Ondergang en wederopbouw
Van Lissabon
De onheilsdag
van I November 755
y
De ramp
Paniek-
3
i
Vele steden hebben in haar geschiedenis be
paalde onheilsdagen beleefd, welke van grooten
invloed waren op haar verdere ontwikkeling.
Een sprekend voorbeeld daarvan is de hoofdstad
van Portugal, Lissabon, welke op 1 November
1755 door een hevige aardbeving met den grond
gelijk werd gemaakt. In dat jaar beefde de aarde
op verscheiden plaatsen en tal van teekenen
kondigden een-catastrophe aan. Zoo nam men
in ZidTtserland en Italië z.g. bloedregens waar,
welke de sneeuwtoppen bloedrood kleurden. De
Duitsehe philosoof Ijnmanuël Kant wijdde later
aan dit en andere natuurverschijnselen in dat
gedenkwaardige jaar een wetenschappelijk boek,
waarin hij o.a. vertelt, dat een week vóór de
aardbeving van Lissabon de aarde bedekt was
met een vreemd soort insecten. In sommige
plaatsen in Spanje en Portugal kropen aller
hande reptielen tevoorschijn en te Cadiz en
Gibraltar kregen vele menschen last van dui
zelingen en hartkloppingen.
o
Een bloeiende handelsstad
Lissabon beleefde juist een tijd van grooten
bloei, het was een zeer belangrijk knooppunj
van den wereldhandel, eeh stad van schatrijke
kooplieden. Voor de kaden lagen vele schepen,
welke rijke Hadingen uit Braziliëen Indië aan
voerden, Het geld, dat met den handel werd ver
diend. werd aangewend ter verfraaiing van de
tallooze paleizen, welke de stad sierden. Zóó"
weelderig was er het leven, dat de kerk reeds
verscheiden malen had gemeend een vermanend
woord te moeten laten hooren. Het woord
„modern Babylon" was In dien tijd op Lissabon
zeker van toepassing. Eén enkele dag was vol-
doeude om aan ai die pracht en praal ven einde
"te maken.
Op 1 November, 't ochtends omstreeks half
tien. begon de stad op haar grondvesten te
schudden. De eerste sch<& duurde tien minuten.
De aarde golfde, huizen scheurden, een panische
schrik maakte zich meester van de tienduizen
den. die zich op straat bevonden. Kort daarop
'kwamen nog twee schokken, korter dan de
eerste, doch nog ver
schrikkelijker van uit;»
werking, want de ge
scheurde gebouwen
stortten in en bedolven
tallooze burgers. Toen
de derde schok vóorbij
was, was Lissabon één
reusachtige puinhoop,
doch de ramp had nog
lahg geen einde ge
nomen. Een geweldige
vloedgolf vernietigde al
les wat in de buurt van
de haven nog overeind
was blijven staan: en
het vuur deed de
rest
Volgens de beschrijving
van ooggetuigen ont
stond bij den tweeden
aardschok 'n enorm gat
in den grond waarin 4000
huizen, met alle men
schen, die er zich in bevonden, verdwenen. Een
nieuwe kade, waarop ongevèer 800 zeelieden en
visschers stonden, werd door de zee verzwolgen.
t
T
De ramp had een onbeschrijflijke paniek ten
gevolge. Van reddingspogingen was geen sprake;
overlevenden vluchtten de bergen in, omdat zij
bang waren voor nieuwe aardschokken. Toen de
duisternis inviel, trokken benden plunderaars
door de verwoeste stad om hun slag te slaan'; zij
deinsden er zelfs niet voor terug de dooden van
hun sieraden te berooven.
Eerst weken later kon men met de opruimings
werkzaamheden beginnen. Niet minder dan*
25.000 gebouwen bleken totaal vernietigd te zijn;
dazrtoe behoorden de mooiste kerken en de
schoonste palelzen. Omtrent het aantal slacht
offers liepen de meeningen uiteen, doch men kan
aannemen, dat ten minste 60.000. burgers van
Lissabon den dood bij deze catastrophe ge
vonden hebben.
De ruïne van de Carmo-kerk te Lissabon, eenig
overblijfsel van de stad uit den tijd vóór de groote
aardbeving. Thans is deze ru'ine een
openluchtmuseum
De aardbeving, welke over een -groot deel van
Europa werd gevoeld zelfs in rfotte'rdam en
den Haag. werd nog geruimen tijd gevolgd
door kleinere schokken en trillingen. Pasin
Maart 1756 kwam de aarde tot rust en de in
woners van'Lissabon- bélfonnen, onder leiding
van De Eombsl, hun stad weer op te bouwen
liet werk itcta Pom hal
Bel Rocio-plein is het hert der Earopetsche hoofdstad
Het Lissabon van onze dagen draagt nog
steeds den stempel van den wederopbouw in
1756. Dit geldt in het bijzonder voor de binnen
stad, de z.g. Cidade Balxa („benedenstad"),
welke zich uitstrekt van de rivier tot vér in het
"Noorden. Uit den aanleg van dit gedeelte spreekt
het genie van den markies de Pombal, toenmaals
minister van den Portugeeschen koning Jozef I.
