De zingende oorlog Het Kopje Thee De zingende oorlog E" De Militaire Luchtfotograaf Cholera-epidemie in Britsch-Indfë W'ie vraagt wat Mars zingt. moet er maar bij gaan zitten om bet antwoord aan te hoort-n. Mars zingt misschien meer dan hij Vectot, in ieder geval laat bij meestal neer sporen achter in bet lied der men. achen dan in hun historie, et, om het voorzichtiger te aeggen: het lied van toeeigen hu* vergeten en, ook in zijn gevolgen, _geüquVdeerden" oorlog leeft ■ng in bet voüt. dat er eens onder ge leden heeft. In bun kladden hebben de Traruichen er, om een recent voorbeeld «e kiezen, eon nationale hymne bljgeki-e- ■en; Madeion al «tetlig nog leven als de wereldoorlog en deze oorlog lang ■Vergeten zijn 1 Weer klinkt Mars' lied over Europa, ■Weer zingt Mars. voorloopig althans, meer dan bij vecht. De Britten laten kan schampere liederen over de „Sieg- briclle d'Ext rif. c**or wie Hendrik ijn liefdes- en o**l0gslic(} dichtte. "das Lit ben. das ist aus, dit Rosse smtl peurtttelt. sum t Tore gchts htnaux! (Kling, kfang- und GTorU t>uf de liefde is het uit de paarden zijn gezadeldhet gaat de stadspoort uit!) Zoo teven nog talrijke soldatenliedjes in bet lied van bet Duitscbe volk, krijgshaftige, maar vooral weemoedige, liedjes van bekten moed en liedjes van heimwee. In Frankrijk zal men ze misschien iets moeilijker vinden, maar te zijn er en ze geven de liefde ook een rucroe plaats. F rank rijks eerste Bour bons: fre koning. Hendrik de Vierde, die verschrikkelijk veel gevochten, maar nog meer bemind beeft, behoort aelfs tot de auteurs van Fransehe oor logsliedjes sinds hij zijn afscheidslied schreef aan. Gahrielle d' E-strées. toen bij in 1596 weer eens tegen Spanje ten Strijde trok Charmante Gabrielle Percé tie mille darde, quand la glorre m'appelle d la suite da Merti crue lie depart ie! Malheureux jour! Que ne suis-je sans vie ou sans amour Je n'ai pu dans te guerre gu'un royaumt arupter; mais sur foute lu terra ros jeux ritm e at rigner. Cruelle dipurtu! enz. Wij twfcfcen oorlog gevoerd en er bij gezongen. Maar wat er is overgebleven van het lied, dat dat wapengekletter be- getekkte. moest in geleeixte boeken van den ondergang worden gered en klinkt maar heel zefetert spontaan en onge- dwangen op;. een kunstmatig reveil kon zelfs niet tot wedergeboorte lekten! Sïn toch was er zooveel moois en warms bi die strijdliederen, die- kinderen wa ren ,uit hetzelfde huis als ons volks» (Lier** r,*hrt*n*f Doorboord éoor duizend pijlen de koning overdreef blljkltaar wel «en. beetje (ben ik toch) mis de roem tr -j roe fit m het gevolg vem JU ars: wreed af schend! Ongelukkige émg! Wol ben ik zonder leven of zonder lief del Ik heb in den oor lag slechts een koninkrijk kunnen u in nen; maar over tie keelt aarde moeten jouw o+gt n regeertn. wreed afscheid! enz, (Vervolg op pagina LI) Het Is er vreemd mee gesteld met die liederen van Mars. Daar zijn de Duit- achers, die menig soldatenlied, dat bij onze geuzenliederen niet in 4e schaduw kan staan, door lange, lange je ren heen als levend volksbezit bewaard hebben, vurige paradepaarden, die ook den ca dans van dezen oorlog al weer tn hun beenen hebben. Weer is de pittige deun tot volle fleur gekomen, die al menigen oorlog en ge wapenden vrede heeft doorstaan en die zoo overbekend is. dat een vertaling zelfs voor hen. die geen Duitsch kennen, overbodig is; De eerste uitgave *>mn Madeionhet lied, dat Frankrijk in éen wereldoorlog iver overde en het m de ruim twintig jaar vrede bezet hield. ArfeitHne" boo ren ate de Tipperarv uit- ge-Tipperary d u», de Franschen hebben tem Ykrtotre, fiite de Madeten, die ze wonderlijke situatie? achterstel len bij haar vijfentwintig jaar oudere mam an, de