m NOODLANDING IN DE WOESTIJN BUITENLAND RECHTSZAKEN ADVERTEERTX IN DIT BLAOZ TWEEDE BLAD DONDERDAG 2 JANUARI 1941 DU1TSCHLAND legeRbericht VAM HEDEN Tien koopvaardij «chepen tot zinkén gebracht. ITALIË Artiilerie-actie in Cyrenaica. ENGELAND Londen in het afgeloopen jaar. 3 A LK AN Italiaansche tegen aanvallen in Griekenland Roemeensche crj op Hofigarü rmgk \MERIKA Critiek op Roosevelt. Azië De klucht van den onechten Manet. Voor J< Jeug Wolvenjacht in Rusland. De Herfstkoningin. FEUILLETON hoof: K. IN BEN STILLEN OCEAAN SUCCESSEN Het opperbevel van dè weermacht maakt bekend: Een in den Süllen Oceaan operee- rend Duitsch oorlogsschip meldt ala partieel resultaat van zijn successeti het tot zinken 'brengen van tien vijan- delyke oi ia dienst van den vijand va rende koopvaarders met een gezamen lijk en 'inhoüd van 64.155 b.r.t. De be manningen van de tot zinken gebrachte schepen zijn door het Duitsche oor logsschip op een eiland in de Stille Zuidzee in veiligheid gebracht. Bi) de gewapende verkenning op den eersten" Januari" werd in de nabijheid van Aldebourgti 'n Engelsch patrouille- Vaartuig in brand geschoten en een ander dergelijk vaartuig ten Oosten van Ramsgate doorvoirtgffefrs 1 van gommen zwaar beschadigd. In den afgeloopen nacht hebben Duitsche gevechtsvliegtuigen talrijke, -voor den oorlog belangrijke doelen in Midden- en Zuidoost Engeland succes vol, met. bommen beslaaktï -Britsehé vlietgtuigen hebben in den afgeloopen naciit in Noordwest Duitsch land op drie plaatsen bommen lgtep vallen, die eénige schade aangericht hebbem 'Vijf personen werden gedood, verscheidlnë gewond. Een vijandelijk vliegtuig van het type Vickers Welling ton werden bij een luchtgevecht neer geschoten. lEGERBERlCm VAN HEDEN Het Italiaansche hoofdkwartier pu bliceert weeTmachtbericht no. 209. Het luidt als v olgt In. het grensgebied van Cyrenaica bdrijvigheid van artillerie en patrouil les aan liet front van'Barcjia. In het'ge bied van Gi&rabub, het terreirf,-waar het gevecht is geleverd, waarvan mel ding is gemaakt -in het weermachtbe- xicht van gisteren, hebben wij wapen materiaal, mutjitie en door den vijand achtergelaten vrachtwagens verzameld. Vijandelijke luchtaanvallen op onze vliggv.eldeit in Cyrenaica hebben lichte schade doen ontstaan en geen sl.achtof- 'fers gemaakt. Hx in grijpen van jacht- vliegtfligen en het vuren van het ar weerg|schut was doeltreffend, een vijandelijk vliegtuig we'rsf neergescho-l ten. Onze' formaties jacht- en aahvals- Vliegtuigen hebben talrijke gemecha niseerde detachmentcn 'en een vijan delijke verschansing gebombardeerdten met mitrailleurvuur bestookt. Af onze vliegtuigen zijn teruggekeerd.. Aan het Grieksche frontJopejaties van pjtótselijk. karakter, Cmdénks de ongunstige weersomstandigheden heb ben onze luchlformatks met succes -bommen van klein kaliber geworpen op vijandelijke mstallat.es. J In Ocst-Afrika plaatselijke acties van patrouilles en artillerie. Vijandelijke vliegtuigen hebben onze plaatsen m Abessinié gebombarderd zonder schade te veroorzaken Italiaan-.rhe versterkingen in Albanië. De P o 1 i t i k a publiceert ,ec-n be richt uit Saloniki, waarin gezegd wordt, dat de Italianen voortdurend nieuwe versterkingen en versche troe pen krijgen. Er zyn ook zekere fascis tische formaties, die bijzonder goed men. Ook van Grieksche zijde wordt erkend, dat de Italianen in het Alba- neesche gebergte buitengewoon groote vermoeienissen moetent doorstaan en groote vasthoudendheid hebben ge toond. De verdedging van Chimara en Ar- gyrocastio strekt het Italiaansche leger tot eer. De koude is niet minder ge worden en aan beide kanten zijn de troepen van nieuwe, warme kleeding- stukken voorzien. 