Bij de Foto's:
Bij de Foto 's
Schoon land van overweldigende verscheidenheid
In Zuid-Limburg bloeit de
schoonheid Dan het zuide
lijke landschap in n voeid-
schen zwier van lijnen en
in een weelderigen over
vloed van kleuren
Dalen met snelvlietende beken
V
Mooi, in eiken tijd van 't jaar
•'■-SEfS
LIMBURG
I: De poort, welke toegang geeft tot de hoeve
,Jt.-Gerlach" te Hoathem. Helgeel lijn de Lim-
burgscht, van mergelsteen opgetrokken hoeven,
tintelend roode daken dekken te, zware maren
timten de binnenplaats, den coat, zooals de
Limburger zegt, af, waartoe breede zware deuren
toegang verleenen. /Hidden op den cour bevindt
zich naar Limburgsch gebruik de mestput,
Eigen foto)
i: De cour van de hoeve St. Gerlach. Op den
achtergrond wordt men den toren van het kerkje
Si. Gerlach gewaar.
Een wandeling naar Hoathem, bijvoorbeeld van
Valkenburg uit, langs het bekoorlijke riviertje de
Geut, dal zich grillig door het heuvelachtige
landsthep slingert, naar de dorpen Hoathem en
St. Gerlachvia Geulhem, met zijn fraai be
groeide rotswanden, zal men nooit vergeten.
Hoathem zelf is een fraai dorp, sehHderachti
vooral door de weelde van groen en bloemen ei
weiden. (Eigen foto)
Zóó schetst de groote taalgeleerde Van Ginneken
in enkele trekken het volkskarakter der Limbur
gers, die nog steeds vple oude gebruiken in eere
houden-en bij wie de folklorist nog altijd veel zal
aanteeffen, dat hem in verrukking brengt. Want.
nergens in ons land zal men zoovele gebruiken en
feesten terugvinden, .djgatjnnmen uit overoude tij
den als juist in. LimbuffP^
In Zuid-Limburg bloeit ook de schoonheid van het
zuidelijke landschap in een wejdschen zwier van
lijnen, en in een weelderigen overvloed van kleu
ren. Limburg is een land van overweldigende ver
scheidenheid. Dë heuvelrijen, bedekt met akkers
of met bosschen, sluiten- zich aan elkaSr aan, boom-
Dr. FELIX RUTTEN heeft eens geschreven:
„Italië begint in Limburg" en in zijn boek
over de Nederlandsche taal zegt prof. Van
Ginneken: „De Limburgers zijn d^ Italianen van ons
volk. Juist als hun oude stamgenooten bij Keulen
aan den Rijn, zijn zij lichthartiger en vroolijker,
veel beweeglijker, veel verander!ijker, maar ook
veel rijker van geest dan de Hollanders niet alleen,
maar .-dan de Noord-Brabanders, Vlamingen" en
Antwerpenaars bovendien. Zij hebben veel meer
met de Luiker Walen gemen,e die "evenveel lust
hebben in feesten en optochten en gaarner opge
wonden praten bij een glas bier. Daarbij hebben zij
een-levendige verbeelding, zich uitsprekend -in aller
lei vertellingen en sagen en soms ook wel eens
in tamelijk avontuurlijke daden. Toch zijn ze verre
van oppervlakkig en gewoonlijk veel scherpzinniger
en geestiger dan hun Noordelijke taalbroeders, die
ze fijne moüsehenkenners als ze zijn o zoo
graag beetnemen en bij wie ze dan wel eens niet
zonder reden den indruk van ruwe geslepenheid
v wekken, die ze zelf liever als voorzichtige wijsheid
-abel i tel en.
Bovendien zijn ze emotioneel, hoewel ietwat min
der dan de Vlamingen, die mede door hun beweeg
lijkheid en activiteit scherp bij de kalme Holten-
dors afsteken".
3; Honthems heuvelachtige omgeving, in den
tijd, dal het type koren naar de voorraadschuren
wordt gebracht. De schoven staan nog oh de
hellende akkers, de boer en mju hé pets laden
den rijkenjggst op den zweren wagen, die
straks wiegelend als een met goad geladen schip
naar hyn^zal terugkeeren, (Elpen foto)
gahrden vullen de dalen, waardopr snelvlietende
beken en riviertjes Zich een weg banen en even-
zoovele holle wegen zoo karakteristiek voor Ne
derlands Zuiden lokken den wandelaar tot ten
gere wandelingen dan hij gewoon is in eigen streek-
te doen.
Waar 2nen heen ziet steken de kerktprens omhoog
boven de roode of blauwgrijze pannen der huizen-
daken, die verscholen liggen in het groen van door
gaans oud geboomte. En staande op den een of an
deren heuveltop ziet men een golvende zee van
goudgele korenaren, plots onderbroken soms door
het diepe blauwgroen van stoere dennen of het helle
wit of geel van boerendoeningen, die alom in het
land verspreid liggen.
4: Een kijkje in Neerloods uitersten hoek: de
omgeving van Vaals. Naar alle zyden omringen
bosschen het hoogste pant van ons land, dat zich
in df onmiddellijke omgeving Van het drukke
grens plaats je Vaals bevindt. (3Z2JS meter boven
den zeespiegel). Zwart en roodbonte koeien be^
volken de weelderig groene ibeiden-en doen zich
te goed aan het malsche, sappige gras. Goudgele
korenvelden wisselen de grazige landouwen ef
en er tasschen door slingeren ziek de paden,
'angs welker boorden de licht paarse botch-
'tlokjes wiegelen.
'ie het land can Limbarg,Neerloods Zsritser-
rad, heeft bezocht, tal volmondig moeten er
kennen: hel it een zchoon landt. (Eigen foto)
In eiken lijd van het jaar is Limburgs landschap
een lust voor de oogen. In bet vroege voorjaar, als de
bloemen ontluiken, de vruchtboomen in bloei staan
en de nachtegaal zingt. Z\yart, steken de knoestige
takken der perelaars en appelboomen af tegen de
pasteltinten der bloesems, die ze dragen.
"Hoe anders, doch niet minder schoon, doet het
Limburgsehe land aan, als de klaver bloeit, de
boekweitvelden een wit' en rood-en gloed hebben,
waartusschen helgeel de lupine-akkers plekken,
afgewisseld door het teere blauw van het vlas.
En dan niet te vergeten de velden met rijpend
koren in zijn verschillende tinten, hier tarwe,'daar
rogge, elders haver, alles vol met witte, blauwe,
paarse en roode akkerbloemen, een feest van kleu
ren. Een groot schaakbord met kleurige -velden,
keurig naast elkaar gerijd, dkt is Limburg.
En kent ge het 's zomers, als de tijd is aangebro
ken, dat de maaier met zijn sikkel door de rijpe
halmen schrijdt, de bindsters bukken en rapen en
de zware, volgeladen oogstwagens wiegelend en
krakend door het. land rijden? Rij aan rij staan
dan de korenschoven tegen elkaar geleund op de
heuvelhellingen-
Het is een schoqp land, Neerlands Zwitserland I