Bc
COORHHERT-HERDENKING
TE GOUDA
Iets aparts?
Coornhert's „Boeventucht"
en het Goudsche Tuchthuis
ROODE STER
ïimann
Modelwasscherij
AT
AAR
ANNEER
Tav
ZATERDAG 26 OCTOBER 194v
PLECHTIGHEID in de St. Jan,kerk
en onthulling van een gedenksteen
De Maatschappij der Ned. Letterkunde wijdt
haar jaarvergadering aan Coornhert -
a,
Mantels, Costuums,
Japonnen, Hoeden,
enz
do/j/l
Geestelijke vader van sociaal, humaan
en paedagogisch beginsel in de toe
passing der vrijheidsstraffen
Arbeid als verbeterend element
SPAARÖeRSBAÖ- QOU&A
Bedrijfswater
zoo zacht als regenwater
Graaf Florinreg 113, Gouda
Tolofocn 2084 G 2632 8
Vs*
nirsdM 2» October 194D zal het
laar «deden run, dat Dirck Vol-
rertioon Coornhert, vermaard letter-
ïundjge en dichter, merkwaardige
EJuur van veelzijdige ontwikkeling en
ïsknt die als strijder voor burger-
Uike «n kerkelijke vrijheid in de zes-
Lende eeuw «en belangrijke rol heelt
jespceJd. te Gouda is overleden.
DIRCK volkertsz. coornhert,
tehrvver, dichter, theoloog, notarit,
-jservfari», drukker en plaatsnijder,
geboren te Amsterdam 1522,
overleden te Gouda 29 October 1590
Een grafsteen voor het koor in de
'St Janskerk duidt de plaats aan, waar
Coornhert begraven is. Ziin vriend
Hendrick Laurens, Spieghel heeft op
dezen zerk het vatende gvafschrilt
loen beitelen:
Nu rust
diens lust
en vreught
was deught,
en 't waer
hoe swaer
't oock viel,-*
noch sticht
zijn djght
ghesctafijf
maer 't lijf,
hier bleelt
God heelt
de ziel. t
Drie honderd vijftig jaar na zijn
dood wordt de beteekenis van Cdorn-
hert, wiens werken sedert zijn ver
scheiden steeds de belangstelling heb
ben gebad van ieder, die studie heeft
gemaakt van de Nederlandsche lette
ren, de Nederlandsche geschiedenis en
'4e kerkgeschiedenis, opnieuw in het
jicht gesteld.
Werd deze merkwaardige figuur
Dinsdag 31. reeds in het Academiege
bouw der Groningsche Universiteit
««eut a November
SS. zal in de Goudsche St. Janskerk
een herderkingsbijeenkomst worden
gehouden ter herinnering' aan dezen
grooten geest. Tevens zal de Maat
schappij der Nederlandsche Letter
kunde dien dag onder leiding van
haren voorzitter mr. M, Nijhoff, haar
jaarvergadering, die te Gouda zal
worden gehouden, aan de herdenking
vin Coornhert wijden. In deze in de
morgenuren te houden vergadering
«si prof. dr. B. Becker uit Amsterdam,
«ttd-hoogleeraar te Petrograd, die een
speciale studie van Coornhert heeft
gemaakt in 1928 verscheen van zijn
«and bij Mart. Nijhoff, Den Haag,
•Bronnen tot de kennis van het leven
•n werken van D. V. Coornhert",
de figuur, van Coornhert belichten.
Herdenkingsbijeenkomst
Alvorens, de plechtigheid in de St.
Jsnskerk aanvangt, zal het gemeente
bestuur de ledefKgan het Coornhert-
eomité, benevens deTeden van het be-
Jhrnr van de Maatschappij der Neder
landsche Letterkunde, ten stadhuize
Ontvanger, waar zij door den w.n. bur
gemeester. „r, h. P. C. M. de Witt
wynen zullen worden begroet.
