van „De Geurende Wijngaard
3
Kilogram
mm
Q
In de Veluwsche bosschen
-#«sa
Hoe een echlder
zijn vrouw vond
s
in geld omgezetzou voor de huisvesting
van alle daklooze Rotterdammers vol-
doende zijn
EEN GRAM
70.000 gld
'-pfm
«nmumk* w mm.
99
KONING EN KAPELMEESTER
erts;
Slechts vier vindplaatsen
Radum vernietigt zichzelf
Het
Oplossing Visitekaartjes - Puzzle,
DE AUTEUR
DE auteur kon ar niet genoeg van' krij
gen. Telkens aam hij één der exem
plaren van zijn boek, dié hij van den
uitgever present had gekregen in de handen,
het van alle kanten bekijkend, vooral zijn
naam, die met een behoorlijk leesbare letter
op den roodllnnen band'*Was afgedrukt. Hij
bladerde bi het boek, bestudeerde het letter
type, declameerde een paar regels hardop,
woog en besnuffelde het, kortom stelde zich
aan als een gelukkig archeoloog bij een
wereldochfihhdhda vondst, zou doen.
„O# glurende wijngaard" was NArnold
Beemster's eersteling. Het had lang, te lang
geduurd, eer een uitgever zijn werk aan
durfde, Maar was dat niet met veel nieuw
en oorspronkelijk werk het geval geweest?
Eindelijk hield hij zijn schepping, die hem
zooveel slapelooze nachten had gekost, be
hoorlijk verzorgd in de hand en hij was er
van overtuigd, dat het een succes zou wor
den.
Opgewonden Hep de schrijver in het ver
trek op-en neer, tot hij voelde bet er niet
langer te kunnen uithouden. Na die maan
denlange spanning, dat wachten, dat zenuw-
sloopende leven tusschen hoop en vrees, wil
de hij eens vrij van zorgen de stad in. Hij
kleedde zich zorgvuldiger dan anders en
deed zijn kleurigste das aan. Het liefst had
hij een exemplaar van zijn werk, waarvan
hij, als een jonge moeder van haar boreling,
nauwelijks scheiden kon, 19 zijn wandeling
onder den arm mede genomen. Maar dat
was immers niet noodigDe geurende
wijngaard" zou zeker wel ergens in een at
anderen boekwinkel te vinden zijn.
Arnold van Beemster vergiste zich niet.
In de eerste boekenétalage de beste zag hij
al een exemplaar van zijn werk liggen en
lang niet op de onvoordeeügste plaats. Het
stond er met zijn knalrooden omslag als een
vurige papaver temidden van een veld met
veel nederiger en minder opzichtige margrie
ten en boterbloemen. Met een gevoel van
diepe voldoening en trota, het hoofd uitda
gend ia den nek geworpen, flaneerde de
auteur verder doo.r de drukke etraten. Overal,
tot bij de bekendste boekwinkels vond bij
Zijn schepping op een eereplaats. Er was
zelfs een verkooper In de Hoofdstraat, die
zijn geheels etalage aan zijn oeuvre had
gewijd. Op een pyramide van „Geurende
wijngaarden" vond hij zich zelf, als een uit
eeneeuwenlangen slaap ontwaakte Farao.
Het groote gesigneerde portret, dat daar
stond, imponeerde hem door zijn droomeri-
ge, dichterlijke expressie. Als een Adonis
verzonk hij in minutenlange zelfbeschouwing.
E rit toen enkele voorbijgangers bleven
stil staan, stond hij zijn plaats af en hij
vervolgde als een Napoleon, die zijn wacht
posten inspecteert (hij gevoelde zich op dat
oogenblik stellig niet minder) zijn tocht langs
de vela boekwinkels en kiosken der stad.
Overal, als getrouwe landschappen, vond
hij zijn boeken present.,Tenslotte kim hij de
verleiding niet weerstaan om één der winkels
binnen te gaan. Hij wilde ook de sensatie
kennen van het koopen van zijn boek. Alles
ging hem voor den wind, dien dag; hij be
hoefde bet niet eens zelf te doen
Vóór hem vroeg een dametje, dat met haar
madonna-gezichtje van één der schilderijen
van Rafaël leek weggeloopen, er juist naar.
Het uitspreken van zijn naam liefkoosde hem
als een kus, dien zij hem op de wangen
drukte. Intens gelukkig verliet hij den winkel.
