DE VLOEK VAN EEN VOLK Het vergif waaraan jaarlijks millioenen menschen ten offer vallen Kleine dosis HEILZAAM Groote dosis FUNEST Mathis Grünewald, de meester van het Isenbeimer altaar nauwkeurig aanteekeningen te houden. Niettemin nam het opiumgebruik over de geheele wereld gestadig toe. In 18V0 schatte men zelfs het aantal per-onen, die aan opium verslaafd waren geraakt op 400 millioen! De eerste groote internationa le opiumconferentie werd gehouden in 1906 te Shanghai na de bezetting der Phiiippij- nen door de Ver. Staten. Op deze conferentie bleek, dat niet alleen de Oosterlingen, maar ook de meer, „be schaafde" Westerlingen aan opium waren verslaafd en dat de vrije verkoop van opi um, morphine en andere verdoovende middelen eerf-dreigend gevaar was gewor den. In d#vjartn 1911 en 1912 werd er te Den Haag étn/nieuwe groote opium-confe rentie gehoiklen, waaraan 12 landen deel namen en vraarbij de teelt en de verkoop van het rook-opium werden beperkt. Iri 1913 werden de besluiten, welke op de con ferentie te Den Haag waren genomen, in de wetgeving toegepast. Vele besluiten zijn nadien nog genomen, maar het is zeer de vraag of men er ook afdoende in zal slagen den breedvertakte opiumhandel lam te leggen. Het toppunt van gelukzalig heid. Een der grootste ellenden van het menschdom is ongetwijfeld de opium, het kwaadaardigste .genot middel, dat ooit door mensehen werd uitgevonden, omdat in het al gemeen iedereen, die zich met het opiumschuiven of kauwen in laat, er al spoedig niet meer buiten kan. Men vervalt van kwaad tot erger, welk rampspoedig proces over het algemeen na enkele jaren met waanzin of den dood eindigt. Men zou zich vergissen met te meenen, dat slechts Oostelingen en dan in het bijzonder Chineezen en Britsch Indiërs met dit kwaad behept zijn, helaas is het aantal blanken, dat on der de opiumpest gebukt gaat legio. De werking van de opium openbaart zich gewoonlijk een of twee uur, nadat de do sis is ingenomen dan nog vijf of zes uur. De graad van opgewektheid, die dan wordt bereikt, beschouwen de echte opiumschui vers als het toppunt van gelukzaligheid. Deze menschen zijn terstond aan hun uiterlijk te herkennen. Ze zijn zeer ma ger, hebben een bleek gele gelaatskleur, een slependen gang; de ooge- liggen zeer diep in de kassen en hebben een eigenaar- digen gloed. De geestesvermogens van den opiumeter zijn totaal uitgeput hij is tot geen enkele prestatie meer in staat. Zelden worden zij ouder dan veertig jaar, daar zij dan aan hevige zenuwpijnen gaan lijden, waartegen zelfs dit sterke verdoovingsmid- del niet meer baat. D%, opiumrookers bla zen de rook nooit pit den mond, maar steeds door de nesugaten naar buiten. De eerste uitwerking van het opiumschuiven is dat de man (ook vronwan laten zich lper- mede in) spraakzamer en '-vendig wor den, maar weldra fliuwt dat weer af en treedt er een toestand van veTdooving in. Hierna vallen zij in e«n diepen slaap, wel ke soms vier uur duurt. H°t gebruiken van opium leidt vrijwel altijd tot hefmé- reele en phijsieke bederf van den gebrui ker. Krijgen deze menschen niet op hun gewo nen tijd opium, dan worden zij duizelig en beginnfen de oogen te tranen en, zou de opium Jtun plotseling geheel worden ont houden, dan worden de ongelukkigen meest al krankzinnig. Uit de geschiedenis blijkt, dat het "gebruik van opium reeds in dé oud heid bekend was, vooral in de geneeskunde werd er een druk gebruik van gemaakt. De Grieksche wijsgeer Hippocrates, ver klaarde, dat