De stayers leeren het nooit SCHAAKRUBRI De stayers leeren het noojt! Reken-Puzzle FLITSEN UIT DE SPOR TWERELD FLITSEN UIT DE SPOR TWERELD Snelle viaachera In de schuilhut Het voedsel niet gauw te groot ONDER LEIDING VAN Dr. MAX EUWE OUD-WERELDKAMPIOEN SCHAKEN ~tfdïP-«S 7. ■vimMÊpmtm* «m vtitomnA, «teh veortnt^md m«t «Hamuli vf*ufelif«r«a Langen tijd kan men kijken naar de viaachenda aterna, ala men belangstelling heeft voor hun - viachmethode an voor hun vangat Bat ia atil hier op den warmen zomerdac wanneer het alik allergenoeglijkat pruttelt uft dulaand kleine gaatjea, welke de wadpieren in het aanalibael boorden. Maar het ia een groot verrehil of men op een warnien, zonnlgen dag, met bijna windstil weer hier rit of dat men een stormachtigen dag heeft uitgekozen, om de sterna tijdens hun viacbvangst te bekijken. Want wanneer een harde wind het water tot forse he golven op zweept, wordt het voor de aterna moeilijker, dan tullen ze niet gemakkelijk hun prooi onder water kunnen zien. Dan kunnen we nagaan, hoe de vogelt soms uren achtereen op zoek zijn naar voedsel, hoe ze af en toe atootduikend trachten ieta van hun gading te bemachtigen en hoe al die pogingen tevergeefach zijn. Dergelijk alecht weer kan Juist in den broed tijd voor de Jonge vogels dikwijls fataal zijn, omdat de ouders dan niet in staat zijn, ondanks al hun pogingen, voldoende voedsel voor het kroost op te halen. Bovendien is de gure weers gesteldheid, vaak gepaard gaande met regen buien, voor het Jonge goed ook direct gevaar lijk. Maar het ia géén stormachtige dag, het is een dag met zonnig zomerweer, met een koeltje uit het Westen en met stralqpde zon. En de visch- dieven vlsschen met gemak vandaag. Het is een beate dag voor de sterns, want heel wat trekken er van het Haringvliet naar het Westen toe met een vlsch in den snavel: ze gaan naar het nest terug om den buit te brengen. En kleine dwergsterns doen ook hun best om het één en ander van hun gading te bemachtigen. Die dwergsterns broeden op het achelpenstrand, waar hun moeilijk te vinden nestkuiltjes gedraaid zijn in het rand, temidden van de witte, ultgebleekte schelpen. Daarin lig gen de zandkleurige eieren of de jongen, die dezelfde kleur hebben. De viachdleven broeden meer achter de zeereep, achter den Jongsten duinrand, op de groene strandvlakte, waar ze hun jongen of hun eieren hebben liggen tusschen wat aanspoelsel of tusschen de helm, welke de minuscule duin- heuveltjes. welke door overstuiving op de vlakte ontstaan, begroeien. Op de vlakte van het groene strand liggen de aternennesten dicht bij elkander. Honderden vogels broeden hier tezamen in een ruime en goed-bevolkte kolonie. De meeste vogels ver-, staan geholpen door de natuur de kunst Van camoufleeren wel goed. We hebben in de ko lonie, bU één der nesten, een schuilhut gebouwd, waarvoor we gebruik hebben gemaakt van enkele ouda manden, een paar juten lappen en wat dor en droog aanspoelsel, als verdroogde stuk ken wier en wat takken. Dit bouwsel leent zich uitstekend voor het gestelde doel. Na ongeveer een half uur doodstil in onze geïmproviseerde schuilhut te hebben vertoefd, daalt Mn der vischdieven op het nest neer, gaat even zitten in broedhouding, richt zich dan onmiddellijk weer op - en vliegt weg. Maar daarop keert de vogel terug, zet zicb opnieuw, en hij wordt langzamerhand rustiger. We hou den ons uiterst kalm, maken nagenoeg geen en kele beweging in het donkere binnenste van het mandenbouwwerk. De vogel raaktdaardoor steeds meer op s'n gemak en zit nu volkomen tevre den naar menachelijk