4
Je waterleiding-concessie te verlengen
►rstel van B. en W. r
Verlenging voor 25 jaar ingaande1 Januari 40
ItDE BLAD
lil*»
Nadeelen van overname:
h«t groote bedrag, geraamd op circa twee milioen
gulden en het risico bij het betrekken van Lekwater
Voordeeltn van verlenging:
hoogere uitkeering aan de gemeente en gunstiger
overnemingsclausule voor de toekomst.
Huidige tarieven zullen als maxima galdan
Pensioenfonds voor het personeel
I iSuS. !,ng van de aan de gewijzig-
V ujyeroeeling gestelde voorwaar-
.evjui^-ei niet mogelyk.
Basis voor nieuwe
overeenkomst.
MAANDAG 2 DECEMBER 1940
J
MOEDIG REDDER.
M.
»uu
«n W. hebben den mnd een
««stel gedaan «leb principieel uit
«reken over het al ot niet ver
baren van de aan de N.V. Goud-
_t,e Waterleiding - Maatschappij
verleende concessie. Zij geven daar.
ui in overweging tot verlenging
Zr ««cessie te besluiten, welk ad
dle sU (ronden op de-overwegin
gen dat de overname-som, geraamd
êa circa twee millioen galden, ge-
«eeotrlijkr exploitatie aeer be-
kaswaarlijk zouden maken en dat
ui concessie-verlengiug kunnen
«orden bedongen een hoogere uit-
gaaring van de winst aan de ge-
«rente en een wijziging in de over-
mmings-clausule, waardoor naas-
gag van het bedrijf na afloop
dm te verlengen concessie minder
Mstbaar zal zijn dan thans het ge-
mi Is De verlenging Is gedacht
msr vijf en twintig jaar, ingaande
t Januari 1940. De thans geldende
tmieven zullen als maxima ge-
■nadhaafd blijven.
De grond der zaak: gemeen
schap moot mede profiteeren
van gunstige uitkomt' :n.
tubrt jaren uitte zich in den raad
in verband met de steeds stijgende
dent-uitkeenngen der N.V. Goud-
l Waterleiding Maatschappij een
tot tariefsverlagingen te ko-
."mede omdat hij meerdere leden
<m den raad de opvatting leefde, dat
VtMpnyen in de concessie voor dit
tadrijf in 1921 aangebracht zich had-
dm gebaseerd, speciaal wat de toen
welgestelde tarieven betrof, op de
nees van anders minder gunstige
«glSitatie-uitkomstcn in de toekomst.
Nu het tegendeel gebleken is, waren
die leden vgn meening, dat het van-
wlhprekend moet zijn, dat de gemeens
Khap mede profiteerde van de zeer
tputtigc bedrijfsresultaten en Ur.ef-
«Wlaging dus alleszins redelijk was.
Kit deze inleiding beginnen B. en W.
ha uitvoerig prae-advies aan den
eed, daarmede „des Pudels Kern" van
1st aangelegenheid schetsend.
Herhaaldelijk zyn vervolgens Burg.
Ifcth., met de directie van het wa-
krldding - bedrijf besprekingen ge-
Ward en in 1937 bleken de directie en
ar ook commissarissen, althans
enkele onderdeelen betreft, niet
1 afwijzend tegenover het vfhag-
tr tariefsverlaging te staan, blij-
■a een brief van de directie, die
*wm ook besprak een wijziging in de
ahulverdeelin-g, n.l. de verdeeling van
der winst boven de eerste 6
•jdeml door commissarissen en di-
te ontvangen en wel in dezen
Hk dat der gemeente hiervan een ceel
worden toegekend „ter verlaging
m* belasting". Wanneer dit ter be-
JeOking van deze gemeente te stel-
(bel, de helft van de door de di-
JJJÜe genoemde 40 bedroeg, zou
Wgeveer 13.000,per jaar be-
marteg.
egenover stelde de directie een
waging van de vergoeding wegens
«eeatingskosten aan de gemeente;
J* terugkeer tot een vergoeding, als
■de concessie van vóór 1921 ad ƒ0,65
Br M2. zoude, zoo luidde de brief,
ye commissarissen ongetwijfeld een
J2*ding zjjn om hunnerzijds de hal-
der tantièmes onder de oogen
Bezwaarlijke ondernembiga-
basis voor de gemeente.
