Bc COORHHERT-HERDENKING TE GOUDA Iets aparts? Coornhert's „Boeventucht" en het Goudsche Tuchthuis ROODE STER ïimann Modelwasscherij AT AAR ANNEER Tav ZATERDAG 26 OCTOBER 194v PLECHTIGHEID in de St. Jan,kerk en onthulling van een gedenksteen De Maatschappij der Ned. Letterkunde wijdt haar jaarvergadering aan Coornhert - a, Mantels, Costuums, Japonnen, Hoeden, enz do/j/l Geestelijke vader van sociaal, humaan en paedagogisch beginsel in de toe passing der vrijheidsstraffen Arbeid als verbeterend element SPAARÖeRSBAÖ- QOU&A Bedrijfswater zoo zacht als regenwater Graaf Florinreg 113, Gouda Tolofocn 2084 G 2632 8 Vs* nirsdM 2» October 194D zal het laar «deden run, dat Dirck Vol- rertioon Coornhert, vermaard letter- ïundjge en dichter, merkwaardige EJuur van veelzijdige ontwikkeling en ïsknt die als strijder voor burger- Uike «n kerkelijke vrijheid in de zes- Lende eeuw «en belangrijke rol heelt jespceJd. te Gouda is overleden. DIRCK volkertsz. coornhert, tehrvver, dichter, theoloog, notarit, -jservfari», drukker en plaatsnijder, geboren te Amsterdam 1522, overleden te Gouda 29 October 1590 Een grafsteen voor het koor in de 'St Janskerk duidt de plaats aan, waar Coornhert begraven is. Ziin vriend Hendrick Laurens, Spieghel heeft op dezen zerk het vatende gvafschrilt loen beitelen: Nu rust diens lust en vreught was deught, en 't waer hoe swaer 't oock viel,-* noch sticht zijn djght ghesctafijf maer 't lijf, hier bleelt God heelt de ziel. t Drie honderd vijftig jaar na zijn dood wordt de beteekenis van Cdorn- hert, wiens werken sedert zijn ver scheiden steeds de belangstelling heb ben gebad van ieder, die studie heeft gemaakt van de Nederlandsche lette ren, de Nederlandsche geschiedenis en '4e kerkgeschiedenis, opnieuw in het jicht gesteld. Werd deze merkwaardige figuur Dinsdag 31. reeds in het Academiege bouw der Groningsche Universiteit ««eut a November SS. zal in de Goudsche St. Janskerk een herderkingsbijeenkomst worden gehouden ter herinnering' aan dezen grooten geest. Tevens zal de Maat schappij der Nederlandsche Letter kunde dien dag onder leiding van haren voorzitter mr. M, Nijhoff, haar jaarvergadering, die te Gouda zal worden gehouden, aan de herdenking vin Coornhert wijden. In deze in de morgenuren te houden vergadering «si prof. dr. B. Becker uit Amsterdam, «ttd-hoogleeraar te Petrograd, die een speciale studie van Coornhert heeft gemaakt in 1928 verscheen van zijn «and bij Mart. Nijhoff, Den Haag, •Bronnen tot de kennis van het leven •n werken van D. V. Coornhert", de figuur, van Coornhert belichten. Herdenkingsbijeenkomst Alvorens, de plechtigheid in de St. Jsnskerk aanvangt, zal het gemeente bestuur de ledefKgan het Coornhert- eomité, benevens deTeden van het be- Jhrnr van de Maatschappij der Neder landsche Letterkunde, ten stadhuize Ontvanger, waar zij door den w.n. bur gemeester. „r, h. P. C. M. de Witt wynen zullen worden begroet. />e 3 uur zal de herdenkingsbijeen komst in de St. Janskerk door den eoorzitter van het Coornhert-comité, mr A A. J. Buksen worden ingeleid, wwna onze oud-stadsgenoot, prof Sr®* H. de Vooys, hoogleerain de "«o-landache taal en letterk unde aan y Rijksuniversiteit te IFrecht, een ■eraenkingsrede zal uitspreken. *»n deze herdenking zal wijding gegeven door mei. Waldie van uit Amsterdam, lid der Maat- der Ned. Letterkunde, die liederen van Coornhert zal voordragen, waarna allen, die deze wi zullen bijwonen, zich zul- Pegeven naar het huis aan de yojuiaven 51, ter onthulling van eon 3?