„ACHTER DE TOONBANK
w
HERFSTNACHT
OP DE VELUW
r
*4
f t
Winkelbedienden doen examen Het manufacturenbrevet lokt
I
Po3
s» a
/I
p-1*
lis*
p-3a?
S-
v Achter de toonbank
Zoo zijn ze
De mime Dan het vak
Je moet er maar op komen
Miskend
De distributie
Van koe tot jas
BART, de Veluwsche
strooper en wapensmid
Stroop^rsfilosofie over
de vragen van alle tijden
Q
3 3
3
O O
n
n us
8
«ft**
3
v" re
•Ij
jpi tv tj
£Lc f
STTtT M
M p n
3 C5
C W ft*
£3
s Ut
Sf.2-
CL
re -2
3 7
o Q.<
aj re O
a, s
St O
2 2
«ff hot d« rood* ruypjes in uto donkerblauwe -
das ontstaan? Was u er van op de hoogte, dat voor de
palm van uw varkenslttren handschoenen een Javaan-
seht setpaling motst worden gevild? In u, mevrouw, wiet u
utó het hoofd 3t afmetingen van uw kussenslooptn en too
ja, kent u dan ook nog het verschil tusschen kamgaren- tn
kaartgarenspinnerijen?
De mscsten lullen het entwoord op bovenstaande vragen
wel schuldig moeten blijven! Gelukkig behoeven rij ook niet
te antwoorden; anderen ondergaan voor hun plezier
deze textielvuurproef. Of, in begrijpelijker woordap- gezegd,
het examen voor het Manufacturenbrevet, dat (jezer dagen
te Amsterdam werd gehouden.
Het is geen eenvoudig examen. Verkoopkracht en menschen-
k—mta spelen evenzeer een rol als theoretische ontwikkeling
en practische ervaring. Dit bemerken we bij onzen rond
gang door de ruime examenzaal in het gebouw van den
,,Manufacturenhandel Nederland" aan de Prinsengracht,
waar tientallen candidaten aan den tand worden gevoeld,
meest Jongelui, meest.;, mannen!
Het ls alsof we échter de toonbank van een grooten win
kel mogen kijken. Verboden toegang voor de klant, zooals de
kleedkamer van den tooneelspeler verboden is voor den
schouwburgbezoeker en de keuken van een deftig restaurant
taboe is voor den gast... In de achterhokken van het circus
moet man in het algemeen maar liever niet komen... daar
heeft men de pairden van hun blinkend tuig ontdaan en de
dressgur verliest er zijn waardigheid in een ruzie met een
brutale, nog niet'afgeschminkte balletgirl.
□och we moeten eerlijk toegeven: achter de coulissen van
het manufacturen-tooneel, waarvan we alechta de fraaie, dé
cors, met-of-zonder-punten, kenden, beviel 't ons héél goed...
We kregen een indruk van wat er wel alleïhaal vereischt
wordt, vóór de verkooper een confectiepak aan den man,
een japonstof aan de vrouw kan brengen.
We werden soms ook wel een beetje ontgoocheld, wanneer
da categorie „kiant' ter sprake kwam. Want wij hebben
nooit geweten, dat de winkelbediende, als wij wat erg lang
treuzelden met onzen aankoop, gauw een laatje van zijn ge
heugenkastje opentrok, waarop stond: „Doeltreffende behan
deling van besluiteloozen" en ons dienovereenkomstig genas.
Ook was het voor ons een openbaring te vernemen, dat
•r speciale tactische middelen bestaan om de groepen „Wan
trouwende" en „nerveuze" of „praatzieke" cHënten tot een
beter inzicht of rustiger keuze te brengen... Dat moet je
meemaken! En dat maak je mee aan het tafeltje, waar de
candidaat op „verkoopkunde" wordt getest.
Hoe spreekt u de klanten san? vraagt de examinator.
Zegt u mevrouw?
Ik noem de dames bij del naam, antwoordt het on
dervraagde jongemensch voortvarend, doch hij voegt er
haastig, blozend, aan toe: Bij den achternaam tenminste! De
meeste klanten ken ik!
