De stayers leeren het nooit
SCHAAKRUBRI
De stayers leeren het noojt!
Reken-Puzzle
FLITSEN UIT DE SPOR TWERELD
FLITSEN UIT DE SPOR TWERELD
Snelle viaachera
In de schuilhut
Het voedsel niet gauw te groot
ONDER LEIDING VAN Dr. MAX EUWE OUD-WERELDKAMPIOEN SCHAKEN
~tfdïP-«S
7.
■vimMÊpmtm* «m vtitomnA, «teh veortnt^md m«t
«Hamuli vf*ufelif«r«a
Langen tijd kan men kijken naar de viaachenda
aterna, ala men belangstelling heeft voor hun -
viachmethode an voor hun vangat
Bat ia atil hier op den warmen zomerdac
wanneer het alik allergenoeglijkat pruttelt uft
dulaand kleine gaatjea, welke de wadpieren in
het aanalibael boorden.
Maar het ia een groot verrehil of men op een
warnien, zonnlgen dag, met bijna windstil
weer hier rit of dat men een stormachtigen
dag heeft uitgekozen, om de sterna tijdens hun
viacbvangst te bekijken. Want wanneer een
harde wind het water tot forse he golven op
zweept, wordt het voor de aterna moeilijker,
dan tullen ze niet gemakkelijk hun prooi onder
water kunnen zien. Dan kunnen we nagaan, hoe
de vogelt soms uren achtereen op zoek zijn naar
voedsel, hoe ze af en toe atootduikend trachten
ieta van hun gading te bemachtigen en hoe al die
pogingen tevergeefach zijn.
Dergelijk alecht weer kan Juist in den broed
tijd voor de Jonge vogels dikwijls fataal zijn,
omdat de ouders dan niet in staat zijn, ondanks
al hun pogingen, voldoende voedsel voor het
kroost op te halen. Bovendien is de gure weers
gesteldheid, vaak gepaard gaande met regen
buien, voor het Jonge goed ook direct gevaar
lijk.
Maar het ia géén stormachtige dag, het is een
dag met zonnig zomerweer, met een koeltje uit
het Westen en met stralqpde zon. En de visch-
dieven vlsschen met gemak vandaag. Het is een
beate dag voor de sterns, want heel wat trekken
er van het Haringvliet naar het Westen toe met
een vlsch in den snavel: ze gaan naar het nest
terug om den buit te brengen.
En kleine dwergsterns doen ook hun
best om het één en ander van hun gading te
bemachtigen. Die dwergsterns broeden op het
achelpenstrand, waar hun moeilijk te vinden
nestkuiltjes gedraaid zijn in het rand, temidden
van de witte, ultgebleekte schelpen. Daarin lig
gen de zandkleurige eieren of de jongen, die
dezelfde kleur hebben.
De viachdleven broeden meer achter de
zeereep, achter den Jongsten duinrand, op de
groene strandvlakte, waar ze hun jongen of hun
eieren hebben liggen tusschen wat aanspoelsel
of tusschen de helm, welke de minuscule duin-
heuveltjes. welke door overstuiving op de vlakte
ontstaan, begroeien.
Op de vlakte van het groene strand liggen
de aternennesten dicht bij elkander. Honderden
vogels broeden hier tezamen in een ruime en
goed-bevolkte kolonie. De meeste vogels ver-,
staan geholpen door de natuur de kunst
Van camoufleeren wel goed. We hebben in de ko
lonie, bU één der nesten, een schuilhut gebouwd,
waarvoor we gebruik hebben gemaakt van enkele
ouda manden, een paar juten lappen en wat
dor en droog aanspoelsel, als verdroogde stuk
ken wier en wat takken. Dit bouwsel leent zich
uitstekend voor het gestelde doel.
Na ongeveer een half uur doodstil in onze
geïmproviseerde schuilhut te hebben vertoefd,
daalt Mn der vischdieven op het nest neer,
gaat even zitten in broedhouding, richt zich dan
onmiddellijk weer op - en vliegt weg. Maar
daarop keert de vogel terug, zet zicb opnieuw,
en hij wordt langzamerhand rustiger. We hou
den ons uiterst kalm, maken nagenoeg geen en
kele beweging in het donkere binnenste van het
mandenbouwwerk. De vogel raaktdaardoor steeds
meer op s'n gemak en zit nu volkomen tevre
den naar menachelijk inzicht, zouden we erbij -
moetan denken op het nest.
