NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
HARTEKREET.
RICHTLIJNEN
pan een jon gen Nederlander
Maandag 15 Juli 1940
Een
Brochure van mr J. Linthorst Homan
VOOR DEN
Wederopbouw van Europa
V
Ut JtMrgang, No. 20373
Ons Nederlanderschap was Nap Herstel
van het Oude zal door ons Volk niet meer
worden geduld - De Vernieuwing moet echter
historisch zijn gefundeerd
VERDERE
DISTRIBUTIE-
MAATREGELEN.
Boter, margarine,
spysoliën, ryst, gort,
enz.
Kleine Landen komen in een geheel
nieuwe Positie - Eerlijk Inzicht in de
Verandering der Dingen is noodig
Nieuw Systeem gebaseerd op Arbeid, Prestatie en
Productie, niet op Goud en Kapitaal
Belangwekkende Beschouwing in de Boersenzeitung
Noodlottige versplintering
Geen nieuwe wijn in
oude zakken
Duitschland heeft
veel te bieden
Hoopvol toekomstbeeld
Groote kans voor de jeugd
BUITENLAND
De Luchtaanvallen
op Malta.
Batista blijft President
Cuba.
van
I
COUBANT
Directeur F. TIETER
Bur. Markt SI. Tal. 2748
Postgiro 48400
Mr. J. Linthorst Homan, Com
missaris der Koningin in de Provin
cie Groningen behoort tot de lei
lende figuren, die zich daadwerke
lijk heSben ingezet om te komen
tot een concentratie van werkelijk
nationale krachten in ons land, dat
temidden van de wereldhistorische
revolutie, waarin ons werelddeel is
gestort, nieuwen vorm moet zoeken.
De allesbeheerschende vraag bij dit
vorm-zoeken is die naar de verhou
ding tusschen verleden en toe
komst. Moet er met het verleden
radicaal worden gebroken, kan er
van de oude vormen nog wat wor
den bewaard, hoe moet de Neder
lander zich het toekomstperspec
tief denkenT De meeningen hier
over loopen uiteen en dat maakt het
heele vraagstuk zoo gecompliceerd,
en houdt het vooralsnog ook zoo
theoretisch. De opmerkingen, die
mr. Linthorst Homan in zijn dezer
dagen verschenen brochure! „A a n-
pakken maakt overlde pro
blemen, die ieder bewtjgienederten-
der bezig houden, Zijn de overden
king ten volle waard.
Naar eenheid.
Gelijk ook in menig ander land, zoo
schrijft hij, zoo komen nu ook bij ons
van verschillende zijden plannen voor
sterkere eenheid in het volk l^s. Het
doet vreemd aan, dat ook nu gelijk
steeds in het politieke werk ieder
daarbij slechts de door hèm voorgedra
gen-eenheid als de juiste ziet. Ieder
meent, dat hij de ware oplossing heeft
gevonden en juist ook zij, die onder
linge felheid en heftigheid in de 'poli
tiek steeds zoo sterk hebben veroor
deeld, uiten zich op een wijze, welke
doet denken dat zij al hunne tegen
standers bedoeld is dan: ieder, die
een andere nveening heeft dan zij
van opzettelijke verwaarloozing van de
algemeene zaak, dus van kwade trouw
verdenken.
Aan dit laatste wil de schrijver niet
meedoen. Stellig zullen ook nu, gelijk
steeds, in het zonken naar de uit
wegen en de oplossingen voor ons
volk zich wel zoekers mengen, wier
bedoelingen diet zuiver-en-aleen op
het welzijn van het volk zijn gericht,
doch wanneer wij niet uitgaan vtgi
elkanders goede trouw is zelfs ieder
debat vruchteloos. Wij zijn als Neder
landers thans allen ih dezelfde positie
wil zijn burgers van een bezet land
aan wie op royale wijze volksvrij
heden zijn toegezegd, doch desniette
min burgers van een bezet land. Wij
zullen dat allen betreuren, omdat mi
eenmaal de vrijheid en zelfstandigheid
voor een volk het hoogste goed is. Wij
moeten nu meer dan ooit tevoren er
naar streven onderling een sfeer te
scheppen, in welke vruchtbaar werk
mogelijk is. De vraag, of en door wie
vroeger de sfeer bedorven is geweest,
kan dan door praktisch werk worden
achterhaald. Ons Nederlanderschap
moet ook daarom voor ons allen den
onderlingen afstand overbruggen om
wij ons Nederlanderschap goed en
iaat dat wil zeggen: verjongd en
aan de volgende gene
Satie zullen moeten overgeven.
