rland in het niéuwe Európa
NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
lllfJrSK! *f
m i
Rijkscommissaris herhaalt, dat naar Duitschên
wil ons üolk zijn land in vrijheid voor de
I toekomst geheel zal weten te verzekeren
È&r
Over zijn verhouding tot het Huis van Oranje
zal het Nederlandsche volk zelf in vrij besluit oordeelen
Quitschland zal medewerken tot onverkleinde hand
having van 't geheele Nederlandsche Rijk
27 Juli 1940
iW
■i." s
TEN aanzien van dit land wil ik nog eens vast
stellen, dat naar onzen w| en wensch het
Nederlandsche volk in don* strijd van dezen
tjjdzijn land en zijn vrijheid Voorde toekomst ge
heel'*al weten te verzekeren en mannen uit het Ne
derlandsche volk, die zich van hun verantwoorde
lijkheid bewust zijn en zich geven willen, het lot van
dit land mogen besturen, gedragen, door het ver
trouwen van het gansche Nederlandsche volk. De
politieke wilsvorming in dit 'land is de zaak der Ne
derlanders. Wij behouden ons slechts voor onze
positie daartegenover te bepalen.
Het gedrag der
'Nederlanders.
hS" 'egetl
De vroegere Neder
landsche regeering.
Het Huis van Oranje.
Politieke wilsvorming.
De vakvereenigingen.
De concentratie-pogingen
Nederlandsch-Indië.
BINNENLAND
Het bevaren der
Rijnmondingen.
De Reichskreditkassen-
scheine.
i
1
No- 20384
v
-.• v •-
v •-
s< ,-afj TJ-f
jgmm
I
Bur. Markt SI. Tel. 2745
Postgiro 45400
Directeur F. TIETF.K
mei-
Mins sprak Rijkscommissaris Seyss- Inquart gisteravond in den Haagschen
Dierentuin voor een vergadering van de afdeeling Nederland van de buiten-
Iwdxhe organisatie der N.S.D.A.P. De passages, van zijn rrdr, die voor ons
bid en onze toekomst van het grootste gewicht zijn, laten wij hier volgen.
5* overige gedeelten van de toespraak vindt men elders in dit blad samengevat.
Het wekt menigmaal den indruk,
a'diis spr,, alsof wij te weinig als be-
ïertende macht zijn opgetreden, alsof
de Nederlanders niet duidelyk be-
retlen, wat een bezettende macht kan
ieledtenen.
Waar is ooit de weerga gevonden van
een laad, dat militair veroverd werd,
ja dat in den strijd met Engeland door
de Engelachen voortdurend tot onmid
dellijk aanvaisgebied gemaakt wordt,
re dat ijjn eigen bestuur heeft met
verregaande vrijheid voor politieke
vergaderingen en vrijheid van zijn
W1 Deze toestand is eigenlijk voir
komen onbegrijpelijk en slechts daar
toe te verklaren, dat wij hier in het
bewustzijn van onze kracht handelen
in het.verantwoordelijkheidsgevoel,
bi ieder geval voor dit land, in
de eerste plaats echter voor zijn Volk
btMen,
Wat nu het gedrag der Neder
landers aangaat, willen wij vast-
teilen, dat wij zeker niet onder-
terpenheid pf onoprechte beminne
lijkheid verwachten, wat wij echter
*e' verwachten is een behoorlijke
tn beheerschte houding, Ook in dit
"Wicht zijn wij grootmoedig.
een werkelijk Neder-
ndach nationaal gevoel niets hebben,
test het beste het feit, dat wij geen
"ter hebben tegen de Nederland-
to>k tetenale vlag, én dat wij aan de
test van Nederland denken, toont
'ians°rï aan' die w'i v°or de Neder-
l j, .'"u?d hebben, want de jeugd
van hel voIk- Ik «eb'
•tire '0t 0,,ders en leeraren de ern-
te J^^uwing. de jeugd niet in
voel begrepen nationaal ge-
°_fen dwaalweg te brengen,
'""eienis met den Opbouw-
bied' '1Ulp 80 begunstiging, die
terlkr ,an de oprichting van den
als het belangrijkste
en schoonmaakmiddel van
°et iedereen toonen, waar
te gaat.