Deze markies nam na de catastrophe, toen de
inwoners finaal het hoofd kw)ijt waren, het ini
tiatief om van Lissabon een doelmatig aange
legde 'handelsstad te maken Op de piaats van
<Jë verniel igde nauwe woonstad in het centrum
verrees weldra een ruime, gezonde wijk, met
(voor dien tijd) breede straten, welke kaars
recht op haar doel afgingen. Het doel van die"
drie paral'el-loopende straten was. de rivier met
een gr*: centraal plein te verbinden. Bij de
rivier werd een decoratief vierkant plein, door
arcaden omgeven, aangelegd en van dit plein,
dat nog heden ten dage het voorkomen heeft
van een weidsch terras, liet de Pombal zijn
rechte, evenwijdige straten naar het Rocio-plein
loopen: de feua Aurea. de Rua Augusta en de
Rua da Prata Hét was zijn wenseh. dat zich in
deze straten en in de dwarsstraten bepaalde be
drijven zouden vestigen. Zoo werd de Rua Aurea
de straat der goudsmeden, de Rua de Prata de
straat der zilversmeden en de Rua Augusta de
straat der lakéRkooplieden en zij zijn dit vrij
wel gebleven tot op den dag van heden.
Het Rocio-plein is nog altijd het middelpunt
van het Lissabonsche stadsleven. Hier ontmoe
ten eikander bijna alle tramlijnen, hier staan'
de voornaamste hotels, de belangrijkste kranten
gebouwen, het hoofdstation, het grootste theater
Je verveelt me. Karei, en ik heb meer dan
genoeg van Je gehang.
Ach, weet je, Karei, je doet nooit eens ieta 1
liet waren maar twèe korte uitspraken, maar
zij hadden toch voor- Karei van Voorst een
logeerpartij, die gezellig had kunnen worden,
door en door bedorven. Bovendien bezorgden zij
hem een slapeloozen nacht. Dat wij zeggen de
tweede uitspraak. De eerste, die geuit was door
zijn oom, <06 tegelijkertijd zijn voogd was, kort
hij tenminste nog beschouwen als een soort be
moeizucht, heeren van middelbaren leeftijd
éigen, maar erger was het, en zelfs onverdraag
lijk, als Else, een allerliefst meisje, wie hij had
verteld, dat hij graag met haar zou willen
trouwen, hem kalmweg zoo'n antwoord gaf.
En daarorfi wandelde Karei van Voorst zoo
vroeg in den morgen in het park, dat zich om
het landgoed van zijn oom uitstrekte en dacht
hij zoo ernstig na. Ais hij heel eerlijk naging,
wat hij totnutoe had gepresteerd, moest hij
toegeven, dat er niet veel te zijner verdediging
kon worden aangevoerd Öp de universiteit had
hij weliswaar %en goed figuur geslagen met
roeitn en hockeyen en hij had een beetje ge-
joe-jitsoed. Maar dat legde bij een meisje ala
Else geen gewicht in de schaalo neen, in-
teg endeel I
i.oover was Karei van Voorst met zijn over-
pe izingen gekomen, toen hij een sigarenaan
steker zag liggen op het grasveld dicht bij den
muur, die om het park heen liep. Het was maar
een klein ding, dat hij in normale omstandig
heden in zijn zak zou hebben gestoken en aan
den huisknecht zou hebben overhandigd, om
het den rechtmatigen eigenaar terug te geven.
Maar de omstandigheden waren niet normaal.
Karei was aan het denken geslagen. Terwijl
hij bukte, om den aansteker óp te rapen, her
innerde hij zich de inbraken, die den laatstpn
tijd gepleegd waren in verscheidene landhuizen
door bandieten, die zich per auto van het huis
van het eene slachtoffer naar dat van het an
dere begaven.
