liaansch offensief
>n Britsch-Somaliland
1
De militaire horoscoop van
John Buil weinig rooskleurig
dag8Augustus 1940 NIEUWSBLAD VOOR GOUDA EN OMSTREKEN
a I
v.! f
t t^Urop<*- I
Concentrische opmarsch in drie
colonnes naar de hoofdstad Berkera
Zeila, Odweina en Hargeisa reeds
gevallen
gTfe gevechten in de Lybische woestijn.
onoverkomelijke moeilijkheden
w
IN* Loea01 een verhlaring uit be-
I, di, dringen gepubli-
i^sfSS,ique wordt gezegd'
Water, het probleem van
de Lybische woestijn.
HET ITALIAANSCH
IMPERIUM
(tai>7
m
Invoer van grondstoffen
een
pijnlijke levensbehoefte
door
Överste Benary
BUITENLAND
Lotharingen, Elzas,
Luxemburg.
UDSCHE
COll DAMT
WP*1'
No* 20394
Directeur P. flFTER
Postgiro 48400
Bur. Markt 81. Tel. 8748
tea
Aoor,
[voorTien0"''
SL irk I
r - vorroL.
P.M dati
B in ga verity
Hps voor.
Joh-Duihein
ng Plash
ifclang
f of fen
Ml, i
*>g hebben,
komen ont-
ische leve»
ent.
imIvc
een hëSrf
lingen^et
(che f««t
[vang. Hj*
had
he stW*
j De f
cent obli-
werf®
Bid. ma"
t groot. N»
pen de
natf
rlandscb*
emisa®
De of"
rsen
0, jtalitansche troepen hebben gis-
volgend aan de Syrische grens
WS*r
let D.N.B. ontvangen radiobe-
1» Britsch Somaliland de ha
Zeila ingenomen. In deze be
dje uit Aden afkomstig zijn
|f«dt p«gd dat de Italianen in drie
een afstand van 100 K.M.
Inasikaarconcentrisi .rukken naar
IBertera.dat de hoofdstad en de groot-
j 0 taven des lands is. De Engelsche
I jjBOtoriseerde cavalerie, die een te-
j gwnval deed, werd met zware ver
I ism teruggeslagen en zocht, voor
I nwer dat nog mogelijk was, een goed
I lealim®. Voor een deel zouden de
I (gjunsche kolonnes reeds ,t de heJft
Ipjdm afetand tusschen de grens |n
latera hebben afgelegd. De eerlte
[ittatne heeft reeds Zeila bereikt, dat
I iieehta >2S k!M. van de grens van
I Fmach SomaUlapdi.Ugt en 50 K.M. van
(hjdmti.
De Buigatfsche bladert kondigen" in
[rotaf opmaak een Italiaansch offer» -
I sief in Afrika aan, .1
Zij rijn vaa meening, dat een der-
geiyk offensief de ernstigste gevolgen
mr fcprtaad kan hebben.
TODUtE ITALIAANSCHE
SUCCESSEN.
N
Officieel wordt uit Londen gemeld,
I ht de Saltatnsche troepen in Britsch -
I Somaliland gisterochtend vroeg ook
|Mniuea Hargeisa hebben Veroverd
Eageischen geven val van
Zeila toe.
9rt ofticieele Eng-c-che legerbericht
Itmtigt, dat de Italiaansche troepen
12ak itn den golf van Aden hebben
nroverd,
OfOBLSOHE MISREKENING.
De diplomatieke redacteur van Ste-
I f"u schry»:
I «Vóór Italië aan den oorlog deel-
Ij». iiad .de BritSche propaganda her-
Ihwdjjk verzekerd, dat het verlies
IbC Abessinië het eerste gevolg van
l8® "Jhaansche tusschenkomst zou
■2'de Engelsche voorspellingen
Ir"? °«iuist, ook wat de koloniale
Ir®"* betrof. Italië heeft geen vier
II. meter van zijn rijk^verloren.
«^endee^ juist Engeland Kheft aan
°'oniale fronten verliezen geleden,
i «dusverre heeft het Kassala in Mo-
de Italianen moeten afstaan,
ini ma'ten de Engelschen melding
Item dÜ; ster'tcn Italiaanschem druk
fkbiist Kof1 ^°mahlsnd. Men wH~bet
Ibnsvj i/"£'>aar °P, nieuwe betreu-
|(Vj '8e verliepen voorbereiden.