Wat moe van al dat gealenter, ging Arnold
Beemster tenslotte op het terras van een
groot café zitten en bestelde bier en de
couranten. Reeds in het eerste blad, dat
hij uit het stapeltje pakte vond hij in de
kunstrubriek een lange bespreking van zijn
werk. „Een fenomenaal debuut" stond er
met groote vetgedrukte lettere boven. De
criticus was enthousiast m ging skdk aas
het einde zelfs aan lyrisch proza te bulten.
In een andere courant werd zijn „De puren
de wijngaard", waarin hij een familie be
schreef in een kleine plaats aan de zee
zijn geboorteplaats„een waar epos van zee
en land" genoemd. Weeranderen spraken
van „een stoere krachtige beelding van ge
zonde menschen" en van „een verlichtende
aderlating in dezen door zielkundige proble
men ziekgeworden tijd", enz.
Steeds meer opgewonden door hét succes,
daf. overal als lentebloesem voor zijn Voeten
neerdwarrelde, stapte hij eindelijk op, de
couranten als bij vergissing in den zak ste
kend. Het werd langzaipérhand tijd om naar
huis te gaan; om zes upr zou iemand van
het groote litteraire tijdschrift „Cosmos" hem
komen interviewen. Ook moest hij nog een
antwoord schrijven aan den leider van het
radio-boekenuurtje, die hem had ultgenoodigd
voor een lezing over zijn werk.
Thuisgekomen begon hij dadelijk 'een en
ander voor het aanstaande bezoek te arran-
geeren. Hij wist precies hoe eh hij begon
bij zichzelf. Hij trok een donkere schippers
trui aan om den eenvoud, waarop hij zich
gaarne Jtei'voorsta an, nog Wat beter te ac-
centueerfen. Bovendien wist hij, dét de trui
bij zijn wat bleeke teint niet onvoordeeligj
stond. Daarop strooide hij schijnbaar achte
loos wat asch en eenige manuscripten, waar
aan hij werkte, op de gewreven werktafel,
bracht wat wanorde onder de boeken in het
rek langs den muur, verwijderde een familie
portret van zijn ouders en een gemakkelijken
fauteuil, die in deze strenge, sobere werk
kamersfeer detoneerde en plaatste een schaal
met druiven op zijn schrijftafel. Dit laatste
deed hij opzettelijk, omdat deze, of althans
dergelijke vruchten, hem tot zijn boek hadden
geïnspireerd. De hiterviewer zou het serband
natuurlijk dadelijk begrijpen en bijzonderhe
den vragen.
Hij nam zich voor zijn verleden, waarnaar
stellig zou worden gevraagd, nóg kleurJïifBer
te maken dan het inderdaad al was. Te
oordeelen naar de talrijke interviews, die
hij had gelezen, leek hem dat de beste metho
de. Het leven bestaat immers uit tegenstel
lingen. Tegen een armoedig grijs fond zou
zijn talent des te beter schitteren. Ook wat
zijn toekomstplannen betrof had hij voor den
interviewer al een smakelijk, licht verteer
baar tulbandje gebakken. Hij zag het inter
view, dat hem altijd als een onbereikbaar
ideaal vdbr oogen had gestaan, al groot op
gemaakt en geïllustreerd met zijn portret in
de bladen.
Toen alles in gereedheid was gebracht,
wierp hij zich, behaaglijk een sigaret op
stekend, achterover in zijn stoel. De brief
naar de radio zou hij later wel schrijven.
Het kon geen kwaad de heeren wat 'te laten
wachten. In afwachting van het bezoek wilde
hij nu even onbelemmerd van de rust en
zijn succes genieten. Hij blies een groote
rookwolk uit, sloot de oogen en glimlachte
gelukkig.
Hoelang hij daar zoo had gezeten, wist
hij niet, mear opeens... het doordringende
geluid van de schel prikte hem als met dui
zend naalden! Daar zul je de man van
„Cosmos hebben, dacht hij, nog wat doe
zelig. Zonder zich al te zeer te haasten
ook zijn bezoeker kon wel even wachten
stond hij op. Maar bij het openen van de
buitendeur vond hij een ongeduldig gewor
den brievenbesteller op den stoep. Teleurge
steld pakte hij het dikke zware pakket aan,
dat de man hem in de hand duwde. Dit was
slechts de inleiding van het drama. Arnold
Beemster's teleurstelling werd tot diepe
verslagenheid, toen hij het pek had openge
maakt. Eerst toen drong het tot hem door,
dat hij in zijn kamer in slaap gevallen moest
zijn en gedroomd had. Want het papier be-
vatte niet, zooals hij aanvankelijk dacht, een
Telkens nam hij één der exemplaren van zijn
boek in de handen, het van alle kanten
bektfkend
tweede zending present-exemplarén, maar
het manuscript van „De geurende wijn
gaard", geweigerd, retour... Als een boeme
rang wss het voor den zooveelsten keer tot
zijn punt van uitgang teruggekeerd.
