeten. ill Van tijd tot tyd legt de boot aan in een of an der plaatsje aan de kust, bijvoorbeeld in Bodo. op dit oogenblik het eindpunt van de nationale ïoute naai het noorden van Noorwegen, welke men bezig is aan te leggen; of in Svolvaer, de schilderachtig gelegen, door hooge bergen omge ven hoofdplaats van de Lofodden. Overal slap pen reizigers uit en komen nieuwe aan boord, goederen worden gelost en geladen, post afgege ven. enz. Be kustboot vormt ais het ware het koppclteeken tusschen de verschillende plaatsen aan de kust, voorzoover op de grooteie eilanden i en langs de kust het wegentrct nog niet voldoen de 'is voor het onderling verkeer. Tenslotte ver laat men de boot. die nog verder gaat. naar Tromsö en Hammerfest. Men moet aan boord van een andere boot. die de Ofotfjord invaart, aan welks uiterste eind het doel van de reis ligt: Narvik. Het is een brcede zeearm, die zich kilo. meters ver in de kust boort. In de onmiddellijke nabijheid van het water zijn de bergen minder hoog. Aan het einde van deze fjord, aan den voet van den bijna 1300 meter hoogcQ Fagernes- fjcUs ligt Narvik. Toen omstreeks het begm van deze eeuw Zweden van het Laplandsche ertsce- hied in Kiruna den 130 kilometer lar.ge spoorlijn naar de Noorsche grens aanlegde en Noor\vo<r°n van zijn kant de d^rfop aansluitende van Nar vik uit een afbrand van 42 kilometer was naannrde de basis gelegd voor het ertsvervoer van de Zweedsche groeven tot de dichtstbijzijnde Noorsche ijsvrije haven. Op dat oogenblik w as Narvik niet meer clan een gehucht van /één half dozijn armelijke huizen met in totaal /een vijftigtal inwoner#. In den loop der 40 «indsiien verloopen jaren heeft het zich ontwikkeld tht een belangrijke havenplaats m°t 10.000 inwohfrrs - een aanzienlijk zielental voor een plaats noven den Poolcirkel. Fa de uit gestrekte. door een Zweedsche maatschapp'i ge bouwde e'mkade nemen sofoepen van alle natio- naliteitèn hun kostbare ertslading in. Onafge broken rollen er de met erts geladen treinen uit Zweden binnen. Tot op dit oogenh" - was dit ertsvervoer de voornaamste bron van inkomsten der haven. De bij de overeenkomst met Rusland geprojec teerde spoorlijn KandalaksjaKemijarvi, die aan sluit op de Russische spoorw egen, zal. als het zoo ver i«, Narvik eveneens in verbinding brengen met de Sow jet-U me. Hiervan is uit den aard der zaak een nieuwe, groote opleving van deze haven fe verwachten, als het eenmaal weer vrede is. Bij den aanleg van den spoorweg naar Kiruna heeft men buitengewone hindernissen moeten overwinnen. Steeds hooger stijgt deze lijn, over berden en dalen en wringt zich door niet minder dan 23 tunnels. Op sommige plaatsen maakt het den indruk, alsof de spoorweg zich aan de rots wanden vastklemt. Zij staat op tal van plaatsen bloot aan de gevaren van het omlaag vallende ge steente. zoodat men zich genoodzaakt heeft ge zien. de lijn hier en daar van een beschermend dak te voorzien. Zoo komt men tenslotte aan de „Ijzerberg" van Kiruna,waar hét erts o en bioot voor het opscheppen ligt. Hier is men aan de bron van het onmisbare oorlogsmateriaal, dat indirect oorzaak is'geworden van den strijd, die thans in Noorwegen woedt. Het Amerikaansctte staatsdepartement voor bui- tenlandsche zaken, publiceert een samenvatting van een rapport van mevrouw