m
NOODLANDING IN
DE WOESTIJN
BUITENLAND
RECHTSZAKEN
ADVERTEERTX
IN DIT BLAOZ
TWEEDE BLAD
DONDERDAG 2 JANUARI 1941
DU1TSCHLAND
legeRbericht
VAM HEDEN
Tien koopvaardij «chepen
tot zinkén gebracht.
ITALIË
Artiilerie-actie
in Cyrenaica.
ENGELAND
Londen in het afgeloopen
jaar.
3 A LK AN
Italiaansche tegen
aanvallen in Griekenland
Roemeensche crj
op Hofigarü
rmgk
\MERIKA
Critiek op Roosevelt.
Azië
De klucht van den
onechten Manet.
Voor J< Jeug
Wolvenjacht in Rusland.
De Herfstkoningin.
FEUILLETON
hoof:
K.
IN BEN STILLEN OCEAAN
SUCCESSEN
Het opperbevel van dè weermacht
maakt bekend:
Een in den Süllen Oceaan operee-
rend Duitsch oorlogsschip meldt ala
partieel resultaat van zijn successeti
het tot zinken 'brengen van tien vijan-
delyke oi ia dienst van den vijand va
rende koopvaarders met een gezamen
lijk en 'inhoüd van 64.155 b.r.t. De be
manningen van de tot zinken gebrachte
schepen zijn door het Duitsche oor
logsschip op een eiland in de Stille
Zuidzee in veiligheid gebracht.
Bi) de gewapende verkenning op den
eersten" Januari" werd in de nabijheid
van Aldebourgti 'n Engelsch patrouille-
Vaartuig in brand geschoten en een
ander dergelijk vaartuig ten Oosten
van Ramsgate doorvoirtgffefrs 1 van
gommen zwaar beschadigd.
In den afgeloopen nacht hebben
Duitsche gevechtsvliegtuigen talrijke,
-voor den oorlog belangrijke doelen in
Midden- en Zuidoost Engeland succes
vol, met. bommen beslaaktï
-Britsehé vlietgtuigen hebben in den
afgeloopen naciit in Noordwest Duitsch
land op drie plaatsen bommen lgtep
vallen, die eénige schade aangericht
hebbem 'Vijf personen werden gedood,
verscheidlnë gewond. Een vijandelijk
vliegtuig van het type Vickers Welling
ton werden bij een luchtgevecht neer
geschoten.
lEGERBERlCm
VAN HEDEN
Het Italiaansche hoofdkwartier pu
bliceert weeTmachtbericht no. 209. Het
luidt als v olgt
In. het grensgebied van Cyrenaica
bdrijvigheid van artillerie en patrouil
les aan liet front van'Barcjia. In het'ge
bied van Gi&rabub, het terreirf,-waar
het gevecht is geleverd, waarvan mel
ding is gemaakt -in het weermachtbe-
xicht van gisteren, hebben wij wapen
materiaal, mutjitie en door den vijand
achtergelaten vrachtwagens verzameld.
Vijandelijke luchtaanvallen op onze
vliggv.eldeit in Cyrenaica hebben lichte
schade doen ontstaan en geen sl.achtof-
'fers gemaakt. Hx in grijpen van jacht-
vliegtfligen en het vuren van het ar
weerg|schut was doeltreffend, een
vijandelijk vliegtuig we'rsf neergescho-l
ten. Onze' formaties jacht- en aahvals-
Vliegtuigen hebben talrijke gemecha
niseerde detachmentcn 'en een vijan
delijke verschansing gebombardeerdten
met mitrailleurvuur bestookt. Af onze
vliegtuigen zijn teruggekeerd..
Aan het Grieksche frontJopejaties
van pjtótselijk. karakter, Cmdénks de
ongunstige weersomstandigheden heb
ben onze luchlformatks met succes
-bommen van klein kaliber geworpen
op vijandelijke mstallat.es. J
In Ocst-Afrika plaatselijke acties van
patrouilles en artillerie. Vijandelijke
vliegtuigen hebben onze plaatsen m
Abessinié gebombarderd zonder schade
te veroorzaken
Italiaan-.rhe versterkingen
in Albanië.
De P o 1 i t i k a publiceert ,ec-n be
richt uit Saloniki, waarin gezegd
wordt, dat de Italianen voortdurend
nieuwe versterkingen en versche troe
pen krijgen. Er zyn ook zekere fascis
tische formaties, die bijzonder goed
men. Ook van Grieksche zijde wordt
erkend, dat de Italianen in het Alba-
neesche gebergte buitengewoon groote
vermoeienissen moetent doorstaan en
groote vasthoudendheid hebben ge
toond.