inzicht, zouden we erbij - moetan denken op het nest. De tijd verstrijkt langzaam. Er gebeurt prac- tiach niets bijzonders: minuut na minuut ver kruipt in de stilte van de strandvlakte en de stern blijft zitten soezen op dezelfde plaats. Wel wurmt zich at en toe een dons-jong even onder den vleugel te voorschijn, om daarna weer onder de veeren terug te koeren. Maar dan wordt vrij onverwacht de vogel, die op enkele ipeters van ons zit, levendiger: de hals rekt zich. de snavel gaat open, de keel produceert eenig geluld. We probeeren door'den- zijkant of door het „dak" van de man4 te zien, wat er aan de hand zou kunnen zijn. Maar het Ia onmogelijk, om, zonder het geheele bouwwerk ineen te 'doen «torten en daarmee den vaal te verschrikken, zoo'n bocht in onzen hals vlaggen, dat we kunnen Men, wat sich daarboven afspeelt.Dus houden we osman hUk gevestigd op den grond vóór ons, Ben schaduw veegt over het aon-betchenen naai blijft er. even trillend boven hangen en IN DE SPORT komt het karakter van een volk naar vorenin de sport valt het niet moeilijk zichzelf te zijn en te blijven. Vreemde invloeden stuiten in de sport altijd op het volkskarakter af Men heeft dat kunnen constateeren in het voetbalspel. Het is nog maar enkela jaren gelsden da* elke club van naam het aan haar stand verplicht achtte een Engel- schen trainer te hebben. Maar is daarom het voetbalspel in Nederland uitgesproken Engelsch geworden 7 Niets is minder waar dan dat en in de talrijke oefenwedstrijden op die Woensdag middagen op Spangen bleek dit keer op keer. In de sport blijft een volk zich zelf en in den weder-opbouw, waarover thans alom wordt ge sproken en waaraan ook alom wordt gewerkt, is de sport zeker met achtergebleven. Het woord aanpakken kan eike Nederlander ver voegen en de sportlieden hebben dat in de ach ter ons liggende weken ook. gedaan, koppig en doortastend. Op de verschillende sportvelden in den ruimsteq zin van het woord heerseht al leven en bedrijvigheid en van eenigen achter uitgang ten opzichte van andere jaren kan zeker niet worden gesproken. Het tegendeel is bijna waar. Kampioenschappen in allerlei takken van sport zijn reeds Weer gehouden en er staan Ier nog verschillende op het programma. De kam- pioens-voetbalcompetitie krijgt langzamerhand haar beslag, er zijn kampioenen in de kano, met het racket en ook op de fiets. Verrassingen hebben zich daarbij niet of bijna niet voorge daan alles lijkt volkomen bij bet oude te zijn geblevefl. Ook de stayerlj, de wielrenners achter moto ren. In den sprint won de favoriet van Vliet bij de profs en v- Linden bij de onafhanke- lijken. Bij de amateurs was er géén favoriet, omdat er na Derksen een groote groep sprinters kwam, van wie het onmogelijk was te zeggen, wie zich de sterkste zou toonen. In de achter volging won de favoriet Schulte. Wie twijfelde er eigenlijk nog aan f Dat was dus allemaal normaal Maar kijk nu eens naar de stayers. Favoriet was onge twijfeld Schulte. Hem kon practisch gesproken de titel niet ontgaanzijn opeenvolgende over winningen op Wals en al de anderen spraken te dien aanzien een te duidelijke taal. Schulte zou ook kampioen achter den motor worden Maar men herinnere zich nuden uitslag 1. Zwartepoorte 2. Bosland3. op ruim een ronde Van Amsterdam; 4. Wals en op ruim 2 roridep. 