I*te st "aar ^e''£' zijn de Engel-
l*k j:idkrachten reeds verslagen en
I kt "^Ünt' bedreigd te worden.
IWdT'*1' Vernecm' 'lnen nil welin-
dat in de streek van Ha-
de Zuidkust va.ti het
'rhiereiland, talrijk* stam-
EJW"* 2Ün gekomen tegen de
l^hchc '*rrann'e' I-*'4 verhindert het
^C6mmando het garnizoen van
itr ins^miil'en voor versterking
|t» Somaliland, die zich in
e situatie bevinden".
Engelsche houding.
#htur!fu*'ne van d™ zegevieren-
®kn i n dcr "a''aënsche strijd-
oftuj "fltschSomaiiland heeft
9 v„T ,ntsche telegraafagent-
radio een nieuw officieel
üi een nieuw bewijs
ie |0Iel_7e'achelijke huichelarij,
'^hisérki t 6 Onding tegenwoor-
m tlM genover de mislukkin-
ï^1 khaiii»r8en' die niet verhei-
L èrZ "orden, aldus Stafani.
■4^ ZijjuT^f us een Italiaansche
k *-tn*L nneng&rukt. Onmid-
"prdt in dit communi-
^^êiiahe poging ge
daan dit succes te verkleinen, door te
verklaren, dat deze colonne bijna geen
tegenstand heeft ontmoet.
Het communique vervolgt dan met
te" verklaren, dat op dezenzélfden dag
belangrijke Italiaansche strijdkrachten,
bestaande uit tanks, drtilierie, mitrail
leurs en vliegtuigen, Hargeisa hebben
veroverd. Ook deze nederlaag probeert
het communique te verdoezelen door
te zeggen, dat de Engelsche troepen
die tot taak hadden den vijandelijken
opmarsch te stuiten, den vijand zware
verliezen hebben toegebracht en dat zij
drie tanks buiten gevecht hebben ge
steld. Onze verliezen, aldus het com
munique, waren onbeteekenend. Ten
slotte wordt nog toegegeven, dat in
den ochtend van den 6en Augustus de
vijand Odweina heeft bezet met deta
chementen infanterie, kanonnen en
pantserwagens. Een gemotoriseerd de
tachement Somaliers wist den vijande
lijken opmarsch te stuiten.
In de verklaring van bevoegde Lon-
densehe kringen wordt echter nog een
helachelijker poging gedaan bet be
langrijke succes van de Italiaansche
strijdkrachten, die in Britsch-Somali
land zijn binnengedrongen en vorde
ringen maken, te verkleinen. Irt dezet
verklaring wordt nl. gezegd, dat Zeila
reeds in 1935 aan Italië is aangeboden,
doch dat dit toen werd geweigerd.
Men veinst in Londen vergaten te
zijn, dat dit schamele aanbod door Ita
lië werd geweigerd omdat Italië ge
heel Ethiopië wilde hebben en dat het
dit land heeft veroverd ondanks de
tegenwerkingen, intriges en 'den eco-
nomischen oorlog, die door Groot-
Britannië tegen Italië op touw werden
gezet
In,8e verklaring van bevoegde Lon-
liensche kringen wordt dan nog ver
der hoopvol verklaard, dat de Italia
nen om Berbera te. bereiken over een
kustweg van 200 kilometer lengte moe
ten trekken erndat dan de Britsche te
genstand in het bergachtige gebied van
dit land zal beginnen.
Zooals altijd verpandt Groot-Britan-
nië de toekomst en zwijgt het over het
heden. De Ertgelgche zaak vervalt
thans van kwaad tot erger.
ERNSTIGE TOESTAND VOOR DE
ENGELSCHEN.'
De Daily Mail publiceert een
artikel van den luitenant-kolonel
Lowe, waarin d*ze den toestand der
Engelschen aan de Middellandsche Zee
en in Afrika zeer ernstig noemt. Lowe
constateert, dat de Italiaansche troe
pen in Libye en Abessynië superieur
zijn aan de Engelschen in aantal en
bewapening en dat het zeer gevaarlijk
is de Italiaansche doortastendheid te
onderschatten. Naast de bedreiging
vanzijn eilanden mag Engeland niet
zijn moeilijke positie vergeten aan het
Süezkanaal én in de Roode Zee.
„ROME TEGEN CARTHAGO".