De candidaten komen namelijk uit de praetijk voort, zij
toeten minstens drie jaar practische ervaring in de textiel-
ranche hebben om tot het examen te worden toegelaten.
Met twee jaar kan worden volstaan, indien zij de cursussen
aan de Textielscholen te Enschedé of Tilburg hebben gevolgd.
Wat zoudt u doen, gaat de examinator verder, als u
twee dames in uw zaak krijgt en één er van, die niét de
koopster is, kamt alles af wat u aanbiedt?
Inderdaad een actueele moeilijkheid. Hoe vaak gebeurt het
niet, dat de adviseerende vriendin den verkooper tot razernij
zop kunnen brengeh door haar afkeurende opmerkingen. Na
tuurlijk mag de bediende niet razen, ai kost het hem de
inspanning van al zijn zenuwen. Natuurlijk mag hij de vrou
welijke lastpost niet negeeren. al zou hij haar het liefst den
'winkel uit kijken. Neen, hij dient al zijn overtuigingskracht
te gebruiken om de argumenten van de lieve raadgeefster
door de cliënte speciaal geïnviteerd, zoo gezellig met z'n
tweeën winkelen! te ontzenuwen.
Hij trekt van zijn geheugenkastje het laatje open: „Twee
praten, één koopt", misschien heet het ook anders, een beetje
onparlementair, maar in ieder geval wat er in dat laatje
zit, is goud waard...
dwalen we" van de eenet tafel naar da andere. Een
van stemmen hangt in het ruime lokaal,
met de tapijten aan de wanden, bonte stalen', klu-
V LvjjStjs en klosjes, babygoed en handwerkfournituren op de ta-
fels verspreid, wel een liefdadigheidsbazar. Ook wat de pret
tige stemming betreft. Want de candidaten nemen met een
opgewekt gezicht en een beminnelijker glimlach plaats op den
stoel vóór de „toortban^", alsof de examinator een klant is,
die, mits vriendelijk behandeld, wel in de beurs zal tasten.
c
Jni
•wbr
De mime van het vak... Oók aan de overzij van de ta
fel. Want de examinatoren werden veelal gekozen uit de
praetijk: chefs van groote zaken, directeuren, zij toonen den
beleefden, Jongeling even beleefden das, een overhemd,
maar vragen daarover de geraffjfieerdste dingen.
Waaruit bestaat deze overhemdstof precies? Een linnen-
of satijnen binnenkant? Hoe komen we aan de nopjes in die
das? Hoe lang behoort een das te zijn? Waarom is een
sportdas altijd korter?
De jongeling vliegt er in, vergeet, dat een sportdas' Juist
langer is...
Waarvan zijn deze handschoenen gemaakt?
Varkensleer.
Goed. en de binnenkant?
Hierop blijft de geëxamineerde het antwoord schuldig.
Kadotskin, orakelt de man-die-het-weet, of wel de huid
van een Javaanschen zeepgling.
Elders worden stalen" katoen, heel- en halflinnen, zijden en
katoenen damast, crêpe en wol, fluweel en brokaat, nauw-»
keurig betast, soms een draadje uitgetrokken als de sollici
tant naar het Manufacturenbrevet twijfelt tusschen twee na
men. -
Doch dit gaat nog maar om de herkenning van het mate
riaal. Hoeveel moeilijker wordt het hij de afdeeling „Theore
tische Warenkennis". Want dan vraagt de man achter de
tafel, een textieltechnicus, bedrijfsleider of leeraar aan een
textielschool
Wat moet er gebeuren om den vlasvezel uit de plant
vrij te maken?
Onderwijl bestudeert de ondervraagde naarstig een blauw-
linnen keukendoek en bepeinst tevens de vraag, waarom de
huisvrouw liever linnen handdoeken heeft dan katoenen.
