HET RIJK VAN
KONING
WINTER
IN
Wanneer de IJsvorst Thialf .regeert
Verschrik k
catastrofale
ingen
winters
vroeger eeuwen
van
in
i
1940
Zwermend als een bui, als een gevleugeld sneeuwen,
en hun kreten af en aan over mijn hoofd;
heb ik ooit wel in een ander lied geloofd
hier op aard dan de verloren kreet der meeuwen?
J
En zij zwenken en verdwijnen, en het is
nu weer stiller, en het gouden uur wordt later,
en ik loop verloren verder langs hêrwater
van der eeuwen eenzame geheimenis.
Uit A. Roland Holst: Een Winteravondval.
Gouden stille kusten en de zee nog blauw,
en de blijde vele golven, die er spelen,
en die witte lucht van voog'leno, de vele
meeuwen, zwevend door de zuiverende kou.
aarvooru
81 Decem.
1 Mei tot
KG. I
cht.
ID. had zich
Ir de Rotter,
•antwoord en.
It er groote
|ude wagens
ogen prijs
I gelegd een
pard was en
I gekocht, op
[teuntcekker,
J maatschap-
[•raagd, voor
Eht.
Ijsopdrijving,
[verklaarden.
boven de
Jnoerode het
Bige omstan-
p. had er zijn
fclijke trans-
lengen. Spr.
50 dagen
ONGM-W*
eroep heeft
fa uitvoerig
laak van het
t Den Haag
W Bdie
-e Haagache
I geleden was
le beschuldi-
kgelden van
a de gemeen-
tate zou heb-
isehe scheids-
[dat dit out
sat worden.
het college
ag in hooger
I van Beroep,
'stelde de
I en ontzegde
1 dienstgcbotl-
rijks.
Plus
tnt de in
dut de
t de eer-
jaar dub.
n daaraan
'en kan
nthefffing
id. Deze
ilier. dat
igezonden,
-aard zal
inne aan-
wel even
mtheffing
strekking
i. Zoolang
net is in.
Ie toeüch-
fieven-van
I van den
JUtie hun
(tweederde
Jtie krijgen
■erstand te
Bn, dat de
ide loon-
peldt, zoo-
pna 100
imag wor-
|is er al in!
Bnbeiasling
[gemeente-
lieele ver-
Jgemeenleu
[schroeven.
deze ver
bande jaar
Ifinancieele
Iten vormt
[aal pro-
t voor de
aks zullen
imoeiïngen
lrschaffing,
1 argument,
|den werk-
nogen zün
pdernemin-
dar ver-
aks voor
[fst 30 pet
schen nog
khlann gel-
lerluidt be-
pil geleide-
ent hierbij
van ver-
bpijer., die
|en bij de
legen woor-
ligheden óf
den greep
derde be
de veror-
aanslageü
pens onge
beide met
|oogd. Deze
Bi laste van
I en er st^ir
Jiiet de oe-
Irs en pacb-
|Het onrue-
Inog getrof-
Ivermeercie-
pldt bij ver
dat getal
Ie winst, in-
bedraagt en
ininder dan
leden 1000
1 nieuwe be-
|n Nederlan.
houden, dat
te dragen
eurs bijeen
lleUere zonnestralen vallen door de ont-
Madrrde takken van het winterwoud.
MET de r in de maand begint door
gaans de koude te komen. Wan
neer het eenmaal November of
december is geworden zijn er de oogen van
bllooze jongeren, die verlangend naar den
semei zien, of de wolken zich niet aaneen
tóten tot een parelgrijs wolkendek, dat
aider gunstige omstandigheden een tik
teen sneeuwval belooft Anderen beslui
te den avond voor zij ter-ruste gaan met
«n blik naar buiten en wanneer dan aan
lm nachtelijken heme! de koele, vurige
fcrrcn staan te schitteren, en er eên ve-
lijnire wind uit het Oosten giert, gaan zij
«et vreugde slapen, omdat het nu binnen
Bkele dagen wellicht zoover zal zijn. dat
ter met de schaatsen op uit kunnen. Maar
koe dikwijls is in ons landje met z'n onbe-
touwbaar klimaat deze hoop niet ijdei ge
kken! Al staan de jaartallen van de felle
tenters in de lage landen gegrift in het ge-
kueei(j toch komen ze vrij zelden voor.
jmmer voor de liefhebbers van de schaats
een partij sneeuwballen, maar gelukkig
wir de minder bedeelden onder ons, die
»k zoo Hikwiils. wanneer het gaat winte
ren. naar den hemel zien. a) is het met heel
mdere gevoelens, "met de vurige hoop. dat
I* fellp koude uit mag bliivpn. Dat is de
perzitde van de medaille, en het ligt
ldeehfs aan de omstandigheden, wplke mo
pven het zwaarste wenen Wij wirien
jaar in onze wintnrsnbe ovnropinzing
Sens nagaan welke strenge winters in de
tagte eeuwen werden geregistreerd.
