OUBSANT DAMMEN m ir@ Schaakproblemen Stedenwedstrijd m ra ra rara Wat kan er thans nog in den tuin gebeuren De woorden sofa, alcoof, zijn van Apbischen oorspong Op het slik hij Oostooome Bij het Steenen Baken De walpen roepen Ongelooflijk lange afstanden De^Vooruitgeschoven post in den Oceaan Tooneel oan zeeslagen I inyi Om van den winter groenten van eigen bodem te eten Oplossing Visitekaartjes-Puzzle, - VRACHTRIJDER, Kampioenschap oan Rotterdam Goede Oplossingen Toch zijn het geen machtige vogels, met stoere, lange en geweldig sterke wieken, zoo als de albatros, -het zijn dikwijls nietige vo geltjes, nauwelijks een handvol groot, mat kleine, rappe wiekjes en ragdunne pootjes. Ze vliegen over wijde stukken zee, over barre landstreken, ie overvliegen de halve wereld twee maal per jaar, eens in het voorjaar, één keer in het najaar. Tet deze kleine neeaaden bekeort ook da beate strandleeper, een dappere, kleine draver op aRe Hollandache sliklandea in najaar en winter, die echter bij bar win terweer verdwijnt. En deze kleine sllkvogel komt acldte alleen, meestal is bij er met vele vriendjes tezamen en dan kannen sa prachtige vliegoefenlngea bonden, mannen vree, die ana verstomd doen staaa. Soms kin wen ze in heel groote troepen samen en vliegen zoo, vele honderden vogels bijeen, rond ais een groote donkere wolk Dan valt telkens de onbegrijpelijke diseiplino ep, welke «sa troep la staat stelt plotseling als één geheel, In minder dan één seconde tijds van richting te veranderen, manoeuvres, waarbij we ons telkens weer verbazen over de «nelheid der reactie van alle vogels tege lijk, over de eenheid en het be eb te traepe- verband. Soms kan zoo'n hechte troep plotseling op het slik dalen en uiteen vallen in een groot aantal kleine vogeltjes, die elk geheel op zich zelf, zonder zich oogenschijnlijk iets van een ander aan te trekken, aan het voedselzoeken gaan, peurend in het slib, om even daarna weer en bloc op de wieken te gaan en de vliegoefeningen of zou tet iets anders zijn? te hervatten. Welke beteekenis hebben deze manoeuvres, hoe is het troepsverband, hoe kunnen deze vogels zoo snel reageeren? Zoo zijp er vele vragen, die opkomen bi) het zien van het bonte vogelgewemel. En dan is er veel te peinzen over de grootheid en de schoonheid van de Natuur, waarvan we zelf een miniem en onbeduidend onderdeeltje zijn. Maar om dat te bepeinzen gaan we in een duinpannetje liggen en we steken er een pijpje bQ op, zoodat we onderwijl de blauwe smoor langzaam kunnen zien omhoogkrtage- len, de wijde lucht fat. O. v. d. H. s pTevierentrek, dim ometreekm half Juli in treedt en die voortduurt tot laat in den herfst. Dim geluiden hebben een slechten invloed op ons, want za herinneren ons aan lange dagen, die we doorbrachten op de wijde slikvlakten van da Groniagsche kust, de uitgestrekte waddenstrook, waar tet wemelt van de ple vieren, van duizenden vogels op hooge pooten of korte waadteentjes, met lange of korte snavels, groote en kleine vogels in allerlei kleur en allerlei vorm. Ze doen ons denken aan den tijd, dien we kampeercad doorbrach ten op de kwelderlanden bij Uithuizen, bij den Westpolder, bij de Lauwerszee en dm Doliart. Daarom zijn we den volgenden morgen maar op -stap gegaan, daarom zijn we voorloopig vaat een voorproefje gaan nemen op de slik- landan langs den Brielschen Maasmond, want ook dikr Itomm zij» dia zich van verdere broedpljchten ontslagen