De Engelschen zien hun tegenslag en winden ei* geen doekjes om. Staatscourant, STRATEGISCHE SNELHEID POLITIEKE SPANNING. Bommen op fort Agdenes. LONDEN ZOEKT EEN LICHTPUNT. 483e STAATSLOTERIJ. FEUILLETON HURRICANES BOVEN DE WOLKEN EERSTE BLAD PAGINA 2 GOUDSCHE .COURANT WOENSDAG T MEI 1940 PERISCOOP DE STRIJD TER ZEE Kanonvuur in het Skagerrak. Twee Brittche duiktooten verloren De Jan Wellem. Chamberlain zwijgt De bloeiende boomgaarden. Faillissementen. PRINSES JULIANA EN HAAR JONGSTE DOCHTER. SM ««tad* Mart kite Duitenden hebben Den Daag en tegeli De slgemfene toestand spitst zlchf weer even toe. «mciat de oorlogsgebeurtenissen rich „op den top ■van een golf' bevinden. Dat toespitsen hangt samen met Duitsch» suceessen. Toen de Duit- scher» plotseling Mjërlei strategische punten aan de Noorscb» kust beletten, Werd rijn as-genoot onrustig; deie liet duidelijk doorschemeren, dat ltalid slechts z'n tijd afwachtte, om zich ook in £bn strijd "te kunnen storten ten bate van lijn e gen belangen. Na eenlge, reeds meermalen ge riemde. kaimeerende reactie uit Parijs en Londen Vitrnam. men een tijdje lang niets verontrustends meer uit Rome, maar nu de Duitscherj een nieuw strategisch succes hebben kunnen boeken, o.m. mat het leggan van een gemotoriseerd contact tus- schen Drontheim en Oslo, worden er Ineens ge- lulden uit Rome verneembaar, die wederom ge- tu.gen van een nauw bedwongen neiging van de Pallanen, om ook made te doen op het slagveld. Telkens zUn d* Romeinscht verschijnselen anders, ipezen keer lagen lij gemeerd aan de weigering van Ciano om ifader met ambassadeur Poneet (Kr.) te ovgsidggen over de Romeinsche verlan gens In /Ut Middellandsche Zee („het moment gras niet'gelukkig gekozen"), het onder de wa penen rogpen van lichtingen, de benoeming van *!flarl tdt ambassadeur te Berlijn en de vox po- grali té' Belgrado, welke zich steeds w eer verzoent niet de gedachte dat Joego Siadtë zijn neutraliteit 'niet veel langer zal kunnen handhaven. Uit voor zichtigheid gaat Engeland om/de Kaap varen pit ls let» ernstigs! In het als mlnakens sempofficleel te beschou wen »s-en-driehoeksblad I BerlinRom—Tokio, w-aartn eerst een artikel voorkwam om voor zijn lezers te bewyzen, dat Engeland den ondergang 'hahy is en dat „het sterke Italië in het zuidoosten gereed, 'staat uiting te geven aan zyn natuurlijke vijaftïschlp met Engeland", heeft Mussolini's Spreekbuis, Gsyd». daarna ean uitvoerig artikel gawya aan de kracht van bat nieuwe Italië, -(jjayda schildert de Italiaansche vloot af als bui- jengewoon gevaarlijk door haar defensieve en Offensieve kracht en met haar buitengewoqn frooten actie-radius; de luchtvloot beschikt over files wat z(j noodig heeft, men kan het zoo won- «jeriyk niet bedenken; en een gemotoriseerder en gepantserde» leger bestaat er, volgens Gayda, niet. ï>e hekken Glb'lterr» (Gibraltar), Dardanelli en Suez lullen worden opengebroken Nu schrijft de New York Herald aan (Je hand van een zynèr beste kenners van Italië, dat men tot op het laatst deze ultla ngen iret een korrel tje zout moet nemen. Inderdaad ls de benoeming van Dlno Alflerl een ernstig*teeken, maar, vraagt het blad, lijn er fundamenteele teekenen, dat Mus- «ollni het risico van een oorlog op rich durft te «emen? Het heeft oen millioen man onder de wa penen, maar niet voldoende reserves voor wape nen en wapenjabrieage, het heeft beperkte voor raden katoen, het haeft gebrek aap metalen, het Jteefl slechts voor één