Over den aanval van de Italiaansche
troepen op Britsch Somaiiland, die
door de Italiaatische dagbladen als de
groofce gebeurtenis van den dag zeer
naar voren wordt gebracht, schrijft de
Popoio d'It a 1 i a o.m.:
Britsch Somaliland vormt met het
bastion van Aden en met het steun
punt Perim een versterkingssysteem
zooals Gibraltar en Malta, .waarmede
Engeland getracht heeft zijnheer
schappij te verzekeren en zijn be
dreigingen van daar uit te onderne
men. Evenals in de Middellandsche
Zee houdt Italië in de Roode Zee en
den Indischen Oceaan opruiming on
der het Britsche strategische sj-ateem.
Dit feit heeft voor Europa en voor
het geheele Oosten een ontzaglijke be-
teekenis. Om de beide elkander be
strijdende imperia staat de ontzaglijke-
menigte toeschouwers der Arabische
en Indische wereld geschaald, welke
kan constateererf! dat de eene slag na
den andere door Italië aan Engeland
wordt toegebracht. Dit alles heeft reac
ties in de ziel van die menachen, welke
gewoon zijn den Engelschen wil te
moeten dulden, schattingen te betalen
en Engeland te beschouwen als den
gehaten heerscher, tegen wïên niets
gëdaan kan worden. Thans echter is
het Italië, dat zijn rekening met
Engeland vereffent. De Italianen zijn
zich ten volle bewust van de strek
king en de historische beteekenis van
dezen oorlog, die in vele opzichten
herinnert aan den oorlog van Rome
tegen Carthago.
Het Italiaansche .legerbericht maakt
van tijd tot tijd melding, dat in de
Lybisch-Egyptiscbe grenszone gevech
ten aan den gang zijn, dat Engelscht
tankaanvailen zijn afgeslagen eh
dat de eigen troepen voortdurend in
denjgtrijd het initiatief hebben. Maar
öVewhet verloop van de geevechten aan
4^° Noord-Afrifomnsche* kust worden
zelden nadere bijzonderheden bekend.
Alleen ker.mers van dit Lybische
woestijngebied kunnen zich eenige
voorstelling vormen omtrent de bui
tensporige moeilijkheden, waarmede
de troepen aan het Egyptisch-Lybisehe
front hebben te karhpen, want de
strijd geldt hier'niet alleen den vijand
„an sich", maar ook de klimatologi
sche omstandigheden, welke in be$
geheele Noord-Afrikaansche woestijn^
gebied bijzonder ongunstig zijn en
daardoor niet alleen den strijd, maar
in het bijzonder de 'ravitailleering be
moeilijken.
Woestijnbeeld.
Het is voor Europeanen nauwelijks
mogelijk zich een voorstelling te vor
men, van de verzendende, moord er,
hitte, die gedurende'de zomermaanden
in Lybië heerscht. Met een oppervlak
te van 2 millioen vierkante meter is
de Lybische woestijn de grootste en
tevens aap watergehalte armste vlakte
ter wereld. Eindeloos verliezen zich de
boom- en struiklooze zandduinen in
de onbegrensde uitgestrektheid van de
woestijnzee. De'enkele oases, die aan.
beide zijden vafiRle Egyptisch-Lybi
sehe grens liggen, zijn in de meeste
gevallen honderden kilometers van
elkaar verwijderd. Derhalve is water
't hoofdprobleem en de allervoornaam
ste moeilijkheid, waarmede ernstig
rekening dient te worden gehouden,
de hoofdzorg van Lybië. Derhalve zijn
op last van den onlangs zoó tragisch
omgekomen luchtmaarschalk Balbo,
op vele plaatsen in dit overzeesche
Italiaansche gebied kostbare boringen
verricht. AOp enkele plaatsen werd
water gevonden, maar deze weinige
bronnene zijn op geen stukken toe
reikend voor het totale gebruik. Daar
om moet het grootste kwamtum drink
water uit het moederland Italië wor
den aangevoerd. Zonder de watertoe-
MIDDELLANOScWr* ZEE jSYyHË/
PALE^STjlNA'AIRAK
TRAMS-,
JOROAMÈ "-*"7
K
CïRENAICA
framsch west
AFRIKA
LIBIË
(UAL. AFRIKA)
ARABIC
S 4 Of 0/4
EQUATORIAAL
ANGLO
AFRIKA
ffff)
EGYPT
SOEDAN
BR.S
ALL^'arar005
SOM AC
-*VV'Vr-W-SAFRIK
BELGISCH' m ilaHo
Oeganda
KENIA
KOL
KONGO.-» 'I'. ^INDISCH£f=
TANGANJKA |Ü|0
TERRIT- W—Iggg
O 200 400
KM
tOOt 300 500
Op bovenstaand kaartje* van het Italiaansch imperium vindt men x>ok de
beide oorlogsgebieden, waarvan heden sprake is: Libië en Britsch Somali
land (ten "Oosten van Abessynië).
voer van Sicilië kan Lybië niet leven.
