De Engelschen zien hun tegenslag
en winden ei* geen doekjes om.
Staatscourant,
STRATEGISCHE SNELHEID
POLITIEKE SPANNING.
Bommen op fort Agdenes.
LONDEN ZOEKT EEN
LICHTPUNT.
483e STAATSLOTERIJ.
FEUILLETON
HURRICANES BOVEN
DE WOLKEN
EERSTE BLAD PAGINA 2
GOUDSCHE .COURANT
WOENSDAG T MEI 1940
PERISCOOP
DE STRIJD TER ZEE
Kanonvuur in het Skagerrak.
Twee Brittche duiktooten
verloren
De Jan Wellem.
Chamberlain zwijgt
De bloeiende boomgaarden.
Faillissementen.
PRINSES JULIANA EN HAAR JONGSTE DOCHTER.
SM ««tad* Mart kite
Duitenden hebben
Den Daag en tegeli
De slgemfene toestand spitst zlchf weer even toe.
«mciat de oorlogsgebeurtenissen rich „op den top
■van een golf' bevinden. Dat toespitsen hangt
samen met Duitsch» suceessen. Toen de Duit-
scher» plotseling Mjërlei strategische punten aan
de Noorscb» kust beletten, Werd rijn as-genoot
onrustig; deie liet duidelijk doorschemeren, dat
ltalid slechts z'n tijd afwachtte, om zich ook in
£bn strijd "te kunnen storten ten bate van lijn
e gen belangen. Na eenlge, reeds meermalen ge
riemde. kaimeerende reactie uit Parijs en Londen
Vitrnam. men een tijdje lang niets verontrustends
meer uit Rome, maar nu de Duitscherj een nieuw
strategisch succes hebben kunnen boeken, o.m.
mat het leggan van een gemotoriseerd contact tus-
schen Drontheim en Oslo, worden er Ineens ge-
lulden uit Rome verneembaar, die wederom ge-
tu.gen van een nauw bedwongen neiging van de
Pallanen, om ook made te doen op het slagveld.
Telkens zUn d* Romeinscht verschijnselen anders,
ipezen keer lagen lij gemeerd aan de weigering
van Ciano om ifader met ambassadeur Poneet
(Kr.) te ovgsidggen over de Romeinsche verlan
gens In /Ut Middellandsche Zee („het moment
gras niet'gelukkig gekozen"), het onder de wa
penen rogpen van lichtingen, de benoeming van
*!flarl tdt ambassadeur te Berlijn en de vox po-
grali té' Belgrado, welke zich steeds w eer verzoent
niet de gedachte dat Joego Siadtë zijn neutraliteit
'niet veel langer zal kunnen handhaven. Uit voor
zichtigheid gaat Engeland om/de Kaap varen
pit ls let» ernstigs!
In het als mlnakens sempofficleel te beschou
wen »s-en-driehoeksblad I BerlinRom—Tokio,
w-aartn eerst een artikel voorkwam om voor zijn
lezers te bewyzen, dat Engeland den ondergang
'hahy is en dat „het sterke Italië in het zuidoosten
gereed, 'staat uiting te geven aan zyn natuurlijke
vijaftïschlp met Engeland", heeft Mussolini's
Spreekbuis, Gsyd». daarna ean uitvoerig artikel
gawya aan de kracht van bat nieuwe Italië,
-(jjayda schildert de Italiaansche vloot af als bui-
jengewoon gevaarlijk door haar defensieve en
Offensieve kracht en met haar buitengewoqn
frooten actie-radius; de luchtvloot beschikt over
files wat z(j noodig heeft, men kan het zoo won-
«jeriyk niet bedenken; en een gemotoriseerder en
gepantserde» leger bestaat er, volgens Gayda, niet.