11U HUB luchtalarm Officieel is te Londen bekend ge maakt, dat er in het afgeloopen jaar gedurende 1180 uur luchtalarm ge weest is. AANVALLEN OP LIVERPOOL EN ANDERE STEDEN In den nacht van 1 op 2 Januari'zijn kleine formatieé van het Duitsche lucht wapen gestart voor den aanval op Liverpool. De weersomstandigheden waren, vergeleken npet de voorafgaan de dagen, iets beter geworden, zoodat de vliegtuigen hun bommen bij tame lijk helder zicht konden neerwerpen %n. goede successen behaalden. Kleine' groepen en afzónderlijke vliegende ma chines deden aanvallen op militaire en industrieele doelen in een reeks an dere steden. O.m. werden' Londen. Sheffield, Yarmouth en Harwich mej bommen bestookt. Britsche aanvallen, op Duitscliland. 1 Britsche .bombardementsvliegtuigen zHfl in den afgeloopen nacht Noord- West Duitschland binnengevlogen en hebben op eeni|e plaatsen brand- en brisantbommen neergeworpen. NJili- taire schade werd niet aangericht? maar drie fabrieksinstallaties en verschei dene particuliere huizen wierden be schadigd. Een derraapva!!ende'toes$el- len werd door'gachtjagers neerge schoten. 4 NAVICERTSY8TEEM OOK VAN TOEPASSINGi OP IERLAND. Het Engelsch Blokkade-ministerie heeft, vylgens Amerikaansche berich ten uit Londen, bekend gr pa aak t, da,t het rfavicertlysteem na 20 Januari ook uitgebreid zal worden tob Ierland. N" dien dafum moeten de Iersche expor teurs en réeders toestaarv, dat hun uit Iersche havens vertrekkende scheper doorzocht worden om na te gaan of er geen contrabande aan boord is. Alle niet vrijgegeven ladingen worden in beslag genomen. t 1 BELANGRIJKE HOOGTE VEROVERD., De berichten Van het Grieksche oor'ogstooneel meiden, dat aan alle fronten opnieuw gevechtsactiviteit is* aangevangen, maar dat het niet is gèkomen tot wijzigingen van belang Zoowel van het Noordelijke als van ljct Zuidelijke: front worden berichten ontvangen nvlr Italiaansche tegen aanvallen, die tot plaatselijke «succes sen hebben geleid. Zoo gelijkte 'het „den Italianen nog op 31 December ten Noorden van Pogradetsj een Ijelang- rijke hoogte te veroveren en te ver dédigen lege r 'Verscheidene Grieksche aanvallen. ttofe, Bovendien -mdkerPVie grenscoriH& •pondenten van de P li t i k a /ei) de Vrem-e er'melding van. «dat-hé,t Ita- liaanri-he liichtwapen m déi-m front- sector ook verder metsucces actief is geweest. f De Duitsche irstruclretrpepen zjjn op hun reis door Hongarije naar Roe menië op vijandige wijze bejegend. De omroep van Boedapest verheelt zjjn sympathie voor Londen niet. Hongarije wil zich door zjjn dubbelzinnige poli tiek voor iedere gebeurlijkheid van den oorlogsafloop veilig stellen DUBBELZINNIGE POLITIEK DER HONGAARSCHE REGEERING. De Roemeensche P o r u n c a V r e m d i schrijft, dat Hongarije in plaats van dankbaar te zijn jegens de spilmogepdheden voor de herzie ning van het verdrag van Trianon den laatsten tijd steeds meer naar Londc-n lonkt, Het blad schrijft, dat de Hongaarsche regeering een drukke diplomatieke eh propagandistische ac tiviteit ontplooit in Londen, Vichy en Washington. De Duitsche volks groepen in Hpngarije worden, ondanks de bepaligen van de Weensche arbi- OPROEP VAN ANTONESCU AAN DE LEGIONARISSEN. De conducator, generaal Antoneacu, heeft* bij de wisseling des jaars een oproep gericht tot de legionarissen, waarin o.m. gezegd wordt: „Wie het leven van zijn naaste niet eerbiedigt, is geen christen. Wie den arbeid en het vermogen van een ander respec teert, is