De tijd verstrijkt langzaam. Er gebeurt prac-
tiach niets bijzonders: minuut na minuut ver
kruipt in de stilte van de strandvlakte en de
stern blijft zitten soezen op dezelfde plaats. Wel
wurmt zich at en toe een dons-jong even onder
den vleugel te voorschijn, om daarna weer onder
de veeren terug te koeren. Maar dan wordt vrij
onverwacht de vogel, die op enkele ipeters van
ons zit, levendiger: de hals rekt zich. de snavel
gaat open, de keel produceert eenig geluld. We
probeeren door'den- zijkant of door het „dak"
van de man4 te zien, wat er aan de hand zou
kunnen zijn. Maar het Ia onmogelijk, om, zonder
het geheele bouwwerk ineen te 'doen «torten en
daarmee den vaal te verschrikken, zoo'n bocht
in onzen hals vlaggen, dat we kunnen Men,
wat sich daarboven afspeelt.Dus houden we
osman hUk gevestigd op den grond vóór ons,
Ben schaduw veegt over het aon-betchenen
naai blijft er. even trillend boven hangen en
IN DE SPORT komt het karakter van een
volk naar vorenin de sport valt het niet
moeilijk zichzelf te zijn en te blijven.
Vreemde invloeden stuiten in de sport altijd op
het volkskarakter af Men heeft dat kunnen
constateeren in het voetbalspel. Het is nog maar
enkela jaren gelsden da* elke club van naam
het aan haar stand verplicht achtte een Engel-
schen trainer te hebben. Maar is daarom het
voetbalspel in Nederland uitgesproken Engelsch
geworden 7 Niets is minder waar dan dat en in
de talrijke oefenwedstrijden op die Woensdag
middagen op Spangen bleek dit keer op keer.
In de sport blijft een volk zich zelf en in den
weder-opbouw, waarover thans alom wordt ge
sproken en waaraan ook alom wordt gewerkt,
is de sport zeker met achtergebleven. Het
woord aanpakken kan eike Nederlander ver
voegen en de sportlieden hebben dat in de ach
ter ons liggende weken ook. gedaan, koppig en
doortastend. Op de verschillende sportvelden
in den ruimsteq zin van het woord heerseht al
leven en bedrijvigheid en van eenigen achter
uitgang ten opzichte van andere jaren kan
zeker niet worden gesproken. Het tegendeel is
bijna waar.
Kampioenschappen in allerlei takken van
sport zijn reeds Weer gehouden en er staan Ier
nog verschillende op het programma. De kam-
pioens-voetbalcompetitie krijgt langzamerhand
haar beslag, er zijn kampioenen in de kano,
met het racket en ook op de fiets. Verrassingen
hebben zich daarbij niet of bijna niet voorge
daan alles lijkt volkomen bij bet oude te zijn
geblevefl.
Ook de stayerlj, de wielrenners achter moto
ren. In den sprint won de favoriet van Vliet
bij de profs en v- Linden bij de onafhanke-
lijken. Bij de amateurs was er géén favoriet,
omdat er na Derksen een groote groep sprinters
kwam, van wie het onmogelijk was te zeggen,
wie zich de sterkste zou toonen. In de achter
volging won de favoriet Schulte. Wie twijfelde
er eigenlijk nog aan f
Dat was dus allemaal normaal Maar kijk
nu eens naar de stayers. Favoriet was onge
twijfeld Schulte. Hem kon practisch gesproken
de titel niet ontgaanzijn opeenvolgende over
winningen op Wals en al de anderen spraken te
dien aanzien een te duidelijke taal. Schulte zou
ook kampioen achter den motor worden
Maar men herinnere zich nuden uitslag
1. Zwartepoorte 2. Bosland3. op ruim een
ronde Van Amsterdam; 4. Wals en op ruim 2
roridep. 5. Schulte. De kampioen 1939 en de
favoriet voor 1940 eindigden dus op de laatste
plaatsen. Er had 'er natuurlijk één een slechten
dag kunnen hebben. Maar twee candidaten
tegelijkertijd 7 Wel niemand, die dat zal willen
en kunnen gelooven, temeer niet. omdat het
juist bijde stayers gebeurde.