ï>e hekken Glb'lterr» (Gibraltar), Dardanelli en
Suez lullen worden opengebroken
Nu schrijft de New York Herald aan (Je hand
van een zynèr beste kenners van Italië, dat men
tot op het laatst deze ultla ngen iret een korrel
tje zout moet nemen. Inderdaad ls de benoeming
van Dlno Alflerl een ernstig*teeken, maar, vraagt
het blad, lijn er fundamenteele teekenen, dat Mus-
«ollni het risico van een oorlog op rich durft te
«emen? Het heeft oen millioen man onder de wa
penen, maar niet voldoende reserves voor wape
nen en wapenjabrieage, het heeft beperkte voor
raden katoen, het haeft gebrek aap metalen, het
Jteefl slechts voor één jaar graan; de steenkool-
yoorziehlng is, door den oorlog, in de war, de fi
nanciën zullen dit Jaar een tekort opleveren van
ISO a 250 milliard lire. er komt steeds meer papie
ren geld ln omloop, de kosten van het levensonder
houd zyn nu reeds met 20% gestegen, de loonen
met lb%, en sedert 1937 zijn er reeds drie keer
heffingen geweest op jet kapitaal; daarbij zijn de
belastingen ondraaglijk hoog; Abessynië houdt een
groot leger vast en Alba- 'S niet minder. Zoo gaat
de opsomming van „da dingen die Mussolini beter
beseft dan wie ook", verder, om te eindigen ln
efn beschouwing, dat de Italiaansche industrie
gebieden in bet noorden ongunstig, wyi zeer toe-
i4)u4% Noarecht oorlogsbodems uit het jaar 1887,
ilt Harold Haarfager en di Tordenskjild, die *17
Kilometer per uur kunnen loopen, doen thans Duit-
schen dlenet in de Oslo-fjord.
gankeiyk liggen en te eindigen ln de positieve er
kenning dat, de dulkbootvloot van den Duce groot
en machtig 'ls. De schuldigste uitleg van dit ailea
is, dat Mussolini vroeg of laat mee ten oorlog trekt
zoodra ht) denkt de meeste voordeden te kunnen
behalen met het laten varen van zyn houding van
non-beiligfcrentie, en de onschuldigste ia, dat hij,
.gebruik makende van Duitache succeeperioden,
een hoogèn dipiomatieken druk wil uitoefenen
„opdat men hem en zijn verlanglijst niet vergete,
nd niet, en bij den toekomstigen vrede niet".
Daartusschenin schuilen tientallen andere uitleg
gingenMaar de Engelschen gaan voorvast
maar om de Kaap .varen.
Toch maken zulke uitlatingen als van het non-
belligerente Italië, dat nabuurlanden zich ernstig
afvragen hoe lang zij zelf nog zullen kunnen vol
harden by hun absolute of welwillende neutrali
teit; vooral Joego Slavië is daar druk mee bezig;
nergens bestudeert men de kaart van Europa zoo
ijverig als daar.
Men ziet er, dat de lijn OsloLillehammer, een
frónt doorbrekend, door hét Gudbrandsdal over
□ombaat en Storen naar Drontheim op dit laat
ste gedeelte een tweede front doorbrekend ln
Duitsehe handen ls. Door het Hallingdil zijn de
Dultschers tot b|j Vosa en Gudvangen aan de
Sognefjord gekomen. En door'het Oesterdal tus-
schen'E'lverum en Röros zijn zij reeds zeer ver
opgeschoten. Hooger dan Steinkjer wordt van
geen groote Duitsehe actie melding gemaakt. Met
de snelheid, waarop wij gisteran mochten wyzen,
zyn dus de steriynen OsloBergen, OsloAndals-
nes, OsloDrontheim en Oslo—Roeros vrjjwel ge
heel ln handen van de gemotoriseerde „stoot"-
krachten, die zich ln die w indroos van oostwest
en zuidnoord bewogen. In de tusschenliggende
sectoren moeten thans de Engelschen, Fransohen,
Tsjechen en Polen het bereikte ongedaan zien te
maken, hetgeen een zeer zware, zoo niet; een on
mogelijke taak is; op de höofdverbindingsiyn Oslo
LillehammerDombaas scheen het toe, dat de
geallieerden .usschen Otta en Kvam ue Duitsehe
verbindingen weer hadden verbroken en een breed
dwarsfront wisten te ontplooien, maar haalt het
nog wat uit? Zoo komt zuid-Noorwegen vol te
liggen met elkaar kruisende fronten die èn naar
voren èn naar achteren hebben te vechten, bet
geen de guerilla-verwarrir.g onnoemelijk verhóo
Het eenige roemruchtige, dat men onderdeh'and
van de Noren mocht vernemen, is, dat hun Alca
zar, het fort Hegre bij Drontheim, nog deeds
stand houdt, lucht- en landaanvallen affelaa; en
zelfs-, door middel van uitvallen, verbindingen tot
stand lieeft weten te brengen, waarlangs het zlta
van alles voorziet. Oorspronkelijk zat er naar
een adjudant-onderofficier-fortn achter; thans lig'
het vol met vrijwilligers.