verschijnselen zijn evenwel
niet voor ons, doch voor
trs zelf. Hiertoe behoort
de houding der Neder-
ver onze Ryksduit.che
Waartoe moet het bij-
n, wanneer klaarblijke-
onder ons, die jarenlang
mede-gearbeid hebben, op
wn"*!**" nu 5®boycot worden?
deel van het Ned er
door onverantwoorde-
de touwtjes trekken,
gedrongen, dien het eens.
W de schadevergoeding,
„teru* moet gaan. En
>k waarschuwen tegen
van het Duitsche
lijk, van onze
symbolen en vlaggen, boven alles
echter tegen iedere beleediging van
onzen Führer, die onze hoogste eer is.
Ik zeg zeer helder en duidelijk, dat een
zoodanige beleediging de zwaarste .be
leediging is, die een oogénblikkelijke
en onverbiddelijke reactie/van ieder
van ons, boven alles van iederen
wapendrager, tengevolge; zal hebben.
Ik wil ook echter al diegenen waar
schuwen, die in troebel water willen
visschen en meenen, dat zij achter den
rug der Duitsche weermacht hun dap
perheid kunnen bewijzen. Zonder uit
zondering gelden voor all.en de ver
ordeningen voor 'de handhaving van
orde en veiligheid en iedere poging tot
verstoring zatzonder aanzien des per-
soons gestraft worden, vanwaar ook
deze kome moge. Voor rechtmatige be
zwaren zal ik steeds een open oor
hebben.
Het schijnt mij ook noodzakelijk,
de verhouding gelijk die thans voor
ons geldt'ten aanzien van de naar
het buitenland gegane vroegere
politici der Nederlanden te ver
duidelijken. Met de vroegere regee
ring heb ik mij des te minder bezig
gehouden, daar het toch ook volgens
de Grondwet van dit land aan de
•regeering verboden is, den zetel
naar buiten Nederland te verleggen
en derhalve deze stap onwettig is
en daarmee alle verdere onder
nomen maatregelen dezer mannen
eveneens onwettig geworden zijn,
geheel afgezien daarvan, dat krach
tens het bezettingsrecht de Führer
van het CJroot-Duitsche rijk voor
den duur der bezetting de uit
oefening en toepassing van de regee-
ringsmacht duidelijk geregeld heeft.
Wat au de positie-keuze ten
aanzien der Koningin betreft,
moet het volgende vastgesteld
worden: De Koningin heeft den
oorlogstoestand tegen het Dait-
sche rijk nitgeroeiten, altkans
door Haar autoriteit gedekt en is
als vijandin van het Groot-Dnit-
ache rijk naar Engeland gegaan.
Bovendien volhardt Zij bij dezen
toestand, temeer waar ons niet
bekend is, dat Zij op «enigerlei
wijze protest tegen de van En
geland uit tegen Nederland on
dernemen bomaanvallen op niet
militaire doelen, waaraan voorts
Dr. SEYSS-INQUzyRT.
nog in de eerste plaats Neder
landers ten offer vallen, indient.
Zonder de vraag van den staats
vorm in de Nederlanden aan te
raken, zonder de verkonding
van het Nederlandsche volk tot
het Huis van Oranje op eerfiger-
lei wijze te willen beiavloedenl,
want dit zijn dingen,
waarover het Neder
landsche volk zelf in
vrij besluit zal oordee
len, staat vast, dat een bezet
tingsmacht iiet ziek niet kan
laten welgevallen, dat voor een
persoonlijkheid, zelfs als die de
Koningin van een land is, die
zich in de rijen der vijanden be
vindt, betoogingen van welken
aard ook worden gebonden.