Slap Nederlanderschap.
**hr. betoogt dan dat ons Neder
landerschap, zooals het zich in de
■aatste tijden had ontwikkeld, slap
was. Het gemeenschappelijke in ons
mi en' bet aan ons allen en ieder
"eigene" van ons volk, was te
U v*n bracht en van omvang om
n* kuni*en zijn.
*u.k J>*3eert achr. vooral op hetgeen
j 70"1, 10 Mei voordeed niet op de
"a 10 Mei.
3° J®*' beeft menig vaderlander
J4"11 aün sterkste Nederlan
doen kennen. Doch toch
er °°k sinds dien dag vele
j—f"® van zwakte en slapheid.
"™ar, de fouten uit ons volk van
frrr.1 M S?10* no* grooter
a. z« openbaarden zich door
ah Tr^nnanr-ndheid van het volk
door een grooten af
■een .fUtTT1! ToUt overheid, waar
atstand had behooren te zijn.
**be"rt "lissen werden ge-
weel te veel een hooge-hoe-
veel te wéinig een
volkskracht
Een kille sfeer heerschte helaas
menigmaal tusschen burger en over
heid.
Doch dit betreft slechts het uiterlijk
der zaak. Belangrijker waren de ge
varen, welke zoo sterk zijn bevorderd
door de groote scheiding, ja zelfs
tegenstelling, tusschen de volksgroe
pen zooals zij naar godsdienstige of
politieke lijnen uiteen vielen. Ook voor
hen, die het toejuichten, wanneer ieder
Nederlander in eigen kring de hem
vertrouwde sfeer kon vinden, was het
steeds een bijzonder groote teleur
stelling, te zien, dat dit in de praktijk
uitliep op bijna volslagen scheiding
van de anderen, en, vooi de niet in
een eigen tehuis zich treffenden, op
bijna volslagen eenzaamheid.
MR J. LINTHORST HOMAN.
Dit is in ons volk wel degelijk ge
voeld. Zoo is dan ook de drang te ver
klaren, welke in de laatste jaren voor
al bij de jongeren zich openbaarde
naar meer saamhoorigheid .beter on
derling begrip, meer gemeenschaps
zin, minder'onderlingen afstand, meer
opofferingsgezindheid.
Helaas heeft de ontwikkeling der
gebeurtenissen ons niet toegestaan
onze eigen fouten in vrijheid en in
onafhankelijkheid te verbeteren.
Nu staan wij na een korten maar
dapper gevoerden oorlog nog tegen
over dezelfde vraagstukken als vroe
ger, en tevens tegenover ontelbare
nieuwe vraagstukken. Wat wij in vre
destijd in jaren hadden kunnen ver
anderen het tempo was niet op
onze hand zal nu werkelijk op zéér
korten termijn moeten geschieden.
Oud en nieuw.
Waarom is het onjuist, thans in her
stel van het verlorene de taak dezer
dagen te zien?
Omdat opbouw, ook wederopbouw,
steeds moet geschieden met inacht
neming van vroegere ervaring. Waar
fouten waren, dienen in het vervolg
fouten te worden vermeden.
Doch ook omdat, de tijd in zijn ont
wikkeling nu plotseling een grooten
sprong maakte. Wat wij in eigen ge
stadige werkzaamheid reeds bezig wa
ren te verbeteren en dat de Ne-
derlandsche jeugd hier bezig was, zal
niemand ontkomen mbet nu ineens
verbeterd worden, nu de omstandig
heden ons voor de taak stellen, het
oude te herzien. Slechts bij het volgen
van een bezielend ideaal kan ons volk
weer op krachten komen. Bezielend is
het niet, het oude mét zijne fouten
weer te helpen herrijzen; weinigen on
der de jongeren zouden daarvoor zich
willen instellen.
Het oude is voorbij, misschien
niet in ieder opzcht, doch wel zóó
dat herstel gelijk het vroeger was,
door ons volk terecht niet meer
zal worden geduld.