Van Namsos heet het, dat het volledig in handen
is der ó-'allieerden. En van Narvik, dat de langza
me techniek der geallieerden allemoeilijkheden
overwint. Eerlang ls Noorwegen waarseh jhlijk
in tweeën; het breede stuk Duitsch cn het .'-malle
geallieerd Daarmee ls bet tusschenstadiu/.i rog
niet vq
opeten.
Volgens United Prees zonden Engalacha oor-
logaechrpm voortdurend het hastlort Agdenes
aan den Ingang van de Drontheimfjord bombar-
deersn. Ba Dnitacha atrydkraebtsn sondes door
bestaan alt drie torpedoboetjngers en een dnik-
boot.
A 11 e h a n d a meldt uit Gothenburg, dat bewp
ners van Lyaekil Dinsdag van drie uur 'a middags
tot tien uur 'a avonds heftig kanonvuur uit het
Skagërrak hebben gehoord. Ztj zagen bolt licht
schijnsels, mogelijk van schepen, dit in brand
waren geschoten. Het achtjnt, dat hot kanonvuur
de geruchten bevestigt, dat geallieerde schepen
ln het Skagerrak kruisen, om te pogen Duitache
schepen te vernietigen, walko om Skagen been
komen.
Qfficieel wordt medegedeeld, meldt Reuter, dat
twee Britsche duikbooten, de Tarpon (1090 toni
en de Steriet (670 ton), ver over tjjd zUn en ver
moedelijk verloren zijn gegaan.
De Britscfce treilera Bradman en Capo Sire-
toka hebben achade geleden door éen botn. Zij
zijn later gezonken. In geen der gevallen )teordt
melding gemaakt van verllea aan monlchtnle-
ven». -
In de persconferentie te Washington heeft Sum
ner Welles medegedeeld, dat da Amerikaaaache
regeering aan de Amerikaansche diplomaten ln
Scandinavië heeft verzocht, rapport uit ta bren
gen ton aanzien van da bewering van Hambrp,
den voorzitter van het Noorsche parlement, dat
een Duitsch transportschip, de Jan Wallem, by de
nadering van de haven van Narvik de Amerikaan
sche vlag had gevoerd. Hy weigerde ta zeggen,
welke maatregelen de referring zou nemen, in
dien het onderzoek de bewering van Hambro zou
bevestigen.
pp
niet voorbij, want het groole stuk zil het(smalle
LONDEN, 1 Mei (Part.). In officieele kringen
alhier heeft men geen bevestiging gekregen van
de berichten, volgens welke de Duitschers in
Noorwegen zich in het bezit hebben gesteld van
Storen en Dombaas. Maar men acht het mogeiyk,
dat deze plaatsen door Duitsehe troepen zyn ver
overd cn dat de tacttscti zeer gewichtige verbin
ding tusschén de Duitsehe strijdkrachten rondom
'Oslo en die in en om Drontheim aldus tot stand
is gekomen.
De militaire correspondenten ln de Engelschg
ochtendbladen ontveinzen zich niet den ernst van
dit wapenfeit en de groote moeilijkheden, die tn
den weg van de geallieerde campagne In Noorwe
gen zy n gelegd. Een officieele woordvoerder ves
tigde-er de aandacht op. dat de verlengde verbin
dingen van de Dultschers van Oslo uit niet gemak
kelijk gehandhaafd kunnen worden en bij wijze
De militaire correspondent van Renter schrijft:
Een kritiek stadium is bereikt in de geallieer
de worsteling in Noorwegen. De Doitschers heb
ben de eenige twee spoorlijnen, die uit Oslo nai-r
het noorden loopen in handen en zij hebben de
verbinding tot stand gebracht met b'in troepen
in Drontheim, dat de geallieerden wilden twice.
sen en tnpemen,
Wat zelis nog belangrijker is: het westelijk deel
van Noorwegen, waar de geallieerden aan land
zijn gegaan, is geïsoleerd door de Duitsehe linies,
die van het noorden naar het zuiden, van Oslo
naar Drontheim loopen en zjj worden bedreigd
door een oprukken in noordelijke richting langs
de westkust uit Bergen.