„kiit verband is belangrijk, zeggen
W., een rapport van den contro-
*br gemeente-financiën in het bgj-
gwrwat betreft den zoo uitdrukke-
ffbor commissarissen der vennoot-
gestelden eisch, dat deze extra
^bltkeering bestemd moest wor-
P" de lasten der inwoners te ver-
jjjw een algemeene tariefverlaging
P*" commissarissen blijkbaar niet,
gyband met den niet meer zoo ver-
TOgenden expiratie-datum der con-
U*, n.l. 1 Januari 1946. Verlaging
y b winst op zich zelf toch achten
Verband met de overnemings-
yjhle welke zich o.m. baseert op
"«gekeerde winsten over de laat-
pgj® laren, niet gewenscht. Een ge-
ZJpWe winstverdeeling oefent even-
^jgeen voor de N.V. nadeeligen In-
y* op de eventueele 'overnemings-
immers de „winst" blijft dan
u ogetast en de aanspraken daarop
jJr overneming volkomen intact.
aangchaalde ambtelijke rapport
er dan ook op gewezen, dat de
gWcnappjj niet zal toelaten, dat zij
""wende den nog resteerenden loop-
mCff f" n VS A n n n 1M K 1t _V
te"
itr.'
concessie in haar winsten wordt
opvoering dezer winsten ge-
- ae de laatste 10 jaren der conces-
een krachtig wapen in haar
jjjjy, om te komen tot een even-
verlenging der concessie, omdat
1b S8,en' re8p- dc invloed daarvan
*1 Jy""* van de overname-som,
yr de gemeente practisch
P^Hlk kunnen maketi tot over-
,van het bedrijf te besluiten
ontbreken van een eenigs-
nJ™ebjke exploitatie-basis.
«^ev^ye
Overigens waren B. en W. bereid
ernstig te overwegen in hoeverre de
gestelde voorwaarde, om de belasting
betalers. van de in uitzicht gestelde uit
keering te doen profiteeren, in feite te
verwezenlijken ware.
Concessie-verlenging sis eisch.
In een padere conferentie bleek
evenwel, dat commissarissen, in afwij
king van de opvattingen der directie,
aan deze uitkeering ook den uit-
drukkelijken eisch van concessie
verlenging verbonden.
Onomwonden hebben B. en W., wat
dezen nieuwen eisch betref', van hun
teleurstelling doen blyken en getracht
dezen ook in twee daarop volgende
conferenties met vertegenwoordigers
van den raad van commissarissen te
doen terugnemen.
Commissarissen, die zich deden bij
staan door mr L. K. E. van Eyek te
Rotterdam, handhaafden evenwel hun
eisch.
Men stelde zich op het standpunt, dat
de, gemeente „een gunst" veriangt,
immers de N.V. voldoet gehee'. en al
aan haar verplichtingen als concessio
naris. Eenige verplichting van een
donatie bestaat er harerzyds dan ook
niet Anders wordt dit, wanneer con
cessieverlenging in het geding komt.
Gevolg van deze besprekingen was,
dat de uitkeeringsgedachte naar den
achtergrond Werd gedrongen en de
mogelijkheid van concessie-verlenging
een punt van bespreking ging uit
maken, en in de eerste plaats de vraag;
op welke voorwaarden.
Resultaat der besprekingen werd,
dat door de Maatschappij voorstellen
zouden worden gedaan, die in 1938
werden ontvangen.
Deze voorstellen gaven in het college
van B. en W. aanleiding tot zeer uit
voerige gedachtenwlsselingen. Hierbij
bleek, dat ip verband mPt de veel
omvattende materie van een concessie
herziening in de jegeven omstandig
heden voorlichtinjo'an een bij uitstek
deskundige op dit gebied niet langer
gemist kon worden. B. en W. hebben
zich daarop daartoe door een crediet
van den raad in staat gesteld, als des
kundige den heer W. F. J. M. Krul,
directeur van het Rijksbureau (thans:
instituut) voor Drinkwatervoorziening
te 's-Gravenhage, geassumeerd.
Reeds zeer spoedig nadat de heer
Krul gelegenheid had gekregen zich
in de bepalingen der bestaande con
cessie in te werken, bleek, dat bij
overneming van het bedrijf door de
gemeente, art. 19 der concessie groote
financieele lasten op de schouders der
gemeente zou kunnen leggen, in ieder
geval, dat de redactie van dit artikel
zoodanig was, dat wijziging zeer ge
wenscht was, voor en aleer de gemeente
een beslissing tot overname nam.