En waarom is het onjuist, in Neder
land algeheelen nieuwbouw te willen
tot stand brengen?
Ten eerste omdat bij het oude veel
goeds en bruikbaars is.
Ten tweede, omdat het niet zeker
is, dat een elders passend systeem ook
hier, in ons volk en in ons land, zou
De distributie is uitgebreid Ut
een nieuwe reeks verbruiksarti-
kelen en wel:
a. Margarine, spijsvetten, spijs,
oliën en boter (behalve schapen
en geitenboter);
b. alle soorten rijst, gebroken
rijst, rijsteaseel, havermout, ha
vervlokken, grotten, gort, saai
sena, griesmeel, macaroni, spa
ghetti, vermicelli en
Gedurende het tijdvak van 15
tot en met SS Juli as. geven de
bonnen 87 en SS recht elk op H
pond boter of margarine of vet,
naar keuze van den keoper.
Voor verdere bijzonderheden
verwijzen wij naag het tweede
blad.
I Tenslotte omdat de geleidelijkheid
wat iets anders is dan de traagheid,
gelijk bedaard overleg iets anders is
dan onverzettelijkheid in de thans
bij ons bestaande verhoudingen het
best- recept is.
Wie onze vrijheden van godsdienst,
levensovertuiging, kerk en geweten
over het hoofd zou zien, zou ervaren,
dat hij slechts voor korten tijd had ge/
bouwd. Wie onzen critischen zin zicfi^
niet laat uitleven, zou ons niet tot ons
hoogste rendement kunnen laten ko
men. We ons teveel zou dwingen in
een vast systeem, zou terwille der al-
gemeene zaak niet zooveel nut hier
zien geboren worden als hij, die
vrijer 4en teugel viert. Onze geoc
deins van alle eeuwen spreekt hierin
een'dujöelijke taal.
Groote gedachten stroomen in tij
den als deze over de wereld; zij laten
geen eAkel land onberoerd. Nu Euro
pa deze gedachten verwerkt, zal en
wil ook Nederland zijn oogen niet
sluiten. Nu anderen toonen wat ener
gie vermag, wil ook Nederland zün
energie doen gelden. Maar gaat het
niet naar Nederlandschen aard, dan
kan het slechts teleurstellingen bren
gen; de ingewortelde verscheidenhe
den, ook territoriaal, laten sleehls
waarlijk Nederlandsche uitwerkingen
toe. Een goed programma voor ons
land moet een Nederlandsch pro
gramma "n. Het moet in den besten
zin des woords in Nederlandschen
bodem zijn wortels hebben, gegroeid
en niet overgeplant.
Deugdelijk werk behoeft niet lang
zaam werk te zijn doch het moet ge
stadig werk zijn. openstaand voor cri-
tiek van hen, die het werk én het
complex der vraagstukken dóór en
dóór kennen. Een uiterlijk succes zou
nog lang met een blijvende verbete
ring behoeven te zijn. Ook daarom is
ovërleg. liefst openbaar, steeds zoo
nuttig.
Vernieuwing
En schr. conclusie luidt:
Vernieuwing allereerst. Maar histo
risch gefundeerd. Goed Nederlandsch.
Vernieuwing zélf, als daad en als
verschijnsel, is op zichzelf niet vol
doende. Het belangrijke is de gezind
heid. de geest, waarin men de hand
aan den ploeg slaat. Deze gezindheid
moet de nieuwe gezindheid zijn, waar
op tienduizenden, vooral onder de
jongeren in. ons volk, reeds jarenlang
hopen en, wachten: de gezindheid
welke met gemeerschapszin het beste
wordt aangeduid, de opgewekte op
offering van vroegere voorrechten, de
neerhaling van vooroordeelen, de vast
beraden houding tot het tegengaan van
alles wat, naar klasse tegen stellingen
zou kunnen wijzen, de open erken
ning dei; fouten, de open erkenning
der nog voorhanden en nog komende
moeilijkheden, de moed voor de
nieuwe taak der nieuwe generatie.
'Voorbij is de tijd, waarin goede din
gen vooral werden beoordeeld naar
hub punt van herkomst en niet aller
eerst en voornamelijk naar de intrin
sieke beteekenis. Voorbij is de tijd,
waarin voor sommigen onzer gemak
kelijke wegen zich schenen te openen.