De hoop 'op een snel Isoleeren en vernietigen
der Duitsehe troepen te'Drontheim is voor het
oogenblik vervlogen en thans ziet de geallieerde
strijdmacht zuidelijk van die itad zich van twee
zijden aangevallen en met afsnijding bedreigd.
Het is thans noodig een linie te vestigen en te be
houden, die den vijand zal afhouden van de lange
smalle strook land tusschen de Zweedsche. grens
en de Noordzee. Achter die linie móeten de geal
lieerden een land- en luchtmacht opbouwen, die
hen binnen afzienbaren tyd in staat stelt het offen
sief te hernemen en den Noorscben grond van de
invallers te zuiveren.
Dultschland beeft een derde deel van zijn vloot
geofferd, omdat bet een bes listing noodig beeft
en zicb niet kan veroorlooTen af te wachten-
Sir Archibald Sinclair, de leider der liberale
oppositie in het Lagerhuis, heeft in Edinburgh
een redevoering uitgesproken, waarin hij aan.
drong op krachtige actie in zuid-Noorwegen.
Al modderen wy er door heen tot aan de
overwinning, zoo zefde hy, op den duur zulten
wij boeten voor de zwakheid van onze politieke
leiding door eer. langeren duur van den oorlog.
Veldslagen ln Noorwegen werden ln den oor-
logtnust verleren, de vloot heeft echter roem
verworven voor zichzelf en de luchtmacht heeft
treffende successen behaald tegen machtiger
Duitache strijdkrachten- Een evacuatie van zuid.
Noorwegen zou alleen te rechtvaardigen zyn,
wanneer de milltaiée leiders den toestand on
herstelbaar achten, Wanneer dat het geval mocht
zijn, zou het misdadig zijn er by de regeering
op aan te dringen w aardevol!» levens weg ta
gooien ln een hopeloos streven.
In het Lagerhuis is een aantal vragen gesteld,
welke betrekking hadden op den toestand ln
Noorwegen. Het conservatieve Hd, captain Plug!,
ge, vroeg den minister.president, of hij geen
verklaring af kon leggen over de Britsche maat.
regelen. Chamberlain antwbordde, dat volgens
Hjii méening het op het obgenblik niet in het
algemeén belang zou zyn een dergelijk* verkla
ring af te leggen..
en verdere troost van hen, die zeer vsrontrust
zijn over den gaallieerden tegenslag, aprak hjj de
veronder stelling uit. dat de Duliecha Oslo—Dront-
heimverbinding waarschynUJk tot atand is ge
bracht door kleine afdteüngen en dat het geens
zins zeker ls, Abt thans een geregelde stroom van
Duitsehe eenheden vrij langs deze verbinding
naar Drontheim trekt. Hat iykt arop, volgena de
zen woordvoerder, dat d* Dultschers zich zeer
hebben ingespannen, de verbinding tot stand te
brengen, zij het wellicht met zwakke zfdeelingen.
die misschien hstr verbindingslijn voor een
qogenblik hebben verloren. Niettemin erkende de
officieele woordvoerder, dat de toestand voor de
geallieerden gevaariyk, maar ook nog zeer duis-
'tr was.
In het gebied van Narvik was de positie van de
geallieerden belangrijk gunstiger en hij kon mee-
dealen, dat de geallieerden deze haven thans dicht
wared genaderd. Ook ln het strijdgebied ven
Namsos was sedzrt giateren de toestand niet ten
nadeele van de geallieerden veranderd.
Vitode voorste oen vier Engelsehe Hurricanes, tijn
ie drie volgende die mede aanvallen boven een
dek van wolken gefotografeerd, langs den staart.
4e Klaaae. Trekking va* 1 Mei.
Sa L(jst-
Boog* prijzen:
100.— 16594.
Prijzen vtn f 65,—.
112?