5. Schulte. De kampioen 1939 en de favoriet voor 1940 eindigden dus op de laatste plaatsen. Er had 'er natuurlijk één een slechten dag kunnen hebben. Maar twee candidaten tegelijkertijd 7 Wel niemand, die dat zal willen en kunnen gelooven, temeer niet. omdat het juist bijde stayers gebeurde. Da stayerlj is sedert jaren een aanhangsel van de wielersport, waarvan men meer verdriet dan vreugde heeft gehad. Nergens tiert de knoeierij weliger dan bij de stayers, zoo zelfs, dat er reeds meermalen in de vergadering van de U.C I., de internationale wielerunie, op werd aangedrongen de wedstrijden van de stayers ge heel te laten vervallen of in elk geval sterk te bekrimpen. Het gebeurde bij de wereldkam pioenschappen te Amsterdam, waarbij Wals een minder faire rol speelde, ligt ook nog te versch iij het geheugen om den uitslag van de nu pas gehouden Nederlandsche kampioenschappen zoo maar zonder meer te kunnen aanvaarden. A We willen aan de overwinning van Zwarte poorte niets af doen. Hoe de finale ook moge zijn verloopen, de winnaar verdient aller hulde, omdat hij in elk geval wist te profiteeren van de omstandigheden. Hoe waren nu die omstandigheden 7 Na de afgebroken kampioenschappen te Mi laan had Wals ongeveer afgedaan -met de stayerlj. Er viel nieta meer mee te verdienen én de twee keeren, dat hij te Antwerpen uitkwam werd hij zwaar geklopt Hij trainde ook niet meer, tot daar plotseling Schulte zich deed kennen als een stayer van groot formaat, ib zijn eersten rit klopte hij den kampioen en daarna nog eens. En Wals begreep, dat hij zijn Nederlandschen titel kwijt zou raken aan dien dekselschen Bosschenaar, dien krachtmensch, die blijkbaar allea kan op het gebied van wiel rennen. Men moet Wals kennen om te begrijpen, wat het voor hem beteekende. toen dit tot hem doordrong, Wals, de eerzuchtige en de heersch- zuchtige. (Vervolg op pagina 7.) dan valt de wederhelft van den vogel op het nest naast den ander neer, met een vochtig vischje ln den snavel. Uit de ondiepe nestkom rolt een dons-Jong te voorschijn, dat met ver opengerekten snavel op het voedsel afkomt. Men kan direct zien, dat de visch eigen lijk te groot is voor het „wurm". Maar niet temin neemt de kleine de visch aan en na- dat hij den buit eenige malen op den grond heeft laten vallen en één der oudera hem het voedsel weer heeft toegestopt, slaagt het Jong er toch ln de visch grootendeels binnen te krijgen. De visch past echter niet geheel ln het jonge-vogellljfje: de staart blijft nog eenigen tijd ln de buitenlucht: Maar ook die zal wei verdwijnen, wanneer het voedsel maar eerst wat verteerd 1*. zoodat,erweer ruimte komt en opschuiving mogélïjkwclrdt De nleuw-gekomen vischdief neemt de plaats op het nest ln en zet zich ln het nestkulltje. Het Jong wriemelt zich weg onder de veeren. De andere helft van het ouderpaar gast intusschen ter vischvangst en verdwijnt nu over den duin rand. om aan den mond van het Haringvliet met vele andere naar voedsel te zoeken. De voSël op het nest draalt zich en wiegelt en dan zakt de kop. de roode snavel gaat ..wat omlaag. De rust la weergekeerd op hef* viachdleven nest. De vogel bekommert zich oogenschtjnltjk niet om de wonderlijke mandenstapeling, welke zoo onverwacht nabij zijn nest is gekomen. De vogel op het nest soest wat la du warme J uit zon en verachiuft alleen maar af en toe een wei nig, als het jong wat opstandig rondkriebeit. Intusschen wordt het ontzettend warm ln^jpe schuilhut, want de zon beschijnt haar ln Volle glorie. Ze brandt direct volop op de lappén en de manden en ze weet door te dringen tot het binnenste, waar wij, ln een geenszins gemakke lijke houding liggen te loeren naar het visch- dl even-huishouden. In de kolonie is het stil; af en toe zien we, hoe er vogels thuis komen met voedsel. Dan hooren we de schelle krijschroepen