DE LACH-MACHINE
Twee gezworen makkers
De Kobold in de
groenglazen fles
HET AVONTUUR VAN
LOTJE LAM
DE SOMBERE
KONING.
ONZE DIERENTUIN
Zaterdag 4
Maar stoute kleine hondjes
ij zijn gezworen makkere,
-mm samen oov'ral heen.
Want heus, we worden stakkers
als wo maar zijn alleen!
Wij z'rjn twee stoute rakkers
en doen ook kattekwaad,
jnaar ondergaan als makkers
de straf, die daarop staat!
We 1 mauwden heel eendrachtig
aan Baas zijn boste schoen...
Die was tóen niel meer prachtig!
We zullen 't nóóit mee/ doen!
We speelden óók een beetje
met Vrouwtje's nieuwe hoed,
maar merkten toen o-wee'tje
zoiets gaat lang niet goed!!!
We stoeiden in de perken
eif groeven hij de heg.
Toen zei BaasLoon naar werken
wordt braaf of.., 'k doe je weg!
Daar zijn we van geschrokken.
'We hebben heus berouw!
En vragen zonder mokken:
Toe Baas, vergeef 't ons gauw!
Lotje wil haar krulletjes
behouden
Naar het mooie plekje
Wijzer geworden
DE INDISCHE BUFFEL
locn geschiedde iels ivonderlijks. De Koning hielde l
Hè, hè, zuchtte moeder Schaap, weltevre
den, wat heb ik het vandaag warm gehad. Ik
ben blij. dat het morgen schapenschoerdag is,
Sehapenscheerdag..., ''hei-haalde Lotje Lam.
haar dochtertje, dat heel de warme lentedag
door aan haar zijde rondsprong in de groene
wei en het best naar haar zin had, schapen*
scheerdagwatt is dat, moesje?
ER leefde aan de gnote rivier Hoangho eens een
arme visser, die wel^ een huis vol kinderen,
•mapr slechts weinig Vijst in de pot had. En
op een dag zei hij daarom tegen zijn jongsten
zoon, dig een montere jongen was:
Trek er op uit, mijn zoon. en probeer Je
een ijjaats In de wereld te verschaffen. Jij bent
de jongste en komt daarvoor dus liet eerst in aan
merking. Kies iets uit ons huis, dat je als aan-
denken wilt meenemen en pak je bundeltje.
Nu, wat moest de jongen anders doen dan ge
hoorzamen? Hij doorzocht langzaam het kleine
huisje en eindelijk viel zijn oog op een bolle
groenglazen fles met ecjn stop van bamboehout,
die hij al van kind af aan bewonderd had.
Geef me die, vader, zei hij» De vader gaf
hem de Hes, daarop nam de zoon afscheid van
zijn familie en trok de wereld in
Toon hij een paar uur gelopen had. zag hij in
een holle boom een wilde bijenzwerm, die juist op
uitvliegen stond. Toen alle bijen weg waren, haal-
de de jongen voorzichtig een stuk van de honing
raat tevoorschijn, stopte dte in zijta fles en ver*
yolgde zijn weg.
Later in de middag kwam hij een bron,
waar hij heerlijk zoet eit helder wa^er drortk en
hij vulde zijn fles met dit water bij, £odat hrj een
zoete honingdrank kreeg, die hem vele uren hielp
de dorst te 'verslaan. Toen het avopd geworden
was. zocht de jongen een slaapplaats In een lepg
tempeltje. Hij dronk een laatste slok en liet de
fles open, dludat die toch zo goed als leeg was.
Dat, betekent, dat er morgen een man zal
komen-met een grote schaar, die al onze warme
krulletjes wegknipt, zei moeder vveér.J|Ea Jat is
ryaar goed ook. Onze vacht wordt yer» te dik
voor dit mooie weer; het wordt t:;dS<»FVe ZO*
mcrkleeren aankrijgen.
Maar Löije keek helemaal nhfblij. toen fa
moeders tutleg^bad gehoord. Integendeel, ze be
gon te huilen,
Ik wil ïuijn móole krulletjes niet kwijt,
snikte ze., ik Vien er juist zo trots op.
Möa^TOOede^Schaap schudde de kop en z<i:
Doe tot i n et zo dom, kind. Je'zult ee -s
merken wat een fijn 'luchtig gevoel het is al d t
overtollige haar kwijlt te zijn. Bovendien groeien
de krulletjes toch Ook weer aan...
Maai* moedér kon zeggen wat' ze wilde. Lot
had Zich vast voorgenomen om haar krullen
niet te offeren agn de schaar van den schapen
scheerder. En toen de boer de volgende morgen
kwam oni al zijn schapen uit de wei te halen en
samen te drijven in de schaapskooi, w aar de
schapenscheerder natuurlijk gemakkelijker kon
werken, toen... sloop Lot Lam .stilletjes weg. Zc
'verborg zich eerst achter de heg. Later glipte ze
een beschaduwd laantje door en opeensdpar
was ze alleen en helemaal vrij. Het was voor de
eerste keer van haar jonge leventje, dat Lotje
Lam zonder haai* moeder wandelde cn ze vod-
de zich -.erg* groot en ,'eVg zelfstandig daarbij.
Ziezo, mompelde, ze bij zichzelf, dat is ge
kikt. En nu neem ik maar meteen eens een dagje
vrijaf. Wat heerlijk is het hier.
En ze maakte prachtige grote én hoge spron
gen van blijdschap.