Eerste eisch was dan ook wijziging
van deze voorwaarde, waarbij de vraag
rees, hoe hiertae te geraken-. Concessie
verlenging als oplossing van deze ern
stige moeilijkheid mocht daarbij niet
worden voorbijgezien.
Tweeërlei inzicht by JB. en W.
B. en W. kwamen in meerderheid
tot de conclusie, dat, in verband met
het verkrijgen van wijzigingen in voor
de gemeente gunstigen zin, voor ver
lenging pleiten:
le. de onzekerheid omtrent de water
voorziening, resp. de eventueele
voorziening van Lekwater;
2e. 'de daaruit voortspruitende groote
risico's voor de gemeente bij over
neming van het bedrijf;
3e. de in art. 19 der tegenwoordige
concessie voor de gemeente zeer
riskante grendel-clausule, die een
ernstige belemmering moet worden
geacht voor aen redelijke over-
nemingshasis door de gmeente.
De minderheid van B. en W. kon zich
met- dezen gedachtengang niet ver
eenigen. Zy vond geen aanleiding
thans reeds, terwijl de concessie eerst
in 1946 expireert, over verlenging te
spreken, te meer niet nu nog geen voL
doende financieele gegevens ter bel
schikking staan, deze vraag, zU het ook
princieel te beantwoorden.
Voorop staat bij de minderheid, dal
een bedrijf, dat voor de volksgezond
heid van zop groote beteekenis is, doo
de gemeenschap moet worden-beheerc(.
Tukschentydsche beëindiging van dg
concessie zou dan ook volgens dc
minderheid alleen van belang kannen
zijn, wanneer daardoor het bedrijf in
handen van de gemeenschap kwam.
De wijze waarop de Maatschappij
haar bedrijfspolitiek heeft gevoerd,
heeft duidetyk aangetoond, dat het er
haar in de voornaamste plaats om te
doen is dc winsten zoo hoog mogelijk
op te voeren. De indertyd door den
raad toegestane tariefverhooging
omdat, volgens de behèerders der ge
noemde Maatschappij, geen redeiyke
winst kon worden gehaald werd ook
gehandhaafd toen er zelfs 20 aan
dividend kon worden uitgekeerd. Hier
mede is volgens de minderheid ten
duidelykste geteekend, welke bedoe
lingen bU de Maatschappy voorzitten.
Eén van de belangrijkste argümep-
ten van de meerderheid is herziening
van art. 19 dér concessie. De miifder-
heid merkt hlerb'U op, dat het In geen
apziciit juist kan worden geacht, dat
uiteindeiyk als basis ,by de calculatie
der overnemingssom worden aangeno
men de h.i. „onredelyke opgevoerde
winsten", maar dat daarby van meer
normale winstcyfers dient te worden
uitgegaan.
Grondslag der onderhande
lingen.
De opdracht, welke B. en W. den
heer Krul naar aanleiding van deze
beslissing gaven, luidop, dat een ver
lenging van de bestaande concessie
hun, in verband met de/onzekere fac
toren Inzake de watervoorziening,
waarop de heer Krul /itdrukkelyk de
aandacht had gevestigd, omdat by wU-
ziging hiervan, dopr het moeten be
trekken van Lekwater, zy het ook in
de toekomst door bemiddeling van de
Haagsehe Waterleiding, de exploita
tiemogelijkheden voor de gemeente in
zeer ongunstigen zin zouden kunnen
worden beïnvloed, en de becijferingen
ter zake van de te betalen overname
som, gewenscht voorkomt. Tegen de
overname van het bedryf onder deze
omstandigheden rezen by B. en W.
reeds bij voorbaat, met het oog op de
groote financieele risico's mede in ver
band met de extra-baten by even
tueele verlenging te bedingen, groote
bezwaren. Zij beperkten zich evenwel
tot een verlenging der concessie tot 20
jaren, ingaande op zoo kort mogely-,
ken termyn.
Verder stelden zy de volgende Voor
waarden:
le. Het verkrijgen van een hoogere
geldelijke uitkeering aan de
gemeente uit de winst der
Maatschappij op een nader in
overleg met den heer Krul aan
te geven grondslag;
te. het vervangen van de bepalin
gen, in artikel 19 der concessie,
voor. zoover deze althans bij
een overneming der exploita
tie voor de gemeente nadeelen,
als door den heer Krui in zyn
rapporten aangetoond, tenge
volge kunnen hebben, door
voor de gemeente gunstiger be
palingen. Bij de besprekingen
daarover zal moeten voorop
staan de wënschelijkheid om
de goodwill als factor der be
rekening van de overname-som
uit te schakelen of te beperken.