Kunt u zien of het een technische off een elementaire
vezel is? informeert de examinetor onbarmhartig verder en
hij pikt een bosje bruine vezels uit den bonten hoop kluwens
en garensv
Ook de melkwol komt aan de beurt, zijig witte vlokken
vragen om een definitie en een haarfijne verklaring van het
proces: van-koe-tot-jas. Toch vormt lanital VTijwel het eenige
synthetische "product, waarvan de kennis op dit examen ver
eischt is. De overige synthetfsehe stoffen zooals bijv. glas-
wol beteekenen vooralsnog een snufje, geen handelsartikel.
Ons bekruipt de lust óók eens wat te vragen. Maar niet
aan de reeds veel-geplaagden. Wij kiezen het bestuur van de
„Federatie tot uitreiking van het Bedienden- en Chefsbrevet
voor den Ned. Manufacturenhandel", den penningmeester, den
heer, C. Jacobsen, den secretaris, den heer A. Boersma en
den voorzitter der examencommissie, den'heer Ir. A. J. Han
del», directeur der Textielschool te Tilburg. Zij lichten one
uiterst welwillend ln. WIJ vernemen, dat, hoewel de*" Vesti
gingswet nog niet van' toepassing werd verklaard op den
manufacturenhandel, de groote firma's reeds jaren prijs stel
den op goed opgeleid, resp. gediplomeerd personeel.
Bovendien zullen de bedienden, zoowel als de patroonsorga
nisaties, straks bij het vaststellen van de loonen ongetwijfeld
rekening houden met het al, of niet gebreveteerd zijn.
In de afgeloopen jaren werden reeds vele gevestigde ma
nufacturers, dus de ouderen, „gelest", met het gevolg, dat
de gemiddelde leeftijd der candidaten thans vee! lager ligt.
De totale toeloop verminderde echter door de tijdsomstan
digheden met driekwart: 'nu 150 liefhebbers tegen ruim 600
ln 1938?- V.
Over de Vestigingswet sprekend, constateert de heer Ja
cobsen het als een miskenning, dat slechts de werkgevers
hierin werden gehoord en men met dé personeelsbonden to
taal geen rekening hield. En dat, terwijl de chef» dus ook,
(personeel) van confectiezaken, enz. wèl als examinator
dien§t doen. Waarom dan hun oordeel, evenzeer deskundig
als dat»der patroons, niet'gevraagd bij het van hoogerhand
vaststellen der wettelijke eischen? Men voelt dit nog steeds
•ls een grief.
Een bel luidt. Wéér een vraagkwartiertje om.
Nog even van het wisselen aan de tafeltjes gebruik ge
maakt om een plaatsje naast den „bijzitter" te veroveren
en mep te luisteren. Een wijnroode velours chiffon vormt
hier het corpus delicti", en de stem des edelachtbaren
klinkt
Kost deze stof punten?
Zonder deze vraag zou een manufacturen-examen in het
oorlogsjaar 1940 niet compleet zijn. Eerst als de bedienden
bewezen hebben, ook het puntenprobleem grondig onder
knie te hebben, kan hun het vurig begeerd* diploma worden
uitgereikt.».
m#esi c»v«r «m «li!oop«rMVonlurw\, over
strijd rrv«t kodd«t>ei«r» «n )%chtoptlohl«r«, over
ouden tijd, toen de ruige, woeste ever no* Vn
rwierf en de voseer keften. Thans komt dat
Veluwe zelden meer voor en bulten de reeën, is
deels klein wild, dat hier nog thuis is.
merren-
ep
:-or
don-
den storm*
ons even
FN het verheven maanlicht van den Octobernacht ligt
het groote stuifzand doodstil en eindeloos eenzaam. /Dit
is iets om nooit weer te vergeten: een droom van/zil-
j vep; ccp wonder van schoonheid?
/De siuifkoppen met de tusscheuliggende dalen vormén te
zamen een vreemde zee, waarvan elke golf» in haar /laat
ste gebaar is verstold, de verspreide vliegdennen en pene-
verbessen zijn daarin als koolzwarte, spookachtige bakéns...