jaar graan; de steenkool- yoorziehlng is, door den oorlog, in de war, de fi nanciën zullen dit Jaar een tekort opleveren van ISO a 250 milliard lire. er komt steeds meer papie ren geld ln omloop, de kosten van het levensonder houd zyn nu reeds met 20% gestegen, de loonen met lb%, en sedert 1937 zijn er reeds drie keer heffingen geweest op jet kapitaal; daarbij zijn de belastingen ondraaglijk hoog; Abessynië houdt een groot leger vast en Alba- 'S niet minder. Zoo gaat de opsomming van „da dingen die Mussolini beter beseft dan wie ook", verder, om te eindigen ln efn beschouwing, dat de Italiaansche industrie gebieden in bet noorden ongunstig, wyi zeer toe- i4)u4% Noarecht oorlogsbodems uit het jaar 1887, ilt Harold Haarfager en di Tordenskjild, die *17 Kilometer per uur kunnen loopen, doen thans Duit- schen dlenet in de Oslo-fjord. gankeiyk liggen en te eindigen ln de positieve er kenning dat, de dulkbootvloot van den Duce groot en machtig 'ls. De schuldigste uitleg van dit ailea is, dat Mussolini vroeg of laat mee ten oorlog trekt zoodra ht) denkt de meeste voordeden te kunnen behalen met het laten varen van zyn houding van non-beiligfcrentie, en de onschuldigste ia, dat hij, .gebruik makende van Duitache succeeperioden, een hoogèn dipiomatieken druk wil uitoefenen „opdat men hem en zijn verlanglijst niet vergete, nd niet, en bij den toekomstigen vrede niet". Daartusschenin schuilen tientallen andere uitleg gingenMaar de Engelschen gaan voorvast maar om de Kaap .varen. Toch maken zulke uitlatingen als van het non- belligerente Italië, dat nabuurlanden zich ernstig afvragen hoe lang zij zelf nog zullen kunnen vol harden by hun absolute of welwillende neutrali teit; vooral Joego Slavië is daar druk mee bezig; nergens bestudeert men de kaart van Europa zoo ijverig als daar. Men ziet er, dat de lijn OsloLillehammer, een frónt doorbrekend, door hét Gudbrandsdal over □ombaat en Storen naar Drontheim op dit laat ste gedeelte een tweede front doorbrekend ln Duitsehe handen ls. Door het Hallingdil zijn de Dultschers tot b|j Vosa en Gudvangen aan de Sognefjord gekomen. En door'het Oesterdal tus- schen'E'lverum en Röros zijn zij reeds zeer ver opgeschoten. Hooger dan Steinkjer wordt van geen groote Duitsehe actie melding gemaakt. Met de snelheid, waarop wij gisteran mochten wyzen, zyn dus de steriynen OsloBergen, OsloAndals- nes, OsloDrontheim en Oslo—Roeros vrjjwel ge heel ln handen van de gemotoriseerde „stoot"- krachten, die zich ln die w indroos van oostwest en zuidnoord bewogen. In de tusschenliggende sectoren moeten thans de Engelschen, Fransohen, Tsjechen en Polen het bereikte ongedaan zien te maken, hetgeen een zeer zware, zoo niet; een on mogelijke taak is; op de höofdverbindingsiyn Oslo LillehammerDombaas scheen het toe, dat de geallieerden .usschen Otta en Kvam ue Duitsehe verbindingen weer hadden verbroken en een breed dwarsfront wisten te ontplooien, maar haalt het nog wat uit? Zoo komt zuid-Noorwegen vol te liggen met elkaar kruisende fronten die èn naar voren èn naar achteren hebben te vechten, bet geen de guerilla-verwarrir.g onnoemelijk verhóo Het eenige roemruchtige, dat men onderdeh'and van de Noren mocht vernemen, is, dat hun Alca zar, het fort Hegre bij Drontheim, nog deeds stand houdt, lucht- en landaanvallen affelaa; en zelfs-, door middel van uitvallen, verbindingen tot stand lieeft weten te brengen, waarlangs het zlta van alles voorziet. Oorspronkelijk zat er naar een adjudant-onderofficier-fortn achter; thans lig' het vol met vrijwilligers. Van Namsos heet het, dat het volledig in handen is der ó-'allieerden. En van Narvik, dat de langza me techniek der geallieerden allemoeilijkheden overwint. Eerlang ls Noorwegen waarseh jhlijk in tweeën; het breede stuk Duitsch cn het .'