OUBSANT
DAMMEN
m ir@
Schaakproblemen
Stedenwedstrijd
m ra ra rara
Wat kan er thans nog
in den tuin gebeuren
De woorden sofa, alcoof,
zijn van
Apbischen oorspong
Op het slik hij Oostooome
Bij het Steenen Baken
De walpen roepen
Ongelooflijk lange afstanden
De^Vooruitgeschoven post
in den Oceaan
Tooneel oan zeeslagen
I inyi
Om van den winter groenten
van eigen bodem te eten
Oplossing Visitekaartjes-Puzzle,
- VRACHTRIJDER,
Kampioenschap oan Rotterdam
Goede Oplossingen
Toch zijn het geen machtige vogels, met
stoere, lange en geweldig sterke wieken, zoo
als de albatros, -het zijn dikwijls nietige vo
geltjes, nauwelijks een handvol groot, mat
kleine, rappe wiekjes en ragdunne pootjes.
Ze vliegen over wijde stukken zee, over barre
landstreken, ie overvliegen de halve wereld
twee maal per jaar, eens in het voorjaar,
één keer in het najaar.
Tet deze kleine neeaaden bekeort ook da
beate strandleeper, een dappere,
kleine draver op aRe Hollandache sliklandea
in najaar en winter, die echter bij bar win
terweer verdwijnt. En deze kleine sllkvogel
komt acldte alleen, meestal is bij er met
vele vriendjes tezamen en dan kannen sa
prachtige vliegoefenlngea bonden, mannen
vree, die ana verstomd doen staaa. Soms kin
wen ze in heel groote troepen samen en
vliegen zoo, vele honderden vogels bijeen,
rond ais een groote donkere wolk
Dan valt telkens de onbegrijpelijke diseiplino
ep, welke «sa troep la staat stelt plotseling
als één geheel, In minder dan één seconde
tijds van richting te veranderen, manoeuvres,
waarbij we ons telkens weer verbazen over
de «nelheid der reactie van alle vogels tege
lijk, over de eenheid en het be eb te traepe-
verband.
Soms kan zoo'n hechte troep plotseling
op het slik dalen en uiteen vallen in een groot
aantal kleine vogeltjes, die elk geheel op zich
zelf, zonder zich oogenschijnlijk iets van een
ander aan te trekken, aan het voedselzoeken
gaan, peurend in het slib, om even daarna
weer en bloc op de wieken te gaan en de
vliegoefeningen of zou tet iets anders zijn?
te hervatten. Welke beteekenis hebben deze
manoeuvres, hoe is het troepsverband, hoe
kunnen deze vogels zoo snel reageeren?
Zoo zijp er vele vragen, die opkomen bi)
het zien van het bonte vogelgewemel. En
dan is er veel te peinzen over de grootheid
en de schoonheid van de Natuur, waarvan we
zelf een miniem en onbeduidend onderdeeltje
zijn. Maar om dat te bepeinzen gaan we in
een duinpannetje liggen en we steken er een
pijpje bQ op, zoodat we onderwijl de blauwe
smoor langzaam kunnen zien omhoogkrtage-
len, de wijde lucht fat. O. v. d. H.
s pTevierentrek, dim ometreekm half Juli in
treedt en die voortduurt tot laat in den herfst.
Dim geluiden hebben een slechten invloed op
ons, want za herinneren ons aan lange dagen,
die we doorbrachten op de wijde slikvlakten
van da Groniagsche kust, de uitgestrekte
waddenstrook, waar tet wemelt van de ple
vieren, van duizenden vogels op hooge pooten
of korte waadteentjes, met lange of korte
snavels, groote en kleine vogels in allerlei
kleur en allerlei vorm. Ze doen ons denken
aan den tijd, dien we kampeercad doorbrach
ten op de kwelderlanden bij Uithuizen, bij den
Westpolder, bij de Lauwerszee en dm Doliart.
Daarom zijn we den volgenden morgen maar
op -stap gegaan, daarom zijn we voorloopig
vaat een voorproefje gaan nemen op de slik-
landan langs den Brielschen Maasmond, want
ook dikr Itomm zij» dia zich van verdere
broedpljchten ontslagen achten, die zich over
geven aan den trekdrang, die nochtans niet
eterk genoeg la om lien ijlings te doen voort
trekken over duizenden kilometers afstand, in
haast om naar het Zuiden te komen. Het is
daarvoor toch nog te vroeg in den trek tijd.