Er fonkelen slechts heel weinig sterren: zóó ópperróach-
,m tig is het maanlicht in den onpeilbarcn hemel/
De oude Bart, strqoper, wapensmid en geweermaker,; bij
"wien ik gaarne'nu en dan eens binnen loop om een praat
je te maken, brengt me een eind weg. Wé "toefden in zrijn
huis aan den rand der zandverstuiving-etv ?.aten bij het
vuur, dat in de primitieve smidse brandde, terwijl ik van
de gelegenheid gebruik maakte onderwijl enkele studies, ite
maken van Barts sprekenden kop, zooals die rood werd be
schenen door het spel der flikkerende vlammen.
Janna, het idiote meisje/ zafc bij ons op een zware eiken-
stomp en staarde,- met afwezigen blik in de gorvzehete »yuurV
kom. Ik zie dat alles weer heel scherp voor mij. Wan-
naar wa praten, is er soms een zweem van aandacht in
haar oog en, ai «c toe maakt za gebaren mag: de bruine, ma-
ger» handen of ze stooj heesche, on&egrijpslijk» klanken uit
"Doch dan zir ze 'weer langen <tijd achtereen stil, de vin
gers verborgen in het- sluike, strooblonde haar, de oogen
weef starend in /et stoeiend- spel der begecrige vlammen...
Als het vuur dféigt uit te gaan is hét de oude man, die
nieuwen voorraad in de haardkom schuift en wanneer dan
de vonken als sbeiWé meteóren den schoorsteen in jagen, is
het meisje verruktt Dan" lacht ze schél en gesticuleert ze
opgewonden! Daiikijkt ze or.s aan met schitterende oogen
en lacht ze tui der.
%-iden, Bart en ik, zitten we zwijgend toe te zien, tot de
oude stronger meewarig het hoofd schudt en wij snel be
ginnen te praten over allerlei onverschillige dingen.
In het achtervertrek zit de vrouw des huizes met de-an
dere dochters, dochyénnha zit altijd bij haar vader, die-ook
*s -a-Vgnds hef -lief si -maar in zijn werkplaats vertoeft,-waar
altijd vbel wat te kirytselen of te repareeren valt.
Bet vuur van dér*smidse toove.rt dan fyne'giimlynen'op
geweerloopen, gedeukte koperen ketels, ter reparatie aange
bracht door de t^oeft-n^en werpt een rooden weerschyn in
het glas van een vergeelde gravure, die hier nog een plaats
je vond. aan dep wand.
W^j praten xoo samen ever allaa m nog wat, maar hal
Snel schuift de avond onder dergelijke gesprekken voor
bij en als de vlug stappende wekker op dp werkbank naar
tienen draait, maak ik^panstalten om te vertrekken. H ls
nog ruim een uur naar huis!
Ik ga bij dergelijke gelegenheden gewoonlijk dwars door
-de zandverstuiving, wat by lichte maan geen enkel bezwaar
oplevert, integendeel, zoo'n tocht is van een buitengewone
bekorirfg en telkens verrast u weër een ander fantastisch
lichieffect.
Bart brengt rrje dan eeTT^tnd weg en we nemen het
smalle pad, dat door het. djehte randbosch naar de open
vlakte van het verstuivingsgebied voert. Geheimzinnig is het
in dit grillige bosch: een wonderlijk clair-obscuur van kool
zwarte stammen en melkachtig-wijte lichtplekken, soms uit
vloeiend tot een doorzichtigen, zilveren nevel Vreemde ara-
t^esken teekent de maan op stam en stomp, zachte geluiden
van onzichtbare, behoedzame dieren ritselen nu hier, dan
daar.
Wij bereiken den boschzoom, en open ligt voor ons
de verstuiving. Gebogen tornen we tegen den eersten hoogen
heuvelrug op en staan dan oog in oog met het maanlicht- s
witte land. -*=«9^
Zwijgend staat de grijze strooper naast me, de handen in
de zakken en scherp turen zijn oogen in den najaarsnacht.