/>e 3 uur zal de herdenkingsbijeen
komst in de St. Janskerk door den
eoorzitter van het Coornhert-comité,
mr A A. J. Buksen worden ingeleid,
wwna onze oud-stadsgenoot, prof
Sr®* H. de Vooys, hoogleerain de
"«o-landache taal en letterk unde aan
y Rijksuniversiteit te IFrecht, een
■eraenkingsrede zal uitspreken.
*»n deze herdenking zal wijding
gegeven door mei. Waldie van
uit Amsterdam, lid der Maat-
der Ned. Letterkunde, die
liederen van Coornhert zal
voordragen, waarna allen, die deze
wi zullen bijwonen, zich zul-
Pegeven naar het huis aan de
yojuiaven 51, ter onthulling van eon
3?* oen Haariemschen beeldhouwer
lT™ v,n Reynontworpen en in
JJJwandlteen uitgevoerden gedenk-
w™; welke als blijvende herinnering
""lehraht^' <'en voor8evel wordt
v^ldew0">>l.ng, welke door rne-
■'omesvan der Hoop zal
ÏÏSSla' 7a' voorzitter van het
aan d "e z°rg voor den gedenksteen
80 l" gemeente overdragen. Op dezen
aWii.2wLa!en gedenksteen, die een
hu büüü van era hoog en 60
«chen j geplaatst zal worden tus-
hoo«„ ,e'de ramen, óp 1,90 m.
be,& "ff, den grond, zal in relief het
ksviir. n„V8n Coornhert. naar de
du» Coornhertjs leerling Oolt-
htn'v ri, 'j0r? er de datum van Coorn-
WH>d in dat huis wordt vermeld.
ftpiCoornhert's verblijf te Gouda.
Ortr,il'""jflizoon Coornhert, die op
k Go.jj, 1590 °P 88-jarigen leeftijd
di" beidé li!, eger'eden, heeft alleen
yxtorvt *te levensjaren ip (Gouda
•ér I59o' Ooiober 1588 tot Octo-
irt.™e|h*n om, na sinds 1877 Ue
"et notarisambt tg hebben
bekleetj, te Delft te gaan wonen om
zich rustig aan zijn aangevangen werk
te wijden, kon hij geen gevolg geven
daar Delft's burgemeesteren hem het
verblijf in die stad ontzegden. Binnen
24 uur moeat Coornhert de poorten
van Delft uit zijn. Daarop kwam
Coornhert naar Gouda, waar het stads
bestuur een andere meening huldigde.
Hij vestigde zich toen aan de Oostzijde
van de haven in „de braesem".
Van zyn verblijf te Gouda zegt
Coornhert volgens Prof. Becker's
„Bronnen" het volgende:
„Ter Goude dencke ick te blijv.ep
om 't gemeyne beste, met mij te
leven het restgen van mijn leven,
hoewel ick wel lustiger, onbe
kommerder- ende veyliger maer
geen heyliger of nutter voor
anderen- leven mocht kiesen".
Wij brengen Uean bijzon
der geslaagde collectie:
in uitsluitend prima kwa
liteiten en nog steeds zeer
lage prijzenI
Zoojuist on tvingenwij oen
prachtvolle keuze:
Wollen blouses,
Pullovers,
O Rokken en
O Peignoirs.
wt
ti 33 jl 40
„Wesende roe. leedich aLs
vjjant der leedicheyt, nam ick
voor, de zelve' mijnen vijant
hinderlick te zijn, zoe in mij
zelve als in anderen, met na-
sporinge van middelen tot min-
dermghe van den schadelycken
leedichgan gers dijenende, teghen
den welcken veele placcaten
met luttel vruchts gecondichl
zijn geweest". D. V. Coornhert
in „Boeventucht", geschreven
tijder s zijn verblijf in voorar
rest op de Gevangenpoort te
's-Gravenhage sedert Sept. 1567.
bedoeling
dóch aan
OEVENTUCHT" van den
over enkele dagen alhier ie
herdenken Dirck Volckertsz.
Coornhert is een zijner vele
moralistische geschriften en het voor
malige Uoudsche tuchtnuis is. twee
eeuwenlang, van 16101810, een
plaatselijke en districtsgevangenis ge
weest, om daarna tot 18^1 nogmaals te
worden gebruikt, uitsluitend als cen
trale vrouw er gevangenis van Neder
land.