* oen Haariemschen beeldhouwer lT™ v,n Reynontworpen en in JJJwandlteen uitgevoerden gedenk- w™; welke als blijvende herinnering ""lehraht^' <'en voor8evel wordt v^ldew0">>l.ng, welke door rne- ■'omesvan der Hoop zal ÏÏSSla' 7a' voorzitter van het aan d "e z°rg voor den gedenksteen 80 l" gemeente overdragen. Op dezen aWii.2wLa!en gedenksteen, die een hu büüü van era hoog en 60 «chen j geplaatst zal worden tus- hoo«„ ,e'de ramen, óp 1,90 m. be,& "ff, den grond, zal in relief het ksviir. n„V8n Coornhert. naar de du» Coornhertjs leerling Oolt- htn'v ri, 'j0r? er de datum van Coorn- WH>d in dat huis wordt vermeld. ftpiCoornhert's verblijf te Gouda. Ortr,il'""jflizoon Coornhert, die op k Go.jj, 1590 °P 88-jarigen leeftijd di" beidé li!, eger'eden, heeft alleen yxtorvt *te levensjaren ip (Gouda •ér I59o' Ooiober 1588 tot Octo- irt.™e|h*n om, na sinds 1877 Ue "et notarisambt tg hebben bekleetj, te Delft te gaan wonen om zich rustig aan zijn aangevangen werk te wijden, kon hij geen gevolg geven daar Delft's burgemeesteren hem het verblijf in die stad ontzegden. Binnen 24 uur moeat Coornhert de poorten van Delft uit zijn. Daarop kwam Coornhert naar Gouda, waar het stads bestuur een andere meening huldigde. Hij vestigde zich toen aan de Oostzijde van de haven in „de braesem". Van zyn verblijf te Gouda zegt Coornhert volgens Prof. Becker's „Bronnen" het volgende: „Ter Goude dencke ick te blijv.ep om 't gemeyne beste, met mij te leven het restgen van mijn leven, hoewel ick wel lustiger, onbe kommerder- ende veyliger maer geen heyliger of nutter voor anderen- leven mocht kiesen". Wij brengen Uean bijzon der geslaagde collectie: in uitsluitend prima kwa liteiten en nog steeds zeer lage prijzenI Zoojuist on tvingenwij oen prachtvolle keuze: Wollen blouses, Pullovers, O Rokken en O Peignoirs. wt ti 33 jl 40 „Wesende roe. leedich aLs vjjant der leedicheyt, nam ick voor, de zelve' mijnen vijant hinderlick te zijn, zoe in mij zelve als in anderen, met na- sporinge van middelen tot min- dermghe van den schadelycken leedichgan gers dijenende, teghen den welcken veele placcaten met luttel vruchts gecondichl zijn geweest". D. V. Coornhert in „Boeventucht", geschreven tijder s zijn verblijf in voorar rest op de Gevangenpoort te 's-Gravenhage sedert Sept. 1567. bedoeling dóch aan OEVENTUCHT" van den over enkele dagen alhier ie herdenken Dirck Volckertsz. Coornhert is een zijner vele moralistische geschriften en het voor malige Uoudsche tuchtnuis is. twee eeuwenlang, van 16101810, een plaatselijke en districtsgevangenis ge weest, om daarna tot 18^1 nogmaals te worden gebruikt, uitsluitend als cen trale vrouw er gevangenis van Neder land. Is er nu eenig verband tusschen dit tractaat van Coornhert en het ge noemde Goudsche wtrafgesticht, meer dan de naam [uitwendig zegt? Of al dus, tusschen CflOfnhert en dit tucht huis van Gouda, Sat sedert 1610 was gehuisvest binnen de muren van het St. Catharinakloosler van Tertiarissen, omstreeks 1440 gesticht aan de oost zijde van den Groereweg? Niet in den zin, dat Coornhert rechtstreeks de stichter zou geweest zijn van het Goudsche tuehii'uis, maar wel dat hij, de geestelijke vat. -r was van de prac- tische straltoepassii daarbinnen, zoo als hu dit trouwens van een geheel r.ieuwe idee in de U «passing der vrij heidsstraffen is gew est. Ais men thans da ook wandelt van Coornhert's graf i- de St. Janskerk alhier, het neger van de 32ste lage in het middelparnaar de 9de laag het 3e graf as- de noordzijde van het koor, v -ar de tuchthuisregent Dirk Brr- .,vis ligt begraven in het graf, „i'oebehoorende het tugthuys deeser stad", Juli 1797 dan ziet men o.ver de levenden heen, hun werken en geschriften, weer datzelfde ver band tot in de rustplaats der dooden, naar het oude gi,Hmik destijds in onze monumentale kei ken begraven. Lediggang en bedelarij had zeer grooten omvang. Laat mij u echter dat verband nog even nader historisch toelichten en zonder twijfel zult ge het met mij eens zijn, dat hier niet maar lukraak van een zekere logische gevolgtrek king is