tyen zonder opium, onmogelijk de geneeskunde kon uitoefengn.0 Iri het oude Egypte was het opium, fian ook alleen maar voor medische doeleinden toegela ten. Maar ondanks dezen maatregel werd er in het geheim door de Egypteharen veel opium gebruikt. De Egyptische» toovenaars bereidden uit. héulzaad en naehtscS-"'--'ila- Opiumjonken in de ha ven van Singapoer, cen trum van den Indischen opiumuitvoer. i Hoe opium geworj|>n wordt In de eerste plaats kan rfei' zich de vraag stellen, wat opium eigenlijk is. Het- is het gedroogte sap van de halfrijpe za den van den maankop, bij ons beter bekend als papaver. In Hindoestan in Perzië, Klein Azië en Egypte wordt de papaver op groo te schaal gekweekt om het sap te verkrij gen, waarvan dan de opium gemaakt wordt. Ook in Europa wordt deze plan met dit doel gekweekt. Het verzamelen van opium uit de half rijpe zaaddoozen geschiedt op de volgende wijze. Eenige dagen nadat de bloemblade ren zijn afgevallen, worden in de zaaddoo zen insnydingen gemaakt, waarbij nauwlet tend wordt toegezien, dat het mes niet tot in de holte van de zaaddoos doordringt. Uit deze insnijdingen vloeit dan een witte stof. welk eerst een melkachtig voorkomen heeft, maar zich .weldra aan den. rand der insnijdingen verdikt. Gedurende een et maal laat men de planten in dezen toestand en den volgenden dag wordt lan de ooium verzameld met behulp, van groote, stompe messen. Elke" doosvrucht geeft slechts een maal opium en dan nog madtr twee honder- ste gram. De opium komt evenwel niet zo.o zuiver in den handel als de plant haar zelf voortbrengt. De eerste vervalsching ge schiedt reeds bij het inzamelen, wanneer bij het afschrappen van de opperhuid een weinig van de vrucht wordt medegenomen om het gewicht te verhoogen. Wanneer de opium is ingezameld, is het een- kleve rige, wasachtige, -bruine massa, welke een zoetigen-bitteren smaak heeft. Opium en opium! Opium en opium behoeft nog niet het- jfelfde te zijn, want men kent verschillen de soorten. De voornaamste daarvan zijn; Smyrnaasch, Constantinopelsch, Egyptisch, Perzisch en Indisch opium. De opium be staat uit versshillende bestanddeelen; als houtvezels, plajlteneiwit. caoutchouc, hars, vette- olie en een aanta! loogzouten, waar van als voornaamste genoemd dienen te worden, morphine, narcotine en codeinel De»uitwerking van de opium hangt af van de hoeveelheid, die men inneemt in een of andet-en vorm. Een zeer kleine dosis opium kan in speciale gevallen, wanneer de arts het voorschrijft, een heilzame uitwerking hebben op lichaam en geest, maar bij gere geld gebruik ,in welk geval de dosis steeds wordt opgevoerd om ër intenser van te genieten moet de opium leiden tot den algeheelen ondergang, wat zich in geestelijk opzicht uit door aanvallen van waanzijj, terwijl het lichaam geheel wordt ondermijnd. In kleine dosis, bijvoorbeeld van een vierde of een halve grein, werkt opium prikkelend; de polsslag wordt eenigszins versneld, de gemoedsgesteldheid wordt ge woonlijk opgewekter en er ontstaat een gevoel van welbehagen, waardoor de ge bruiker zoowel geestelijk als lichamelijk tot werk, dat veel inspanning vereiseht ge schikt ij. Maar weldra worden deze ver- sehijrgelen geyplgd door vermindêring van spferkracht, ongevoeligheid voor in wendige indrukken, lusteloosheid, en een neiging tot slapen. Dit zijn de gewone uit vloeiselen van de opium bij menschen, die niet aan het gebruik daarvan gewend zijn. Doch door herhaals gebruik neemt de m- vzloed sterk