Is er nu eenig verband tusschen dit
tractaat van Coornhert en het ge
noemde Goudsche wtrafgesticht, meer
dan de naam [uitwendig zegt? Of al
dus, tusschen CflOfnhert en dit tucht
huis van Gouda, Sat sedert 1610 was
gehuisvest binnen de muren van het
St. Catharinakloosler van Tertiarissen,
omstreeks 1440 gesticht aan de oost
zijde van den Groereweg? Niet in den
zin, dat Coornhert rechtstreeks de
stichter zou geweest zijn van het
Goudsche tuehii'uis, maar wel dat hij,
de geestelijke vat. -r was van de prac-
tische straltoepassii daarbinnen, zoo
als hu dit trouwens van een geheel
r.ieuwe idee in de U «passing der vrij
heidsstraffen is gew est.
Ais men thans da ook wandelt van
Coornhert's graf i- de St. Janskerk
alhier, het neger van de 32ste lage in
het middelparnaar de 9de laag het
3e graf as- de noordzijde van het
koor, v -ar de tuchthuisregent Dirk
Brr- .,vis ligt begraven in het graf,
„i'oebehoorende het tugthuys deeser
stad", Juli 1797 dan ziet men
o.ver de levenden heen, hun werken
en geschriften, weer datzelfde ver
band tot in de rustplaats der dooden,
naar het oude gi,Hmik destijds in onze
monumentale kei ken begraven.
Lediggang en bedelarij had
zeer grooten omvang.
Laat mij u echter dat verband nog
even nader historisch toelichten en
zonder twijfel zult ge het met mij
eens zijn, dat hier niet maar lukraak
van een zekere logische gevolgtrek
king is gesproken, en dat door Coorn
hert's vruchtbare ideeën, ook op straf
rechtelijk, sociaal en paedagogisch
terrein, ieen der Goudsche instellingen
ontstond; binnen .welker muren twee
en een halve eeuw lang getracht is
het- kwade in den mensch te stuiten
en het goede, de wèl-levenskunst van
Coornhert, op te wekken, aan te wak
keren en naar voren te laten treden
Het stond er met de bestrijding van
armóede, bedelarij en misdadigheid
schakels in de sociologische struc
tuur der maatschappij van alle tijden,
welke onderling op natuurlijke wijze
aansluiting vinden! in de periode
onzer geschiedenis, waarin Coornhert
leefde en die men op het voetspoor
"114 Vwvlu pótl WPf
het Voorspel van der Tachtigjarigen
oorlog, slecht, bitter slecht voor. Tij
dens de regeering van Karei V als
heer der Nederlanden waren er wel
een aantal plakkaten afgekondigd,
om dit gemeenschappelijk euvel te be-
stijder, omdat het als een steeds die
per invretend kankergezwel het ge-
heele maatschappelijke organisme in
bedenkelijke mate dreigde te onder
mijnen, doch die middelen waren
weinig meer dan kwakzalversmiddelen
gebleken.
Onze volksschrijvers en -dichters
van omstreeks het midden der 16de
eeuw stellen het in Hun ironisch proza
van „Taverne" en „Luilekkerland" of
in plastische volkspoëzie over de Ar-
nout- en Everaertsbroederen duidelijk
voor oogen, iyelk een schrikkelijken
omvang de lediggang, het vaganten-;
dom, de bedelarij, de criminaliteit met
al de gevolgen van dien in hun tijd
hadden aangenomen, waartegen de
meest drastische strafbedreiging der
plakkaten van Karei V weinig of
niets vermocht te doen.