1289
1301
1340
1441
1823
18TS
1880
1912
1993
2274
2840
2894
3358
4029
4335
4530
5082
5463
5566
5397
6393
6704
6916
7035
7620
7778
7972
8123
8299
8351
8884
8970
9034
9137
96(2
9845
10363
10417
10480
10504
10921
10972
12173
12484
12822
12006
13214
13332
13801
13828
14176
14688
15236
13400 15414
13492
15532
15597
15684
16099
18112
17043
17428
17543
17573
17390
18263
18321
189T8
19059
19163
19413
19745
20691
20869
20889
21276
21303 21537
21600
21786
21868
21936
22069
22075
22260
22269
22797
22877
23117
23150
23239
23085
24105
24247
24302
24377
24581
Naar de K.N.A.C. meldt, zullen op Hemel
vaartsdag de kersen-, pruime- en pere-
boomen ln da Betuwe ln vollen bloei
staan. De appelboomen beginnen uit te
loopen, maar de bloesen zal nog wel wet
op zich laten wachten. Wie ven de bloeien
de bongerds wil gemeten, zal goed doen
niet te lang met eep bezoek te wachten,
aangezieij het blad al ls doorgekomen,
hetgeen den bloesemtooi niet ten goede
komt.
Benoemd tot commissaris van politie te Ren-
kum de heer J. H. de Groot, thans inspecteur van
politie te Breda.
Opgêfeven dodr v. d Graaf erf Co. ta Amittrdao*.
Uitgesproken: ?9 April: H. L. Wellens, winkelier ln
lederwaren, Amsterdam. Alb. Cuypstraat 142, cur. mr.
J. W. van Kuyk. Amsterdam.
Opgeheven uegerts gebrek aan actief: 29 April: A.
A. Boa», Amsterdam.
gisteren ome jarige Prinses toegejuicht ttjdens haar rijtoer door
en tegelijk keek men eens goed naar haar jongste dochter, prinses Irene,
die voor haar was gebeten.
door CHARLES BRUCE. Nadruk verboden.
Vervolg .J
Och, ik pacht het wel. Ik weet wel zeker, dat
de toean reeds lang tn zijn hart besloten heeft, dat
des» missy, dit Wenkt meisje, een echt* (evens-
geaélltng voor hem aou zDn. een goede en gsscnlk-
4er voor zijn kinderen. En dat ook de mis-
,ay. toean, indien u hater eenmaal tot vrouw zou
jjemen. weten zou. dat u de ware man bent, de
rechte man op d* rechte plaats, zooals de En-
gelsch ji» dat zeggen. Hat is de aauwlga vraag
van .aug en ras. Maar toean, wij inboorlingen,
Wij nienschen met de bruine huid, wij zijn ook
dwaas genoeg, om prat (e gaan op eigen ras, op
algon bloed, op algtn adel. Al bleef ik leven, toean
V w« mijn dood niat zoo nabij, toch zou igtnóoit
trouwen Ik ben bruin, toean, een Salong ander de
..Satongs, ma si* in mijn aderen stroomt het bloed
va» Pulangga. van Antak, het bloed van opper
hoofden, van krijgers, wier naam met eerbied en
vrees werd uitgesproken. Waar zou ik bem vinden
onder de jonge gglongs, mijn echtgenoot, den va-
„„dar mijner kinderen? Een atamhoofd, een fcrij-
"ger? Zoek alle dorpen af. Zult ge er één tegeh-'
komen? Geen enkele, geen enkele.
De groote dagen, waarin -de mannen met het
«waard In da handen hun rechten verdedigden,
zijn voorbij. Nu i» da machtige; het atamhoofd,
di at Vin rkmnW«>«iA Ms is*
ze streken, zijn kruiperijen wellicht, de meeste
stukken vee, buffels en wijnkruiken kan toonen.
die wij, bruine menschen voor hem byeenzame-
len. Dat is het opperhoofd van den tegenwoordl-
gen tijd. By hem vindt men geen rieten mand vol
glimmende schedels; bij .hem ziet men de pa
rang niet meer versierd met in den strijd ver
over de scalpen, die hy mèf wieede zekerheid van
zijn vijanden heeft afgetrokken.
Zou ik onder deze sjacheraars, ik, Slmuk, de
laatste telg van een opperhoofdenstam, een man
kunnen vinden, die mij zonen geeft met den roem,
den durf hunner voorouders? Waar'vind ik den
man, die vader zal worden over nieuwe stam
hoofden? Men zegt in de dorpen, dat ik mooi ben,
een schoonheid in mijn soort en groot zijn de
schatten, die mijn vader mij heeft nagelaten. Ve.
len hebben reeds gedongen naar mijn hand, maar
lk bleef als steen voor hunne woorden. Ze konden
mij niet voldoen, zij misten den opslzg tn de
oogen, de kracht in de kin, de doortastendheid ln
de samengeperste lippen voor een man, die Sl
muk kan behagen.