Het zilver van de familie van Voorst was be
roemd. maar het was belangrijker, dat zijn tante
jtust haar juweelen uit de safe op de bank had
laten komen ter gelegenheid van het feest óp
haar dochters eenentwintigsten verjaardag. En
tantes paarien kaiskettlng was nog beroemder
dan net zilver 1
Nu zijn hersenen eenmaal op volle kracht
werkten. ging Karei aan het deduceeren en
combineeren Hij klom op den muur om het
park. en keek erover heen Net zooals hij had
gedachtsporen van autowielen. Het was alle
maal too klaar als een klontjeiemand was
hier naartoe komen rijden, was over den muur
gek ommen en had den sigarenaansteker laten
vallen Alleen had hij hat ding verloren bij
het komen, of bij het gaan T
Kareis eerste opweliihg was het huis in t»
en de markthal Hoog boven dit plein en van
dit punt heeft men een prachtig uitzicht op
Pombal's stad verheft zich de ruïne van de
gothlsohe Carmo-kerk, één van de weinige over
blijfselen van het Lissabon vóór de aardbeving,
De wederopbouwers van de stad hebben terecht
gemeend, dat zij deze indrukwekkende ruïne
moesterf laten staan ais een „memento mort"
voor kumende geslachten Een deel van de kerk
is thans Ingericht als oudheidkundig museum.
De stedebouwers van de 19de eeuw hebben
Lissabon voorzien van nieuwe woonwijken en
cïaa'rbil de regelmaat van de Pombal's schema
eenigsrins uit héte oog verloren, doch de aanleg
van een breede promenade (Avenlda da Liber-
dade) ongeveer naar het voorbeeld van de
Pariische Champs Eiyséesstrekt hun tot eer.
Deze prachtige avenue met haar tien rijen van
boomen -loont van het Roeio-piein rechtstreeks
naar een rond plein, dat den naam en het ge-
denkteeken draagt van den man. die in donkere
dagen van grauwe vertwijfeling de leiding nam
bij denwederopbouw van zijn stad: den
markies de Pombal, een lichtende figuur in de
groote geschiedenis van een kleine zeevarende
natie.
rennen en „Brand 1" te roepen, of zooiets. Maar
toen bedacht hij zich. Hij deed nóóit ieta, niet
waar 7 Nu, hij zou het te laten zien, tenmingte
haar
Fluitend ging hij het huis binnen om zijn
ontbijt te nuttigen.
Na een verschrikkelijk saai en vervelend
diner bleef Karei dien avond Iaat op, en toen
ledereen naar bed was gegaan, ging hij naar de
bibliotheek, waarin de safe stond met tante's
beroemde juweelen, bewaakt door de portret
ten van alle voorouders van de van Voorsten.
Daar maakte hij het zichzelf gemakkelijk.
Straks zou bij het licht uitdoen en de wacht
houden. Wat de inbrekers betreftdie zou hij
behandelen met zijn revolver en zijn kennis
van joe-jitsoe.
Maar, zooais zoo vaak gebeurt met keurig in
eikaar gezette plannen juist toen hij meende,
dat het geheele huis in middernachtelijke stilte
was gehuld, verscheen er een indringerVer
doorn, de nieuwe huisknecht Karei had den
man nooit kunnen lijden, maar nu kon hij hem
heelemaal niet meer uitstaan Maar ook aan
deze bezoeking kwam een eind en een half uur
later draaide Karei het licht uit Nóg een half
uumTater sllejmblj als een roos in dén grooten
fauteuil.
Terwijl hij bukte, omt den aansteker op t«
rapen
Toen Karei weer wakker werd, scheen er
licht in da kamer. Hat was afkomstig van een
electrische toorts. Onmiddellijk was hij klaar
wakker. Hij voelde, dat hij begon te beven Het
kon zijn, dat zijn zenuwen hem parten speelden,
maar het kon oiok het bloed van de voorouder
lijke van Vooraten zijn. dat in zijn aderen ging
tintelen.' Hoe dan ook. Karei klemde zijn han
den om het kussen van den fauteuil en luister
de muisstil
Het licht verdween op dit oegenblik en Karei
kreeg een koude rilling over zijn rug. Nay,
neen hij waa niet bang het tochtta alleen maar
vreeselijk door het open venster. De eigenaar
van den sigarenaanateker waa gearriveerd
Er gebeurd# diets. Karei, wiens oogen nu ge
wend begonnen te geraken aan da duisternis,
gluurde zoo voortichtig mogelijk om de leuning
van den stoel. Nu zag hij, wat ar gebeurde: de
bezoeker was niet alleen gekomen, hij was ook
bezig om weer weg te gaan, 0
Karei aarzelde, maar toen was het hem in
eens, of één van zijn vooroudera ham toefluis
terde
Vooruit Karei, schiet op 1
En Karei schoot op Hij had eigenlijk zijn
revolver behooren te gebruiken, maar hij waa
nog niet zoo erg bedreven in het opapeuren van
«pisdaden en hij sprong dut den Inbreker op
den rug. Op het oogenblik, dat daze op da ven
sterbank stond. klaar om naar buiten te sprin
gen. had Karei hem te pakken Het is niet pret
tig als iemand bovenop je ploft terwijl je mid
den in den nacht uit een vreemd huis probeert
te ontsnappen, maar de bezoeker was blijkbaar
aan zooiets gewoon. Inplaats dat hij naar bui
ten sprong, sprong hij de kamer in en liej zijn
arm als een stoomhamer op Kareis gezicht
neerkomen. Tenminstedat was de bedoeling,
maar door de duisternis kon hij zijn richting,
niet goed bepalen en sloeg hij rakelings langs
Kareis kin.