Evenzoo Spreekt kef vanzelf,
dat iedere bemoeienis met het
bezette land voor den duur
dezer bezetting uitgeschakeld
wordt.
Ik ondersteep deze verklaring met
nadruk met het oog op de toekomstige
gedenkdagen, maar ook met het oog
daarop, dat vermeldingen in politieke
yergaderingen of programma's door de
bezettingsmacht niet kunnen worden
ter kennis genomen. Alles, wat ik hier
van de Koningin zeide, geldt in de ge
geven omstandigheden ook voor het
Huis van Oranje. Dit standpunt heeft
met onze bonding ten aanzien van de
politieke wilsvorming van het Neder
landsche volk niets van doen.
Wat nu deze politieke wilsvorming
betreft, zoo herhaal ik nog eens, dat
wij niet in dit land gekomen zijn, om
het Nederlandsche volkskarakter te
onderdrukken of het onse wereld
beschouwingen op te dringen, integen
deel, van het Standpunt der bezettings
macht ware het natuurlijk veel een
voudiger, Iedere politieke meenings-
uiting, van walken aard nok, in woord
en schrift, te onderdrukken.
Dit is niet het geval. Als niet zware
vergrijpen tegen de beslist in aan
merking te nemen belangen der be
zettingsmacht voorkomen, kunnen'nu
en steeds alle bladen verschijnen, en
zijn zij ook in hun inhoud slechts in
hun eigen belang en in het belang van
het Nederlandsche volk zoo ver slechts'
beperkt, als dit ten aanzien van de
noodzakelijkheden der bezettingsmacht
naodig blijkt. v
1 fndjen dientengevolgede pers zich
j zekere beperkingen opfegt, dan zal
wellicht de een of ander datgene mis
sen, dat hy tot nu toe interresant vond,
op den langen duur zal deze zeifbe-
heersching slecht nuttig blijken te zijn
en alle verstandige menschen zullen
eenmaal betreuren, dat de Nederland
sche pers niet repds vroeger tijdens
haar zoogenaamde neutraliteit,zulk een
zelfbeheersdtiihg aan den dag heeft ge
legd, aldus spr.
In (lit verband kom ik te spreken
over maatregelen, die ten opzichte van
de vrije vakvereenigingen en van de
Marxistische organisaties noodig waren.
Als iemand zich' mocht verwonderen,
dat zulke maatregelen zijn uitgevaar
digd, kan ik zeggen,, dat het op „zijn
hoogst verwonderlijk is, dat zij niet
reeds veel eerder, n.Ji op den persten
dag dpr bezetting, getroffen zijn. Daar
ik van meening ben, dat deze organisa
ties voor haar leden, die immers in
hoofdzaak tot den kring der arbeiders
en beambten behooren, nuttige resul
taten tot stand kunnen brengen en dat
vöor alles Ue leden van deze organisa
ties niet van de vruchten van Hun reeds
gedane prestaiies mogen worden be
roofd, heb ik nagelaten deze organisa
ties eenvoudig op te. heffen, doch heb
ik" het besluit genomen uitsluitend door
een nieuwe leiding mij waarborgen te
verschaffen, dat die invloeden en ge
varen^ zijn uitgeschakeld, die in een
nationaal socialistisch bewind niet de
vrije hand kan worden gelaten.
Bij dé vraag aan "wie ik het beheer
over deze organisaties moest geven,
was duidelyk, dat niet in aanmerking
konden komen al die mannen, die
langs den weg vay parlementair-
democratische compromissen tnêt deze
zelfde organisaties 'reeds eenmaal in
verbinding hebben gestaan. Na deze
beperking voerde de beschouwing van
de persoonlijke eigenschappen en de
ervaring op het betrokken gebied mij
tot de gevallen keuze.