achten, die zich over geven aan den trekdrang, die nochtans niet eterk genoeg la om lien ijlings te doen voort trekken over duizenden kilometers afstand, in haast om naar het Zuiden te komen. Het is daarvoor toch nog te vroeg in den trek tijd. Bij Ooetvoorne zijn we het slik opgegaan, het groote slik, dat door zoovele strandbe- zoekers wordt genegeerd, want elkeen, die Ooetvoorne komt' bezoeken, haast zich naar hst in de verte blinkende strand. Wij niet, want wij voelen ons meer aangetrokken tot het stille, modderige, tJÊtf* land, waar het wemelt van druk vogelfSpeuter dan tot het mondaine strandleven, 't Is maar hoe ge uw wereld beziet. „Elk zijn meug..." is een te kende Hollandache zegswijze. Nauwelijks zijn w« van dm boulevard om laag gestapt of wa ondervinden reeds weer de moeilijkheden van een wandeling door dit aanslibsel. Het is geen grond voor zomer schoenen co nog minder voor hakten. Het is materiaal, dat men met zware rubber laarzen óf barrevoets zal moeten betreden. In das zomer geven we de voorkeur aan het gaan op bkxjte voeten. Daarom knoopei, we de schoenveters aanéén, hangen de schoenen om dsn hals, stoppen de kousen in tien zak en wandelen door da modder naar den water kant. Het zachte slib krult leutig langs de voeten omhoog en we troosten elkander door te spreken over de gezondheid van modder baden en den Invloed op de juiste ontwikke ling der voetspieren. Zoo gaan we te elflrvlskte over, volgend de Brlelecbe Maas stroomopwaarts. Het is een prachtig landschap hier. Aan den overkant ligt blinkend het duinlandschap van de Beer, de uitesste Westpunt van het eiland Rozen burg. welks duinm telkens fel oplichten In tet zonnelicht Dan weer, alk een wolk voorbij trekt, veegt een donkere schaduw over dit liable strand--en duinlandschap om even daar na te ton waar vrij spel te laten. In te wij de vlakte van dm Maasmond liggen hier m daar groote, lange zandbanken, waarop wa, vooral wat verder uit da kust de golven schuimend sten breken. Du is er te me, het eeuwig golvende wa ter, tet steeds weer .bruisend op het strand komt aanzetten, dat stands wear zijn golven laat uit farnpm op onze eilandkust Aan dezen kant liggen de duinen, hier en tear afgesla- f*a door tet geweld vu te sas tijdens herfst- en winterstormen, neergestort op ds plaatsen, waar te golven au de Autolichamen knaag den m het zand weg teten kolken, elders aangroeiend, doordat tet lichte stulf- dat aangevoerd werd door dm wind, raden door teer m ijl grom vu helm m zandbaver. naar het Oosten, hebben vela vu te duinen, vu te zandterg- aakt: daar groeit het don- I stekelige bout vu de duin- l, mm teartuaecten helm- Si daar. Verderop nog naar hst ligt eeo tamelijk-breed achor, la m waarover em breeds aangevoerd de steigers staat. Dat was eens een oude vuurboet; vele eeuwen terug reeds diende het vuur, Dat bovenop dit bouwwerk werd ge stookt, tot baken voor de koggen, die toen de Maasvlakte en de Brïelache Maas bevoeren, toen Den Briel nog een belangrijke handels stad was. Terwijl we voortgaan trekken enkele roe pende—w u 1 p e n onze aandacht. Het zijn langbeenige vogels met lange, krom-omlaag- gebogen snavels. Hun roep klinkt melodieus m tegelijk melancholiek. „Wuuuliep, wuuu- liep" huilt htm geluid door de state van dit weinig bezochte land. Zij gaan op de vleu gels, maar ze strijken weer neer. We houden onze kijkers gericht en we zien hoe zfl, na even deftig hem en weer te hebben