Rapport van den gemeente-
adviseur.
In zijn (voorloopige) nota in zake
een voorstel van de zyde van de N.V.
Goudsche Waterleiding Maatschappy
tot het verlengen van de concessie,
komt de heer Krul tot twee hoofdpun
ten, welke voor het beantwoorden van
de vraag of concessie-verlenging van
het standpiunt der gemeente bezien,
beslissend is, van het grootste belang
moeten worden geacht, en wel:
ie. de bepaling der overname-som op
basis van hetgeen art. 19 der gel
dende concessie hieromtrent voor
schryft;
2e. de onzekere factor der water
winning.
De adviseur komt, wat het eerste
punt betreft, tot zeer uiteenloopende
becijferingen. De bruto-overnemlngs-
som kan tussehen de 1.600.000,
en 2.225.060.— liggen. Veel zal
hierby afhangen van de beslissende
opvatting der te benoemen des
kundigen.
Hierby mag niet uit het oog ver
loren worden, dat by concessiever-
letvging de gemeente door uitkee-
ringen uit de overjvinst, als hiervoor
aangeduid, zich een belangryk hoo-
ger bedrag aan inkomsten ver
zekerd zal zien dan thans het geval
is, terwyl niet alleen reeds door
dat met een belangrijk hooger be
drag aan schuld dan de Vennoot
schap zal moeten worden geëxploi
teerd overheidsbeheer over het
algemeen duurdei; Is.
Een niet minder groote onzekerheid
is de waterwinning in de toekomst. De
heer Krul acht toch de kans groot, dat
op den duur niet niet de tegenwoordige
vormen van waterwinning kan worden
volstaan en de plannen, welke 25 jaar
geleden reeds werden overwogen water
uit de Lek naby Bergambacht aan te
voeren, zullen moeten worden ver-
wezenlykt. i
De mogelykheid zal daartoe worden
geopend door den aanleg van de ge
projecteerde nieuwe waterleiding van
's-Gravenhage, waartoe de gemeente
raad vandeze stad in beginsel reeds
heeft besloten. By' den aanleg zal van
den aanvang af worden gerekend op
de mogelykheid van waterlevering aan
derden, o.m. aan de waterleiding in
deze gemeente.
Voor de Goudsche Waterleiding
Maatschappy beteekent een eventueele
aansluiting by deze waterwinning wel
een verzwaring van lasten en dus ver
mindering van de winstcapaciteit. maar
by den geringen kapitaalslast van deze
onderneming, zal deze, door gebruik
making van de reserves in belangryke
mate kunnen worden opgevangen.
Concezr.ia-ver'englnc belang
rijk voordeeligcr dan over
name.
V >r de gemeente zullen de ge-
vo'.M.i evenwel bU overneming van
hei bedrijf veel ernstiger zijn, omdat
alsdan een zeer belangrijke kapi
taalslast op het bedryf drukt, synde
de kapitalisatie van een betangrUk
deel der winatcapacilclt voor de
overneming.
Adviseur becijfert dan ook in zyn
aeer gedocumenteerd rapport, dat
In dit geval coneezzleverlenginx
belangrijke voordeden ■boven over
neming, zou opleveren.
Komende tot zyn conclusie komt
de heer Krul uiteindelijk tot de
.meening, dat u't fl-nnrieel oogpunt,
gezien tal van onzekerheden, de
voorkeur aan coneesaieverlenglng
worden gegeven.
Naar zijn meening beztaan hiertegen
geen andere bezwaren, omdat:
le. de exploitatie van het waterleiding,
bedryf door ,de Goudsche Water
leiding Maatschappy aan alle
redelijke techkisehc eischen vol
doet;
2e. De Goudsche Waterleiding Maat
schappy het publiek, voorzoover
hem bekend, behoorlyk en vlot
bedient, en
3e. de tarieven voor waterlevering,
zoowel voor huishoudelijk als voor
industrieele doeleinden, zeker niet
hoog mogen worden genoemd.
De gemeente mag evenwel tegen het
einde der verlengde concessie niet
voor dezelfde onzekerheid ten aanzien
der overnemingssom gesteld worden
als thans het geval is. Eerste- eisch is
dan ook, zooals hiervoor ook reeds is
opgemerkt: wyziging van artikel 19
der concessie.