-malle geallieerd Daarmee ls bet tusschenstadiu/.i rog niet vq opeten. Volgens United Prees zonden Engalacha oor- logaechrpm voortdurend het hastlort Agdenes aan den Ingang van de Drontheimfjord bombar- deersn. Ba Dnitacha atrydkraebtsn sondes door bestaan alt drie torpedoboetjngers en een dnik- boot. A 11 e h a n d a meldt uit Gothenburg, dat bewp ners van Lyaekil Dinsdag van drie uur 'a middags tot tien uur 'a avonds heftig kanonvuur uit het Skagërrak hebben gehoord. Ztj zagen bolt licht schijnsels, mogelijk van schepen, dit in brand waren geschoten. Het achtjnt, dat hot kanonvuur de geruchten bevestigt, dat geallieerde schepen ln het Skagerrak kruisen, om te pogen Duitache schepen te vernietigen, walko om Skagen been komen. Qfficieel wordt medegedeeld, meldt Reuter, dat twee Britsche duikbooten, de Tarpon (1090 toni en de Steriet (670 ton), ver over tjjd zUn en ver moedelijk verloren zijn gegaan. De Britscfce treilera Bradman en Capo Sire- toka hebben achade geleden door éen botn. Zij zijn later gezonken. In geen der gevallen )teordt melding gemaakt van verllea aan monlchtnle- ven». - In de persconferentie te Washington heeft Sum ner Welles medegedeeld, dat da Amerikaaaache regeering aan de Amerikaansche diplomaten ln Scandinavië heeft verzocht, rapport uit ta bren gen ton aanzien van da bewering van Hambrp, den voorzitter van het Noorsche parlement, dat een Duitsch transportschip, de Jan Wallem, by de nadering van de haven van Narvik de Amerikaan sche vlag had gevoerd. Hy weigerde ta zeggen, welke maatregelen de referring zou nemen, in dien het onderzoek de bewering van Hambro zou bevestigen. pp niet voorbij, want het groole stuk zil het(smalle LONDEN, 1 Mei (Part.). In officieele kringen alhier heeft men geen bevestiging gekregen van de berichten, volgens welke de Duitschers in Noorwegen zich in het bezit hebben gesteld van Storen en Dombaas. Maar men acht het mogeiyk, dat deze plaatsen door Duitsehe troepen zyn ver overd cn dat de tacttscti zeer gewichtige verbin ding tusschén de Duitsehe strijdkrachten rondom 'Oslo en die in en om Drontheim aldus tot stand is gekomen. De militaire correspondenten ln de Engelschg ochtendbladen ontveinzen zich niet den ernst van dit wapenfeit en de groote moeilijkheden, die tn den weg van de geallieerde campagne In Noorwe gen zy n gelegd. Een officieele woordvoerder ves tigde-er de aandacht op. dat de verlengde verbin dingen van de Dultschers van Oslo uit niet gemak kelijk gehandhaafd kunnen worden en bij wijze De militaire correspondent van Renter schrijft: Een kritiek stadium is bereikt in de geallieer de worsteling in Noorwegen. De Doitschers heb ben de eenige twee spoorlijnen, die uit Oslo nai-r het noorden loopen in handen en zij hebben de verbinding tot stand gebracht met b'in troepen in Drontheim, dat de geallieerden wilden twice. sen en tnpemen, Wat zelis nog belangrijker is: het westelijk deel van Noorwegen, waar de geallieerden aan land zijn gegaan, is geïsoleerd door de Duitsehe linies, die van het noorden naar het zuiden, van Oslo naar Drontheim loopen en zjj worden bedreigd door een oprukken in noordelijke richting langs de westkust