Ononderbroken varen dan ook ijsge-y
koelde tankschepen heen en weer tus-
Lybië en Sicilië. Het behoeft evenwel
geen betoog, dat juist in oorlogstijd
het waterprobleem er een wordt van
ede eerste orde ijl de helsche hitte van
Aen Lybische zomer, waarbij de tem
peratuur in een pantserwagen stijgt
tot 65 graden. Een strijden zondèr vol-„
doende watertoevoer is zoowel voor
mensch als dier ten eenenmale on
denkbaar. 'Een langdurige koloniale
ervaring heeft geleerd, dat men moet
rekenen op een dagrantsoen van vijf
liter water ,voor den mensch en vijf
en twintig voor het dier. Hierbij is
nog niet eere het groote waterverbruik
van de gemotoriseerde troepen inbe-^
grepen.
Dagelijks duizenden
wagens onderweg.
De wateraanvoer is in Lybië zoowel
voor de Italiaansche als voor de En
gelsche troepen een ernstig probleem.
Duizenden* wagens met watertanks zijn
dagelijks ondertyeg om de troepen van
verscfy water te voorzien. Verder wor
den bij duizendtallen de geduldige,
weinig eisphande en aan abnormale
omstandigheden gewende muildieren
gébruikt voor het water transport.
Pe Engelschen hebben reeds eenige
jaren geleden aan de Noord Afrikaan
sche kust een beweeglijke pijpleiding
gebouwd, die uit Egyptische bronnen
het water overbrengt naar Masa Ma-
truch, welke leiding evenwel in geval
van oprukken der troepen verlengd en
in het tegengestelde geval gedeeltelijk
gedemonteerd kan worden. De Engel
schen hebben rich daardoor ten opzichte
van de Itali^fi^n, die in de volkomen
dorre Lybische yi/oestijn moeten strij
den, een voordeeliger positie verze
kerd. k
De aanvallende Italiaansche troepen
bedreigen thans de Eheglsche ermede
de aan de Egyptische zijde van de^ Ly
bische grens gelegen vruchtbare en
waterrijke oases te zullen bezetten.
Daardoor zou de positie van de Engel
schen aan de Noord Afrikaansche kust
buitengewoon moeilijk, om niet te zeg
gen onhoudbaar worden. Immers de
volgende oases ligt enkele honderden
kilometers verder_en een marsch door
deze onbegaanbare^ streken stelt aan
de troepen reeds de allerhoogste
eischen. Zandduinen maken het den
voorttrekkenden gemotöriseerden troe
pen buitengewoon moeilijk. Maar wan
neer dan bovendien nog woestijnstor
men waaien, dan dringt dit fijne zalnd
onverbiddelijk in de kleeding, in Ide
proviand, en wat het ergste is in !de
motor- en wapenonderdeelen, ook al
zijn -deze nog zoo goed afgeschermd.
Dah wordt elke actie eenvoudig ón
mogelijk gemaakt. Maar maarschalk
Graziani, de opperbevelhebber vanl de
in Lybië strijdende troepen is een man
die over een ervaring van tientallen
jaren in den woestijnoorlog bescpikt,
een man met een ijzeren wil, die de
hem ^opgedragen taak ongetwijfeld tot
een goed einde zal brengen.