Onderhandelingen met de directie
en 'den rechtskundigen adviseur van
commissarissen hadden bereids tcbeen
voorloopig resultaat geleld; de defini
tieve onderhandelingen zouden.r|pdien
B. en W. met deA concl.usies instem
den. thans door hen met commissarissen
moeten worden gevoerd.
Opnieuw maakte thans aan de,hand
van de in het'rapport vastgesteld ge--
gevens en aanwijzingen de vraag of
B. en W. al dan niet voorsteller. Apt
concessie-verlenging zouden docr..
punt van ampele overweging in
college uit.
Zoowel de meerderheid als de
cerheid handhaafden haar' slan
'en, zooals deze hiervoor reeds in het
kort zyn medegedeeld.
B. en W. besloot het door den advi
seur in overweging gegeven inleiden-
le schryven voor verdere ondïrhande-
iingt-n na het aanbrengen van
eenige wijzigingen aan den raad
van Commissarissen toe te zenden. Dit
schrijven is gedagieekend 6 April 1940,
Het ortivatte dertien punten.
Voorloopige overeenstemming
bereikt.
Deze dertien punten hebben aanlei
ding gegeven tot een uitvoerige mon
delinge en schriftelijke gedachten-
wisseling tussehen den raad van com
missarissen, vertegenwoordigd door
zijn daartoe gemachtigden rechtskun
digen adviseur, den heer mr. van
Eyck, eenerzij ds en deh adviseur der
gemeente en B. en W. anderzijds.
Tenslotte is in zooverre overeen
stemming bereikt, dat het thans ge
wenscht is, dat de raad. alvorens hem,
een gewyzigde concessie en daarmede"
in overeenstemming gebrachte statu
ten Ster N.V. ter vaststelling en goed
keuring worden voorgelegd, zich in
principe uitspreekt over de vraag, of
verlenging van de bestaande conces
sie al dan niet gewenscht moet wor
den geacht.
Aan de feitelyke samenstelling van
een nieuwe concessie, resp. statuten
zyn uiteraard ook belangrijke voorbe
reidende werkzaamheden verbonden.
Deze zyn bereids aangevangen, doch
zoowel op ecofiomisch-technisch als
j liridjsch terrein is nog veel te doen,
en zal het zeker nog eenigen tyd vor
deren, alvorens deze stukken den
raad kunnen worden voorgelegd. Met
het oog op den datum van ingang der
eventueele nieuwe concessie, n.l. 1 Jan.
1940 en den invloed daarvan op de
begrooting der gemeente voor het jaar
waarop bereid», een hoogere uitkee
ring ad 9.000,is uitgetrokken is
een principieele beslissing voor beidé
party en nog ,voor het einde van dit
jaar en voor de behandeling der ge-
meentebegrooting in den raad, van
zeer groot belang.
Basis voor de ie ontwerpen nieuwe
overeenkomst zullen de navolgende
punten zyn:
le. Verlenging van de concessie
voor den tüd van vyf en, twintig
Jaar, Ingaande 1 Januari 1940.
2e. Handhaving van de retributie
van de brutowaterontvangsten
ad 2',-4 ook wanneer even
tueel in de toekomst water van
elders zon moeten worden be
trokken.
Uitkeering van 15 van
overwinst aan gemeente.
3e. Een uitkeering van 15,% uit de
overwinst, bedoeld in artikel 12
dér Statuten, ingaande met het
bedryfsjaar 1940 en onder be
.paling, dat aal worden over
wogen, of in de concessie dan
^el In een afzonderlijke over
I eenkomst is vast te leggen, dat
Indien door toekomstige
maatregelen uitkeering nit de
ovetwiost geheel of gedeeltelijk
zou woéden belet door ver-
hooging van de retributie onder
2 bedoeld, compensatie van het
eventueel te derven bedrag is te
vinden.
Onder overwinst wordt verstaan de
winst, welke overblyft nadat aan aan
deelhouders 6 dividend van hun
aandeelen is uitgekeerd, welke 6 in
zooverre wordt gegarandeerd, dat te
bepalen ware, dat. Indien in eenig jaar
minder dan 6 dividend is uitgekeerd,
dit in volgende jaren eerst moet wor
den aangezuiverd, alvorens er dan van
overwinst sprake kan zyn.