De verdedging van Chimara en Ar-
gyrocastio strekt het Italiaansche leger
tot eer. De koude is niet minder ge
worden en aan beide kanten zijn de
troepen van nieuwe, warme kleeding-
stukken voorzien.
11U HUB luchtalarm
Officieel is te Londen bekend ge
maakt, dat er in het afgeloopen jaar
gedurende 1180 uur luchtalarm ge
weest is.
AANVALLEN OP LIVERPOOL EN
ANDERE STEDEN
In den nacht van 1 op 2 Januari'zijn
kleine formatieé van het Duitsche
lucht wapen gestart voor den aanval op
Liverpool. De weersomstandigheden
waren, vergeleken npet de voorafgaan
de dagen, iets beter geworden, zoodat
de vliegtuigen hun bommen bij tame
lijk helder zicht konden neerwerpen %n.
goede successen behaalden. Kleine'
groepen en afzónderlijke vliegende ma
chines deden aanvallen op militaire en
industrieele doelen in een reeks an
dere steden. O.m. werden' Londen.
Sheffield, Yarmouth en Harwich mej
bommen bestookt.
Britsche aanvallen, op
Duitscliland. 1
Britsche .bombardementsvliegtuigen
zHfl in den afgeloopen nacht Noord-
West Duitschland binnengevlogen en
hebben op eeni|e plaatsen brand- en
brisantbommen neergeworpen. NJili-
taire schade werd niet aangericht? maar
drie fabrieksinstallaties en verschei
dene particuliere huizen wierden be
schadigd. Een derraapva!!ende'toes$el-
len werd door'gachtjagers neerge
schoten. 4
NAVICERTSY8TEEM OOK VAN
TOEPASSINGi OP IERLAND.
Het Engelsch Blokkade-ministerie
heeft, vylgens Amerikaansche berich
ten uit Londen, bekend gr pa aak t, da,t
het rfavicertlysteem na 20 Januari ook
uitgebreid zal worden tob Ierland. N"
dien dafum moeten de Iersche expor
teurs en réeders toestaarv, dat hun uit
Iersche havens vertrekkende scheper
doorzocht worden om na te gaan of er
geen contrabande aan boord is. Alle
niet vrijgegeven ladingen worden in
beslag genomen.
t 1
BELANGRIJKE HOOGTE
VEROVERD.,
De berichten Van het Grieksche
oor'ogstooneel meiden, dat aan alle
fronten opnieuw gevechtsactiviteit is*
aangevangen, maar dat het niet is
gèkomen tot wijzigingen van belang
Zoowel van het Noordelijke als van
ljct Zuidelijke: front worden berichten
ontvangen nvlr Italiaansche tegen
aanvallen, die tot plaatselijke «succes
sen hebben geleid. Zoo gelijkte 'het
„den Italianen nog op 31 December ten
Noorden van Pogradetsj een Ijelang-
rijke hoogte te veroveren en te ver
dédigen lege r 'Verscheidene Grieksche
aanvallen. ttofe,
Bovendien -mdkerPVie grenscoriH&
•pondenten van de P li t i k a /ei) de
Vrem-e er'melding van. «dat-hé,t Ita-
liaanri-he liichtwapen m déi-m front-
sector ook verder metsucces actief is
geweest.
f
De Duitsche irstruclretrpepen zjjn
op hun reis door Hongarije naar Roe
menië op vijandige wijze bejegend. De
omroep van Boedapest verheelt zjjn
sympathie voor Londen niet. Hongarije
wil zich door zjjn dubbelzinnige poli
tiek voor iedere gebeurlijkheid van
den oorlogsafloop veilig stellen
DUBBELZINNIGE POLITIEK DER
HONGAARSCHE REGEERING.
De Roemeensche P o r u n c a
V r e m d i schrijft, dat Hongarije
in plaats van dankbaar te zijn jegens
de spilmogepdheden voor de herzie
ning van het verdrag van Trianon
den laatsten tijd steeds meer naar
Londc-n lonkt, Het blad schrijft, dat de
Hongaarsche regeering een drukke
diplomatieke eh propagandistische ac
tiviteit ontplooit in Londen, Vichy
en Washington. De Duitsche volks
groepen in Hpngarije worden, ondanks
de bepaligen van de Weensche arbi-
OPROEP VAN ANTONESCU AAN DE
LEGIONARISSEN.