gestapt, hun snavel in het slik boren en daardoor op nieuw op jacht gaan naar voedsel, dat be staat uit kleine waddiertjes, uit slakjes m wormpjes, die zich in de sllklaag ophouden en die den velen slikvogels tot voedsel dienen. De top van den snavel van vele dezer slik- peuteraars is iets verbreed en daar treft de gene, die den snavel wel eens van nabij heeft gezien een aantal kleine putjes aan. Deze snaveltop schijnt rijkelijk voorzien te zijn van zenuwen, waardoor er een sterke gevoeligheid is geconcentreerd- De vogel, die zijn snavel in het slik steekt en woelend door den wee- ken grond in de nabijheid komt van u> vöortwriemelend slikgedierte, schijnt, naar men thans aanneemt, de aanwezigheid van dit voedsel aan te voelen en hij kan daardoor dit wormpje, of wat het 'ook is, gemakkelijk bult maken. Vooral bij de snip, de grutto en den wulp zijn deze putjes duidelijk te zien. Dan ontmoeten we ook een anderen slflcsop- per. Een zwart-witte vogel, eveneens op hooge pooten en ook met een langen snavel. Maar de kluut heeft een anderen snavel dan de wulp. Deze heeft een dunne, omhooggebo gen zwarte sneb, van vreemden vorm. De kluut heeft ook een andere manier van voedselzoeken dan de wnlp, waarop alleen al zijn vreemde znavelbonw duidt. Hij waadt door het water, dat hem tot het pootgewricht komt, maar soms ook gaat de vogel tet hoo- gerop zoeken. Met maaibewegtogen naar links en rechts zwaait hij den fijnen kop been en weer. Telkens gaat de snavel ever het slik. En als we gaan kijken op de plaats, waar hij aan tet voedselzoeken is geweest, ontwa ren we een aantal sikkelvormige strepen over tet zachte aanslibsel. Hier heeft de klotes- snavel de bovenste sliblaag afgestreken co er het voedsel, dst.testsat alt keel kleine krak- achtige diertjes en ook wel andere mfamsenle organismen, uitgeleefd. We soppen verder door het allb, waarin onze voeten tot ver over den enkel wegzakken. Waar het aanslibsel erg week is, voelen we ons plotseling nog dieper wegzakken, tot bijna aan de knie en dan is het zaak gauw weer grond onder onze voeten te krijgen. Ala we bezig zijn den inhoud van één der daar uit gezette fuiken te bekijken en we ons net ver lustigen in de gedachte aan een vet gebakken botje, klinkt er plotseling een nieuw geluid boven onze hoofden. Een troepje vogels daalt achter ons. De gebakken bot is vergeten, de kijkers zijn gericht en daar treffen we onze eerste rosse grutto's van dezen zomer alweer aan. Het zijn bekenden uit vroegere najaren, maar we kennen ze ook nog van korter geleden, va., het voorjaar. Nadien hebben zij het hoo ier op gezocht, ze zijn naar Noordelijker streken vertrokken, naar het Noorden van Scandinavië en misschien wel naar NAxië Enkelen blijven wel overwinteren, wanneer de weersgesteldheid en de voedselrijkdom hun te gelegenheid tot blijven en blijven lé ven laten, maar velen trekken verder Zuid waarts, tot ver tu Afrika. Neen, vele plevie ren zien niet tegen een tochtje tijdens haft trektjjd op. Enorme afstanden leggen zij af van het hooge Noorden tot teel ver naar het Zuiden. Onder deze vogels, die een tamelijk groote groep omvatten is er menige soort, die van Noord-Azië, of Noord-Scandtaavië, van IJ«land uf Groenland doortrekt naar het Zui den, naar de Zuidelijkste deelen van Zuid- Amerika af naar te Kaap la ZttJteAfrika. Het door te Duitscte troepen bezette eilandje Oueszant voor de kust van Bretagne is niet zonder