gesproken, en dat door Coorn hert's vruchtbare ideeën, ook op straf rechtelijk, sociaal en paedagogisch terrein, ieen der Goudsche instellingen ontstond; binnen .welker muren twee en een halve eeuw lang getracht is het- kwade in den mensch te stuiten en het goede, de wèl-levenskunst van Coornhert, op te wekken, aan te wak keren en naar voren te laten treden Het stond er met de bestrijding van armóede, bedelarij en misdadigheid schakels in de sociologische struc tuur der maatschappij van alle tijden, welke onderling op natuurlijke wijze aansluiting vinden! in de periode onzer geschiedenis, waarin Coornhert leefde en die men op het voetspoor "114 Vwvlu pótl WPf het Voorspel van der Tachtigjarigen oorlog, slecht, bitter slecht voor. Tij dens de regeering van Karei V als heer der Nederlanden waren er wel een aantal plakkaten afgekondigd, om dit gemeenschappelijk euvel te be- stijder, omdat het als een steeds die per invretend kankergezwel het ge- heele maatschappelijke organisme in bedenkelijke mate dreigde te onder mijnen, doch die middelen waren weinig meer dan kwakzalversmiddelen gebleken. Onze volksschrijvers en -dichters van omstreeks het midden der 16de eeuw stellen het in Hun ironisch proza van „Taverne" en „Luilekkerland" of in plastische volkspoëzie over de Ar- nout- en Everaertsbroederen duidelijk voor oogen, iyelk een schrikkelijken omvang de lediggang, het vaganten-; dom, de bedelarij, de criminaliteit met al de gevolgen van dien in hun tijd hadden aangenomen, waartegen de meest drastische strafbedreiging der plakkaten van Karei V weinig of niets vermocht te doen. En toen Ellips II zijn vader in de-, zelfde kwaliteit was opgevolgd, smeedde ook deze vorst op zijn wijze aan het harde staal der scherpe plak katen, om de bedelarij, den ledig gang, de misdaad in velerlei vorm op -zware straf te verbieden en daarmee tevens preventief te werken bij de be strijding der ciminaliteit, een zusje van landiooperü en bedelarij. De dui delijkste weerslag daarvan vindt men in het werkelijk goed bedoelde plak kaat van koning Filips hu heeft er heusch wel slechtere' afgekondigd! dat in 1563 te Deli'l van de pers kwam: Placcaet eit-« .Ordonnantie de- Co- n'nckiyekp Msytrt-i.it, beroai Je de Vagebonden, Lc.tichgan,, vj en.ic an- Ji-re qiiaetduendevs, deer by ellen Cifick.s er de anderen bei. I wore, oede toesicht te n»men, otnr-.e tscive (in alle zijne puncten wel s,' ogelyek onderhouden te wofden". Maer ook dit stuk, projptype van et-n landelijke strafwet, had weer hetzelfde cmdi- wele gebrek: het wilde al m ar straf fen uitdeelen aan de luie e'u ledig- gaande boosdoeners of lien die dit door weikschuwheid er., lediggang dreigden te worden, zonder echter die arb'éldsschuwe elementen nu eens aan het werk te zetten. Dat zou in waar heid opvoedend straffen zijn ge weest. Coornhert's vruchtbare idee: werken. Neen, zegt Coornhert, de veelzijdige, humanistische er steeds met ethische argumenten wei kenden geest, enkele jaren later, dat is niet d e manier, om sociale verbeteringen aan te brengen En 'van zijn standpunt kon hij over de resultaten uit eigen ondervinding oordeelen, want in 1567 had men hem zelf als verdacht van ketterij, hulp aan den Prins van Oranje en dus rebel Van de natie, met de harde gevangenis zijner dagen kennis' laten maken. Daar zat hij op de Haagsche Voor poort over de maatschappelijke problemen van zijn tijd te piekeren en vroegden cipier inkt en verder schrijfgerei, om zijn gedachten om trent betere instellingen op papier te brengen, want zijn immer werkzame aard wist ook in het vochtig kerker hol van geen rusten en hij had per soonlijk een intensen afkeer van alle luie en werkschuwe elementen. Mis schien plaagde de utiliteitsgedachte hem wel eens te veel, doch anderzijds was zijn