Nauw voelbaar aait de w*nd langs onze wangen... Ëf klinkt
hier geen enkel geluid: geen uil roept zijn jachtkreet en
zelfs hooren wij in de verte niet eens het g£bi3f van een^
hond tegen de maan.
Wy gaan weer verder, maar als we bij/
kere dennen komen, waarvan er laatst een\
werd omgeworpen, maken we halt en zetten"
neer op den zwaren, gegroefden stam.
Terzijde van ons glinsteren de dennenaalden als zilver; aaii
onze voeten ligt de groote vaalbleeke zandzee, een onwer
kelijk landschap, dat ge misschien eens in uw droomen
hebt gezien... J
Wat is alles nou moei...! zegt naast mij de stem .van
den-strboper. Je kuntf je in zoc'n stiPen nacht eiee^'ijk
niet voorstelle'. dat er zooveul beroerdigheid is in de we
reld En waarvoor, vraag ik me wel es af|...
Ik weet gèen antwoord, en kijk peinzend naar het land,
4at betooverend, ontroerend schoon is in hef stille, hooga
maanlicht. v
Maar ja, gaat de rustige stem weer verder, het
schijnt hier buite ook allemaal mooier dan 'et in werke
lijkheid is... Op 't oogenblifc lijkt alles om ons heefl zoo stil
«n vredig, d'r schijnt geen kwaad en geen ellende te we
zen, alles lijkt mooi en rustig of het slaapt.»*- Maar nou
mot je es dieper nadenken en je^eigen rekenschap geven, -van
wat er rondom gebéurt. Ginter door 't liout siuipt een bun
zing of een hermelijn, de honger maakt 'em fel en straks
vliegt-ie een haas of een konijn naar d'n keel, de verwil
derde kat doet 'al precies zoo. Overal loert de dpótl, 't vreet
mekaar allemaal op,.T En wij, mensehen, z/n wii ceri haar
beter? Niks hoor! Maar,ik vraag me wel fes ©f^»waaróm
is dat nou zoo, waarom kan dat niet anders..
Zacht zingt de wind zijn melodie door de glinsterende den-
nepluimén terzijde en 'de nacht schijnt hog witter dan daar
even... 4
Witte tiachten, zeg ik in mezelf, en ik denk aan dat
mooie kleine böck vao Dostojewski... -
Och,, komt weer opnieuw de stem naast mij, .ja
ziet overal om je heen, dat ze mekaarcpvrete* en als ze
dat niet doden, wat dan? *t Zal met ons rwk we.lzoo*mot-
ta wezen, maar tóch. jong. is d*r diep in ,je iets/ dat zegt
nee, in d'n haak is 't met...!
Ik luister zwijgend, want wie kan hier eek antwoord ge
ven Het zijn immers de gropjte levensvragpn, de vragen
van allé tijden? Wie ziet door den mist,; die het leven
éh den dood omgeeft? En tóch...
Wij zitten hier op den omgewaaiden den int het eenzame,
lichtovergoten "stuifzand. Wij zien de indruk wékkende schoon
heid van het nachtelijke landschap. Wy kennen, den bitteren
meedoogenloozen strijd van het „vreten of gevreten worden'
en toch... tóch voelen wijs dat er 'een achtergrond van har
monie moet wezen, hoe onbegrijpelijk ook, een achtergrond^
van vrede, die alle verstand te boven gaat, zooals het
oude Bijbelboek zegt. - -
4
....Wij staan op. Bart gaat terug naar zijn eenzame huis^
achter de zandverstuiving, waar Janna, z-ijn geesteskranke
dochter, bij het langzaam kwijnende vuur op hem zit te
wachten.
Ik ga verder door de aandachtig luisterende wereld,
waarboven zich de ongemeten ruimte van het heelal welft.
Stil gaat de hooge, glanzende maan haar weg door het
Zuiderkwartier en enkele groote sterren zenden elkander rua-
talooa hun hrysterieuza signalen...