beteeken!» als vooruitgeschoven poet to den Oceaan tegen Engeland. Het vormt te Westelijkste punt van Frankrijk. Oueszant aan deze en Lande End ean gene rijde geven te Wettelijke grens van het Kanaal aan. Het eilandje op zichzelf is slechts 18 vlerk, kun. groot en wordt door ongeveer 3000 men- schen bewoond, die in hun levensonderhoud voorzien door vlachvangst Een ander bestaan zou trouwens niet mogelijk zijn op dit stukje woes ten rotsbodem midden in den Oceaan, dat veertig meter boven het oppervlak van de zee uitsteekt. In de geschiedenis van de zee-oorlogen beeft Ouessant in te achttiende eeuw tweemaal era rol gespeeld in den strijd ter zee tusscten fran se hen en Engelsehen- Den 27en Jun] 1779 liet de Frtnaebe admiraal OrviUiers een Engeiscbe vloot rader admiraal Keppei tot dicht onder het eiland naderen, waar de Ersnschen zeer voor deel ige stellingen haddra Ingenomen. Hij bracht daarop den Engelacten era zoo gevoelige neder laag toe. dat het hun slechts met te grootste moeite gelukte, een deel van hun vloot van dan ootoginf te redden. Dra lsten Juni 1794 gelukte het dn Engel- schen admiraal lord Howe deze nederlaag uit te wisscbra. Met een Engelsch zmajdéel uitgezeild, zette hij koert naar OuestanL^rfaar hij te ftan- eche oorlogsbodem! wist terorrasetn en hun ep zijn beurt een zware nederlaag hmhractit. In ten op 28 Augustus Si. te Amsterdam gespeelden wedstrijd Amsterdam 119 Rotterdam, werd de volgende partij ge speeld aan bord 1 tusschen K. C. Keiler, wit (kampioen van Nederland) en H. F J. Kinnegin, zwart (kampioen van Rotterdam). 1. 33—28, 18—22; 2. 38—33. 12—18; 3. 42—38, 7—12; 4. 32—27, 19—23; 5. 28:19, 14:23; 6. 34—29, 23: 34; 7. 40: 29. 20—24; 8. 29: 20, 15: 24; 9. 45—40, 19—14; 10. 40—34, 5—10; 11. 47—42, 1—7; 12 44—40, 13—19. Vrijer spel geeft wel 1721, waardoor een af ruil zal geschieden met de mogelijkheid, het spel nog in verschillende richtingen te leiden. Met dra textzet bindt zwart zich voorloopig aan een bepaalde voortzetting. 13. 49—44, 17—21; 14. 37—32! Maakt gebruik van den twaalfden zet van zwart, Deze kan nu niet 2126 spelen, omdat wit daarop een schijf wint door 3429 (26: 28) 29: 20 (14; 25) 40—34 (22:31) 33:24. Wit dreigt echter tevens niet 3329 én 39:26. Zoodoende wordt zwart door zijn twaalfden zet genoodzaakt, nu een opsluiting van zijn korten vleugel te accepteeren. IA11—17; 15. 33—28t 22: 33; 16. 38: 20, 14. 25; 17. 31—26, 8—13; 18.' 41—?7, 18—22; 19. 27:18, 13:22; 20. 43—38, 10—14; 21. 39—S3, 12—18; 22. 37—31, 9—13; 23. 50—45, 3—9; 24. 44—39? Deze zet Is niet sterk en zwart kan nu altijd vrijkomen uit de opsluiting, waarvoor hij de voorbereidingen reeds gaat treffen. 24. 7—111 25, 31—27, 22: 31; 26. 36: 277 Hoewel voor de hand liggend, is deze zet fout en had wit 26:37 moeten slaan, waarna het spel nog op allerlei manieren ontwikkeld had kunnen worden. Thans forceert zwart echter ojf verrassende wijze schijfwinst, door een zet te spelen, waar- g door plots een aantal combinaties de witte stel ling bedreigen, zoodat wit verplicht la, tot een stukoffer te besluiten. 2618—23111 ,-r - 1 2 9 4 6 16 96 11 mm m m 18 46 "Wk 48 49 80 Op wit 46—41 volgt (23—29!) 33:94 gedw. (19:30) 35:24 (14—20) 24:15 (4—10) 15:4 (13—18) 24: 22 (17:46) 26:17 (11:31) ra wint. Wft kan niet spelen 4237 wegens (2328) 33:23 (17:28) 32:33 (91:43) 48—42 (19:28) 39 48, met schijfwinst voor zwart. Ook op 99—30 levert 23—28 zwart minstens een schijf winst op. Tenslotte blijft over 3328, waarop de mooiste slagzet volgt, n.1. (23—2911) 84:23 (17—2211) 27:18a (18: 44) 49:40 (19:37) 43:31, met schijf- winst voor zwart. a) 28:17 (19:37) 42:31 (21: 34) 40:29 (11:22) met twee schijven winst 97. 