Bij Ooetvoorne zijn we het slik opgegaan,
het groote slik, dat door zoovele strandbe-
zoekers wordt genegeerd, want elkeen, die
Ooetvoorne komt' bezoeken, haast zich naar
hst in de verte blinkende strand. Wij niet,
want wij voelen ons meer aangetrokken tot
het stille, modderige, tJÊtf* land, waar het
wemelt van druk vogelfSpeuter dan tot het
mondaine strandleven, 't Is maar hoe ge uw
wereld beziet. „Elk zijn meug..." is een te
kende Hollandache zegswijze.
Nauwelijks zijn w« van dm boulevard om
laag gestapt of wa ondervinden reeds weer
de moeilijkheden van een wandeling door dit
aanslibsel. Het is geen grond voor zomer
schoenen co nog minder voor hakten. Het is
materiaal, dat men met zware rubber laarzen
óf barrevoets zal moeten betreden. In das
zomer geven we de voorkeur aan het gaan
op bkxjte voeten. Daarom knoopei, we de
schoenveters aanéén, hangen de schoenen om
dsn hals, stoppen de kousen in tien zak en
wandelen door da modder naar den water
kant. Het zachte slib krult leutig langs de
voeten omhoog en we troosten elkander door
te spreken over de gezondheid van modder
baden en den Invloed op de juiste ontwikke
ling der voetspieren.
Zoo gaan we te elflrvlskte over, volgend de
Brlelecbe Maas stroomopwaarts. Het is een
prachtig landschap hier. Aan den overkant
ligt blinkend het duinlandschap van de Beer,
de uitesste Westpunt van het eiland Rozen
burg. welks duinm telkens fel oplichten In tet
zonnelicht Dan weer, alk een wolk voorbij
trekt, veegt een donkere schaduw over dit
liable strand--en duinlandschap om even daar
na te ton waar vrij spel te laten. In te wij
de vlakte van dm Maasmond liggen hier m
daar groote, lange zandbanken, waarop wa,
vooral wat verder uit da kust de golven
schuimend sten breken.
Du is er te me, het eeuwig golvende wa
ter, tet steeds weer .bruisend op het strand
komt aanzetten, dat stands wear zijn golven
laat uit farnpm op onze eilandkust Aan dezen
kant liggen de duinen, hier en tear afgesla-
f*a door tet geweld vu te sas tijdens herfst-
en winterstormen, neergestort op ds plaatsen,
waar te golven au de Autolichamen knaag
den m het zand weg teten kolken, elders
aangroeiend, doordat tet lichte stulf-
dat aangevoerd werd door dm wind,
raden door teer m ijl grom vu
helm m zandbaver.
naar het Oosten, hebben vela
vu te duinen, vu te zandterg-
aakt: daar groeit het don-
I stekelige bout vu de duin-
l, mm teartuaecten helm-
Si daar. Verderop nog naar hst
ligt eeo tamelijk-breed achor,
la m waarover em breeds
aangevoerd
de steigers staat. Dat was eens een oude
vuurboet; vele eeuwen terug reeds diende het
vuur, Dat bovenop dit bouwwerk werd ge
stookt, tot baken voor de koggen, die toen de
Maasvlakte en de Brïelache Maas bevoeren,
toen Den Briel nog een belangrijke handels
stad was.
Terwijl we voortgaan trekken enkele roe
pende—w u 1 p e n onze aandacht. Het zijn
langbeenige vogels met lange, krom-omlaag-
gebogen snavels. Hun roep klinkt melodieus
m tegelijk melancholiek. „Wuuuliep, wuuu-
liep" huilt htm geluid door de state van dit
weinig bezochte land. Zij gaan op de vleu
gels, maar ze strijken weer neer. We houden
onze kijkers gericht en we zien hoe zfl, na
even deftig hem en weer te hebben gestapt,
hun snavel in het slik boren en daardoor op
nieuw op jacht gaan naar voedsel, dat be
staat uit kleine waddiertjes, uit slakjes m
wormpjes, die zich in de sllklaag ophouden
en die den velen slikvogels tot voedsel dienen.