Duitsehers zijn trouw ge- teteven aan hun „kleines Erika", dat Wêo% altijd „auf der Heide blüht" en dat Bij ons grmetamorphoseerd is tot bet prikkeldraad om blomie- Miert jes hart. Soldaten zangen, volken in oorlog zin- pen. menacben in oorlogstijd zingen. "Wat hebben wij an ons gezegende Ivrvd- 9e. dot de oorlog slechts in zijn winkel tn nauwelijks in'zijn huiskamer merkt, al geen liederen gemankt en gezongen ia dezen korten mobilisatietijd! Wie «■Meteen zee en grens weet niet van de »m*, kuch «1 boonen" en den „li-Ia-Uii- Wenns die Soldaten (lurch die Stafit mar sc hier en, off neus dieMade hen Fenster und die Tiiren ei warum, ei darumei warum, ei darum! Bi blosz tregn dem Tschingde- rassa, Bunulerassa, Tschmg- 4arnt Bi blosz wegn dem Taehingde- rassa, BumderassasH.! I'ami MORAiZC B.t«t tbs Telde bilt zen. Bum-. ben und Granaten, tremens die MadcherC uin^dSm Soldaten, ei warumenz. En het heldhaftige artiHéristenlied: Waklmf ihr Broder van der Artillerie. ee gilt fiir unser Leben. es gilt fur unser Vateriamt, fsmz muiig neb-men k* die Waffen, kt die Bond.' (Kom op, broeders van de ar- CiUerie. het f4Mf om ons lenen, bat goat om ons vaderland, beet moedig nemén we' de wa penen ter band Kt kt eens Bed toot éen waren vecht jas, maar meestal zingt de DuMsciie •okiaat, a»aU in het eerst gscUcenle wis, van wat h(j achter Bet in zijt» (Kling, klong en Gloria, Zaterdag 13 April 1940^ Vervolg Van peg. 19 Hij zwever eV«»n en ging toen voort: U vraag mij af of Andham gis teravond iiM't /.ijn woorden bedoelde mij te waarschuwen. Nauwelijks had Keith dit gezegd of >»'j had er spijt van. Lieve hemel, wat een fantastisch Wee. Wij worden^ heuach kindseh, I«es!ie. Wij moesten ons j^>or «ns'/.cif schamen Leslie Wat Bertram ook van mij denkt, het doet er niets toe. Hij zal jou geen leed doen Maar liij doet het wel. zei Tzeslle. Zie je niet dat hij mij op het oogen- blik evenzeer haat als jou. Keith. Als bij toeslaat, slaat hij ons beiden. Luister Leslie. Zoo je hiervoor in derdaad bang bent. kun je onmogelijk met hem hier blijven. Je moet onmid dellijk naar Andham gaan. En ik zal Andham de zaak wel uitleggen. Je kunt dflrt nooit doen. mijn waarde; dit zijn allemaal slechts ver onderstellingen; wij kunnen toch geen nehandaal ontketenen louter en alleen op grond van vermoedens? En het is, mooals jij hebt gezegd, alles het ge volg van geestelijke en lichamelijke •ververmoeidheid, dat ons doet dat? wU zoo iets absurds in den get-M gegeven. Wanneer de hulpexpedities «r zyn en wij wat rust hebben kunnen nemen, zullen wij als wij alles nog eens kalm overdenken lachen om ori sten angst van nu. Neen mijn waarde, Meoeven -sj>eelden mijn zenuwen my portep. maar nu ben ik weer de oude... Heeft Bertram nooit gepoogd het •en of ander tegen jou te doen. Leslie? vroeg Keith ernstig. Niets concreets? Heeft hij nooit met het eten geknoeid? Natuurlijk niet. Keith. Leslie stelde alles in het werk om baar zelfbeheersching terug te krij gen. Zoo Bertram ooit er toe mocht komen een moord te plegen, kun je er zeker van zijn. dat hij het alleen zou «loen als hij volkomen was verzekerd van zijn succes. Je weet dat hy wat hij begint steeds volbrengt en dat hij nooit voor tegei\slag uit den weg zou gaan. Hij zou dat trouwens nooit dul den ook. l^aat dit je voldoende zijn Keith en laten wy niet langer over nachtmerries praten. Hebben we nog even tijd voor een kop thee. of moeten wij.... Het spijt mij. Kind, wij moeten ons baasten. Leslie haalde haar schouders op. Zij nam haar zonnehelm en ging naar de deur. Wat een strenge meester ben Je, Keith. Maar natuurlijk, ik begrijp je volkomen. Bovendien, het was voor mij toch al weer haast tijd er naar te rug te gaan. Ja. ja. wij