geen mensch. Wie zich niet onderwerpt aan de creatieve orde en discipline, is geen legionaris. Wie niet zijn gcheele leven wijdt aan den strijd om de verheffing van het land, is geen Roemeen. Ik veroordeel iedere haat, iederen wraak, iedere schending van het leven, de eer en het vermogen van een an der. Ik heb den plicht uw toekomst en die van het land te beveiligen en alle arbeidskrachten van het lan:l tot ont wikkeling te laten komen. Horia Sima, de commandant van de leglonaire be weging,* staa,t in dozen strijd van 'de organisatie uwer beweging aan mijn zijde". BULGAARS^!!--ITAL1AANSCH ECONOMISCH VERDRAG. De voorzitter van de sedert ver scheidene dagen te Rome vertoevende Bulggarsche handelsdelegatie, gezant "Patzeff, en de chef van de afdeeling Buitenlandschen Handel in h,et Ita liaansche Ministerie van Buitenland- 'sche Zaken, senator Gianini, hebben een Bulgaarsch-Italiaansch economisch aceoord onderteekend, dat alle vroe gere handelsovereenkomsten vervangt en een regeling vormt van den goede- renruil jen het betalingsverkeer tus- stólen Italië en Bulgarije tot 30 Juni 1941. Het nieuwe "accoord houdt vooral de levering in van'Eulgaarsche levens middelen aan Italië, terwijl Bulgarije industrieproducten en Zuidvruchten zal ontvangen. t De Pop oio d'I t a 1 i af schrijft: - Roosevtdt-'heeft de redenen yiteenge- ze:, waarom de Vereenigde Staten En geland. moeten helpen door het vlieg- turirr*. munitie en tarfks te geven. Maar niet, voor zoover het 'een expeditie corps- naar Europa betreft. De Ver eenigde Staten aldus het blad zouden oorlog willen voeren zonder oorlogvoering, dwz zij zouden den oorlog willén leiden, financieren, voe den, exploiteeren Kortom. Vu zouden Engeland dén oorlog willen laten voe-' ren tot het eind en op Zijn rekenipg en risico. Inderdaad heeft Roosevelt ver klaard, dat de Amêrikaansché hulp Engeland moet diénen tot voortzetting van „den strijd voor onze veiligheid". Afgescheiden van den moreelen kant van de, zaak, wanneer een groot land, terwijl het verklaart, dat het bedreigd is, zich wil verdedigen en zieh tegelijk terzijde houden, doet zich thans de om standigheid voor, dat het jóeren van oorlog met het bloed van tfnderen geen voorreen: meer is van Groot-Brittanje: thans «is hpt Amerika, dat tot den laat: Ren Engeisphman zou willen strijden Wiizende op de bezorgdheid, die in de Verenigde Staten gewekt is «door de oorlogszuchtige verklaringenvan Rnoreveit. laat dePopolodiRoma ér het licht op vallen, ,dat de tegen stand van het Amerikaansche volk tégen een meegesleept Worden in den oorlog den vertegenwoordigers van het Witte Huis de noodzakelijkheid heeft opgelegd dé verklaringen vari den pre sident té Vgrzachten. Wanneer echter de ^ecrëtaris van den president zich haast de verzekering te geven, dat geen Amerikaansche militaire strijd krachten,: i* noch vlootstrijdkrachtën naar Europa zullen wordengezonden, heeft men den jndruk te staan tegen over een dubbelzinnigheid, want wan neer het waar is, dat de Amerikaan sche régeering geen gewapende inter ventie aan de zijde van Engeland wenscht is het evenzeer waar, dat zij zal voortgaan met uitj#*iding van den Kystand aan Groot Bwtlamué op zoo danige wijze, dat daardoor onvermij delijke reacties worden gewekt van oorlog, zonder er de verantwoordelijk-' heid voor te willen aanvaarden Dit alles echter 'zoo besluit de P o p o 1 o d'i R o'm a kan alleen maar slagen, wannéér de -vijanden van Groot-Brittannië dwazen zouden zjjn. r De.Japansche jlers blijft critielc uit oefenen op de rede van Roosevelt.' De bladen noemen den