Zonder ten aanzien der binnen-
landsch-politieke houding van deze
mannen en van den kring, waaruit
zij stammen, positie te kiezen, kon
ik évenwei vaststellen, dat deze
kring in de buiterlandsche politiek
een houding heef^ aangenomen,
- welke zonder prijsgave van welk
recht of aanspraak van vrije Ne
derlanders dan ook, die buiten-
landsch-politieke koers heeft ge
houden, welke, zooals de feiten uit
wijzen, de juiste was en welke,
indien door de verantwoordelijke
instanties in Nederland te rechter
tijd gehouden, aan het heele Neder-
landsche volk ten voordeel zou
hebben gestrekt.
Ik zie velerlei pogingen tot verzame
len," zoogenaamde concentratie. Ik
merk op. dat ik al deze pogingen met
welwillende belangstelling bezie en
haar geen moeilijkheden in den weg
zal leggen, tere ij het alleen maar gaat
om zulke pogingen, welke beoogen, in
eenigerlei vorm dien geest te laten
voortleven, die ten slotte het Neder
landsche volk naar den 10en Mei 1940
heeft gevoerd. De conserveering van
dien geest kan ik van het standpunt
der bezettende macht, maar ook in het
belang van het Nederlandsche volk.
zoolang deze bezetting duurt, niet met
open oog dulden, want er mag tus-
schen het Duitsche en het Nederland
sche volk nooit weder een lOée Me.
zijn.
Eén ding zou ik evenwel willen
zeggen: een binnenlandsch-politieke
beweging en wilsvorming kan haar
sanctie nooit vaa mij ais vertegen
woordiger der bezettende macht
verwachten, doch moet deze uitslui
tend daardoor verkrijgen, dat zij
het Nederlandsche volk van de
juistheid van tiaar richting over
tuigt.
Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat
geen verordening, zelfs niet eer.
wensch, maar ten hoogste een raad,
gegeven op grond van de ervaring,
welke wij in langen' politieken strijd
hebben opgedaan en welke niet blinde
lings moet worden geïmiteerd, maar
waaruit toch wel naar analogie nut
tige gevolgtrekkingen kunnen worden
gemaakt. De eenwording van de
krachten in een volk kan nooit het
resultaat zyn van de concentrat van
verschillend, programma's, waarbij de
beginselen zoover mogelijk worden
uitgebreid en daardoor onduidelijk
worden, ten einde allen daarin op een
of andere manier een plaats te laten
vinden. De concentratie van krachten
van een volk, dat in een zoo bijzon-
deren toestand verkeert als die waarin
thans Nederland zich bevindt, zal
slechts bereikt worden, indien
1. een duidelijk iyzi-ht over dezen
toestand is verkregen, terwUl dit in
zicht verworven is met het volledig
geloof aan de juistheid van deze ont
wikkeling.
2. Uit dit duidelijke inzicht de on
ontkoombare gevolgtrekkingen wor
den gemaakt volgers welke als
hoogste te beschermen goed het volk,
'dat wil dus zeggen het Nederlandsche
Volk en zijn welzijn, worden be
schouwd. t
3. Dit inzicht door een onverschrok
ken persoonlijke overgave wordt ver-
decigd, ook dan indien dat de breuk
met zoo vele gewoonten en gebruiker
beteekent. Wanneer deze voorwaarden
zijn vervuld,Nzal het volk bespeuren,
waar het om gaat en zal g-loovig den
werkelijk geloovige volgen en ook d:-
beze'tende macht zal dez r, manen niet
slechts haar ach i niet onthouden,
maar ook aan hun argumenent het ge
wicht niet. ontzeggen. idien in som-
nrr'E" vraagstukken meeningsverscnil
aan den dag zou tr.^en.