uit Bergen. De hoop 'op een snel Isoleeren en vernietigen der Duitsehe troepen te'Drontheim is voor het oogenblik vervlogen en thans ziet de geallieerde strijdmacht zuidelijk van die itad zich van twee zijden aangevallen en met afsnijding bedreigd. Het is thans noodig een linie te vestigen en te be houden, die den vijand zal afhouden van de lange smalle strook land tusschen de Zweedsche. grens en de Noordzee. Achter die linie móeten de geal lieerden een land- en luchtmacht opbouwen, die hen binnen afzienbaren tyd in staat stelt het offen sief te hernemen en den Noorscben grond van de invallers te zuiveren. Dultschland beeft een derde deel van zijn vloot geofferd, omdat bet een bes listing noodig beeft en zicb niet kan veroorlooTen af te wachten- Sir Archibald Sinclair, de leider der liberale oppositie in het Lagerhuis, heeft in Edinburgh een redevoering uitgesproken, waarin hij aan. drong op krachtige actie in zuid-Noorwegen. Al modderen wy er door heen tot aan de overwinning, zoo zefde hy, op den duur zulten wij boeten voor de zwakheid van onze politieke leiding door eer. langeren duur van den oorlog. Veldslagen ln Noorwegen werden ln den oor- logtnust verleren, de vloot heeft echter roem verworven voor zichzelf en de luchtmacht heeft treffende successen behaald tegen machtiger Duitache strijdkrachten- Een evacuatie van zuid. Noorwegen zou alleen te rechtvaardigen zyn, wanneer de milltaiée leiders den toestand on herstelbaar achten, Wanneer dat het geval mocht zijn, zou het misdadig zijn er by de regeering op aan te dringen w aardevol!» levens weg ta gooien ln een hopeloos streven. In het Lagerhuis is een aantal vragen gesteld, welke betrekking hadden op den toestand ln Noorwegen. Het conservatieve Hd, captain Plug!, ge, vroeg den minister.president, of hij geen verklaring af kon leggen over de Britsche maat. regelen. Chamberlain antwbordde, dat volgens Hjii méening het op het obgenblik niet in het algemeén belang zou zyn een dergelijk* verkla ring af te leggen.. en verdere troost van hen, die zeer vsrontrust zijn over den gaallieerden tegenslag, aprak hjj de veronder stelling uit. dat de Duliecha Oslo—Dront- heimverbinding waarschynUJk tot atand is ge bracht door kleine afdteüngen en dat het geens zins zeker ls, Abt thans een geregelde stroom van Duitsehe eenheden vrij langs deze verbinding naar Drontheim trekt. Hat iykt arop, volgena de zen woordvoerder, dat d* Dultschers zich zeer hebben ingespannen, de verbinding tot stand te brengen, zij het wellicht met zwakke zfdeelingen. die misschien hstr verbindingslijn voor een qogenblik hebben verloren. Niettemin erkende de officieele woordvoerder, dat de toestand voor de geallieerden gevaariyk, maar ook nog zeer duis- 'tr was. In het gebied van Narvik was de positie van de geallieerden belangrijk gunstiger en hij kon mee- dealen, dat de geallieerden deze haven thans dicht wared genaderd. Ook ln het strijdgebied ven Namsos was sedzrt giateren de toestand niet ten nadeele van de geallieerden veranderd. Vitode voorste oen vier Engelsehe Hurricanes, tijn ie drie volgende die mede aanvallen boven een dek van wolken gefotografeerd, langs den staart. 4e Klaaae. Trekking va* 1 Mei. Sa L(jst- Boog* prijzen: 100.— 16594. Prijzen vtn f 65,—. 112? 