Duitsche luchtvloot
conwa Engelsche zeevloot
EEN zorgvuldige bestudeering
van het krijgstooneel van he
den en uit vroeger dagen speel
de oorspronkelijk bij de oplei
ding van de officieren en met name
van de stafofficieren, een voorname
rol. De militaire geographie behoorde
op'alle militaire academies tot de leer
stof, waaraan steeds de grootste aan
dacht werd besteed. Den laatsten tijd
kwam deze wetenschap door de over
weldigende toename van de te be-
heerschen stof eenigszins in de ver
drukking. En toch ten onrechte, want
deze kennis stelde de veldheeren in
staat om voor de volle honderd pro
cent profijt te trekken van de plan
nen, die zij projecteerden in het Jand
van den vijand. Zonder een zeer nauw
keurige kennis omtrent de geaardheid
van den bodem, de begroeiing, de bo
demschatten, zonder tot in de finesses
georiënteerd te zijn omtrent hit ver-'
keersnet, de ligging van de vliegvel
den, de spoorverbindingen, de natuur
lijke en kunstmatige waterwegen, zon
der op de hoogte zijn van de bevol
kingsdichtheid en van de beteekenis
v#n industriq, handel, en scheepvaart
is het mogelijk een krijgsplan op te
zetten, laat staan een eenmaal begon-
.nen actie met succes door te zetten,
omdat men van de bonderden, dikwijls
kleine details, die Het uiteindelijk suc
ces bepalen, niet op de hoogte is. De
Duitsche legerleiding heeft juist door
den bewegingsoorlog, dien zij op zoo
verrassende wijze op het Europeesche
continent heeft gevoerd, bewezep^ l
dienaangaande» goed - geïnformeerd te
zijn. En men kan slechts verwachten,
dat zij ook ten aanzien van Engeland,
zorvuldig is ingelicht omtrent de
kwetsbare punten van Albion en dat
zij bij een inval over eenigen tijd, juist
op die punten de gepantserde vuist
met mokerslagen zal doen neerkomen.
V Hoe staat Engeland er mili
tair en economisch voor?
Tot voor enkele jaren nam Engeland
een zeer bevoorrechte positie in. Haar
door de zee aan alle zijden omspoelde
eilandenrijk,, was dank zij een mach
tige vioot, jrpractisch onaantastbaar,
baar. Maar öïch is deze nimbus sedert
de« Wereldoorlog aanzienlijk ver
'-v
bleekt. Immers, in het vliegerwapen
vond- men een nieuw instrument, (jat
zich weinig of niets bekommerde om
breede wateren en eskaders slag.sche-
pen. In de laatste jaren is de actie
radius van deze vliegtuigen nog zoo
zeer opgevoerd, dat geen heekje van
Engeland nog onbereikbaar/ is. Maar
ook de glans van de Britsche vloot
heeft geleden onder de slagen van de
Duitsche- lucht- en zeestrijdkrachten,
die tegenwoordig dag na dag er in sla
gen schepen uit zwaar bewapende con-
vooien weg te schieten of zwaar te be
schadigen. Hoe zeker men in Engeland
tot dusverre van zijn veilige positie
was, komt ook hierin tot uitdrukking
dat in de geheele Britsche militaire
litteratuur nauwelijks iets te vinden is
over de mi'ntajr-strategische positie
van het eilandenrijk ten hpzichte van
een mogelijken Europeeschen aanval
ler.
Het karakteristieke in de Engelsche;
kustvorming zijn de breede inhammen,
waarin de meestal niet zeer langeJ
maar goed bevaarbare rivieren «itj
monden. Doordat het water bij vloed
hier aanzienlijk stijgt, vormen deze
jaien van nature ideale havens,
waarin schepen met grooten diepgang
kunnen binnenloopén, om welke reden
juist op de plaats waar zij thans liggen,
wereldmetropolen als Londen, Liver
pool, Glasgow en Newcastle ontston
den. De Theems, de Humber, Tyne,
Tees, de Firth of Forth aan de Oost
kust, de Severn met zijn kunstmatige
verlengstuk; het Bristolkanaal, de
Messey en de Firth of Clyde aan de
Westkust zijn slechts enkele van de
voorbeelden, die Onmiddellijk in het
oog loopen. Bovendien vindt men zoo
wel aan Oost- als Westkust, temidden
van steile rotsen waarop de zeegolven
schuimend uiteenspatten, een menigte
van goede reedra en havens, waar
kleinere en grootere expeditietroepen
ruimschoots gelegenheid zouden heb-
DUITSCHLAND.