zullen na deze herinneringen onzen plicht te doen mis sen als de epidemie tot het verleden zal" bchoonjn! Keith volgde haar, maar op de veran da hield hij stil: ik heb mijn bandschoenen verge ten. zei hij. Ga maar vast naar de auto, wil ié? Ik ben zoo hij je! Terug in «ie huiskamer, liep hij naar den boek bij het schiijibureau. Zacht jes draaide hij het kleine zwarte lichaam van l'rilla, de kat. om. dat naast het schoteltje melk op den grond lag. Prilla was dood. Hij goot het grootste doel van de melk terug in het kannetje en deed slechts een kleine hoeveelheid in een fleachje. dat hij uit -zijn zak haalde. Terwijl hij dit deed, mompelde hij oonige woorden, die J^es- iie even tevoren had gesproken; „God dank, katten kunnen geen cholera krij gen". Hij plaatste hot melkkannetje en een glas op den hoek van bet bureau, draai de de bureaulamp aan en plaatste deze zoo. dat het licht op het kannetje, het glas en de doode zw arte kat, die naast het schoteltje op den vloer lag, vtel. Nogmaals herhaalde hij woorden, die Leslie had gesproken-" Wat Bertram be gint, volbrengt bij Steeds, voor tegen slag izou hij nooit uit den weg gaan. Toen ging bij naar bulten en slapte Vlug naar Lejslie, naar 'de auto. Uit de Daily Tribune of India, 15 Sep*ember... De laatste berichten uit Derasserrai wijzen erop dat de cholera-epidemic die onlangs het district heeft geteis* terd, practiseh tot het verleden behoort, In het eind van de vorige treek zijn de hulpexpedities er aangekomen, maar het oautoi sterfgevallen was toen reeds beduidend verminderd en de laatste 4S uur zijn er geen nieuwe slacht* offers te betreuren geweestVrijwel de laatstedie aan de cholera is ge* 8torven, was mr. Bertram Waynede districtcommissaris. Hij werd Woens* dagavond ziek en stierf reeds in den vacht van Woensdag op Donderdag Een biografie van den overledene vindt men op pag. 8. Mevrouw Wayne heeft Vrijdag Deresserrai verlaten en is hedenmorgen aan boord van de Kaiser-i-Hind van Bombay vertrokken Elders In hetzelfde blad: MET VERLOF. Doctor Keith Mor ley, geneesheer bij het binnenlandsch bestuur te Deresser* raiis voor dringende particuliere zaken met een verlof van 8 maanden uit hidië vertrokken. Vervolg van pag. 2 Drie en een halve eeuw lang ls djt bedje bewaard gebleven en ai wordt h«< dan waarschijnlijk wel nüpt ï-n de Maginot linie gezongen, de Fransche buis vrouw zingt het nog wel eens. ter- wijl zij aan het stofzuigen is; en zij Zij dwong «oh to» een KHmIaoh.^m «nw van die «uwen-oude oor- maar Keith bleef haar strak aankijken iogstaedjes, waarin zelfs de Hollanders en de uitdrukking van zijn oogen urerd steeds minder die van den be roepsman, den medicus. Plotseling liet hij zijn handen van Leslie's schouders glijden en keerde zich om. Dus gaan wij maar op de oude •wijze voort, zei hij rustig. Ga voort «pen "kaart te spelen, Bertram ten «pijt. Het leven is een hel voor jöu, wiet? Hij begon doelloos in de kamer heen «n weer te loopen. Zoolang de cholera voortwoedt, atei I.eslio vriendelijk, kunnen wij geen van allen zeker zJJn van ons leven, zelfs niet als het een hel is. Maar een ding is er. dat ik moest zeggen voor dat wij onze goede voornemens her nieuwen. Als er..,, als er iets waars was in onze verdenking aangaande Bertram. Ik zou gelukkig zijn geweest soo lang zijn achterdocht op ons bei den was gericht. Ik zou gelukkig zijn geweest 7.00 lang wij ej- samen het •lachtoffer van waren geweest, En nu. ging zij voort, haastig »aar den ketel teruggaand*, laten wij dat alleR vergeten. lie thee is eindelijk blaar. Keith. Morley hield op zenuwachtig heen «n \veer te «loopen. Een «ogenblik stond hij zwijgend bij het bureau in den hoek. Leslie keek naar zijn gebo gen