HOE JOKE RAADSELS Het verhaal van kabouter Rood muts De verstandige raaf en de slimme vos 5elf schilde rijtj 'es maakte Een verhaal dat met een spreekwoordenspel eindigt OPLOSSINGEN RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER Op de wedstrijd van het Oogstfeest in Kabouterland tweede een hemellichaam en het derd« een deel van "n plant. Het geheel Is een bekende voorjaarsverachijning. No. 4. Ik draag vleugels van onderen, mijn rug aan de voorkaiit en een wortel aan de bovenkant. Wat ben ik? No. 1. De mensehen leven op een bol; Maar., vreemd mijn wereldje is hol! Mijn bol zie 'k van de binnenkant. Mijn wereld heeft heel weinig land. Ik heb geen vleugels, op mijn woord. Geen poten.en toch kom ik voort. Ik heb ren mond. maar ik ben stom. Wie mij niet kent. nu die is dom! No. 2. Eén wiel op de grond; Twee wielen op de grond; Twee wielen op de grond en één in I de lucht. Drie wielqgfop de grond; Drie wielftrop de grond, en één in de lucht. Twee wielen in de lucht; Twee wielen niet op de grond, en niet in de lucht! Wat zijn deze zeven dingen? Knap wie het raadt! Joke was op school met erg knap in rekenen. Taal kon ze wél en vond ze leuk. Maar rekenen Vreselijk Zei ze iedere keer ais je vroeg, hoe z,e dat vond. Ze begreep noo t iets van dt> sommen, die juffrouw De Rooy haar opgaf. En eindelijk dacht Joke „ik kan ze toch niet, dus ik probeer ze maar niet meer.'" Juffrouw De tfooy was daar vreselijk boos over. Moeder moest op school komen en het eind van het liedje was. dat moeder en de juffrouw een hele tijd met elkaar en met Joke hadden ge sproken. Juffrouw De Rooy zei, dat Joke maar fens bij haar thuis moest komen, dan zou ze haar die moeilijke sommen met pleiner uitleggen. Maar dqn inoest Joke rein haar kant ook meer haar best doen. Al was ze in rekenen niet zo goed als in taal, daarom kon ze best een voldoende op haar rapport halen. Nu. dat had Joke beloofd. En ze had uu>ord gehouden. Ze probeerden de som- 9men net :o lang, totdat ze ze had opge lost Dat lupe niet altijd, maar dan ging ze naar juffrouw De Rooi/. d'e haar hielp. Zo had Joke al weken gewerkt en toen had jujfrouw De Rooy een briefje aan Joke s vader en moeder geschreven om te vertellen, dat hun dochtertje zo goed haar best deed. Vader en moeder waren daar erg blij mee en ze vonden, dat Joke wel een be loning mocht hebben. Ze hadden hog een klein kamertje vrij, maar tot nu toe had moeder daar allemaal krsten en koffers in gehad en Joke sliep met haar kleine zusje samen. Nu besloten ze dat kleine bergkamertje aan hun dochtertje te geven, dat al zo lang graag een eigen kamertje had willen hebben. Of Joke blij wasZe hielp zelf haar bed versjouwen. Met een paar stoelen ran haar moeder en een. klein kastje, dat op zolder stond, was het kamertje aangekleed. Nadat Joke nog een paar bonte kleedjes oja het tafeltje en het kastje had gelegd, moest iedereen be kennen, dat het kamertje onherkenbaar was. Het enige, dat nog een beetje kaal was, was de muur. Daar prijkte name lijk maar één klein schilderijtje. Meer bezat Joke niet. Maar daar wist ze raad op. Ze kocht glimmend pa pier en knip te daar heel handig allerlei figuurtjes van. Toen plakte ze die figuurtjes óp mooi, wit karton, op maat gesneden. Ze plakte er aan de achterkant een ophan- gertje aan en... klaar was het schil derij. Zo maakte ze er drie. Als je wist, hoe leuk dat stond.' Hier zie je een paar ran di'e figuur- TSETSEBED SIULRUU ANAAT WNA LA Wat .staat hiernaast? 1. Angstschreeuw. 