af en bijgevolg zijn zij, die opitim tot zich nemen, om een weldadige opgewektheid te verwekken, genoodzaakt steeds grootere hoeveelheden te nepien. In grootere hoeveelheden, bijvoorbeeld van meer dan twee of vier grein, wordende verschijnselen heel anders. Meestal treedt dan terstond een toestond van duizeligheid er dofheid in, zonder dat eerst het gemoed opgewekt is. De gevoelloosheid neemt hand over, hand toe. De lijder wordt beweging loos en ongevoelig voor uitwendige indruk ken; de ademhaling gaat slechts zéér lang- C hineesche vrouwen plukken de halfrijpe maankoppen van de papaver. Op den voor grond ziet men een vrouw de merkwaardig lange opium trijp rooken. laatsten tijd evenwel met reuzenschreden vooruit gegaan en zoo zullen de Grjine- waldvereerders met vreugde vernemen, dat onlangs een prachtige platenatlas van zijn werken het licht zag bij den Atlantas Verlag (Berlijn Zürich), waarin door vol maakte kleuren, reproducties voor. het eerst recht gedaan wordt aan het oeuvre van dezen grootmeester. t Uit zijn leven zijn betrekkelijk weinig feiten bekend. De eerste* sporen van „Ma this der Maler" (Hindemith wijdde aan hem een van zijn schoonste composities) vinden wij in Aschaffenburg. Dit Main- stadje was sedert het begin van-de vjjftien de eeuw de residentie van de aartsbisschop pen van Mainz. Waarschijnlijk heeft Mathis 'zich hier opgehouden sedert 1481. In 1487 hooren wü voor het eerst van een opdracht voor een altaarstuk. Omstreeks 1490 moet hij de stad hebben verlaten, waarschijn lijk omdat de opdracht voor het hoogaltaar in de parochiekerk was gegeven aan den kunstenaar van minderen rang (Hans van Worms). Grünewald moet toen reeds een schilder van groote bekendheid zijn ge weest. De volgende tien jaar zijn wij z'n spoor bijster. In den zomer van 1501 vestigt hij zich te Selighenstadt, waar een generatie later Hans Memling het levenslicht zou zien. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij hier een groote werkplaats met verscheidene assistenten gehad, waar een aantal opdrach ten werden uitgevoerd. Al spoedig volgt zijn benoeming tot hofschilder en adviseur in kunstzaken bij den aartsbisschop. Hij ontvangt een wapenbrief, waaruit de con clusie getrokken mag worden, dat hij in hoog aanzien stond. Albrecht Dürer zijn groote tijdgenoot en tevens zijn groote te- j genvoeter heeft hij, voorzoover bekend, een maal ontmoet. Bij die gelegenheid, het was tijdens de keizers-*' ÉL kroning in Aken, bood de meester van Neuerenberg Mathis een geschenk aan ter waarde van twee gulden, voor dien tijd een aanzienlijk bedrag, wellicht met het oogmerk, dat hij hem zou aanbevelen bij den aartsbisschop. Tot een opdracht is het evenwel nooit gekomen. Wel heef> Grüne wald een altaar, dat Albrecht Dürer begon nen was, voltooid, maar een en nder ge beurde geheel onafhankelijk van elkaar. Trouwens het aandeel van Dürer is door brand verloren gegaan. Het groote werk van Grünewald blijft echter het Isenheimer Altaar. Omstreeks 1512 moet hij er een aanvang mede ge maakt hebben, terwijl het gereed kwam in 1516, het sterfjaar van den abt van het klooster. Verscheidene deelen moeten uit gevoerd zijn in de werkplaats te Selighen stadt. Uit kleine correcties, die op de panee- len zijn aangebracht, blijkt hoe» critisch de kunstenaar te werk ging. Zoo heeft dit werk hem beziggehouden, dat hij nergens tijd voor had. Op een belangrijk proces, waar hij als hoofdgetuige moest verschij nen, wachtte men tevergeefs. De