—-Ik ga een wandelingetje doen en ik maak
zo nu en dan een dabs jecn dan ga; ik naar
huis*en moeder tmjg, tegen de üjijj, dat het
doilker gaat worden, [nam ze zich voor. I)an i.s
die man met zijn scnaaiv natuurlijk allang weg
Terwijl ze zo lai^gs thet. laantje liep. waarlangs
zich aan één kant een dichte donkere heg be
vond, ontdekte ze opeens, dat op -één plek een
opening in de "heg was en toert ze daar doorheen
loerde, merkte ze, dat achter die heg een mooi
zonnig weiland lag.
Hè, dat is net een rnooi plekje voor mij o:n
l&kei- te grazen en om er jrolijk in rond te
springendacht ze en ze wilde zich meteen
maar door die opening in de heg heenwringen
om in het land te komen. Maar "dat viel toch
niet mee. Do heg bestond uit doornige heesters
met lange prikkelige takken en blaadjes, die vol
.prikkelige randen zaten «n weldra zat Kotje
Lam met 'haaV lange Wolkrulletjes stevig vast
in de doornen en de prikkels en hóe ze zich
ook draaide of keerde, ze kon niet los. Het be
gon haar ook lelijk pijn te ^oen en ze blaatte
van angst en pijn.
Ja. nu had ze berouw, dat ze van moeder weg
gelopen was.
Ze jammerde echter zó luid. dat Bas, een van
de knechten van den boer, die op een naburige
akkf-r aan het werk was, haar hoorde en eens
"kwam kijken. En die maakte haar natuurlijk
gauw los.
Jou dom klein ding. lachte Bas. ik zal je
gauw; naar Je moeder brengen, de schapenscheer
der is juist aan het werk.
En hij bracht Lotje, die over haar hele lijf je
trilde-van de doorgestane angst, naaide!
schaapskoof.
Moeder Schaap was zó blij. toen ze Lotje weer
j zag. dat ze "helemaal.vergat haar een standje te
geven over het weglopen en wat Lotje betreft,
die stond möa&dichj; tegen moeder aangedrukt
«jn vergilt banff£**zijh om haar krulletjes te ver-
liezen. Ze was opeens \ocl wijzer geworden; ze
zog in, dat die mooie lange krulletjes ook wel
een» een gevaar kunnen opleveren. En toen het
haar beurt was om geknapt worden, ging zc
net zo dapper naar voren df anderen.
Later, tien ze aan moeders zijde Veer hetend
m mortjr. huppelde ze b'lj en ze dacht:
Wa* hen toch een do i ding geweest. He?
Is weilbRjk veel profMger en koele*- zónder flie
krullen. K zul mijn best doen om nooit zo dwaas
meer te doen.
En dat was een goed besluit,
Op een dag vroeg cén meisje toegang tot de
koninghf. die haai* vriendelijk omving.
Weet j.ij sbms een middel oni zijne majes
teit tc doen lachen, muii kind, informeerde de
arme Crindla. T
Majesteit, antwoordde het meisje, ikzelf
bQn een Arm naaistertje^. Rozemarijn geheten.
Maar mijn werk voert mie in allerlei buurt* n ta
ondei* allerlei mensen. G\ster moest, ik verstel
werk wegbrengen bij'een Graden kleermaker, die
in eert krom oud straat jA van de hoofdstad
'woont: T-vn ik mijn workUiud afgeleverd,'zei
de kleermaken;
Mijn buurman heeft gevraagd of je ook
evènbij hém wilt aanlopen, zijn buis- is ge-
scmntrd.
Nu ben Ik natuurlijk altijd blij met nieuw
werk (n dus klopte ik bij dien buurman aan.
Tot mijn verbazing bleek hij ecT dwerg té zijn...
een (Iwcil' met dunne beentjes er. eén groot
hoofd, Unaar. in dat hoofd spaaMtn de joligste
blauwo\ögcn. die ik ooit gezien Heb. Hij vroeg
me binnen te komen en terwijl hij het kapot re
buis voor me opvouwde, wees hij :ne op een
vreemde kleine machine, die op de grond dtond.
Kijk daar maar eens gord naar. naaistertje,
Toi hij. Dat-is et n uitvinding van mij: de lach-
lm :i-machine,
■Kt geval
vaar-
me in#
og» nbllk.
mai hine
minstens,
ale koniii-
ii-'lDolöm was de
>egreep, <lf t. hei land.
•t zou guan. De wet
e stellen/werd om 'te
Ja. na et u jjoosje
a nd na am k i eze n
vl g--mrh«u\, was de
mi: h/j was voortaan
onderdanen rioemden
ijk cl*, hetgeen dé ko-
Het zag er uit als een grote spoel. waarop
een heleboel glanzende cn kMirige draden wa
ren gewonden. Opzij,zat een sl&iger.-Daar begon
de dwerg aan de slinger té draaien, vonken en
kleuraUngcrs vlogen van ae-spoel af cn... op
eens moest ik lachen! Ik schaterde het uit? De
tranen van pret kwamen in mijn ogen.
Dat komt d<x>r mijn machine, zei de dwerg
weltevreden. Ik kan haai* ook '/.<5>instellen, dot cl-
inensen alleen maar glimlachen of zachtjes gi
ebelen moeten en als jk do slmger op een heel-
Een vervaarlijk heer
tl hijTO ovi te zien,
deze Indische buffel,
the ue nu aan onze (Ue-
Tf ntuin toevoegen, vin
den jullie nict f
Net als de vorige kt'
ren knip je de plaat
langs dé buitenlijnen
li vt*JU t hem in hel
malden dubbel sn plakt
de achterkanten aan el
kaar, zorgende, dat jc
dPfi'OorpaU n niet mee-
p akt maat* loslaat, zo
ef r jc die vane* a kunt
t rekken tie plea}
hou staan.
Dr u itfe* JUpfes"
dernno dr tué)^,pjes
ti'nrdcv dnarhfj lOUpS dC
ê'ipptl 'naar ach-
leren gtbogtn.