Bintertij in den loop der eeuwen.
lersi
.a'jf
Fr zim reeds heel wat strenge wintersj
ptt d- hoo'den onzer v-oorouders gegaai
-dat is.wpliswaar e»n zwakke troost wanti.
(wip winter zinh doet gevoelen vao«,ziin
rtdste dat wtl zeegen koudsten kant
[tuf voor velen schudt daarin toeh ook
[tear gen bemoediging dat het menschepge-
ptebt wel tegen een stootje kan en al deze
[stde-cr-sis hééft doorstaan. Over het alee-
|tem zoo merkten we reeds on in onze
[Weiding zyn lange strenge winters
|ri land, vrij zeldzaam, en ook het geval
ptde sneeuw zoo hoog opwaait, dat daar-
a'le verkeer gestremd wordt, even
De winters, dié rijk waren
Jftttnvval. ziin reeds in de oudste
[tt\ welke wii bezitten, nauwkeurig
kkend en wij kunnen ons oo grond
- een vrij nauwkeurig beeld vormen van
|it Pt-horbitante moeiliikheden en ver
dikkingen, die hiervan het onmiddellijk
[tealg waren. Uiteraard moesten de win-
iriebe natuurmachten in vroeger eeuwen
pi veel funester uitwerking hébben, om-
pl nien toen nog niet de beschikking had
de moderne technische hulpmiddelen,
Nis die ons thans ten dienste staan, on-
ff meer in den vorm van sneeuwploegen,
door een goede organisatie in weinige
Khi de hoofdverke°rswegen van hun
uwlast bevrijden. De motor speelt daar-
9een voorname rol; maar wij dwalen af.
1 Sb de oudst bekende sneeuwwitter befa
ll"1 de kroniekschrijvers het jaar 1439 op-
ïdeekend. Nadat het 31 dagen ononderbro-
l'ri had gesneeuw de Neckar, eeti rivier
zeer moeilijk dlchtttriest door de snelle
-■ was steenhard bevroren wa
ren de lage landen en zelfs geheel Duitsch-
land overdekt met een dik pak sneeuw.
Maar nauwelijks drie jaren laffer bleek
het, dat ook deze recordwinter nog over
troffen kon worden, want ditmaal sneeuw
de het 37 dagen achtereen en vanwege de
lage temperatuur bleef de sneeuw 14 weken
liggen. Vele, vooral kleinere plaatsjes, wa
ren volkomen afgesneden en bij 'deze ge
legenheid moet het zelfs zoo koud geweest
zijn dat de molens invroren.
Na dezen wintèr der verschrikkingen van
1442 beleefde de menschheid in 1491 we
derom een zeer sneeuwrijk jaar. Opnieuw
viel de sneeuw een maand lang zonder tus-
schenpoos. In 1606 volgde de eene sneeuw
bui op de andere; tenslotte lag de sneeuw
zoo hoog, dat in de dorpen de huizen nog
slechts met de topgevel omhoog staken. De
menschen zaten in hun huizen als gevan-
vangen door de koude, bevroren of ln de
sneeuw bleven steken.
Reeds twee jaar later beleefde Centraal
Europa een nieuwen catastrofalen winter.
Duitschland geleek, bij een temperatuur,
die nauwelijks nog te verdragen was, één
groot sneeuwgraf. In 1614 deed het nieuwe
jaar zijn intrede met enormen sneeuwval.
Het leek alsof er geen einde aan kon ko
men en van dag tot dag werd de laag hoo
ger. Dat ging zoo door bij een temperatuur
van 18 graden onder nul tot midden Fe
bruari. in het geheel zijn toen twintig
sneeuwweken geregistreerd. Dat daarbij
onder de vele meters dikke sneéuwlaag
over uitgestrekte gebieden alle winterge
wassen verstikt werden, is geen wonder.
