Het circus Wenger
Twee Amsterdamsche torens in de steigers - Tunnels in aanbouw te Rotterdam
Een goed bezochte paardenmarkt t Veilingdrukte aan den Langedijk
FEUILLETON.
EERSTE BIAIJf - PAGINA
DINSDAG 28 MEI J9I0
AMSTERDAM RESTAUREERT ZIJN O DDE TORENS.
Twee Amsterdamsche torens met een „jasje" aan. Op den voor
grond de Zuiderkerkstoren en op den achtergrond
de Oudekerkstoren.
DE J AARLIJ KSCHB GROOTE PAARDENMARKT TE OPMEER-SPANBROEK
WAS ZEER DRUK BEZOCHT, VOORAL OM HET FEIT, DAT DE VRAAG
NAAR PAARDEN OP HET OOGENBLIK ZOO GROOT IS.
NOG DEZE WEEK zullen de hengelsportliefhebbers hun zoo
geliefkoosde sport weer mogen beoefenen. De hengelsport
artikelen-leveranciers hebben het al druk. Nauwkeurig wordt da
zinker gekeurd alvorens tot den koop over te gaan.
(Nadruk verboden.)
in
Hans wordt opmerkzaam, hij trekt
de map naar zich toe en slaat haar
open. Hij ziet een wirwar van lijnen,
maatberekeningen, haastig neerge
schreven opmerkingen, een op het
eerste gezicht onbegrijpelijk iets.
Wat'kan dit zijn, mr. Higgens?
De bankier trekt een verdrietig
gezicht. Dat mag Joost weten, zegt
hij. Wij hebben het ook bestudeerd,
maar konden er geen wijs uit worden.
Het moet een eenstijictie zijn. Uw
oom ontwierp v*ak zooNets. Dat was
een liefhebben/van hcmjwaarschijn
lijk kwam zijr/ ingijpiewTSinstinct dan
boven. Hij wafe in vele opzichten een
groote fantasty als zoo menig pracht-
mensch is.
Hans Wenger knikte peinzend. Hig
gens legt de hand op zijn schouder.
Begin nu niet te piekeren, mr.
Wenger, Dat bekomt iemand nooit
goed. Ik was juist onderweg voor een
controle rondgang door het circus,
toen. ik hier licht zag. Hij lacht
zwakjes. Eigenlijk is het uw plicht
om dit nu te doen.
Hans begrijpt het verwijt van den
ouderen man. U hebt gelijk, ik
sluit mij bij u aan.
Hij schuift de papieren bij elkaar
0» legt er een zeldzamen steen op.
-BSSBSS=SS=SmBSSSB=SSBS
die hem juist in de hand valt, hij
legt hem zorgvuldig op de construc
tiemap en trekt dan zijn jas aan.
Zij gaan, de sleutel knarst in het
slot. i
Het duuït wel een uur eer de rond
gang beëindigd is. Higgens brengt
den jongeman naar den woonwagen
te/hg. Het heeft opgehouden te rege
nen. Higgens' humeur isl veel beter
gewortjp, hij fluit een vroolijk wijsje.
Als hij afscheid heeft genomen en
zijn gestalte uit het gezicht is ver
dwenen, blijft Hans plotseling staan,
zijn hand glijdt van de klink, die hij
reeds omvat houdt.
Dat hij daar nu pas aan denkt. Hij
heeft het licht in den werkwagen laten
branden. Snel springt hij van de trap
jes en gaat naar den werkwagen.
Maar opeens blijft hij staan. De ra
men van den wagen zijn donker.
Maar een vergissing,.As uitgesloten,
weet hij stellig. Hij had het licht
niet uitgedraaid en Higgins deed het
ook 'niet. En nu is het donker. Wie
heeft het licht uitgedraaid? De deur
van den wagen was Immers gesloten?