medidatieve en contempla tieve aanleg een tegenwicht, waardoor hij ook nu weer over het vraagstuk der bestrijding van armoede, bedelarij en misdadigheid zijn gedachten ten beste kon geven ondanks de moeilijke en onzekere positie, waarin hij zelf als nreventief gedetineerde verkeerde. Hij begreep, dat er meer gedaan moest worden dan in een aantal opvolgerde plakkaten de staalkaart van nuttelooze- straffen steeds maar uit te breiden, zonder dat hiermede opbouwend en sociaal-paedagogisch gewerkt kon worden. Verbeterend en niet afschrik- kerd moest de straf werken en dat kon alleen, meende Coornhert, door de gestraften aan het werk te zetten; daarmee werd zoowel de maatschap pij als het individu verbeterd, hetzü deze tewerkstelling geschiedde in een gevangenis dan wel in publieken dienst, aan de openbare werken, óht- ginningen, het latere stelsel van dwangarbeid dus. nu nog in Veen- huizen, bij het Vferk der Indische ket- tinggangers en andere vormen van dien aard toegepast. En zoo is dan in de gevangenis Coornhert's Boeventucht ontstaan, een verhandeling, die hem gemaakt heeft tot een der pioniers in de Neder9. landen van de idee betrefferde den arbeid-als verbeterend element in de vrijheidsstraf, een onderwerp, waar mee in 1906 ten onzent Prof. Mr. J. Simon - van der Aa inaugureerde als hoogleeraar in het strafrecht aan de Rijks Universiteit te Groningen en waarover diens Duitsche collega Von Liszt zich nog 'eerder aldus zeer per tinent r-o ui'; laten: „Lbeser orgam- siertier Ail '«zwang bildet das Wesen der Freiheitsstrafe, 1st. ihr Lebenselement, das Element mit dem tiering. Als hij in October 1567 op de iiuac-che Voorpoort dit tractaat onder den f" 1 van Scadelicke leechgangers ende gesonde troggelaers" heeft be ëindigd, wordt het. nog gevolgd door ,n .Lof van de Ghevangheni: nu er een movaal-theologische b rt r.g over het nut van het üjdeh'in gedwongen afzondering, Want ove.- de .evaiigen.'s als keiker zelf kon hi bij eigen ondervinding al moeilijk den lof zingen, als in de voorrede van zijn eigjr. werken zonder eenige overdrij ving wetd getuigd, dat het verbliif in de „Albaenschcghevanghenis, dat toe ter tiit een Hel, gheen Vaghevuyr was", dermate nadeclig op Coorn hert's gezondheid werkte, dat hij tot het Hof het verzoek moest richten, om hem als preventief gedetineerde we- gehs de troebelen „te gonnen den Haege tot zynre gevanchenisse". Dit verzoek werd hem ingewilligd, ten gevolge waarvan hij overdag volledige bewegingsvrijheid kreeg in Den Haag en wandelen kon met den advocaat Hoïslagh „over den Vijverberch ten Bosschewaart". Tot diep in het voor jaar 1568 wei"d zijn zaak met ver- hooren en verklaringen van weers kanten voor het Hof behandeld doch in Brussel moest de beslissing vallen. Toen hij vandaar en van Den Haag uit werd gewaarschuwd, dat zijn pro ces wel eens een verkeerde wending kon nemen ondanks de vele getuige nissen a décharge, zoowel van R.K. notabelen als van den kant der auto riteiten te Haarlem en in Holland, achtte hij het raadzaam om „wilüch ballinek" te worden en werd hij al spoedig 1 Sept. 1568 door Alva G 3334 5 voor klein m groot, voor |ong on oud. voor iedereen. sie stcht und falltHet is wel hee^ jammer, dat het penologisch begrip m die grondidee: straf moet louteren, verbeteren, opvoedend werken bij onze nuchtere, zakelijke, handeldrij vende voorvaderen al spoedig verre achtergesteld werd bij de econo mische tendens: de gevangenis moet een goed rendeerende werkfabriek worden, doch dat was niet de schuld van Coornhert en die na hem kwamen, om te pleiten voor een meer sociale, humane en paedagogische doelstelling van de straf. Het Goudsche Tuchthuis een tier eerste van Holland Het zou te veel ruimte vorderen, indien in dit artikel de chronologische lijn en het logische