Voorbij is de tijd. waarin de economie
zóó strikt werd hooggehouden, dat het
sociale vraagstuk er geheel door werd
overschaduwd.
Maar dat wil niet zeggen, dat wij
daarbij niet kunnen en moeten aan
sluiten op wat onze vaderen ons na
lieten! Dat wil niet zeggen, dat onze
generatie zich het recht zou mogen
aanmatigen het oude, en gedegene
te miskennen en geheel iets nieuws
te stellen ook daar waar in het
oude zoo onzegbaar veel goeds ge
legen is.
Evenmin als de „ouden" mogen zeg
gen, dat de hervormers louter hervor
men on: zelf daarbij betrokken te kun
nen zijn, evenmin mogen de hervor
mers aan de „oude menschen" ver
wijten het goede uit het oude uitslui
tend te verdedigen, omdat zij zelf er
mede verweven zijn. Het is heel ge-
jprtkkeljjk leuzen tot verwijdering van
„wat zit" in wijden kring met groot
gejuich te laten begroeten, doch het
is onredelijk zich te gedragen alsof de
thans 'fungeerende Nederlanders alle
behooren tot den ouden, afgedanen
tijd. Wie ons volk kent, weet Wel de
gelijk, dat nieuwere opvattingen reeds
lang doorwerkten en- dat overal in ons
volk best werk kan worden gedaan bij
gestadigheid, doch niet bij revolutie of
onnoodig groote rukken.
De wisselwerking in ons volk moet
ook nu niet stilstaan. Is het mogelijk,
en daarvan ben ik ten volle overtuigd,
nieuwe gedachten te brengen door
eerlijke samenwerking van allen, dan
is onderlinge strijd niet in het lands
belang en dan is achterdocht lands-
gevaarlijk. Een groote actie voor ge
heel het land kan geweldige opbouw-
krachten opwekken. Laat ons die
krachten toch niet tegen elkaar ver
spelen!
Mr Linthorst Herman besluit zijn
„hartekreet", die tot het hart van
vele Nederlanders zal spreken, met de
volgende woorden:
„Gevelvernieuwingen voor een wan
kel gebouw zijn krachtverspilling en
zelfmisleiding. Maar anderzijds zijn
onze fundamenten hecht en goed; zij
kunnen worden gebruikt voor een
flinken en deugdelijken bovenbouw.
Dgze oude fundamenten dienen ons
nieuwe gebouw te dragen.
Aarzelt nu toch niet, pakt aan!
Pakken wij niet allen gezamenlijk
aan, dan kunnen wij niet bereiken, dat
ons' volk sterk en flink zün taak tege
moet gaat.
Voor stukwerk is het nu te laat ge
worden.
Wij moeten toonen het offer waard
te zijn, dat onze gevallenen voor ons
hebben gebracht".
Aanpakken! Een hartekreet van
een jongen Nederlander. 'Uiig. Tjeenk
Willink te Haarlem.
Tusschen vrees en hoop. in gespan
nen afwachting, welke plaats en
welke functie hun de historischè
omwenteling in een nieuw georga
niseerd Avondland zal toewijzen,
vragen de middelgroote en kleine
staten naar de grondstegen van bet
nieuwe Europa, zoo verklaart de
diplomatieke medewerker van de
„Boersenzeitun g", Carl Me-
gerle, in het eerste opstel van een
reeks artikelen over de grondste
gen van het nieuwe Europa.
Ter inl< g wijst de schrijver er
op, dat over de territoriale en andere
wijzigingen die noodzakelijk verbon
den moeten zijn met de verplaatsing
van het Europeesche zwaartepunt van
de Westelijke randen naar de van het
Noorden naar het Zuiden loopende
middenas, nog niet kan worden gespro
ken. Daarentegen zijn zekere grond
slagen er punten vdn uitgang reeds
thas zichtbaar en geven het recht om
vast te stellen, dat de volkeren van
Europa met vertrouwen den nieuwen
tijd kunnen tegemoet zien.