Zoekend kijkt hij rond. Niets is te
zien en toch komt het hem voor alsof
iets in de omgeving is veranderd. Hij
kijkt naar de schrijftafel. Daar ligt
nog de map met het opschrift „Con
structie", maar de vierkante steen,
dien hij, zooals hij zich heel goed her
innert, precies op het opschrift heeft
gelegd, ligt nu nauwelijks nog op den
rand van de map. Ook onder de pa
pieren had men gezocht, een stapel
mappen schijnt verschoven te zijn.
Opeens overvalt Hans weer het
gevoel van onzekerheid en geheim
zinnigheden, die over het circus „Ex
celsior" rusten. Nogeens glijdt zijn
blik over de schrijftafel. Daar in een
open vak schemert iets, onwillekeurig
haalt hij het te voorschijn, het is
een legerrevolver. Hij trekt nog een
tasch mede en zes gevulde patronen.
In gedachten verzonken ontlaadt hij
het wapen, spant de haan en probeert.
Hij ziet de letters op de koif „R.W.".
Rolf Wenger dus.
Men kan zien, dat hij Jfet wapen
verzorgd heeft tot zijn doootoe, daar
na schijnt het echter niet meer geolied1
tmaijn. Hans probeert nog eens. Een
beetje zwaar gaat het wel, maar het
is een goed Wapen. Morgen zal hij
het uit elkaar nemen en smeren. Hij
laadt het wapen en gordt het om,
maar tegelijk bemerkt hij, dat hij
dit onwillekeurig doet. Was hij bang?
Trots drukt hij de lippen op el
kaar. Ach wat, wie weet waar het
goed voor is. In dezen strijd in het
duister moet men op alles voorbereid
zijn.
Dadelijk, den anderen morgen ver
telt Hans Higgens onder vier oogen
van de nachtelijke ontdekking. De
bankier is heelemaal niet zoo verrast.
Ik dacht wel, dat er vannacht
weer iets gaande was. Brouwers is
er niet zoo gemakkelijk af gekomen
als u. Men heeft hem, toen hij zijn
wagen wilde binnengaan, eenvoudig
neergeslagen.
Is de kas beroofd?
Neen, maar Brouwers heeft een
leelijken klap gehad. Hij heeft den ke
rel, die hem neersloeg, niet herkend,
Eerlijk gezegd, de kwestie geeft mij
zorg, mijnheer Wenger. Zulke dingen
zijn tot nu toe nog niet gebeurd. Hig
gens schijnt erg ongerust. Hans fronst
het voorhoofd. Alles is in het heldere
zonlicht,» dat over de circusstad ligt,
minder griezelig.
Wij moeten een goeden nacht
dienst van .vertrouwde menschen in
stellen, stelt hij voor.
Higgens lacht. Een goede gedach
te, mr. Wenger, er is echter een fout
bij. Wie is hier werkelijk vertrouwd?
De komst van den ouden Wenger en
Gertrude maakt een einde aan het on
derhoud. Karei Hendrik Wenger is in
een goed humeur, hij glimlacht zijn
zoon toe.
Zeg Hans, het komt mij voor,
dat ik nog een massa te leeren heb.
Zooeven heeft Brouwers een kleine
voordracht voor mij gehouden over
wat men allemaal moet weten om te
kunnen beoordeelen hoe de reisroute
van een circus moet zijn. Reis en be-
vrachtingskosten, ja, dat begrijp ik
nog. Maar de dieren en de artiesten
spelen ook nog een rol en daarbij komt
dan nog de concurrentie en dan nog
wat de burgemeester er mee te ma
ken heeft, neen, mijn hoofd draait er
van.
Dat geloof ik graag vader, het
is nog niet zoo eenvoudig.
Overigens, Brouwers is een flin
ke vent, alleen een bril moest hij ne
men. Vannacht is hij met zijn hoofd
tegen zijn eigen wagen geloopen, ver
telde hij mij en hij ziet er ook naar
uit.
HSns knikt, Hü vindt het erg pret
tig, dat Brouwers zoo tactvol is ge
weest om niet dadelijk den ouden heer
Wenger een schrik op het lijf te ja-
gfn en den aanval op deze wijze heeft
ingekleed.