Amenkaanschen president een „oorlogsophitser", die op nieuw in een doovend vuur blaast en tracht Engeland 'n nieuwen impuls te geven. De Tokio Nitsji Nitsji waarschuwt de Vereenigde Staten voor de gevolgen van een politiek, die auto matisch voor de Vereenigde Staten vjj anden moet maken. De Tokio Asahi Sjimboen verklaart, dat Roosevelts politiek zonder twijfel tot den oorlog moet leiden, Amerika-zal dan, evenals in den wereldoorlog de verliezen te dragen hebben, aangezien het de oogen voor de werkelijkheid sluit. NIEUWE JAPANSCHE AMBASSADEUR NAAR AUSTRALIË Tatsoeo Kawai, da vroegere» woord voerder van het departement van Buitenlandsche Zaken, die benoemd is tot gezant in Australië, heeft guteren tegenover de pers verklaard „Ik ben geen: deskundige in de Australische zaken, aangezien ik er nooit geweest ben, ik zal er echter naar streven mijn uiterste best te doen om de vriend schap tusschen de beide naties heqht te doen worden. Ik hoop spoedig, voor mijn vertrek, een bezoek te brengen aan den Australischen gezant, sir John Latham. trage, nog steeds "vervolgd. De leden van de politieke organisatie, die de den kant van de spi 1 - mogend heden spil vriendschappelijk gezind is. de Wat er aan dubbelzinnigs gelegen is z.g Pijlkrusers, worden in de gevan- in de politiek van Roosevelt, is juist genis geworpen, 'de houding van deel te nemen aan derf' DADER TOT 10,— BOETE VEROORDEELD. t Op 1 December eischte de officier van Justitie by de HaagseAe rechtbank 25 gulden boete tegen N. van N., die tezamen met een vriend onder een waardeloos schilderij van een onbe kende kunst^childeres, de signatuur Manet had aangebracht om den kunst critici een poets t« bakken. De recht bank heeft heden uitspraak,gedaan en veroordeelde van B. tot een geldboete van tier» gulden,! subs, tien dagen hechtenis. NOVEMBER MET ZUN GRAUWE REGENDAGEN IS DE GESCHIÈSTE TUD. Je hebt natuurlijk allemaal wel eens een griezelig verhaal gehoord over reizigers, die per' paardenslee doord de dichte Russische wouden trekken tn dan midden in de nacht door een troep uitgehongerde wolven Worden aangevallen of tenminste ach tervolgd tot er op 't laatste moment., uitkomst komt. Maar wist je ook, dat er in Rusland hetel veel op' wolven wordt gejaagd? De meest geschikte lijd hiervoor is November met zjjn kille, grauwe re gendagen Het Russische platteland ziet er op 'zuïke dagen buitengewoon somber uit. De dagen achtereen neerruisende regen heeft de bodem doorweekt en de i wegen totaal onbegaanbaar ge maakt. De dorpsstraten zijn leeg, ep. uit I de schoorstenen der boerenhuizen trekken grijze rookwolkjes langzaam de grijze lucht in: een weemoedig, eentonig gezicht! Maar voor den jager is November eem heerlijke tijd, want dan kan hij zijn hart ophalen aan hét jagen op wollen, vossen en hazen. Zo'n wolvenjacht heeft echter nog hee| wat voeten in de aarde en moet zorgvuldig worden voorbereid. Wie niet in de streek zelf woont, behoeft er piet aan te beginnen. Meestal zijn de boswachters tegelijkertijd uitste kende jagers, die ieder plekje van de dichte wouden en moerassen kennen en precies weten, waar wolven te vinden zijn. Heeft zo'n boswachter nu op een van zijn tochten ergens \yplven gezien, dan gfeeft hij zich alie mogelijke moeite otrf de verblijfplaats van de kolonie té ontdekken. Want wolven leven inkolonies vati ver scheidene families: Ze zijn bizonder schuw van aard en kruipen dus zo diepe mogelijk weg in woud of moe ras. Alleen als ze erge honger heb ben, dat is dus in ,'t hartje van dc winter, komen ze m de buurt van dc mensen. De jager heeft dus