Er zijn thans reeds, zoo wordt in het
artikel verder gezegd, in Europa zeke
re objectief zakelijke en psychologi
sche voorwaarden, die dringen in de
richting van een nieuwe Europeesche
solidariteit en een lotsgemeenschap. In
het tijdperk van het moderne verkeer
en de moderne economie, an de mo
derne oorlogstechniek en strategie ge
voelt ieder, dat Europa te klein is om
zooals tot dusverre in talrijke, niet tot
leven bekwame eenheden versplinterd
te blijven, of zelfs in vijandelijke
kampen verdeeld te zijn en in oor
logen, die een zelfmoord beteekenen,
met haar kracht ook haar positie ip
de wereld te verliezen.
Al deze inzichten dringen naar de
Europeesche solidariteit, naar de op de
een of ander wijze te vormen econo
mische en verkeersgeografische groote
ruimte. De kleine en middelgroote sta
ten van Europa hebben door dezen
oorlog de les gekregen, dat het levens
gevaarlijk is een op zich zelf staand
bestaan tusschen rivaliseerende groo
te mogendheden te leven. Daar komt
bij het toenemende inzicht, in de on
houdbaarheid van de tot dusverre be
staan hebbende sociale, economische en
politieke systemen en de noodzakelük-
heid om 't birïnenlandsche regime der
volkeren opnieuw te onderzoeken en
aan te passen.
Al deze factoren begunstigen de psy
chologische bereidheid om loyaal deel
te nem^n aan de nieuwe organisatie
van Europa en de lotsgemeenschap
van de oude wereld, maar vooral ook
de noodzakelijkheid van een duidelijke
leiding te erkennen.
Voor de meeste staten van Europa
beteeken t het zich keeren naar het
nieuwe tegelijk een grondige, vaak
marteljjke en met offers gepaard
gaande losmaking van het oude.
In dit verband wijst Megerle er
op, dat de betrokken staten zich
moeten hoeden om nieuwe wijn in
oude zakken te gieten en hun za
ken toe te vertrouwen aan oude
en onbekwame handen. Met een
paar redevoeringen, verordeningen
en oppervlakkige gebaren zal hei
niet gebeurd zijn. Noodig is een
voor zichzelf eerlijk inzicht in de
verandering der dingen, een afkee-
ren van het opportunisme, eer. af
stand doen van overspannen poli
tieke en economische nationalis-
men en der erkenning van het be
ginsel, dat het met de eer van een
kleinen staat volstrekt vereenig-
baar is. wanneer hij zich toever
trouwt aan de leiding en de be
scherming van groote rijken.
Eerst thans is het mogelyk, zoo
merkt Megetfe tenslotte op, tege
lijkertijd een goed onderdaan van
zijn' volkj/een goed patriot en een
goed Europeaan te zijn, zonder dat
dit laatste woord dien valschen
klank heeft, dien het in den na-oor
logstijd van Versailles aankleefde.
In een tweede artikel publiceert
Megerle de lijnen voor een weder
opbouw van Europa.
Megerle gaat uit van het feit, dat
Duitschland niet alleen komt ajs
v overwinnaar van het systeem van
\VersaiUes, doch ook als een Rijk,
dij Europa veel te bieden heeft. Het
brengl Europa vrede, veiligheid en
bescherViing tegen aen het gebied
'Vreemde inbreuken van buiten, te
gen verwikkelingen in Europa zelf
en tegen de oeconomische worging
van buiten.
Het brengt de terzijdestelling van de
rivaliteiten der groote mogendheden,
waaronder Europa en niet in het minst
de kleine- en middel-kleine staten de
laatste eeuwen geleden hebben.
Met Frankrük is het belangrijkste
kristallisatiepunt van bondgenoot
schappen, coalitie-oorlogen en een po
litiek uitspelen van den een tegen den
ander verdwenen. Met Frankrijk is
ook de laatste vastelandsdegen en het
bruggehoofd van Engeland in Europa
verdwenen. Het bondgenootschap van
de spilmogendheden: en de duidelüke
duurzame afbakening van de belan-
gengebieden tusschen het Rük en de
Sowjet-Unie vergrootten de mogelijk
heid, aldus de schrijver, om de poli
tieke reorganisatie van Europa buiten
de rivaliteiten van de groote mogend
heden ten uitvoer te leggen.