En toen Ellips II zijn vader in de-,
zelfde kwaliteit was opgevolgd,
smeedde ook deze vorst op zijn wijze
aan het harde staal der scherpe plak
katen, om de bedelarij, den ledig
gang, de misdaad in velerlei vorm op
-zware straf te verbieden en daarmee
tevens preventief te werken bij de be
strijding der ciminaliteit, een zusje
van landiooperü en bedelarij. De dui
delijkste weerslag daarvan vindt men
in het werkelijk goed bedoelde plak
kaat van koning Filips hu heeft er
heusch wel slechtere' afgekondigd!
dat in 1563 te Deli'l van de pers kwam:
Placcaet eit-« .Ordonnantie de- Co-
n'nckiyekp Msytrt-i.it, beroai Je de
Vagebonden, Lc.tichgan,, vj en.ic an-
Ji-re qiiaetduendevs, deer by ellen
Cifick.s er de anderen bei. I wore,
oede toesicht te n»men, otnr-.e tscive
(in alle zijne puncten wel s,' ogelyek
onderhouden te wofden". Maer ook
dit stuk, projptype van et-n landelijke
strafwet, had weer hetzelfde cmdi-
wele gebrek: het wilde al m ar straf
fen uitdeelen aan de luie e'u ledig-
gaande boosdoeners of lien die dit
door weikschuwheid er., lediggang
dreigden te worden, zonder echter die
arb'éldsschuwe elementen nu eens aan
het werk te zetten. Dat zou in waar
heid opvoedend straffen zijn ge
weest.
Coornhert's vruchtbare idee:
werken.
Neen, zegt Coornhert, de veelzijdige,
humanistische er steeds met ethische
argumenten wei kenden geest, enkele
jaren later, dat is niet d e manier, om
sociale verbeteringen aan te brengen
En 'van zijn standpunt kon hij over de
resultaten uit eigen ondervinding
oordeelen, want in 1567 had men hem
zelf als verdacht van ketterij, hulp aan
den Prins van Oranje en dus rebel
Van de natie, met de harde gevangenis
zijner dagen kennis' laten maken.
Daar zat hij op de Haagsche Voor
poort over de maatschappelijke
problemen van zijn tijd te piekeren en
vroegden cipier inkt en verder
schrijfgerei, om zijn gedachten om
trent betere instellingen op papier te
brengen, want zijn immer werkzame
aard wist ook in het vochtig kerker
hol van geen rusten en hij had per
soonlijk een intensen afkeer van alle
luie en werkschuwe elementen. Mis
schien plaagde de utiliteitsgedachte
hem wel eens te veel, doch anderzijds
was zijn medidatieve en contempla
tieve aanleg een tegenwicht, waardoor
hij ook nu weer over het vraagstuk
der bestrijding van armoede, bedelarij
en misdadigheid zijn gedachten ten
beste kon geven ondanks de moeilijke
en onzekere positie, waarin hij zelf als
nreventief gedetineerde verkeerde.
Hij begreep, dat er meer gedaan moest
worden dan in een aantal opvolgerde
plakkaten de staalkaart van nuttelooze-
straffen steeds maar uit te breiden,
zonder dat hiermede opbouwend en
sociaal-paedagogisch gewerkt kon
worden. Verbeterend en niet afschrik-
kerd moest de straf werken en dat
kon alleen, meende Coornhert, door
de gestraften aan het werk te zetten;
daarmee werd zoowel de maatschap
pij als het individu verbeterd, hetzü
deze tewerkstelling geschiedde in een
gevangenis dan wel in publieken
dienst, aan de openbare werken, óht-
ginningen, het latere stelsel van
dwangarbeid dus. nu nog in Veen-
huizen, bij het Vferk der Indische ket-
tinggangers en andere vormen van
dien aard toegepast.
En zoo is dan in de gevangenis
Coornhert's Boeventucht ontstaan,
een verhandeling, die hem gemaakt
heeft tot een der pioniers in de Neder9.
landen van de idee betrefferde den
arbeid-als verbeterend element in de
vrijheidsstraf, een onderwerp, waar
mee in 1906 ten onzent Prof. Mr. J.