Harriman, gezante der Verecnigde Staten in Noorwegen. Zij heeft o.a medegedeeld, dat het hotel te Nybergsund waar koning, Haakon en de fegeering hadden vergaderd kort na hun vertrek gebombardeerd en volkomen verwoest is. De koning en de regeering zochten een schuilplaats in de bosscheo. Mevrouw Harriman. die zich op het oogenblik in Zweden bevindt, hoopte naar Noorwegen terug te kunnen keeren om zich bij den koning en dt l egeering te voegen. GENT. 13 April (Bclga). In de haven van Gent heeft ren Mie brand gewoed, tengevolge waar van drie entrepots in de asch zijn gelegd. Twintigduizend balen katoen, jute en vlas zijn een prooi der vlammen geworden. De aangerichte schade zou 30 millioen francs bedjppgen. r De brand" wa^ een der felste, die men hier ooit heeft meegemaakt. Voordat de brandweer ter plaatse was aangekomen, had de brand reeds ge weldige afmetingen aangenomen. De mobilisatie in Noorwegen gaat gestadig voort en Buo normaal ill mogelijk Is- Het moretl ran recruten en volk wordt nljstekend genoemd. In Troi^lelagen, het gebied achter Dronthrlni. is de mobilisatie practlsch voltooid en groole Noor sche vtro^penafdeellngen wotdeh $ec< neentreerd achter Steinkjer, ten noorden rag Drontheim. De Dnitschers zijn nog gestationeerd in Stjordal, naWj Drontheim. a De internationale brigade in Finland die zich te Eapua bevond, zou op weg zijn naar Noor wegen. Zf; béstaat "it ong.-veer 1500 man. be- hoorende tot 22 verschillende rationaUteiten. De Hongaarsche ep Epgelsche eenheden oven.eer- sehen echter. De brigade is volkomen geoefend. De gevechten der Nódrscl e troepen dragen tof dusverre het karakter van ee»> guerilla. De Duit- schers maken gebruik van k'cine afdeelingen van ongeveer 30 mart. die goed gewaper.i zijn met automatische geweren Ken frontlinie schijnt zich uit te strekken v^n Mjoesa tot Eidsvold. welke stad in handen der Noren is. Verder is de toestand in Noorvvege'- nog steeds duister en net is onmogelijk zich zelfs bij benade ring een beeld te vormen van wat geschiedt. Het schijnt waar ?e zijn. uat de Ne rsche verdediging in kracht toeneemt. Noorwegen ondervindt er evenwel de moeilijkheden van. dat het niet intijds heeft kunnen mobiliseeren. - Daarom is zijn taak moeilijk en geschiedt de organi tie van zijn tegen stand onde- uiterst ernstige belemmeringen. Er schijnt evenwel een begin t'e zijn gemaakt, in het bijzonder in de buurt van Drontheim en Narvjk. Indien de Britsche blokkade van het per vliegtuig overbrengen van Duitsche versterkingen kan .be perken. kan de situatie spoedig weer een andere keer nemen. Intnsschen wordt de toestand in Zweden van toenemend belang. Hoewel er geen laatste alge- meene mobilisatie is afgekondigd, is er een staat ran paraatheid, welke in naam nauwelijks ver schilt van mobilisatie. Zweden treft op toenemend groote schaal voorzorgsmaatregelen tegen lucht, aanvallen, o.m. kunnen vliegvelden In zeer korten tijd voor lanaingen onbruikbaar wo den gemaakt. De toestand in züid-Zwede. wordt nog steeds beschouwd als uiterst kritiek. Plaatselijke kringen aldaar aarzelen niet te ver klaren. dat men ieder oogenblik van den dag ge lijktijdige ontschepingen kon verwachten oj ver scheiden punten van de Scandinavische kust. uit zee en uit de lucht. De Fransche en Engelsche consulaten in Gutenborg en Malmoe hebben de evacuatie van -de Fransche en Engelschf ^bpder- danen voorbereid. 