1289 1301 1340 1441 1823 18TS 1880 1912 1993 2274 2840 2894 3358 4029 4335 4530 5082 5463 5566 5397 6393 6704 6916 7035 7620 7778 7972 8123 8299 8351 8884 8970 9034 9137 96(2 9845 10363 10417 10480 10504 10921 10972 12173 12484 12822 12006 13214 13332 13801 13828 14176 14688 15236 13400 15414 13492 15532 15597 15684 16099 18112 17043 17428 17543 17573 17390 18263 18321 189T8 19059 19163 19413 19745 20691 20869 20889 21276 21303 21537 21600 21786 21868 21936 22069 22075 22260 22269 22797 22877 23117 23150 23239 23085 24105 24247 24302 24377 24581 Naar de K.N.A.C. meldt, zullen op Hemel vaartsdag de kersen-, pruime- en pere- boomen ln da Betuwe ln vollen bloei staan. De appelboomen beginnen uit te loopen, maar de bloesen zal nog wel wet op zich laten wachten. Wie ven de bloeien de bongerds wil gemeten, zal goed doen niet te lang met eep bezoek te wachten, aangezieij het blad al ls doorgekomen, hetgeen den bloesemtooi niet ten goede komt. Benoemd tot commissaris van politie te Ren- kum de heer J. H. de Groot, thans inspecteur van politie te Breda. Opgêfeven dodr v. d Graaf erf Co. ta Amittrdao*. Uitgesproken: ?9 April: H. L. Wellens, winkelier ln lederwaren, Amsterdam. Alb. Cuypstraat 142, cur. mr. J. W. van Kuyk. Amsterdam. Opgeheven uegerts gebrek aan actief: 29 April: A. A. Boa», Amsterdam. gisteren ome jarige Prinses toegejuicht ttjdens haar rijtoer door en tegelijk keek men eens goed naar haar jongste dochter, prinses Irene, die voor haar was gebeten. door CHARLES BRUCE. Nadruk verboden. Vervolg .J Och, ik pacht het wel. Ik weet wel zeker, dat de toean reeds lang tn zijn hart besloten heeft, dat des» missy, dit Wenkt meisje, een echt* (evens- geaélltng voor hem aou zDn. een goede en gsscnlk- 4er voor zijn kinderen. En dat ook de mis- ,ay. toean, indien u hater eenmaal tot vrouw zou jjemen. weten zou. dat u de ware man bent, de rechte man op d* rechte plaats, zooals de En- gelsch ji» dat zeggen. Hat is de aauwlga vraag van .aug en ras. Maar toean, wij inboorlingen, Wij nienschen met de bruine huid, wij zijn ook dwaas genoeg, om prat (e gaan op eigen ras, op algon bloed, op algtn adel. Al bleef ik leven, toean V w« mijn dood niat zoo nabij, toch zou igtnóoit trouwen Ik ben bruin, toean, een Salong ander de ..Satongs, ma si* in mijn aderen stroomt het bloed va» Pulangga. van Antak, het bloed van opper hoofden, van krijgers, wier naam met eerbied en vrees werd uitgesproken. Waar zou ik bem vinden onder de jonge gglongs, mijn echtgenoot, den va- „„dar mijner kinderen? Een atamhoofd, een fcrij- "ger? Zoek alle dorpen af. Zult ge er één tegeh-' komen? Geen enkele, geen enkele. De groote dagen, waarin -de mannen met het «waard In da handen hun rechten verdedigden, zijn voorbij. Nu i» da machtige; het atamhoofd, di at Vin rkmnW«>«iA Ms is* ze streken, zijn kruiperijen wellicht, de meeste stukken vee, buffels en wijnkruiken kan toonen. die wij, bruine menschen voor hem byeenzame- len. Dat is het opperhoofd van den tegenwoordl- gen tijd. By hem vindt men geen rieten mand vol glimmende schedels; bij .hem ziet men de pa rang niet meer versierd met in den strijd ver over de scalpen, die hy mèf wieede zekerheid van zijn vijanden heeft afgetrokken. Zou ik onder deze sjacheraars, ik, Slmuk, de laatste telg van een opperhoofdenstam, een man kunnen vinden, die mij zonen geeft met den roem, den durf hunner voorouders? Waar'vind ik den man, die vader zal worden over nieuwe stam hoofden? Men zegt in de dorpen, dat ik mooi ben, een schoonheid in mijn soort en groot zijn de schatten, die mijn vader mij heeft nagelaten. Ve. len hebben reeds gedongen naar mijn hand, maar lk bleef als steen voor hunne