schouders met een blik vol teeder- heid. dien zij hem nooit had toegestaan te zien. Toer. keek hij haar «psiens^/ aan. Lieve hemel!, zei hij, wat ben ik Vergeetachtig. Üc vermoeienis moet mijn geheugen nog meer hebben ge schaad clan onze zenuwen. Ik heb een firingend geval in de barak. Ik zou van het ziekenhuis komende, er recht- Btreehs i\jh heengegaan, maar ik ge- dat ik uit gewoonte hier h«?b ge- Stopt. !k heb $r het land akn het aan jte te moeten Vragen. Le&lie, nvaar kun jb even" meegaan en mij eèn handje feelpenZ Hek is inderdaad dringend; w Natuurlijk lyejtb, ik. kom dude- Jgk. in stilt* was zij blij om «Wenpl Aelingcn oproep haar plicht te^Jperffnu -was de iptfrtrtitig tóöei^n ineens gebroken •ls gevaarlijke en eeuwige vijandeu be zongen worden, zooals in dat van „Mal- bttmek s en va-t-en guerre" op den her tog van Marlborough. n wat zingt de Nederlandsche huls- vrouw voor oorlogsliedjes als zij aan het stofzuigen is? Kent zij het lied nog, dat Hoilandsohe stlijders eeuwen geleden zongen? Het is merk- wamxlig. dat zi j zich bepei*kt tot de mo- büteatieveracn van '14-—"IS en van nu, verzen, <Mc meestal niet "de hoogste li teraire waarde hebben en ook lang niet altijd öorsprcmkolijk zijn! Ja, misschien kennen de ouderen nog het iixMiiscerende lied: Wat zullen onze pat riot jet eten als zij in leger zijnt Een kieksken aan 't sjiit geste- ken, - dat zullen onze patriotjes eten! Maai* dat te een lied om eigenlijk maar zoo gauw mogelijk te vergeten, want het is een lied u-it^onzen eenigèn burgeroorlog, die overigens van schrik en ang»t werd gestaakt, toen er een doode viel... En dan hoort men misschien nog wel eons het martiale: Schutters! beschermt de stad, stelt daarin uwe eer dit moet de burger doen, ja zelfs de grootste heer! Staat Kederlanders pal, met moed voor 'f vaderland wanneer, door 's vijands zwaard, de staat wordt aange rand. Wat w as de weerklank van den we reldoorlog in het lied, dat de „man in tilte street" m de Jaren van de mobilisatie zong? Er is een «tn deren oatsttan,' waarvan erv**?f popu lair werden en enkele mw-rtog wel eens worded gezongen bij* de herinnering; aan dien tijd.Ü&dfnerJ*mert zich niet; Alsder^rouwen rnobüiseeren Stdudun wordt het een leuke boel. sik zal merken, hg e het eed werken op het vaderlandseh gevoel! Uatéwtir tn ««Mootje* zingen dem vol gloed; it's a long, long way to Tippe* roc maar wij zingen ons WU-n Keerlands bloed l Het was populair, maar niet erg oor- srjMxm keiyk en zoo is het met <Je mees te verzen uit dien tyd. Wij zongen oor logsliederen, die wij hadden gekregen van den UngelCadgélzanger en al kwam. Speenhof f wel eens met iets beters voor den dag, toch werden de straat deunen zooals altijd liet" eer*t populair. En wat bezongen die deunen? Gebeur tenissen van den dag. het leed, dat aan de fmnted weid getedec^de rampspoed der Belgen, b.v.: Een bulletin bracht de tijding in van het ongeluk zoo droevig: alweer een schip vergaan ol op die oceaan, is het niet vreeselijk droevig! Door een torpedo, afschuwelijk voor al wie het hoort, werd de Lus it an ia in de grond geboord. V, Lwitania, schoon van naam, enz. Maar de meeste van onze mobilUatie- 1 lederen waren wat materialistische^ van inslag. De distributie,de schaanscli» te aan levensmiddelen en andere nood» zakelijke «fingen haddffi bet jredaan. Heeft heel Nedcihmd nfcet gcabngent Juf pas op je pitje, want in Holland zit je met een kaars of olielamp jongens wat een ramp door dat vroege sluiten sta je om twaalf uur buiten! Iedereen die huilt zich dood om de kolen nood. Klonk het niet dagelijks vol zelfbon klag: Alle dagen staan we in de rij voor een appel V« een et en je wacht geduldig zij aan zij 't is allemaal voor de