De top van den snavel van vele dezer slik-
peuteraars is iets verbreed en daar treft de
gene, die den snavel wel eens van nabij heeft
gezien een aantal kleine putjes aan. Deze
snaveltop schijnt rijkelijk voorzien te zijn van
zenuwen, waardoor er een sterke gevoeligheid
is geconcentreerd- De vogel, die zijn snavel
in het slik steekt en woelend door den wee-
ken grond in de nabijheid komt van u>
vöortwriemelend slikgedierte, schijnt, naar
men thans aanneemt, de aanwezigheid van
dit voedsel aan te voelen en hij kan daardoor
dit wormpje, of wat het 'ook is, gemakkelijk
bult maken. Vooral bij de snip, de grutto en
den wulp zijn deze putjes duidelijk te zien.
Dan ontmoeten we ook een anderen slflcsop-
per. Een zwart-witte vogel, eveneens op
hooge pooten en ook met een langen snavel.
Maar de kluut heeft een anderen snavel dan
de wulp. Deze heeft een dunne, omhooggebo
gen zwarte sneb, van vreemden vorm.
De kluut heeft ook een andere manier van
voedselzoeken dan de wnlp, waarop alleen al
zijn vreemde znavelbonw duidt. Hij waadt
door het water, dat hem tot het pootgewricht
komt, maar soms ook gaat de vogel tet hoo-
gerop zoeken. Met maaibewegtogen naar links
en rechts zwaait hij den fijnen kop been en
weer. Telkens gaat de snavel ever het slik.
En als we gaan kijken op de plaats, waar
hij aan tet voedselzoeken is geweest, ontwa
ren we een aantal sikkelvormige strepen over
tet zachte aanslibsel. Hier heeft de klotes-
snavel de bovenste sliblaag afgestreken co er
het voedsel, dst.testsat alt keel kleine krak-
achtige diertjes en ook wel andere mfamsenle
organismen, uitgeleefd.
We soppen verder door het allb, waarin
onze voeten tot ver over den enkel wegzakken.
Waar het aanslibsel erg week is, voelen we
ons plotseling nog dieper wegzakken, tot bijna
aan de knie en dan is het zaak gauw weer
grond onder onze voeten te krijgen. Ala we
bezig zijn den inhoud van één der daar uit
gezette fuiken te bekijken en we ons net ver
lustigen in de gedachte aan een vet gebakken
botje, klinkt er plotseling een nieuw geluid
boven onze hoofden. Een troepje vogels daalt
achter ons.
De gebakken bot is vergeten, de kijkers zijn
gericht en daar treffen we onze eerste rosse
grutto's van dezen zomer alweer aan.
Het zijn bekenden uit vroegere najaren, maar
we kennen ze ook nog van korter geleden,
va., het voorjaar. Nadien hebben zij het hoo
ier op gezocht, ze zijn naar Noordelijker
streken vertrokken, naar het Noorden van
Scandinavië en misschien wel naar NAxië
Enkelen blijven wel overwinteren, wanneer
de weersgesteldheid en de voedselrijkdom
hun te gelegenheid tot blijven en blijven lé
ven laten, maar velen trekken verder Zuid
waarts, tot ver tu Afrika. Neen, vele plevie
ren zien niet tegen een tochtje tijdens haft
trektjjd op. Enorme afstanden leggen zij af
van het hooge Noorden tot teel ver naar het
Zuiden. Onder deze vogels, die een tamelijk
groote groep omvatten is er menige soort, die
van Noord-Azië, of Noord-Scandtaavië, van
IJ«land uf Groenland doortrekt naar het Zui
den, naar de Zuidelijkste deelen van Zuid-
Amerika af naar te Kaap la ZttJteAfrika.
Het door te Duitscte troepen bezette
eilandje Oueszant voor de kust van Bretagne is
niet zonder beteeken!» als vooruitgeschoven poet
to den Oceaan tegen Engeland. Het vormt te
Westelijkste punt van Frankrijk. Oueszant aan
deze en Lande End ean gene rijde geven te
Wettelijke grens van het Kanaal aan.
Het eilandje op zichzelf is slechts 18 vlerk,
kun. groot en wordt door ongeveer 3000 men-
schen bewoond, die in hun levensonderhoud
voorzien door vlachvangst Een ander bestaan
zou trouwens niet mogelijk zijn op dit stukje
woes ten rotsbodem midden in den Oceaan, dat
veertig meter boven het oppervlak van de zee
uitsteekt.