ontdekt, dat er ergens tussen 't lichte struikgewas van een* moeras, een groote troep wolven iit. Hoe moet hij nu verder te werk gaan? Naderen kap hij de die ren niet, wgnt de moerasgrond zou hem wegzuigen en misschien dóen verddrinken! y Nèen, hij bepaalt zich er eerst/toe. dat de wolven zo goed naar de zin te maken, dat ze er niet over denken zullen, hun woning te veriaten. Qveral op de vastere grond om het móéras heen of langs de rand .ervan legt 'hij smakelijk voedsel neer. Dode paarden zijn. altijd bij-de boeren wel voor weinig geld te krijgen en daar zjjn de volgen dol op Aan het snelle ver- minedren van de buit merkt hij gauw genoeg, dat de wolven er -zij zijn ge weest en als hij nu zakcr weet, dat de wolven niet van plan zijn te verhui- zjjn, begint hij hen op een goede dag te omsingelen. Hiervoor heeft hij een erg omslachtig „instrument" nodig, n.L een touw van enige kilometers lengte, waaraan yan afstand tot af stand gekleurde lappen zijn gebonden, Samën met een paar makkers bindt de jager nu dit touw op wolfshoogte aan bomen en «struiken vast, eó, dat een wi.fde cirkel van fladderende, 't Is een feit dat de voorzichtige en wantrouwende cjieren het nooit zullen wagen over zo'ri touw; met een flad derende lap era* n heen te springen, of er onder door te kruipen, hoewel ze dit heel gemakkelijk kunnen doen Een vos daarentegen* trekt er zich niets van aan. De kring heeft aan één kant een uitgang en daar zullen de jagers zie!, opstellen, als de grote dag van de wolvenjacht* gekomen m. Op zo'n dag is 't al heel vroeg dag. Reeds de vorige avopd zijn de jagers in het huisje van den boswachter bij eengekomen, hebben zich gewarmd bij het houtvuur en misschien ook wel) een pittig glaasjke wodka gedronken en zijn vroeg gaan slapen, meestal ge kleed op de grond met een paar die renhuiden over zich heen. 't Is nog pikkedonker, als ze de volgende mor gen door den boswachter worden ge wekt. Snel wordt een kop thee ge dronken eé dan gaat riet te paard er op los. 1 Bij de rand van het moeras aangc komen, loopt een der jagers langs de lijn tot hjj achter de verblijfplaats dér, wolvenkolonie gekomen is en de an doren stellen zieh verdekt op bij de uitgang, liefst achter een dikke boom Nu is geduldig wachten het parool, 't Duurt soms uren voor dg „opjagèr" het punt -heeft bereikt, van waaruit hij/ de volven zal op schrikken. 't Is doodstil in het bos, totdat ein delijk heel in de verte een dof ge klop weerklinkt: de ..opjager"- t'kt met zijn stok tegne een boom, harder en harde. Nu is het'nog maar een kwestie van seconden. De* hele kudde, dodelijk ge schrokken van 't lawaai, springt uit de schuilplaats te voorschijn en rent langs de' lappenlijn.Verder, steeds verder, 'want overal houden de flad derende lappen hen tegen En dan komen z_e vrfnzelf bij de uitgang terecht, en ze kehieten erdoor, blik semsnel, als grauwe-ispookgestalten in de morgenschemering. Pang! pang! knallen de schoten en meestal zijn nog vóór de zon js opge komen-, een paar wolven buitgemaakt. De jagers bestijgen hun paarden en trekken vergenoegd naar huis terug om van kleeren te verwisaylen en breeduit hun Sterke stukje te vertel len. EEN AARDIG, OUD BLOEMEN- SPROOKJE. 't Was October, een echt wispel turige herfstdag, die met regen begon en met zonneschijn eindigde. De eiken hadden hun voorroode jurken aange trokken en de allerteerste bloemen waren al door <$ie nachtvorst gestor ven. Maar toch stond de tuin nog vol kleur en geur: 't leek wel of de bloe men hot afscheid van de zomer echt feestelijk wilden vieren. De herfst violen. die nog maar een paar dagen te leven hadden, rekten de dunnen steeltjes uit om toch vooral nog iedere zönnestraal op te vangen, "de rozen geurden en de trotse gladiolen wiegel den in de frisse wind. 