2. De wind. 3. BALIE AGENT LEEDS I N D IE ETSEN 4 Staal, taal, aal. al. L. 5. Door het water. No. 3. Het eerste is een lichaamsdeel, het tjes De handigen .zullen ze direct Uit het papier kunnen knippen, maar de anderen kunnen ze eerst overtekenin, voordat ze de schaar erin zetten. In- plaats van zwart glimmend papier Jcun je ook gekleurd papier gebruiken. En als je een schilderijtje samenstelt, moet je er aan denken, dat je figuurtjes opplakt, die een beetje bij elkaar be- Jioren. I Bijvoorbeeld een mannetje, een huis en een boom. of een meisje en een hond. Zo kun je met weinig moeite aller aardigste schilderijtjes maken. De mensen, zei een dikke poes, wat maken zij zich druk Nu doen ze d i t, en dan weer dat I k heb het rustiger, als kat. Wat melk. een dutje. kaln^^HML alles wat ik - Zo. zo, sprak toegj die stil te luist'rél^| omdat hij 't heus maar. je vefgeefl Wanneer je ooit een* dan blijf j ij ook zo H?t was een hele drukte op de open plek in het beuken bos. buiten het Kabouterdorp. Kleurige, fleurige kleren dwarrelden daar dooreen in het zonlicht er heerste een- allergezelligste stemming en hot geroezemoes van allerlei stemmen door elkaar deed de dieren van het woud verwonderd tussen de takken door gluren. Wat was daar, bij die kabouters, toch eigenlijk aan de hand Waarom hadden alle kabouters, groot en klein, man netjes en vrouwtjes, hun knusse paddenstoelhuisjes ver laten en waren ze nu hier bijben op de plek, waar meestal de vergaderingen en allerlei bijeenkomsten werden ge houden We zullen het maar ineens verklappen er was feest vhndaag Ieder jaar, op midzomerdag, wordt in Kabouterland het feest gevierd van de Oogst. Dan hebben alle kabouter kinderen vrij van school, dan trekken alle kabouters hun mooiste kleren aan en komen met een blij gezicht naar buiten, waar ze zich tot één grote, krioelende massa aan eenvoegen opTkL feest weide. En dan vieren ap feester zijn tentjes van brede rabar- berblarpn, waaronder allerlei versnaperingen en verver singen worden verkocht. Er zijn orkestjes van vrolijke muzikantjes, die de hele dag door onvermoeid danswijsjes spelenen niet voor niets, hoor! Want een dansje maken de kabouters op zo'n dag maar al te graag, op de maat van die lustige tonen. Ja, dat gaat daar vrolijk en rumoerig toeMaar het hoogtepunt van dat feest is toch de wedstrijd De wedstrijd dat is het glanspunt van, de dag, waar naar allen reikhalzend uitzien. Want daaraan kunnen allo kabouters meedoen en een *is er, die de grote prijs wint/; wat op zichzelf al een hele eer is en waardoor hij een jaar lang als ,.De Prijswinnaar' wordt bewonderd. Maanden van tevoren reeds komen de oudste en deftigste kabouterheren in vergadering bijéén, om de aard van de eerstvolgende wedstrijd vast te stellen. ,In die vergaderingen scherpen zij hun verstand en vindingrijkheid, om wéér een ^aardige en geslaagde prijsvraag te bedenken. En zo was dan ook dit jaar de wedstrijd weer een uit bundig succes. Want er zat spanning inén er kon braaf bij worden gelachen De opgave leek vrij eenvou dig een week voor Jict feest was overal bekend gemaakt, dat de kabouter, die het meest fantastisch/ verhaal kon doen en daarin het knapst kon jokken, de prijs zou w in nen. En die prijs was weer de moeite waard een vaatje heerlijke, zoete honingwijnDe tongen waren in bewe ging gekomen en onder elkaar haddeh de kabouters al voorspeld, wie de prijswinnaar zou jrijnNatuurlijk kabouter Roodmuts Tjonge, die kon zó jokkendie kon zulke dwaze ver halen doen, waarvan je de haren té berge rezen Het kon haast niet anders, of die zou wel gaan strijken met de prijs Zo fluisterde men en op die manier werd de spanning erin