'Zweden heeft verder de vuurtorens aan de westkust, tusschen Halloe en Tistlarna, gedoofd. In snel tempo zijn vrouwen en Windei uit alle steden in Skane. vooral Got vburg. Malmoe en Helsingborg. naar elders gebracht met treinen enmuo's. Met koortsachtige haa* werkt men aan den'bouw van schuilplaatsen. Van 17 uur des avonds zijn alle steden in Zweden verduisterd. Uit Charlottenberg wordt gemeld, dat de Noor sche regeering een zendstation heeft opgericht, dat o. een golflengte van 5S0 meter werkt. Volgens - i bevel, uitgegeven door den gemeen teraad van Oslo en aangehaald door den ondèr Duitsche controle werkenden omroep van Oslo. kan melk alleen verkregen worden voor kinderen en zieken. De desbetreffende verordening houdt verder in. dat het gekochte brood slechts vol doende mag zijn voor één dag. terwijl niet meer vleesch mag worden 'gekocht dan voor drie dagen. Suiker en koffie worden gerantsoeneerd. Het oude fort Fredrikstén met zijn ouderwetsche bastions aan de Oslofjord. door CHARLES BRUCE. - Nadruk verboden. 12) (Vervolg.) Veronderstel, dat Minandong uit Pulangga gne de belichten had gekregen, dat de gouverneur zich bereid had verklaard om den prijs te beta len, dien Ansokol eischte. Wellicht, dat An-okol zelf spoedig genoeg zou inzien, dat hij te hoog had gemikt. Maar Stella! Wat kon haar op dit oogenblik tot troost zijn. Aan welke verschrikkelijke gewaarwordingen zou zij op het oogenblik zijn onderworpen? V\li ke nng*tc*n zouden haar nu folteren, zonder dat hij in staat was die te verlichten en zonder dat rij zelf eenige macht bezat om een mogelijke uitkomst op te roepen? Heel het tafreel in Tiang's lange woning kwam hem op dit oogenblik voor den geot. Een halt licht zou er nu hangen van de harstoortsen. Vol üou het er zijn van de bronzen gestalten der Salongs. Van het hooge. spits toeloopende dak zou de mand met de doodshoofden neerhangen, fantastisch bewegend, zoodat de lugubere tro- feeén telkens' in het walmende licht verschenen en verdwenen. Als plotseling de vlammen knerpend zouden opschieten uit de pas gevulde toortsen •oudfrn ze dbirtebjk zichtbaar worrtétt. grijnzen en de arme BtuiJft-ivuvfcr^iMbKi»c»^e^boidcn aan het lot. dat zoovelen reeds hadden onder gaan vóór haar. Stella zou daar nu leven temidden dier beulen, in haar stukgescheurde kleeren. cloodelijk ver moeid. met gezwollen opengdoopen voeten, met bloedschramnien over hoofd en handen en het vuile zweet in gezicht en haren, zou ze .mis schien probeeren wat vuile rijst naar binnen ttf krijgen Telkens zou één der kepels haar wat toev oegen in zijn rattetoem, waarvan ze niets begreep. En door al het geroezemoes van die mannen 'heen. zou ze haar oor te luisteren leg gen naar het teeken der redding, dat heel den langen nacht zou uitblijven. Zelfs al zou Ansokol haar zijn briefje hebben overhandigd, zou het haar weinig hebben gezegd. Heel vaag duidde het sleeht's op mogelijke hulp. Een stroohalm... meer be'cekende het niet. Ken heesch gefluister van den schildwacht even buiten het kamp deed Desmond opspringen. Een donkere gestalte k\cam even naar voren tegen de roöde, nagloeiende resten van het kampvuur en Bajl's stem mompelde hem toe: Hier is.uw revolver, toean. De