4e. De vergoeding voor straatwerk
aan de gemeente zgl nader in de con
cessie worden aangegeven; de daarvoor
noodige normen maken alsnog een punt
van overweging uit.
ijk', in de ontwerp-conceksit zal wor-
Jih aangegeven aan welke voorwaar
den het water, uit chemiidh- en bacte
riologisch oogpunt gezien, moet vol
doen, met name wat betreft het chloor-
Relialte en dat aan ijzer en mangaan.
6e. De eisch van goedkeuring van de
benoeming van den directeur door B.
en W. blijft gehandhaafd;, onder ver
melding evenjvel, dat de benoeming
wordt geacht te zijn goedgekeurd, in
dien een maand nè ontvangst van het
schryven, waarin deze benoeming is
medegedeeld, door B. en W. niet anders
is bericht. By weigering der goedkeu
ring door B. en W. beroep op Ged.
Staten, met wier uitspraak zoowel de
gemeente als de N.V. kich verbindt
aceoord te zullen gaan.
7e. Dit géldt ook de goedkeuring van
de statuten en de wijzigingen daarin
door den gemeenteraad, evenwel onder
toevoeging van het recht van beroep op
Ged. Staten by niet-goedkeuring.
Goedkeuring geldleenlng
van My.
8e. De goedkeuring doof den raad
voor bet nagaan van geldleeningen
bluft in zooverre gehandhaafd, dat in
het raadsbesluit tot verjonging der con
cessie, tevens goedkeuring wordt ge
hecht aan een zoo noqfiiK door de
Maatschappy aan te gane geldleening
of een complex van leeningen, tot een
maximaal bedrag van 150.000,met
een maximum looptijd van 40 jaar,
rentende niet meer dan 1 boven de
rente, welke de op het tydstip van uit
gifte der leening (leeningen) laatst
uitgegeven staatsleening van ovcreen-
komstigen looptyd noteert, terwijl,
wanneer in de toekomst leeningen in
totaaal tot een grobter bedrag noodig
zullen blyken en/ol niet tegen de hier
voor genoemde maximale rente-vergoe
ding zyn te plaatsen, de goedkeuring
van B. en W. noofjlig zal zyn, eveneens
met beröep op Geel. Stalen.
9e. Het raadsbesluit van 30 Juni
1921, ten aanzien van de verstrekking
van kapitaal door de gemeente, ver
valt, mits dat bü eventueele nieuwe
emissies van aandeelen aan lederen
aandeelhouder in verhouding tot zyn
aandeelenbezit, eengelyk recht op het
verkrygen dezer nieuwe aandeelen
wordt verzekerd.
Pensioenfonds en trie»
10e. In de concessie zal «en bepaling
worden 'opgenomen, waarby aan de
Waterleiding Maatschappy de ver
plichting wórdt opgelegd tot stichting
van een pensioenfonds voor haar per
soneel in den; vorm .eener stichting,
waarvan do bezittingen bij overneming
van het bejd^ijl Boor de gemeente on
der geen fjëdiag of vorm in aanmer
king mogép vffrden gebracht bij de
becyfering Vari de waarde der bezit
tingen det N.V.
11e. Het tegenwoordige tarief, opge
nomen in art. |1 der geldende conces
sie, wordt als maximum-tarief gehand
haafd. Verhooging van deze tarieven
zal slechts mogelijk zyn by arbitrale
uitspraken, indien aannemelijk kan
worden gemaakt, dat door bijzondere
omstandigheden van algemeenen aard,
by de meerderheid der waterleidings
bedrijven van overeenkomstige grootte
tot tariefsverhooging wordt overge
gaan Arbitrage is dan mogelijk nopens
het aanwezig zijn van die omstandig
heden, de mate van de tariefsverhoo
ging, den datum van ingang en den
duur.
De nieuwe overnemings
clausule.
12e. Wijziging van art. 19 der con
cessie in dien Tin, dat voor de toekomst
ie onzekerheid inzake de overne
mingssom, zulks in het belang van
beide partijen, tot en minimum wordt
teruggebracht, met opneming in de
concessie van de volgende regeling:
a. Tenminste 1 jaar vóór het einde
r concessie verklaard hebbende, dat
zy het bedryf van den. concessionaris
wenscht over te nemen, zal de ge
meente op den datum van beëindiging
het volledige bedryf overnemen, t.w.
de gebouwen, inrichtingen, machine
rieën, buizen, magazijngoederen, boek
houding, teekeningen, vergunningen,
het pensioenfonds en in het algemeen
alies wat er toe behoort, iets uitge
zonderd.