't Was heel stil in de tuin. Maar de viooltjes konden nooit lang hun mondjes houden. Ze zeiden: „Saai zijn jullie, hoor! We hebben ons gesprek van gisteren niet eens afgemaakt en weten nu helerrfaal niet, wie van one de voornaamste is. Wat ons betreft, we zjjn wel klein, maar heel kleurig en we hebben ,'t allerfijnste fluweel, dat er bestaat." De vuurrode gladiool' zei: „Op de voornaamheid komt het niet aan in 't leven, maar wei op het werk. Wjj bloeien al de hele zomer en nu zijn we nèg prachtig vol! Niemand kan immers tegen ons op, dat zien jullie zefl wel!" En om haar woorden kracht bij te zetten ontplooide ze een grote* vuur rode bloem. „Maar ons fluweel is toch mijner" fluisterden de viooltjes. „Wat zeg jrf. ervan, Roos?" De roos gaf echter geen antwoord, want ze was erg trots. De dichters' hadden haar zb yaak en zo mooi be zongen. dat zjj wel zeker wist, dat niemand met haar kon wedijveren.' De chrysant zei kalmpjes in haar plaats: „Ik heb geen tijd om me meit voornaamheid en dergelijke onzin te bemoeien. Ik moet bloeien en daar mee uit!" De viootjes waren een beetje boos en verdrietig, omdat het gesprek hiermee uit was. Ze wilden juist be ginnen te mopperen, toen twee móóie jónge «Yrouwen de tuin binnenkwa men, gevolgd door een jonge man, die wel een prins leek, zo prachtig was hij gekleed. De viooltjes maakten "zich zo klein mogelijk en verstopten zich onder hun groene bladeren, de roos liet van schrik een roze blaadje vallen en de ledie trilde op haar stengel. De men sen gingen zacht pratend van bloem tot bloem, terwijl de fluwelen slepen der dames over het gras ruisten. Naar de viooltjes keken z ein 't geheel niet om, bij de roos bléven ze een ogen blik staan, liepen dan naar de gla diool, bleven een hele tijd de lelie bekijken en kwamen eindelijk bg de chrysant. De bloemen konden hun woorden niet verstaan, maar ze vrees den, dat dit onverwachte bezoek niets gpeds beduidde. Toen nam de mooie prins een mes, sneed de weelderigste .bloemen van de chrysant af en bond ze samen tot een boekeL En daarna gingen de mensen weg. De chrysant was erg verdrietig. „M'n allermooiste bloemen!" jammerde ze, „wat is 't leven nu nog waard?" En de andere bloemen, zwegen vol medelijden, maar waren toch bljj, dat ze er zelf zo goed afgekomen waren. tie regenwolken dreven nu weg, de wind blies de hele lucht schoon en de zon brak door. Toen de bloemen nu stilletjes in het avondzonnetje stoden, ,kwam de !>loe- ir.cnfee de tuin binnen. Ze had blond haar en een wit zjjden kleedje aan. En aije bloemen begonnen te glim lachen en strekten hun kopjes om haar te begroeten. Op haar hand droeg ze een sneewwitte duif. Ze ging met hem naar de-chrysant én zei: „Kijk, dit is de bloem, die je zoekt." En de duif boog eerbiedig voor de chrysant en zei: „Ik ben een bode van het keizerlijk hof en ik kpm u. meedelen, dat de jonge keizer u tot wapenbloem heeft gekozen." Daarop verhier hij zich in de lucht en vloog met sierlijke bogen weg. En toen trad de bloemenfee op de chry sant toe en fluisterde zachtjes: „Nu zie je toch, dat geen enkel verdriet nutteloos is. Wat je voor leed aanzag, is in vreugde verandert." En ze raakte met de blanke vingers voorzichtig de wonde plékken aan en ziet: daar ontsproten weer nieuwe bi-omen, rijker en kleuriger dan de vorige. De andere bloemen bogen zich diep ter aarde voor de chrysant en huldig den haar als koningin