In dit oogenblik ziet hij Juanita, die
met een paar pakjes onder den arm
naar haar wagen gaat. Juist verliest
zij een pakje en het valt op den door
weekten grond.
Neem mij niet kwalijk, vader.
En reeds is Hans weggerend. Hij
hoort juist nog, dat Higgens Gertrude
een' rondgang door de stallen voor
stelt.
Hans heeft haastig het pakje opge
raapt. De jongfe man kijkt hulpeloos
naar het „iets" dat hij in de hand
heeft. Over Juanita's ernstig gezicht
vliegt een lachje. Het is maar een
doosje schoencrême, senor Wenger,
troost zij. Ik dank u weL
Hoe kunt u zooveel pakjes dra
gen, signora Juanita? Mag ik u hel
pen dragen?
Het lachje is van haar gezicht ver
dwenen. Ik dank u wel, senor Wen
ger, maar ik heb maar een paar stap
pen te doen naar mijn wagen. En...
u moet voorzichtig zijn.
Zij heeft de vier laatste woorden
slechts gefluisterd. Hans kijkt haar
onzeker en verrast aan. En weer
dempt zij haar heldere stem, iets
angstigs klinkt er in. Heel erg
voorzichtig, senor Wenger. Ik kan en
durf u niet alles te zeggen. Maar gis
teravond, toen u met mr. Higgens den
werkwagen verliet, Is daar een man
bezig geweest. Ik sliep nog niet en
heb het gezien..
Wie was het?
Laat u toch niet merken, ffSFwij
over deze dingen praten, doe alsof wij
het over iets onschuldigs hebben. 'Ik
heb hem niet herkend, hij bleef in de
schaduw. Quito herkende hem ook
niet, zooals hij mü vanmorgen vertel»
de.
Quito?
Ik smeek u, lacht u hartelijk,
doet u alsof ik u een grap verteL
Wees ervan overtuigd, dat men ons
beloert. Natuurlijk zag Quito het ook,
hij ziet altijd alles. Maar hij mag niet
weten, dat ik het u nu vertel. Hqpr
donkere oogen kijken Hans vleiend
aan.
Dan is het erg moeilijk niet ta
vragen: Waarom waarschuwt u mij,
waarom zegt u mij dit alles, terwijl
u toch niet moogt?
De stem fluistert verder: De
man is een langen tijd in den werk»
wagen geweest, daarna werd het licht
Uitgedraaid en hij verliet den wagen
heel voorzichtig. Plotseling duikt uit
het donker een andere mpn op. Ik
kon juist de omtrekken van beiden
herkennen. En daar...
Zij huivert ondanks de warme zon»
Haar zclfbeheersehing dreigt te ver»
dwijnen. Daar belicht' hij, die uit
den wagen kwam, het gezicht van den
ander en verblindt hem met zijn zak
lantaarn. In dit oogenblik heb ik den
tweede herkend, slechts een oogenblik,
maar ik zag hem beel duidelijk, voor
dat de eerste hem neersloeg en ver
dween.
Brouwers, zeide Hans sneL
IWordt vervolgtH
BENZINE-BESPARING.
Het paard wordt thans gebruikt om zijn concurrent, de
auto, op stal te Brengen. Eén paard stelt drie
auto's voorloopig „in verzekerde
Bewaring",
AAN DEN LANGEDIJK HEERSCHT MOMENTEEL EEN
GROOTE DRUKTE MET PET VERLADEN VAN Dfi
NOG IN DE MODERNE KOELHUIZEN AAN»
WEZIG ZIJNDE KOOÜ
ALS ONDERDEEL VAN HET TUNNELPLAN bouwen de Spoorwegen zes verkeerstunnels
naast-clkaar onder het emplacement bij de Henegouwerlaan te Rotterdam. De bestaande
tunnel, welke reeds veel te smal was, kan het toegenomen rijverkeer bijna niet verwerken,
nu in de binnenstad nog niet alle normale verkeer mogelijk is. De groote drukte op dit ver
keerspunt Links achteraan de tunnelingang met daarnaast de in aanbouw zijnde tunnel-