Da stayerlj is sedert jaren een aanhangsel
van de wielersport, waarvan men meer verdriet
dan vreugde heeft gehad. Nergens tiert de
knoeierij weliger dan bij de stayers, zoo zelfs,
dat er reeds meermalen in de vergadering van
de U.C I., de internationale wielerunie, op werd
aangedrongen de wedstrijden van de stayers ge
heel te laten vervallen of in elk geval sterk te
bekrimpen. Het gebeurde bij de wereldkam
pioenschappen te Amsterdam, waarbij Wals een
minder faire rol speelde, ligt ook nog te versch
iij het geheugen om den uitslag van de nu pas
gehouden Nederlandsche kampioenschappen zoo
maar zonder meer te kunnen aanvaarden. A
We willen aan de overwinning van Zwarte
poorte niets af doen. Hoe de finale ook moge
zijn verloopen, de winnaar verdient aller hulde,
omdat hij in elk geval wist te profiteeren van
de omstandigheden.
Hoe waren nu die omstandigheden 7
Na de afgebroken kampioenschappen te Mi
laan had Wals ongeveer afgedaan -met de
stayerlj. Er viel nieta meer mee te verdienen én
de twee keeren, dat hij te Antwerpen uitkwam
werd hij zwaar geklopt Hij trainde ook niet
meer, tot daar plotseling Schulte zich deed
kennen als een stayer van groot formaat, ib
zijn eersten rit klopte hij den kampioen en
daarna nog eens. En Wals begreep, dat hij zijn
Nederlandschen titel kwijt zou raken aan dien
dekselschen Bosschenaar, dien krachtmensch,
die blijkbaar allea kan op het gebied van wiel
rennen.
Men moet Wals kennen om te begrijpen, wat
het voor hem beteekende. toen dit tot hem
doordrong, Wals, de eerzuchtige en de heersch-
zuchtige.
(Vervolg op pagina 7.)
dan valt de wederhelft van den vogel op het
nest naast den ander neer, met een vochtig
vischje ln den snavel. Uit de ondiepe nestkom
rolt een dons-Jong te voorschijn, dat met ver
opengerekten snavel op het voedsel afkomt.
Men kan direct zien, dat de visch eigen
lijk te groot is voor het „wurm". Maar niet
temin neemt de kleine de visch aan en na-
dat hij den buit eenige malen op den grond
heeft laten vallen en één der oudera hem
het voedsel weer heeft toegestopt, slaagt
het Jong er toch ln de visch grootendeels
binnen te krijgen. De visch past echter niet
geheel ln het jonge-vogellljfje: de staart blijft
nog eenigen tijd ln de buitenlucht: Maar ook
die zal wei verdwijnen, wanneer het voedsel
maar eerst wat verteerd 1*. zoodat,erweer
ruimte komt en opschuiving mogélïjkwclrdt
De nleuw-gekomen vischdief neemt de plaats
op het nest ln en zet zich ln het nestkulltje.
Het Jong wriemelt zich weg onder de veeren. De
andere helft van het ouderpaar gast intusschen
ter vischvangst en verdwijnt nu over den duin
rand. om aan den mond van het Haringvliet
met vele andere naar voedsel te zoeken. De
voSël op het nest draalt zich en wiegelt en dan
zakt de kop. de roode snavel gaat ..wat omlaag.
De rust la weergekeerd op hef* viachdleven
nest. De vogel bekommert zich oogenschtjnltjk
niet om de wonderlijke mandenstapeling, welke
zoo onverwacht nabij zijn nest is gekomen. De
vogel op het nest soest wat la du warme J uit
zon en verachiuft alleen maar af en toe een wei
nig, als het jong wat opstandig rondkriebeit.
Intusschen wordt het ontzettend warm ln^jpe
schuilhut, want de zon beschijnt haar ln Volle
glorie. Ze brandt direct volop op de lappén en
de manden en ze weet door te dringen tot het
binnenste, waar wij, ln een geenszins gemakke
lijke houding liggen te loeren naar het visch-
dl even-huishouden.
In de kolonie is het stil; af en toe zien we,
hoe er vogels thuis komen met voedsel. Dan
hooren we de schelle krijschroepen en even
daarna ia dan alles weer rustig, omdat de aan
gekomen vogel den ander heeft afgelost, of is
teruggekeerd naar de plaats, waar ze visschen,
waar ze voedsel zoeken voor het kroost
Van de plek, waar we liggen, kunnen we zoo
een aantal nesten ln het oog houden ee we
zien nu ook -enkele malen, hoe som, één der
volwassen vogels de visch, die gevangen Is. af
geeft aan de andere, die de prooi naar binnen
- laat glijden. Dit la geen zeldzaamheid, want dik-
wijlt wordt gedurende den broedtijd en vaak
ook voordien al het wijfje door het mannetje
gevoerd. Of het echter steeds het mannetje la,
dat het wijfje voert weten we niet met zeker-
held, want de beid# vogels zijn nagenoeg niet
van elkaar te onderscheiden.