Ik ben maar egn vrouw, toean, lk sta eigenlijk
dwaze-praat te verkoopen. Ik wil er niet aan den
ken, dat de tijden veranderd zijn, dat ls mijn
zwakheid. De oude wetten, die bekrachtigd wer
den door dengene, die het behendigst met zijn
kris wlzt te zwaaien, zijn voorbij. Daarvoor ls de
leer van den blanke gekomen. Maar in mijn bloed
stroomt de oude wereld nog. Daar ben Ik mé te
zeer ven bewust Slmuk was sen kind van Pu
langga «n nooit zal Slmuk haar knie buigen voor
de leer van den blankë.
Haar stem wa» gestegen tot een hoog, hart»
tochtelijk geluld. Hier klampte »!ch iemand vast
aan een wereld, die zij voelde wegzjnkeh. en lui
der ep luider zong ge den iof v8n wat niet meer
tot de werkelijkheid behoopde. Totdat zé in snik
ken haar onmacht beleed. Toen keek ze Weer even
naar Desmond op eti ging verder:
Weet ge nog, toesn, dat u nog geen maand
geleden mét den kleinen toean in het huid van
aalia vader httu
i m V f §«N|fW
Desmond knikte' bevestigend. A
Ook toen was lk een vrouw, toean.Ik ben
mooi, dat weet lk. stads het heldere water mij
iiefkoozend mijn spiegelbeeld toonde. Ik-ben mooi
én lk neet, dat er bewondering glom in de oogeo
van den toean. De toean was beel vriéndelijk
voor mij, sprak me ln mijn eigen Salongsch toe,
glimlachte en wag erg gewillig tegenover de ar
me Simuk. Dwaas dja ik was. ik dacbt, dat mis
schien... O. toean, hoe zal lk het uitdrukken? Wel
•licht is het beter, indien het onuitgesproken blijft.
Nee; ik ben nu toch al te ver gegaan, lk moet nu
doorzetten... dat de liefde van den toean naar
mij zou uitgaan, dat de toean misschien mijn ka
meraad zou worden, mijn man; dat Ik in den
toean den waren vader van mijn kinderen ztar
mogen begroeten. Wij samen, toean, wy zouden
opperhoofden en krijgers hebben gekweekt.
Wees niet boos op me, toean. Heb eerder mede-
liden met de dwaasheid van een arip meisje,
dat haar gedachten oen vrijen loop Uet. Ik bemin
de den toean, lk bemin u nog. Ik dacht, dat mijn
liefde eenmaal beantwoord zou worden, maar he
laas. Ik weet nu stellig, dat dit nooit het geval
zal zijn. Dwaas! dwaas! dwaas! Ik heb me arge
loos tot die conclusie laten voeren, toean. Ik be
doelde er niets slechts mee. Myn Jungle-Instinct
heeft me tot rede gebracht en de groote wet der
natuur geleerd. J
In mijn kinderlijke dwaasheid gaf lk me reeds
aan allerlei toekomstdroomen over, toean. Toen
kwam de toean mijn vader roepen, ham smeek en
hem te willen' helpen om de toissy te verlossen.
Toen wa» ik een vrouw, want toen wist lfe alles.
Ik wist, dat mijn droomtn. droomen zouden Wij
ven. Ik begreep dat bruin sn blank piet samen
moeten teven. Ik wist, dat dettoean de mlssy be
minde, dat zij zijn kameraad zou worden en niet
lk. Van -dat -eene oogenblik af, toean, begreep ik,
dat er voor mjj geen kameraad gevonden sou
worden.
Ik heb verder niets meer te zeggen, toean. Ik
heb den toean alles meegedeeld en mijn hart ls
Klit (jas bM liak hmft uitflAUMkiAft. D* IfeAAUkteR
fln «Tl VWI iün 1« MnjVP
zouden me misachten een schaamtelooze of zwak
ke vrouw noemen, mzv Indien lk over énkele
dagen gestorven zal zijn, wil ik, dat de toean met
eerbied, liefde en achting zal terugdenken aan het
arme Junglo-ktad. dst met bitterheid de herde
wet van het leven had ervaren. 4
zy nam de kria op en stond nu vJak voor hem.