bikkerijf En in de tijd van overvloed at je voor een paar pop wel op z'n minst een drieInrart koe cn een hallef varken op.... enz. Het te de ..bikkesement", die ln h«9 populaire lied van alledag den boven» toon voerde in de <>*ea van den vort. gen oorlog en. zou dit de zuivere maau etaf zijn voor wat er ln het voüt leefd^, dan aou men mogen «eg'gen, dat de Ne. derïffnders door den Oorlog niét verde* weiden beroerd dan voor eoover het hun ma* aanging. Gelukkig gaat dal niet op. De dichters van dit genre lie. deren wagen zkfi ze kien aan dot wol hen het diepete treft, met hun innóf toe gevdelens weten zij meestal gmt raad. In onze Utetotuur heeft de groot, oorlog gelukkig ook een weerkiang ran grooier allure gevonden! En jooo is het met alle oorlogaUed» ren gesteld; als z|J luchthartig en hoog. «ens wot vaag-wieemoedig longs da huilenkanten van de oorlogsuogedto blijven, mag men daaruit niet bestui ten, dat de soldaat en de burger nteg verder doordrongen dan tot dien bul- ^tenkant. Het tegendeel bewees de Frsrw tofhe soldaat, die wtetllg óók van Mode. Ion en mèt zijn Engelsche kamerodet, van Tipperarv zong, maar die in l*lg t* velde dichtte: O. dour* Pma, tWrc rt M"'«, lu «ais Men uere quelle arden- Ie bonne fni nout ocona milile, i'dme pfeine de tot, pour la cause detespéréé. Om te besluiten: Pair It/nle, en frémUsant crux qui vont «e ruer tur V em pire de proie.- c'est la saiiUe moi»son de lu- mière et de Jote qui germe tlatis leur noble sang! (O zachte vrede, dierbaar en gehet, ligd, jij weet u el met u elk een ruripd goede trouw wij bobben gepleit, dt 2iel vol va* jou. voor je wanhopig» zaak. 0 gezegende vrede, die hen dóet trillen, ttie elkaar te lijf gaan op het veld der roof: het is jouw heilige oogst nan licht e* vreugde, die in hun ede, bloed kievit!) Helaas is de oogst, waarop dene ifrt. gende soldaat hoopte, nog niet hinoeiw gehaakt en zingen w eer de soldaten ofl Mars' lugubere muziek. Vervolg van pag. 6 A's het werk ls volbracht, liehóeven gevlogen, vervaardigd. In korten tijd z(]n de foto's veranderd ln een zeee nauwkeurig beeld van het gefotogra. zij niet meer hun vaste» koero te hou- feertle^laniL Dit werk wordt vergemaic- den'. Op tie thuisvaart stijgen zij zeeif kclyKt" hoog teneinde het afweergestjudTen de vijandelijke jachtvliegtuigen te ont- wtjl.eru urden zij ^oor'vijandelijke toestellen totiterhaaW. dan hetjeu natuurlijk slag; re leveren, doch volgens de gegeven bevelen behoeven zij geen gev^hffe zoel.m. Alleen de foto's zijn toffbelang. Bij aankomst geeft de waarnemer aan de fougfraflsche afdeeling van het vliegterrein de bijzonderheden op inza- ke de gefotografeerde objecten, vah bet licht en Van de hoogte waarop werd gevlogen. Details, w aarmede re kening moet worden gehouden bij de ontwikkiéfng. Ongeveer twintig meter film wordt tegelijkertijd ontwikkeld, zooals ae uit de camera korot Inmiddels wórdt. Ook de landkaart door aanteekeningen van det» vlieger betreffende allerlei bijzonders heden over de opgenomen landstrook. Bij helder weer w ordt w eleetu. het Infra-roode procédé gebruikt om .dood camouflage heen t* «dringen, die bet ges wone fotogrwfeeren onmogelijk maakt. Doch gemakkelijk ls dit niet, daar do «helheid en de beweeglijkheid van het vliegtuig de lange belichting van dg •infra-roode film beïnvloeden. Ah dfc 'Jenzrti zijn van filters voois zien feueintlo gedurende de raids de at» masfeor heldeisler te maken, 's Nachts kan m»n'pok den grond verlichten orrf daarna t!e fotografeeren, waarbij eet» vernuftige methode wordt toegepast, Dé camera*Kp staat op „open" en too. dejjpood M .verlicht, komt een foto. cel ln werking, die dc caiu»

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 8