b. -Als grondslag voor de berekening
van het bedrag der overneming zal
gelden het gemiddelde van de door den
concessionaris in de laatste 10 jaren,
voorafgaande aan het jaar, waarin de
verklaring, bedoeld onder a. wordt ge
daan, verkregen exploitatie-overschot
ten, zooals deze blyken uit de goed
gekeurde balans en winst- en verlies
rekeningen, welke jaariyks door de
algemeene vergadering van aandeel
houders zyn goedgekeurd en vastge
steld. Onder deze overschotten worden
verstaan de bruto ontvangsten, ver
minderd met de zuivere exploitatie
kosten, de retributies aan de gemeente,
de. rente op uitstaande leenignén, de
verplichte stortingen in het pensioen
fonds, enz., alsmede van redelyke be
dragen voor afschrijvingen als hierna
omschreven onder c en van de inge
volge wettelyke ^belasting van de
winst of van de winstuitdeelingen door
de aandeelhouders of de N.V. ver
schuldigde bedragen, alsmede van de
uitkeering uit de overwinst aan de
gemeente.
In de hierboven bedoelde exploita
tie-overschotten zyn ook de gekweekte
reserves begrepen.
c. De onder b bedoelde af te trek
ken bedragen voor afschryvingen
zullen omvatten een bedrag per jaar
van f (zynde een nader vast te
stellen redelyke afschryving op de
bezittingen va nhet bedryf per 1 Ja
nuari 1940, vermeerder met de af
schryvingen op de' nè 1 Januari tot
stand gekomen uitbreidingen, ver-
nieuwingep, enz. volgens nader over
een te komen en in het nieuwe
artikel 19 op te nemen percentages
voor de verschillende onderdeelen.
d. De ovememingsprys zal bedra
gen 20 maal het ondeA b. bedoelde
gemiddelde. Naar de melning van B.
en W. zal deze factor moeten worden
gebaseerd op een gemiddeld redelyk
rendement der aandeelen.
e. De onder d. bedoelde oveme-
mingsprijs zal worden verlaagd, Indien
Burgemeester en Wethouders van
oordeel zyn, dat toestand van de
gebouwen, machinerieën, enz. niet aan
redeiyk tvstellen eischen, zoowel ten
aanzien valk de kwaliteit als van de
capaciteit, vpldoet, of indien de onder
c. bedoeld/ afschryvingen niet in
overeenstemming zijn met den werke-
lyken levensduur der onderdee.en. Is
1r concessionaris van oordeal, dat een
dergciyke aftrek "niet noodzakelijk ia,
of kan tussehen het gemeentebestuur
en den concessionaris geen avereen-
stemming worden verkregen omtrent
het bedrag van den noodig geachten
afuek, dan zal de beslissing van dit
geschil worden egvraagd aan een com
missie van drie deskundigen, op nader
aan te geven wyze samen te stellen.
f. De overnrmingspryt, bedoeld
mdcr d., zal bovendien worden ver
laagd, indien het gemeentebestuur van
oordeel is, dat op grond van het risico,
gelegen in de hydrologische gesteld
heid van de waterwinplaats, een aftrek
inllyk moet worden geacht. In geval
van geachil word op dezelfde wyze als
onder e. aangegeven een beslissing
aan een commissie van deakundigen
gevraagd.
g. Indien op grond van het onder
e. en'f. vermelde een of meer commit'
sici van deskundigen moeten worden
gevormd, zullen de leden dezer com-
missiea benoemd worden door de Ar-
rondissements-Rechtbank te Rotter
dam.
De procedure nopena de arbitraga
kan nader in onderling overleg wor
den vastgesteld.
h. Dat, indien de doo de gemeen
te verschuldigde overnemingssom
niet vóór of ufterlyk op den dag.
waarop de concessie afloopt, aan d ?r
concessionaria is betaald, de laatste
het recht heeft om, hetzij van dien
dag af een nader aan te geven rente
te vorderen, hetxy te verklaren dat
hy dëconcessie weder voor tien jaren
wenscht te behouden, in welk laatste
geval de concessie geacht wordt,
weder voor tim jaren op de boven
staande voorwaarden te zün ver
lengd.
i. De gemeente het recht heeft, na
afloop van elke verlenging der con
cessie, het bedryf over te nemen ip
den voet van het bepaalde in dit ar
tikel.
j. De voorafgaande bepalingen
van dit artikel niet te kort doen aan
het recht der gemeente om te 'atlerV
tyde het bedryf van dm conces
sionaris bü minnelyke schikking ower
te nemen.