Als we tegen de schemering terugkeeren langs
het Haringvliet zijn er nog steeda vele vls-
achende sterns boven het water; en er vliegen
er nog steeds af en aan mét en zonder visch.
Neen. veel rust geven de vogels zich niet in den
broedtijd; zij hebben alle hun groote taak; te
zorgen voor de dagelijksche behoeften van zich
zelf en hun gezin. Q. v. d. H.
De wedstrijd om den Kamstra-beker werd op
een uiterst spannend odgeifblik onderbroken.
Van den Tol, die na drie ronden met drie
punten uit. drie partijen de leiding had, werd
in de vierde ronde door Landau verslagen, zoo
dat nu nog alle mogelijkheden openstaan.
Het is een verblijdend teeken, dat deze be
langwekkende kamp spoedig voortgang kan
vinden.
Hieronder de partij in kwestie, welke Landau
van zijn beste kant laat zien.
Wit: Th. P. van den Tol. Zwart: S. Landau.
Aangenomen Damegambiet
1. d2d4 d7d5
2. c2c4 d5Xe4
3. Pgl—f3 a7a8
Zooals bekend, dient deze voortzetting om de
variant 4. Da4 te ontgaan.
4. e2e3 Pg8—f6
6. L21XC4 e7e6
6. 00 c7c5
7. Ddl—e2 Pb8c6
8. Pbl—c3,
In aanmerking komt ook 8. Tdl. De tekstzet
is scherper en gericht op een spoedige door
zetting van den opmarsch d4d5.
8b7b5
9. Lc4bS Lc8b7
10. Tfl—dl Dd8c7
Zeer juist. In de partij ReshevskyVidmar,
Nottingham 1938, volgde minder sterk 10...Db6,
waarna da voortzetting ll.d5, ed5:12.e4! Zwart
spoedig in'een hopelooze stelling bracht.
11. d4—d5 eSxdJ
12. Pc3 X dS
In aanmerking kwam 12. Ld5:.
12.
13. Lb3 X dS -
14. b2b3
15. Lel—b2.
Wit heeft eenig overwicht in bewegingsvrij
heid, maar dit leidt onder de gegeven omstan
digheden niet tot tastbaar voordeel. Daartegen
over staat dat Zwart'* meerderheid op den
damevleugel (drie pionnen tegen twee pionnen)
een voortdurende bedreiging van de witte «tel
ling ^eteekent.
15.
Pc6—b4
Pf6Xd5
Lf8—«7
0-H)
Zeer Juist Hoe meer stukken er van het
bord verdwijnen, des te grooter wordt de be-
teekenis van Zwart'» pionnenoverwlcht op den A
damevleugel.
16. Lb2—e5 De7—b6
17. Ld5Xb7 Db8Xb7
18. De2b2
Wit doet vcrgeefsche pogingen' om het Initia
tief te krijgen.
18. H—f6
19. Le5c3 Pb4—d5
20. Lc3—el Tf8d8
21. Db2c2 - Le7—f8
22. Dc2e4
Een voor zwart onaangename binding, welke
echter zonder meer wordt opgeheven.
22. Db7f7
23. Tal—cl Td8—d7
24. De4bl
Wit weet niet goed waar hij heen wil. Een-
-voudiger was 24. Dd3 benevens 25. De2.
24. Ta8e8
25. Dbld3 Te8—d8
28. Dd3e2
Er dreigde in de eerstê plaats 26. Pc3:
28. Df7—g6
Zwart is er langzamerhand in geslaagd zijn
bewegingsvrijheid te vergrooten »n heeft nu,
piede dank zij de reeds genoemde pionnenmeer-
derheidj goede kansen gekregen. J
27. g2—g3.
Vroeg of laat is deze zet toch noodig, daar
zwart dreigt met 27. Te8 en 28. Pf4 voort
te zetten.
27. Dg6g4
28. Lel—a5 Td8—e8
29. Pf3d4 Dg4e4
80. Pd4—f3 De4g4
3 31. Pf3d4 Dg4—hS
Terecht neemt Zwart geen genoegen met re
mise door herhaling van zetten.
32. Pd4—f3 W8-!e4
33. Pf3d2 Te4—eS
34. Pd2fl h7-h5
Zeer sterk gespeeld! Zwart dreigt nu zijn aan
val met 35. h4 aanzienlijk te versterken.