De zeventiende eeuw schijnt behalve door
stoffelijke welvaart 1 zij werd immers de
Gouden Eeuw genoemd te hebben uitge-
Vredjg ligt het dorp onder i'n. witte last als in een sprookje.
genen opgesloten. Wie naar buiten wilde,
bijvoorbeeld om enkele noodzakelijke le
vensmiddelen van zijn buurman te ieenen,
moest uren en uren sneeuwscheppen om
een smallen weg naar het andere huis vrij
te maken, terwijl de sneeuw aan beide zij
den dreigend als een muur oprees. Het was
«en winter, die ontelbare offaës onder de
menschen en diereneischte, dclprdat zij be
den loeten geur, des winters zijn ie,
stak ware prachtstukken der natuur.
blonken door catastrofale winters. Als de
ergste winterJHien men in deze eeuw bij
voorbeeld in Duitschland en derhalve ook
bij onsi beleefde, dignt te- worden genoemd
die van het jaar 1644. welke een des te fu
nester uitwerking hfti. omdat het Duitsche
land toen door de verschrikkingen 'van den
Dertigjarigen Oorlog r.eeds zoozeer murw
en verarmd was, dat het niet veel méér kon
verdragen. In dezen winter aldus ver
tellen het ons de kroniekschj®ers, lag
de sneeuw zoo hoog. dat iedeSPn er onher
roepelijk in weg zakte, wanneer hij zich
.buiten waagde^ zonder erbarmen bevroor
'het wild in de bosschen of verhongerde,
omdat geen mensch meer in staat was op
de een of andere wijze hulp te bieden. De
w^tte gruwelen van dit jaar werden "nog
eens herhaald in 1658. Daarna schijnen de
wintersche verschrikkingen niet meer van
die buitensporige vormen te tmbbon aan
genomen.
Gedurende meer dan honderd jaren
wordt dan geen winter gemeld, welke door
al te veel sneeuwcatastrofes gekenmerkt
werden, totdat wij in de kronieken gena
derd zijn tot het jaar 1784. Ook in de,-vo-
Tige eeuw, was er menige koude,, aan
sneeuw rijke winter, om een voorbeeld te
nqemen de jaren 1846 en 1860. terwijl de
strenge Vorst van 1688 de andere generatie
onder ons nog voor een deel heeft beleefd
en er de onuitwischbare lierinneringetv aan
heeft behouden.
Het schijnt wel of elke eeuw voof de be
woners op onze breedte een aantal bijzon-
der zware winters kreeg toebedeeld. Na
1900 zal bij velen nog als zeer streng
de herinnering blijven aan den ocrrlpgs-
winter van 1917. Dat was tot dusverre de
strengste in deze eeuw. De theVmometer
daalde tot 35 graden onder nul.
Boeren gaan ter kerke door bet -»eeowt*«*»rhap.
DES WINTERS IN HET Zl'IDEN.
Op elk schilderstuk pleegt men den win
ter uit te beelden met een dikke laag
sneeuw, waaronder de slaoende natuur be
dolven is, terwijl, vermoeid door wind- en
sneeuwstormen een grijsaard op zijn
schouders een takkenbos dragend lang
zaam en eenzaam voortschrijdt.
Deze vo&rstelliog van den winter hoe
-geslaagd ook in zinnebeeldig en artistiek
opzicht wijkt geheel af van het beeld
van Italië in den winter.Azuürblauwe
luchten, een stralende zon. 'n bijzonder
zacht en gezond klimaat, vreugde van een
krachtige, sportieve, zirlj uitlevende jeugd
overal,... dat is de winter in Italië!
Wie .naar dit^and in dat jaargetijde reist,
begint vreeds van-dw^e wonderbare gaven
der natuur te g^lCeten wanneer na een
langen onbehagelijken nacht in den trein,
die' hem naar het Zuiden voert, te hebben
doorgebracht de weldoende warme zon
vroolijk door het coupé-raam naaj- binnen
straalt. Wanneer zijn blik dan onvillekeu-
is geen Hoilandsche winter.
rig terug gaat naar het landschap dat hij
achter zich laat, staat hij verbluft over de
onbeschrijfelijke fantastische schoonheid
der Italiaansche natuur., ijl wanneer de
trein eindelijk tot staan komt, wordt de
toerist eerst ontvangen door het symbolis
tisch geworden bloemenmeisje dat hem in
.eigen taal de bloementaal welkom
beet door hem de eerste geurige viooltjes
en mimosa's aan te bieden
San Remo, cosmopolitisch, aristocratisch
en modern, Bordighera te midden van een
landschap van ongekende schoonheid gele
gen, Rapallo in de zon rustend tussehen de
olijfbooiïien en palmen, en S. Margherita,
het zijn de aanlokkelijke en meest bezoch
te toeristencentra aan de schoone Italiaan
sche Riviera, een paradijs waar men geen
winter kent!