verband tusschen Coornhert's „Boeventucht" en het Goudsche Tuchthuis uitvoerig werden uitgestippeld. Volstaan wij daarom met erkele hoofdzaken ter oriën- VROUWELIJKE GEVANGENEN IN HET TUCHTHUIS TE GOUDA. Omstreek» 1810. (Naar een gravure). verbannen met verbeurdverklaring van zijn goederen. Gedachte krijgt vorm en gestalte. Eerst in 1587 verscheen het trac taat voor het eerst in druk bij Har- men Muller „inden gulden Passer t' Amsterdam", tegen den tüd dus, dat te Amsterdam in 1595 het eerste tucht huis en in 1596 het eerste spinhuis zou worden opgericht. Coornhert heeft de stichting van die beide mo delgevangenissen voor mannen en vrouwen niet meer kunhen beleven, doch ware du het geval geweest, dan had hij het mogen aanschouwen, dat in die beide strafgestichten zijn gedo cumenteerde meeningen inzake een doeltreffender armenzorg, betere wijze van werkverschaffing en vruchtbaar der straftoepassing vorm en gestalte hadden gekregen. Hendrik en Jan Spieghel te Amsterdam, Caret van Mander te Haarlem. Jan van Hout te Leiden. Coornhert's letterkundige vrienden uit dezen tijd, zullen hem mogelijk tot publicatie' van „Boeven- lucht" hebben opgewekt en zij, aithans Jan Laurensz. Spieghel en jan van Hout, wai^n ook te Amsterdam en Leiden juist de grondleggers van de tuchthuizen aldaar, waarin „arbeid als element van de vrijheidsstraf' het eerst in de nrartiik zou worder. ge bracht. Een tweetal plaatsen uit Coornhert's „Boeventucht" haal ik hier aan ten bewijze: ....„De derde middel is. dat int midden van elck lantschap gebout zou de worden een groote stereke vange- nisse met meenichte van hutkens, ende een ruüme plaetse int midden, daer- men elck, een ambacht «innende, zou de leveren tstof, om yet were te maecken. zonder hen broot te geven hij en leverde een maetelijck dach- werek gemaict. maer die gheen am bacht er. conden, zoude geleerdt wer den nette breyden, speldemaken, s p i n-n e n ende andere dijergelijcke nutte ende onconstige ambachten, omme werek te leveren als vooren off te vasten. „Ende de vijerde middël is. dai mer, bouwen mochte binnen elcke steede een gevanckenisse, beguaem voort geboefte, zoe van binnen de steede als van domleggende dorpen ende tzelve geboeft in manieren voorsz heure ambachten doen pleghen, diemen, bij tween aenden anderen vast gecloncken zijnde, gebruyeken zoude moeghen zoe aender steeden als aen gemeeniants wereken, in heyen, dijcken, delven, djjepen van grachten ende dyergelycken arbeyL" In September 1610 volgde men te Gouda dezen raad van Coornhert Op en alzoo werd ruim twintig jaar nu zijn dood alhier een der oudste tucht- of spinhuizen van Holland gesticht Aanvankelijk word het zelfs nog eer der spinhuis (voor vrouwen) dan' tuchthuis (voor mannen), in kleinere steden gecombineerd, doordat de Goudsche vroedschap de stichting er van aldus motiveerde: „Overmits de ontucht, die óagelicx gepleeght wert by droncke Vrouwen ende andere" werd goed gedacht, „datmen tpaters- huys vande Catarinen appi-oprieerde, zoe tot een spinhuvs als omme altemet eenige, die nyet deugen willen, daer voor een tyt vaat te zetten", d.d. 8 September 1610. Dat was het begin, doch uit dat kleine' begin groeide al spoedig een volledige gevangenis voor mannen, vrouwen, jongens en meisjes, vooral nadat in Januari 16J1 was be sloten, om te Amsterdam en Hr.arlem te informeeren, hoe daar de tucht-, spin- en werkhuizen waren ingericht, óm naar dit model de plaatselijke ge- vangems van Goud* veicLr uit te bretdón, in te deelen en pasklaar te maken voor het nog steeds zee locaal begrensde penitentiair doel. Eerste beginsel van Jeugd gevangenis. Eigenlijk moet hierb" even vermeld worden, dat reeds in 1E20 het plan was geopperd, om te Gouda „een vast huys ofte earner te doen maecken" en dat wel op last