De conducator, generaal Antoneacu,
heeft* bij de wisseling des jaars een
oproep gericht tot de legionarissen,
waarin o.m. gezegd wordt: „Wie het
leven van zijn naaste niet eerbiedigt,
is geen christen. Wie den arbeid en
het vermogen van een ander respec
teert, is geen mensch. Wie zich niet
onderwerpt aan de creatieve orde en
discipline, is geen legionaris. Wie niet
zijn gcheele leven wijdt aan den strijd
om de verheffing van het land, is geen
Roemeen.
Ik veroordeel iedere haat, iederen
wraak, iedere schending van het leven,
de eer en het vermogen van een an
der. Ik heb den plicht uw toekomst en
die van het land te beveiligen en alle
arbeidskrachten van het lan:l tot ont
wikkeling te laten komen. Horia Sima,
de commandant van de leglonaire be
weging,* staa,t in dozen strijd van 'de
organisatie uwer beweging aan mijn
zijde".
BULGAARS^!!--ITAL1AANSCH
ECONOMISCH VERDRAG.
De voorzitter van de sedert ver
scheidene dagen te Rome vertoevende
Bulggarsche handelsdelegatie, gezant
"Patzeff, en de chef van de afdeeling
Buitenlandschen Handel in h,et Ita
liaansche Ministerie van Buitenland-
'sche Zaken, senator Gianini, hebben
een Bulgaarsch-Italiaansch economisch
aceoord onderteekend, dat alle vroe
gere handelsovereenkomsten vervangt
en een regeling vormt van den goede-
renruil jen het betalingsverkeer tus-
stólen Italië en Bulgarije tot 30 Juni
1941. Het nieuwe "accoord houdt vooral
de levering in van'Eulgaarsche levens
middelen aan Italië, terwijl Bulgarije
industrieproducten en Zuidvruchten
zal ontvangen. t
De Pop oio d'I t a 1 i af schrijft: -
Roosevtdt-'heeft de redenen yiteenge-
ze:, waarom de Vereenigde Staten En
geland. moeten helpen door het vlieg-
turirr*. munitie en tarfks te geven. Maar
niet, voor zoover het 'een expeditie
corps- naar Europa betreft. De Ver
eenigde Staten aldus het blad
zouden oorlog willen voeren zonder
oorlogvoering, dwz zij zouden den
oorlog willén leiden, financieren, voe
den, exploiteeren Kortom. Vu zouden
Engeland dén oorlog willen laten voe-'
ren tot het eind en op Zijn rekenipg en
risico. Inderdaad heeft Roosevelt ver
klaard, dat de Amêrikaansché hulp
Engeland moet diénen tot voortzetting
van „den strijd voor onze veiligheid".
Afgescheiden van den moreelen kant
van de, zaak, wanneer een groot land,
terwijl het verklaart, dat het bedreigd
is, zich wil verdedigen en zieh tegelijk
terzijde houden, doet zich thans de om
standigheid voor, dat het jóeren van
oorlog met het bloed van tfnderen geen
voorreen: meer is van Groot-Brittanje:
thans «is hpt Amerika, dat tot den laat:
Ren Engeisphman zou willen strijden
Wiizende op de bezorgdheid, die in
de Verenigde Staten gewekt is «door
de oorlogszuchtige verklaringenvan
Rnoreveit. laat dePopolodiRoma
ér het licht op vallen, ,dat de tegen
stand van het Amerikaansche volk
tégen een meegesleept Worden in den
oorlog den vertegenwoordigers van het
Witte Huis de noodzakelijkheid heeft
opgelegd dé verklaringen vari den pre
sident té Vgrzachten. Wanneer echter
de ^ecrëtaris van den president zich
haast de verzekering te geven, dat
geen Amerikaansche militaire strijd
krachten,: i* noch vlootstrijdkrachtën
naar Europa zullen wordengezonden,
heeft men den jndruk te staan tegen
over een dubbelzinnigheid, want wan
neer het waar is, dat de Amerikaan
sche régeering geen gewapende inter
ventie aan de zijde van Engeland
wenscht is het evenzeer waar, dat zij
zal voortgaan met uitj#*iding van den
Kystand aan Groot Bwtlamué op zoo
danige wijze, dat daardoor onvermij
delijke reacties worden gewekt van
oorlog, zonder er de verantwoordelijk-'
heid voor te willen aanvaarden
Dit alles echter 'zoo besluit de
P o p o 1 o d'i R o'm a kan alleen
maar slagen, wannéér de -vijanden van
Groot-Brittannië dwazen zouden zjjn.