gehouden. me bleefIk bukte en nam mijn schaduw dus op mijn schouders zo liep ik verder. Bijna was ik bij huis, toen de klok twaalf uur sloeg. Bij de twaalfde slag opende zich plotseling, vlak voor mijn voeten, een groot gat in de grond ik kon mij niet meer op tijd inhouden en stapte er pardoes inIk viel, steeds maar door. wel een kwartier lang. Mijn schaduw, die ik nog altijd op mijn rug droeg, druktcv zwaar en ik liet haar los. En daar ze zwaarder woog dan ik. viel ze nog sneller naar beneden ze kwam het eerst op de bodem van de put neer en ik/ viel boven op haar. overal langs de weg kunt vinden? Kijk een.«* antwoordde oom, naar die werklui, die daarginds* de wortels van de bomen uitrooien. Op 't ogen blik liggen ze in de schaduw onder de bomen. Denk je nu niet aan een spreekwoord Ja. zei Loe, na gedane arbeid Is het goed rusten. Juist, antwoordde oom, houdt je oren en ogen nu goed open, misschien komen we nog meer spreekwoorden te gen. Ik zie er al een, riep Lize opge wonden. terwijl ze naar Wim keek, die zich op een omgehakte boomstam in evenwicht probeerde te houden. Oefening baart kunst Ja. of de aanhouder wint, zei Loe. Even later zag Lize een blinkend voorwerp op de grond liggen. Ze bukte en raapte het op. Kijk eens, iemand heeft een goi>- dén ring verloren, riep ze uit. Een ring. maar geen gouden, lachte oom. Het is niet alles goud wat er blinktriep Loe uit Het vinden van spreekwoorden werd e^r. hele sport. Tussenbeide kwamen ze ook wel eens met een gezegde aan, dat helemaal geen spreekwoord was. Maar dan zei oom» Je moet me geen knoilen voor ci troenen verkopen. En »dat gaf weer nieuwe pret dere mededingers het niet verder had den gebracht dan ten hoogste negen Zo ben ik dus van heden af verloofd met prinses Zijdelok van Tegenvoe- tersland En hoe ik hier teruggekomen ben Wel. heel eenvoudigIk ving een grote mol. pakte die bij z'n staart en hitste hem op. Het dier begoft ver woed tc graven en ik liet me aan zijn staart meetrekkenZo kwam ik weer spoedig aan deze kant van de aarde terug Een luid gejuich daverde over het veld, toen kabouter Roodmuts zijn fan tastisch verhaal had beëindigd- Allen waren het erover eens. dat hij de prijs had verdiend zo knap gej^Kt als hij had er niet één'! Zo dacht ook de wedsj7rijdeommissic erover en de voorzitt/f- wilde juis^ verkondigen, dat kabouter Roodmuts dit jaar de kampioen was. toen opeens een oud kaboutertje met een grijze1 baard, die tot bjjna op de grond hing. naar voren tran. Ik hel/nog geen beurt gehad! riep hij. Verwond» rd keek men op. Warempel, hij hacr gelijk Zijn naam stond ook op de lijst der deelnemers en men had htvd waar vergeten Plechtig zei de burgemeester: J. hebt gelijk, kabouter Puntesik. Ga je gang De nudi kabouter beklom hot po dium Even stond hij daar stil. toen klonk zijn stem Alles, wat kabouter Roodmuts daarstraks heeft verteld, is vol komen waar/ Ik kan het be wijzen zi< maay hier Onder doodse stilte van alle aan wezigen «talg hij de magere hand op er. \oondjr het publiek veertien eindjes /touw. ?H. d t zijn de touwtjes van de ïXorSUn. die Kabouter Roodmuts aarf h« t hef van prinses Zijdelok heeft op gegeten Ik heb ze mecgi brac bt Met een slim lachje daalde hij van het podium F.n nu brak een gejuich los. waai het vorige mejs/bij was ge weest En eenpang vefklaarri" men: ka nou ter Puntesik heeft de prijs ge wonnen l Toen beklom kabouter Roodmuts het podium Dat was mijn gelukik kwam tamelijk zacht terecht, maar mijn arme schaduw piepte. Ik lette daar echter niet op en keek rond. waar ik eigenlijk was terecht gekomen. Het was