Haar oogen glinsterden in het grijze licht en wa
ren nat van tranen. Er lag een uitdrukking vai)
tegemoetkoming, van begrijpen in het mooie ova:
le, olijfkleurige gezicht. Het was de zachte, be
wonderend* blik van sen hond voor zijn msester,
Desmond stond stomgsstsgen. Hy htd al zijn
aamlacht noodig gehad om de ztrekklng van hasr
jKpdPden te volgen. Een oogenblik vroeg hij zich
vsrbatzd tf. wat ze met dit *"e» voor had. Ver
moeienis, slapeloosheid, angst hadden hem een
koortsig gevoel bezorgd. Plotseling schoot hst
door zijn hoofd: Groote gonads, dat is d# strata
vrouw, di» mij om hst Jswoord komt vragen I at»
naar allar stervelingen vertrouwd# gewoonte
stond hij op het punt gadwaa te antwoorden: Het
komt too onverwacht, Hat waa alle» soo vanaalf
en toch soo onverwacht gekomen, da tegenstel
ling ln baldsr toestand wat. add sterk, dat hij al
sljn denkvermogen moaat concentreertn op het
verwerken van dit kritieke oogenblik.
Het was geen tijd om grapjes te maken, dat
aag hij spoedig genoeg In. (lmuk had echt vol
gens hasr hart gesproken, slj had heel hasr ztal
vpor ham blootgelegd, tij had hem haar riddar,
haar krijgsmakker genoemd »n avan -ridderlijk
meeat dus ook atjn antwoord sljn.
Itmuk, vroeg hij, wist Pulangga hiervan?
wist WJ, dat jij ma Uattad?
Ik htb ham wal g«sproken over mlja wan-
achen, toean, maar ik voegde er bU die gelegen
heid onmiddellijk aan toe. dat mijn vrouwelijke
intuïtie me reeds gezegd had, dat uw liefde voor
lomand anders was bestemd. Ja, hij waa van al
les op de hoogte, toean,
En dat wetend», 1» hij gestorven?
bra«h|?
En jij, Simuk? jy wist dus ook, dat mijn lief
de naar Iemand andsla- uitging en toch heb je de
missy aan den dood ontrukt en bij mij terugge-
óean, lk wist, dst uw liefde niet voor mij
w-as bestemd. Indien de misey in Tlang's huis
waj gestorven, ln ditzelfde huls. det nu het groo
te geheim van Simuk's korte leven heeft vernomen,
zou dan de smart van den toean om dit verlies
veranderen in liefde voor Simuk. die hem in
zijn verwachtingen had teleurgesteld en de naas
te oorzaak van zijn verdnrt waa geworden?
Neen, toean, dat is de ware «weg niet voor groote
liefde. Myn hoop was gestorven. Maar toen die
verzwond, ontweekte in mij tegelijkertijd de
kennis, dat mijn dood spoedig zou komen. Daar
zou niet* aan te veranderen zijn. Zelfs al mocht
hst me totussehen gelukken de liefde vtn den
toean te winnen, mijn stervensuur aou ar geen
dag door worden verschoven.
'Zy hield even op «n richtte smeekend de vol
gende vraag tet ham:
Ik heb slechte één gunst te vragen, toean,
ëtn bade.
Desmond knikte.
Pulangga, mij" veder, waa uw broader In
het bloed. Nu sta lk in zijn plaats. Wil da toean
mij als zijn zuster beschouwen en toespreken?
Zyn zuster, aan wie hij door sen dtsrén eed ge
zworen heeft trouw t» blijven tot la dsn dood?
Ban lk dia eer waardig, toean?
Met moeite wist Desmond «lju ontroering t»
varhargtn.
Zuster, sprak h(J, het la san ts kleins weder
dienst voor alles wst gij, ons gagavan hebt. jy
habt aoovsal voor »U gedzran a» jk baalt macht
noch vermogen om ja naar waart» t* bsloeneo.
Da schuld, dis Ht bij jou heb, «jatsr, ia mat geen
aardschen prijs te vergelden
De prijs 1* betaald, toean-broeder. KJjk
eens, bet wordt dag. Ik moet dus gaan.
ZIJ hulde zich dichter ln haar donkere sarong
en keerde zich van hem af. Desmond bleef
haar nakijken. De hartstochtelijk» bekentenl*
*--*-* S|MtanM TWi 4|||> Unja