door de eeuwen heen ïïl li Ui *«l i.ïa 51'IdllliliiiijijilIJjjï f De kaars, de vroegere lichtbron, diende ook als klok. Met den duimstok las men er de ver* streken uren van af I 1 8 -* De grootste klok ter wereld bevindt tieh in Amerika. De ei] ters zi]n 1.20 m. hoog. De wijzerplaten 8 m. in doorsnede Met den duimstok Klokken in woonhuizen Curiositeiten De waterklok - - - M "2 BVC-S ËvJÏ&Ë C.H Onze Tijdaanwijzers t' 1 de. Wanneer mei nu de trommel tot aan den top van het gestel ophaalde, zou deze door den geringen tegenstand van het zich om het asje windende koord, met steeds toenemende snelheid naar bene den komen. Om dit te verhinderen en de trommel gelijkmatig te doen zakken, diende het water, dat van de eene afdeeling in de andere druppelde en op deze wijze de snelheid- der omwenteling regelde. De uiteinden van het asje passeerden onder het da len de cijfers, die aan de kolommen waren aange bracht en wezen zoodoende de uren van den dag aan. Een ander soort tijdaanwijzer, eveneens een voor- looper van de meer gecompliceerde, mechanische uurwerken, was de kaars. Ze was precies 30 c.M. lang en werd elke 20 minuten 214 c.M. korter. Men kon met den „duimstok" den tijd vrij nauwkeurig „afmeten". Meer bekend en eveneens afkomstig uit die tijden, was de zandlooper. Deze bestond uit droog zand, dat in twee peervormige glazen bollen besloten, door een haarfijn verbindingsbuisje van den eenen bol in den anderen overliep. De hoeveel heid zand bepaalde dan den tijdsduur, welke meest al op één uur was afgesteld, waarom de zandloo- pers ook wel uurglazen werden genoemd. De eerste klok, die door een gewicht in beweging werd gebracht, heeft men aan velschillende klok kenbouwers toegeschreven. De tijd waarop zü het eerst in zwang kwam, is op geen eeuw nauwkeurig te bepalen. Omtrent de, uit een verzameling van raderen bestaande klokken bestaat er echter geen twijfel of die van de St. Paul's Cathedral te Lon den is de oudste. Ze werd geplaatst in 1286. De daarop volgende was de. klok in den toren van de Canterbury Ca- thedraal, die in 1292 werd geplaatst; vervolgens verscheen er een in Exeter, in 1300. Deze klokken bevonden zich alle in Engeland, doch Troissart spreekt van een klok uit Courtray in Frankrijk, die door Philips van Bourgondië in 1370 naar Dyon werd overgebracht. Van de 12e tot de 14e eeuw bevonden er zich nog geen wijzerplaten aan de kerktorens, hoewel er vele van een klok waren voorzien. Ze gaven alléén de heele uren aan, die door een vrij groote houten figuur op een metalen bel werden geslagen, werden de klokken met mechaniseh<r uitvindsels po pulair. Metalen poppen werden gearrangeerd tot •kleine scènes, die met de héele uren een rondgang ^JkRgs "een opening in den kerktoren maakten. Men vindt ze zelfs nog in oude torenklokken hier te lan de die van Monnikendam is wel zeer bekend, 'n^glaande figuur, echter van metaal, kan men nog aan den toren van de Ridderzaal te Den Haag waar nemen; deze metalen ridderfiguur slaat nog geke geld de hceje, vergissen we ons niet, ook de hajve - uren. - ~-f De klokken, waarvoor we natuurlijk het meest ge ïnteresseerd zijp, zixn degenen die voor de huishou ding dienen. Reeds in 1600 waren deze klokken voor* een matigen prijs ten gebruike van de burgerhuis- houding verkrijgbaar. Ze werden naar hun vorm of doel „vogelkooi", „lantaarn" of „bedpostklok" ge- heeten. Ze liepen zeer nauwkeurig en vele waren van slagwerk voorzien, terwijl weder armere zelfs een alarminrichting hadden. Géén echter liep langer dan dertig uur. De slingerklok, onze pendule, werd ongeveer in v 1657 geïntroduceerd. Omtrent deze uitvinding schrijft een Amerikaansche historicus; dat zij is „due to Christian Huygens a distinguished Dutch, mathematician, who in 1657 arranged a clock with a long pendulum', 'n Uitvinding, zooals we weten, van onzen grootcn Nederlandschen staatsman, dich ter, bouwmeester en geleerde, Christiaan Huygens. Met de uitvinding van de spiraalveer, ongeveer 1500, begonnen de draagbare tijdaanwijzers te ver schijnen. De oudste kwam van Neurenberg, 'n cen trum van Duitsche klokkenindustrieën, en vandaar verspreidde deze klokkenmakerskunst zich door de Duitsche steden naar Holland, Frankrijk, enz. Ze werden grooten getale gemaakt en zeer ver spreid, waardoor ze al spoedig ook in het bereik kwamen van de minder bezittende klasse. Aange zien zij echter slechts één wijzer hadden, werden de kleinere fracties, zooals de minuten niet aangewe zen. Ze werden gebruikt in de 16e en 17e eeuw. Men maakte toen klokken van de megst fantasti sche vormen, uitgevoerd in alle soorten materiaal, als goud, zilver, koper, hout, ivoor, albast en mar mer. Latere klokken kregen twee wijzers, n.l. voor uren en minuten; sommige hiervan worden veron dersteld tot de jaren 1740 tot 1786 te behooren. Antiek horloge, ingericht als wekker, omstreeks 1650. Links uidnrteer hèt gewichtje zoover is gezakt, dat het in aanraking komt met den hefboom, welke de bel vasthoudt, springt deze los en wordt daardoor in wer king