84—29, 23:43; 28. 38:49, 25—30; 29. 38:34, 19:30; 30. 49—41, 14—19; 81. 48—43, *-»; 33. 43—38, 19—23; 33. 41—36. Anders zoo zwart gespeeld hebben (3328) 33:33 gedw. (31:32) 38:27 (17—21) 26:17 (11:81), met dreigtag 31—36, 41—37, 16—21—26 —81 en 36—41—46. 33. 9—14; 34. 33—29, 29:84; 35. 40:29, 13—18; 36. 49—44, 8—13; 87. 38—33, 14—19. Da zat 29—34 van wit wordt nu verhln- "et is van groot belang, dat tn het win ter- getijde bij voortduring versche groenten ilkbaar zijn en degene, die een tuin beeft en deze in dit opzicht productief wil maken, kan ook in September nog nuttig werk verrich ten. In den vollen, goed omgespltten grond kun nen nog winterspinazie en veldsla worden ge zaaid. Deze zijn beide winterhard. Gewone spina- zie is niet tegen vorst, bestand, maar kan, indien direct gezaaid, nog vóór den winter worden ge oogst. Onder glas is het nog tijd voor zaaisels van epinazie, postelein en snijsla. Wie nog geen boe renkool heeft, kan zich wat planten "aanschaffen en die uitzetten. Wil men» heel den winter over versche peterselie en bladselderij beschikken, dan moet men de planten nu, ontdaan van de grootste bladeren, in den kouden bak zetten, ver der vorstvrij houden en op tijd luchten. Heel practisch is ook een tonnetje, waarin, op onder- lingen afstand van 10 centimeter, eaten zijn ge; boord. Tijdens het vullen met aarde wordt in elke opening een peteiselie-r'.ant geplaatst, teriK wijl aan de bovenzijde eveneens planten kunnen worden gezet. Men geeft de aarde regelmatig water, zet het tonnetje op een vorstvrije. lichte plaats en zorgt er voor. dat, door af ra toe te draaien, alle planten behoorlijk licht krijgen. Spoedig ia de ton met fijn loof overdekt, waar van geregeld kan worden gesneden. voorkomend to Duizend ra Eén van Zaterdag 31 Augustus jJ. derd door (19—23) 24: 35 (23—29) 33:: 24 <13— 19) 24:22 (17:37 26:17 (11:31) 36:27 (6—11) en daarna 37 —41—46 of 47. 38. 43—38. 19—23; 39. 4440,23: 34; 40. 40: 29. 13—191 Wederom is 2924 verboden,, door (30—34) 24:22 (17:37) etc., al* boven. 41. 33—28 gedw.. 3»—35; 42. 27—22. 18:37: 43. 29—23. 19—24; 44_. 23IA 17—221 Wit geeft op; er volgt 26:17a (22:42) 32:21 (11:13) of a) 28:17 (21:23) 32:21 (18:27) en wint Deze zeer onregelmatige partij is door zwart op fraaie en verrassende wijze l"t pen zeer onver wachte beslissing gebracht en 'nadat met' fraaie combinatiedrelgingen schijfwinst was behaald, werd het spel verder op zeer kordate wijze door den zwartspeler behandeld.. In de op 1 dezer gespeelde partij C. v. Leeuwen witPb JE Ham. zwart kwam de volgende stand voor: Zwart 11 scb. crp 8. 10—13,15, 18, 18. 21, 24. 29. Wit 11 scb. op 25. 27. 28, 32, 33, 38—38. 40. 42, 48. Wit verloor "door de vergissing 2520, waarop 1823 enz. volgde. Bij het naspelen van het verloop, dat de partij eventueel had kunnen krijgen, ^tuitte men op de volgende merkwaardige voortzetting: 87—31 (10—14) 31—26 (11—17) 42—37 (13— 19) 48—42 (13—23) 37—31 (13—20) 27—22. Wit meende hiermede schijfwinst te torceeren, daar hem 813 voor zwart gedwongen toescheen Zwart voerde echter een problemattechen remise- slag uit door: (24—3011!) 