wacht heeft onraad gemeld. - Welken kant? Er kwam Iemand van den weg van Bunan. ntet van de heuvels.KAl de mannen zijn reeds op hun post Een eeuwigheid scheen het te duren vóór er fets gebeurde. Eindelijk werd de stilte verstoord door een 9chor geluld als van een oudon nacht uil. Minandong. fluisterde Bajl. Ik ken zijn hoes ten. Wil de toean hem zelf even toeroepen? Hij -zal de stem wel herkennen. Binnen enkele oogenblikken hart de'oude jager zijn weg naar het kamp gamaakt. Desmond be groette hem zeer ^hartelijk. Iedere breking van zijn radeloozo spanning was welkom. Ik was al op weg. toean, maar het viel ntet mee. toen het éénmaal donker begon te wor den. In den schemer ging het nog. toen kón tk de spoica qift-Tlyur ik «het pad. Mijn kleine lichtgevende lamp, diè de toean mij eens gegeven heeft, wees me den weg. voegde hij er aan toe en hij haalde een electrische zaklantaarn te voorschijn, die Des- mond hem ongeveer een maand geleden op rijn herhaald aandringen had gegeven. Kpm bij me zitten. Minandong en zeg me wat'voor nieuws je meebreng^. Zal Pulangga ons helpen? Helaas, tqean, hij is bang. Bang? Pu\angga bang? Dat ls werkelijk nieuws. Vertel eens op wat hij vreest? Pulangga is nu een oud man. toean. Zijn vader en zijn grootvader en diens vader waren voor hem alle opperhoofden der Salongs. Toen Pulangga zijn vader opvolgde was hij nog een zeer jonge man, maar geen onder de strijders mocht op zooveel kunde en. moed bogen als hij41 Het was éen krijgshoofd, die door ledeteen werd gevreesd en niemand zei neen. als Pulangga Ja gpzegd had. In het geheple gebied der Salongs werd lijn gelijke niet gevonden. Toen kwam het bestuur van den blanken man toean. Minandong hield een oogenblik op en dacht na. U moet niet toornen over wat ik .nu zeg, toean. Spreek op. Minandong. Ik wensch alles te hooren. Het bestuur van den blanken man is eerlijk en rechtvaardig De arme en 'de rijke, de zwak ke en de stérke zijn allen één voor zijn bestuur, D&t is tvecl goed. toean, maar het blljlt het be*tuur. van den blanke, toean, en ofschoon Pu langga nog wel opperhoofd genoemd wordt. Is hij niet langer de meester onder de Saldngs Ieder dorp. leder groot huis hééft zijn eigen hoofd Nu ziet het hoofd nlei langer op naar het stamhoofd, maar naar de regeering van den blanke. Alles Is veranderd. Vroeger was het land der Salongs één land. één hatie; en nu. de toean weet het zelf beter dan 5vi1. nu/iï^het door den blanken bestuurder verdeeld, m «tak ken gesneden, die men districten noenvt Ejtxi dlL^HsöHfct, Irtf het aóder^- -— Helaas, zoo is het, Minandong. En dat Vreest Pulangga te zeer. toean. Zijn ledematen zijn oud en zijn oogen zijn dof en wellicht klopt ook hei hart van den Vroegevcn gevreesden strijder niet meer zoo snel als in zijn jonge jaren. Zelfs nu is Pulangga geen laf- adrd. maar hij beeft zijn eer behouden, toean, zijn eer als stamhoofd, zijn ouden roem. waar hij vroeger met reclft trolsch op ging. Hij vreest, dat de mannen terecht zouden bemerken, dat zijn héerschapplj vergaan is. Tiang en Ansokol. pfoci. wat zijn dat? Honden en oproerkraaiers. Ja. dat is het echte woord voor hen. honden, maar dan honden, die niet geleerd hebben te luisteren naar de ster» van hyn goeden meeétèr. zoóals hun voorvaderen hun daarin zijn voorgegaan. Indien Pulangga. zoon van Aniak. hun gebieden zou om zich a.