Simon - van der Aa inaugureerde als
hoogleeraar in het strafrecht aan de
Rijks Universiteit te Groningen en
waarover diens Duitsche collega Von
Liszt zich nog 'eerder aldus zeer per
tinent r-o ui'; laten: „Lbeser orgam-
siertier Ail '«zwang bildet das
Wesen der Freiheitsstrafe, 1st. ihr
Lebenselement, das Element mit dem
tiering. Als hij in October 1567 op de
iiuac-che Voorpoort dit tractaat onder
den f" 1 van Scadelicke leechgangers
ende gesonde troggelaers" heeft be
ëindigd, wordt het. nog gevolgd door
,n .Lof van de Ghevangheni:
nu er een movaal-theologische b
rt r.g over het nut van het üjdeh'in
gedwongen afzondering, Want ove.- de
.evaiigen.'s als keiker zelf kon hi bij
eigen ondervinding al moeilijk den
lof zingen, als in de voorrede van zijn
eigjr. werken zonder eenige overdrij
ving wetd getuigd, dat het verbliif in
de „Albaenschcghevanghenis, dat toe
ter tiit een Hel, gheen Vaghevuyr
was", dermate nadeclig op Coorn
hert's gezondheid werkte, dat hij tot
het Hof het verzoek moest richten, om
hem als preventief gedetineerde we-
gehs de troebelen „te gonnen den
Haege tot zynre gevanchenisse". Dit
verzoek werd hem ingewilligd, ten
gevolge waarvan hij overdag volledige
bewegingsvrijheid kreeg in Den Haag
en wandelen kon met den advocaat
Hoïslagh „over den Vijverberch ten
Bosschewaart". Tot diep in het voor
jaar 1568 wei"d zijn zaak met ver-
hooren en verklaringen van weers
kanten voor het Hof behandeld doch
in Brussel moest de beslissing vallen.
Toen hij vandaar en van Den Haag
uit werd gewaarschuwd, dat zijn pro
ces wel eens een verkeerde wending
kon nemen ondanks de vele getuige
nissen a décharge, zoowel van R.K.
notabelen als van den kant der auto
riteiten te Haarlem en in Holland,
achtte hij het raadzaam om „wilüch
ballinek" te worden en werd hij al
spoedig 1 Sept. 1568 door Alva
G 3334 5
voor klein m groot,
voor |ong on oud.
voor iedereen.
sie stcht und falltHet is wel hee^
jammer, dat het penologisch begrip m
die grondidee: straf moet louteren,
verbeteren, opvoedend werken bij
onze nuchtere, zakelijke, handeldrij
vende voorvaderen al spoedig verre
achtergesteld werd bij de econo
mische tendens: de gevangenis moet
een goed rendeerende werkfabriek
worden, doch dat was niet de schuld
van Coornhert en die na hem kwamen,
om te pleiten voor een meer sociale,
humane en paedagogische doelstelling
van de straf.
Het Goudsche Tuchthuis een
tier eerste van Holland
Het zou te veel ruimte vorderen,
indien in dit artikel de chronologische
lijn en het logische verband tusschen
Coornhert's „Boeventucht" en het
Goudsche Tuchthuis uitvoerig werden
uitgestippeld. Volstaan wij daarom
met erkele hoofdzaken ter oriën-
VROUWELIJKE GEVANGENEN IN HET TUCHTHUIS TE GOUDA. Omstreek» 1810. (Naar een gravure).
verbannen met verbeurdverklaring
van zijn goederen.
Gedachte krijgt vorm en
gestalte.