r
De.Japansche jlers blijft critielc uit
oefenen op de rede van Roosevelt.' De
bladen noemen den Amenkaanschen
president een „oorlogsophitser", die op
nieuw in een doovend vuur blaast en
tracht Engeland 'n nieuwen impuls te
geven. De Tokio Nitsji Nitsji
waarschuwt de Vereenigde Staten voor
de gevolgen van een politiek, die auto
matisch voor de Vereenigde Staten vjj
anden moet maken. De Tokio
Asahi Sjimboen verklaart, dat
Roosevelts politiek zonder twijfel tot
den oorlog moet leiden, Amerika-zal
dan, evenals in den wereldoorlog de
verliezen te dragen hebben, aangezien
het de oogen voor de werkelijkheid
sluit.
NIEUWE JAPANSCHE
AMBASSADEUR NAAR AUSTRALIË
Tatsoeo Kawai, da vroegere» woord
voerder van het departement van
Buitenlandsche Zaken, die benoemd is
tot gezant in Australië, heeft guteren
tegenover de pers verklaard „Ik ben
geen: deskundige in de Australische
zaken, aangezien ik er nooit geweest
ben, ik zal er echter naar streven mijn
uiterste best te doen om de vriend
schap tusschen de beide naties heqht
te doen worden. Ik hoop spoedig, voor
mijn vertrek, een bezoek te brengen
aan den Australischen gezant, sir
John Latham.
trage, nog steeds "vervolgd. De leden
van de politieke organisatie, die de den kant van de spi 1 - mogend heden
spil vriendschappelijk gezind is. de Wat er aan dubbelzinnigs gelegen is
z.g Pijlkrusers, worden in de gevan- in de politiek van Roosevelt, is juist
genis geworpen, 'de houding van deel te nemen aan derf'
DADER TOT 10,— BOETE
VEROORDEELD.
t Op 1 December eischte de officier
van Justitie by de HaagseAe rechtbank
25 gulden boete tegen N. van N., die
tezamen met een vriend onder een
waardeloos schilderij van een onbe
kende kunst^childeres, de signatuur
Manet had aangebracht om den kunst
critici een poets t« bakken. De recht
bank heeft heden uitspraak,gedaan en
veroordeelde van B. tot een geldboete
van tier» gulden,! subs, tien dagen
hechtenis.
NOVEMBER MET ZUN GRAUWE
REGENDAGEN IS DE GESCHIÈSTE
TUD.
Je hebt natuurlijk allemaal wel
eens een griezelig verhaal gehoord
over reizigers, die per' paardenslee
doord de dichte Russische wouden
trekken tn dan midden in de nacht
door een troep uitgehongerde wolven
Worden aangevallen of tenminste ach
tervolgd tot er op 't laatste moment.,
uitkomst komt.
Maar wist je ook, dat er in Rusland
hetel veel op' wolven wordt gejaagd?
De meest geschikte lijd hiervoor is
November met zjjn kille, grauwe re
gendagen
Het Russische platteland ziet er op
'zuïke dagen buitengewoon somber
uit. De dagen achtereen neerruisende
regen heeft de bodem doorweekt en
de i wegen totaal onbegaanbaar ge
maakt. De dorpsstraten zijn leeg, ep.
uit I de schoorstenen der boerenhuizen
trekken grijze rookwolkjes langzaam
de grijze lucht in: een weemoedig,
eentonig gezicht!
Maar voor den jager is November
eem heerlijke tijd, want dan kan hij
zijn hart ophalen aan hét jagen op
wollen, vossen en hazen.
Zo'n wolvenjacht heeft echter nog
hee| wat voeten in de aarde en moet
zorgvuldig worden voorbereid. Wie
niet in de streek zelf woont, behoeft
er piet aan te beginnen. Meestal zijn
de boswachters tegelijkertijd uitste
kende jagers, die ieder plekje van de
dichte wouden en moerassen kennen
en precies weten, waar wolven te
vinden zijn. Heeft zo'n boswachter
nu op een van zijn tochten ergens
\yplven gezien, dan gfeeft hij zich alie
mogelijke moeite otrf de verblijfplaats
van de kolonie té ontdekken. Want
wolven leven inkolonies vati ver
scheidene families: Ze zijn bizonder
schuw van aard en kruipen dus zo
diepe mogelijk weg in woud of moe
ras. Alleen als ze erge honger heb
ben, dat is dus in ,'t hartje van dc
winter, komen ze m de buurt van dc
mensen.