van de herfst. <N«druS zerooóA 26 De Indiër hief een luid gebrul aan en wierp zich op Been. Er ontstond een felle worsteling in een volslagen duisternis, want de fak kel waa opzrf geslingerd en doofde On middellijk uit. Dr. Been vocht om' zijn leven, maar desondanks wist Rij zijn kalmte te be waren en van de naaktheid van zijn tegenstander profijt te trekken. Het duurde dan ook niet lang, of de man lag roerloos op den grond. Leen aanvaardde zoo spoedig moge lijk !en terugtocht. Weliswaar was hjj er i g niet achter gekomen, wat^Ali Moh..rnmeds tocht te be teekenen had «n w ik verband er bestond tusschen het leven in deze onderaardse!» bel en den Maharadja van Jipor, maar daar toe bestond op het' oogenblik geen ge legenheid meer. Rij moest zich voor lopig tevreden stellen met zijn cot- dekking van het «bestaan van dit hol en dat was in ieder geval de moeite waard. Het rtjadsel omtrent het verdwijnen Mn dn expeditie Bturtovius, gevolgd door die van de beide geleerden, die onlangs uit Bombay waren vertrok ken, was hiermee grootendeels opge lost. Slechts de vraag, of men de vreemde indringers eenvoudig uit den weg had geruimd, dan wel als gevan genen in een of anderen uithoek van deze lugubere verblijfplaats liet ver smachten, bleef voorloopig nog onbe antwoord. In ieder geval wist hij nu echter, wat hem te doen stond. Hij zop zoo gauw mogelijk de autoriteiten van een en ander op de hoogte brengen en voor hen was dan de taak weggelegd, dit neet van fanatici met wortel en tak uit te roeien. En daarbij zou hij dan zeker niet aarzelen de aandacht van de overheid te vestigen op de wel zeer verdachte rol, welke de Maharadja van Jipar in dit zaakje speelde. Het duurde echter niet heel lang, of er was iets anders, dat* Been's aan dacht begon op te eischen, namelijk de vraag, hoe hij den uitgang van dit donkere hol moest terugvinden. Aanvankelijk meende hij op den goeden weg te zijn, maar toen het pad plotseling begon te dalen in plaats van te stijgen, zooals het geval had moeten zijn, bleef hij besluiteloos staan. Hjj hield zijn adem in en luisterde scherp, of hjj nietreen of an der geluid hoorde, waarop' hjj zich zou kunnen oriënteeren. Zijn oogen trachtten de duisternis te doorboren, maar ook de zwakke, als sterren in een donkeren nacht schitterende licht jes brachten geen uitkomst. Zij sche nen anders gegroepeerd te zijn, zoo dat zjj zijn zoekenden blik geen hou vast meer boden. Dan plotseling overviel hem in al haar verbijsterende monstruositeit, de erkenning, dat hij den uitgang niet meer zou vinden. Hij zat in dit hol gevangen, als een rat in de val. Onzin! dacht hij, zich dwingend kalm te blijven. Als ik hier binnen ben gekomen, zal ik er ook weer uit moe ten komen! Hij zochf naar het licht der fakkels, waarbij ali Mohammed en diens met gezel zich moesten bevinden. Maar nu scheen alles behekst te zijn. De licht punten begonnen te dwalen, sommige doofden uit, andere flikkerden op: het was ten eenenmale onmogelijk zich door deze bedrieglijke dwaallichten te laten leiden... Uren achtereen tastte Been in het duister rond, zonder dat dit hem een stap verder bracht. Wel slaagde hij er in den rotswand te bereiken, wel volgde hjj herhaaldelijk met telkens weer oplevende hoop de smalle gan gen, welke voor hem opdoemden, maar wanneer deze al niet dood lie pen, dahyieken zij toch steeds vertier den berfjiin te leiden, in plaats van naar de zoo vurig verlangde vrijheid. Eemge malen gebeurde het ook, dat hij onverwachts over een op den grond liggenden man struikelde, die, wreed in zijn slaap gestoord, hem een