35.
Deze zet welke reeds lang ln de lucht hirfg,
leidt hier slechts tot een verzwakking van de
witte pionnenstelling.
35. X6—f51
Stelling na 35. f6f51
Zwart
Het juiste antwoord. Zwart staat nu over
wegend.
iSPXIPX '9E
Een blunder, welke de kwaliteit kost Juist*
was 36. f3, hoewel Zwart ook dan met 36.
fe4: 37. fe4:, h4! een sterken aanval verkrijgt
36. ï#7 Xd5
37, D#2—b2
Met dezen zet meende Wit een toren te ver
overen, maar hij zag daarbij het nu volgende
eenvoudige antwoord van Zwart over het hoofd.
37. Te5Xe4
Met de kwaliteit plu* pion meer wint Zwart
gemakkelijk.
38. Pfl—«3
39. La5CS
40. Pe3—(2
Te5—e6
15—f4
Wit geeft het op, want na 41. Pf*s -beslist
41. Tf4: (42.gf4:, Tg6f).
(Vervolg van pagina 2.)
Wals, de bewierookte, die niemand boven zich
duldde en die, men moet het toegeven, op grond
van zijn capaciteiten ook niemand boven zich be
hoefde te dulden.
Het besluit moet bij Wals zijn gerijpt, dat,
zoo bij zijn titel achter den motor moest ver
liezen deze in geen geval op zijn grooten con
current Schulte mocht overgaan En och, wat
is het betrekkelijk een klein kunstje om zoo
iets klaar te spelen Men hale zicb den rit maar
voor het oog: Wals kreeg pech, toen Schulte
hem aanviel en hij verhuisde naar de laatste
plaats, waar hij door Zwartepoorte werd ge
lapt. Na dezen lap bleef de kampioen achter
Zwartepoorte hangen en toen Schulte tot den
aanval overging om te trachten zijn rond* ach
terstand in te halen wat Wals niet probeer-
damoest daza, om Zwartepoorte te bereiken
eerst ook Wals passeeren.
Maar de kampioen, die al de anderen voorbij
had laten gaan, zette zich nu ln positie en wat
Schulte ook probeerde, hij kreeg geen kans
langs Wals te komen. Drie, vier maal zette
Gerrit die den twaarsSn wedstrijd van alle
deelnemers reed, zich schrap, doch-even
malen werd bij door Wals, die zich
dit deel van den kamp bepaalde, tep
Schulte verspeelde daarmede zijn
weïd tegen het einde voor de twépüe
gelapt
Zwartepoorte werd kampioen en twee
werkelijke candidaten eindigden op de laptste
plaatsen. Daarom schreven we hier boven i
„De stayer* leeren het nooit" Zoolang een der
gelijke belangrijk* wedstrijd op een wijze als'
hier omschreven wordt uitgevochten, kan
worden uitgevochten, zoolang zal de atayerij
ook blijvën staan in den kwaden reuk, welken
zij sedert jaren heeft.
De uitroep„het moet veranderen" la niet
nieuw Binnenskamers is er ook al over gedacht,
wat men zou kunnen doen om er verandering
in te brengen. Maat nog steeds wacht men op
een bevredigende oplossing, een oplossing, welke
niet noodig zou zijn. indien de stayers zelf ein
delijk eens gingen begrijpen, dat zij hard op
weg ztjn bet brood uit hun elgeD mond te
ztelen. De kruik gaat zoolang te water, tot zij
barzt en elt wij ons niét zeer vergissen, ie het
tijdstip van het barsten niet ver meer ai
(A—I) (B—t) (C—ri) (D—k)
(Ek+g) k+o) (G—1) (H—r)
U—ei-e) V (J—i+e) (K-e+r)
s+t) (Mk) (N—z+d) (O—r)
*Srp—a+o) (Q-e) X.
OPGAVE:
A niets
B wordt gevormd, 'waar twee rivieren sa-
menstroomen
C «e sieraad
D ik loot vin een. plant
E as hulsbedekking
F Eetgerei -
G s* hakwerktuig
H rij, reeks
1 sb bijeenkomst van kooplieden
if as gering, laag. weinig
K sas ouderloos kind
L sb halsdoek
M sa beschutting
N ac^tiipmermanswerktuig (meerv.)
O sa koren
P arz wagen
Q deel v. d. voet
Andesre sin voort Nu de somer la aange
broken, worden de nachten «1 merkbaar
langer.