De jager heeft dus ontdekt, dat er
ergens tussen 't lichte struikgewas
van een* moeras, een groote troep
wolven iit. Hoe moet hij nu verder te
werk gaan? Naderen kap hij de die
ren niet, wgnt de moerasgrond zou
hem wegzuigen en misschien dóen
verddrinken! y
Nèen, hij bepaalt zich er eerst/toe.
dat de wolven zo goed naar de zin te
maken, dat ze er niet over denken
zullen, hun woning te veriaten. Qveral
op de vastere grond om het móéras
heen of langs de rand .ervan legt 'hij
smakelijk voedsel neer. Dode paarden
zijn. altijd bij-de boeren wel voor
weinig geld te krijgen en daar zjjn de
volgen dol op Aan het snelle ver-
minedren van de buit merkt hij gauw
genoeg, dat de wolven er -zij zijn ge
weest en als hij nu zakcr weet, dat de
wolven niet van plan zijn te verhui-
zjjn, begint hij hen op een goede dag
te omsingelen. Hiervoor heeft hij een
erg omslachtig „instrument" nodig,
n.L een touw van enige kilometers
lengte, waaraan yan afstand tot af
stand gekleurde lappen zijn gebonden,
Samën met een paar makkers bindt
de jager nu dit touw op wolfshoogte
aan bomen en «struiken vast, eó, dat
een wi.fde cirkel van fladderende,
't Is een feit dat de voorzichtige en
wantrouwende cjieren het nooit zullen
wagen over zo'ri touw; met een flad
derende lap era* n heen te springen,
of er onder door te kruipen, hoewel
ze dit heel gemakkelijk kunnen doen
Een vos daarentegen* trekt er zich niets
van aan.
De kring heeft aan één kant een
uitgang en daar zullen de jagers zie!,
opstellen, als de grote dag van de
wolvenjacht* gekomen m.
Op zo'n dag is 't al heel vroeg dag.
Reeds de vorige avopd zijn de jagers
in het huisje van den boswachter bij
eengekomen, hebben zich gewarmd
bij het houtvuur en misschien ook wel)
een pittig glaasjke wodka gedronken
en zijn vroeg gaan slapen, meestal ge
kleed op de grond met een paar die
renhuiden over zich heen. 't Is nog
pikkedonker, als ze de volgende mor
gen door den boswachter worden ge
wekt. Snel wordt een kop thee ge
dronken eé dan gaat riet te paard er
op los. 1
Bij de rand van het moeras aangc
komen, loopt een der jagers langs de
lijn tot hjj achter de verblijfplaats dér,
wolvenkolonie gekomen is en de an
doren stellen zieh verdekt op bij de
uitgang, liefst achter een dikke boom
Nu is geduldig wachten het parool,
't Duurt soms uren voor dg „opjagèr"
het punt -heeft bereikt, van waaruit
hij/ de volven zal op schrikken.
't Is doodstil in het bos, totdat ein
delijk heel in de verte een dof ge
klop weerklinkt: de ..opjager"- t'kt
met zijn stok tegne een boom, harder
en harde.
Nu is het'nog maar een kwestie van
seconden. De* hele kudde, dodelijk ge
schrokken van 't lawaai, springt uit de
schuilplaats te voorschijn en rent
langs de' lappenlijn.Verder, steeds
verder, 'want overal houden de flad
derende lappen hen tegen En dan
komen z_e vrfnzelf bij de uitgang
terecht, en ze kehieten erdoor, blik
semsnel, als grauwe-ispookgestalten in
de morgenschemering.
Pang! pang! knallen de schoten en
meestal zijn nog vóór de zon js opge
komen-, een paar wolven buitgemaakt.
De jagers bestijgen hun paarden en
trekken vergenoegd naar huis terug
om van kleeren te verwisaylen en
breeduit hun Sterke stukje te vertel
len.
EEN AARDIG, OUD BLOEMEN-
SPROOKJE.