In de geschiedenis van de zee-oorlogen beeft
Ouessant in te achttiende eeuw tweemaal era
rol gespeeld in den strijd ter zee tusscten fran
se hen en Engelsehen- Den 27en Jun] 1779 liet
de Frtnaebe admiraal OrviUiers een Engeiscbe
vloot rader admiraal Keppei tot dicht onder het
eiland naderen, waar de Ersnschen zeer voor
deel ige stellingen haddra Ingenomen. Hij bracht
daarop den Engelacten era zoo gevoelige neder
laag toe. dat het hun slechts met te grootste
moeite gelukte, een deel van hun vloot van dan
ootoginf te redden.
Dra lsten Juni 1794 gelukte het dn Engel-
schen admiraal lord Howe deze nederlaag uit te
wisscbra. Met een Engelsch zmajdéel uitgezeild,
zette hij koert naar OuestanL^rfaar hij te ftan-
eche oorlogsbodem! wist terorrasetn en hun ep
zijn beurt een zware nederlaag hmhractit.
In ten op 28 Augustus Si. te Amsterdam
gespeelden wedstrijd Amsterdam 119
Rotterdam, werd de volgende partij ge
speeld aan bord 1 tusschen K. C. Keiler, wit
(kampioen van Nederland) en H. F J. Kinnegin,
zwart (kampioen van Rotterdam).
1. 33—28, 18—22; 2. 38—33. 12—18; 3. 42—38,
7—12; 4. 32—27, 19—23; 5. 28:19, 14:23; 6.
34—29, 23: 34; 7. 40: 29. 20—24; 8. 29: 20, 15: 24;
9. 45—40, 19—14; 10. 40—34, 5—10; 11. 47—42,
1—7; 12 44—40, 13—19.
Vrijer spel geeft wel 1721, waardoor een af
ruil zal geschieden met de mogelijkheid, het spel
nog in verschillende richtingen te leiden. Met
dra textzet bindt zwart zich voorloopig aan een
bepaalde voortzetting.
13. 49—44, 17—21; 14. 37—32!
Maakt gebruik van den twaalfden zet van
zwart, Deze kan nu niet 2126 spelen, omdat wit
daarop een schijf wint door 3429 (26: 28) 29: 20
(14; 25) 40—34 (22:31) 33:24. Wit dreigt echter
tevens niet 3329 én 39:26.
Zoodoende wordt zwart door zijn twaalfden zet
genoodzaakt, nu een opsluiting van zijn korten
vleugel te accepteeren.
IA11—17; 15. 33—28t 22: 33; 16. 38: 20,
14. 25; 17. 31—26, 8—13; 18.' 41—?7, 18—22; 19.
27:18, 13:22; 20. 43—38, 10—14; 21. 39—S3,
12—18; 22. 37—31, 9—13; 23. 50—45, 3—9; 24.
44—39?
Deze zet Is niet sterk en zwart kan nu altijd
vrijkomen uit de opsluiting, waarvoor hij de
voorbereidingen reeds gaat treffen.
24. 7—111 25, 31—27, 22: 31; 26. 36: 277
Hoewel voor de hand liggend, is deze zet fout
en had wit 26:37 moeten slaan, waarna het spel
nog op allerlei manieren ontwikkeld had kunnen
worden.
Thans forceert zwart echter ojf verrassende
wijze schijfwinst, door een zet te spelen, waar- g
door plots een aantal combinaties de witte stel
ling bedreigen, zoodat wit verplicht la, tot een
stukoffer te besluiten. 2618—23111 ,-r -
1 2 9 4 6
16
96
11
mm m m
18
46
"Wk 48
49 80
Op wit 46—41 volgt (23—29!) 33:94 gedw.
(19:30) 35:24 (14—20) 24:15 (4—10) 15:4
(13—18) 24: 22 (17:46) 26:17 (11:31) ra wint.
Wft kan niet spelen 4237 wegens (2328)
33:23 (17:28) 32:33 (91:43) 48—42 (19:28)
39 48, met schijfwinst voor zwart.
Ook op 99—30 levert 23—28 zwart minstens
een schijf winst op.
Tenslotte blijft over 3328, waarop de mooiste
slagzet volgt, n.1. (23—2911) 84:23 (17—2211)
27:18a (18: 44) 49:40 (19:37) 43:31, met schijf-
winst voor zwart.
a) 28:17 (19:37) 42:31 (21: 34) 40:29 (11:22)
met twee schijven winst
97. 84—29, 23:43; 28. 38:49, 25—30; 29. 38:34,
19:30; 30. 49—41, 14—19; 81. 48—43, *-»; 33.