Nederlands lotsprobleem
Zeker is Nederland thans gesfeld
Voor het lotsprobleem. We zijn ons
volkomen bewust, dat zelden een volk
in zoo korten lijd uit zyn doen is gerukt
en voor nieuwe feiten is gesteld, welke
een nieuwe, koene, zelfs op sommige
punten revoiutionnaire geesteshouding
eischen. De zaak ligt echter zoo: Neder
land kan op het oogenblik, dat groot
machten dezer wereld tot den strijd
staan aangetreden, een oogenblik,
waarin heele werelddeelen in econo
misch en politiek opzicht gereconstru
eerd worden, niet aan- den rand der
wereidgeséhiedenis blijven staan.
De naaste toekomst zal moeilijk en
vol ontberingen zijn. De levenswijze
der Nederlanders, voor zoover zij
werk hadden of op andere manier over
een inkomen beschikten, zal zeker
door verhooging van de kosten an
levensonderhoud, verhooging van, uéc-
lastingen en tarieven, beperkingen
ondergaan
Dat Nederland aan den nieuwen
opbouw zal medewerken en wel a.s ge
lijkgerechtigde partner, is de wensch
van het Duitsche volk." Ik geloof, dat
deze nieuwe opbouw aan de meerder
heid Yan het Nederlandsche volk,
vooraf aan de arbeiders en aan de
plattelandsbevolking, maar ook aan
den Nederlandscben koopman en zee
man, zeer veel bieden zal, n.l. de me
dewerking aan de eónstructie van een
groote Europeesehe ruimte/ die door,
de afmetingen en het evenwicht vgn
haar deelen waarborg biedt tegen/Cri
ses van welken aard ook.
Maar niet de materieele dingen moe
ten thans op den voorgrond gesteld
worden, zooals byv. het feit, dat de
knapste koppèn op economisch gebied
zich inspannen een plan uit te wer
ken, op welke wijze en binnen wel
ken tijd de Nederlandsche economie
op de nieuwe economische organisa
tie vair Europa kan worden ingesteld
en daarin kan worden ingepast, opdat
zooveel mogelijk krachten en waar
den behouden en nieuwe kunnen wor
den verkregen.
Het voornaamste is de juiste po
litieke idee, want deze geeft ook
betrouwbare leiding in economi
sche dingen.
De leiding van hei Groot-
Duitsche rijk laat met de mili
taire bezetting van Nederland
evenmin een aanspraak gelden
op een oi ander deel van het Ne
derlandsche rijk buiten-Europa
als zij een opheliing van de
zelfstandige Nederlanden op het
oog heeft. Ik kan u veeleer de
verzekering geven, dat uit het
herhaaldelijk genoemde verant
woordelijkheidsgevoel en uit
het bewustzijn van een gemeen
schappelijk lot Nederland die
ondersteuning zal kunnen ver
krijgen, welke er toe leidt en
welke op een ol andere wijze
ertoe kan bijdragen, dat het Ne
derlandsche rijk in zijn geheel
onverkleiad blijft. Menschen
met inzicht zullen thans reeds
erkennen, dat het niet het ge
wicht van de bezettende macht
is, dat hier bet gevaar van een
breuk aantrekt
Het is zonder twijfel voor de toe
komstige beteekenis en positie van Ne
derland in de nieuw opgebouwde
groot-Europeesche ruimte van betee
kenis op welke wijze de Nederlandera
in dezen de eeuw beheerschénden strijd
positie kiezen en hoe zij zich houden.
In dit oogenblik ia de meest nauwge
zette opvolging van de bevelen van
den opperbevelhebben der weermacht
een vanzelfsprekend gebod. Elke, ook
maar geringste ondersteuning van den
vyand, wordt met den dood bestraft.
Mebr echter zal het Duitsche volk nu
nauwkeurig in oogenschouw nemen
welke houding het Nederlandsche volk
thans aanneemt. Hiervan zal het we
zenlijk afhangen, welke plaats en
welke beteekenis het lot in de toe
komst aan Nederland Mrulmen zal.