't Was October, een echt wispel
turige herfstdag, die met regen begon
en met zonneschijn eindigde. De eiken
hadden hun voorroode jurken aange
trokken en de allerteerste bloemen
waren al door <$ie nachtvorst gestor
ven. Maar toch stond de tuin nog vol
kleur en geur: 't leek wel of de bloe
men hot afscheid van de zomer echt
feestelijk wilden vieren. De herfst
violen. die nog maar een paar dagen
te leven hadden, rekten de dunnen
steeltjes uit om toch vooral nog iedere
zönnestraal op te vangen, "de rozen
geurden en de trotse gladiolen wiegel
den in de frisse wind.
't Was heel stil in de tuin. Maar de
viooltjes konden nooit lang hun
mondjes houden. Ze zeiden: „Saai zijn
jullie, hoor! We hebben ons gesprek
van gisteren niet eens afgemaakt en
weten nu helerrfaal niet, wie van one
de voornaamste is. Wat ons betreft,
we zjjn wel klein, maar heel kleurig
en we hebben ,'t allerfijnste fluweel,
dat er bestaat."
De vuurrode gladiool' zei: „Op de
voornaamheid komt het niet aan in
't leven, maar wei op het werk. Wjj
bloeien al de hele zomer en nu zijn
we nèg prachtig vol! Niemand kan
immers tegen ons op, dat zien jullie
zefl wel!"
En om haar woorden kracht bij te
zetten ontplooide ze een grote* vuur
rode bloem.
„Maar ons fluweel is toch mijner"
fluisterden de viooltjes. „Wat zeg jrf.
ervan, Roos?"
De roos gaf echter geen antwoord,
want ze was erg trots. De dichters'
hadden haar zb yaak en zo mooi be
zongen. dat zjj wel zeker wist, dat
niemand met haar kon wedijveren.'
De chrysant zei kalmpjes in haar
plaats: „Ik heb geen tijd om me meit
voornaamheid en dergelijke onzin te
bemoeien. Ik moet bloeien en daar
mee uit!"
De viootjes waren een beetje boos
en verdrietig, omdat het gesprek
hiermee uit was. Ze wilden juist be
ginnen te mopperen, toen twee móóie
jónge «Yrouwen de tuin binnenkwa
men, gevolgd door een jonge man, die
wel een prins leek, zo prachtig was
hij gekleed.
De viooltjes maakten "zich zo klein
mogelijk en verstopten zich onder hun
groene bladeren, de roos liet van
schrik een roze blaadje vallen en de
ledie trilde op haar stengel. De men
sen gingen zacht pratend van bloem
tot bloem, terwijl de fluwelen slepen
der dames over het gras ruisten. Naar
de viooltjes keken z ein 't geheel niet
om, bij de roos bléven ze een ogen
blik staan, liepen dan naar de gla
diool, bleven een hele tijd de lelie
bekijken en kwamen eindelijk bg de
chrysant. De bloemen konden hun
woorden niet verstaan, maar ze vrees
den, dat dit onverwachte bezoek niets
gpeds beduidde. Toen nam de mooie
prins een mes, sneed de weelderigste
.bloemen van de chrysant af en bond
ze samen tot een boekeL En daarna
gingen de mensen weg. De chrysant
was erg verdrietig. „M'n allermooiste
bloemen!" jammerde ze, „wat is
't leven nu nog waard?" En de andere
bloemen, zwegen vol medelijden, maar
waren toch bljj, dat ze er zelf zo goed
afgekomen waren.
tie regenwolken dreven nu weg, de
wind blies de hele lucht schoon en
de zon brak door.
Toen de bloemen nu stilletjes in het
avondzonnetje stoden, ,kwam de !>loe-
ir.cnfee de tuin binnen. Ze had blond
haar en een wit zjjden kleedje aan.
En aije bloemen begonnen te glim
lachen en strekten hun kopjes om
haar te begroeten. Op haar hand
droeg ze een sneewwitte duif. Ze ging
met hem naar de-chrysant én zei:
„Kijk, dit is de bloem, die je zoekt."
En de duif boog eerbiedig voor de
chrysant en zei:
„Ik ben een bode van het keizerlijk
hof en ik kpm u. meedelen, dat de
jonge keizer u tot wapenbloem heeft
gekozen."
Daarop verhier hij zich in de lucht
en vloog met sierlijke bogen weg. En
toen trad de bloemenfee op de chry
sant toe en fluisterde zachtjes: „Nu
zie je toch, dat geen enkel verdriet
nutteloos is. Wat je voor leed aanzag,
is in vreugde verandert."
En ze raakte met de blanke vingers
voorzichtig de wonde plékken aan en
ziet: daar ontsproten weer nieuwe
bi-omen, rijker en kleuriger dan de
vorige.