43—38, 19—23; 33. 41—36.
Anders zoo zwart gespeeld hebben (3328)
33:33 gedw. (31:32) 38:27 (17—21) 26:17
(11:81), met dreigtag 31—36, 41—37, 16—21—26
—81 en 36—41—46.
33. 9—14; 34. 33—29, 29:84; 35. 40:29,
13—18; 36. 49—44, 8—13; 87. 38—33, 14—19.
Da zat 29—34 van wit wordt nu verhln-
"et is van groot belang, dat tn het win ter-
getijde bij voortduring versche groenten
ilkbaar zijn en degene, die een tuin
beeft en deze in dit opzicht productief wil maken,
kan ook in September nog nuttig werk verrich
ten. In den vollen, goed omgespltten grond kun
nen nog winterspinazie en veldsla worden ge
zaaid. Deze zijn beide winterhard. Gewone spina-
zie is niet tegen vorst, bestand, maar kan, indien
direct gezaaid, nog vóór den winter worden ge
oogst.
Onder glas is het nog tijd voor zaaisels van
epinazie, postelein en snijsla. Wie nog geen boe
renkool heeft, kan zich wat planten "aanschaffen
en die uitzetten. Wil men» heel den winter over
versche peterselie en bladselderij beschikken,
dan moet men de planten nu, ontdaan van de
grootste bladeren, in den kouden bak zetten, ver
der vorstvrij houden en op tijd luchten. Heel
practisch is ook een tonnetje, waarin, op onder-
lingen afstand van 10 centimeter, eaten zijn ge;
boord. Tijdens het vullen met aarde wordt in
elke opening een peteiselie-r'.ant geplaatst, teriK
wijl aan de bovenzijde eveneens planten kunnen
worden gezet. Men geeft de aarde regelmatig
water, zet het tonnetje op een vorstvrije. lichte
plaats en zorgt er voor. dat, door af ra toe te
draaien, alle planten behoorlijk licht krijgen.
Spoedig ia de ton met fijn loof overdekt, waar
van geregeld kan worden gesneden.
voorkomend to Duizend ra Eén van Zaterdag
31 Augustus jJ.
derd door (19—23) 24: 35 (23—29) 33:: 24 <13—
19) 24:22 (17:37 26:17 (11:31) 36:27 (6—11)
en daarna 37 —41—46 of 47.
38. 43—38. 19—23; 39. 4440,23: 34; 40. 40: 29.
13—191
Wederom is 2924 verboden,, door (30—34)
24:22 (17:37) etc., al* boven.
41. 33—28 gedw.. 3»—35; 42. 27—22. 18:37: 43.
29—23. 19—24; 44_. 23IA 17—221
Wit geeft op; er volgt 26:17a (22:42) 32:21
(11:13) of a) 28:17 (21:23) 32:21 (18:27) en
wint
Deze zeer onregelmatige partij is door zwart
op fraaie en verrassende wijze l"t pen zeer onver
wachte beslissing gebracht en 'nadat met' fraaie
combinatiedrelgingen schijfwinst was behaald,
werd het spel verder op zeer kordate wijze door
den zwartspeler behandeld..
In de op 1 dezer gespeelde partij C. v. Leeuwen
witPb JE Ham. zwart kwam de volgende
stand voor:
Zwart 11 scb. crp 8. 10—13,15, 18, 18. 21, 24. 29.
Wit 11 scb. op 25. 27. 28, 32, 33, 38—38. 40.
42, 48.
Wit verloor "door de vergissing 2520, waarop
1823 enz. volgde.
Bij het naspelen van het verloop, dat de partij
eventueel had kunnen krijgen, ^tuitte men op de
volgende merkwaardige voortzetting:
87—31 (10—14) 31—26 (11—17) 42—37 (13—
19) 48—42 (13—23) 37—31 (13—20) 27—22.
Wit meende hiermede schijfwinst te torceeren,
daar hem 813 voor zwart gedwongen toescheen
Zwart voerde echter een problemattechen remise-
slag uit door:
(24—3011!) 33:2 (30—35) 28:19 (17:48) 28:8
(48:3) 25:14 (3:42!) en op 40—84 volgt <42—48)
34—29 (35—40 of 43-43) remise.
.4
Het ligt in de bedoeling de schaakproblemen
weder in Duizend en Een opte nemen.
Te beginnen met Zaterdag 14 September as.
zullen deze problemen weder geregeld worden
afgedrukt, tegelijk met de schaakrubriek erna
dr. Eu we.