nmnuimimHinnmnnnuninmM
(Vervolg van pagina
gen nu de zijlè-bebaarde 00ren en luisteren
even met hooggeheven kop. Zij herkennen die
sterke stem! Het is de koning van dit wilde
gebied van stuifzand, heide en vergeten bos
schen, de oude twaalfender, die, ergens staande
aan den boschrand, zijn machtigen roep laat
hooren.
Een jonge bok, die tusschen de linden- laveit,
werpt zich op sis hsar ridder. Ook hij kent dien
uitdagenden roep en hij weet, dat de strijd om
de gunst der hinden zwaar zal zijn, maar des
niettemin klinkt ook zijn kreet daverend over
de helde: „O-a-a-a! O-e-a-a!"
Strijdlust klinkt er uit en jeugdige over
moed!
Wanneer nogmaals en meer van dichtbij da
ontzagwekkende stem van den twaalfender
dreunt, gaat de jonge bok zijn mededinger on
vervaard tegemoet en onzichtbaar, maar daa te
aangrijpender en beklemmender is het wilde
gevecht, dat dear In den nacht begint.
Gladde, scherpe geweien kletteren op elkan
der, driftige hoeven stampen en daar tusschen
door klinkt telkens een woest gesnuif, waar
door het nachtelijke tumult iets spookachtigs,
iets geheimzinnigs krijgt.
Soms gast het gevecht door tot den dageraad
en het eindigt niet, voordat één der bokken het
onderspit heeft gedolven en smadelijk vlucht
onder een heesch „O-a-a-a-a!" van den tegen
stander. t
Stram en koud van het lang Ineengehurkt zit
ten op den vochtigen grond, maar blij dit na
tuurgebeuren in het eenzame Veluwsche bosch
weer eens te hebben meegemaakt, kom Ik later
overeind om door den sterren-lichten Septem-
bernaeht huiswaarts te keeren.
Leopold I van België hield van muziek en
hij «componeerde zelfs.
Jammer, dat Uwe Majesteit geen irftisW
cus is geworden! zei zijn kapelmeester eens.
Goed geluimd antwoordde Leopold: Dat
hindert niets, ik heb het zoo heel wat beter I
11> POOR WA OOM
IN een oude, als laboratorium Ingerichte
schuur, ontdekten Pierre en Marie Curie
in 1898 het radium en vele duizenden
personen hebben sindsdien hun levensgeluk en
hun gezondheid aan deze merkwaardige
stof te danken. Voorheen hopelooze gevallen,
waarin kankergezwellen de lichaamscellen
van een zieke opslokten, worden nu door be
straling met radium genezen.
Dat radium kost op het oogenblik ongeveer
f 70.000 per gram, dat Is zeven millioen
gulden per ons of zeventig millioen gulden
per kilogram. Voor een kilogtam radium zou
men dus een geheel uitgerust ultra modern
slagschip met alle toebehoorén kunnen koo
pen. Men zou er ook 46.800 luxe auto's voor
kunnen aanschaffen en tenslotte zou de waar
de van een kilogram radium voldoende zijn
voor het bouwen van noodwoningen voor alle
dakloos geworden Rotterdammers.
Helaas Is een kilogram radium onmogelijk
bij elkaar te krijgen, want al het radium,
dat in de 42 jaar na de ontdekking is ge
produceerd, is bij elkaar nog lang geen kg.
Tot 1922 was in totaal 23 gram radium ge
fabriceerd en de jaarproductie bedroe jr kor
ten tijd geleden nog slechts ongeveer 12 gram.
Al het radium, dat tot heden is vervaar
digd, zou men in een flinken suikerpot kun
nen bergen.
Radium wordt gewonnen uit Uraniumerts.