13e. In de ontwerp-ooncessle zullen
overigens ten aanzien van de betaling
van de overnemingssom by het einde
der concessie bepalingen worden oo
genomen, welke de N.V. waarborgen,
dat op d ir. dag van overname ook het
verschuldigde bedrag te hunner be
schikking is.
Zoowel uit juridische- als beheer»,
overwegingen hebben B. en W. hun
'aanvankelijken eisch, dat de gecom
mitteerde, resp. Me gemente, zou moe
ten deelen in de uitkeering uit de
overwinst, waarop commissarissen
st^jutair aanspraak kunnen mak»,
laten vallen. Hiermede zal dus in de
ontwerp-concessie geen verdere reke
ning worden gehouden.
Er is overeenstemming bereikt dan
wel overeen gek ont ïr, dat wederzijds
bij de samenstelling van de ontwerp-
concessie gestreefd zal worden naar
een oplossing, welke ge geuite wen-
schen Zooveel mogelijk benadert.
Vanzelfsprekend is daarover aan
dén gemeenteraad er de algemeene
vergadering van aandeelhouders der
Goudsche Waterleiding Maatschappy
de uiteindelyke beslissing.
Verder wonneh B. en W. omtrent de
stichting van een pensioenfonds door
de Waterleiding Maatschappy bereids
deskundig advies in. Aan de hand
daarvan zal nog nader schriftelyk
overleg worden bepteegd.
B. en W. achten verlenging
belang der gemeente
B. en ff., het is hiervoor reed*
gebleken, zyn in meerderheid van
meening, dat verlenging der con
cessie in de gegeven omstandig
heden in bet welbegrepen belang
dre gemeente moet zyn. Uitstel van
deze beslissing tot 1946 het
standpunt, dat dé minderheid in
neemt wortd door hen, in ver
band met de financieele bezwaren
daaraan verbonden, niet verant
woord geacht.
B. en W. geven den raad dan ook
in ernstige overweging, in beginsel
tot verlenging der concessie te be
slui en hen te mcahtigen den raad
een ontwerp-concessie voor te leg
gen, waarin rekening is gehouden
met hetgeen helrboven is uiteen
gezet en medegedeeld.
Hoewel de taak van den heer Krul
nog niet is afgeloopen, meenen B. en
W. hem ook in dit voorstel een woord
van erkentelykheid voor de wyze,
waarop hy zijn adviezen heeft gegeven
en B. en W. bU de onderhandelingen
heelt bygestaan, niet te mogen ont
houden. Vanzelfsprekend is hierby ook
de staf van zyn bureau en in het by-
zonder de ir J. G. Fikken begrepen.
(Gedeeltelijk gecorrigeerd
ZOO UIT BED IN FYAMA HET
KOUDE WATER IN.
Zoo uit je warme bed en in je pyama
het koude water in, het was wel onder
yseiyke omstandigheden, waaronder
gisteravond de heer J. Th. Gravesteyn
van de Gouwe een moedige redding
heeft verricht. Omstreeks, kwart over
elf liep naby de Wydstraat een man
het water van de Gouwe in. De dren
keling was beschonken en dat was een
omstandigheid, die het hem niet ge
makkelijk maakte zich zelf te redden.
Gelukkig hoorde de heer Jo Grave-
steyn, die vlak by woont en,al in bed
lag, den plons en deze speler van het
eerste zevental van de Goudsche zwem-
club toonde, dat hy, ook 11 lag hy in
bed en al was het pikkedonker en erg
koud, een koen zwemmer is, want hy
stond in één sprong naast z'n bed en
enkele oogenblikken later dook hy in
zjjn nachtelyke plunje in de gracht. De
kranige redder wist den man te pak
ken en naar den kaïy te brengen, waar
hij met vereende krachten op het
droge getrokken werd, waarna beiden
zoo snel mogelyk naar huis en onder
de wol gingen.
De redder ontvangt hierby de hulde
voor zijn dappere daad. De politie zal
voor den drenkeling zorgen, die een
proces-verbaal wegens dronkenschap
Krijgt.
Er is gisteravond nog iemand ta
water geraakt, een voetgangster, dia
omstreeks half tien op de Kaniemelk-
sloot by de spoorbrug in de gracht
liep. Voorbijgangers hebben haar op
den kant gebracht.