Eerst in 1587 verscheen het trac
taat voor het eerst in druk bij Har-
men Muller „inden gulden Passer
t' Amsterdam", tegen den tüd dus, dat
te Amsterdam in 1595 het eerste tucht
huis en in 1596 het eerste spinhuis
zou worden opgericht. Coornhert
heeft de stichting van die beide mo
delgevangenissen voor mannen en
vrouwen niet meer kunhen beleven,
doch ware du het geval geweest, dan
had hij het mogen aanschouwen, dat
in die beide strafgestichten zijn gedo
cumenteerde meeningen inzake een
doeltreffender armenzorg, betere wijze
van werkverschaffing en vruchtbaar
der straftoepassing vorm en gestalte
hadden gekregen. Hendrik en Jan
Spieghel te Amsterdam, Caret van
Mander te Haarlem. Jan van Hout te
Leiden. Coornhert's letterkundige
vrienden uit dezen tijd, zullen hem
mogelijk tot publicatie' van „Boeven-
lucht" hebben opgewekt en zij, aithans
Jan Laurensz. Spieghel en jan van
Hout, wai^n ook te Amsterdam en
Leiden juist de grondleggers van de
tuchthuizen aldaar, waarin „arbeid als
element van de vrijheidsstraf' het
eerst in de nrartiik zou worder. ge
bracht. Een tweetal plaatsen uit
Coornhert's „Boeventucht" haal ik
hier aan ten bewijze:
....„De derde middel is. dat int
midden van elck lantschap gebout zou
de worden een groote stereke vange-
nisse met meenichte van hutkens, ende
een ruüme plaetse int midden, daer-
men elck, een ambacht «innende, zou
de leveren tstof, om yet were te
maecken. zonder hen broot te geven
hij en leverde een maetelijck dach-
werek gemaict. maer die gheen am
bacht er. conden, zoude geleerdt wer
den nette breyden, speldemaken,
s p i n-n e n ende andere dijergelijcke
nutte ende onconstige ambachten,
omme werek te leveren als vooren
off te vasten.
„Ende de vijerde middël is. dai
mer, bouwen mochte binnen elcke
steede een gevanckenisse, beguaem
voort geboefte, zoe van binnen de
steede als van domleggende dorpen
ende tzelve geboeft in manieren
voorsz heure ambachten doen pleghen,
diemen, bij tween aenden anderen
vast gecloncken zijnde, gebruyeken
zoude moeghen zoe aender steeden als
aen gemeeniants wereken, in heyen,
dijcken, delven, djjepen van grachten
ende dyergelycken arbeyL"
In September 1610 volgde men te
Gouda dezen raad van Coornhert Op
en alzoo werd ruim twintig jaar nu
zijn dood alhier een der oudste tucht-
of spinhuizen van Holland gesticht
Aanvankelijk word het zelfs nog eer
der spinhuis (voor vrouwen) dan'
tuchthuis (voor mannen), in kleinere
steden gecombineerd, doordat de
Goudsche vroedschap de stichting er
van aldus motiveerde: „Overmits de
ontucht, die óagelicx gepleeght wert
by droncke Vrouwen ende andere"
werd goed gedacht, „datmen tpaters-
huys vande Catarinen appi-oprieerde,
zoe tot een spinhuvs als omme altemet
eenige, die nyet deugen willen, daer
voor een tyt vaat te zetten", d.d. 8
September 1610. Dat was het begin,
doch uit dat kleine' begin groeide al
spoedig een volledige gevangenis voor
mannen, vrouwen, jongens en meisjes,
vooral nadat in Januari 16J1 was be
sloten, om te Amsterdam en Hr.arlem
te informeeren, hoe daar de tucht-,
spin- en werkhuizen waren ingericht,
óm naar dit model de plaatselijke ge-
vangems van Goud* veicLr uit te
bretdón, in te deelen en pasklaar te
maken voor het nog steeds zee locaal
begrensde penitentiair doel.
Eerste beginsel van Jeugd
gevangenis.
Eigenlijk moet hierb" even vermeld
worden, dat reeds in 1E20 het plan
was geopperd, om te Gouda „een vast
huys ofte earner te doen maecken" en
dat wel op last der vroedschap en op
stads kosten, om daarin op te sluiten
„den inobidienten ende quaetwilligen
kinderen ende andere personen ter
castymente.... nae geleyentici eyt van
huerluyden quaden feyten ende ma
nieren", het eerste cn oudste beginsel
van jeugdgevangenis in de
Nederlanden, gelii'- er thans een te
Zutphen is. In hoeverre dat plan toen
Er was eens «n dichter in Delden.
Vas wien de kronieken vermelden,
Dat zijn pen en zijn pijpje
(Roode Ster, dat begrijp jet)
Hem tot 's nachts in, zijn bed vergezelden!
Zeldzaam zacht en -
licht in de pijp!
O 3329 31
Schouwburg Bioscoop: Malle gevallen
(met Jopie Koopman, Johan Kaart,
Louis de Bree, Louis Borel en Fie
Carelsen). Aanvang 7 uur, Zaterdag
geen voorstelling, Zondag vanaf
2 uur.