De kleine landen behoeven geen
partij te kiezen, trawanten te zün
van afzonderlijke groepen of tus
schen de partijen door te laveeren
en zich door bedriegelüke militair*
inspanningen in hun eigen nadeel
strategisch belangrük te maken. Te
ven kunnen zij er zeker van zijn,
dat het Rük van hen niet verwacht
zooals de geallieerden na den We
reldoorlog, dat zü borgen of mede*
plichtigen van den overwinnaar
worden en zich zooals in den Vol
kenbond onder het voorwendsel van
collectieve veiligheid, met den over
winnaar gelykstellen tot nadeel
van de overwonnenen.
Vervolgens schrijft Megerle over de
nieuwe oeconomische en sociale orde
ning in Europa. Duitschland stelt
Europa nieuwe oeconomische denk
beelden en een beproefd ©economisch
systeem ter beschikking. Dit beteekent
zekere afzetgebieden, rechtvaardige
prijzen, stabiele valuta, een bestand
zijn tegen crisis en voor iedereen be
reikbare, van de kapitalistische over
macht vrij zijnde, handelsmeth'öden.
Aan dit gemeehschappelijke econo-
nomische leven kan iedere staat, hetzij
klein of groot, arm of rijk aan kapi
taal. agrarisch of industrieel, op grond
slag van rechtsgelijkheid deelnemen,
omdat dit systeem berust op de basis
van den arbeid, prestatie en productie
en niet op het toevallige bezit van goud
en kapitaal. De nieuwe economische
denkbeelden raken ook de nieuwe so
ciale denkbeelden, die het nationaal-
socialistische Duitschland het nieuwe
Europa eveneens ter beschikking stelt. -
Duitschland beoogt niet andere volken
zijn sociale orde of zijn wereldbeschou
wing op te dringen. Het is er echter
van overtuigd, dat zijn nieuw-gewon-
nen sociale waarden naar den inhoud
van meer dan nationale beteekenis zijn
en de uitdrukking zijn van de eischen
van de twintigste eeuw. Het, is voor
Europa ook van beslissende beteeknis,
dat zijn neuwe ordening geschiedt on
der de eigenlijke leiding van het beste
en meest beproefde organisatie volk.
Hoewei bij het einde van den wereld
oorlog overwinaar, overwonnene en
neutralen door een golf van pessimis
me en negatie werden meegesleurd,
kunnen de overwinaars van dézen
oorlog voor Europa ee n hoopvoller
beeld ontwerpen.
Het nieuwe Europa van de eensge
zinde samenwerking van allen, het
Europa zonder werkloosheid, zonder
economische- en valutacrises, het
Europa van plannen en arbeidsvee-
deeling, dat de modernste technische
productie-apparaten en een gemeen
schappelijk uitgevoerd, geheel Euro-
peesch verkeerssysteem ter beschik
king staat, zal na het overwinnen van
economische en nationale hinderpalen
zijn beveiligde basis en een snel op
komende welstand vinden. Het biedt
aan de Euopeesche volken, en niet in
het minst aan de kleinen, de grootst
mogelijkheden voor hun technische»
economische en verk eersmogel ijk he
den Of de volken van Europa hiervan
een nuttig gebruik zullen maken ligt
voo: het grootste gedeelte aan henzelf.
Ir ieder geval heeft de jeugd van
Europa een groote kans voor zich.
ITALIANEN VOORTDCREND I
IN ACTIE.
Een speciale correspondent van
Stefani meldt: Onze jachtformaties leg
gen door hun voortdurende aanvallen
op het vliegveld van Malta het plan ten
uitvoerbetreffende de systematische
vernieling van de Britsche luchtstrijd
krachten, wien zij zeer aanzienlijke
verliezen toebrengen. Telkens, wanneer
de Britsche jagers optreden, lijden zjj
verliezen aan manschappen en toe
stellen. Trouwens de Britsche jacht-
toestellen komen' eeréf tusschenbeide,
wanneer de Italiaansche formaties haar
taak reeds hebben voltooid.
HEVIGE VERKIEZINGS-
ONLUSTEN.
Bü de presidentsverkiezingen op
Cuba heeft kolonel Batista een groots
stemmenmeerderheid verworven. Ef
hebben zich heftige wanordelijkheden
voorgedaan, waarbij verscheidene doo-
den cn gewonden vielen.
't -%