Hier volgen de goede oplossingen van de pro
blemen van 27 April en 4 Mei JJ-:
Noe 14A ra ISAD. Hoogenboezem (7, 5),
J. H. Burg jr. (7, 5). M. P. Suiker (7, 5), A. v.
d. Tol (7. 5). A. de Wilde (7, 5). L. B Kroep
<7, 5). J. Steffen (7, 8). J Blaoe (7. 3), J. H.
Th. Heisterkemp (7, 5), W de Vries jr. (7. 5),
D. L. Rieke C7. 5), A. P. Maakenschijn (7, 5),
J. A. Vroom (7, Sf, U J. v. Popering (7. 5),
J. W. Stegeman (7, 5). K. Hartman (7 5), W.
Bij! (7, 5), K. Blom (7, 5), A v. d Bergh (7..S),
C. Mink (7, 5). A. Poldervaart (7, 8), J. H. v. d.
Velden (7, 5), A. de Visser (7, 5), J. Hpe&sen
(7. 5). mej. W. F. Koch (7. 5). J. J.M Zante
(7. 5), H. ifÉfettog (7, 5), A. v, Burf
G. H. Kooprfifn (7. 5). Ad. J. Verlooj)
Scbr. (7, 5), J. v. d. Zwaai (7. 5),
J5). W. Jongeneel (7, 5). P. H. Peereb
C. ff Krkmer (7, 5), G. Doedewski
Hïllebrand (7. 3), H. A. Leniger <7. 5). C. den
Toom (7, 5), J. v. d. Linden (7, 5), J. Hane-
waaljer (7. 5), Ar H Trotsenburg (7. 8). J. La
gerwaard (7. 5), C- A. v. Dijk (7. 5).
Nos. MB en 15B; J. H. Burg (4, 6). J. Ouden
aarden (4, 3), C. J. Vogel <4. 5), A. J. Berkra-
bosch (4, 5), J. C. Kramer (4. 8). 1. Smite <4, 8),
D. Schaap (4, 8), L. v. d.J3erg (4. 8).
J»
Weinigen onzer geven er zich rekenschap van
dat zy in het dagelyksche leven tal vim woor
den gebruiken, die van Arabische oorsprong
zijn. Zooals men weet, zijn de Arabieren reeds
in de achtste eeuw van Noord-Afrika in Span
je doorgedrongen, zoodat het" geen wonder is,
dat zij ons niet alleen overblijfselen van hun
op hooge trap staande kunst, doch ook deelen
van hun woordenschat acbtealigte
Als iemand zegt, dat hij plaatSTTéeft geno
men op een sofa, een divan, of daj hQ op
een matras heeft gerust en. dat hij een kopje
mokka heeft genoten met suiker; gevolgd door
.een glaasje water uit.een karaf, heeft hij al
een aardigen mondvol Arabisch gebruikt. De
mokka ontleent haar naam aan de stad Mocha
aan de Roode Zee. eertijds bekend door den
uitvoer van koffie, Karaf ia een verbastering
van „gharaffa", het Arabisch woord voor het 0
scheprad aan de bron. Suiker is afkomstig,
van „gharaffa", het Arabische woord voor het
zijn beurt is afgeleid uit het Indisch.
Matras komt van „matrah", sofa was oor
spronkelijk by de Arabieren het kussen op
het zadel van hun kameel. Divan of „dlwan"
hebben zy op hun beurt ontleend aan bet
Perzisch.
„Al" is In het Arabisch het Hdwoord. Man
vindt het terug in algebra, dat in het Ara
bisch beteekent „verbinding van geschelde»
deelen", en in alcoof, het achterste deel van
de tent, dat den vrouwen tot verbiyfplaate
strekte.
Chemie is esn verbastering van het Arabi
sche „kimija" (vermenging). Alcohol is even
eens Arabisch, hoewel het in die tanl heel
iets anders beteekende. n.l. een fijti? potlood
achtig poeder, waarmede de vrouwen wenk
brauwen en oogharen zwart maakten.
Het woord magazyn Is afkomstig van het
Arabisch „machzan", dat schatkamer betee
kent. Siroop komt van „scharab", drenk. Het
vroeger gebruikelijke woord „tuighuis" ie
meer en meer verdrongen door ..arsenaal", dat
fat het Arabisch beteekent „huis van den hand
arbeid".