BEPERKENDE BEPALINGEN.
Het heden verschenen Verordenin
genblad bevat een verordening van
den Rijkscommissaris voor'het bezette
Nederlandsche gebied, houdende be
perking ten aanzien van het bevaren
van hei gebied der Rijnmondingen.
Het gebied,- waarvoor de beperking
in den zin van deze verordening geldt,
omvat de Nieuwe Maas, gerekend
stroomafwaarts vanaf de Oostelijke
grens van het Rotterdamsche haven
gebied bij Kraiingsche Veer, de haven
bekkens van Rotterdam, Schiedam,
Vtaardinffen en Pernis, den Nieuwen
Waterweg tot waar deze 'in zee uit
mondt, de Noordgeul, de Westgeul, de
Oude Maas gerekend stroomafwaarts
vanaf de hefbrug bij Hoogvliet, de
Botlek en de Brielsche Maas tot waar
deze in zee uitmondt.
Paragraaf 2 van de .verordening be
paalt:
1. Vaartuigen mogen het gebied,
waarvoor de beperking geldt, niet
bevaren, wanneer het varen uitslui
tend of overwegend bedoe'.d is als
sport of genoegen of voor het maken
vaé uitstapjes dient.
2. Het verbod van lid 1 geldt niet
voor vaartuigen, die hun toegewezen
vaste ligplaats in genoemd gebied
hebben, wanneer deze zich vanaf deze
ligplaats naar een water, waarop het
varen niet beperkt is, met uitzonde
ring van de zee, of van daaruit naar
hun ligplaats begeven en daarbij,zoo-,
veei mogelijk den uitersten rand van
het vaarwater houden.
3. Gedurende den tijd tusschen
zonsondergang en zonsopgang is elke
beweging van vaartuigen in het gebied,
^waarvoor' de beperking geldt, ver
boden.
4. De bevelhebber der Duitsche
marine in Nederland of de door hem
daartoe aangewezen instantie kan de
ingevolge lid 2 toegestane uitzonde
ring algemeen of voor een bepaald
geval opheffen of beperken.
Voorts is bepaald:
Komen in het gebied, waarvoor dq
beperking geldt, varende vaartuigen,
die de Duitsche ooriogsvlag vueren, in
zicht, dan moet elk ander varend
vaartuig terstond zoover mogelijk
naar den uitersten rand van het vaar
water gaan.
De bevelhebber der Dutische marine
in Nederland of de door hem daartoe
aangewezen instantie kan uitzonde
ringen op deze voorschriften toelaten,
waaraan voorwaarden kunnen worden
verbonden
Op overtreding is een hechtenisstraf
van ten hoogste zes weken gesteld
of/en een geldboete van ten hobgste
5000 r.m.
Bij recidive kan het varen in het
bedoelde gebied voor een jaar worden
verboden, op welk verbod gevangenis
straf of tuchthuisstraf naar Duitsch
recht als sanctie is gesteld.
INVOERVERBOD UIT BELUIK. 1
In het heden verschenen Verorde
ningenblad is de invoer van Reichs-,
kreditkassenscheine uit het Belgische
bezette gebied zonder toestemming van
het Deviezeninstituut verboden.
Naar wij vernemen houdt deze maat.
regel verband met het feit. dat Belgi
sche kooplieden hun inkoopen hier te
lande op uitgebreide schaal met in Bei-
gië geldende Reichskreditksssenscheine
plachten te betalen.
INKRIMPING EENDENSTAPEL. 1
In aansluiting op het bericht betref
fende de inkrimping van den pluim
veestapel vernemen wy, dat ook de
eendenstapel een zeer sterke inkrim
ping zal moeten ondergaan. Daarbij
zal in het oog worden gehouden, dat
de afzet van eendeneieren order de
huidige omstandigheden zooveel meer
moeilUkheden oplevert dan die van
kippeneieren. j