33:2 (30—35) 28:19 (17:48) 28:8 (48:3) 25:14 (3:42!) en op 40—84 volgt <42—48) 34—29 (35—40 of 43-43) remise. .4 Het ligt in de bedoeling de schaakproblemen weder in Duizend en Een opte nemen. Te beginnen met Zaterdag 14 September as. zullen deze problemen weder geregeld worden afgedrukt, tegelijk met de schaakrubriek erna dr. Eu we. Hier volgen de goede oplossingen van de pro blemen van 27 April en 4 Mei JJ-: Noe 14A ra ISAD. Hoogenboezem (7, 5), J. H. Burg jr. (7, 5). M. P. Suiker (7, 5), A. v. d. Tol (7. 5). A. de Wilde (7, 5). L. B Kroep <7, 5). J. Steffen (7, 8). J Blaoe (7. 3), J. H. Th. Heisterkemp (7, 5), W de Vries jr. (7. 5), D. L. Rieke C7. 5), A. P. Maakenschijn (7, 5), J. A. Vroom (7, Sf, U J. v. Popering (7. 5), J. W. Stegeman (7, 5). K. Hartman (7 5), W. Bij! (7, 5), K. Blom (7, 5), A v. d Bergh (7..S), C. Mink (7, 5). A. Poldervaart (7, 8), J. H. v. d. Velden (7, 5), A. de Visser (7, 5), J. Hpe&sen (7. 5). mej. W. F. Koch (7. 5). J. J.M Zante (7. 5), H. ifÉfettog (7, 5), A. v, Burf G. H. Kooprfifn (7. 5). Ad. J. Verlooj) Scbr. (7, 5), J. v. d. Zwaai (7. 5), J5). W. Jongeneel (7, 5). P. H. Peereb C. ff Krkmer (7, 5), G. Doedewski Hïllebrand (7. 3), H. A. Leniger <7. 5). C. den Toom (7, 5), J. v. d. Linden (7, 5), J. Hane- waaljer (7. 5), Ar H Trotsenburg (7. 8). J. La gerwaard (7. 5), C- A. v. Dijk (7. 5). Nos. MB en 15B; J. H. Burg (4, 6). J. Ouden aarden (4, 3), C. J. Vogel <4. 5), A. J. Berkra- bosch (4, 5), J. C. Kramer (4. 8). 1. Smite <4, 8), D. Schaap (4, 8), L. v. d.J3erg (4. 8). J» Weinigen onzer geven er zich rekenschap van dat zy in het dagelyksche leven tal vim woor den gebruiken, die van Arabische oorsprong zijn. Zooals men weet, zijn de Arabieren reeds in de achtste eeuw van Noord-Afrika in Span je doorgedrongen, zoodat het" geen wonder is, dat zij ons niet alleen overblijfselen van hun op hooge trap staande kunst, doch ook deelen van hun woordenschat acbtealigte Als iemand zegt, dat hij plaatSTTéeft geno men op een sofa, een divan, of daj hQ op een matras heeft gerust en. dat hij een kopje mokka heeft genoten met suiker; gevolgd door .een glaasje water uit.een karaf, heeft hij al een aardigen mondvol Arabisch gebruikt. De mokka ontleent haar naam aan de stad Mocha aan de Roode Zee. eertijds bekend door den uitvoer van koffie, Karaf ia een verbastering van „gharaffa", het Arabisch woord voor het 0 scheprad aan de bron. Suiker is afkomstig, van „gharaffa", het Arabische woord voor het zijn beurt is afgeleid uit het Indisch. Matras komt van „matrah", sofa was oor spronkelijk by de Arabieren het kussen op het zadel van hun kameel. Divan of „dlwan" hebben zy op hun beurt ontleend aan bet Perzisch. „Al" is In het Arabisch het Hdwoord. Man vindt het terug in algebra, dat in het Ara bisch beteekent „verbinding van geschelde» deelen", en in alcoof, het achterste deel van de tent, dat den vrouwen tot verbiyfplaate strekte. Chemie is esn verbastering van het Arabi sche „kimija" (vermenging). Alcohol is even eens Arabisch, hoewel het in die tanl heel iets anders beteekende. n.l. een fijti? potlood achtig poeder, waarmede de vrouwen wenk brauwen en oogharen zwart maakten. Het woord magazyn Is afkomstig van het Arabisch „machzan", dat schatkamer betee kent. Siroop komt van „scharab", drenk. Het vroeger gebruikelijke woord „tuighuis" ie meer en meer verdrongen door ..arsenaal", dat fat het Arabisch beteekent „huis van den hand arbeid".

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 10