De andere bloemen bogen zich diep
ter aarde voor de chrysant en huldig
den haar als koningin van de herfst.
<N«druS zerooóA
26
De Indiër hief een luid gebrul aan
en wierp zich op Been.
Er ontstond een felle worsteling in
een volslagen duisternis, want de fak
kel waa opzrf geslingerd en doofde On
middellijk uit.
Dr. Been vocht om' zijn leven, maar
desondanks wist Rij zijn kalmte te be
waren en van de naaktheid van zijn
tegenstander profijt te trekken. Het
duurde dan ook niet lang, of de man
lag roerloos op den grond.
Leen aanvaardde zoo spoedig moge
lijk !en terugtocht. Weliswaar was hjj
er i g niet achter gekomen, wat^Ali
Moh..rnmeds tocht te be teekenen had
«n w ik verband er bestond tusschen
het leven in deze onderaardse!» bel en
den Maharadja van Jipor, maar daar
toe bestond op het' oogenblik geen ge
legenheid meer. Rij moest zich voor
lopig tevreden stellen met zijn cot-
dekking van het «bestaan van dit hol
en dat was in ieder geval de moeite
waard.
Het rtjadsel omtrent het verdwijnen
Mn dn expeditie Bturtovius, gevolgd
door die van de beide geleerden, die
onlangs uit Bombay waren vertrok
ken, was hiermee grootendeels opge
lost. Slechts de vraag, of men de
vreemde indringers eenvoudig uit den
weg had geruimd, dan wel als gevan
genen in een of anderen uithoek van
deze lugubere verblijfplaats liet ver
smachten, bleef voorloopig nog onbe
antwoord.
In ieder geval wist hij nu echter,
wat hem te doen stond. Hij zop zoo
gauw mogelijk de autoriteiten van een
en ander op de hoogte brengen en voor
hen was dan de taak weggelegd, dit
neet van fanatici met wortel en tak uit
te roeien. En daarbij zou hij dan
zeker niet aarzelen de aandacht van
de overheid te vestigen op de wel zeer
verdachte rol, welke de Maharadja
van Jipar in dit zaakje speelde.
Het duurde echter niet heel lang, of
er was iets anders, dat* Been's aan
dacht begon op te eischen, namelijk
de vraag, hoe hij den uitgang van dit
donkere hol moest terugvinden.
Aanvankelijk meende hij op den
goeden weg te zijn, maar toen het pad
plotseling begon te dalen in plaats
van te stijgen, zooals het geval had
moeten zijn, bleef hij besluiteloos
staan. Hjj hield zijn adem in en
luisterde scherp, of hjj nietreen of an
der geluid hoorde, waarop' hjj zich
zou kunnen oriënteeren. Zijn oogen
trachtten de duisternis te doorboren,
maar ook de zwakke, als sterren in
een donkeren nacht schitterende licht
jes brachten geen uitkomst. Zij sche
nen anders gegroepeerd te zijn, zoo
dat zjj zijn zoekenden blik geen hou
vast meer boden.
Dan plotseling overviel hem in
al haar verbijsterende monstruositeit,
de erkenning, dat hij den uitgang niet
meer zou vinden. Hij zat in dit hol
gevangen, als een rat in de val.
Onzin! dacht hij, zich dwingend
kalm te blijven. Als ik hier binnen ben
gekomen, zal ik er ook weer uit moe
ten komen!
Hij zochf naar het licht der fakkels,
waarbij ali Mohammed en diens met
gezel zich moesten bevinden. Maar nu
scheen alles behekst te zijn. De licht
punten begonnen te dwalen, sommige
doofden uit, andere flikkerden op: het
was ten eenenmale onmogelijk zich
door deze bedrieglijke dwaallichten te
laten leiden...
Uren achtereen tastte Been in het
duister rond, zonder dat dit hem een
stap verder bracht. Wel slaagde hij
er in den rotswand te bereiken, wel
volgde hjj herhaaldelijk met telkens
weer oplevende hoop de smalle gan
gen, welke voor hem opdoemden,
maar wanneer deze al niet dood lie
pen, dahyieken zij toch steeds vertier
den berfjiin te leiden, in plaats van
naar de zoo vurig verlangde vrijheid.
Eemge malen gebeurde het ook, dat
hij onverwachts over een op den grond
liggenden man struikelde, die,
wreed in zijn slaap gestoord, hem een
stortvloed van verwenschlngen na
zond.