gezet. Rechtsander primitief systeem, op den zelfden grondslag gebaseerd. De bel is hier los. Onder de curiositeiten, die er op het gebied van uurwerken van tijd tot tijd werden uitgevonden, is er geen dat merkwaardiger was dan de klok welke in 1767 werd gemaakt door David Rittenhouse te Philadelphia. Ze had zes platen; de eerste, dienende voor de tijdaanwijzing, was voorzien van vier wij zers, die onderscheidenlijk de uren, minuten en se conden aanwezen. De klok gaf verder de dagen van het jaar aan en voegde er met een schrikkeljaar, in Februari 1 dag bij. Ook kon men er de ver- Zeer oude, uit de hand vervaardigde ijzeren klok Werd gevonden op Nova Zerhbla en'was afkomstig schillende kwartieren van de maan op waarnemen, terwijl op 'n andere plaat dg bewegingen der pla neten ten opzichte van de zon werden getoond. Op een volgende plaat kon men de maan in haar loop. om de aarde volgen', terwijl weder een andere de bewegingen van Saturnus aangaf. De laatste was bestemd voor de combinaties van het klokkenspel, dat zich elk kwartier deed hooren. Drukte men op een knop, dan konden er naar verkiezing een tiental wijsjes worden ten^ehoore gebracht. Een geneesheer vond een merkwaardige zieken kamer-klok uit. Wanneer men op een knop drukte, gooide een, achter de wijzerplaat geplaatste electri- sche lamp, de schaduwen van de uren cijfers en^. wijzers vele malen vergroot op het plafond, zoodat de zieken deze uit hun bed konden zien, zonder het hoofd te verdraaien of het zich op andere wijze on gemakkelijk te maken. Een Duitsche schoenmaker besteedde zijn vrije uren gedurende vijftien jaar, aan het construeeren van een klok, die ongeveer een kwart meter hoog was en geheel gemaakt was van... strooi Het meest verbazingwekkende hierbij was, dat de klok perfect liep en zeer nauwkeurig den tijd aanwees, ofschoon ranWillem Barendsz. (1597), die haar na zijn overwin tering aldaar had achtergelaten, de duurzaamheid van dit soort mechanisme twijfel achtig mag worden genoemd. Tenslotte komen we tot de grootste klok ter we reld; welke zich in Amerika, New- York City, in den toren van de Metropolitan Life Buildings be vindt. Zij munt niét alleen uit door haar grootte, doch ook door haar pracht. De wijzerplaten, die 8 meter in doorsnede zijn, zijn geheel gemaakt van gewapend beton en bedekt met een fraai mozaïek van geglaceerde blauwe en witte tegels. De cijfers der vier wijzerplaten zijn 1.20 M. hoog, terwijl de stre pen, die de minuten markeeren, 25 c.M. lang zijn. De groote wijzers zijn 5.10 M. lang en de kleine 3.90 M., terwijl ze resp. 450 en 337 l(g. wegen. Ze zijn van ijzer vervaardigd en met koperen platen bedekt. De beweegkracht van dit vervaarlijke uur werk is natuurlijk^ electriciteit. Oud* zandlooper, werd omstreeks 1660 op den preekstoel gebruikt om den tijdsduur te bepalen.' (Archieffoto's) Ti f eer dan Benig ander huishoudelijk voorwerp J heeft de Jclok zich door haar gemeenzaam getik-takeen plaats in on2« genegenheid we- ten te veroveren. Van welk ander voorwerp, tot ons gemak dienende, zouden we zooveel grillen en kuren verdragen als van de klok? Ze gaat voor of ach ter, soms stopt ze geheel, we verdragen het van haar, mAer nog, we zullen trachten haar zooveel mogelijk op haar gemak te stellen. We schuiven haar heen en weer, vegen 'n stofje weg, dat haar misschien kan hin deren en voelen ons niet op ons gemak vóór haar ge tik-tak en de ons zoo vertrouwde uurslag weer door het huis weerklinken. Uit den eenvouc%en, reeds in den bijbel genoem den zonnewijzer, is het gecompliceerde, soms in de kostbaarste metalen gevatte uurwerk van heden ge groeid. Hoe eenvoudig dit prototype onzer tijdaan wijzers ook was, het heeft zich toch tot in de ne gentiende eeuw weten te handhaven. In de latere tij den gebruikte men den zonnewijzer nog veel op bui tenplaatsen, waar hij, wanneer de zonneschaduw het „noen-teeken" op de vensterbank had bereikt, het uur van het middagmaal aangaf. - Jr Doch hoe romantisch de zomsewijzer ook was, zoo bad hij toch één groot gebrek: hij kon alleen dienst doen wanneer de zon scheen. Toch wordt hij in ver schillende landen van Europa en vooral in Azië nog veel aangetroffen. Vooral in de Mohammedaansche 1. nden zijn de zonnewijzers en veelal ook de zand- loopers l og zeer in aanzien. De eerste mechanische tijdaanwijzer dien men kent, was de waterklok. Ze kwam het eerst voor bij de Ooetersche volken en werd vandaar naar Griekenland overgebracht. Ze dateert uit de 17e eeuw, bestond in hoofdzaak uit een houten gestel en de cijfers, die de uren aangaven, waren aangebracht op de voorzijden van de twee stijlen, welke het bo vengedeelte ven de klok droegen. Ven dit bovenstel liepen een peer koordjes, waar van da uiteinden om een metalen asje waren ge wonden, dat dwars door een ronde trommel liep en waardoor deze tevens kon draaien. In deze trommel be'-ood zich het water, dat bij het zakken van dit vwuwaip ia verschillende compartimenten druppel-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1940 | | pagina 12