en even daarna ia dan alles weer rustig, omdat de aan gekomen vogel den ander heeft afgelost, of is teruggekeerd naar de plaats, waar ze visschen, waar ze voedsel zoeken voor het kroost Van de plek, waar we liggen, kunnen we zoo een aantal nesten ln het oog houden ee we zien nu ook -enkele malen, hoe som, één der volwassen vogels de visch, die gevangen Is. af geeft aan de andere, die de prooi naar binnen - laat glijden. Dit la geen zeldzaamheid, want dik- wijlt wordt gedurende den broedtijd en vaak ook voordien al het wijfje door het mannetje gevoerd. Of het echter steeds het mannetje la, dat het wijfje voert weten we niet met zeker- held, want de beid# vogels zijn nagenoeg niet van elkaar te onderscheiden. Als we tegen de schemering terugkeeren langs het Haringvliet zijn er nog steeda vele vls- achende sterns boven het water; en er vliegen er nog steeds af en aan mét en zonder visch. Neen. veel rust geven de vogels zich niet in den broedtijd; zij hebben alle hun groote taak; te zorgen voor de dagelijksche behoeften van zich zelf en hun gezin. Q. v. d. H. De wedstrijd om den Kamstra-beker werd op een uiterst spannend odgeifblik onderbroken. Van den Tol, die na drie ronden met drie punten uit. drie partijen de leiding had, werd in de vierde ronde door Landau verslagen, zoo dat nu nog alle mogelijkheden openstaan. Het is een verblijdend teeken, dat deze be langwekkende kamp spoedig voortgang kan vinden. Hieronder de partij in kwestie, welke Landau van zijn beste kant laat zien. Wit: Th. P. van den Tol. Zwart: S. Landau. Aangenomen Damegambiet 1. d2d4 d7d5 2. c2c4 d5Xe4 3. Pgl—f3 a7a8 Zooals bekend, dient deze voortzetting om de variant 4. Da4 te ontgaan. 4. e2e3 Pg8—f6 6. L21XC4 e7e6 6. 00 c7c5 7. Ddl—e2 Pb8c6 8. Pbl—c3, In aanmerking komt ook 8. Tdl. De tekstzet is scherper en gericht op een spoedige door zetting van den opmarsch d4d5. 8b7b5 9. Lc4bS Lc8b7 10. Tfl—dl Dd8c7 Zeer juist. In de partij ReshevskyVidmar, Nottingham 1938, volgde minder sterk 10...Db6, waarna da voortzetting ll.d5, ed5:12.e4! Zwart spoedig in'een hopelooze stelling bracht. 11. d4—d5 eSxdJ 12. Pc3 X dS In aanmerking kwam 12. Ld5:. 12. 13. Lb3 X dS - 14. b2b3 15. Lel—b2. Wit heeft eenig overwicht in bewegingsvrij heid, maar dit leidt onder de gegeven omstan digheden niet tot tastbaar voordeel. Daartegen over staat dat Zwart'* meerderheid op den damevleugel (drie pionnen tegen twee pionnen) een voortdurende bedreiging van de witte «tel ling ^eteekent. 15. Pc6—b4 Pf6Xd5 Lf8—«7 0-H) Zeer Juist Hoe meer stukken er van het bord verdwijnen, des te grooter wordt de be- teekenis van Zwart'» pionnenoverwlcht op den A damevleugel. 16. Lb2—e5 De7—b6 17. Ld5Xb7 Db8Xb7 18. De2b2 Wit doet vcrgeefsche pogingen' om het Initia tief te krijgen. 18. H—f6 19. Le5c3 Pb4—d5 20. Lc3—el Tf8d8 21. Db2c2 - Le7—f8 22. Dc2e4 Een voor zwart onaangename binding, welke echter zonder meer wordt opgeheven. 22. Db7f7 23. Tal—cl Td8—d7 24. De4bl Wit weet niet goed waar hij heen wil. Een- -voudiger was 24. Dd3 benevens 25. De2. 24. Ta8e8 25. Dbld3 Te8—d8 28. Dd3e2 Er dreigde in de eerstê plaats 26. Pc3: 28. Df7—g6 Zwart is er langzamerhand in geslaagd zijn bewegingsvrijheid te vergrooten »n heeft nu, piede dank zij de reeds genoemde pionnenmeer- derheidj goede kansen gekregen. J 27. g2—g3. Vroeg of laat is deze zet toch noodig, daar zwart dreigt met 27. Te8 en 28. Pf4 voort te zetten. 27. Dg6g4 28. Lel—a5 Td8—e8 29. Pf3d4 Dg4e4 80. Pd4—f3 De4g4 3 31. Pf3d4 Dg4—hS Terecht neemt Zwart geen genoegen met re mise door herhaling van zetten. 