woorden. Ze konden mij niet voldoen, zij misten den opslzg tn de oogen, de kracht in de kin, de doortastendheid ln de samengeperste lippen voor een man, die Sl muk kan behagen. Ik ben maar egn vrouw, toean, lk sta eigenlijk dwaze-praat te verkoopen. Ik wil er niet aan den ken, dat de tijden veranderd zijn, dat ls mijn zwakheid. De oude wetten, die bekrachtigd wer den door dengene, die het behendigst met zijn kris wlzt te zwaaien, zijn voorbij. Daarvoor ls de leer van den blanke gekomen. Maar in mijn bloed stroomt de oude wereld nog. Daar ben Ik mé te zeer ven bewust Slmuk was sen kind van Pu langga «n nooit zal Slmuk haar knie buigen voor de leer van den blankë. Haar stem wa» gestegen tot een hoog, hart» tochtelijk geluld. Hier klampte »!ch iemand vast aan een wereld, die zij voelde wegzjnkeh. en lui der ep luider zong ge den iof v8n wat niet meer tot de werkelijkheid behoopde. Totdat zé in snik ken haar onmacht beleed. Toen keek ze Weer even naar Desmond op eti ging verder: Weet ge nog, toesn, dat u nog geen maand geleden mét den kleinen toean in het huid van aalia vader httu i m V f §«N|fW Desmond knikte' bevestigend. A Ook toen was lk een vrouw, toean.Ik ben mooi, dat weet lk. stads het heldere water mij iiefkoozend mijn spiegelbeeld toonde. Ik-ben mooi én lk neet, dat er bewondering glom in de oogeo van den toean. De toean was beel vriéndelijk voor mij, sprak me ln mijn eigen Salongsch toe, glimlachte en wag erg gewillig tegenover de ar me Simuk. Dwaas dja ik was. ik dacbt, dat mis schien... O. toean, hoe zal lk het uitdrukken? Wel •licht is het beter, indien het onuitgesproken blijft. Nee; ik ben nu toch al te ver gegaan, lk moet nu doorzetten... dat de liefde van den toean naar mij zou uitgaan, dat de toean misschien mijn ka meraad zou worden, mijn man; dat Ik in den toean den waren vader van mijn kinderen ztar mogen begroeten. Wij samen, toean, wy zouden opperhoofden en krijgers hebben gekweekt. Wees niet boos op me, toean. Heb eerder mede- liden met de dwaasheid van een arip meisje, dat haar gedachten oen vrijen loop Uet. Ik bemin de den toean, lk bemin u nog. Ik dacht, dat mijn liefde eenmaal beantwoord zou worden, maar he laas. Ik weet nu stellig, dat dit nooit het geval zal zijn. Dwaas! dwaas! dwaas! Ik heb me arge loos tot die conclusie laten voeren, toean. Ik be doelde er niets slechts mee. Myn Jungle-Instinct heeft me tot rede gebracht en de groote wet der natuur geleerd. J In mijn kinderlijke dwaasheid gaf lk me reeds aan allerlei toekomstdroomen over, toean. Toen kwam de toean mijn vader roepen, ham smeek en hem te willen' helpen om de toissy te verlossen. Toen wa» ik een vrouw, want toen wist lfe alles. Ik wist, dat mijn droomtn. droomen zouden Wij ven. Ik begreep dat bruin sn blank piet samen moeten teven. Ik wist, dat dettoean de mlssy be minde, dat zij zijn kameraad zou worden en niet lk. Van -dat -eene oogenblik af, toean, begreep ik, dat er voor mjj geen kameraad gevonden sou worden. Ik heb verder niets meer te zeggen, toean. Ik heb den toean alles meegedeeld en mijn hart ls Klit (jas bM liak hmft uitflAUMkiAft. D* IfeAAUkteR fln «Tl VWI iün 1« MnjVP zouden me misachten een schaamtelooze of zwak ke vrouw noemen, mzv Indien lk over énkele dagen gestorven zal zijn, wil ik, dat de toean met eerbied, liefde en achting zal terugdenken aan het arme Junglo-ktad. dst met bitterheid de herde wet van het leven had ervaren. 