Die begon nu in conditie te komen. Alles wat
hij ooit van joe-jitsoe had geweten kwam tarug
in zijn herinnering. De dief wist niots van wor
stelen hij vertrouwde blijkbaar op de kracht
van zijn vuisten, maar erg methodisch gebruikte
hij ze toch niet Binnen een minuut lag hi] up
den grond en hijgde
Laat los, Je breekt mijn arm 1
Natuurlijk, zei Karei. Dat is de be
doeling ook 1
Er was een oogenblik pauze in de verhip*.tij
en^ Karei probeerde te bedenken, wat een re
chercheur nu zou doen. Maar daar kun hu net
geen mogelijkheid achter komen.
Ineens keek hij verbaasd Tot nu toe had hij
niet veel van het gezicht van den inbreker ge
zien, maar nu was hij vlakbij diens rechteroor
enhij kende dat oor. Hij had bet al eens
eerder gezien, nog veel dichterbij Het was een
oor met een lidteeken en dit was ontstaan na
een verwonding, die hjjt Karei, struikelend had
veroorzaakt tijdens een hartstochtehjk hocsey-
spel.
Ludovicus riep Karei uitbij dien naam
werd zijn vroegere schoolkameraad altijd ge
noemd en Karei gebruikte hem nu automatisch.
Kereltje mompelde de inbreker.
Het was een merkwaardig oogenhlis. instinc
tief tieten zij elkaar ios. Karei was de eerste,
die weer sprak.
Hoe kom jij hier zei hij.
Zijn vroegere schoolkameraad wondde zich
af Het was een ellendige toestand Er was zuo-
vee: te zeggen, dat niet gezegd kon e orden.
Langzaam stak hij zijn hand m zijn zak en' toen
Kareï nerveus een stap achteruit deed, stak
Ludovicus hem den paarien halsketting tbe.
Hoe kom jij daaraan 1 zei Karei nu.
Er had misschien wel iets verstsmdigers ge
zegd kunnen worden, maar zoover kwam het
niet. 0
Eigens in het huis sloeg een deur dicht en
bij het hooren van dat geluid verstijfde de
man, die eens de knaap Ludovicus was geweest,
plotseling. Toen sprong bg dour bet open
venster.
Het was Verdoorn, de nieuwe huisknecht, dia
binnenkwam, maar heelemaal niet zooala een
huisknecht betaamt. Hij daoth het electrische
licht aan, sprong bijna bovenop Karei, die er
nogal mal bijstond met dan halekeltlng in de
hand 'Hij duwde hem opzij au atond is aan oog
wenk bij het raam.
In welke richting is hli gegaan T vroeg hij
op een toon. die heelemaal niet met dien van
een huisknecht overeenkwam Voórv Ka re ant
woord kon geven was ook Verdoorn dooi net
raam naar buiten gesprongen Toen vèrschenen
andere personen op het t aineeieerst Kareis
oom Even dacht Karei, dat ook deze gov sprin
gen achter den inbreker an Verdoom aan. maar
oom van Voorst staarde ham alleen maar stom
verbaasd aan.
Jij hierhijgde hij.
Met een gezicht van dat heb ik nu eens in
mijn eentje opgeknapt overhandigde Karei sun
oom den buit.
Ik heb op hem gewacht, zei bij kalm.
Dus je wist. dat hij komen zou I riep oom
uit
Karei was op het punt aon zeer bescheiden
antwoord te gesnap toen Else binnenkwam, al
gauw gevolgd cfoor Rika, de huishoudster, tante
Emilia en verscheidene gasten.
Karei zei rustig en duidelijk
ik heb een beetje voor detective gespeeld.
Hm 1 gromde oom Johannes, dat bad Ja
wel aan Verdoorn kunnen overlaten,
Verdoorn T zei Karei.
Ja, rechercheur Verdoorn- Tante Emilia
wilde hem beslist hier hebban. Enfin, je hebt
het 'm geleverd. Een knap etufeje Work.
Karei straalde.
't Is kranig 1 zei Else.
En baar enthousiasme en baar oogen zeiden
Karei, dat «Uas nog wel in orde sou kamen.