stortvloed van verwenschlngen na zond. De duisternis, welke hem voor ont- tevens dekking behoedde, beteekende zjjn «ondergang. Déof een onweerstaanbare behoefte aan slaap overmand, liet Been zict^ op den grond vallen. Hij wilde slechts oogenblik rusten. Onder geen waarde mocht hij aan zijn vermoeid heid toegeven. Waarom eigenlijk, ging het hei door het hoofd, neem ik niet den eei sten den besten knaap, dien ik tegel kon)? Waarom zet ik hem niet een voudig mijn revolver op de borst, om heni te -dwingen- fnij den uitgang te wijzén? Ellen Boyard zou stelUg radeloos zijn over zijn lang uitblijven. Hij zag haar in hevige ongerustheid de tent op en neer loopen. Nu wekte zij Hangen. Maar dat was Héngen immers niet, dat was de Ma- haradja. Hij lachte^haar toe en.. pr. Been was vast in slaap gevallen. Dat Ellen Boyard in groote onge rustheid verkeerde, was eigenlijk van zelfsprekend. Zij liep radeloos de tent op eb neer en inderdaadzjj wekte ook den piloot Hangen. Deze wreef zich geeuwend de oogen klit en had eenigen tijd noodig om tot de werkelijkheid terug te keeren. Toen hij Ellen" Boyard voor zich zag, «wier gestalte bij de gebrekkige .naeht- verlichting iets spookachtigs had, knipperde hij verbaasd met zijn «►gen. Ah, juist ja, nu weet ik pas weer, waar ik ben. Ik droomde net... Enfin, dat doet er ook niet toe. Wat is er aan de hand? Toch niets onaange naams? Ellen Boyard had angstig zün hand gegrepen. Helaas wel, mynheer Hangen. Ik maak me ernstig ongerust over dr. Been. Twee uur geleden heeft hij de tent verlaten om nog een rondgang door het kamp te maken. Hjj wilde binnen tien minuten terug zijn en nu Lis hij er nog niet. Hangen greep naar zijn hals', alsof Ay wilde, voelen of zijn hoofd hog op zjjn romp zat. Dat is werkelijk niet meer te ruggekeerd, zegt u? Hij kwam op zijn veldbed overeind en mompelde half luid een verwen- sching. Het zijn allemaal onbetrouwbare sujetten, de een zoo goed als de an der! Hebt u die menschen aangewor ven? De Maharadja van Jipar heeft ze ons ter bëschikking gesteld. - Hij kent mijn vader zeer goed. Hangen keek haar onderzoekend aan. Hm u neemt mij niet kwalijk. Juffrouw Boyard wie bent u eigen lijk? Ik ken noch u, noch dr. Been. Het was een toeval, dat ik mij bij de expeditie aansloot. Mijn vrien din. A""» Harder Ana, is juffrouw Harder een vriendin van u? Merkwaardig, Ut heb u nooit eerder gezien 1 Dat is heelemaal niet merkwaar dig! Ik woon een heel eind verder. Ik kwam naar haar toe om aan de ten niskampioenschappen deel te nemen. Zoo, bent u dat? Nu herinner ik me ook uw naam. Het vorschende verdween uit zijn blik: hij stak de jonge dame lachend zijn hand toe. Als logé van mijnheer Harder, vervolgde Ellen Boyard, leerde ik dr. Been kennen, die juist voor een studiereis uit Europa wjss aangeko men. Toen wy daarop bericht ontvin gen van de vermissing van het dots u bestuurde vliegtuig, was het van zelfsprekend, dat dr. Been zich aan bood om naar u te gaan zoeken. Hij twijfelde er geen oogenblik aan, of een en ander moest met elkaar verband houden. Louter ujt persoonlijke be langstelling sloot ik mij als arts bij hem aan. En wat heeft de Maharadja van Ji par daarmee, te maken? Ellen gaf hem de noodige ophelde ring en vertelde tevens het verloop van hun bezoek aan Gigasar. Zoo. nu ben ik tenminste eeniga- zins op. de hoogte! Denkt u, dat de Maharadja...? In ieder geval komt zijn houding mij zeer verdacht vopr. Maar nu zul len w(j eerst eens zien uit te visschen, waar dr. Been zit. (Wordt pervctgdj

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1941 | | pagina 4