4 zy nam de kria op en stond nu vJak voor hem. Haar oogen glinsterden in het grijze licht en wa ren nat van tranen. Er lag een uitdrukking vai) tegemoetkoming, van begrijpen in het mooie ova: le, olijfkleurige gezicht. Het was de zachte, be wonderend* blik van sen hond voor zijn msester, Desmond stond stomgsstsgen. Hy htd al zijn aamlacht noodig gehad om de ztrekklng van hasr jKpdPden te volgen. Een oogenblik vroeg hij zich vsrbatzd tf. wat ze met dit *"e» voor had. Ver moeienis, slapeloosheid, angst hadden hem een koortsig gevoel bezorgd. Plotseling schoot hst door zijn hoofd: Groote gonads, dat is d# strata vrouw, di» mij om hst Jswoord komt vragen I at» naar allar stervelingen vertrouwd# gewoonte stond hij op het punt gadwaa te antwoorden: Het komt too onverwacht, Hat waa alle» soo vanaalf en toch soo onverwacht gekomen, da tegenstel ling ln baldsr toestand wat. add sterk, dat hij al sljn denkvermogen moaat concentreertn op het verwerken van dit kritieke oogenblik. Het was geen tijd om grapjes te maken, dat aag hij spoedig genoeg In. (lmuk had echt vol gens hasr hart gesproken, slj had heel hasr ztal vpor ham blootgelegd, tij had hem haar riddar, haar krijgsmakker genoemd »n avan -ridderlijk meeat dus ook atjn antwoord sljn. Itmuk, vroeg hij, wist Pulangga hiervan? wist WJ, dat jij ma Uattad? Ik htb ham wal g«sproken over mlja wan- achen, toean, maar ik voegde er bU die gelegen heid onmiddellijk aan toe. dat mijn vrouwelijke intuïtie me reeds gezegd had, dat uw liefde voor lomand anders was bestemd. Ja, hij waa van al les op de hoogte, toean, En dat wetend», 1» hij gestorven? bra«h|? En jij, Simuk? jy wist dus ook, dat mijn lief de naar Iemand andsla- uitging en toch heb je de missy aan den dood ontrukt en bij mij terugge- óean, lk wist, dst uw liefde niet voor mij w-as bestemd. Indien de misey in Tlang's huis waj gestorven, ln ditzelfde huls. det nu het groo te geheim van Simuk's korte leven heeft vernomen, zou dan de smart van den toean om dit verlies veranderen in liefde voor Simuk. die hem in zijn verwachtingen had teleurgesteld en de naas te oorzaak van zijn verdnrt waa geworden? Neen, toean, dat is de ware «weg niet voor groote liefde. Myn hoop was gestorven. Maar toen die verzwond, ontweekte in mij tegelijkertijd de kennis, dat mijn dood spoedig zou komen. Daar zou niet* aan te veranderen zijn. Zelfs al mocht hst me totussehen gelukken de liefde vtn den toean te winnen, mijn stervensuur aou ar geen dag door worden verschoven. 'Zy hield even op «n richtte smeekend de vol gende vraag tet ham: Ik heb slechte één gunst te vragen, toean, ëtn bade. Desmond knikte. Pulangga, mij" veder, waa uw broader In het bloed. Nu sta lk in zijn plaats. Wil da toean mij als zijn zuster beschouwen en toespreken? Zyn zuster, aan wie hij door sen dtsrén eed ge zworen heeft trouw t» blijven tot la dsn dood? Ban lk dia eer waardig, toean? Met moeite wist Desmond «lju ontroering t» varhargtn. Zuster, sprak h(J, het la san ts kleins weder dienst voor alles wst gij, ons gagavan hebt. jy habt aoovsal voor »U gedzran a» jk baalt macht noch vermogen om ja naar waart» t* bsloeneo. Da schuld, dis Ht bij jou heb, «jatsr, ia mat geen aardschen prijs te vergelden De prijs 1* betaald, toean-broeder. KJjk eens, bet wordt dag. Ik moet dus gaan. ZIJ hulde zich dichter ln haar donkere sarong en keerde zich van hem af. Desmond bleef haar nakijken. De hartstochtelijk» bekentenl* *--*-* S|MtanM TWi 4|||> Unja

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 2