Boerenoorlog, die in 1525 uitbreekt, breekt zijn werkkracht. Hij twijfelt tusschen het Katholicisme en het Luther- sche geloof, het gevolg is dat hij uit den dienst van den kardinaal wordt ontslagen. Mathis trekt nu van de eene plaats naar de andere. In Augustus 1528 is hij gestor ven. Zijn nalatenschap bestond uit staats- gewaden en gouden ringen, de wapenbrief, twee rozenkransen, luthersche geschriften, «bijzondere kleurstoffen een een beeltenis van den Gekruisigde. Opiumschuivers in China. Op het gebruik ran de opium volgt een verschrikkelijk tu mult, dat eerst recht aanzet tot voortzetting van het getfot. zaam. De patiënt ligt roerloos, met geslo ten oogen en samengetrokken, pupillen. Naarmate» het vergif sterker wordt, ver zwakt de polsslag en verslappen de spie ren; wanneer dan geen spoedige medi sche hulp wordt geboden, is de dood het Qnvermijdelij-ke gevolg. Herstelt de pa tiënt, dan gaat deze gevaarlijke toestand over in een slaap,Adie gewoonlijk 36 uur dimrt. Dat alles zijn de gevolgen voor menschen, die het opiumschuiven niet ge wénd zijn. De zoogenaamde opiumschui vers en -eters reageeren daarop heel an ders. Zy nemen het gif gewoonlijk in den voiVn van pillen of een papje tot zich. deren een drank, welke eert diepen slaap veroorzaakte en de menschen dikwijls voor eenige dagen yan het verstand beroofden. In de bestrijding van het opiumgevaar ging de vorige eeuw Amerika voorop, waar de Ver. Staten in 1840 een wet uitvaardigden, waarbij de verkoop van opium werd gere geld. In 1842 werd een verdrag gesloten met Siam; in 1844 met China en in 1847 met Japan. Bij deze verdragen werd be paald, dat de uitvoer van opium alleen voor medische doeleinden was toegelaten; de apothekers werden verplicht om van de personen, aan wie opium was verkocht, Een mysterieus schildersleven vol vraagteekens. Grünewald is wellicht de grootste kerk- schilder .aller eeuwen geweest. Hij leeft voort in de 'enkeje van hem bewaard geble ven altaarstukken. Wie voor het Isenhei mer Altaar, thans ondergebracht in het i museum van Colmar, staat, schouwt recht [in de ziel vgn den meester Mathis Neit- 'hardt Gothardt en voor hem zijn er geen vragen meer wie deze mysterieuze schil der in het leven van alledag is geweest, hoe ihij heeft geleefd, hoe hij er uit gezien moet hebben. Zijn geest.is voor eeuwig vast ge legd in enkele monumentale werken, over [het algemeen de vrucht van ettelijke jaren Jtrbeid, werk, dat aan het volmaakte grenst. Het. zijn felle, echt klassieke tinten, waar van deze meesters het geheim voor zich- zelve behouden hebben waarin zij de 'heilige gestalten hebben afgebeeld/waarin op onnavolgbare wijze hun gelaatstrek ken vqrm kregen. Devotie, smart of boven- aardsche vreugde uitdrukkende. Wanneer men deze juweelen van schil derkunst aanschouwt, krijgt men diep ont zag en bewondering voor den man, die ze schiep; en zou niets liever willen dan deze indrukken voor altijd in de herinnering te prenten. Vroeger war i over de omstreden fi-uur van Grünewald reeds verscheidene boeken verschenen, maar de kleuren en daar ging het in de eerste plaats om kwamen in de reproducties niet voldoende tot hun recht. De druktechnieken zijn den Halfverhon- gerde Chinee- sche kinderen in een aard- spelonk. De ouders zijn aan het kwaad van het opium schuiven ten, offer gevallen Aschaffenburg aan den Main. Gezicht op het be roemde slot, aan den bouw waarvan Mathis Grünewald een zoo

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 5