27 Oct. 3 uur Schaakbord: Gemeente
middag Renionstr. Geref. Gemeente,
31 Oct. "7 uur Nieuwe Schouwburg!
Opvoering Dertig seconden liefde
door N.V. Het Residentie Tooneet
29 Oct. 19 uur Ter Gouw: Jaarvergade
ring district Zuid-Holland Noord
Kon. Ned. Middenstandsbond.
2 Nov. 19 uur Veemarktterrein: Nakeu.
ring rij- en voertuigen en verhuur
auto's.
„schele hoofdpijn" maken be
hoorlijk werken onmogelijk I
Neem een "AKFU5RTJE", even
liggen. Daarna weer frisch.
G 3328 13
is .uitgevoerd geworden, is niet be
kend. doch in elk geval heeft het
tuchthuis, spinhuis een enkele maal
ook wei eens werkhuis genoemd te
Gouda van 1610 af te Gouda bestaan
r>rtiqw An Oh» ojin
diensten als plaatselijke en streekge-
vangenis voldoende bèwezen.
We kunnen hier de geschiedenis van
dit strafgesticht niet verder beschrij
ven, welke than* in boekvorm in be
werking is uit de'archieven van land
en stad. Het is een interessante ge
schiedenis, niet alleen uit criminolo
gisch oogpunt en als bijdrage tot de
plaatselijke geschiedenis van de stad
Gouda, doch zij levert mede een beeld
van het maatschappelijk leven ter
plaatse er, uit den omtrek gedurende
twee en een halve eeuw, ook toen dit
tuchthuis in de 19de eeuw de centrale
vrouwengevangenis van Nederland is
geworden, waar de dames Brand'Maas
en Schilperoort-van Meerten ais Ne
derlandsche vrouwen haar eerste cel-
bezoek aan gedetineerde vrouwen
onder zeer moeilijke omstandigheden
zijn begonnen. Hulde aan deze pioniea-
sters, die energiek en humanitair heb-
ben getrqcht een anderen geest binnen
deze muren të brengen, boven den
gevel waarvan twee raspende boeven
waren uitgehouwen het gebruike
lijke enbleem boven de tucht- en spin
huizen te Amsterdam, Haarlem, Delft.
Batavia enz piet dit gedicht, waar
mee deze schets dan ook worde be
sloten:
Dat gy hier ziet
is anders niet
als een vertoning
zonder stem,
Maar in het huys.
daar is het Kruvs.
des deugniet» dwang
en tuyaaris klem.
Hier beeld men at.
Daar is de straf.
Hier dreygd men
daar geschied de daad.
En alle beyd'
is "t atihgëleyd.
om dat dq, mensch
zou myden 't quaad.
1 A HALLEMA.
Litteratuur.
Zie behalve de algemeene biogr»-
phieën over Cornhert van Dr. J. ten
Brink, Ds. F. J. kjoorrees enz en
de „Bronnen tet dë kennis vanDl
V. Coornhert", uitgegeven door t)r.
Bruno Becker, mijn bijdrage le Het
oudste ontwerp van Dirck vph-Kerts-
zoon Coornhet's t
gevonden, In: Tijdschrift Ned. Taai
en Letterk.. dl 45 (1926), biz. 1 14;
2e Coornhert» Boeventucht, in5 Groot-
Nederland, JuliDecember 1928; 3e De
verhouding van Stad en Platteland in
zake de kostep der Tuchthuisverple-
ging ten t(jd£.der Republiek (betreft
uitsluitend het Goudsche tuchthuis)
in: Bijdragen en Mededeelingen van
het Historisch Genootschap, deel 52
(1931), blz. 120; 4e In en Om do
Gevangenis van vroeger dagen In Ne
derland en Nederlandsch-Indië (1938).
Den Haag Gebr. Belinfante's Ultg.
Mij. en de aldaar blz. 174178 aange
geven litteratuur (betreft de tucht- en
spinhuizen in het algemeen).