32. Pd4—f3 W8-!e4 33. Pf3d2 Te4—eS 34. Pd2fl h7-h5 Zeer sterk gespeeld! Zwart dreigt nu zijn aan val met 35. h4 aanzienlijk te versterken. 35. Deze zet welke reeds lang ln de lucht hirfg, leidt hier slechts tot een verzwakking van de witte pionnenstelling. 35. X6—f51 Stelling na 35. f6f51 Zwart Het juiste antwoord. Zwart staat nu over wegend. iSPXIPX '9E Een blunder, welke de kwaliteit kost Juist* was 36. f3, hoewel Zwart ook dan met 36. fe4: 37. fe4:, h4! een sterken aanval verkrijgt 36. ï#7 Xd5 37, D#2—b2 Met dezen zet meende Wit een toren te ver overen, maar hij zag daarbij het nu volgende eenvoudige antwoord van Zwart over het hoofd. 37. Te5Xe4 Met de kwaliteit plu* pion meer wint Zwart gemakkelijk. 38. Pfl—«3 39. La5CS 40. Pe3—(2 Te5—e6 15—f4 Wit geeft het op, want na 41. Pf*s -beslist 41. Tf4: (42.gf4:, Tg6f). (Vervolg van pagina 2.) Wals, de bewierookte, die niemand boven zich duldde en die, men moet het toegeven, op grond van zijn capaciteiten ook niemand boven zich be hoefde te dulden. Het besluit moet bij Wals zijn gerijpt, dat, zoo bij zijn titel achter den motor moest ver liezen deze in geen geval op zijn grooten con current Schulte mocht overgaan En och, wat is het betrekkelijk een klein kunstje om zoo iets klaar te spelen Men hale zicb den rit maar voor het oog: Wals kreeg pech, toen Schulte hem aanviel en hij verhuisde naar de laatste plaats, waar hij door Zwartepoorte werd ge lapt. Na dezen lap bleef de kampioen achter Zwartepoorte hangen en toen Schulte tot den aanval overging om te trachten zijn rond* ach terstand in te halen wat Wals niet probeer- damoest daza, om Zwartepoorte te bereiken eerst ook Wals passeeren. Maar de kampioen, die al de anderen voorbij had laten gaan, zette zich nu ln positie en wat Schulte ook probeerde, hij kreeg geen kans langs Wals te komen. Drie, vier maal zette Gerrit die den twaarsSn wedstrijd van alle deelnemers reed, zich schrap, doch-even malen werd bij door Wals, die zich dit deel van den kamp bepaalde, tep Schulte verspeelde daarmede zijn weïd tegen het einde voor de twépüe gelapt Zwartepoorte werd kampioen en twee werkelijke candidaten eindigden op de laptste plaatsen. Daarom schreven we hier boven i „De stayer* leeren het nooit" Zoolang een der gelijke belangrijk* wedstrijd op een wijze als' hier omschreven wordt uitgevochten, kan worden uitgevochten, zoolang zal de atayerij ook blijvën staan in den kwaden reuk, welken zij sedert jaren heeft. De uitroep„het moet veranderen" la niet nieuw Binnenskamers is er ook al over gedacht, wat men zou kunnen doen om er verandering in te brengen. Maat nog steeds wacht men op een bevredigende oplossing, een oplossing, welke niet noodig zou zijn. indien de stayers zelf ein delijk eens gingen begrijpen, dat zij hard op weg ztjn bet brood uit hun elgeD mond te ztelen. De kruik gaat zoolang te water, tot zij barzt en elt wij ons niét zeer vergissen, ie het tijdstip van het barsten niet ver meer ai (A—I) (B—t) (C—ri) (D—k) (Ek+g) k+o) (G—1) (H—r) U—ei-e) V (J—i+e) (K-e+r) s+t) (Mk) (N—z+d) (O—r) *Srp—a+o) (Q-e) X. OPGAVE: A niets B wordt gevormd, 'waar twee rivieren sa- menstroomen C «e sieraad D ik loot vin een. plant E as hulsbedekking F Eetgerei - G s* hakwerktuig H rij, reeks 1 sb bijeenkomst van kooplieden if as gering, laag. weinig K sas ouderloos kind L sb halsdoek M sa beschutting N ac^tiipmermanswerktuig (meerv.) O sa koren P arz wagen Q deel v. d. voet Andesre sin voort Nu de somer la aange broken, worden de nachten «1 merkbaar langer.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 10