der vroedschap en op stads kosten, om daarin op te sluiten „den inobidienten ende quaetwilligen kinderen ende andere personen ter castymente.... nae geleyentici eyt van huerluyden quaden feyten ende ma nieren", het eerste cn oudste beginsel van jeugdgevangenis in de Nederlanden, gelii'- er thans een te Zutphen is. In hoeverre dat plan toen Er was eens «n dichter in Delden. Vas wien de kronieken vermelden, Dat zijn pen en zijn pijpje (Roode Ster, dat begrijp jet) Hem tot 's nachts in, zijn bed vergezelden! Zeldzaam zacht en - licht in de pijp! O 3329 31 Schouwburg Bioscoop: Malle gevallen (met Jopie Koopman, Johan Kaart, Louis de Bree, Louis Borel en Fie Carelsen). Aanvang 7 uur, Zaterdag geen voorstelling, Zondag vanaf 2 uur. 27 Oct. 3 uur Schaakbord: Gemeente middag Renionstr. Geref. Gemeente, 31 Oct. "7 uur Nieuwe Schouwburg! Opvoering Dertig seconden liefde door N.V. Het Residentie Tooneet 29 Oct. 19 uur Ter Gouw: Jaarvergade ring district Zuid-Holland Noord Kon. Ned. Middenstandsbond. 2 Nov. 19 uur Veemarktterrein: Nakeu. ring rij- en voertuigen en verhuur auto's. „schele hoofdpijn" maken be hoorlijk werken onmogelijk I Neem een "AKFU5RTJE", even liggen. Daarna weer frisch. G 3328 13 is .uitgevoerd geworden, is niet be kend. doch in elk geval heeft het tuchthuis, spinhuis een enkele maal ook wei eens werkhuis genoemd te Gouda van 1610 af te Gouda bestaan r>rtiqw An Oh» ojin diensten als plaatselijke en streekge- vangenis voldoende bèwezen. We kunnen hier de geschiedenis van dit strafgesticht niet verder beschrij ven, welke than* in boekvorm in be werking is uit de'archieven van land en stad. Het is een interessante ge schiedenis, niet alleen uit criminolo gisch oogpunt en als bijdrage tot de plaatselijke geschiedenis van de stad Gouda, doch zij levert mede een beeld van het maatschappelijk leven ter plaatse er, uit den omtrek gedurende twee en een halve eeuw, ook toen dit tuchthuis in de 19de eeuw de centrale vrouwengevangenis van Nederland is geworden, waar de dames Brand'Maas en Schilperoort-van Meerten ais Ne derlandsche vrouwen haar eerste cel- bezoek aan gedetineerde vrouwen onder zeer moeilijke omstandigheden zijn begonnen. Hulde aan deze pioniea- sters, die energiek en humanitair heb- ben getrqcht een anderen geest binnen deze muren të brengen, boven den gevel waarvan twee raspende boeven waren uitgehouwen het gebruike lijke enbleem boven de tucht- en spin huizen te Amsterdam, Haarlem, Delft. Batavia enz piet dit gedicht, waar mee deze schets dan ook worde be sloten: Dat gy hier ziet is anders niet als een vertoning zonder stem, Maar in het huys. daar is het Kruvs. des deugniet» dwang en tuyaaris klem. Hier beeld men at. Daar is de straf. Hier dreygd men daar geschied de daad. En alle beyd' is "t atihgëleyd. om dat dq, mensch zou myden 't quaad. 1 A HALLEMA. Litteratuur. Zie behalve de algemeene biogr»- phieën over Cornhert van Dr. J. ten Brink, Ds. F. J. kjoorrees enz en de „Bronnen tet dë kennis vanDl V. Coornhert", uitgegeven door t)r. Bruno Becker, mijn bijdrage le Het oudste ontwerp van Dirck vph-Kerts- zoon Coornhet's t gevonden, In: Tijdschrift Ned. Taai en Letterk.. dl 45 (1926), biz. 1 14; 2e Coornhert» Boeventucht, in5 Groot- Nederland, JuliDecember 1928; 3e De verhouding van Stad en Platteland in zake de kostep der Tuchthuisverple- ging ten t(jd£.der Republiek (betreft uitsluitend het Goudsche tuchthuis) in: Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap, deel 52 (1931), blz. 120; 4e In en Om do Gevangenis van vroeger dagen In Ne derland en Nederlandsch-Indië (1938). Den Haag Gebr. Belinfante's Ultg. Mij. en de aldaar blz. 174178 aange geven litteratuur (betreft de tucht- en spinhuizen in het algemeen).

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 3