«n hem te onderworpen, zouden ze hem uitlachen, grin til ken. hem in zijn gezicht bespotten, toe.-'i. omdat ze weten dat er geen kracht meer achter dit bevel zou zitten. En dan. indien hij voor het danschijn der aarde was- beleedigd. indien Zijn gezicht aschgrauw zou worden van droefheid, schaamte en verbolgenheid, wat zqu Pulangga ander* kunnen doen dan sterven? Desgrond lag in de sohaduwi te luisteren, ter wijl de oude Salorïg zijn klaagzang uitsteunde Hèt was een zware slag voor hem. Hy had juist woo göbouwd op Pulangga'a hulp en nu, hoeveel waars- zat er In die woorden, welk een aanklacht aan het adre^ der nieuwe heerschers. De oude adel was dood of stervende, verkracht door de nieuwe bepalingen van den blanke, met zijn nieuwe vormen en nieuwe wetten, zijn schild vijn vrijheid en gelijkheid, zijn democratie, die fnuikend vraten aai. de grooten en edelen van geest, totdat zij berustten in de middelmatigheid van bun vroegere onderdanen, die nu stamge- rtooten waren geworden, gelijken, alsof ooit een menschelijke bepaling het ingebrande verschil tusschen de standen zou kunnen uitwiSFchen. Weer een hoop minder. Wat bleef er nu nog •verf .v' Koning Haakon heef* een interview toegedaan aan dén correspondent va.n -S v e n ka Da,g- blad et. De koning was zeer kalm ondanks vele vermoeienissen, die hij heeft doorstaan want sedert hij Dinsdag Oslo ha l verlaten,.had hij wel niet geslapeft. HU verklaarde plechtig dat hij het Noorsche grondgebied, ondanks de, vaien. niet zou verlat Leden v an 's koning? gev olg ver Gaarden, dak fijjens het bonibardei ent van het hoofdkwartief vier hommen in de nabijheid van den koning waren gevallen. Het waren, te oordeelen naar dei kraters, die zij sloegen, bommen van zeker vijC» honderd kilo. De minister van buitenland*che zaken KohL wordt te Stockholm verwacht, wjar hij den d>en%t van het ministerie van huitenlandsche zaken zat organlseeren. Svenska Dag.bladet brengt het interview; met den Noorschen koning waarin deze zegt: Ik ben geheel uitgeput, daar ik "noch ge slapen. noch gerust heb. Sinds ik Dinsdag Oslo- verliet heb ih mijn schoenen niet van de voeten gehad en nauwelijks geslapen. Aan de beschaving schijnt een eind gekomen to zijn. Ik kon niet be* grijpen dat zulke verschrikkelijke dingen kunnen- gebeuren. Mijn ministers kunnen Zweden be zoeken en mijn volk kan naar Zweden evacué*ren Ik zal in mijn land blijven zoolang er nog een duim Noorsche grond over is. in gezaghebbende Noorsche kringen te Stoeki» holm wordt vernomen, dat de leider van de Noor sche z.5. regeering. Quisling, aan alle diplomatie* ke en consulaire vertegenwoordigers van Noor* wegen order heeft gegeven, zijn berelen op te volgen en de wettige Noorsche regeering af te zweren. Geeu der vertegenwoordigers heeft ge antwoord. Een wonderlijk bericht is Vrijdagavond uit' Oslo te Berlijn gekomen. Het officieuze D.N.BA publiceert een interview, dat zijn vertegeméoor* diger te Oslo heeft gehad met den chef van d» z.g. regeering-Quisling. van wie men 's ochtend^ in de Wilhelnistrasse nog verklaarde, dat zy op-' wettig is en niets achter zich heeft, zoodat men® er van Duitsche zijde geen contact mee kon zo#-1 ken. maar dat de besprekingen met den koning werden voortgezet. Het feit, dat met plotseling Quisling wél aan* het woord laat is verrassend en zal nog nader# verklaringen noodig maken. In de Duitsche ra-' dioberichten is echter van dit interview geeli' nieMing gemaakt. STOCKHOLM, 13 April. Hef D.N.B. meldt. 