In het Zuiden van Italië vindt men lief
lijke oorden te over, waar men genieteri
kan, geheel vergetend dat het elders win
ter is! Aan de Golf van Napels is het voor
al heerlijk te vertoeven in Sorrento; Antal-
fi, dat vanuit de steile rotsen langs de kust,
over zijp ijverig visschersvolk schijnt te
waken; Capri, met zijn mooie grotten, zijn
ongeëvenaard klimaat, zijn unieke „Fara-
glioni", de poëtische schoonheid van ziin
eeuwig bloeiende tuinen en pergola's, zijn
onberispelijke accomodate en gastvrije be
volking.
Nog Zuidelijker is het heerlijk te rusten
en te genieten, zich in de warme Siciliaan-
sche zon te koesteren, in Taormina het
prachtigste oord van dit eiland met zijn
bloeiende citroen-, amandel- en sinaasapï
pelboomen. waarvan de zoete geur de ge-
heele omgeving vervult en op den bezoeker
werkt als een aangenaam verdoovinesmid
del'
Laat de Wintersport-liefhebber echter niet
mistroostig worden! Ook voor hem biedt
Italië voldoende gelegenheid zich uit te le
ven en te genieten. Een winter-vacantie in
een der bergstreken zal voor hem een open
baring zijn. Hij Vindt er in een betoove-
rend schoone omgeving moderne, drukbe
zochte sportcentra, doch ook rustige, lief
lijke kleine oorden met uitmuntende acco-
modatie én volledige outillage, die des win
ters te bereiküh ziin. hetzij langs doorloo
pend begaanbare wegen, danlwel per spoor,
met de arreslede of andere moderne ver
voermiddelen. -
Zooals de toerist, die warmte en rust
's winters zoekt, deze in Italië kan vinden
en de wintersporttnan ét gan zijn liefheb
berij kan voldoen, zoo ook kunnen de be
wonderaars van Kunst, de liefhebbers van
muziek en wie prijs stelt op uitgebreid
mondain vermaak, in de 'Italiaansche stel
den hun verlangens in vervulling zien
gaan.
Een winter zonder ijs
Daarna heeft de winter 1928—'29 ons de
laastste verschrikkingen bezorgd en van
den vorigen winter kan men slechts zeg
gen dat hij op het stuk van internationale
verspreiding niets te wenschen heeft over
gelaten.
Wij willen deze kroniek van wintersche
verschrikkingen besluiten met een goeden
raad. Niet alie winters zijn zóó streng als
de hierboven beschrevene. Het kan ook
weldadig koud zijn. En dan is het de rech-
/le tjjjjjom in de natuur een kijkje te gaan
nemen. De natuur des winters is zoo geheel
anders dan in de herfst. Er zijn honderd
an één verschijnselen in waarvan ge het
bestaan eenvoudig niet had vermoed. Wie
'er op uit wil trekken moet zich van te vo
ren eenigszins orienteeren. Daartoe bestaat
een unieke uitgave. Wij bedoelen het deel:
„W 1 n t e r". uit de cyclus „Een jaar Na
tuurleven", (uitgave Scheltema en Holke-
ma. Amsterdam, waarin begenadigde schrij
vers als R. J. de Stoppelaar, Jan P. Strij-
bos en A. B. Wigman, in woord en beeld
uw deskundige gidsen zijn. Zij vertellen
U de duizend en één kleine dingen, welke
ge over het hoofd zou zien op een winter
sche wandeling. Of ge zwerft langs rivier
of plas. over de hei of door het bosch. dit
prachtige boek dient uw raadsman te zijn.
Een weelde van foto's vult de tekst aan.
Wie van zijn land houdt, wie het wil lee-
ren kennen in het wintersch gewaad, ra
den wij met klem dit werk San te schaffen
en het terdege te bestudeeren.