Dit is een ertssoort, .welke slechts op enkele
plaatsen op deze sarde voorkomt. Op het
oogenblik zijn de voornaamste vindplaatsen
Canada, de Belgische Congo en Joachltnsthal
in Sudetenland. Als het erts gedolven is,
wordt het fijngemalen en gezuiverd en dan
zijn nog-ongeveer 2100 bewerkingen noodig
vóór er een kleine hoeveelheid zuiver radium
aanwezig is. Die bewerkingen geschieden in
modern ingerichte laboratoria, waar da
grootst mogelijke stiptheid en nauwkeurig
heid worden betracht. Immera, een kleine fout
en het werk ven maanden is vernield.
Vlak bij het Groote Berenmeer, fat het barre
Noorden ven Canada, ia één van de vind
plaatsen van Uraniumerts. Hier is een zeer
rijke ader aanwezig met een lengte van 1900
m., een breedte van 2 m. en een betrekke
lijke diepte. De temperatuur ia bij de groeve
'a winters meestal 88 graden onder nul en
omdat het in zoo'n temperatuur minder pret
tig werken is, zijn de raffinaderijen 4000 km
verder in Port Hope gevestigd. Het erts wordt
per vliegtuig van de mijn naar Port Hope
gebracht, want de weg over land is practisch
onbegaanbaar.
In 1918 moesten 120.000 kg. erts worden
verwerkt voor het verkrijgen van 1 gram
radium. Op het oogenblik haalt men uit
6800 kg erts een gram radium, een resultaat,
dat bereikt kon worden door verbeterde me
thoden en ook doordat een rijker erts werd
gevonden.
Hoe ontstaan nu de wondere eigenschappen
van dat radium? Het radium is niét een
doode stol, zooals koper, ijzer en bijna alle
andere stoffen. Neen, het radium leeft, het
zendt verschillende stralen uit, welk# bestaan
uit onnoemelijk kleine deeltjes. Deze deeltjes
worden met groote kracht uit het radium
weggeslingerd en dringen dan bijna overal
doorheen. Slechts enkele stoffen, zooals lood,
zijn in staat de stralen tegen te houden.
Wanneer we kleine ééncellige diertjes met
fedium bestralen, zien we, dat zij zich veel -
sneller vermenigvuldigen dan vóór die be
straling. Maar ook gebeurt het, dat, wanneer
we sommige zaadsoorten bestralen, het zaad
wordt gedood. Daarom moet radium zoo
voorzichtig worden behandeld. Looden scher
men beschutten doktoren tegen de vernielende
werking en radiumbestraling bij zieken mag
slechts worden toegepast door uiterst des
kundige personen.
Het radium vernielt zichzelf. Het slingert
steeds kleine deeltjes weg en dat heeft tot
gevolg, dat v*n een hoeveelheid radium in
ongeveer 1600 jaar de helft is verdwenen.
Maria Slodowkka,
kundige, ontdekte
1898 het radium. Jaren
waren hieraan vooraf
moeite en
gezin. Hun
ratorium ter
in een oude
door het dak
De wereld, aangegrepen door bew
voor dezen ontzaglijken arbeid, ee
nog bij hun leven. In 1930 ontving
Curie van da
jvnrffl radium,
dit gram ward door haar
wetenachappelttka
zü ten eigen bate
Zij stierf enkele Jaren
vernielende
hadden aangetast. Maar wij
gedachtenis eeren, als aan
ken pioniers, dia da
de menschbeid, aan
gebracht.
voorkomend in „Duizend en
te September JX:
BRANDSTOFFEN]
1. Groote Berenmeer; I. Pert Hope (retfine deryen); 3. Joachimsthal; 4. Belgi/che Congo
(Vervolg van
Daa avonds, als
de had gerust en gezand 1
pen, mocht Das haar wal
haut var gazellen. Ba
ziek gemaakt, er brandden
dronk er aardbaienbawL In
maakte hij ook kennis mat
niksberg, dia vaal voor da
niet ongenegen wad aan kleine Das ta
misschien het maar... - t.
In het gezelschap
berg bevond zich al
vrouw. Zij had iets Ooaterach over steh.
thans dat vond Das, die ven
gelijkingen hield. Mevrouw FT
later biedt, inderdaad i—g— tfjd In
weest. Zij bad op Java gewoond, waar
getrouwd waa geweest met am
ren pienter.
Tom Dee Monniksberg
eens te komen opzoeken, aoodlgde hft
mevrouw Frens uit.
Wat woont u hier snoezig! mi zfl
Hij liet zijn schilderijen zien. Plechtige
to. (Mary Martens lag zwart gebrild en ia
crème gezet in dn tain). Torn mem
Frens het bed met da leeuwenbekken zag,
zijl (Vervolg op