zeer donker, de maan kon deze diepte met haar licht niet bereiken. Toeii evenwel mijn ogen wat aan het duister gewend waren, zag ik tegen de wand van de put een spade en daarboven was een papier geplakt. Ik gaf mezelf een klap op mijn linkeroog en bij het licht van de sterretjes, die daaruit sprongen las ik de woorden, die op het papier geschreven waren. „Graaf je een weg door de bodem Ik nam deze raad ter harte, pakte de spade en groef, groef, groefEn warempel, opeens werd het licht onder mijn voetenOpeens kwarti ik tot de ontdekking, dat ik met mijn beide benen in de lucht stond ik was dwars door de aarde heen gegaan Terstond voelde ik mij beetgepakt en op mijn voeten gezetOm mij heen was een prachtig, groot bos en ik stond temidden van een troepje vreemde kabouters. En wat ik toen meemaakte Ik zal het kort maken. Er werd in dat land rondje- roepen. dat de kabouter, die de meeste worstjes aénter elkaar kon opeten, tot verloofde van Prinses ZijdeloK werd uitgeroepen. Tussen ons gezegd, het zijn me daar lekker bekken. hoor Ze houden daar van lekker etej/ Maar ik lust ook wel wat en ik daeht. k opia an. laat ik eens de kans wagen Zo gezegd, zo gedaan/. Ik liet me .inschrijven en werd toegelaten in het pajéis. Daar stonden, voor de troon des konings. lange t.Téis op schragen en daarop, in geweldige schotels, lagen/massa's worsten uit gestald Nou. ik ging aan het werkIk pakte, onder het oog van al die Hoge heren, van den koning en prinses Zijdelok, de ene worst na de andere en hapte, kauwde, slikte, dat het 'n lieve lust was. Langzamerhand raakte ik verzadigd en ik begon al te vrezen, dat ik niet genoeg zou kunnen verwerken Eindelijk kon ik gewoonweg niet meerIk kon geen hap meer naar binnen krijgenToen trad de opper- hofceremoniemeester naar voren, telde de overgeschoten worsien en wat bleek ïk had het record ge slagen Veertien worsten had ik ver» roerd, terwijl de an- De feestdag liep ten einde. Dat wil zeggen de gewone dingen waren pf ge werkt. Maar het grote'' moment moest nu gaan beginnen, waarnaar men reikhalzend had uit gezien Daar kwam de dikke burgemeester van, Kabouterstad aan hij droeg zijn deftige ambtsgewaad en had een lange staf in de hand. Achter hem kwamen, al even plechtstatig, de commissieleden. Midden op de open plek in het bos was een soort tribune opgerichtdaar klom de burge meester op en nu hield hij een korte toespraak tot de mênigte. waarjn hij de voorwaarden en de aard van de wedstrijd nog eens in het kort toelichtte. En toen kon de wèdstrijd dan beginnen Een oude raadsheer trad naar voren en las van een papier telkens de na^m van een mededinger op. Die moest dan uit het publiek komen en op het podium zijn verhaal afdraaien Steeds groter werd de vreugde onder de aandachtig luis terende feestgangers. Wel, wel, wat hoorde men rare dingen vertellen De ccn jokte al mooier dan de,ander Wat deden ze hun best. Eindelijk kwam kabouter Roodmuts aan de beurt Een gemompel ging door de menigte. Daar was hij dan. de man, die volgens verwachting vast en zeker de prijs moest winnen Zelfbewust, met een guitig lapjfcje om de lippen, betrad hij het gestoelte. Even streek „hij* door zijn lange baard en li# zijn ogep gaan over dé' saaingestroomde kabouters toen begon hij te vertellen Ik liep hedennacht door het hart in m'n eentje- fV volle maan scheen helder en straalde zoveel licht uit. •at de zon et mat bij leek en uit nijd van West naar Oost verdween. Toen ik achter '«werkte ik. dat n.ijn schaduw zo moe was, da. ten heel eind achter

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 4