De duisternis, welke hem voor ont-
tevens
dekking behoedde, beteekende
zjjn «ondergang.
Déof een onweerstaanbare behoefte
aan slaap overmand, liet Been zict^ op
den grond vallen. Hij wilde slechts
oogenblik rusten. Onder geen
waarde mocht hij aan zijn vermoeid
heid toegeven.
Waarom eigenlijk, ging het hei
door het hoofd, neem ik niet den eei
sten den besten knaap, dien ik tegel
kon)? Waarom zet ik hem niet een
voudig mijn revolver op de borst, om
heni te -dwingen- fnij den uitgang te
wijzén?
Ellen Boyard zou stelUg radeloos
zijn over zijn lang uitblijven. Hij zag
haar in hevige ongerustheid de tent op
en neer loopen.
Nu wekte zij Hangen. Maar dat was
Héngen immers niet, dat was de Ma-
haradja. Hij lachte^haar toe en..
pr. Been was vast in slaap gevallen.
Dat Ellen Boyard in groote onge
rustheid verkeerde, was eigenlijk van
zelfsprekend. Zij liep radeloos de tent
op eb neer en inderdaadzjj wekte
ook den piloot Hangen.
Deze wreef zich geeuwend de oogen
klit en had eenigen tijd noodig om tot
de werkelijkheid terug te keeren.
Toen hij Ellen" Boyard voor zich zag,
«wier gestalte bij de gebrekkige .naeht-
verlichting iets spookachtigs had,
knipperde hij verbaasd met zijn
«►gen.
Ah, juist ja, nu weet ik pas weer,
waar ik ben. Ik droomde net... Enfin,
dat doet er ook niet toe. Wat is er
aan de hand? Toch niets onaange
naams?
Ellen Boyard had angstig zün hand
gegrepen.
Helaas wel, mynheer Hangen. Ik
maak me ernstig ongerust over dr.
Been. Twee uur geleden heeft hij de
tent verlaten om nog een rondgang
door het kamp te maken. Hjj wilde
binnen tien minuten terug zijn en nu
Lis hij er nog niet.
Hangen greep naar zijn hals', alsof
Ay wilde, voelen of zijn hoofd hog op
zjjn romp zat.
Dat is werkelijk niet meer te
ruggekeerd, zegt u?
Hij kwam op zijn veldbed overeind
en mompelde half luid een verwen-
sching.
Het zijn allemaal onbetrouwbare
sujetten, de een zoo goed als de an
der! Hebt u die menschen aangewor
ven?
De Maharadja van Jipar heeft
ze ons ter bëschikking gesteld. - Hij
kent mijn vader zeer goed.
Hangen keek haar onderzoekend
aan.
Hm u neemt mij niet kwalijk.
Juffrouw Boyard wie bent u eigen
lijk? Ik ken noch u, noch dr. Been.
Het was een toeval, dat ik mij
bij de expeditie aansloot. Mijn vrien
din. A""» Harder
Ana, is juffrouw Harder een
vriendin van u? Merkwaardig, Ut heb
u nooit eerder gezien 1
Dat is heelemaal niet merkwaar
dig! Ik woon een heel eind verder. Ik
kwam naar haar toe om aan de ten
niskampioenschappen deel te nemen.
Zoo, bent u dat? Nu herinner ik
me ook uw naam. Het vorschende
verdween uit zijn blik: hij stak de
jonge dame lachend zijn hand toe.
Als logé van mijnheer Harder,
vervolgde Ellen Boyard, leerde ik
dr. Been kennen, die juist voor een
studiereis uit Europa wjss aangeko
men. Toen wy daarop bericht ontvin
gen van de vermissing van het dots
u bestuurde vliegtuig, was het van
zelfsprekend, dat dr. Been zich aan
bood om naar u te gaan zoeken. Hij
twijfelde er geen oogenblik aan, of een
en ander moest met elkaar verband
houden. Louter ujt persoonlijke be
langstelling sloot ik mij als arts bij
hem aan.
En wat heeft de Maharadja van Ji
par daarmee, te maken?
Ellen gaf hem de noodige ophelde
ring en vertelde tevens het verloop
van hun bezoek aan Gigasar.
Zoo. nu ben ik tenminste eeniga-
zins op. de hoogte!
Denkt u, dat de Maharadja...?
In ieder geval komt zijn houding
mij zeer verdacht vopr. Maar nu zul
len w(j eerst eens zien uit te visschen,
waar dr. Been zit.
(Wordt pervctgdj