DE BENOEMINGEN VAN BtlRCKEL,
WAGNER EN SIMON
De decrejen van den Führer over d«
benoeming van de gouwleiders Bürckel,
Wagne-r en Simon tot leiders van het
burgerlijke bestuur voor Lotharingen,
Elzas en Luxemburg, alsmede de be-
noeming van Baldur von Schirach, tot
rijksstadhouder en gouwleider te Wee-
nen, beheerschen het beeld van de
Duitsche ochtendbladen. Alle bladen
brengen foto's vin de benoemden en
bespreken hun persoon. Deze belang
rijke personeelswUzigingen, zoo schrijft
de Deutsche Allgemeine Zei-
tung, heeft behalve een binnenland-
sche ook een sterke algemeene poli
tieke -beteekenis. Na voltooiing van de
krijgsverrichtingen in het Westen her
neemt thans in de genoemde bezette
gebieden een burgerlijke orde haar
rechten, waarbij uiteraard de uitoefe
ning van de militaire souvereine rech
ten aan de militaire overheid voorbe
houden blijft.
De benoeming van de rijksstadhou-
dersen gouwleiders Bürckel en Wagner
en van gouwleider Simon beteekent
niet alleen een sterk bewijs van ver
trouwen tegenover deze drie mannen,
wier prestaties ook buiten de grenzen
van het rijk bekend geworden zijn,
doch ook in regionalen zin is zq zee*
gerechtvaardigd. Van de nieuwe ge
bieden, die thans onder het burgerbe-
stuur van dezë gouwleider* gesteld
worden, is elk ten Westen van d«
gouw gelegep waar elk van deze drie
mannen de laatstw jaren reeds groote
prestaties verricht Jeeft. De verdienste
van gouwleider BBrckel voor den te
rugkeer van hqjTSaargebied naar heli
rijk is bekend. Van jongeren datum ia
de groote organisatorische taak, welke
de drie gouwleiders bij den bouw vaa
den Westwal gehad .hebben. Daarmede
kunnen deze drie mannen in den be».
ten zin de exponenten van het'„Gren*-
landdeutschtura," genoemd worden ea
de beste voorwaarden meebrengen voor
hun nieuw vergroot arbeidsterrein.
ROEMENIË
DRIE ROEMEENSCHE MINISTERS
UIT DE IJZEREN GARDE GEZET.
De leiding van de IJzeren Gard»
heeft de drie ministers, die tot da
IJzeren Garde behooren uit de partij
gezet. Het betreft den minister van
Onderwijs Budisteanu, den minister
voor de Inventaris Novantte-en den
onderstaatssecretaris Bidey0 Als ra*
den voor de uitsluiting wordt vergrijp
tegen de discipline der IJzeren Garda
opgegeven.
ben voor ontscheping van manschap
pen en materiaal.
In het Zuiden en Zuidoosten wacht
den landingstroepen een licht golven^
practisch vlak land, een vriendelijk
parkenlandschap zonder al te zware
bebossching, Daartusschen zorgen
bergruggen voor. een onderbrekingje
deze komen in de meeste gevallen ech
ter niet hooger dan 1000 meter en vor
men derhalve geen onoverkomelijke
hinderpaal. Men vindt ze voorname
lijk in Cornwall en Wales. Schotland
is daarentegen, met uitzondering vaa
het breede dal tusschen Firth of Forth
en de Fith of Clyde, een uitgesproken
bergland. Dit berggebied onderscheidt
zich in vele opzichten van het Duitscha
en van de Alpen. De bergketens zij ft
kaal en vrijwel onbegroeid. De heidft
maakt het tot een paradijs viol
schaapskudden, wilde ganzen en hoen-
dffs, maar verder is het leven er voo*
oen -mensch niet zeer wel mogelijk.
De nadeelen van een ver. doei»
gevoerde industrialisatie.
Dat Engeland tot de industrielanden
bg uitnemendheid behoort, behoeft
geen verbazing te' wekken, aangeziep
de "rijkdom aan delfstoffen, een na
tuurlijke aanwijzing in die richting uk
Rijke kolenaders loopen' van Zuid-
Wales dwars door Midden Engeland
tot de Tyne-monding. Op grond hier
van ontwikkelde zich een wijdvertakte
industrie,, als de katoenindustrie in
Lancashire en Manchester, de ijzec*
en staalbedrijven van Leeds, Sheffield
en Nottingham. Het gevolg hiervan in
een 'opeenhooping van de bevolking
in enkele deelen van het Britsche rqi^
hetgeen hair oorlogvoering ook al niet
ten goede kan komen. Tenslotte is hep
geheel op den invoer "van grondstoffen
als ertsen, katoen en wol aangewezen,
zoadat men mag betwijfelen of het
een oorlog van langeren adem toa
volhouden.