4st tannacht te Narvik nieuwe Duitsche troepen zlja- aangekomen. 1 Radio Stockhojm meldt, dat weer nieuwe Dult-j sche troepen te .Halden nabij Fredrikstadt zijn geland. De stad 'was van tevoren echter W.in»' geheel eeevacueerd. hoewel tweehonderd auto'i' met vluehtte'. ngen uit Haltien ntet in staat waren' de Zweedsche grens le Bereiken, daar de bruggen opgeblazen werden. De wegen in zuid-Noorwegeo' zijn vol met geevacueerden. Britsche gevechtsvliegtuigen hebben de haven en de stad Narvik aangevallen. De militaire medewerker van de Times schrijft, dat zij, die met ongeduld hebben gewacht op het bericht van ontscheping van geallieerde troepen In Noorwegen, waarschijnlijk geen reke. ning hebben gehouden ihet alle vi-aagstukken. die zivh hierbij voordoen. Zulk een troepenontscheptng zou. aldus'het blad. zonder vnj nauwkeurige ken- n s van de sterkte en de opstelling van de ver dediging een groot waagstuk zijn en tot een plaat- sclijke vamp kunnen leiden. Het uilkiezen van een plaats, vaar men zdnder tegenstand troepen hoopt te kunnen ontschepen, moet gebaseerd zijn. op volledige tactische inlichtingen, die onder de huidige omstandigheden niet gemakkelijk uit Noor-, wegen kunnen worden verkregen. Plotseling sellout Desmond overeind. Een idee, of liever de kiem van een Idee werd in zyn ner- setw bevrucht en ontbloeide tot een klare helde re gcdachtebtocm. Minandong. waar 13 Pulangga nu? In zijn dorp. toean. Hoe ver is dat van hier? Kan ik daar heen en terug naar. toe \oor morgenochtend Jk wensch hem beslist te spreken, maar niemand mag daar getuige van zijn Hoe laat Is het nu. toean? Bijna negen uur. antwoordde Desmond, na even op zijn polshorloge tAhebben g-keken. Het zou kunnen, als alles op haren en sna; ren wordt gezet Dan moeien we het pad over de heuvels kiezen. De maan kan elk oogenblik opkomen. Maar de toean ls zeer vermoeid en ik vraag vergeving voor mijn vrijmoedigheid, het zal inch rtfeis uithalen. Ik vrees, dat Pulang ga niet helpen zal. Ik moet het probeeren. Roep Ball en Am- pou bij me. De oude Jager stond stijf op dn riep zacht 1» het donker. Hoor eens. Ampau. sprak Desmond tegefl de twee mannen, die zich ln hun -dekena hadden gewikkeld en met slaperige oogen bij hem wa ren kom egt zitten. Ik vertrbk onmiddellijk om een onderhoud te hebben met Pulahgga fk hh» een plan. Niemand kan zeggen, ol het al dsn piet egl slagen, maar we kunnen ln leder geval de kans w agen. Ba ft en twee van de politie' moe' ten met mij mee gaan. .lij blijft hibr, tot Ik terugkom Ik heb Ansokol beloofd, dat Ik' nier op zi;n antwoord zgti wachten, .lij moet zoolang rnnn plaats innemen. Houd alles hehoprljjk hn de ^a- ten. Niemand mag weten, dat ik vertrokken oen en zeker niet. waarheen lk op weg ben. Indien Ansokol dus iemand mei een boodschap atuurt, geel te als antwoord, dat Ik oog slaap, of als die uitvlucht niet steekhoudend blijk!, dgt df door zware koorts hen overvallen Inrtjan hen wilt pvertttlgen-do«. Je-.net, ofkj- .mdJUei atjjp

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 5